Hoogst Persoonlijk
Recht in de ogen van Chantal Geerits (Uitgeverij Malmberg)
UITGESPROKEN
VERSTAND VAN ZAKEN
IN HET BANKJE VAN...
Retentierecht blijft krachtig
Regiomaatschappen binnen
Leerbedrijven volgens de Wet
wapen aannemer
het mededingingsrecht
educatie en beroepsonderwijs
Pag. 3
Pag. 6
(Web) Pag. 10
04
Lente in Brabant Of het nu gaat om de Financial Times of de Quote: onze provincie mag zich al een tijdje verheugen in de warme belangstelling van Nederlandse en buitenlandse pers. Anders dan een aantal regio’s om ons heen laat Brabant een voorzichtig, maar mooi herstel zien. Als zakelijke dienstverlener en betrokken partner van vele ondernemingen in de regio draagt Holla Advocaten daar een steentje aan bij. In de eerste plaats doordat wij van dienst kunnen zijn bij het vormgeven van nieuwe handelsovereenkomsten en bij de ontwikkeling en bescherming van nieuwe producten. Maar verder zien wij dat de overnamemarkt weer op gang begint te komen en ook daar ondersteunen wij onze relaties bij het verkopen en kopen van ondernemingen, vaak in nieuwe, op deze tijd van voorzichtig herstel afgestemde structuren. Marktontwikkelingen laten zien dat van een kantoor als Holla Advocaten steeds meer specialisatie verlangd wordt. Ook op terreinen die tot voor kort alleen met dienstverlening in de Randstad werden geassocieerd. Wij pakken die handschoen op en zullen op korte termijn de sector Financiële Dienstverlening verder ontwikkelen en uitbouwen om onze relaties nog beter en gespecialiseerder van dienst te kunnen zijn. Daarbij is een aantal van onze advocaten nauw betrokken bij het opzetten en vormgeven van nieuwe initiatieven van startende ondernemingen (en ondernemers!). Brabant heeft de toekomst op meer dan één gebied. Wij helpen u dit mogelijk te maken, want recht volgt functie. Zo denken wij er over.
Robert van Muijen, Bestuursvoorzitter
Inhoudsopgave Uitgesproken Retentierecht blijft krachtig wapen | Uitbesteden van werkzaamheden | Is het overdrachtverbod passé?
Verstand van zaken Regiomaatschappen binnen het mededingingsrecht | Erven met sterren
Recht in de ogen van Interview met Chantal Geerits van Uitgeverij Malmberg
In het bankje van... De Wet educatie en beroepsonderwijs | Wel auteursrecht, geen exclusief recht?
Hallo Holla Een overzicht van alle evenementen
3 6 8 10 12
Uitgesproken
Retentierecht blijft krachtig wapen aannemer door mr. Bart Hesemans, financiering, zekerheden en insolventie
Het retentierecht blijkt opnieuw een krachtig wapen voor onbetaald gelaten aannemers. In een procedure die wij onlangs namens een aannemer voerden, wordt door de rechtbank bevestigd dat het retentierecht ook werking heeft tegenover derden, zoals de verhuurder van een verbouwd kantoorpand.
wijze - de ‘feitelijke macht’ uit over het kantoorpand. Van feitelijke macht is onder meer sprake door de aanwezigheid van een bouwhek van de aannemer rondom het kantoorpand en het zichtbaar niet voltooid zijn van de werkzaamheden door aanwezigheid van machines, gereedschappen en bouwketen.
Verhuurder en huurder van een kantoorpand hebben afgesproken dat de huurder verbouwingswerkzaamheden aan het kantoorpand zal laten verrichten. Huurder schakelt vervolgens een aannemer in. Kort voordat het kantoorpand door de aannemer opgeleverd wordt, gaat de huurder failliet. De aannemer blijft achter met een fikse vordering en besluit om een retentierecht uit te oefenen op het kantoorpand. Verhuurder stelt dat het retentierecht niet tegenover hem geldt en besluit het retentierecht te doorbreken door zich toegang tot het kantoorpand te verschaffen.
