IETS OVER OUD-PARIJS DOOR E. J. BOMLI. Ofschoon, op een enkele uitzondering na, geweest van het beroemde Paleis, nu mualle namen der poorten en torens van het seum, door Philips Augustus, half buiten, oude Parijs zijn blijven leven — koning half in de stad gebouwd, om in geval van nood zijn hoofdstad te Philips Augustus had kunnen verlaten. Het in 1211 zijn 6 K.M. tegenwoordige museum lange vestingmuur volis evenwel niet het getooid — hebben alleen bouw, dat een gravure de „Tour de Nesle" et van 1620 ons vertoont; de „Tour du Louvre" eerst vier jaar later voor het nageslacht belegt Lodewijk XIII den teckcnis. Immers, ènde eersten steen van het „Porte Saint-Denis" en tegenwoordige wereldde „Porto Saint-Marvermaarde museum. tin," beiden nog aanWat de overige poorten wezig in het hartje betreft, de afbeeldinvan Parijs, zijn niets TOUR NEUVE OF TOUR DU I.OUVRE. gen, die ervan bestaan, anders dan triomfbogen, opgericht ter ecre van Lodewijk XIV, doen ons zien, dat zij onderling totaal geen na zijn veldtochten in Franche-Comté en in overeenkomst in bouworde vertoonen. ons land. De „Tour de Nesle", gebouwd De vestingmuren van Philips Augustus op den linkeroever van de Seine, diende doen dienst tot 1367; in dat jaar laat Karel V om, in vereeniging niet den „Tour du den goeverneur zijner hoofdstad, Hugue.s Louvre", vlak daartegenover op den rech- Aubriot, („prévöt de Paris" was zijn titel) teroever gelegen, de Seine eiken nacht af nieuwe vestingmuren aanleggen, die de stad te sluiten, en, in geval op den rechteroever van een vijandelijken met een halven ring overval, te bestrijken. vergrooten; de poorten De toren had naast worden verlegd naar zich de poort van denwest, oost en noord en zelfden naam, die, in komen dus wat verder vereeniging met de ovevan elkaar te liggen: rige elf poorten van ze behouden evenwel de vesting, de verbindezelfde namen. De ding tot stand bracht zuidelijke muren wortusschen het Parijs der den niet verlegd; wat 13de eeuw en het platbuiten de zuidelijkestad TORTE DE NESI.E. teland. Het is daar, op ligt, wordt onaangede plaats waar zich nu de Munt bevindt, roerd gelaten. Zoo ook werd er buiten dat Cyrano de Bergerac, in Rostand's be- gehouden de beroemde abdij van Saintroemd drama van dien naam, strijd levert Germain, gesticht lang voor men er aan tegen honderd gehuurde moordenaars. De dacht, van de stad een vesting te maken. „Tour du Louvre" (ook genoemd „Tour Koning Childebert, „Ie premier de nos roisneuve" of „Tour de Paris") is de oorsprong moines", zooals Sylvestrc Bonnard hem
332
IETS OVER OUD-PARIJS.
