Interne post H Hoogeveen
HOOGEVEEN
*H.07.00678*
gemeester en wethouders Onderwerp: Vaststelling beleidsnotitie permanente bewoning recreatiewoningen Voorgesteld besluit: 1. Kennisnemen van en instemmen met het commentaar op de ingediende inspraakreacties 2. De nota met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen vaststellen 3. De raad informeren over het beleid door voorlegging van de beleidsnotitie 4. Na instemming van raad het beleid publiceren, starten met uitvoering en daarvoor akkoord te gaan voorschot op budget 2008 Genomen besluit (met datum)
Parafen met datum Afdelingsmanage:
Concernstaf
Juridisch control Financial control ICT-officer HRM-offïcer 21 augustus 2007 Datum Ruimte Afdeling A. Harms / E. Kuipers Rapporteur 1715 Telefoon Besluit en stukken openbaar? Ja Zo ja : geen actie richting pers Zo nee, waarom niet? Programma: Nader te bepalen Programmabestuurder: W. van der Zwaag Overleg gevoerd met: Akkoord: Naam: A. Harms A. Middelveld
Aard voorstel: Ja Strategisch > € 50.000 Politiek gevoelig Calamiteit Risico's:
Nee
D Hoog Laag Geen
Financieel risico Juridisch risico ICT-risico HRM-risico Ander risico, nl.
D D D D Ja
Behandelen in raad Documentnaam: College Gegevens DFV
2 1 AUG 1W Kuliwu, Opmerkingen college akkoord Burgemeester Weth. WvdZ Weth. AB Weth. KS Weth. APJ Secretaris
bespreken
Opmerkingen
Nee
D
vaststelling beleidsnotitie Gerelateerd Corsa documentnr:
10 OKT 2007
Archief
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vaststelling beleidsnotitie permanente bewoning recreatiewoningen Voorgesteld besluit 1. Kennisnemen van en instemmen met het commentaar op de ingediende inspraakreacties 2. De nota met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen vaststellen 3. De raad informeren over het beleid door voorlegging van de beleidsnotitie 4. Na instemming van raad het beleid publiceren, starten met uitvoering en daarvoor akkoord te gaan voorschot op budget 2008 Beoogd resultaat De vaststelling van het gemeentelijk beleid ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen. Inleiding Voor de aanleiding en de inhoudelijke achtergronden verwijzen wij naar bijgaand voorstel aan uw College d.d. 21 november 2006, waarin wordt voorgesteld de beleidsnotitie ter inzage te leggen ten behoeve van inspraak. Ook verwijzen we naar de beleidsnotitie, die bij dit voorstel is gevoegd. Hierin heeft uw College gekozen voor variant V: het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen aan permanente bewoners van recreatiewoningen die al permanent woonden voor de datum van 21 november 2006 (peildatum). Hiermee wordt de meest soepele houding betracht, die het beleid van het Rijk en de provincie mogelijk maken. Onderstaand gaan we in op de tot dusver gevoerde procedure, de ingekomen reacties en het vervolgtraject. Tot dusver gevoerde procedure De beleidsnotitie permanente bewoning recreatiewoningen heeft vanaf 18 januari gedurende 6 weken ter inzage gelegen ten behoeve van inspraak. Ook is op 15 januari j.1. een informatie-avond gehouden in het raadhuis en zijn alle betrokkenen schriftelijk ingelicht over de gang van zaken en het nieuwe beleid. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn 9 reacties ingekomen. Het betreft de volgende reacties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
D. Lotte, Sumatrakade 1333,1019 RM Amsterdam; C.H.J. de Geus, Schaperstraat 5, 9722 LN Groningen; R. van der Werf, Hendrik Reindersweg 28-40 7933 TW Pesse; C.J. Smits, Kramsvogellaan 7,2566 CA Den Haag; I. Kleiman, Vredenluststraat 15,7906 BM Hoogeveen; F.A.L.J. Babonnick, Wintertalinglaan 5,1343 AV Almere; J.W. van der Veen, Tentakkers 19, 7933 RE Pesse; Vereniging Bungalowpark de Nuilervennen, p/a H. Reindersweg 28-125,7933 TW Pesse; 9. J. Beldman, Slotgraskamp 43,8162 KK Epe; 10. S. van Weert, H. Reindersweg 28-27 7933 TW Pesse; 11. Dhr. Donkers, Johan van Oldebarneveldtlaan 149, 2582 NP Den Haag.
Pagina 2 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders H-rBiir. Doiikci-3, Johon van Oldobümevddtlaan 119, 2382 NP Den Haag. Onderstaand worden de reacties puntsgewijs samengevat en van commentaar voorzien. 1. D. Lotte, Sumatrakade 1333,1019 RM Amsterdam a. In beleidsregel I wordt gesteld dat de gemeente blijft streven naar legalisatie van permanente bewoning door middel van wijziging van het bestemmingsplan. De heer Lotte vraagt zich af, of er dan nog wel ruimte over blijft voor recreanten na nadat deze bestemmingswijziging naar wonen door is benut, of dat de eigenaren gezien de waarde van de woningen dan door uw gemeente gedwongen kunnen worden binnen het huurbeleid en toewijzing van woningen aan potentiële huurders beneden een bepaalde inkomensklasse over te moeten gaan of tot zelfbewoning of tot gedwongen verhuur. Naar zijn mening moet het recreëren mogelijk blijven. b. In beleidsregel II wordt gekozen voor afgifte van persoonsgebonden beschikkingen aan alle permanente bewoners van recreatiewoningen. Hierbij komen alleen bewoners van recreatiewoningen in aanmerking, die op de peildatum van 21 november 2006 in de Gemeentelijke Basisadministratie staan ingeschreven. Het is dus voldoende om ingeschreven te staan in de GBA voor het verkrijgen van deze persoonsgebonden beschikking, zonder dat men feitelijk woont in de recreatiewoning. Woont men wel feitelijk in een recreatiewoning, doch heeft men zich nooit in laten schrijven als permanente bewoner in de GBA, dan zal er binnen deze beleidsregel geen mogelijkheid zijn op andere wijze in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden beschikking. Onder 4.4.6 wordt de hardheidsclausule genoemd. In de uiteindelijke bewoordingen van beleidsregel IV ontbreekt echter de mogelijkheid een beroep te doen op de genoemde hardheidsclausule. c. In de beleidsregels wordt niet ingegaan op de mogelijkheid die door de minister van VROM via de ouderenregeling recreatiewoningen wordt geschapen. De heer Lotte is van mening dat dat in beleidsregel II zeker de mogelijkheid moet worden gegeven op grond van de door de minister genoemde gronden een gedoogbeschikking permanente bewoning te verkrijgen als men voor 1 november 2008 aan deze voorwaarden voldoet. Toepassing van deze beleidsregel zal slechts nog maar weinig eventueel voor uw gemeente toekomstige bewoners treffen, zeker gezien het aantal bewoners dat al voldoet aan de toetsingsregel van inschrijving in het GBA voor 21 november 2006. Overigens hebben Burgemeesters en wethouders van de gemeente Ruinen op 31 januari 1983 een verklaring afgegeven dat het gebruik van mijn recreatie woning beperkt is op grond van het bestemmingsplan, de Verordening op de recreatiewoonverblijven en de Verordening op de seizoenverblijven; dat het gebruik is toegestaan gedurende de zomermaanden (april tot oktober), en dat er vrijstelling is verleend voor de vakanties en weekeinden buiten het zomerseizoen, waarbij onder vakanties ook worden begrepen vrije dagen, evenwel met de restrictie, dat het aantal vrije dagen niet zodanig mag zijn dat dit leidt tot een permanente bewoning van het zomerhuisje; het zomerhuisje mag niet als hoofdverblijf worden gebruikt. Op grond van deze verklaring heeft de heer Lotte zich nimmer in laten schrijven in de GBA van de gemeente Ruinen, later ingedeeld bij de gemeente Hoogeveen. Op grond van deze beschikking is het voor hem echter wel mogelijk, gezien zijn huidige leeftijd van 72 jaar, om zeer langdurig te verblijven in het betreffende zomerhuisje. d. Beleidsregel IV spreekt over handhaving in nieuwe situaties van permanente
