Ihb. afdeling de Rotonda, Leuven
Jaarverslag 2009
JAARVERSLAG 2009 -1-
Leuven, juni 2010
Geachte Lezer De Wissel in 2009: Panta rhei (Grieks:πάντα ῥεῖ), alles is in beweging.
Dat is wel wat onze organisatie kenmerkte vorig jaar. Nieuwe collega's, nieuwe projecten, nieuwe plaatsen. Vandaar een korte update en op de achterzijde van dit document adressen en contactgegevens. Een 'wissel' roept beweging op. In 2009 werd 'de Wissel' de overkoepelende naam voor verschillende initiatieven van de VZW De Wissel in de Bijzondere Jeugdzorg, opgericht in 1981. Binnen de diverse initiatieven geldt 'eenheid in verscheidenheid'. Een zelfde missie, een zelfde doelgroep ingebed in de CANO-visie op hulpverlening. CANO staat voor 'Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning'. Een 'switch' roept beweging op. De afdeling 'de Switch' is de naam van de 'proeftuin voor meisjes', een project door de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, uitgeschreven in 2008: een categorie 1bis voorziening voor 10 meisjes, aangevuld met projectmiddelen. De Switch werd opgestart in juni 2009, in Betekom, waar voorheen het project Rizsas huisde. De officiële opening ging door 2 februari 2010. Een 'rotonde' roept beweging op. De afdeling 'de Rotonda' is wat vroeger 'de Wissel' was, de vestiging op de Tervuursevest te Leuven, een categorie 1bis voorziening voor 25 meisjes. Toegevoegd aan deze werking zijn een aantal projecten vanuit Vlaanderen. Daarnaast is de Wissel projectleider voor twee door de provincie Vlaams Brabant gefinancierde sectoroverschrijdende projecten. Rizsas is het ervaringsgericht centrum voor jongeren waarvoor een schools perspectief een langere tijd ontbreekt en wil daarmee het leerrecht invulling geven. Rizsas verhuisde van Betekom naar Wezemaal, waar de stichting Famcova VZW een boerderij ter beschikking stelt van dit initiatief. De officiële inhuldiging van Rizsas zal ging door woensdag 14 april 2010. LiNK is een samenwerkingsverband van Bijzondere Jeugdzorg met de diensten Kinder- en Jeugdpsychiatrie en de Centra Geestelijke Gezondheidszorg in Vlaams Brabant. Met middelen uit Vlaanderen zal deze samenwerking uitgebreid worden naar de partners in drughulpverlening.
JAARVERSLAG 2009 -2-
De groep waarvoor we werken stelt ons steeds nieuwe uitdagingen. Dit dwingt ons tot een continu kritisch in vraag stellen van waar we mee bezig zijn, een actief bijsturen met het oog op het genomen begeleidingsengagement. Voor 2010 mogen we een nieuw project aankondigen. Het project 'Equicanis', een vernieuwend project, gefinancierd door de provincie, waar het werken met dieren centraal staat. Reeds meerdere jaren hebben we een paardenatelier, zowel in de Rotonda, recentelijk ook in de Switch, waar één van onze begeleidsters, al dan niet vergezeld met een vrijwilligster, met de jongeren een dagdeel naar de manège trekt. De provincie was, net als wij, gecharmeerd door wat de jongeren naar aanleiding daarvan brachten. Volgend jaarverslag zeker meer! We weerhouden in dit jaarverslag een artikeltje over de officiële opening, een tekst en beeld die zeer goed weergeeft wat we bedoelen met de Switch. Tevens staan we stil bij wat al langer is. Rizsas gaat zijn zevende jaar in en kon dankzij stichting Famcova een definitieve plek vinden. We gaan tenslotte nog verder terug, naar een werkvorm die we al langer hanteren, begeleid zelfstandig wonen en formuleerden daar in 2009 een visie en concept. Wat de cijfergegevens betreft en personeelsgegevens beperken we ons hierbij tot de Rotonda. Nog iets over volgend jaar en de komende jaren. We houden eraan onze organisatie als geheel “de Wissel” te blijven noemen. Deze naam heeft zijn betekenis verworven. Vandaar dat de twee vestigingen een eigen roepnaam kregen, ieder met een duidelijke verwijzing naar “de Wissel”. De nieuwe afdeling, in Betekom gevestigd, werd “de Switch” gedoopt, de gevestigde waarde op de Tervuursevest greep terug naar de symboliek van “la Rotonda”, een rond punt waar je van alle richtingen kan opkomen of afrijden of even pauzeren en nadenken waarheen het moet al rondrijdend. Beide, maar eveneens Rizsas en wat zich nog ontwikkelen zal wil binnen dezelfde missie blijven werken, zoals die bij de opstart van de Wissel geformuleerd werd : met dezelfde doelgroep, met dezelfde betrachting en al deze initiatieven “uniquely united”.