noemt *), sticht, in de eerste helft der 6de cenvolgens in 1540 en in 1615. Wanneer eeuw, op een der nabij zijnde heuvels een kerk men ze van den rechterkant bekijkt, heeft met abdij, die, volgens een oude afbeelding, in men ongeveer de richting noordzuid. Het de verte te zien is, wanneer men bij de Seine eerste is een zoogenaamd: „plan de la staat. Merkwaardig is een standbeeld vanden tapisserie", dus een soort van gobelin; de stichter dier beroemde abdij, koningChilde- landpunt in de rivier is de westelijke bert, dat nu nog in het Louvre te zien is. De punt van „lie de France"; de toren links grootte van dat beeld is 1.70 M; de baard daaronder is de straks besproken: „Tour de is rood, de kroon goud en rood; het roode Ncslc"; vandaar af gaat naar rechts beneden kleed, met een gordel, in blauw en goud, de vestingmuur, de westgrens uitmakende dichtgesnoerd, wordt omgeven door een man- van de zuidelijke stad en in 1211 voltooid. tel, die van binnen verguld, van buiten De „Pré aux clcrcs", weiden, behoorende bij blauw is; de voeten de abdij, en dienende zijn eveneens verguld, • • voor volksvermakclijkevenzoo de schepter. heden, zijn nog onbebouwd; ten zuiden daarEigenaardig is het, -5 dat Parijs 500000 invan ligt de abdij met woners zou tellen, voor haar talrijke bijgeboude abdij van Saint-Gerwen, als een vesting main, met de daarommet muren en grachheen gebouwde kerken ten omringd. Daar vlak en huizen zelf een voorbij de schandpaal (pistad geworden, door lori) en de hallen van Lodcwijk XV bij zijn Saint-Gcrmain, waarhoofdstad zou worden over straks nader. getrokken. Inderdaad, De tweede projectie noch Karel V, die de stelt de abdij voor met zoo straks beschreven haar omgeving in 1615. uitbreiding der stad op j Wat een vooruitgang den rechteroever tot in 75 jaar, van 1540 stand bracht, noch Lotot 1615. De „Pré aux de wijk XIII, die de Clercs" geheel en al voorname wijk van het bebouwd, met grootTOUR NEUVE MET LOUVRE. Marais bij Parijs trok, schc paleizen, parken hebben de muren van de zuidelijke stad ver- en tuinen! „lie de France" is nu ook door legd, waardoor de „Faubourg Saint-Gcrmain" zijn beroemden Pont ncuf met beide oevers steeds op het platteland bleef liggen. „Cc mise- verbonden. rable mur de boue et de crachat, digne du De jaarmarkt van Saint-Germain werd roi qui 1'a bati" f) trok eindelijk de voorstad gehouden in de Hallen van dien naam. OorSaint-Gcrmain bij Parijs. spronkelijk twee houten schuren, waren ze Twee belangrijke gezichten in vogel- in de 17de eeuw vervangen door de talrijke vlucht vertoonen ons de voorstad Saint- vierkante gebouwen, die de reproductie ons Germain met de kerk Saint-Sulpice, achter- vertoont (zie bl. 335). De gangen, die de vijf galerijen, en de andere, die de paviljoens schei*) A. France: Le crime de Sylvestre Bonnard. den, worden s t r a t e n genoemd: rue de Paris, t ) Victor Hugo: Notre Dame de Paris, tome I, pag. 134. rue de Picardic, rue de la Lingerie. Op de Hij spreekt van I.odewijk XV, die een geheel nieuwe paviljoens leest men de namen van de stoffen muur 0111 de stad deed leggen.
IETS OVER OUD-PARIJS.
333
of voorwerpen, die er zijn uitgestald, 83 op- Lcndit, ingesteld door Lodewijk den Dikke. schriften in 't geheel. De vreemde koopMisschien is het niet overbodig op te lieden waren verplicht om, bij het scheiden merken, dat de Hallen Saint-Germain, die van de markt, hun plaats voor het volgende gehouden werden op den linkeroever, ongejaar te huren, anders beschikte de ont- veer op het kruispunt van den Boulevard vanger der abdij erover. De Parijsche koop- Saint-Germain en de Rue de Seine, niet moelieden kwamen ten verward worbijeen in het paden met de tegenleis van den abt, woordige Hallen in Januari, en de (Halles centrales), plaatsen werden een dagelijksche aan den hoogsten markt, waarvan bieder gegeven. het stichtingsjaar De jaarmarkt van tot de 10de eeuwopklimt, en die Saint-Germain met den loop der was in 1499 zeer eeuwen een gebelangrijk: laken weldige uitbreiwerd aangevoerd ding gekregen hebuit de fabrieken ben. *) van Rouen, Gournaij, Caen, DarIn de middelTIKT LOUVRE OMSTREEKS IÓ2O. netal, Argcntan, eeuwen (en later) Amiens, Bcauvais, Abbeville, Aumale, Blan- waren de kooplieden verplicht sommige dezer gis, Mcaux, Scnlis en