Pagina 3 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders bewoning na de door u genoemde peildatum in beleidsregel II. Onder punt 2, wanneer woont iemand permanent in een recreatiewoning, wordt de duur van het verblijf genoemd. Op grond van de verstrekte beschikking kan dan naar de mening van de heer Lotte alleen gesproken worden over permanent verblijf wanneer 365 of 366 dagen per jaar in het betreffende zomerhuisje wordt overnacht, en er bovendien een inschrijving in de GBA is. De heer Lotte zal het dus op prijs stellen dat het gedoogbeleid wordt uitgebreid binnen de beleidsregels met de zogenaamde ouderenregeling, dat beleidsregel IV wordt aangepast aan de reeds verleende vrijstellingen, en dat binnen de beleidsregels de mogelijkheid wordt geschapen om een beroep te doen op de genoemde hardheidsclausule. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Ad.a Op dit moment is het niet mogelijk, in deze gevallen de bestemming van de recreatiewoningen te wijzigen naar (permanent) wonen. Op het moment dat dit wellicht wel mogelijk zou worden, en de gemeente Hoogeveen maakt dit vervolgens ook echt mogelijk, betekent dat geenszins dat recreeren niet meer mogelijk zou zijn. Ook op dat moment blijft het recreatief gebruik van de woning zonder meer mogelijk, omdat elke eigenaar dan vrij is om te bepalen in hoeverre hij of zij wel of niet permanent wil wonen in de woning. De situatie is op dat moment vergelijkbaar met iemand die nu twee 'normale' woningen bezit en zelf bepaalt hoe daarmee omgegaan wordt en waar hij of zij wanneer wil verblijven. Eventueel beleid omtrent huren speelt daarbij geen enkele rol. Daarbij komt dat met de werkwijze van de persoonsgebonden beschikkingen sprake is van een 'uitsterfconstructie' waarbij op termijn steeds meer woningen als recreatiewoningen beschikbaar komen als gevolg van verhuizingen. Ad.b Inderdaad is de Gemeentelijke Basisadministratie het belangrijkste middel om te bepalen of iemand permanent woont of niet. Dit is gedaan omdat men maar op een plaats tegelijk ingeschreven kan staan, en het aannemelijk is te veronderstellen dat iemand die zich inschrijft in een recreatiewoning, daar ook daadwerkelijk woont. Op het moment dat geen sprake is van een inschrijving in de GBA en men wel in staat is overtuigend aan te tonen dat men reeds voor de peildatum permanent in de woning woonde, kan met succes een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. Dit is in de notitie duidelijk omschreven. Omdat sprake is van een afwijking van het beleid, is het niet nodig dit in de beleidsregels als zodanig op te nemen; de huidige wijze van formuleren in de notitie volstaat. Ad.c De zogenaamde 'ouderenregeling', welke in een eerder stadium bekend stond als de motie Veenendaal, strekte ertoe dat (vervroegd) gepensioneerden een gedoogbeschikking bij hun gemeente kunnen aanvragen, wanneer zij op dat moment schriftelijk kunnen aantonen dat zij: • ouder zijn dan 65 jaar of gepensioneerd zijn, én • de recreatiewoning vóór 31 oktober 2003 al in hun bezit hadden, én • de woning als hoofdwoning gebruiken of gaan gebruiken, hetgeen blijkt uit inschrijving in de GBA, én • de recreatie woning minimaal 5 jaar in bezit hebben.
Pagina 4 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Deze motie is uiteindelijk in de behandeling in de Tweede Kamer niet als zodanig overgenomen, en bevat dus geen rechtskracht. Bij de behandeling van deze briefin de Tweede Kamer op 8 februari 2006 bleek dat er voor deze ouderenregeling geen draagvlak is. De Kamer is geen voorstander van het treffen van een regeling voor een specifieke groep, omdat dit ten opzichte van andere bewoners naar de mening van de Kamer niet rechtvaardig is. In plaats daarvan is gekozen voor een regeling in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, die betekent dat vrijstelling van het bestemmingsplan kan worden verkregen voor het tijdelijk permanent bewonen van een recreatiewoning, onder de volgende voorwaarden: 1. de aanvraag betrekking heeft op een recreatiewoning die niet is gelegen in een bij de planologische kernbeslissing Nota Ruimte (Stcrt. 2006, nr. 41) als waardevol of kwetsbaar aangegeven gebied, noch in een bij besluit van de betrokken gemeenteraad of provinciale staten als zodanig aangegeven gebied noch in een krachtens artikel 10, 10a of 12 van de Natuurbeschermingswet 1998 aangewezen gebied; 2. de recreatie woning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen; 3. bewoning in elk geval niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden; 4. de aanvrager voor, doch in elk geval op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sindsdien onafgebroken bewoont. Bovendien geldt de vrijstelling uitsluitend voor de aanvrager en diens echtgenoot of echtgenote dan wel geregistreerde partner. De vrijstelling vervalt in elk geval zodra deze personen de bewoning beëindigen. En vrijstelling wordt niet verleend, indien de verlening in strijd is met door de gemeente gevoerd handhavingsbeleid ten aanzien van het gebruik van recreatiewoningen. Er bestaat dus, ondanks het aanvankelijke voornemen van de minister, geen specifieke regeling voor ouderen in het Rijksbeleid. De regeling zoals deze nu in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening is opgenomen, biedt geen aanvullende mogelijkheden bovenop de mogelijkheden die ons College met de huidige beleidsnotitie wil bieden. Immers, in de nu door ons voorgestelde regeling is de peildatum voor een beschikking veel later vastgesteld, en wordt bovendien vrijstelling verleend van die eisen van het Bouwbesluit die geen betrekking hebben op veiligheid en gezondheid. De huidige beleidsnotitie kan daarom ook niet op de regeling worden aangepast. Daarnaast merken wij op, dat wij de door de voormalige gemeente Ruinen afgegeven beschikkingen respecteren. De daarin opgenomen rechten blijven dan ook onverkort van kracht.