Wees en blijf welkom, met suggesties, steun, hulp Luc Deneffe, directeur Rony Timmermans, voorzitter Raad van Bestuur
Juni 2010
JAARVERSLAG 2009 -3-
Colofon GEGEVENS van DE WISSEL VZW Uitgebreid : De Wissel V.Z.W. Tervuursevest 110, 3000 Leuven Telefoonnummer : 016 28 49 44 (4 lijnen) Faxnummer : 016 / 28 49 43 Web : www.wissel.be E-mail : - algemeen :
[email protected] - personeel- en financiële administratie :
[email protected]
Algemeen de Wissel Entiteit/ tel-fax-mail De Wissel VZW Tel. 016 / 28 49 44 Fax 016 / 28 49 43
Adres Tervuursevest 110 3000 Leuven
Contactpersonen Luc Deneffe, directeur Helen De Brauwere, coördinator
Mailadressen
[email protected] [email protected]
[email protected]
Afdeling 'de Rotonda' Tel. 016 / 28 49 44 Fax 016 / 28 49 43
[email protected]
Afdeling 'de Switch' Tel. 016 / 44 19 32 Fax 016 / 25 24 95
[email protected]
Rizsas Tel. 016 / 35 69 35
[email protected] LiNK Tel. 0474 / 272161
Sieg Pauwels, pedagogisch coördinator en contactpersoon intake en CWL Hilde Vanderborght, trajectbegeleidster Lieven Peeters, trajectbegeleider Vera Beelen (Luc Hersssens a.i.), teambegeleidster Werchtersestw. 179 Remi Stegen, projectleider 3150 Betekom (016 / 46 58 47) Elke Janssens trajectbegeleidster (016 / 44 92 13) Wendy Vaneylen, intern coördinator Blauwmolenstr. 1A Koen Elsen, teambegeleider 3111 Wezemaal Tervuursevest 110 3000 Leuven
Tervuursevest 176 3000 Leuven
Remi Stegen, projectleider
[email protected]
JAARVERSLAG 2009 -4-
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
FINANCIERING De Wissel wordt gefinancierd door het Agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap. PROJECTFINANCIERING en STRUCTURELE SPONSORING Maken mogelijk de begeleidingsmiddelen in de breedte en diepte structureel te vervolledigen. Voor de afdeling de Rotonda en algemeen - Projecten Trainingscentrum, GKRB, Ervaringsleren : gefinancierd door het agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap - Fonds “de goede start” van de Lions Club Erasmus Leuven, voor het project en de algemene ondersteuning - Famcova VZW, familiale stichting - De Provincie Vlaams Brabant(www.vlaamsbrabant.be) voor de ondersteuning van de samenwerkingsverbanden in de provincie : TOOL, Crisisontheeming, Rizsas (www.rizsas.be), Netwerk Leerrecht, LiNK, BeO - De Europese Unie via JINT en EVS - Arktos (POT) en Jeugddorp Bonheiden, voor hun partnership en inbreng in middelen, mensen en enthousiasme in Rizsas - De Stad Leuven Specifiek voor de Switch - Project Proeftuin, gericht op specifieke opvang van de doelgroep tussen jeugdpsychiatrie en bijzondere jeugdzorg - Lions Club Erasmus, voor de aankoop en installatie van de keuken - Toro voor de grasmachine Specifiek voor Rizsas - de Stichting Famcova, voor de aankoop van de boerderij in Wezemaal en de initiële investeringen naar veiligheid en functionaliteit van het pand, dewelke een lange termijn denken voor het project mogelijk maken - Arktos (POT) en Jeugddorp Bonheiden, voor hun partnership en inbreng in middelen, mensen en enthousiasme in Rizsas SPONSOREN VAN DE WISSEL - De trouwe “meters” en “peters” die steeds opnieuw door een jaarlijkse gift hun steun en vertrouwen toezeggen. In het bijzonder zij die de Wissel lieten delen in hun feestvreugde door de rekeningnummer van de Wissel aan hun genodigden door te geven en dit als hun cadeau beschouwden. Evenals de schenker van bruikbare meubels, computers enz… - De stichting Famcova, familie Coppens – Van-Camp, naast de structurele ondersteuning ook voor specifiek projecten, in de Switch en de Rotonda, - Cera Foundation voor hun fijn project : 'een warme thuis', For a better life voor de inrichting van de Switch, Lotto, de Voedselbank JAARVERSLAG 2009 -5-
VRIJWILLIGERS Met dank voor het volgehouden engagement van de vrijwilligers o de tuinclub in de Switch o .E.V.S. , European Voluntary Service via JINT. Dank zij de inschrijving in het jongerenprogramma van de Europese Gemeenschap vervulden in de loop van 2009 vier jongeren, vrijwilligers, een animatieopdracht in Rizsas: Ayda Erznoznik uit Slovenië, Leyla Yücel uit Turkije, Irina Khvintelani uit Georgië en voor een korte periode Ivana Zivcic uit Kroatië. Vanuit VIA (Vrijwillig Internationele Aktie) Taylor vanuit de USA. De praktische opvang van deze vrijwilligers in ons land gebeurde door Nele Steeno i.s.m. de vzw De Wissel o .Het OCMW te Holsbeek stelde halftijds Els Debardieux ter beschikking in het kader van het artikel 60 tewerkstellingsprogramma. Zij verzorgde mede een creativiteitsatelier o Mark, die heel wat ritten naar Rizsas op zich nam o Rum, die heel wat verslagen op zich nam o de steungezinnen o de leden van de Raad van Bestuur en de Algemene vergadering o Nele voor de ondersteuning naar de internationale vrijwilligers o de anderen SAMENWERKINGSPARTNERS Samenwerken werkt. Dank aan alle partners in de regio, specifiek binnen het platform bijzondere jeugdzorg, de provincie Vlaams-Brabant, met CANO en Pel over de provinciegrenzen, over de sectoren heen binnen casussen, binnen projecten, loyaal en investerend. Ook de administratie Jongerenwelzijn in Brussel ervaren we als zeer ondersteunend. WERKTEN MEE AAN DIT JAARVERSLAG -
Mark Vansteenwinckel, Annick Haesendonck, Sieg Pauwels, Lieven Peeters, Luc Deneffe Alle begeleiders en meisjes die de onderwerpen van dit verslag inhoud gaven.
JAARVERSLAG 2009 -6-
1. Inhoudsopgave
Colofon De Wissel VZW
Inhoudstafel A. Officiële opening van de Switch : uit de Standaard B. Rizsas : Toelichting en Visietekst C. Begeleid Zelfstandig Wonen : Visietekst in wording D. Cijfermateriaal Afdeling de Rotonda (Leuven)
E. De personeelsploeg 2009 Afdeling de Rotonda (Leuven)
JAARVERSLAG 2009 -7-
A.
