Hoogst Persoonlijk
06
Recht in de ogen van Marc van Deursen Prijsvrij.nl
UITGESPROKEN
VERSTAND VAN ZAKEN
IN HET BANKJE VAN...
Aansprakelijk als privé-
Eindelijk rust?
...de onderneming die wil
persoon? Bestuurders-
Wetsvoorstel Aanpak
investeren.
aansprakelijkheid nader
Woonoverlast.
...een ontslagzaak op zitting.
toegelicht.
Pag. 6
Pag. 10
Pag. 3
Verkozen tot nummer 1 advocatenkantoor door MT 100
Uitgesproken
Onze persoonlijke aanpak werkt! Het jaar is weer voorbij gevlogen. En wat voor een jaar. Het jaar dat wij verkozen zijn tot het beste advocatenkantoor van Nederland - Holla op 1! Verwachtingen overtreffen. Dat is elke dag ons streven. Met een persoonlijke aanpak realiseren we het hoogst haalbare voor onze klanten. En dat werkt. De lezers van het zakenblad MT100 hebben ons uitgeroepen zijn tot nummer 1 advocatenkantoor. Een bekroning waar we natuurlijk enorm trots op zijn! Graag bedanken wij u voor het in ons gestelde vertrouwen. We beloven dat we er alles aan doen deze verkiezing ook het komende jaar waar te maken.
Aansprakelijk als privépersoon? Bestuurdersaansprakelijkheid nader toegelicht Willemijn Fick-Nolet en Niels Verweij, ondernemingsrecht
Deze editie van ons relatiemagazine brengt u weer een grote verscheidenheid van onze diensten. Zo leest u in de rubriek ‘Recht in de ogen van’ hoe wij vanuit meerdere expertises met Marc van Deursen van Prijsvrij hebben samengewerkt. Wij wensen u veel leesplezier. En nu staan de feestdagen alweer voor de deur. Een aantal dagen vol warmte en gezelligheid met familie en vrienden. Wij wensen u een mooi en gezond 2015.
Met vriendelijke groet, Robert van Muijen, bestuursvoorzitter
INHOUDSOPGAVE Uitgesproken Aansprakelijk als privépersoon? Bestuurdersaansprakelijkheid nader toegelicht | Houden huwelijksvoorwaarden de curator (letterlijk) buiten de deur? | De voorbereiding van wateren omgevingsvergunning: coördinatie loont!
Verstand van zaken Eindelijk rust? Wetsvoorstel Aanpak Woonoverlast | Woningcorporatiestelsel op de schop
Recht in de ogen van Marc van Deursen, Prijsvrij.nl
In het bankje van... ...de onderneming die wil investeren | ...een ontslagzaak op zitting
Hallo Holla Een overzicht van alle evenementen
3 6 8 10 12
Bent u bestuurder van een rechtspersoon, zoals een B.V., N.V., vereniging of stichting? In de meeste gevallen zult u niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de handelingen van deze rechtspersoon. Maar let op: er zijn uitzonderingen. Na een uitspraak van de Hoge Raad bij het zogenoemde Spaanse Villa-arrest, is er veel onduidelijkheid geweest over de toepasselijke normen voor bestuurdersaansprakelijkheid.
Norm persoonlijke aansprakelijkheid Na dit arrest meenden sommigen dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder niet langer een ‘persoonlijk ernstig verwijt’ vereist was, zoals daarvoor wel het geval was. Slechts ‘normale onzorgvuldigheid’ zou ook al voldoende kunnen zijn. Niet iedereen trok deze conclusie uit het Spaanse Villa-arrest. Het was dan ook een tijd lang onduidelijk of de Hoge Raad met dit arrest een nieuwe, lagere norm voor bestuurdersaansprakelijkheid had gecreëerd. Het Tulip-arrest Recent heeft de Hoge Raad in het zogenoemde Tuliparrest gelukkig meer duidelijkheid geschapen over die normen. Wat was er in deze zaak aan de hand? Onderneming A verkocht twee vliegtuigen aan een onderneming, waarbij Tulip Air Lease B.V. als bemiddelaar door onderneming A werd ingeschakeld. A gaf aan X, de bestuurder van Tulip, de instructie om de koopsom direct over te maken naar haar rekening. Echter, in strijd met deze instructie maakte X de koopsom niet over naar de rekening van A, maar naar de rekening van Tulip Air Lease, die in slechte financiële situatie verkeerde. Toen A haar geld niet kreeg, vorderde A zowel van Tulip Air Lease als van X in privé betaling van de koopsom. De rechtbank veroordeelde Tulip tot (door)betaling van de koopsom, maar X niet. X handelde volgens de rechtbank niet als privépersoon, maar als bestuurder van Tulip en was in die hoedanigheid niet gehouden tot betaling.