Parijs. jaarmarkten te bezoeken; op de vastgestelde De gebouwen, die op onze repro- dagen m o e s t e n ze komen, op straffe van ductie te zien zijn, datceren uit de iste boeten, door de rechtbank op te leggen; zoo helft der 17de eeuw. Voorop de plaat zien is het voorbeeld bekend van een koopman, we kermismenschen, vrouwen, mannen, een die alleen werd vrijgesproken, omdat hij bewijzen kon, dien verhooging met dag in zijn wineen muzickgckel volstrekt zelschap, kaniets verkocht rossen, draagte hebben. stoelen, ruiters, sjouwers. De breedte der tusHet prachtischenliggende ge werk van straten is ongeLeroux de Linveer vier mecy en Tisseter, het geheele rand f) verterrein is 70 meldt ons de 1'ORTE DE LA CONFERENCE. DE OUDE POORT SAINT-MARTIN. bij 100 M. De oudste bronnen jaarmarkt van Saint-Germain was reeds voor de kennis van het oude Parijs. De ingesteld in de 12c eeuw; de opening ge- bewerkers dier bronnen zijn „Dcscripteurs schiedde 14 dagen na Paschen en de markt duurde 18 dagen. Van de zes an*) Zie Maxime du Camp: Ilistoive du vieux Paris IV, dere jaarmarkten, die in Parijs gehouden ag. 24. werden, was de beroemdste: La Foire du f) Paris et ses historiens aux 14e et 15e siècles. 1S67.
334
IETS OVER OUD-PARIJS.
of „Illustrateurs" of misschien beiden. De de leliën zijn van goud. Boven de eerste beschrijvers zijn: kolom bevindt zich een miniatuur: Karel V 1. — Abbon, monnik van Saint-Germain gezeten op een bankje (goud); Raoul de des Pres, schrijver van een Latijnsch ge- Presles, met zijn manuscript in de hand, biedt dicht (850), handelende over het beleg van dit den koning in knielende houding aan; achParijs door de Noormannen, en van groot ter den koning twee vrouwen; twee engelen geschiedkundig belang. dragen een rood tapijt, dat den koning tot 2. — Jean de Laudun, schrijver van een achtergrond dient. Achter Raoul: een bisin slecht Latijn geschreven gedicht (Lof van schop met mijter en gouden bisschopsstaf. Parijs) van 1323; De tekst vangt aldus aan: 3. — Raoul de Presles: Description de „A notre (?) excellent prince, Charles Ie la ville de Paris sous Charles V, van 1371, „Cinq, roi de France, je Raoul de Presles, gedrukt in i486 en nog eens in 1531. „votre humble serviteur et sujet etc. etc." 4. — Guillebert de Metz: Description de De tekst wordt van tijd tot tijd afgebroken la ville de Paris door geteekende sous Charles VI, hoofdletters. Eebegonnen in 1407 nige verklaring en voltooid in behoeft nog het onderschrift: de 1434beschrijving van 5. — Astesan, Parijs is slechts maker van een een aanhangsel beschrijving van van de „CommcnParijs, ook in 't taire", dat zelf Latijn en gedaweer het slot vormt teerd van 1451. van een werk, geDe handschriftiteld: „La Cité ten, op zichzelf de Dieu." reeds belangrijk, Eenigszins anook door de verders is ingericht GEZICHT 01' DE ABDIJ SAINT-GERMAIN DES I'RÉS. siering in kleuren het handschrift en in goud met vogels en bloemen, hebben op de eerste van Guillaume de Metz. Zie de reprobladzijde vaak een miniatuur, in nauw due tie der eerste bladzijde (pag. 337). Het verband staande met den schrijver of met blad is niet verdeeld, de regels zijn volhet onderwerp van het handschrift. Zoo geschreven. Geen omlijsting is aanwezig. hebben Leroux de Lincy en Tisserand in De titel is geschreven met roode inkt: ,,La hun werk de eerste bladzijde gereprodu- description de la ville de Paris et de 1'excelceerd van het handschrift van Raoul de lencc du royaume de France, transcript et Presles (bl. 336). Elke bladzijde is verdeeld in extraict de plusieurs auctcurs par Guillebert twee kolommen: de eerste letter is kunstig be- de Metz, 1'an mil IIIIC etXXIIII." De tekst werkt, de omlijsting is geschilderd in blauw, zelf is geschreven met zwarte inkt. Prachtig rood en goud, met vogels en bladeren in is de D, de eerste letter: gouden grond, het dezelfde kleuren. Aan den voet van de lichaam van de letter rose met bladeren, eerste bladzijde bevinden zich twee knielende waarvan er drie blauw zijn. De D strekt zich engelen, met stralenkransen om het hoofd, links uit naar boven en beneden; die streep en een schild met de Fransche leliën vast- is goud en blauw; links bladeren in goud, houdende. De grond van het schild is blauw, rose en blauw. De tekst vangt aldus aan:
IETS OVER OUD-PARIJS.