Officiële opening van de Switch
Zie bijlage krantenartikel de Standaard, vrijdag 5 februari 2010
JAARVERSLAG 2009 -8-
B. Rizsas 1. Toelichting
Het project is een ervaringsgericht dagcentrum voor adolescenten die om één of andere reden er niet in slagen om binnen het reguliere onderwijssysteem hun weg te vinden. Op een bepaald moment kan nog eens iets anders (andere richting, andere school) een zekere aanzet zijn voor een zoveelste mislukking, voor de school en voor de jongere. Dan kan iets anders zinvol zijn. Rizsas wil een plek zijn waar iedereen die de zin en motivatie volledig verloren heeft terecht kan, in de hoop na een tijd terug aansluiting te vinden in de 'actieve' samenleving. "Rizsas probeert op een heel eigen manier een omgeving te creëren waarin mensen, activiteiten en ervaringen aanwezig zijn, zonder verplichtend te werken. Er is een ruim aanbod van ateliers en een participatieve organisatie. De jongeren die er hun dag doorbrengen worden uitgenodigd en gestimuleerd om deel te nemen vanuit hun eigen interesses en vaardigheden. Elke jongere in Rizsas participeert op haar of zijn eigen tempo en er is de tijd en de ruimte voor elk individu om een eigen weg te zoeken en te groeien. Rizsas beoogt laagdrempeligheid en een onvoorwaardelijke acceptatie van de jongere." Ruim dertig jongeren werden er dit schooljaar, tot nu, aangemeld bij Rizsas; -
via het project Leerrecht (*) van het arrondissement Leuven, waar ook het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) actief partij is via het POT (**) (persoonlijk ontwikkelingstraject) ingericht door vormingscentrum Arktos Vlaams Brabant via voorzieningen Bijzondere Jeugdbijstand of VAPH (Vlaams agentschap voor personen met een handicap) in overbrugging.
Tevens staat Rizsas open als dagbestedingsplek voor jongeren elders opgenomen in crisis (***). Het project Rizsas heeft een definitieve plek gevonden in een boerderij in Wezemaal. Sinds augustus 2009 stelt de familiale stichting Famcova vzw deze hoevesite ter beschikking en JAARVERSLAG 2009 -9-
geeft aldus standvastigheid aan dit projectmatig gefinancierde initiatief. De site; een traditionele boerderij, hoofdgebouw, bakhuis, stallen en een schuur, die stelselmatig gerenoveerd worden; weides, tuin en bos. Komen eraan: een tipi, een boomhut, dieren. De provincie Vlaams Brabant, in haar engagement naar kansarme jongeren, is belangrijke partner in de dekking van niet-personeelsgebonden projectkosten. Waar oorspronkelijk in 2003 de Wissel, voorziening Bijzondere Jeugdbijstand, dit project opstartte voor adolescente meisjes, werd dit project vrij snel geopend naar alle partners uit de Bijzondere Jeugdzorg in het arrondissement Leuven. Aldus kreeg het initiatief een plek binnen het platform Bijzondere Jeugdbijstand en richtte zich sinds toen tot adolescente meisjes én jongens. Wat later stelde het zich open naar de voorzieningen van het jongeren, begeleid door het VAPH (Vlaams Agentschap voor personen met een handicap). Niet veel later verwees het CAW(Centrum Algemeen Welzijnswerk) een jongere door. Sinds toen kan men stellen dat niet waar de jongeren verblijven, waar ze wonen of uit welke hulpverleningssector ze komen de reden tot aanmelding zijn, maar wel de feitelijke constatatie dat de jongere 'geen aansluiting vinden op het reguliere onderwijs'. Aldus zijn er zowel jongeren met een hulpverleningsdossier als jongeren zonder. In die zin is het project vandaag zowel preventief als ondersteunend naar het onderwijs en welzijn van deze jongeren en gezinnen. Partners die personeelskrachten investeren en aldus de ruggegraat vormen in dit project zijn uit de Bijzondere Jeugdbijstand VZW De Wissel (Leuven) als projectleider en sinds 2010 ook Jeugddorp VZW (BJB, Bonheiden). Vormingscentrum voor jongeren, Arktos Vlaams Brabant, is al langer partner. Daarnaast krijgt het project smaak door de inzet van vele vrijwilligers, stagiairs en artikel 60-ers. Ook het Europese Vrijwilligerscircuit Youth in Action/JINT, European Voluntary Services, bracht twee vrijwilligers aan, ééntje uit Georgië en eentje uit Kroatië. Een ruime adviesgroep uit het werkveld is klankbord voor dit project. Rizsas wil een ontmoetingsplaats zijn voor uiteenlopende mensen, waar kleine ideeën en verlangens uitgedrukt kunnen worden en misschien wel tot groei kunnen komen. Adres Rizsas Blauwmolenstraat 1A, 3111 Wezemaal (*) Project leerrecht (projectleider Jongerencentrum Cidar VZW): verschillende initiatieven die jongeren naar aanleiding van schooluitval opvangen, worden in een netwerk met elkaar verbonden via een gemeenschappelijk forum. Partners in dit netwerk zijn zowel de plekken waar de jongeren kunnen verblijven als alle betrokken partners rond onderwijs van de gevolgde jongeren (waaronder sectoren CLB's, BJB, VAPH; Provincie Vlaams Brabant, Arktos, Koinoor, Leren Ondernemen, …) (**)Persoonlijk Ontwikkelings-Traject (ingericht door Arktos Vlaams Brabant) Een persoonlijk ontwikkelingstraject is er voor jongeren uit het deeltijds onderwijs; meisjes en jongens tussen 15 en 18 jaar. Jongeren die om allerlei redenen niet kunnen/ willen meedraaien in een schools- en/of arbeidsgericht traject. In een persoonlijk ontwikkelingstraject wordt gezamenlijk een traject op maat uitgestippeld. Elke jongere krijgt een programma waarin hij of zij kan werken aan de leerpunten, die samen bepaald zijn. JAARVERSLAG 2009 - 10 -