Omdat Tulip geen verhaal bood probeerde A in hoger beroep alsnog bestuurder X tot betaling te dwingen. Echter ook het hof oordeelde dat X niet aansprakelijk kon worden gehouden voor betaling van de koopsom. Het gerechtshof was van mening dat de vraag of X een persoonlijk ernstig verwijt kon worden gemaakt in dezen irrelevant was omdat onderneming A op de hoogte was van de slechte financiële situatie van Tulip en tegen beter weten in toch Tulip als bemiddelaar had ingeschakeld. De Hoge Raad greep deze zaak vervolgens aan om wat meer duidelijkheid te scheppen over kwesties als de onderhavige en overwoog dat wanneer een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, het uitgangspunt is dat alléén de vennootschap aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Uitsluitend wanneer de bestuurder ‘persoonlijk een ernstig verwijt’ kan worden gemaakt, kan deze persoonlijk aansprakelijk worden gehouden. Deze hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde wordt volgens de Hoge Raad gerechtvaardigd doordat het een maatschappelijk belang is om te voorkomen dat bestuurders ‘niets meer durven’. Conclusie Pech voor onderneming A dan? Nee, de zaak liep toch nog goed af voor deze onderneming. De Hoge Raad oordeelde dat aan X in dit concrete geval wel degelijk persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt. De enkele omstandigheid dat onderneming A af wist van de slechte financiële situatie van Tulip maakte nog niet dat de bestuurder daarom niet meer aansprakelijk zou zijn voor zijn incorrecte handelingen. Eind goed, al goed dus voor A, maar het feit dat hier tot bij de Hoge Raad over geprocedeerd moest worden, heeft haar natuurlijk wel veel tijd, negatieve energie en geld gekost. Bezint eer gij begint dus!
3
Uitgesproken
Uitgesproken
Houden huwelijksvoorwaarden de curator ( letterlijk) buiten de deur? door Peter de Bruijn, familierecht
Of je nu een eenmanszaak of een B.V. hebt: als ondernemer loop je risico. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist veel ondernemers de noodzaak voelen om hun privésituatie te vrijwaren van zakelijke risico’s, door bijvoorbeeld huwelijksvoorwaarden op te stellen. Gebruikelijk is dat die huwelijksvoorwaarden uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen inhouden, al dan niet gecombineerd met een verrekensbeding van jaarlijks ‘overgespaarde inkomsten’. Door de tijdens het huwelijk aangeschafte echtelijke woning vervolgens op naam van de echtgenote te zetten, houden ondernemers bij een faillissement de curator letterlijk buiten de deur. Toch?
Huwelijksvoorwaarden en faillissement In een recente uitspraak heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch zich hierover uitgelaten. Ook hier waren man en vrouw gehuwd onder uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. De tijdens het huwelijk aangekochte echtelijke woning stond op naam van de vrouw. In 2010 ging de man failliet. De curator vorderde dat de vrouw zou worden veroordeeld om de woning aan hem af te staan. Nu denkt u wellicht dat de curator geen schijn van kans maakte. Waarom zou de woning van de vrouw immers in de failliete boedel van de man vallen? De rechtbank vond dit ook en wees de vordering van de curator af. De curator ging echter in hoger beroep. Wie heeft de woning gefinancierd? Het betoog van de curator kwam erop neer dat er voor de bescherming van een echtgenoot van een gefailleerde
4
méér nodig is dan alleen ‘waterdichte’ huwelijksvoorwaarden. Ook de financiering van de woning is van belang. De wet eist volgens hem een tweeledig bewijs: het bewijs dat de woning niet in de gemeenschap valt én het bewijs dat de woning voor meer dan de helft door de echtgenoot van de gefailleerde is gefinancierd. In deze zaak was de woning weliswaar van de vrouw, maar was de koopprijs van € 485.000 voor € 385.000 door de man gefinancierd met een door hem op zijn naam afgesloten geldlening. Het gerechtshof gaf de curator gelijk en oordeelde dat hij de woning van de vrouw mocht opeisen. De huwelijksvoorwaarden, die nu juist waren opgesteld om in privé aan verhaal van schuldeisers te ontkomen, boden dus geen bescherming.