335
„Des Francois et de la fundation de Paris kroniek, geschreven in de 14e eeuw, verhaalt et aussi des dues et rois qui premièrement den marteldood van den eersten bisschop y habit èrent, deviserons cy un petit selon van Parijs, Saint-Denis. Hij predikte het ce que nous avons pu voir et sentir par Christendom omstreeks 250 en is de stichter les ehroniqueurs qui en ont parlé" etc. etc. van de eerste Parijsche kerk: St. Etienne Dan laten Leroux de Lincy en Tisserand des Grès, op den linkeroever. Hij werd de reproductie volgen van de laatste blad- gevangen gezet op lie de France, en god zijde van het handschrift (ziebl. 338); twee Mcrcurius niet willende aanbidden, werd hij en een halve regel met zwarte inkt: met andere martelaren onthoofd. De legende (Item Fan mil quatre cent dix huit, en verhaalt, dat hij, na zijn onthoofding, zich, unc mortalité, moururent en 1'hötcl) „Dieu het afgehouwen hoofd dragende, naar de lez Notre Dame, plus de XXX mille per- plaats begaf, waar hij zou begraven worden. sonnes, comme il apparut en la chambre Dat feit is weergegeven op een miniatuur, des Comptes, ou Ion livre les draps pour die zich bevindt in bovengenoemde kroniek. ensevclir." Het Op de onderste slot met roode helftbcgecftSaintinkt geschreven, Dcnis zich, zooals luidt: „Cy fine la men ziet, naar zijn description de la graf. Twee engevillc de Paris", len met vleugels waarbij de aanen met stralendacht bevestigd kransen om het wordt op de C hoofd geleiden den van c y, de F martelaar; links van f i n e, de L staat een boom, van 1 a, en de P waarvan de vruchvan P a r i s , welten afvallen. De ke laatste letter bovenste helft DE J A A R M A R K T T E S A I N T - G E R M A I N IN DE I 7 E EH.UW. naar beneden uitvertoont ons de geteekend is en de geheele pagina vult. Op neerlegging van den martelaar in zijn grafhet facsimile is zelfs de uitspatting der inkt tombe. Een gouden stralenkrans bevindt zich op de plaats van het hoofd. De geheele van de grootc krul weergegeven. Mogelijk stelt men belang in een ander miniatuur, die in rose, goud, rood, donkerstaaltje van calligraphic uit dien tijd. Het is en lichtblauw is uitgevoerd, is omgeven door het handschrift van Jehan Flamel (Ie jeune), gouden banden en bladeren (zie bl. 338). In hetzelfde manuscript vindt men een in wiens „Bible historiale" het volgende van de oudste afbeeldingen van een deel van exlibris te vinden is: „Ceste Bible est a Monseigneur Ie Due oud-Parijs (zie bl. 339). De „Petit Pont", een de Berry—Flamel Ie juenne." (Zie bl. 339). van de twee bruggen, die het eerst over de Kunstig gevormd zijn vooral de begin- Seine geslagen zijn, om He dc France met letters der woorden, en de letters van het den noordelij ken en met den zuidelijken oever woord „juenne" (Ie jeune), dat op den naam te verbinden, is weergegeven — maar het Flamel volgt. Meer dan één kunstig geschre- had elke willekeurige brug kunnen zijn — ven manuscript draagt zijn naam, o. a. „la op een miniatuur, waarop de schrijver van Bible historiale" en ,,Le Roman de la Rose." de kroniek van Saint-Denis zijn handschrift den koning aanbiedt. De onbekende schrijver, in een wit kleed ,,La vie de Monseigneur Saint-Denis," een
336
IETS OVER OUD-PARIJS.