(***)Een samenwerking in deze zin is er onder andere met Huize Levenruimte in Averbode. 2. Visietekst Een visietekst is nooit af: ook deze is nog in gesprek. Feedback altijd welkom. Rizsas: Een ongedwongen participatiepedagogie. Sinds haar ontstaan, nu al zeven jaar geleden, is Rizsas steeds dezelfde visie trouw gebleven, met name de Institutionele Pedagogie. Het is hier niet de bedoeling om deze pedagogie theoretisch van A tot Z te beschrijven, eerder een poging om uit te leggen waarom zo gewerkt wordt en hoe ze in Rizsas wordt toegepast. Wat de Institutionele Pedagogie precies is wordt in dit proces mee duidelijk gemaakt In de bijzondere jeugdzorg is er sinds heugenis een grote vraag naar dagopvang voor jongeren die omwille van een combinatie aan redenen een school of opleiding niet aankunnen. Het gaat dan meestal over gedragsproblematiek, psychisch-sociale stoornissen en/of een patroon van falen die de jongere onmachtig maken om in een klassiek, schools systeem te kunnen functioneren. Het zijn jongeren die vaak op vele plaatsen geprobeerd hebben maar telkens weer de deur worden gewezen omwille van hun “onhandelbaarheid” en alzo geen enkele continuïteit in hun schoolopleiding ervaren, qua plaats noch richting. Door dit “leuren” met jongeren (waar kunnen we nog proberen?) wordt het mislukkinggevoel enkel bevestigd en de intrinsieke motivatie (als die er al was) vernietigd. Het spreekt dan ook voor zich dat men deze jongeren in de eerste plaats zo’n continuïteit en motivatie moeten kunnen geven en dit volgens een methode die de negatieve spiraal van afwijzing en groeiende apathie kan doorbreken. De visie van Rizsas is er dan ook op gericht om vooral dit te kunnen bieden. Aangezien de “klassieke” methodes voor deze jongeren geen soelaas kunnen bieden is het al even vanzelfsprekend dat er op een alternatieve manier dient gewerkt te worden. De jongeren staan in een antagonistische relatie met de wereld der volwassenen en zijn verwachtingen die de jongere niet kan inlossen. Het is dan ook daarom dat we in Rizsas geen verwachtingen hebben en we niet uitgaan van het verleden of de diagnoses die door deskundigen gesteld zijn. Onze eerste doelstelling is immers dat de jongere bij ons een plaats vindt die hem de continuïteit geeft die hij mist en dat betekent dat al het voorafgaande aan zijn verblijf in Rizsas niet ter zake doet. We beginnen als het ware te werken met een persoon waarvan we niet méér weten dan dat wat we krijgen voorgeschoteld. Er wordt geen “onhandelbaarheid” a priori verondersteld, zelfs niet met gasten die bekend staan omwille van zware agressieproblematiek. De jongere moet zich in Rizsas welkom en aanvaard voelen zoals hij op dat moment is, niet zoals we zouden willen dat hij is, want dan implementeren we weer verwachtingen waar de jongere al heel de tijd op afketst en een belangrijke reden is waarom de jongere in een patroon van afwijzing is terecht gekomen.
JAARVERSLAG 2009 - 11 -
De nadruk ligt in het begin dan ook op het welkom heten. De jongere wordt op het ritsgesprek (intake) niet met regels en afspraken overstelpt. Die regels worden minimaal gehouden en duidelijk gemaakt via het ervaren van de werking. Al doende en via het in relatie treden met, wordt hem duidelijk wat kan en niet kan. Het is de bedoeling dat niet de begeleiding maar de groepsdynamiek van het geheel hier regulerend werkt. Als we de jongere continuïteit willen bieden moet hij zichzelf kunnen zijn, ook al is dat op die moment een destructieve, ongeïnteresseerde persoon. Die zelfregulerende groepsdynamiek wordt in Rizsas bewerkstelligd via de Instituties die de jongeren toelaten het reilen en zeilen van Rizsas mee te bepalen en te sturen. Deze instituties zijn hefbomen om via maximale participatie van de jongeren zelf, de dagdagelijkse activiteiten te organiseren. Het zijn kanalen via welke men de evolutie, veranderingen en regelgeving stuurt. Met andere woorden, het zijn vaste, gekende structuurelementen waarop we met zijn allen steunen om het dagelijkse leven in Rizsas vorm te geven. Er is de opening 's ochtends, het bilan 's avonds, een tweewekelijkse Raad, de restaurantdagen, de bel enz., die allen democratisch zijn ingericht. Maar zelfs de instituties zijn niet absoluut, ze kunnen veranderd en zelfs afgeschaft worden als een zekere evolutie of nood daarom vraagt. Zo is er onlangs de “sit down” als institutie bijgekomen omdat er een nood was om aanhoudend, ontoelaatbaar gedrag te kunnen counteren zonder de jongere uit Rizsas te moeten verwijderen, een maatregel trouwens die we in Rizsas nog nooit hebben toegepast. De jongere wordt op het moment dat ontoelaatbare feiten worden gepleegd die dag naar huis gestuurd, om bij zijn volgende aanwezigheid een sit down te doen met de persoon of personen die bij deze feiten betrokken waren. Zo’n sit down is eigenlijk een herstart die de jongere na de feiten opnieuw in het geheel opneemt, gesteld dat het gebeurde tijdens deze sit down kan afgerond worden. Een sit down is geen terechtwijzing van de jongere door de begeleiding, maar een gesprek op gelijke voet om tot een vergelijk te komen. De tipi is een ideale setting voor zo’n gesprek (ze is rond, men kan rond een vuur zitten....). Naast het bieden van continuïteit, een plek waar hij