Retentierecht Stond de vrouw in deze zaak dan helemáál met lege handen? Nee: zij heeft volgens het gerechtshof recht op een vergoeding uit de boedel, die zij bij de curator kan afdwingen met een beroep op haar ‘retentierecht’. Dat betekent dat zij haar huis niet uit hoeft zolang zij die vergoeding niet van de curator heeft ontvangen. Dat huwelijksvermogensrecht complex is en vol valkuilen zit, leert bijvoorbeeld de karrenvracht aan jurisprudentie op het terrein van de hierboven aangestipte verrekening van ‘overgespaarde inkomsten’. De bovenstaande zaak maakt duidelijk dat advisering ook kennis van rechtsgebieden buiten het huwelijksvermogensrecht (bijvoorbeeld het faillissementsrecht) vereist. Welkom bij Holla!
De voorbereiding van wateren omgevingsvergunning: coördinatie loont! door Renske van Eldik, overheid Als intensieve veehouderij of groot industrieel bedrijf wil je snel zekerheid over vergunningen. De benodigde vergunningen moeten op elkaar aansluiten en laten vaak lang op zich wachten. In Europese en nationale wetgeving is getracht het proces van vergunningverlening te coördineren. De Waterwet verplicht tot een gecoördineerde voorbereiding met omgevingsvergunningen als een IPPC-bedrijf afvalwater loost op het oppervlaktewater. Recentelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat deze coördinatieregeling niet conform Europese regelgeving is. Heeft de uitspraak tot gevolg dat voor meerdere activiteiten de water- en omgevingsvergunning gecoördineerd moeten worden voorbereid?
Verschillende activiteiten, verschillende vergunningen Op Europees niveau worden aan de lidstaten regels voorgeschreven ten aanzien van intensieve veehouderijen en grote milieuverontreinigende industriële bedrijven, de zogenaamde IPPC-bedrijven. Daarvoor geldt de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), die ervoor moet zorgen dat milieuverontreiniging en het gebruik van energie en grondstoffen worden beperkt. Deze IPPC-bedrijven hebben vaak een complexe bedrijfsvoering en hebben voor hun verschillende activiteiten meerdere vergunningen nodig. Coördinatieregeling Waterwet In de RIE is een coördinatieregeling opgenomen, die voorschrijft dat de verschillende vergunningen door één betrokken overheidsinstantie moeten worden voorbereid. De lidstaten moeten de coördinatieregeling vervolgens conform de richtlijn in hun eigen wetten en regels verwerken. Nederland heeft daartoe onder andere een coördinatieregeling opgenomen in de Waterwet. Daarin is bepaald dat de watervergunning voor lozingen in het oppervlaktewater moet worden gecoördineerd met de milieuvergunning.
De coördinatieregeling in de rechtspraak De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich recentelijk over deze coördinatieregeling uitgelaten. Het bedrijf in kwestie wilde zijn intensieve pluimveehouderij uitbreiden. Hiervoor is een milieuvergunning vereist. Daarnaast wilde het bedrijf een bodemenergiesysteem voor de stallen realiseren, waarvoor een watervergunning benodigd was voor het onttrekken en infiltreren van grondwater. De coördinatieregeling van de Waterwet is beperkt tot lozingen op het oppervlaktewater. In de onderhavige kwestie waren de vergunningen dan ook niet gecoördineerd voorbereid. De Afdeling oordeelde dat de coördinatieregeling in de Waterwet een te beperkte uitleg is van de RIE. Als de activiteit waarvoor de watervergunning wordt verleend rechtstreeks samenhangt met de milieubelastende bedrijfsvoering, dient op grond van de RIE de voorbereiding van de vergunningen te worden gecoördineerd. Dat was hier ten onrechte niet gedaan. Gevolgen voor de praktijk Voor de praktijk heeft de uitspraak consequenties. Vergunningverleners zullen de vergunningen van een IPPC-installatie waarvoor zowel een watervergunning als een omgevingsvergunning vereist is, gezamenlijk moeten voorbereiden. Daarnaast zullen de IPPC-bedrijven de vergunningen gelijktijdig dienen aan te vragen. Oplettendheid is dus geboden. Door de coördinatie van de vergunningen sluiten deze automatisch op elkaar aan. Derden hebben hierdoor meer inzicht in de impact van wat er wordt vergund. Een geschil wordt hiermee voorkomen. Bovendien wordt tijdwinst geboekt. Bedrijven weten ook eerder waar ze aan toe zijn en kunnen daardoor sneller starten met de exploitatie van hun onderneming. Coördinatie loont!