gehuld, knielt voor den koning, met zijn boek in de hand. Achter hem een man (rood) en een vrouw (rose). De koning draagt een blauw kleed versierd met gouden leliën, kolommen links en rechts met gouden koppen. Het geheel is omgeven door gouden figuren en bladeren. Boot onder de brug.
naderen; de miniatuur wordt langzamerhand een waar tafereel. Maar het anachronisme van tijd en plaats blijft bestaan, vooral wanneer het gebeurtenissen en plaatsen betreft, die lang geleden of ver verwijderd zijn; de beroemde schilder Jean Fouquet, Job op zijn mesthoop willende voorstellen, geeft tot achtergrond aan zijn werk „Ie donjon de Vincennes." Het oude Parijs is W ons niet alleen beNog minder kieskend uit miniaturen, keurig dan in de ook uit gravures (wit afbeelding van de en zwart), kaarten plaats der handeen plattegronden, de ling, was de schilder laatste vaak gewehet ten opzichte van ven. Maar de schilde kostuums zijner ders van miniaturen personen. Over het zijn de bekwaamste, algemeen trok hij en de miniaturen hun de kleeren aan, zijn, door hun rijkdie hijzelf en zijn dom in kleuren en tijdgenootcn droehun fijnheid van begen. Dit anachrowerking, de meest benisme strekte zich langwekkende. Oorook uit tot alle onspronkelijk zijn ze derdeelen der bewazeer gebrekkig uit pening, tot de meugeschied- en aardbelen en tot alles, rijkskundig oogpunt; wat met het dageze stellen voor het lijksch leven in ververtrek of de terugband stond. Alleen komst van krijgsChristus en zijn aposvolk, veldslagen, betelenontkwamenaan legeringen, met als die zucht tot moEKRSTF. HLADZIJDE VAN' HET HANDSCHRIFT VAN omlijsting een stad derniseering; men RAOUI. DE l'KESI.ES. of dorp, voortgestelde ze vrij algesproten uit de verbeelding van den schilder. meen voor volgens sommige typen uit de Een poort tusschen twee torens stelt een oudheid: hun kostuums waren die der Griekvesting voor; cenige huizen of menschen voor sche wijsgeeren. de ramen zijn voldoende om de omlijsting Van de vele miniaturen, die in handte vormen van een vorstelijken intocht. schriften over verschillende bibliotheken verSoms gaf de schilder zich wat meer moeite; spreid zijn, reproduceeren Leroux de Lincy hij plaatste dan op goed geluk eenige hem en Tisserand er een, die berust in de Koninkbekende gebouwen en voegde daar een land- lijke bibliotheek te 's Gravenhage. Zij verschap bij van zijn vinding. Tegen het siert een Fransch manuscript, een exemplaar einde der 15e eeuw constateert men voor- van de kroniek van Jean de Courcy, een uitgang, een poging om de werkelijkheid te soort van algemeene geschiedenis in zes
IETS OVER OUD-PARIJS
337
boeken, van den zondvloed tot de eeuw van het goud: Notre-Dame, de bladeren der Augustus. Het werk was geëindigd in 1422 boomen, de kant der voorwerpen, waarop en is nooit gedrukt. Talrijke andere redacties het licht valt; groote stralende zon bovenaan. van die kroniek zijn verspreid in Engeland Een molen, abdijen, hooibergtin. De afen Frankrijk. De copist en de verluchter metingen zijn: 19 bij 21 c.M. (zie bl. 340). van het Haagsche manuscript zijn onbekend. Men kan veronderstellen, dat het een Pa- Een allerbelangrijkste bron voor de kenrij zenaar is geweest, nis van het vroegegeven de aard gere Parijs is een van de stad, die de beroemd gebedenmaker van de miboek, geschreven niatuur heeft afgeop last van een beeld. De wapens lid der familie Juen kostuums maken vénal des Ursins, «twnrtt het zeker, dat die waarvan verscheiY? redactie is van de dene leden zich p t m j ) p tweede helft der fraifit oef» mntitr* ff amtnt -ftflnwr naam gemaakt heb« j j i i l ï t i - m i i M r w i W i n u m * iiuu >;> 15e eeuw. ben. Firmin Didot, J die behoort tot een De kroniek van (Snccitt <étf-a beroemde familie Jean de Courcygaat Suft nfittHitr f onrixe «ut C van Fransche drukniet verder dan de kers-uitgevers en eeuw van Augusun-vtj- niiül die leefde van 1790 tus: wat kan Parijs, ^ ci^siiióit ) fomtot 1876, houdt welks gebouwen de i A onrffA staande, dat dit miniatuurvertoont, gebedenboek is verer dan mee te ma/ 5 J 5 i ti tt«i)!* w Sv&iitttutii S vaardigd in de jaren ken hebben, aangei>n t A# aftrttiit 1)111 rfSió 1449—'57. Het bezien die stad nog
I?