In onze procedure oordeelt de rechtbank - nu verhuurder en huurder hebben afgesproken dat huurder het kantoorpand zal laten verbouwen - dat indien aan de bovenstaande vereisten is voldaan de aannemer het retentierecht ook tegen de verhuurder kan inroepen. De aannemer hoeft het kantoorpand dus niet af te geven aan de verhuurder. Verhuurder heeft zich onrechtmatig toegang verschaft tot het kantoorpand door het retentierecht te doorbreken.
Het retentierecht biedt de aannemer de mogelijkheid om afgifte van het verbouwde kantoorpand op te schorten totdat hij volledig is betaald. Daarbij dient aan drie cumulatieve voorwaarden te zijn voldaan: 1. 2. 3.
de aannemer heeft een opeisbare vordering op de schuldenaar, in dit geval de huurder; er bestaat voldoende samenhang tussen de vordering van de aannemer en de afgifte van het kantoorpand aan de huurder; de aannemer oefent - op voor derden kenbare
De rechtbank oordeelt bovendien dat indien het opschorten van de afgifte van het kantoorpand aan de huurder en verhuurder er niet toe leidt dat de vordering van de aannemer alsnog wordt betaald, de aannemer het kantoorpand kan verkopen en met voorrang betaald krijgt uit de opbrengst daarvan. De vordering van de aannemer wordt dan dus alsnog voldaan. Door de rechtbank wordt bevestigd dat het retentierecht - mits goed uitgevoerd - een krachtig wapen blijft voor aannemers en ook werking heeft tegen derden met een ouder recht, zoals verhuurders of eigenaren van een (kantoor)pand.
3
Uitgesproken
Bedrijven opgelet: met het volledig uitbesteden van werkzaamheden, besteedt u nog niet uw aansprakelijkheid uit! door mr. Martine Bouman, aansprakelijkheid
Een feit van algemene bekendheid is inmiddels dat je als werkgever nogal snel opdraait voor de schade die je werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Wat minder bekend is dat ook degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door personen met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, aansprakelijk kan worden gehouden voor eventuele schade die deze personen daarbij lijden. De tendens die in rechtspraak is waar te nemen, is dat deze laatste aansprakelijkheid - die van bedrijven voor niet-werknemers - steeds verder wordt opgerekt. Zo oordeelde de Hoge Raad onlangs dat een bedrijf onder omstandigheden aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die een door haar ingeschakelde ZZP’er in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Dit gaat vrij ver, omdat een ZZP ‘er in beginsel wordt ingeschakeld vanwege zijn eigen expertise en kunde en zich - over het algemeen - bezwaarlijk laat vergelijken met een (van instructies afhankelijke) werknemer. In diezelfde lijn oordeelde de rechtbank Oost-Brabant onlangs. De rechtbank diende zich uit te laten over de vordering van mevrouw X. Zij stelde bedrijf Y aansprakelijk voor de schade die zij lijdt als gevolg van haar val van een pluklorrie die zij had bediend om champignons te plukken. Y exploiteert een champignonkwekerij en heeft het plukken van de
4
champignons volledig uitbesteed aan bedrijf Z. Y houdt zich bezig met het op de bedden zetten van de champignons. De plukwerkzaamheden worden vervolgens verricht door medewerkers in loondienst van Z. Z stelt haar personeel het benodigde materiaal ter beschikking, geeft haar personeel instructies en houdt daarnaast toezicht op de werkzaamheden. Feitelijk is hier een situatie aan de orde die zich laat vergelijken met het geval waarin een agrarisch bedrijf een loonwerkbedrijf inschakelt om zijn gewassen te oogsten. De rechtbank acht Y aansprakelijk. De rechtbank oordeelt dat X werkzaamheden heeft verricht in de uitoefening van het bedrijf van Y. Dat Y deze werkzaamheden heeft uitbesteed en zelf geen personeel in dienst heeft om deze plukwerkzaamheden te laten verrichten, doet daar niet aan af. Vermoedelijk zal de door de rechterlijke macht ingeslagen koers worden voortgezet. Daarmee zal het voor bedrijven steeds moeilijker worden om met succes te betogen dat zij niet aansprakelijk zijn voor schade van personen die ook maar enigszins samenhangt met hun bedrijfsvoering. Als directeur/eigenaar kunt u dus maar het beste alle werkzaamheden binnen uw organisatie zelf uitvoeren, of - en dat is misschien wat praktischer - u adequaat verzekeren.