5
Verstand van zaken
Eindelijk rust? Wetsvoorstel Aanpak Woonoverlast door Annelies Overmars, vastgoed
Uit onderzoek blijkt dat een half miljoen Nederlanders zoveel hinder van buren of van omwonenden ervaart dat daardoor hun dagelijks leven ernstig wordt verstoord. In de afgelopen 20 jaar heeft de Nederlandse wetgever verschillende bevoegdheden geïntroduceerd om woningen te sluiten of te ontruimen, maar er blijft behoefte bestaan aan verfijndere instrumenten om woonoverlast aan te pakken. Op dit moment zijn er grofweg twee opties om overlast aan te pakken: de overlastgever een bestuurlijke waarschuwing geven of hem uit huis plaatsen. De eerste optie is te licht en heeft meestal geen effect. De tweede optie is te zwaar en leidt vaak tot verplaatsing van het probleem.
Verstand van zaken
Overlastgevers krijgen een specifieke gedragsaanwijzing Op 1 september 2014 is het Wetsvoorstel Aanpak Woonoverlast ingediend. Met dit voorstel wordt beoogd een tussenvorm te bieden waarmee de overheid gericht kan optreden en maatwerk kan leveren, zodat overlast in een vroeg stadium effectief kan worden aangepakt. Het wetsvoorstel introduceert een nieuw artikel 151d in de Gemeentewet. Dit artikel creëert de mogelijkheid om een specifieke gedragsaanwijzing te geven. Hierin kan worden aangegeven welke handelingen de overlastgever moet verrichten of juist nalaten. In de Memorie van Toelichting wordt aangegeven dat bijvoorbeeld bepaald kan worden dat de overlastgever slechts een beperkt aantal bezoekers mag ontvangen, na een bepaalde tijd helemaal geen bezoek meer mag ontvangen, zijn hond moet muilkorven of anderszins moet zorgen dat de hond geen overlast bezorgt, geen luide muziek mag draaien enz. Als deze aanpak niet blijkt te werken kan de burgemeester verdergaande maatregelen nemen, zoals oplegging van een dwangsom of uitvoering van de gedragsaanwijzing op kosten van de overlastgever. Als ook dat niet helpt kan alsnog tot uithuisplaatsing worden besloten. Het wetsvoorstel is in het voorjaar van 2014 ter consultatie aan, onder meer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en AEDES (vereniging van woningcorporaties) voorgelegd. Uit de reacties blijkt dat zowel gemeenten als woningcorporaties inderdaad behoefte hebben aan aanvullende instrumenten in het kader van de aanpak van woningoverlast. Naar aanleiding van de adviezen en consultaties is het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast en verbeterd en is het aan de Tweede Kamer ter behandeling aangeboden.
Gemeenten mogen zelf kiezen of ze het nieuwe middel inzetten Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zal er dus aan de reeds bestaande middelen een extra bestuursrechtelijk middel worden toegevoegd. Of de burgemeester van een gemeente deze extra bevoegdheid daadwerkelijk krijgt, zal worden beslist door de betreffende gemeenteraad. Dit kan dus per gemeente verschillen. We zullen dus nog even geduld moeten hebben, maar de kans is groot dat na inwerkingtreding van de nieuwe Wet Aanpak Woonoverlast de (relatieve) rust voor veel Nederlanders weer binnen bereik komt.
6
Woningcorporatiestelsel op de schop door Bart Poort, vastgoed
Het stelsel van woningcorporaties gaat aanzienlijk veranderen. Op 5 juli 2012 is het ‘wetsvoorstel tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting’ door de Tweede Kamer aangenomen. Het gaat hierbij om wijziging van de Woningwet en een aantal andere wetten. De Eerste Kamer is destijds aan de behandeling niet toegekomen vanwege de komst van een nieuw kabinet. Nu wordt het wetsvoorstel eerst nog aangevuld door middel van een novelle.
houden op de woningcorporaties en op de naleving van de regels voor staatssteun; • er wordt een scheiding aangebracht, administratief of juridisch, tussen de Daeb-tak en de niet Daeb-tak; en • het toezicht op en binnen de corporatiesector wordt versterkt door onder meer aan de leden van de Raad van Toezicht wettelijke kwaliteitseisen te stellen en goedkeuring door de Raad van Toezicht op te nemen voor investeringen vanaf € 3.000.000.