kan blijven en zich thuis voelen, is er dat andere hoofddoel, namelijk om de –vaak verloren gegane- intrinsieke motivatie tot constructief handelen terug op te wekken. Als we willen dat de beweging van de jongere authentiek en betekenisvol is zal die ook vanuit hemzelf moeten komen en aangezien we niet kunnen weten wat zo’n beweging precies op gang brengt, werken we in Rizsas via mediaties. Dat wil zeggen dat we met de jongere in relatie treden via een derde element, de mediatie, die het contact spontaner, informeler en geruststellender maakt maar daarom niet een verdiepte, intense relatie in de weg staat. De mediatie is eerder het bindmiddel tussen de innerlijke beleving van de jongere en de begeleider. Mediaties zijn velerlei: ze gaan van ateliers en workshops tot het doen van de inkopen of het maken van een vuur in de tipi. Het is in Rizsas, in tegenstelling tot de school, niet belangrijk hoeveel en wat gepresteerd wordt, wel of de beweging die de jongere maakt, hoe klein ook, authentiek is en het gevolg van een groeiend inzicht in zichzelf waarbij hij zelf het tempo kan bepalen. Dat is de ongedwongenheid: vanuit het vrij bewegen zelf leren bepalen hoe snel of traag je gaat. Vaak is het zo dat de jongere zelf niet in de gaten heeft dat hij evolueert maar dat dit een automatisch voortvloeit uit het ongedwongen kunnen bewegen tussen de vele mediaties die aanwezig zijn. JAARVERSLAG 2009 - 12 -
Natuurlijk loopt het vrij bewegen en het niet verplicht zijn parallel met het kunnen nemen van verantwoordelijkheid, een link die vele jongeren niet zomaar kunnen leggen. Er is dus logischerwijs het risico dat de jongere in eerste instantie deze vrijheid zal misbruiken en het enkel ziet als een vrijgeleide om zonder enige verantwoordelijkheidszin te kunnen doen wat hij wil. Kattekwaad en vandalisme zijn dan weleens het gevolg. Toch zal het weer de jongere zelf moeten zijn die de link tussen vrijheid en verantwoordelijkheid moet leggen. Niet een moraliserende of sanctionerende houding, maar wel de groepsdruk en de instituties zijn middelen om de jongere deze link te leren leggen. In Rizsas hebben we door de jaren heen gemerkt dat (aangenomen dat er tijd genoeg is) zowat elke jongere uiteindelijk leert hoe correct om te gaan met de vrijheid die hij krijgt. Als de jongere zich dan aanvaard voelt zoals hij is en hij niet direct aan externe verwachtingen moet voldoen en dit op een plek die hem continuïteit biedt (hij moet niet meer bang zijn buitengegooid te worden) dan zijn de voorwaarden gecreëerd om een intrinsieke verandering te laten gebeuren en de noodzakelijke motivatie weer aan te wakkeren. Rizsas is een organisch evoluerend geheel waar de dingen niet vooropgesteld worden, dat wil zeggen dat wij als begeleiding de dingen niet zozeer organiseren maar van heel dichtbij toekijken hoe de dingen zichzelf “laten” organiseren. Zo zijn we vorig jaar tot twee maal moeten verhuizen, telkens een moeilijke onderneming waarbij je weer van nul af moet beginnen. Hier zien we dan ook een stuk van de kracht van Rizsas, immers, al dat verhuizen en de problemen die erbij horen hebben we kunnen integreren in onze werking zodat het verhuizen een soort Rizsas project werd waaraan de jongeren actief deelnamen en we geen enkele dag Rizsas hebben moeten sluiten. Als begeleiding moet men in staat zijn de vele signalen die vanuit het gebeuren worden uitgezonden, te kunnen opvangen en erop te kunnen anticiperen. Wij bepalen niet wat er moet gebeuren maar spelen in op wat er spontaan gebeurd. Dit houdt in dat men van het besef uitgaat dat wij als begeleiders niet kunnen weten wat werkt voor een bepaalde jongere maar wel zoveel mogelijk activiteiten moeten aanbieden die de jongeren in staat stellen om zelf te leren ontdekken wat werkt om zijn persoonlijkheid te vormen of te veranderen. Dat betekent dat een begeleiderhouding eerder is gebaseerd op het loslaten van doctrines, de behoefte om te controleren en de behoefte dingen voorspelbaar te maken. Het is de stap durven te zetten naar het toegeven “niet te weten”, de stap naar het toelaten van de onzekerheid deze niet te verbergen maar met je hele persoonlijkheid in je begeleidingsrol te staan. Men moet eerder zichzelf zijn dan professioneel, je zou zelfs kunnen zeggen dat die twee samen vallen. Het werken in Rizsas is het leren werken in het abstracte, het onvoorspelbare, het leren vertrouwen op je aanvoelen, het durven laten zien wie je bent, ook als begeleider.
JAARVERSLAG 2009 - 13 -
C. Begeleid zelfstandig wonen, BZW, gesitueerd. Deze werkvorm word al jaren gehanteerd. In 2009 werd een visietekst, nog werktekst, uitgeschreven. Belangrijk : werken naar zelfstandigheid staat niet tegenover werken met de context (gezin, omgeving) van de jongere ! 1. Visie Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) is net zoals het residentieel werken of de contextbegeleidingen een middel. Het is een middel of een aanbod dat een antwoord kan bieden op een hulpvraag van de jongere en zijn context. BZW begeleidingen zijn erop gericht de jongere een eigen plek laten vinden in de maatschappij en zich op een 'gezonde' manier verbinden met zijn context. Ook in deze werkvorm krijgt iedere begeleiding vorm vanuit het unieke karakter van de jongere en zijn context. 