Uitgesproken
Is het overdrachtverbod passé? door mr. Willem-Jan Smits, financiering, zekerheden en insolventie
Bedrijven die met veel verschillende leveranciers van doen hebben hanteren in hun algemene voorwaarden vaak een overdrachtverbod met betrekking tot hun verplichtingen aan deze leveranciers. Doel van een dergelijk verbod is ervoor te zorgen dat de leverancier haar vordering niet kan overdragen, waardoor het bedrijf niet geconfronteerd wordt met andere schuldeisers dan de leverancier. Terugbrengen van administratieve lasten is veelal het motief om een overdrachtverbod te hanteren. In 2003 heeft de Hoge Raad bepaald dat een overdrachtverbod goederenrechtelijke werking kan hebben. Dit betekent dat een leverancier die in strijd met het overdrachtverbod toch een vordering overdraagt niet slechts wanprestatie pleegt maar dat de overdracht simpelweg ongeldig is. Op deze uitspraak van de Hoge Raad is in de loop van de jaren een storm van kritiek gekomen, voornamelijk uit bancaire hoek. Het overdrachtverbod heeft namelijk niet alleen tot gevolg dat de vordering niet kan worden overgedragen maar óók dat daarop geen pandrecht kan worden gevestigd. Nu verpanding van vorderingen een veel gebruikte vorm van zekerheid is, bemoeilijkt een verbod daarop de kredietverlening, zo is de gedachte. Daarnaast zijn er maar weinig landen waar een overdrachtverbod zo verstrekkend is als in Nederland.
uitgelaten. Ondanks de kritiek wijkt de Hoge Raad niet af van zijn lijn. Áls er sprake is van een overdrachtverbod met goederenrechtelijke werking, is overdracht of verpanding onmogelijk. De omvang van het overdrachtverbod blijft dan ook gelijk. Toch is er sprake van een beperking. De vraag of de schending van een overdrachtverbod goederenrechtelijke werking heeft of dat er slechts sprake is van wanprestatie, hangt volgens de Hoge Raad af van de uitleg van de betreffende bepaling. Daarbij geldt als uitgangspunt dat verpandingsverboden geen goederenrechtelijke werking hebben, tenzij uit de formulering blijkt dat een dergelijke werking juist beoogd is. Iedereen die niet met andere schuldeisers dan eigen leveranciers geconfronteerd wil worden, dient het overdrachtverbod uit zijn algemene voorwaarden dus goed na te zien. Slechts indien duidelijk is dat goederenrechtelijke werking beoogd is, heeft het verbod het gewenste effect. Dit kan bereikt worden door expliciet op te nemen dat goederenrechtelijke werking beoogd is of door te verwijzen naar artikel 3:82 lid 2 BW, het artikel waarin is geregeld dat een vordering in goederenrechtelijke zin onoverdraagbaar kan worden gemaakt. Mits goed gebruikt is het overdrachtverbod dus verre van passé!