De wetgever introduceert in het wetsvoorstel een nieuw begrip ‘diensten van algemeen economisch belang (Daeb)’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Daebtaken en niet-Daeb-taken. Kort gezegd komt dit neer op een onderscheid tussen respectievelijk sociale en commerciële huur, en andere vastgoedactiviteiten. Als Daeb-kerntaak dienen de corporaties zich te richten op het huisvesten van lagere inkomens. Ook zal het toezicht worden versterkt en gemeenten en corporaties dienen bindende prestatieafspraken te gaan maken over wat lokaal mogelijk en nodig is. Dit zijn de belangrijkste elementen van het gewijzigde wetsvoorstel van minister Blok (Wonen) dat op 20 juni 2014 is ingediend bij de Tweede Kamer.
Achtergrond wetswijziging De achtergrond voor de herziening van de Woningwet wordt onder andere gevormd door nieuwe eisen vanuit Brussel op het gebied van staatssteun. Onverstandige investeringen en een risicovol financieel beleid hebben deze druk om veranderingen nog verder opgevoerd. Op 30 oktober 2014 is het onderzoeksrapport van de Parlementaire Onderzoekscommissie Woningcorporaties verschenen. In dit rapport heeft Kamerlid Van Vliet een aantal voorstellen gedaan voor de herinrichting van het speelveld van woningcorporaties. Het onderzoeksrapport verschilt op een aantal punten van de novelle, onder meer op het gebied van toezicht, de borging van leningen, niet-Daeb bezit en de inspraak van huurders. Het onderzoeksrapport en de novelle worden in de week van 8 tot 11 december 2014 door de Tweede Kamer behandeld.
Wijzigingen Volgens het wetsvoorstel is het doel van de wijzigingen om het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. De belangrijkste wijzigingen kunnen als volgt worden samengevat: • De huidige toezichthouder, het Centraal Fonds Volkshuisvesting, krijgt een opvolger: de Financiële Autoriteit woningcorporaties. Deze gaat extern financieel toezicht
Gevolgen wetswijziging De gevolgen voor de corporaties en de praktijk zullen uiteindelijk zijn: minder vrijheid, een kleiner werkgebied en strenger toezicht. De wetgever wenst dat woningcorporaties zich weer met hun kerntaken bezig gaan houden, te weten het beheren en verdelen van de sociale huursector. Of dit een verstandig besluit is, zal de praktijk leren.
7
Recht in de ogen van
CIJFERS EN FEITEN SINDS
JANUARI 2011
MEDEWERKERS 21 OMZET
CA. 30 MILJOEN EURO (2014)
WEBSITE WWW.PRIJSVRIJ.NL WEBSITE IS RESPONSIVE ( VOOR ALLE APPARATEN GESCHIKT )
zetten, maar niet opnieuw in onderhandelingen terecht komen. Je hoort vaak in overnamesituaties dat de advocatenkantoren soms opnieuw het uiterste eruit willen halen, met alle risico’s voor de deal. Het pakte fantastisch uit, ook met de andere adviseurs. Bij de kickoff meeting zaten er 23 externe adviseurs van ReWe tegenover ons. Dat werden er gelukkig al heel gauw minder.”
“EEN GOEDE ADVOCAAT GEEFT JE EEN STUK RUST. JE HEBT NU HET GEVOEL: HET IS IN GOEDE HANDEN.” Internetreisbureau Prijsvrij.nl is genomineerd voor webwinkel van het jaar. “Ons geheim?” Eigenaar-directeur Marc van Deursen hoeft niet lang na te denken: “De combinatie van mensen die we verzameld hebben. De meeste van ons werken al 5 tot 12 jaar samen als team. We hebben samen ervaring opgedaan en nog steeds groeien we en klopt het steeds meer.” Dat teamwerk herkent hij bij Holla Advocaten: “Luuk Jonker en Kim de Bonth hebben fantastisch proceswerk gedaan. En bij de overname door DER Touristik kregen we uitstekend advies van Robert van Muijen en Niels Verweij.” Prijsvrij biedt reizen aan van diverse touroperators en levert daar een geolied servicenetwerk bij. Directe respons op de klant levert hoge waardering op – en dus meer toestroom van klanten. “We zijn te allen tijde bereikbaar via telefoon en social media. Op Twitter volgen we alle tweets over onze reizen. Zo kunnen we bij een vertraagde vlucht meteen actie ondernemen naar onze klant.”