2. Werkwijze en methodieken Iedere BZW start bij een wens van een jongere en context om zelfstandig te wonen. Dit kan bij aanmelding zijn of in de loop van de begeleiding in de Wissel. Na akkoord van de jongere, context, verwijzer en begeleiding stapt de jongere in een 'voorbereidingsperiode' of een 'overgangsperiode'. Deze loopt vanaf de intake of de trajectbespreking tot het moment dat de jongere in een normale BZW-intensiteit van begeleiding kan stappen en de competentie daartoe verworven heeft (hard skills en soft skills). Focus op motivatie en relatie Van de meisjes die een BZW-begeleiding starten vormen diegene die uit de residentie komen veruit de grootste groep, een minderheid start vanuit een begeleiding in de context of via een externe aanmelding. Voor een aantal van de residentieel begeleide meisjes is ‘op BZW gaan’ de enige resterende mogelijkheid: zij zien zichzelf, na jaren leven in groep(en), niet langer functioneren in een leefgroep en/of maken door hun gedrag een verder opname in een leefgroep vrijwel onmogelijk. Deze meisjes moeten soms noodgedwongen een versnelde weg naar zelfstandigheid afleggen en zijn onvoldoende voorbereid. Andere meisjes hebben de wens om terug in gezinsverband te leven maar dit blijkt onmogelijk of tegenaangewezen. Deze kandidaat BZW-ers hebben wel in min of meerdere mate een wens hebben om op een eigen plekje te hebben te wonen, toch wordt er vaak vertrokken vanuit een geringe of eerder negatieve motivatie, men kan immers niet wonen. Hun romantisch idee van zelfstandig wonen komt ook niet noodzakelijk overeen met de realiteit en geeft de jongeren geen informatie over de stappen die zij nog dient te doen. Bijgevolg is de hulpvraag van de jongeren is immers vaak gering en/of vaag. Om hier een antwoord op te bieden worden er verschillende methodieken toegepast: Er worden informatiemomenten georganiseerd waar meisjes die in een BZWbegeleiding zitten of er één achter de rug hebben uitgenodigd worden om over hun ervaringen te vertellen. Deze vorm van ‘peer-teaching’ lijkt veel effectiever om jongeren te informeren dan andere werkwijzen. JAARVERSLAG 2009 - 14 -
Het gezamenlijk spelen van het ‘In-Petto’-spel (gezamenlijk: kandidaat/beginnende/ervaren BZW-ers en begeleiding) vertaalt het abstract gegeven zelfstandigheid naar concrete vraagstellingen en informatie. De wens en het algemene doel ‘zelfstandig’ zijn wordt met de jongeren verkend en aan de hand van toekomstprojecties opgesplitst in meer specifieke werkdoelen en verdeeld in tussentijdse stappen (instrument: wenskaarten en doelkaarten). Motivatiebevorderende (gespreks)technieken ondersteunen de jongere in het maken van eigen keuzes voor verandering in de richting van zelfstandigheid. Bijkomend behoren zij in vele gevallen tot de meest kwetsbare jongeren voor wie het extra moeilijk is om te voldoen aan wat de samenleving van hen verwacht betreffende wonen, werken, enz. Er bestaat voor hen een reëel risico om contact te verliezen niet alleen met ‘het gewonen maatschappelijke leven, maar ook met de hulpverlening (problematiek van de zwerfjongeren). Bovenstaande maakt dat de focus bij een startende BZW-begeleiding niet alleen ligt op motivatie voor de begeleiding, maar zeker ook de werkrelatie ‘tout court’. De organisatie van de begeleiding binnen De Rotonda faciliteert het installeren en bevorderen van een vertrouwensvolle werkrelatie met de jongere: de ‘vorige’(context)begeleid(st)er is immers ook de ‘volgende’ BZW-begeleid(st)er. Daarnaast wordt er niet alleen een symbolisch overdrachtsmoment georganiseerd, maar eveneens werk gemaakt van een speciefiek BZWstartproject dat de werkrelatie een ‘boost’ moet geven. Begeleidinginhoud –en methodieken Belangrijk is zich te krijgen op wat de jongeren al kan op gebied van zelfstandig functioneren. In de aanloop naar de BZW-start of ten laatste bij de start zelf wordt hiertoe een zelfstandigheidschaal ingevuld. Het meisje dan deze zelf invullen en/of samen met iemand uit haar leefomgeving of met een begeleidster die haar kent. Dit instrument voor competentieanalyse maakt het BZW-project concreter en realistischer en geeft richting aan inzake het werken naar bepaalde doelen. In een eerste, steeds erg intensieve periode, wordt werk gemaakt van het vinden van een geschikte en betaalbare woonplek en het zich administratief in orde stellen bij verschillende instanties. Om niets belangrijks over het hoofd te zien wordt als instrument een gedetailleerde BZW-checklist gebruikt. De BZW-begeleid(st)er is hier sterk ondersteunend in het nemen van de nodige contacten met bijvoorbeeld verhuurder, OCMW-consulent, enz. Hij kan ook mediërend optreden door in afspraak met de jongeren contacten te hebben ten einde haar belangen mee te verdedigen. In de verdere loop van de begeleiding wordt aandacht gegeven aan verschillende deelgebieden die corresponderen met de verschillende ontwikkelingstaken voor een jongere op weg naar zelfstandigheid. De voornaamste zijn: Leef en woonsituatie (je huishouden runnen, je geld en papieren beheren, met huisgenoten en huisbaas omgaan,...) Onderwijs of werk en vrije tijd Gezondheid en zelfzorg (goede conditie, voeding, vermijden risico’s bijv. door druggebruik,…), sexualiteit en intimiteit Context (veranderende relaties in het gezin en de familie) en netwerk (vriendschappen en sociale contacten, evt. ook met hulpverleners) Deze begeleiding is steeds op maat: wat de jongere zelf kan en goed beheerst wordt bevestigd, enkel waar hulp nodig is wordt begeleiding aangeboden. Waar ondersteuning in het verwerven van vaardigheden aangewezen is wordt gezocht naar een gepaste interventie : instructies geven om uitvoering te steunen, feedback geven op wat gedaan is, voordoen van wat geleerd moet worden, samen oefenen of samen uitvoeren van een ‘taak’,… JAARVERSLAG 2009 - 15 -