het hoofdstuk, getiteld: „Cy traicte de Jason qui print, (prit) par assaut la ville de Jerusalem." Het is dus het beleg van Jeruzalem, dat de miniatuur ons heeft willen voorstellen; de soldaten, die de vesting bestormen, zijn de krijgslieden van Antiochus, omstreeks 160 voor Christus; de gebouwen, die Jerusalem samenstellen, zijn de gebouwen van Parijs. De soldaten, die het bestormen zijn gekleed en gewapend, zooals de schilder ze gekleed en gewapend zag in de 15e eeuw. Notre-Dame is onmiddellijk te herkennen. Ook hier overheerscht, zou ik haast zeggen, XI.II. Klseviers Xn. I'I.
is bekend onder den naam, van: „Missel de Juvénal des Ursins." Alle bladzijden van dit boek zijn versierd met afbeeldingen van bloemen en dieren. Er zijn 140 groote miniaturen in (ongeveer 20 c.M. lang en breed) en talrijke kleine. Ze worden gevonden aan het begin van een gebed, en zijn niets anders dan versierde hoofdletters, zeer vaak de D, als beginletter van Deus. Leroux de Lincy en Tisserand hebben er drie ervan in kleuren gereproduceerd: het inwendige van de Sainte-Chapelle (zie bl. 340), de aankondiging van Chistus' ge26
33» boortc en een deel van 't oude Parijs (bl.341). De SainteChapelle, gelegen in de Cité bij het Palais de Justice, bevatte in dien tijd de relikwieën, die volgens de legenden door Karel den Groote uit het Heilige Land waren meegebracht, en die nu berusten in Notre-Dame.
IETS OVER OUD-PARIJS.
LAATSTE BLADZIJDE VAN HET HANDSCHRIFT VAN GUII.LEHERT DE METZ.
De miniatuur behoort bij het gebed van den H. Sacramcntsdag. Erboven leest men Ouod ipse. In festo reliquiarum. De D is in goud uitgevoerd, met figuren in blauw en rood. De ruimten tusschen de letter en het omringende vierkant zij n gevuld met versieringen in bruin; boven en beneden een dreigend zeemonster. Het inwendige van de letter stelt de Sainte-Chapclle voor, van binnen gezien; veel in zilver, o.a. de ramen. Twee priesters in 't wit gekleed, rechts; links, verschillende figuren,geknield; in 't midden, een kerklessenaar, altaar en kansel; onder den kansel de rclikwiëenkast en daaronder verschillende heilige voorwerpen. Afmeting: 17^ bij 18 c.M. Het lichaam van de letters is ook kunstig versierd met gestyleerde bladeren. Deze miniatuur is de eerste letter van den dienst van Kerstmis, en stelt voor de aankondiging van de geboorte van Christus aan de herders. Zij wil ons dus in Jeruzalem verplaatsen of in elk geval in de nabijheid dier stad. Maar de stad op den achtergrond is alweer Parijs. We zien: La Tour du Temple, Saint-Jean en Grèvc, Ie petit Chatelet, la butte Montmartre. We zien een vallei met een beek, ongetwijfeld de Bièvrc,
een klein zijriviertje van de Seine; de knielende herders zijn evenmin Israëlieten, als het riviertje de Jordaan is, maar brave boeren uit Arcueil of Gentilly. Hun gelaatstrekken drukken verrassing en aanbidding uit; de lijnen zijn buitengewoon zuiver en scherp, de kleuren bijzonder rijk. Hier — in tegenstelling met de voorgaande — wordt het tafereel buiten de letter voortgezet; links en bovenaan een mooie breede rand van bloemen en bladeren; onderaan: (Deus qui) unigeniti refulgcncia decorare. Bovenaan de miniatuur ontplooien engelen een banier, waarop: Gloria in excclsis Deo. Afmeting i8£ bij 19 c.M. Het plein, gelegen voor het tegenwoordige Hotel de Ville, en begrensd door den noordclijken oever van de Seine, heette tot 1830: ,,Place de Grèvc." Lodewijk VII had de plek in de 12e eeuw aan de bewoners van de jonge stad afgestaan. In de middel-
LEGENDE VAN SAINT-DKMS.