8
Succes in vechtmarkt In juli 2014 is Prijsvrij voor de helft overgenomen door DER Touristik, de reisdochter van de ReWe-groep. “Dat is in Duitsland de tweede grootste reisaanbieder met zo’n 2.500 reisbureaus en een eigen hotelketen. Ongeveer de helft van hun reisproducten loopt nog via reisbureaus. In dat opzicht loopt Nederland echt voor. Om die reden is Prijsvrij een interessante strategische partner, want wij bieden 100% online aan de consument aan. Wij hebben door onze aanpak in de moeilijke vechtmarkt - die de reisbranche toch is - in korte tijd een succesvol bedrijf opgebouwd. Dat was opgevallen.” Voor DER Touristik gaat Marc van Deursen directe online reiswebsites uitrollen, om te beginnen in Oost-Europa. “Voor ons is DER interessant, want nu zijn we zeker van onze content. DER heeft een sterke positie op de Amerikaanse en Aziatische markt als incoming agent.” De sterke strategische partner geeft Marc van Deursen de rust en ruimte om verder te ondernemen in de internetreisbranche.
Eerlijk zaken doen Het internetsucces heeft een keerzijde: steeds meer touroperators gaan zelf rechtstreeks aanbieden aan de consument. “Op zich begrijpelijk, maar dan moet je eerst je overeenkomst met je bestaande internetpartner uitdienen of andere afspraken maken. Wij kwamen er vrij snel achter dat een touroperator op z’n eigen site lagere prijzen aanbood. Ik heb er eerst alles aan gedaan om er op een andere manier uit te komen, maar soms ontkom je er niet aan om naar de rechter te gaan. Je hebt ook je verantwoordelijkheid voor je personeel, het omzetverlies bracht echt schade toe aan de onderneming. Met Luuk Jonker heb ik in het verleden al heel goede ervaring opgedaan. Hij is een rustige persoon die gewoon naar feiten kijkt en van daaruit zijn pleidooi houdt. Samen met zijn collega Kim de Bonth heeft hij voor ons bij de rechter die schending van de agentuurovereenkomst aanhangig gemaakt. Er was veel bewijsmateriaal. Uiteindelijk heeft de touroperator meer dan een miljoen euro aan ons moeten uitkeren. Het vonnis is nog uitgebreid besproken in het Financieele Dagblad. Er is overigens nog wel een hoger beroep aanhangig.” Daar ziet Marc van Deursen nu niet meer tegenop: “Een goede advocaat geeft je een stuk rust. Je hebt nu het gevoel: het is in goede handen.”
Overname prima begeleid Robert van Muijen adviseerde bij de overname, waar Marc van Deursen erg content mee is: “Robert is zo’n rustige aimabele persoon, hij heeft geen ego dat in weg zit. Wij hadden een goede klik met DER en van tevoren al veel besproken. Dat wilden we juridisch op papier laten
9
In het bankje van...
In het bankje van...