Ad.d
Pagina 5 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Als reeds vermeld bestaat geen specifieke regeling voor ouderen. Aanpassing op het punt van de hardheidsclausule is als vermeld niet nodig. Wel zullen wij een aanpassing verwerken die de bestaande rechten die zijn toegekend door de voormalige gemeente Ruinen, respecteert. 2. C.H.J. de Geus, Schaperstraat 5,9722 LN Groningen a. De heer De Geus (hierna te noemen: adressant) reageert als recreant, daar hij al 35 jaar recreatief gebruik van de recreatiewoning maakt. Het valt adressant op hoe negatief ons College naar zijn mening oordeelt over de recreatieve waarde van het Nuilerveld. En de vaste recreanten komen volgens hem slechts zijdelings ter sprake. "Het probleem" (pag. 2) is alleen het al dan niet legaliseren van permanente bewoning. Met dat probleem hangt wel samen dat de recreatieve aantrekkelijkheid van het terrein momenteel ondermijnd wordt, aldus adressant. Hij wijst erop dat het Nuilerveld in de afgelopen ruim 35 jaar altijd buitengewoon aantrekkelijk was voor die recreanten die rust, stilte en natuur zochten. Dat zijn volgens hem niet mensen die veel luxe zoeken. Het ontbreken van meer voorzieningen is voor hen nauwelijks een bezwaar, eerder een aanbeveling. Vervolgens schetst adressant de naar zijn oordeel grote recreatieve waarde van het gebied. Hij is van mening dat de gemeente een positiever oordeel zou moeten hebben over het feit dat er nu in Drenthe een grote diversiteit aan recreatiewoningen aangeboden wordt, zodat veel verschillende groepen recreanten aangesproken kunnen worden. b. Naar de mening van adressant is het toelaten van permanente bewoning op ruime schaal, door bewoners die geen betaalbaar alternatief hebben, een grotere hindernis voor toekomstige recreatieve exploitatie, dan het ontbreken van voorzieningen, slechte promotie, enz. Adressant noemt een aantal negatieve effecten van permanente bewoning. c. Adressant verzoekt dringend het zogenaamde Deense model opnieuw positief te willen overwegen. Dan wel het aantal beschikkingen zodanig te beperken dat een evenwicht tussen vaste bewoners en recreanten hersteld wordt. Hij betreurt het te moeten lezen dat de gemeente bereid is serieus te overwegen om de bescherming van het natuurterrein "het Nuilerveld" door bestemmingsplan en landelijke ecologische hoofdstructuur aan te tasten, in plaats van vasthoudend te verdedigen. De problematiek zou in zijn optiek minder ernstig zijn wanneer de gemeentes Ruinen en Hoogeveen actiever het karakter van het Nuilerveld verdedigd hadden. Zowel ons college, als voorheen dat van Ruinen, als de koopaktes zijn volkomen duidelijk geweest over de ongewenstheid en onwettelijkheid van permanente bewoning. Er gebeurde alleen nooit wat. Adressant was pijnlijk verrast dat nu zelfs in een stuk van minister Dekker bewoners die hun illegale bewoning jarenlang hebben kunnen rekken "schrijnende situaties" genoemd worden. d. Adressant geeft aan, dat recreanten extra belast worden met de forensenbelasting, bovenop de gebruikelijke gemeentelijke heffingen.
Reactie College van burgemeester en Wethouders:
Pagina 6 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Ad. a / b Wij betreuren het feit dat adressant het oordeel van ons College omtrent de recreatieve waarde van het park als negatief beschouwt, omdat ook wij de recreatieve en landschappelijke waarde van het gebied erkennen. Zonder dit standpunt teniet te willen doen, constateren we echter ook dat voor hedendaagse, moderne bungalowparken een adequaat voorzieningenniveau een basisvereiste is. Op het Nuüerveld is een dergelijk voorzieningenniveau niet of nauwelijks aanwezig, waardoor het park naar onze mening een beperkte waarde heeft op de recreatieve markt. Wel merken we op, dat met het afgeven van de beschikkingen het recreeren altijd mogelijk blijft en geen geweld wordt aangedaan. Voor adressant betekent de huidige werkwijze in de praktijk dan ook geen verandering omdat de persoonsgebonden gedoogdbeschikkingen tijdelijk zijn. Met het systeem van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen is in feite sprake is van een zogenaamde 'sterfhuisconstructie'. Hierbij zullen, als gevolg van verhuizingen en het feit dat beschikkingen niet overdraagbaar zijn, steeds meer woningen als recreatiewoning (moeten) worden gebruikt. We constateren dan ook, dat aan de wens van adressant op termijn steeds meer tegemoet gekomen zal worden. Als reeds beschreven zijn wij echter van mening dat het voorzieningenniveau wel degelijk als doorslaggevend moet worden beschouwd in relatie tot de waarde van een park op de recreatieve markt. Ad. c Voor wat betreft ons standpunt inzake het 'Deense Model (de ouderenregeling) verwijzen wij naar onze eerdere reacties. Van beperking van het aantal beschikkingen kan geen sprake zijn omdat dit een verdere inperking van de voorwaarden voor beschikkingen betekent, hetgeen ons College om de in de beleidsnotitie genoemde redenen onwenselijk vindt. Daarnaast merken wij op, dat van een aantasting van het natuurterrein geen sprake is. Ook in het geval dat het park gelegaliseerd zou kunnen worden, blijft het natuurgebied zoals het is. Immers, er worden geen woningen toegevoegd en ook de bestemming van het natuurgebied verandert niet. De stellingname van appellant omtrent schrijnende situaties en het gegeven, dat tot op heden niet is opgetreden tegen permanente bewoning, nemen wij ter kennisgeving aan. Ad.d Er is sprake van een belasting overeenkomstig de mogelijkheden van de Gemeentewet. In het kader van een vermindering van de (administratieve) lasten van zowel de bewoners als het gemeentelijke apparaat heeft de raad een voorstel tot afschaffing van deze belasting heffing aangenomen. 3. R. van der Werf, Hendrik Reindersweg 28-40 7933 TW Pesse (mondelinge zienswijze) a.
De heer Van der Werf geeft aan dat iemand anders (dhr. Akse) huurder is geweest van de woning H. Reindersweg 28-40. Hij staat ook op deze woning ingeschreven in de GBA, sinds 2005. De woning is inmiddels verhuurd aan de heer Van der Werf. De heer Van der Werf wilde zich wel al inschrijven, ook voor de peildatum, maar daarvoor moest volgens Burgerzaken van de gemeente, de heer Akse als zijnde de ingeschrevene, fysiek aanwezig zijn. Dat was echter onmogelijk omdat de heer Akse in het buitenland zat destijds. Betrokkenen geven aan, een beroep te willen doen op
Pagina 7 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders
b.
de hardheidsclausule in het gemeentelijk beleid, omdat er feitelijk sprake is van een situatie waaraan men zelf niets kan doen. Men wenst snel duidelijkheid omdat de huidige ingeschrevene, de heer Akse, zeer binnenkort weer vertrekt naar het buitenland en daarom opnieuw niet aanwezig zou kunnen zijn bij een inschrijving door Van der Werf. Gevraagd wordt wat de mogelijkheden zijn in deze kwestie. Met de heer Kuipers wordt even doorgesproken over deze kwestie. Er kan nog geen uitspraak worden gedaan over deze kwestie omdat het gemeentelijk beleid eerst vastgesteld moet worden. Omdat de heer van der Werf reeds voor de peildatum stond ingeschreven in een andere woning op het Nuilerveld, wordt geconstateerd dat het verstandig is om deze inschrijving te handhaven op dit moment zodat eventueel later (als een eventueel beroep op de hardheidsclausule niet wordt gehonoreerd) alsnog goede kansen bestaan op een beschikking voor deze woning. De heer Van der Werf kan dan na de beleidsvaststelling een beschikking aanvragen voor de andere woning, en een beroep doen op de hardheidsclausule. Het College moet hierin vervolgens een afweging maken. Afgesproken wordt, hetgeen besproken is te beschouwen als inspraakreactie in de procedure tot vaststelling van het gemeentelijk beleid. De heer Van der Werf fungeert als contactpersoon en krijgt na het besluit van College en raad over het beleid, dat besluit thuisgestuurd. Ook geeft de gemeente aan wanneer het beleid is vastgesteld en het mogelijk is een aanvraag tot een beschikking in te dienen c.q. een beroep op de hardheidsclausule te doen.