Recent heeft de Hoge Raad zich opnieuw over het overdrachtverbod
5
Verstand van zaken
Regiomaatschappen binnen het mededingingsrecht mr. Bart van Zuuk, mededingingsrecht
Regiomaatschappen zijn maatschappen van medisch specialisten die het werkterrein van een ziekenhuis overstijgen. Een regiomaatschap van bijvoorbeeld urologen kan dus actief zijn binnen 5 verschillende ziekenhuizen in een bepaalde regio. Doordat regiomaatschappen het werkterrein van ziekenhuizen overstijgen krijgen ze in de desbetreffende regio meer marktmacht. Immers, waar voorheen bijvoorbeeld 4 verschillende maatschappen op het gebied van urologie actief waren in een regio, is nu één en dezelfde regiomaatschap actief. Die ene regiomaatschap heeft meer macht dan de daarvoor afzonderlijk binnen de ziekenhuizen bestaande maatschappen. Volgens de economische theorie leidt meer marktmacht tot hogere prijzen. Op dit moment leidt de marktmacht van de regiomaatschappen nog niet tot hogere prijzen. De verwachting is echter dat dit in de (nabije) toekomst gaat veranderen. Wanneer er door marktmacht bijvoorbeeld (te) hoge prijzen ontstaan, treedt het mededingingsrecht in werking. Het mededingingsrecht verbiedt de vorming van regiomaatschappen echter niet. In Nederland wordt het mededingingsrechtelijke toezicht verricht door twee instanties, de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza). Iedere toezichthouder heeft een aantal eigen bevoegdheden en mogelijkheden met betrekking tot het gedrag van ondernemingen. De toezichthouders vullen elkaar wat dat betreft aan. Het is goed om te weten dat zowel regiomaatschappen als ziekenhuizen door het mededingingsrecht worden aangemerkt als onderneming en dus onder het toezicht van de ACM en NZa vallen. De toezichthouders zullen ingrijpen wanneer de
6
regiomaatschap onwenselijke marktmacht krijgt, zonder dat die marktmacht leidt tot voldoende kwaliteitsvoordelen voor het publiek. Wanneer er sprake is van een mededingingsrechtelijke inbreuk zal in veel gevallen niet de regiomaatschappen maar het ziekenhuis, waarbinnen de regiomaatschappen opereren, aansprakelijk worden gesteld door de toezichthouder. Een dergelijke inbreuk kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer de medisch specialisten ten behoeve van de nieuw gevormde regiomaatschap toelatingsovereen komsten sluiten met concurrerende ziekenhuizen. Wanneer in die toelatingsovereenkomsten afspraken worden gemaakt over de verdeling van het zorgaanbod tussen de verschillende concurrerende ziekenhuizen waarbinnen de regiomaatschap actief is, is er in principe sprake van een overtreding van het mededingingsrecht. Die overtreding zal in de meeste gevallen bovendien het ziekenhuis en niet de regiomaatschap worden aangerekend. Naast het voorgenoemde voorbeeld zijn er nog vele andere ‘overtredingen’ die zich kunnen voordoen. Het merendeel van die overtredingen leidt er bovendien toe dat de overeenkomst waarin de overtreding is opgenomen geacht wordt nooit te hebben bestaan. Overigens hoeft het niet altijd zo te zijn dat de overtreding het ziekenhuis wordt aangerekend. Op dit moment is het nog lastig om aan te geven wat exact de effecten zullen zijn van de bestaande en nog te vormen regiomaatschappen; zowel in positieve als in negatieve zin. Voor de betrokken spelers op de zorgmarkt en de mededingingsrechtelijke toezichthouders zal het een kwestie blijven van de spreekwoordelijke vinger aan de pols.
Verstand van zaken
Erven met sterren mr. Nicole Lindhout, familie- en erfrecht
Steeds vaker kiezen mensen ervoor om in hun testament een executeur (vroeger: executeur-testamentair) te benoemen. Wat houdt het zijn van executeur eigenlijk precies in? Wat mag u wel en wat juist niet? Graag voorzien wij u van nuttige informatie over de benoeming tot executeur en het bijbehorende ‘takenpakket’. Executele Het erfrecht in Nederland is geregeld in boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. Hier is onder meer geregeld dat een persoon in zijn testament een executeur kan benoemen. Na het overlijden wordt het testament geopend en wordt de executeur van zijn of haar benoeming op de hoogte gesteld. De executeur kan zijn benoeming aanvaarden, maar kan deze ook weigeren. Wordt de benoeming aanvaard, dan geeft de wet een omschrijving van het takenpakket van de executeur. In aanvulling daarop kunnen deze bevoegdheden in het testament van de erflater zijn beperkt of juist uitgebreid. Het is raadzaam u goed te laten adviseren alvorens u een benoeming tot executeur aanvaardt. Het is goed te weten dat (i) u aansprakelijk kunt worden gesteld indien u uw taken niet correct uitvoert, (ii) u verplicht bent de aangifte erfbelasting te verzorgen en (iii) u hoofdelijk aansprakelijk bent voor het betalen van de daarop volgende aanslag. Sterren Onder het geldende erfrecht kunnen aan executeurs verschillende bevoegdheden worden toegekend. De
erflater bepaalt dit in zijn testament. In de praktijk wordt gesproken over één, twee of drie sterren executeurs. De executeur met één ster is de ‘begrafenisexecuteur’. Zijn bevoegdheden zijn zeer beperkt. In de praktijk regelt de executeur enkel de uitvaart van de erflater, waarna de executele eindigt. Deze executeur mist het beheer van de nalatenschap. De executeur met twee sterren is de ‘beheersexecuteur’. Deze regelt de uitvaart en beheert daarnaast de nalatenschap. Tot zijn takenpakket behoren onder meer het voldoen van schulden van de nalatenschap, het afgeven van legaten en het uitvoeren van specifiek in het testament omschreven lasten. De executeur met drie sterren is naast executeur ook afwikkelingsbewindvoerder. Deze executeur heeft dezelfde bevoegdheden als de beheersexecuteur, maar kan in het testament nog meer bevoegdheden hebben gekregen, waaronder het zelf - dat wil zeggen zonder instemming van de erfgenamen - tot stand brengen van de verdeling van de nalatenschap overeenkomstig de wensen van de erflater. Kortom, het zijn van executeur brengt rechten maar ook plichten met zich mee. Het is dan ook raadzaam u goed te laten informeren over executele of over andere aspecten van de afwikkeling van een nalatenschap. Wij brengen u graag hoogst persoonlijk op de hoogte.