IETS OVER OUD-PARIJS. eeuwen had het plein den vorm van een onregelmatig trapezium, waarvan de lange zijde aan den oostelij ken kant gelegen was en een lengte van 150 M. had (de lengte van den Pont-Ncuf is 229 M.). Het was nu het zoogenaamde „Maison aux Piliers", dat van die 150 M. het middelste en grootste gedeelte innam. Het was het regecringsgebouw van het jonge Parijs. Oorspronkelijk was de stedelijke regeering gevestigd op een plaats, genaamd „Vallée de Misère," ook gelegen op den rechteroever, maar wat meer naar het westen, Het huis zelf heette: „Parloir aux Bourgeois." In 1357 werd het bestuur verplaatst naar de Place de Grève, en zijn zetel voortaan met een anderen naam aangeduid. Men sprak van „La Marchandise," naar den hoogsten stedelijken magistraat, den „Prévot des Marchands", oorspronkelijk het hoofd van het gilde der Seine-
* ifffflif fttjp ,Mpitrt)iu grlVrt irji öint numtrihi hbui pfrnti q ur ïtttt nuït mtinr " 'ut Ernivtiuvronufio- Cntin.vmnu'f mhuxnum ;otV hxmuuniU I cum" • iiüii' tluürti tutcnntin* m (p.örnc rtm tti fu prtrnr m Hqiu'uuumq; iVnrivcquclïirnicofmptiimiian-
EEN DER OUDSTE AFBEELDINGEN VAN DE „PETIT TONT".
339
schippers. Dezen gaven ook hun wapen aan de stad. Ook noemde men het gebouw: „Maison au Dauphin.", omdat Karel V het huis als kroonprins bewoond had; maar de gebruikelijkste benaming was: „Maison aux Piliers." (Huis met de Pilaren) u Het Huis met de Pilaren was een zwaar en hybridisch gebouw. FACSIMILE VAN HET Het werd in 1532 geSCHRIFT VAN JEHAN sloopt, tegelijk met de FLAMEL. belendende huizen, en vervangen door een ander gebouw, dat in 1605 voltooid was. Het tegenwoordige Hotel de Ville, dat de g e h e c 1 e oostelijke zijde der voormalige Place de Grève inneemt, werd ingewijd in 1882; het vorige, dat van 1605, was door de Commune verbrand. Onze miniatuur stelt de Place de Grève voor tegen het midden der 15e eeuw. Op den achtergrond het Huis met de Pilaren, welke laatste duidelijk zichtbaar zijn. Het plein is bestraat. Een processie komt van de Seine-kade, van het oosten (tegenwoordige Quai de 1'Hötel de Ville) en trekt over het plein. De Cité is zichtbaar rechts, over de Seine. Priesters dragen gouden relikwieën onder een troonhemel, links en rechts bezet met gouden leliën. Flambouwen aan beide kanten van den stoet. Omstanders in biddende houding; eigenaardige 15e ccuwsche hoofdtooisels der vrouwen. De achtergrond der miniatuur wordt gevormd door groene weiden. De processie met haar omgeving is alweer een versiering van de letter D; het is alweer de beginletter van een gebed van den Heiligen Sacramcntsdag. Boven de letter leest men Quod ipse. — In festo sanctissimo corporis. De ruimte tusschen de D en het omringende vierkant is gevuld met engelenkopjes en vleugels van een heftig rood.