Reactie College van Burgemeester en Wethouders Aan het bovenstaande, en de daarin opgenomen overwegingen uit het gesprek, hebben wij op deze plaats inhoudelijk niets toe te voegen. Wij adviseren adressant om na de vaststelling van het beleid, een beroep te doen op de hardheidsclausule. Op dat moment moet het gemeentebestuur een afweging maken of hieraan medewerking kan worden verleend. 4. C.J. Smits, Kramsvogellaan 7,2566 CA Den Haag De heer en mevrouw Smits, hierna te noemen adressanten, huren momenteel een woning op het Nuilerveld en staan momenteel niet ingeschreven in de gemeentelijke Basisadministratie. Adressanten willen echter wel graag permanent wonen op het Nuilerveld en wensen daarom een persoonsgebonden beschikking te verkrijgen. Gevraagd wordt, of de Gemeente Hoogeveen niet met terugwerkende kracht beschikkingen kan afgeven, daar is iedereen bij gebaat, aldus adressanten. Bovendien huren adressanten wel al langer dan de peildatum, met het oogmerk om in een later stadium permanent in de recreatiewoning te gaan wonen. Adressanten vragen, of de ouderenregeling wellicht een optie is, en of het zinvol is zich nu alsnog te laten inschrijven in de recreatiewoning. Want als de peildatum door de raad nog verder naar achteren wordt geschoven, kan dat wellicht een uitkomst zijn omdat men in zo'n geval wel aan de criteria zou kunnen voldoen. Reactie College van Burgemeester en Wethouders Het is onmogelijk om beschikkingen met terugwerkende kracht af te geven, of deze af te geven aan toekomstige bewoners. Het rijksbeleid is wat dat betreft duidelijk; beschikkingen kunnen alleen worden afgegeven aan die personen die permanent in een recreatiewoning woonden voor een nader door de gemeente te bepalen peildatum. Hierbij kan die peildatum niet in de toekomst liggen. Voor wat betreft de stand van zaken van de
Pagina 8 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders ouderenregeling verwijzen wij naar onze eerdere reactie op dat punt. Ten aanzien van de peildatum merken wij op, dat het nu nog verder naar achteren schuiven van de peildatum in strijd is met het Rijksbeleid. De datum wordt door de gemeente niet zomaar willekeurig bepaald, maar moet ook onderbouwd worden. In het geval van onze gemeente is ervoor gekozen om de datum zo laat mogelijk te leggen, rekening houdend met de restrictie dat deze niet in de toekomst mag liggen. Hierbij is het zo dat de datum is vastgesteld op 21 november 2006, zijnde het moment waarop ons college met het ontwerp van de beleidsnotitie naar buiten is getreden. Hierdoor kon voor iedereen die zich na deze datum permanent in een recreatiewoning vestigde, bekend zijn wat de mogelijke gevolgen van deze keuze kunnen zijn. Omdat huidige bewoners (dus ingeschreven voor de peildatum) ten tijde van de aanvang van de permanente bewoning geen inzicht hadden in de koers van de gemeente, is dat de categorie waarvoor een beschikking is bedoeld. Omdat deze onderbouwing teniet wordt gedaan als de peildatum verder naar achteren wordt geschoven, moet dit worden beschouwd als een strijdigheid met het Rijksbeleid. Om deze reden kan dus niet tegemoet gekomen worden aan het verzoek van adressanten. 5.1. Kleiman, Vredenluststraat 15, 7906 BM Hoogeveen Mevrouw Kleiman geeft aan, dat zij haar woning verhuurt. Ze is het niet eens met de criteria uit de beleidsnotitie, waarin is opgenomen dat iedereen die op de peildatum in de GBA is ingeschreven, een beschikking ontvangt. Dit zou betekenen dat een huurder die is ingeschreven, een beschikking ontvangt en niet de eigenaar. Hierdoor kan de eigenaar de huurder heel moeilijk uit de woning krijgen, en hiermee kan mevrouw Kleiman het niet eens zijn. Verder vraagt mevrouw Kleiman, of zij ook op de hoogte kan worden gesteld als de huurder van haar woning een beschikking vraagt, zodat dit niet langs haar heen kan gaan. Gevraagd wordt, of en zo ja hoe, bezwaar tegen zo'n beschikking kan worden gemaakt. Afgesproken wordt hetgeen besproken is te beschouwen als inspraakreactie in de procedure tot vaststelling van het gemeentelijk beleid. Mevrouw Kleiman krijgt na het besluit van College en raad over het beleid, dat besluit thuisgestuurd. Ook geeft de gemeente aan wanneer het beleid is vastgesteld en het mogelijk is een aanvraag tot een beschikking in te dienen. Reactie College van burgemeester en Wethouders: Het hoofdcriterium dat in het beleid wordt genoemd voor permanente bewoning, is een inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie. Dit criterium is zo genomen omdat iemand door een inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie expliciet aangeeft, een hoofdverblijf te hebben op het ingeschreven adres en daar dus in principe ook permanent woont. Immers, men kan slechts op één adres tegelijkertijd ingeschreven staan. De Gemeentelijke Basisadministratie is voor de gemeente het uitgangspunt om te bepalen of iemand permanent in de woning woont. De vraag, of iemand daadwerkelijk eigenaar is van de recreatiewoning is in principe niet relevant omdat het hier gaat om het afgeven van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen aan personen die voor de peildatum in de woning
Pagina 9 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders woonachtig zijn, ongeacht of iemand eigenaar is of niet. Deze privaatrechtelijke vraag is niet van invloed omdat op basis van ruimtelijk relevante voorwaarden moet worden bezien of iemand permanent woont. Het al dan niet eigenaar zijn van een woning is in dat opzicht niet ruimtelijk relevant. Bovendien is het opnemen van een voorwaarde, dat alleen eigenaren in aanmerking komen voor een beschikking, problematisch voor een bepaald aantal anderen die dan ook geen beschikking meer zouden kunnen ontvangen. Daarnaast lost het uitsluiten van huurders als groep die in aanmerking komt, de problemen van adressante niet op omdat de privaatrechtelijke verhouding tussen huurder en eigenaar feitelijk ongewijzigd blijft. Wel zeggen we toe, adressante op de hoogte te brengen op het moment dat een beschikking wordt aangevraagd door de huurder van de woning. In andere, vergelijkbare gevallen zal dit ook op die manier worden gedaan. Op dat moment is het ook mogelijk om gedurende 6 weken na uitreiking van het besluit aan de aanvrager, bezwaar te maken. 6. F.A.L.J. Babonnick, Wintertalinglaan 5,1343 AV Almere De heer en mevrouw Babonnick (hierna te noemen: adressanten) geven aan, op 24 augustus 2006 al een briefte hebben geschreven aan de heer Kuipers waarin de wens om in de nabije toekomst permanent in onze bungalow op het Nuilerveld te gaan wonen duidelijk gemaakt is. 13 Jaar geleden, september 1993, kochten adressanten de bungalow op het Nuilerveld. Bij aankoop was deze bungalow permanent bewoond. Adressanten kochten deze bungalow met de bedoeling om in de toekomst, na de pensionering in 2008, hier ook permanent in te gaan wonen. Door de gemeente Ruinen en later ook door de gemeente Hoogeveen werd de permanente bewoning op het Nuilerveld gedoogd. Aangezien inmiddels de meeste bungalows op het Nuilerveld permanent bewoond zijn leek dat geen probleem te zijn voor adressanten. Helaas komt nu, vlak voor de pensioneringsdatum van juni 2008, de beleidsnotitie waarin staat dat om in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden beschikkingen men op 21 november 2006 al permanent in de bungalow moet wonen. Dit is in verband met werkzaamheden van adressanten voor hen helaas onmogelijk. Gezien het feit dat adressanten al lang, 13 jaar, eigenaar zijn van de bungalow op het Nuilerveld, niet willen verkopen maar fors willen investeren en verbouwen om de pensioenjaren door te brengen in de bungalow verzoekt men om de argumenten en beweegredenen in de besluitvorming mee te laten wegen en een persoonsgebonden beschikking toe te kennen. Naar de mening van adressanten biedt het 'Deense Model' hiertoe uitkomst. Adressanten geven nog aan, na 13 jaar regelmatige bezoeken aan het Nuilerveld al goed ingeburgerd te zijn in de gemeente Hoogeveen.