7
Recht in de ogen van
“Soms moeten we afscheid nemen. Tot nu toe zonder één gang naar de rechter.” Vanouds geeft uitgeverij Malmberg schoolboeken uit, maar anno 2014 weerspiegelt het product-aanbod het digitale tijdperk. “Daardoor hebben we deels andere mensen nodig dan tien jaar geleden,” stelt P&O adviseur Chantal Geerits nuchter vast. “Door die veranderende markt zijn wij genoodzaakt om voortdurend kritisch naar onze interne organisatie te kijken. Zodat we helaas soms afscheid moeten nemen van medewerkers.”
“Als ik Holla Advocaten zeg, dan bedoel ik Petra Domevscek, zij kent onze organisatie door en door, zodat ze situaties goed aanvoelt.” Al meer dan twaalf jaar lossen zij samen arbeidsrechtkwesties op. “Tot nu toe zonder één gang naar de rechter”, verklaart Chantal Geerits trots. “Malmberg wil een goede werkgever zijn, dus kiezen wij voor schikken. In lastige gesprekken of trajecten is het dan fijn om te weten dat ik even mijn vaste advocaat kan raadplegen.” Hun samenwerking is informeel. “Bijna alsof we collega’s zijn,” vindt Petra Domevscek. “Ik loop makkelijk even bij Chantal langs.“De kantoren liggen dichtbij elkaar, aan weerszijden van NS-station ’s-Hertogenbosch.
8
MALMBERG de feiten Sinds
885
Medewerkers
280
Product
lesmethodes / leermiddelen
Nieuw
adaptief leren, learning by
gaming, educatieve apps
Markt
basis- en voortgezet
onderwijs, MBO
Marktpositie
top 3 in Nederland
Marktleider in
rekenen, biologie, Duits
Juridische haken en ogen Petra Domevscek ziet haar rol vooral als sparring partner: “De afdeling P&O bij Malmberg is behoorlijk professioneel, meestal heeft Chantal zelf iets bedacht en laat ze me haar voorstel alleen checken. Ik bekijk dan de juridische haken en ogen.” Zelf is Chantal Geerits van huis uit ook arbeidsjurist. “Het was mijn afstudeerrichting, maar het is een vak waar je dagelijks mee bezig moet zijn. Ik zie dat Petra alles heel precies bijhoudt, haar kennis is echt up to date. Ze geeft deskundig en zakelijk een overzicht van alle opties. Zij adviseert wel een keuze, maar uiteindelijk laat ze die aan ons.” Bevlogen en creatief Malmberg is een gewilde werkgever, weet Chantal Geerits: “Een belangrijk deel van mijn werk is het aannemen en ontwikkelen van mensen. En daarbij heb ik natuurlijk niet de insteek om weer afscheid van ze te nemen.” Dat gebeurt dan ook relatief weinig. “Hier werken allemaal bevlogen en creatieve mensen die sterk betrokken zijn bij onderwijs als product. We hebben weinig verloop, mensen werken hier lang.” Petra Domevscek vult aan: “Mensen die er werken zijn enorm enthousiast, de creativiteit spat ervan af. Die creatieve omgeving inspireert mij extra om mooie oplossingen te vinden.” Geen Sinterklaas Bij afscheid wordt goed afgehecht en daar hoort een keurige regeling bij. Chantal Geerits: “We schakelen Holla Advocaten altijd in om de vaststellingsovereenkomst te checken: klopt die zo, is het reëel, doen we het netjes? Wij zijn geen Sinterklaas, maar bij afscheid gaan wij voor een goede regeling.” Chantal Geerits voert alle gesprekken zelf met de manager en de medewerker. “Als de medewerker een advocaat inschakelt, dan laten we de advocaten het onderling