...een ontslagzaak op zitting door Martijn Huisman, arbeidsrecht
...de onderneming die wil investeren door Monieke Linck, banking & finance
De casus Donderdagmiddag belt mevrouw de Luy van SonderJansen B.V. met het verzoek om een ‘legal opinion’ af te geven. SonderJansen is een internationaal bedrijf dat is gespecialiseerd in de import, export en productie van bevroren groenten en fruit. Ze staan op het punt een omvangrijke investering te doen waarvoor zij een financiering hebben aangetrokken van een Zwitserse bank. De financiering moet uiterlijk dinsdagochtend om 12.00 uur beschikbaar zijn, omdat de investering ook op die dag gedaan moet worden. Als voorwaarde voor het ter beschikking stellen van de financiering verlangt de Zwitserse bank echter nog een legal opinion van een Nederlandse advocaat. Legal opinion Een legal opinion is een schriftelijk advies waarin een advocaat (en/of belastingadviseur) aan de ontvanger van de legal opinion adviseert over de rechtsgeldigheid van de voorliggende transactie (het aangaan van een overeenkomst). Het doel van de legal opinion is simpel: een vaak buitenlandse partij wil weten of de partij met wie zij in zee gaat in staat is om de transactie aan te gaan en wat de eventuele risico’s daarvan zijn naar het (belasting)recht van het land van de advocaat die de opinie afgeeft. Een buitenlandse partij die een overeenkomst aangaat met een Nederlandse B.V. zal dus bijvoorbeeld willen weten of de betreffende B.V. rechtsgeldig is opgericht, juist is vertegenwoordigd bij het aangaan van de overeenkomst
10
en rechtsgeldig is gebonden aan de verplichtingen uit de overeenkomst. In een legal opinion geeft de advocaat antwoord op (onder andere) deze vragen, en wijst hij op de risico’s die naar Nederlands recht zijn verbonden aan het aangaan van de betreffende overeenkomst. Het verkrijgen van een legal opinion is de moeite waard voor iedere onderneming die een belangrijke en/of omvangrijke overeenkomst sluit met andere partij. In deze legal opinion worden namelijk onregelmatigheden en eventuele risico’s bij de overeenkomst in kaart gebracht. Bij de afgifte van een legal opinion aan een bank is vaak de nodige haast geboden, omdat de afgifte een voorwaarde is voor de verstrekking van de financiering, en de financiering op haar beurt weer noodzakelijk is voor het doen van een bepaalde investering. Zo ook bij SonderJansen. Direct na het verzoek van SonderJansen hebben wij de financieringsdocumentatie beoordeeld en de legal opinion opgesteld. Ook hebben wij het benodigde concept-bestuursbesluit opgesteld. Vervolgens volgde er afstemming van de tekst van de legal opinion met de Zwitserse bank. Nadat deze bank op basis van de afgestemde tekst voldoende comfort had verkregen over de juridische risico’s in Nederland van de financiering aan SonderJansen, kon de legal opinion worden afgegeven. Enkele uren later ontvingen wij het heugelijke bericht van de cliënt dat de gelden waren ontvangen en de investering succesvol was gedaan. Van harte gefeliciteerd SonderJansen!
Werpt het nieuwe ontslagrecht zijn schaduw nu al vooruit? Het kan bijna niemand ontgaan zijn. Per 1 juli 2015 verandert het ontslagrecht ingrijpend en is het ook de bedoeling dat dit een ander klimaat voor ontslagvergoedingen met zich meebrengt. Uitgangspunt is dat de vergoedingen in de meeste gevallen aanzienlijk lager zullen zijn dan nu het geval is. Is daar al iets van te merken in de ontslagzaken die nu voor de rechter komen? Of heeft iemand die op 1 juni 2015 wordt ontslagen geluk (nou ja) en iemand die op 1 augustus 2015 wordt ontslagen gewoon pech? Wet Werk en Zekerheid Met de WWZ wordt de alom bekende kantonrechtersvergoeding ingeruild voor de transitievergoeding: een basisvergoeding die alleen in uitzonderingsgevallen nog verder wordt aangevuld. Een véél kariger vergoeding, waarbij 1/3 maandsalaris per dienstjaar het uitgangspunt is.
In elke ontslagzaak die nu op zitting komt wordt wel gerefereerd aan de aanstaande wijzigingen. De tijd dat kantonrechters zonder toelichting zeggen dat ze nu het huidige recht toepassen en niets te maken hebben met het nieuwe ontslagrecht lijkt definitief voorbij. Zo gaat het vaak: hoe dichter we bij de inwerkingtreding van een nieuwe wet komen, hoe meer anticiperende werking die krijgt. De wet geeft geen geleidelijke overgang. Er zullen daarom straks beslist werknemers zijn die het feit dat ze bijvoorbeeld 2 maanden langer in dienst blijven “beloond” zien worden met een verdamping van meer dan de helft van een vergoeding. De trend om eerder lagere vergoedingen toe te wijzen dan hogere is ingezet. Soms wordt dat expliciet gemotiveerd met verwijzing naar het veranderend maatschappelijk speelveld. Maar sommige rechters doen met verwijzing naar de nieuwe wet juist niets met dit speelveld. Zij wijzen er dan terecht op dat lagere vergoedingen maar één onderdeel van het nieuwe ontslagrecht zijn. Want met de WWZ wordt een ontslag wel goedkoper, maar tegelijkertijd ook vaak moeilijker. Zonder waterdicht dossier kom je er dan niet meer. Deze kantonrechters stellen dat het een van beide is en niet een gemakkelijk én goedkoop ontslag.