Reactie College van burgemeester en Wethouders: Als gezegd onder punt 1 is het zogenaamde 'Deense Model' niet op die manier opgenomen in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Er kan dus ook geen beroep op deze regeling worden gedaan omdat deze feitelijk niet bestaat. Hoewel het voor adressant altijd mogelijk is een beschikking aan te vragen, kan deze regeling hierbij dan ook geen rol spelen.
7. J.W. van der Veen, Tentakkers 19,7933 RE Pesse
Pagina 10 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders De heer en mevrouw Van der Veen, hierna te noemen adressanten, geven aan eigenaar te zijn van de woning Hendrik Reindersweg 28-20. Zij hebben de woning al 2 jaar te koop staan, en kunnen hem niet kwijt. Gevraagd wordt, of het in verband met die moeizame verkoop niet mogelijk is dat de toekomstige bewoners ook een beschikking ontvangen. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Wij verwijzen naar onze reactie op punt 4. Het is de gemeente niet toegestaan om zo te handelen. In het gesprek met adressanten is wel aangegeven, dat het ook voor hen mogelijk is om na de vaststelling van het beleid een beroep te doen op de hardheidsclausule zodat beoordeeld kan worden of hier sprake is van een dusdanig bijzonder geval dat een recht op een beschikking alsnog kan ontstaan. Om zo'n afweging te kunnen maken is immers een goed inzicht in de in dit geval relevante feiten en omstandigheden noodzakelijk. Adressanten hebben aangegeven, graag mondeling een beroep te doen op de hardheidsclausule. Na de vaststelling van het beleid kan een verzoek om een persoonsgebonden gedoogbeschikking worden ingediend, waarbij uiteraard ook een beroep op de hardheidsclausule kan worden gedaan. 8. Vereniging Bungalowpark de Nuilervennen, p/a H. Reindersweg 28-125, 7933 TW Pesse Het bestuur van de Vereniging Bungalowpark de Nuilervennen is verheugd dat er een duidelijke lijn is uitgezet voor het (voorgenomen) te hanteren beleid voor permanente bewoning van recreatiewoningen. Het bestuur heeft echter enige vragen over de 4 beleidsregels zoals deze zijn verwoord op pagina 17 en 18 van de beleidsnota, welke in december is toegestuurd. Naar aanleiding van de beleidsnota permanente bewoning van recreatiewoningen en de informatieavond op 15 januari j 1, wil men graag antwoord op de onderstaande vragen. Beleidsregel 1: Hoe realistisch is de legalisatie voor permanente bewoning gezien de Ecologische Hoofdstructuur. Wat denkt de Gemeente Hoogeveen hieraan te gaan doen om legalisatie te bevorderen, richting de provincie Drenthe? Beleidsregel 2: In hoeverre is de persoonsgebonden beschikking (PB) van toepassing: is deze "mee verhuisbaar" binnen het park; - geldt de PB ook voor relaties, bijv. partner bij samenwonen, kinderen geboren na 21 november 2006; - is de motie Veenendaal (in bijlage, pag. 1/6) nu, ook al, opeisbaar bij de gemeente Hoogeveen. Beleidsregel 3: Kan men hieruit constateren dat er in principe vrijstelling wordt gegeven (voldoend aan het veiligheids- en gezondheidsniveau) van het Bouwbesluit 2003? Beleidsregel 4: Worden mogelijkheden om het "Deens model", toe te passen toegevoegd in deze beleidsregel om de criteria van een persoonsgebonden beschikking te verbreden?
Pagina 11 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Het bestuur geeft aan, gezien de komende Provinciale Statenverkiezingen Drenthe de politieke partijen te benaderen voor een uitspraak met betrekking tot het permanent bewonen van recreatiewoningen. De antwoorden van de politieke partijen zal men doorspelen naar de leden om hun hulp aan te wenden.
Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Ten aanzien van het gestelde met betrekking tot beleidsregel I merken wij op dat er met het huidige provinciaal beleid geen realistische kans op legalisatie van permanente bewoning bestaat. In het Provinciaal Omgevingsplan is namelijk duidelijk aangegeven dat permanente bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan en wat de provincie betreft ook niet wenselijk is. Voor wat betreft de relatie met de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) merken wij op, dat er veel discussie wordt gevoerd over de vraag, welke gebieden daadwerkelijk deel uitmaken van deze EHS. Voor wat betreft de genoemde twee parken binnen de Gemeente Hoogeveen lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de parken in ieder geval gedeeltelijk binnen de EHS zijn gelegen. Maar zelfs met deze conclusie is legalisatie niet onmogelijk; de minister van VROM heeft in vergelijkbare gevallen in onder meer de provincie Brabant meegewerkt aan legalisatie van permanente bewoning van parken die in de EHS zijn gelegen. Dit onder de voorwaarde dat compensatie van het verlies aan natuurgebied plaatsvindt door realisatie van nieuwe natuur van een nader te bepalen omvang. Echter zolang het provinciaal beleid niet wijzigt, is het nagenoeg niet mogelijk permanente bewoning te legaliseren. Hierover is veelvuldig gesproken; echter tot op heden zonder resultaat. Als gemeente zijn wij dan ook niet bij machte hierin veranderingen te bewerkstelligen, hoewel wij in onze contacten met de provincie hiervoor wel aandacht blijven vragen. Desondanks zijn wij bereid om bewoners de mogelijkheid te bieden om voor eigen rekening en risico een bestemmingsplan voor te laten bereiden, waaraan wij vervolgens als College onze planologische medewerking zullen verlenen. Dit naar aanleiding van het expliciete verzoek van de Vereniging van Eigenaren van Bungalowpark Schoonhoven (VEBS). Voor de inhoudelijke details verwijzen wij naar ons commentaar op de reactie van de VEBS. Ten aanzien van beleidsregel 2 merken wij op, dat de beschikking niet 'meeverhuisbaar' is binnen het park. De beschikking moet op basis van het rijksbeleid zowel objectgebonden als persoonsgebonden zijn, hetgeen betekent dat een bepaalde persoon in een bepaalde woning mag blijven wonen. Ten aanzien van eventuele partners merken wij op dat de persoonsgebonden beschikking eveneens geldt voor de partner met wie een met een huwelijk vergelijkbare relatie bestaat. Wij zijn van mening dat de PGB ook eventuele tot het gezin behorende kinderen omvat. Met betrekking tot de zogenaamde motie Veenendaal (de ouderenregeling) verwijzen wij naar onze eerdere reacties. Ten aanzien van beleidsregel 3 merken wij op, dat in principe vrijstelling wordt verleend 1
Voorzover sprake is van verlies aan natuurgebied; naar de mening van ons College kan bezwaarlijk worden volgehouden dat bebouwing in de vorm van een bungalowpark als natuurgebied aangemerkt moet worden
Pagina 12 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders van de eisen uit het Bouwbesluit 2003, voorzover de gezondheid en veiligheid van de bewoners niet in het geding zijn. Dit betekent dat van de eisen die betrekking hebben op gezondheid en veiligheid, geen vrijstelling kan worden verleend. Momenteel wordt een checklist opgesteld welke eisen dit zijn. De opmerking over beleidsregel 4 inzake de ouderenregeling is in het voorgaande voldoende beantwoord. 9. J. Beldman, Slotgraskamp 43,8162 KK Epe Adressant is sinds 1 mei 2006 eigenaar van de woning Hendrik Reindersweg 28-110. Richting adressant is in oktober 2005 aangegeven dat deze woning gezien de datum van aankoop welke na oktober 2003 ligt, niet in aanmerking kwam voor permanente bewoning en alleen te gebruiken zou zijn voor recreatieve doeleinden. Volgens de gemeente hield dit in dat de eigenaar zich niet kon laten inschrijven in de GBA. Afgaand op deze informatie is adressant de woning dan ook niet permanent gaan bewonen. Adressant verzoekt dan ook, op deze gronden alsnog in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden beschikking. Graag licht adressant een en ander in een gesprek nader toe. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Als reeds eerder opgemerkt, is het pas mogelijk om beschikkingen aan te vragen op het moment dat het beleid daadwerkelijk is vastgesteld. Op dat moment gaan wij graag het gesprek met adressant aan, waarbij ook hier geldt dat een eventueel beroep op de harheidsclausule op haalbaarheid zorgvuldig getoetst moet worden. 10 S. van Weert, H. Reindersweg 28-27 7933 TW Pesse Adressant protesteert tegen de persoonsgebonden beschikking. Toen hij de woning op het Nuilerveld kocht, behoorde dit terrein bij de gemeente Ruinen. Deze gemeente had al een aantal woningen op dit park de bestemming permanente bewoning gegeven. Op basis van deze informatie heeft hij zijn huis gekocht. Dat het als bestemming permanente bewoning had, werd bevestigd door het feit dat zowel de gemeentelijke belastingen als de heffing van het Waterschap daarop werd gebaseerd. De PGB betekent voor adressant naar eigen zeggen grote nadelen: - de woning is nauwelijks meer verkoopbaar, of misschien tegen een fors lager bedrag dan het waard is als permanente woning. Adressant geeft aan zijn woning alleen nog te kunnen verkopen als recreatiewoning. - De gemeente Hoogeveen heeft voor de onroerend zaakbelasting de waarde van de woning geschat op rond de € 100.000, terwijl het als recreatiewoning minder dan € 70.000 waard is, aldus adressant. Voor een eventuele koper is de woning volgens adressant veel minder aantrekkelijk geworden. Banken geven voor een vakantiewoning volgens hem alleen een hypotheek met veel slechtere condities en voor de nieuwe eigenaar zou de erfpacht niet meer aftrekbaar zijn van de belastingen. - De bank als geldverstrekker geeft geen toestemming voor onderverhuur, dus kan adressant zijn woning zelfs niet als recreatiewoning benutten. - De beschikking betekent volgens adressant rechtsongelijkheid voor een eventuele partner, want die kan na het overlijden van adressant geen gebruikmaken van de persoonsgebonden beschikking. Daarmee introduceert de gemeente volgens hem een rechtsongelijkheid voor partners.
Pagina 13 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Adressant geeft aan, zijn woning alleen ver onder de marktwaarde te kunnen verkopen, en verhuren is volgens hem niet mogelijk. Volgens adressant een onmogelijke spagaat en een groot financieel verlies. Hij is dan ook van mening dat de persoonsgebonden beschikking in financieel opzicht uiterst onrechtvaardig uitpakt. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Adressant schetst een aantal nadelen van de persoonsgebonden beschikking. Wij hebben met betrekking tot dit punt reeds aangegeven, dat ons geen andere optie rest en dat dit de meest soepele manier is om met deze problematiek om te gaan, gezien het feit dat het legaliseren van permanente bewoning geen haalbare kaart is. Daarmee is een inhoudelijke beschouwing van de overige aspecten van de reactie van adressant, wat daar ook van te vinden is en hoewel ons College het met bepaalde standpunten van adressant eens kan zijn, niet noodzakelijk. Wel constateren wij dat adressant ten onrechte uitgaat van de veronderstelling dat zijn recreatiewoning is bestemd tot een gewone woning, maar dat is naar onze mening niet het geval. De planologische situatie, zoals wij die van de gemeente Ruinen aangeleverd hebben gekregen, is dat op zijn woning de bestemming van recreatiewoning ligt. Ten aanzien van de opmerkingen van adressant over partners en de aanspraak op een beschikking, verwijzen wij naar onze reactie onder punt 8. 