regelen. ”Soms is een confrontatie onvermijdelijk, ook dan neemt Petra Domevscek het over: “Chantal heeft veel oog voor het belang van de medewerker. Maar als de grens bereikt is, dan neem ik het vervelende deel over. Klaar is klaar. En ik weet precies wanneer Chantal klaar is met een traject.” Ethische keuze Kritisch zijn de twee arbeidsjuristen soms over advocaten van de wederpartij. “Laatst waarschuwde Petra mij dat het tegenvoorstel van de advocaat voor onze medewerker veel slechter zou uitpakken. Die had dat zelf niet in de gaten, dat was pijnlijk. Als we zouden instemmen, konden we mooi goedkoop van deze medewerker af komen. Dat zou ons veel geld schelen, maar ik kon dat ethisch niet verantwoorden. Ik wil dat iemand op de langere duur positief aan ons terugdenkt. Het is fijn dat Petra die analyse maakte en dat wij vervolgens een ethisch verantwoorde beslissing konden nemen.” 9
In het bankje van...
Leerbedrijven volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) door mr. Franc Pommer, overheid
De “Web” regelt het mbo- en volwassenenonderwijs. Zij geeft regels voor het stelsel van kwaliteitszorg voor organisaties rondom mbo-opleidingen, waaronder bedrijven die de beroepspraktijkvorming (bpv) verzorgen. Dit is een verplicht opleidingsonderdeel waarbij studenten praktijkstages lopen. De bpv wordt verzorgd door leerbedrijven op grond van een overeenkomst. Hierbij zijn de student, het leerbedrijf, de onderwijsinstelling en een kenniscentrum partij. Kenniscentra zijn ingesteld door het Ministerie van OCW om toe te zien op de kwaliteit van het onderwijs. Zij kunnen een bedrijf erkennen als leerbedrijf. Wordt niet voldaan aan de eisen dan kan een erkenning worden ingetrokken. Het zijn van leerbedrijf levert onder meer een belastingvoordeel op ingevolge de Wet vermindering afdracht (Wva).
verzorgt. De teler zelf heeft daar geen bemoeienis mee. Op 1 maart 2013 trok Aequis plotseling de erkenning van Flex Education in. Flex Education zou een uitzendorganisatie zijn omdat zij studenten naar groentetelers uitzendt. Haar eigen werkplaats zou niet geschikt zijn om meer dan drie studenten op te leiden. Aequis stelt dat uitzendorganisaties per definitie niet als leerbedrijf kunnen worden aangemerkt en dat Flex Education de Web misbruikt om belastingvoordelen op te strijken. De consequenties voor Flex Education zijn vergaand. Zij mag geen studenten meer opleiden en studenten mogen ook geen examen doen. Aequis en de onderwijsinstelling weigeren overeenkomsten met Flex Education te sluiten. Flex Education loopt daardoor het belastingvoordeel mis en lijdt bovendien imagoschade.
De Web en de Wva zijn vorig jaar in opspraak geraakt. Bedrijven en onderwijsinstellingen zouden frauderen met het belastingvoordeel door omstreden opleidingen aan te bieden om daarmee erkend te worden als leerbedrijf en zo de afdrachtsvermindering op te strijken. Het zou gaan om miljoenen. Onderwijsinspectie en kenniscentra reageerden en trokken ten strijde tegen diverse leerbedrijven. Vooral uitzendorganisaties werden aangepakt. Op grote schaal zijn erkenningen ingetrokken. Enkele bedrijven verzetten zich hiertegen. Tien daarvan staan wij bij.