Spectaculaire verschillen Twee rekenvoorbeelden laten zien dat het hier niet om niets gaat. De 45-jarige werknemer die - noem eens - 15 jaar en 7 maanden in dienst is, zou op basis van de neutrale kantonrechtersformule bij een maandsalaris van € 3.000 een bedrag van € 39.000 meekrijgen. Straks wordt dat € 18.250. Blijft deze werknemer nog 10 jaar langer, dan worden de bedragen respectievelijk € 63.000 en € 25.750. Gemiddeld bedraagt het verschil 1/3 tot de 1/2. Doen kantonrechters er nu al iets mee en wat dan?
Conclusie Daar waar de wet zekerheid in haar naam heeft staan, zal dat de komende tijd in de rechtspraktijk nog niet blijken.
11
HALLO HOLLA Juridische masterclasses met Elba Media 13 januari & 23 april 2015, 15.00 uur - 18.00 uur
Holla Alumni bijeenkomst 26 maart 2015
Holla Advocaten zal in samenwerking met Elba Media twee juridische masterclasses organiseren. Elba Media is de uitgeverij van vakinformatie op het gebied van gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening. De masterclasses richten zich op overheden, woningcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen en vastgoedpartijen. Op 13 januari 2015 wordt er een masterclass georganiseerd over de voorgestelde wijzigingen van het woningcorporatiesstelsel. Over de masterclass van 23 april 2015 volgt nog nadere informatie.
Contacten verwateren door afstand en tijd. Bent u als alumnus ook benieuwd wat er van uw oud-kantoorgenoten is geworden en wilt u hen weer eens ontmoeten? Zoals beloofd brengen we u graag weer hoogst persoonlijk in contact met elkaar. Jaarlijks organiseren wij een Holla Alumni bijeenkomst op de vierde woensdag van maart.
Seminar Privacy in de Zorg 26 januari 2015, 14.45 uur - 18.00 uur
Wij zullen u informeren over de wetswijzigingen, en waar u in uw processen rekening mee moet houden. Wanneer u weet waar de mogelijkheden en onmogelijkheden liggen, kunt u hier voortijdig op inspelen. U staat dan sterk als professional en u voorkomt onnodige ergernissen.
Is uw organisatie privacyproof? Binnen uw instelling krijgt u meer en meer te maken met regelgeving op het gebied van privacy. Hierbij kunnen lastige vragen naar voren komen. Want: wie moet er allemaal in het aangelegde patiëntendossier kunnen kijken? En met wie mogen er (medische) gegevens worden gedeeld, zowel binnen als buiten uw organisatie? Maar ook: hoe zit het met de beveiliging van alle gegevens in uw ICT-systeem dat elders wordt gehost; wordt er wel voldaan aan alle beveiligingsstandaarden, en wie is er verantwoordelijk bij een datalek? En o ja, hoe lang mag of moet u gegevens eigenlijk bewaren? Holla Advocaten legt het u graag uit tijdens het seminar dat op 26 januari 2015 wordt georganiseerd.
Holla ontzorgt Holla Advocaten is iedere donderdag aanwezig in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch. Wij zijn iedere donderdag tussen 13.00 - 18.00 uur aanwezig in de OverlegkameR. Heeft u een juridische vraag? Loop dan bij ons binnen.
U kunt zich voor al onze seminars aanmelden via onze website www.holla.nl/evenementen
Verkozen tot nummer 1 advocatenkantoor door MT 100
Editie 6 | December 2014 | Jaargang 2
Ontbijtseminars Arbeidsrecht Mei 2015, 7.45 uur - 9.45 uur
COLOFON
Holla Advocaten
Redactie
Stationsplein 99-101 | 5211 BM ’s-Hertogenbosch | +31 73 61 61 100
Anke Groffen Daniëlla Nijman Kim de Bonth Sigrid Drukker
Beukenlaan 46 | 5651 CD Eindhoven | +31 40 23 80 600 www.holla.nl |
[email protected]