De intensiteit wordt eveneens aangepast aan noodzaak en evolutie in het traject. Vaak is bij het begin een intensieve begeleiding noodzakelijk. Een dagelijks bezoek/contact is dan geen uitzondering. Daarnaast kunnen de jongeren mee deelnemen aan het aanbod voor de residentiële meisjes, gaande van eten, overnachten, dagbezigheidscentrum, activiteiten enz.… Speciale aandacht dient vaak gegeven te worden aan het ondersteunen van de uitbouw van een sociaal netwerk. Jongeren hebben moeilijk of erg fragmentair contact met hun eigen familie en hebben minder gemakkelijk aansluiting met andere jongeren die succesvol lijken in het vinden van hun weg in onze samenleving. Er kan met de jongeren een netwerkanalyse gemaakt worden (instrumenten: netwerkcircel , netwerklijst, VIPkaart, relatiekaart, risicokaart) en samen gezocht worden naar manieren van in stand houding, verandering en bevordering van relaties. 3. Op BZW vanuit de residentie Zelfstandigheid en trainingen sociale vaardigheden worden in de basiswerking van de residentie nagestreefd. Het maakt een essentieel deel uit van de visie. Door in de residentie vanaf de eerste dag de nadruk te leggen op verantwoordelijkheid worden sociale vaardigheden en zelfstandigheid vanaf de opname bewerkstelligd. We kiezen in de residentie expliciet voor het werken met een groep, niet als een noodzakelijk kwaad, met ieder zijn territorium, maar als leefomgeving en werkmiddel. Complementair hieraan is dat we binnen de groep plaats leren geven aan verschillen en zo een volledig mogelijk beeld proberen te krijgen van het individueel functioneren van onze jongeren. Aanvullend op het dagelijkse leven (dat gestuurd wordt door de residentiebegeleiders samen met de groep) zal de contextbegeleider een geïntensifieerde individuele begeleiding bieden op alle terreinen waarop de jongere zich beweegt. Zodra het meisje in de trajectbespreking een positief antwoord gevonden heeft in haar BZWvraag zal zij een nieuw statuut krijgen als ‘overgangsfiguur’. Haar leefomgeving zal rust betekenen, ze zal een andere rol opnemen, gesymboliseerd oa. in het feit dat zij voorzitter kan worden over de wekelijkse groepsvergadering, ze zal speciaal betrokken worden in het opnemen van verantwoordelijkheden enz… Meisje en groep plukken de vruchten van een afgelegd traject. De residentiële werkers en logistieke medewerkers zullen haar specifiek inschakelen en wijzen op concrete huishoudelijke taken en verplichtingen. Binnen het residentieteam wordt thans extra gewerkt rond het differentiëren tussen meisjes binnen de residentiële groep. Vooraleer de BZW start, zal er een rondetafel plaatsvinden waarin geheel de context uitgenodigd wordt om mee de overgang te ondersteunen. In een nog uit te werken symbolisch overdrachtsmoment wordt het meisje “overgedragen” aan de context. Deze periode heeft dus zijn volle betekenis en heeft niet als doelstelling zo kort mogelijk te zijn. Voor meisjes die op BZW zijn vormt de residentie eveneens een terugvalbasis. Ze zijn er welkom en in een eerste periode blijven zij hetzelfde statuut behouden als inwoners : ze kunnen mee-leven. Concreet betekent dit dat een overgangsfase een ‘schakelen’ tussen verblijven in de BZW-studio en de Wissel mogelijk is, dat de meisjes kunnen deelnemen aan activiteiten, en dat de residentiewerkers nog duidelijk betrokken blijven.
JAARVERSLAG 2009 - 16 -
D. Cijfermateriaal Afdeling de Rotonda
Vorige verblijfplaats Leeftijd 14 14,5 15 15,5 16 16,5 17 17,5 18 Totaal
Totaal 0 1 3 0 1 4 3 2 14 (20*)
Th uis
Beernem
Kdienst
1
2 1 2 5
Voorz . BJB
BZW
1 1
1
1 1 1
1
4
1
OOOC
1
2
0
2
In de cijfers worden enkel de 'reguliere' opnames geregistreerd. Crisisopnames van een week of twee weken staan niet vermeld in deze tabel. We hadden in het jaar 2009 6 crisisopnames* in de leefgroep. 5 van de 6 crisisopnames kwamen uit het arrondissement Antwerpen. 1 van de 6 uit Brussel. In 2009 hadden we 14 reguliere opnames. Dit is een stijging in vergelijking met 2008. Het is net iets minder dan de helft van onze bezettingscapaciteit (25). Het bevestigt de tendens van langdurige aanklampende begeleidingen, die we sinds enkele jaren duidelijk zien onze cijfers. Het is en blijft voor ons een thema om bewust om te gaan met de verblijfs- en begeleidingsduur van onze jongeren en hun context. We proberen onze hulpverlening zo lang te maken als zinvol, maar ook niet langer dan nodig. Er blijven wachtlijsten en dus plaatsen te kort in Bijzondere Jeugdzorg Opvallend in de cijfers van de 'herkomst' is de daling van het aantal meisjes die vanuit de gesloten gemeenschapsvoorziening De Zande in Beernem komen. Iedere vraag vanuit Beernem is binnen de 3 weken gevolgd door een opname. De vorige jaren was er een grotere vraag vanuit de gesloten gemeenschapsvoorziening voor deze regio. De opstart van de Switch zal daar zeker één (tijdelijk) verklarend element zijn.