11. Dhr. Donkers, Johan van Oldebarneveldtlaan 149,2582 NP Den Haag Adressant is eigenaar van de woning Hendrik Reindersweg 28-103, en staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie van Den Haag. Hij wenst dit graag zo te houden, en de woning recreatief te blijven gebruiken met een hoofdverblijf in Den Haag. Gevraagd wordt of dit mogelijk blijft en of dat aan alle regels voldoet. Verder vraagt hij zich afin hoeverre een wijziging in de persoonlijke omstandigheden in de toekomst het eventueel afgeven van een persoonsgebonden beschikking op dat moment nog mogelijk maakt. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Het zal te allen tijde mogelijk blijven een recreatiewoning daadwerkelijk recreatief te blijven gebruiken. Echter op het moment dat adressant in een later stadium alsnog in aanmerking wenst te komen voor een beschikking, moeten we constateren dat in dat geval niet kan worden voldaan aan de criteria, tenzij er dan een gerechtvaardigd een beroep op de hardheidsclausule wordt gedaan. 12. Wijnberg Advocaten, Postbus 263 9700 AC Groningen, handelend namens de Vereniging van Eigenaren bungalowpark Schoonhoven 1. Adressant stelt vast dat het College eigenlijk wil legaliseren maar dat dit niet is gedaan vanwege het standpunt van de provincie. Hij stelt vast dat het POP II echter geen verbod bevat op permanente bewoning, en citeert het POP II, p. 177. Adressant is van mening dat dit slechts een indicatieve beleidsuitspraak betreft die alleen een toekomstgericht karakter heeft. Provinciale Staten benadrukken hier volgens adressant vooral dat (1) gemeenten hun bestemmingsplannen zo moeten inrichten dat permanente bewoning wordt tegengegaan (door o.a. het voorschrift
Pagina 14 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders van een bedrijfsmatige exploitatie daarin op te nemen) en dat (2) gemeenten een actief handhavingsbeleid moeten voeren. Over de vraag of een in het verleden ontstane situatie van permanente bewoning voor legalisatie in aanmerking komt, laat het streekplan zich niet uit, aldus adressant. Daarom is er volgens hem geen reden om uit deze passage af te leiden dat de provincie geen medewerking zal willen verlenen aan legalisatie. En voor zover Gedeputeerde Staten aan ons college hebben laten weten dat zij geen medewerking zullen verlenen, kan die mededeling niet uitsluitend zijn gebaseerd op de hierboven aangehaalde passage uit het streekplan, aldus adressant. 2. Volgens adressant gelden de argumenten die Provinciale Staten noemen tegen permanente bewoning, in het geval van Schoonhoven niet meer. Schoonhoven wordt zo goed als in zijn geheel permanent bewoond, een situatie die al ten minste sinds de jaren '80 zo bestaat. Het verlies aan verblijfsrecreatieve capaciteit is dus toen al ontstaan. Voor zover dat verlies aan capaciteit heeft geleid tot een extra behoefte elders, is aan die behoefte ongetwijfeld vervolgens ook al lang geleden tegemoet gekomen. Te bedenken valt hierbij dat uit recente economische rapportages over de verblijfsrecreatieve sector blijkt dat er thans een overcapaciteit bestaat. Veel bedrijfsmatig geëxploiteerde parken kampen met onderbezetting. Ook het argument dat legalisatie in strijd zou zijn met het verstedelijkingsbeleid snijdt in het geval van Schoonhoven geen hout. De permanente bewoning is zoals gezegd al decennia geleden van start gegaan en daartegen kan ons college volgens adressant niet handhavend optreden. Legalisatie brengt volgens adressant dan ook geen verandering in deze feitelijke situatie. Het voorgaande samenvattend is er volgens adressant dus geen reden waarom het (vermeende) afwijzende provinciale standpunt over legalisatie doorslaggevend zou moeten zijn. Daarvoor is temeer geen reden omdat het niet de provincie is die het voortouw heeft in de besluitvorming over de ruimtelijke ordening, maar de gemeente, aldus adressant. Hierbij heeft een streekplan geen voorrang boven een bestemmingsplan volgens adressant. Een gemeenteraad mag daarom naar vaste rechtspraak een bestemmingsplan vaststellen dat afwijkt van het streekplan, mits het die afwijking maar van een deugdelijke motivering voorziet. Adressant onderbouwt dit standpunt met een citaat. 3. Deze situatie, waarin het zwaartepunt van de ruimtelijke ordening bij de gemeente ligt, zal nog worden versterkt als de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening op 1 januari a.s. in werking treedt. Vanaf dat moment is voor de inwerkingtreding van een bestemmingsplan niet langer de goedkeuring van Gedeputeerde Staten vereist. Weliswaar betekent dit niet dat een gemeente zich dan niets meer gelegen hoeft te laten liggen aan het provinciale beleid, maar de provincie zal dan alleen nog kunnen ingrijpen als dit vanuit een bovengemeentelijk, provinciaal belang noodzakelijk is. Cliënte verzoekt ons College daarom het standpunt om niet te legaliseren, te heroverwegen. Hiervoor is voldoende aangetoond dat de daaraan ten grondslag gelegde overweging, te weten de aanname dat het provinciaal beleid daaraan pertinent in de weg zou staan, dit standpunt niet kan dragen. Volgens adressant is in de beleidsnotitie al aangegeven waarom legalisatie de beste oplossing is: de woningen op het park Schoonhoven voldoen niet steeds aan de eisen van de moderne recreant, het park is uitgepond, waardoor een centrale bedrijfsmatige exploitatie niet mogelijk is en recreatieve voorzieningen zoals bijvoorbeeld een zwembad ontbreken. Er is ook een ander argument, namelijk dat
Pagina 15 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders de verlening van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen geen oplossing is voor de langere termijn. Een persoonsgebonden gedoogbeleid veronderstelt immers dat de woningen op enig moment weer op de verblijfsrecreatieve markt zullen 'belanden'. Die veronderstelling is volgens adressant echter niet realistisch, juist ook om de hiervoor genoemde redenen (geen bedrijfsmatige exploitatie mogelijk, niet voldoen aan de eisen van de hedendaagse recreant etc). 4. Een laatste argument voor legalisatie is volgens adressant de omstandigheid dat Schoonhoven in alle opzichten voldoet aan de criteria die het Rijk daarvoor heeft geformuleerd. De woningen voldoen in hoofdzaak aan het Bouwbesluit, Schoonhoven wordt zo goed als geheel permanent bewoond, het park is niet gelegen in een kwetsbaar gebied en vanuit de milieuwetgeving ontmoet legalisatie geen bezwaar. Namens de vereniging van eigenaren van Bungalowpark Schoonhoven verzoekt adressant ons dan ook om de beslissing om niet tot legalisatie over te gaan te heroverwegen en het ontwerp van de beleidsnotitie in overeenkomstige zin aan te passen. Verder verzoekt adressant ons College in overleg te treden met de W E Schoonhoven over de toekomstige planologische regeling van park Schoonhoven en met hen na te gaan welke mogelijkheden er zijn om deze regeling (meer) in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. Reactie College van Burgemeester en Wethouders: Ad. 1 t/m 4 Wij zijn van mening dat de betreffende passage uit het POP niet louter een toekomstgericht karakter kent. Uit de context is duidelijk af te leiden dat hieronder zowel huidige als toekomstige verblijfsrecreatie wordt bedoeld. Verder geeft de passage aan, dat een goede regeling in het bestemmingsplan nodig is om permanente bewoning tegen te gaan. Om permanente bewoning te legaliseren is echter ook voor Schoonhoven een bestemmingswijziging noodzakelijk, waarbij het maar zeer de vraag is of onder 'een goede regeling in het bestemmingsplan' als bedoeld door GS, een permanente woonbestemming wordt verstaan. Hier komt bij dat ons standpunt dat legalisatie niet mogelijk is als gevolg van het standpunt