340
IETS OVER OUD-PARIJS.
{önfctoitlu
HET INWENDIGE VAN DE SAINTE-CHAI'EI.LE. BELEG VAN JERUZALEM DOOR JASO.
paal, dat Victor Hugo zijn Quasimodo doet geesclen. *) De grootte van het geheel' is zeventien Tegenover het Huis met de Pilaren, bij centimeter in het vierkant. de Seine, stond, als hoekhuis, la Maison de la Tour Roland, waarvan een gedeelte Dit opstel kan niet eindigen, zonder eenige werd genoemd: Cellule de la Recluse. Deze woorden gewijd aan dit beroemde plein, cel bevond zich op den beganen grond en dat door alle eeuwen heen in de geschiedenis was in de dikte van den muur uitgehouwen. van Parijsche zulk een belangrijke rol speelt. Een klein goth'sch boogvenstertje liet lucht Rechts, met den rug naar de Seine staande, en licht binnenkomen; het was gesloten met zag men het Huis met de Pilaren; midden twee kruiselings geplaatste ijzeren staven. op het plein twee in de middeleeuwen zeer Deze cel bestond reeds in de 12c eeuw; ze veel voorkomende dingen: een galg en een was aangebracht door madame Rolande de schandpaal, of, zooals men toen zeide, ,,une la Tour Roland, in den rouw over haar justice et une échelle." Die galg was de vader, die bij een kruistocht was omgekomen. koninklijke galg. De schandpaal bestond Zij leefde er twintig jaar, en men vertelt, uit een gemetselden kubus, tien voet hoog, dat na haar dood de cel nooit onbezet hol van binnen, met een trap van ruwe geweest is. Altijd was er een vrouw in te steen ervoor; op het bovenvlak bevond zich vinden, die, gekleed in een zwarten rok en een liggend wiel van eikenhout, dat kon levende van de gaven der voorbijgangers, draaien en in beweging gebracht werd door er een bloedverwant, een minnaar, of haar een kaapstander, in het steenen gebouwtje fouten beweende. De Parijsche ondeugendverborgen; de misdadiger, die niet alleen heid beweerde, dat men er weinig weduwen de straf der ti'ntoonsti'lling onderging, maar gezien had. Er waren nog heel wat meer ook gegeeseld werd, zat op dat wiel, met de van die cellen in het oude Parijs, zelfs handen op den rug gebonden; het wiel onder de straten, en in dat geval gesloten door draaide rond. en telkens als de schuldige een rooster. De hier besproken cel, waarbozich voor den scherprechter bevond, kreeg hij een dracht slagen. Het is op d i e schand*) Xotre Dame de Paris, tome I, pa«. 261.
IETS OVER OUD-PARIJS.
341
rjiifdto jaitrtiflom cmo:
uiugmm ïrruïgnina AANKONDIGING DER GEBOORTE VAX CHRISTUS
HET HUIS MET DE 1'ILARKN, DE PLACE DE GREVE
AAN 1)K HERDERS.
EN EEN DEEL VAN DE CITER.
ven in grootc letters stond geschreven: T u o r a, heette in de wandeling T r o u a 11 x r a t s, een verbastering van die twee Latijnsche woorden. Een laatste eigenaardigheid van de Place de Grève was het openbaar gebedenboek: Ie Bréviaire public. Het stond naast het boogvormige; venster van de cel van het huis van La Tour Roland. In dien tijd — lang voor de boekdrukkunst — konden arme priesters zich geen geschreven gebedenboek aanschaffen; de een of andere rijke plaatste
dan hier en daar een gebedenboek voor algemeen gebruik. Zoo waren er drie in Notre-Dame, geplaatst tegen de pilaar, die het meeste licht ontving. In oude testamenten vindt men soms geldsommctjes aangegeven, bestemd om zoo'n gebedenboek nog weer eens te laten inbinden. Dat van de Place de Grève was rijk verlucht, en van boven tegen den regen beschermd door een luifeltj e en tegen de dieven door traliewerk, dat evenwel niet belette de bladen om te slaan.