Er volgt een bestuursrechtelijke voorlopige voorzieningenprocedure om de intrekking van de erkenning van Flex Education als leerbedrijf te schorsen. Tevens spant Flex Education kort geding procedures aan tegen Aequis en de onderwijsinstelling om te zorgen dat de overeenkomsten worden nagekomen zolang de erkenning niet definitief is ingetrokken. De vorderingen van Flex Education worden toegewezen. De bestuursrechter acht het in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel dat Aequis onaangekondigd de erkenning intrekt. De kort geding rechters oordelen bovendien dat de Web geen onderscheid maakt tussen leerbedrijven en uitzendorganisaties. Dit is de kern van het debat: de Web eist namelijk uitsluitend dat een leerbedrijf de bpv moet verzorgen. Waar zij dat doet is volgens ons niet van belang. De vraag die in enkele bodemprocedures voorligt is: waaruit blijkt dat een leerbedrijf moet opleiden op eigen terrein? Drie rechtbanken buigen zich hier nu over. Het is afwachten of de intrekking van de erkenning van Flex Education moet worden teruggedraaid, maar de voortekenen zijn gunstig. Komt er een einde aan de geopende klopjacht?
Flex Education - één daarvan - werd in 2011 als leerbedrijf erkend door kenniscentrum Aequis. Flex Education leidt studenten op in de groenteteelt. Zij heeft een eigen werkplaats waar studenten leren groenten snijden en verpakken. Dit gebeurt door erkende praktijkbegeleiders in dienst van Flex Education. Daarnaast verzorgt Flex Education de opleiding van haar studenten bij groentetelers. Per groep studenten zendt Flex Education een praktijkbegeleider mee die bij de teler de opleiding
10
In het bankje van...
De auteur van een cursusboek. Wel auteursrecht, toch geen exclusief recht? door mr. Sjors van der Hoeven, intellectuele eigendom & ICT
Wanneer iemand een tekst schrijft, rust daar doorgaans auteursrecht op. Dat auteursrecht geeft de maker van die tekst een exclusief recht: hij kan derden verbieden die tekst openbaar te maken of te verveelvoudigen. Ook op (de tekst van) dit magazine rust auteursrecht. In de praktijk onstaan nogal eens discussies over de vraag wie auteursrechthebbende van een bepaalde tekst is. Zo ontstond enige tijd geleden een geschil tussen een vereniging en de heer Bianchi* (een oud-voorzitter van die vereniging) over de verspreiding van een cursusboek. Aan de totstandkoming van dit boek hadden verschillende leden van de vereniging, waaronder de heer Bianchi zelf, meegewerkt. Gedurende het voorzitterschap van Bianchi werd het boek in fysieke vorm en tegen betaling van de kostprijs onder leden van de vereniging verspreid. Op de omslag van het boek werd de naam van de vereniging vermeld en onder iedere pagina van het boek stond het ©-symbool, gevolgd door de naam van de heer Bianchi. Op enig moment bekoelde de relatie tussen Bianchi en de vereniging, waarna hun wegen scheidden. De vereniging heeft daarna het boek digitaal onder een aantal verenigingsleden verspreid zonder toestemming van Bianchi. Bianchi kreeg hier lucht van, waarna hij zich bij de kort geding rechter beriep op zijn auteursrecht om de verdere verspreiding van het mede door hem gemaakte
boek te staken. De vereniging stelde auteursrecht hebbende ten aanzien van het boek te zijn, nu haar naam op de omslag van het boek was vermeld en het boek in verenigingsverband tot stand was gekomen. De kort geding rechter oordeelde anders, namelijk dat de vermelding van “© Bianchi” onderaan iedere pagina van het boek moeilijk anders kon worden begrepen dan als aanduiding dat Bianchi de (co-)auteur van het boek was. Dat Bianchi niet op de omslag van het boek als maker werd vermeld, maakte dit niet anders. De kort geding rechter oordeelde desalniettemin dat Bianchi verdere verspreiding van het boek door de vereniging niet op grond van zijn auteursrecht kon verbieden. Volgens de kort geding rechter had de vereniging - mede gelet op Bianchi’s hoedanigheid als bestuurder van de vereniging ten tijde van de totstandkoming van het boek - bepaalde gebruiksbevoegdheden ten aanzien van het boek gekregen. Bianchi had volgens de kort geding rechter een (impliciete) gebruikslicentie aan de vereniging verstrekt en slaagde er niet in om de digitale verspreiding van het mede door hem geschreven boek te verbieden.