JAARVERSLAG 2009 - 17 -
Verdeling van de opnames over de verschillende werkvormen Werkvorm Residentie Context BZW (rechtstreeks) Project Ervaringsleren
Aantal 7 5 0 2 14
Totaal De helft van de opnames zijn residentiële opnames . We merken dat de meeste jongeren en gezinnen die aangemeld worden vraag hebben voor een tijdelijke of langdurige ondersteuning door onze residentiële ‘module’. We bekijken het als een tijdelijke terugvalbasis die zinvol kan zijn in het bereiken van de gestelde hulpvragen. Dit kan zowel een terugkeer zijn naar de context als het groeien naar zelfstandig wonen in verbinding met de context. Het residentieel werken is nooit een doel op zich. Zolang de residentie voorwaardencreërend is, kan deze zinvol zijn in een traject van een jongere en zijn gezinssysteem. We moeten ons dan ook in ieder residentieel traject regelmatig de vraag stellen of dit nog nodig is en ondersteunend is voor de hulpvraag. Als blijkt dat residentieel werken geen noodzakelijk hulpverleningsaanbod meer is, schakelen we snel en naadloos over naar een andere werkvorm. De jongeren blijven begeleid worden door dezelfde contextbegeleider bij iedere verandering van hulpverleningsvorm. Hierdoor proberen we continuïteit te garanderen in de hulpverleningtrajecten. De vraaggerichtheid, de continuïteit en betrouwbaarheid in de hulpverlening zijn belangrijker dan de plaats en de vorm. Er was geen rechtstreekse BZW opname. Deze begeleidingen werden in 2009 allemaal ingevuld door jongeren die doorschoven vanuit de leefgroep. Er zijn 5 jongeren uit de leefgroep opgestart met BZW opgestart en 2 waren al lopende. Er waren 2 jongeren die opgestart zijn in het Project Ervaringsleren, een project waarin jongeren in een ervaring ondergedompeld worden. Ze wonen en werken gedurende een 10-tal weken op een projectplaats (boerderij, B&B, manège, ...). Er waren 5 jongeren die deelnamen aan het PEL. De 3 andere waren jongeren die al door de Wissel begeleid werden. Plaatsende instantie - regio
Leuven Mechelen Hasselt Brussel Tongeren Totaal
Regio
CBJ 2
1 3
jeugdrechtbank 6 1 1 2 1 11
JAARVERSLAG 2009 - 18 -
Totaal 8 1 1 3 1 14
Als voorziening die zich focust op het werken in en met de context van de jongeren werken we met gezinnen werken die op een bereikbare afstand van de voorziening wonen. We kunnen hierdoor gemakkelijk aanwezig in de context van de jongere zijn. Bereikbaar drukt zich dan uit in tijd van verplaatsing. Sommige regio's liggen dichter bij maar zijn moeilijker bereikbaar. Bvb. achter Brussel en Limburg. Regelmatig krijgen we jongeren aangemeld waarvoor de jeugdrechter adviseert ze tijdelijk niet in hun vertrouwde omgeving te begeleiden. Overzicht verdeling onder begeleidingsvorm We geven even een foto van de situatie op het halfjaar. Juni 2009 Begeleidingsvorm
Aantal jongeren
Residentie
9
Begeleiding 9 hoofdzakelijk in het thuismilieu BZW
5
PEL
2
december 2009 Begeleidingsvorm
Aantal jongeren
Residentie
8
Begeleiding 9 hoofdzakelijk in het thuismilieu BZW
3
PEL
1
Het aantal jongeren dat samenleven in de residentie is het ganse jaar door stabiel. We begeleiden 8 a 10 jongeren in de leefgroepwerking. We kiezen ervoor om met en in de groep te werken. Vaak is het voor de jongeren niet vanzelfsprekend om in groep samen te leven. We proberen een kader aan te bieden waardoor ze stappen kunnen zetten in het samenleven: samen spreken, samen afspraken maken, een eigen zin plaatsen naast iemand anders zijn zin, … We merken dat een kleine groep van 4 a 5 jongeren te weinig groep is om dat te realiseren. Een groep dat groter is dan 10 is eveneens zeer moeilijk om bijeen te houden, te structureren. We hebben dit jaar steeds een 9-tal meisjes begeleid in de context en een 5-tal op BZW. Deze getallen schommelen. Dit geeft weer hoe we proberen op een flexibele manier in te spelen op de hulpvraag van de jongeren en hun gezinnen. Als het nodig blijkt te zijn veranderen we op
JAARVERSLAG 2009 - 19 -
zeer korte termijn van hulpverleningsvorm. Er zijn geen interne wachtlijsten, waardoor we zeer kort op de bal kunnen spelen. We begeleiden om de twee projecten van het PEL 1 meisje en de andere keer 2 meisjes. Dit maakt dat we op jaar basis 6 meisjes kunnen begeleiden in het Project Ervaringsleren. Vertrek: leeftijd en traject Leeftijd 15.5 16 16.5 17 17.5 18 19 21 Totaal
Aan
Thuis
1
1
2 2 5 1 2 13
1 3
Zelfstandig
Beernem
OOOC
BZW andere dienst
1
1 1
2 1 2
We streven ernaar om zoveel mogelijk jongere een plek te geven in hun context. We werken samen met de jongere, het gezin en belangrijke steunfiguren aan een plek waar deze mensen op een 'gezonde' manier kunnen samenleven. Soms betekent dit dat de jongere in zijn thuissituatie kan wonen. Soms betekent dit dat de jongere in de omgeving van het gezin zelfstandig gaat wonen. Meer dan 90% van de vertrekkers woont ofwel thuis ofwel zelfstandig. Als aandachtspunt voor volgende jaren nemen we het doorverwijzen naar andere diensten, in het bijzonder naar het CAW, mee. We zijn mee trekker in een samenwerkingsproject met CAW.
JAARVERSLAG 2009 - 20 -
E. De personeelsploeg in 2009 (Afdeling de Rotonda) Begeleiders vast kader en interim Residentieteam : Sarah Roosen, Veerle Maes, Katrien Hoorelbeke, Marc De Rijdt, Frank Vangrinsven, Ann Vanrusselt, Veronique Calders, Veerle Delcon, Eva Boonen, Frank D'hondt Contextteam : Louis Frans, Anna Robberrechts, Nele Thys, Tine Vansteenkiste, Julie Nys, Annemie Van Daele, Ivo De Henau, Sabien Vanhoef, Jana De Cock, Elke Janssens Pel-project : Tom Pauwels, Elly Van Lancker Dagbestedingscoördinatoren : Annick Haesendonck, Veerle Lauwers Ondersteunende functies Administratie : Hilde Pierre, Hans Goedseels ICT : Vincent Malstaf, Ludo Vanraemdonck Logistiek : Geert Bulteel, Anne Van Aerschot, Albert Boeckx, Kris Samyn Leidende functies Teambegeleiding : Sieg Pauwels, waarna Vera Beelen, Luc Herssens a.i. Trajectbegeleiding : Lieven Peeters, Hilde Van der Borght Pedagogische Coördinatie en Kwaliteitszorg : Remi Stegen, waarna Sieg Pauwels Directie : Luc Deneffe Coordinatie : Helen De Brauwere, Annick Haesendonck a.i. Met dank aan de toegewijde stagiairs.
Ps: indien begeleiders in verschillende teams of functies werkten doorheen het jaar worden ze vermeld waar ze het langst verbleven.
JAARVERSLAG 2009 - 21 -