* Uit privacyoverwegingen is de naam Bianchi in dit artikel gefingeerd.
11
HALLO HOLLA Ronde Tafel Arbeidsrecht in de Logistiek 28 augustus 2014 Tijdens deze Ronde Tafel gaan wij in gesprek over de arbeidsrechtelijke problematiek in de logistieke sector. Wat zijn de gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid, wat zijn de uitdagingen en wat betekent dat voor het personeelsbeleid en contractvormen? Gezamenlijk gaan we in discussie. Kortom een bijeenkomst waarin de toekomst centraal staat en waarbij duidelijk zal worden dat “niets doen” na de inwerkingtreding van de wet Werk en Zekerheid geen optie is. Bourgondisch Den Bosch 11 september 2014 In september wordt voor de 28e keer het culinaire buiten evenement Bourgondisch Den Bosch georganiseerd. Als altijd vindt het plaats in de schaduw van de prachtige basiliek Sint Jan, aan de Parade: het mooiste plein van Den Bosch! Ook dit jaar is Holla Advocaten weer aanwezig tijdens de relatieavond. Wij zijn te gast bij het paviljoen van restaurant Bellagio. De Kracht van Brabant 22 september 2014, 15.30 uur - 19.00 uur In samenwerking met Brabant Onderneemt zal Holla Advo caten ingaan op juridische ontwikkelingen, veranderingen en de consequenties voor het MKB en de ondernemer. Deze bijeenkomst is uitsluitend voor leden van Brabant Onderneemt, aanmelden kan via de website. Dutch Design Week - Save the Date! 22 oktober 2014, 15.30 uur - 18.30 uur Wij nemen u graag mee in de wereld van de design bescherming. Wij zullen u vragen actief mee te denken over de vraag wanneer er sprake is van inbreuk op rechten en
Editie 4 | Juni 2014 | Jaargang 2
wanneer het zinvol is om op te treden. Is imitatie “the finest form of flattery” of gewoon bloedirritant? En wat zijn de meest actuele ontwikkelingen op juridisch gebied ten aanzien van productvormgeving? Juridische masterclasses met Elba Media 13 november 2014 & 15 januari 2015 Holla Advocaten zal in samenwerking met Elba Media twee juridische masterclasses organiseren. De masterclasses richten zich op overheden, vastgoedpartijen en architecten. Ellba Media is de uitgeverij van vakinformatie op het gebied van gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening. Tweedelig seminar over de ontwikkelingen in de Zorg en het Sociale Domein 18 september & 6 november 2014, 13.45 uur - 18.00 uur Een tweedelig seminar over de ontwikkelingen op het gebied van zowel het scheiden van wonen en zorg als het sociale domein. Deel 1: op donderdag 18 september bekijken we de ontwikkelingen vanuit verschillende invalshoeken, namelijk op het gebied van huur, aanbesteding, mededinging en ruimtelijke ordening. Deel 2: op donderdag 6 november gaan we in op de regelgeving op het gebied van subsidies en het bestuurlijk handelen. Ook wordt vanuit het huurrechtelijk perspectief de ontwikkelingen in het kader van langer thuis wonen en woon begeleidingstrajecten in relatie tot de samenwerking tussen de zorg & welzijnsinstellingen en de corporaties besproken. Een externe spreker van een zorginstelling zal zijn visie geven op deze ontwikkelingen, waarna er voldoende ruimte is voor discussie. U kunt zich voor al onze seminars aanmelden via onze website www.holla.nl/NL/evenementen
COLOFON
Holla Advocaten
Redactie
Stationsplein 99-101 | 5211 BM ’s-Hertogenbosch | +31 73 61 61 100
mr. Anke Groffen, mr. Daniëlla Nijman, mr. Kim de Bonth, Sigrid Drukker
Beukenlaan 46 | 5651 CD Eindhoven | +31 40 23 80 600 Apennijnenweg 11 | 5022 DT Tilburg | +31 13 58 40 840 www.holla.nl |
[email protected]