van GS, zeker niet louter en alleen is gebaseerd op de betreffende passage uit het POP II. Hierover is diverse malen op ambtelijk en bestuurlijk niveau overleg gevoerd, waarbij vanuit de provincie Drenthe telkens is aangegeven dat legalisatie van zowel het park Schoonhoven als het park Nuilerveld niet op haar goedkeuring kon rekenen. Daarnaast heeft de Vereninging van Eigenaren van het park Schoonhoven per brief een oproep gedaan aan Provinciale Staten om legalisatie van permanente bewoning mogelijk te maken. Bij de behandeling van dit schrijven in de vergadering van Provinciale Staten is vervolgens opnieuw gebleken dat er geen bereidheid bestond om legalisatie van permanente bewoning mogelijk te maken. Wij hebben er omwille van de geringe slagingskansen, en om geen verwachtingen te wekken die niet waargemaakt kunnen worden, tot dusver voor gekozen geen bestemmingswijziging voor te bereiden en in procedure te brengen. Deze indruk wordt nog versterkt door een recent ambtelijk gesprek met vertegenwoordigers van de provincie, waarin duidelijk is geworden dat het provinciaal beleid zoals dat nu bestaat in ieder geval voorlopig niet gewijzigd zal worden. Ook de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening zal aan deze situatie niets veranderen, daar de provincie in die situatie weliswaar geen bestemmingsplannen meer goedkeurt, maar nog
Pagina 16 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders wel een grote rol speelt en daartoe ook de nodige instrumenten ter beschikking heeft. Verder kan de provincie beroep instellen tegen een gemeentelijk bestemmingsplan bij de Raad van State. Desalniettemin bevat deze reactie opnieuw het expliciete verzoek om over te gaan tot bestemmingswijziging. Naar aanleiding van dit verzoek hebben wij besloten, bewoners in staat te stellen zelfstandig en voor eigen rekening en risico een bestemmingsplan voor te bereiden, waarna ons College haar planologische medewerking zal verlenen en het plan in procedure zal brengen. Wij hebben hiertoe op 4 september om 19:30 uur in de Burgerzaal van het Raadhuis een informatie-bijeenkomst belegd voor de VEBS en de W E van Bungalowpark de Nuilervennen, om de risico's, kosten en randvoorwaarden duidelijk over te brengen. Hierbij moet onder meer gedacht worden aan de diverse onderzoeken die met een bestemmingsplan gepaard gaan, aan investeringen in het landschap en aan een langdurige procedure die waarschijnlijk door gaat tot de Raad van State. Het voorgaande neemt echter niet weg dat, hoewel wij de slagingskansen laag inschatten, het College van mening is dat zij niet de partij is die de keuze om wel of geen plan in procedure te brengen, kan en moet maken voor de bewoners. In plaats daarvan is ons College van mening dat bewoners zelf deze afweging kunnen maken, na op de hoogte te zijn gesteld van alle ins en outs. Als gezegd hebben beide Verenigingen van Eigenaren hiertoe een uitnodiging ontvangen voor een informatie-bijeenkomst. Tot slot merken wij op, dat de gemeentelijke medewerking op dit moment uitsluitend de medewerking van het College betreft; een en ander geldt dan ook onder voorbehoud van uiteindelijke instemming van de gemeenteraad. Verder constateert adressant dat de woningen in Schoonhoven niet in beschermd gebied zijn gelegen. Deze stelling kunnen wij vooralsnog niet delen. Wij hebben geconstateerd dat het bungalowpark Schoonhoven in ieder geval gedeeltelijk is gelegen binnen de milieubeschermingsgebieden uit het POP, hetgeen ook een relatie met de Ecologische hoofdstructuur betekent. Tot slot merken wij op dat de overige argumenten van adressant reeds voldoende zijn beantwoord in eerdere reacties, of gezien het bovenstaande geen nadere motivatie behoeven. Conclusie naar aanleiding van de inspraakreacties Wij constateren dat de inspraakreacties leiden tot één wijziging. De notitie zal worden aangevuld met de bepaling, dat de door de gemeente Ruinen verkregen rechten dienen te worden gerespecteerd. De door de gemeente Ruinen afgegeven beschikkingen behouden rechtskracht.
Pagina 17 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN Voorstel voor burgemeester en wethouders Aanpak We vinden het van belang zo spoedig met het werk mogelijk te beginnen. Daarom vragen we een voorschot op de begroting van 2008. We kunnen dan het traject van de persoonsgebonden beschikkingen nu alvast oppakken. Gelet op de stand van de besluitvorming vinden we geen begrotingswijziging in 2007 nodig. Kosten, baten en dekking (kostensoort en kostenplaats) In overeenstemming met de door de raad vastgestelde Voorjaarsnota is in de Programmabegroting 2008-2011 in 2008 €115.000 opgenomen voor de uitvoering, en met ingang van 2009 €65.000. Om het proces niet verder te vertragen wordt toestemming gevraagd in 2007 alvast een voorschot van maximaal €50.000 te nemen op 2008 (= bedrag voor de afgifte van de persoonsgebonden beschikkingen en de bouwbesluit-toets). Dus: we boeken kosten tot maximaal €50.000 in 2007 en brengen het totaal in 2007 uitgegeven bedrag in mindering op het budget van 2008. Opmerking: we verwachten dat de werkelijke kosten in 2007 lager zullen liggen dan het voorschot, maar we hebben enige speelruimte nodig. Communicatie Alle betrokkenen worden per brief op de hoogte gesteld van de beleidsvaststelling en van de verdere vervolgstappen (mogelijkheid aanvragen beschikking, etc). Dit vindt plaats nadat de raad heeft ingestemd met de begrotingswijziging omdat zonder raadsinstemming het beleid wordt geacht niet te zijn vastgesteld. U stelt immers vast onder de voorwaarde van raadsinstemming met de middelen voor de uitvoering. Bylagen - de beleidsnotitie zoals deze in aangepaste vorm wordt vastgesteld; - de inspraakreacties.
Pagina 18 van 18
GEMEENTE HOOGEVEEN
BELEIDSNOTITIE PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN
Vastgesteld door het College van Burgemees en Wethouders d.d. 28 augustus 2007
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
2.
WANNEER WOONT IEMAND PERMANENT IN EEN RECREATIEWONING?
3.
RIJKSBELEID 3.1 Inleiding 3.2 Bestemmingsplanwijziging 3.3 Persoonsgebonden beschikking 3.4 Recente ontwikkelingen in het Rijksbeleid
4.
DE HOOGEVEENSE SITUATIE 4.1 Overzicht bestaande situatie 4.2 Bestemmingswijziging: (on)mogelijkheden 4.3 Wat kan wel en niet? Overzicht (on)mogelijkheden 4.3.1 Variant I: Geen actie ondernemen en de huidige situatie laten voortduren 4.3.2 Variant I I : Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit toets 4.3.3 Variant I I I : Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluit toets 4.3.4 Variant IV: Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit-toets 4.3.5 Variant V: Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluit-toets 4.3.6 Variant VI: Uitsluitend handhaven en geen persoonsgebonden beschikkingen afgeven 4.4. Advies 4.4.1 Keuze voor variant V 4.4.2 Peildatum 4.4.2.1 Criterium voor de peildatum 4.4.3 Toetsing Bouwbesluit 4.4.3.1 Termijn om aan het Bouwbesluit te voldoen 4.4.4 Milieuwetgeving 4.4.5 Overdraagbaarheid beschikking 4.4.6 Hardheidsclausule 4.4.6.1 Langdurige permanente bewoning in bijzondere situaties 4.4.7 Handhaving
5.
COMMUNICATIE
6.
PROCEDURE
7.
SAMENVATTING
BIJLAGEN 1. 2. 3.
Beleidsbrief VROM 14 november 2003; Brief VROM inzake toetsing Bouwbesluit d.d. 17 november 2004; Brief VROM inzake 'Deens Model' d.d. 29 november 2005;
1. Inleiding Het doel van de "Beleidsnotitie Permanente Bewoning Recreatiewoningen" is het geven van duidelijkheid aan de burgers over het beleid van de gemeente Hoogeveen ten aanzien van de permanente bewoning van recreatiewoningen. Aanleiding hiervoor is de brief van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) van 14 november 20031, waarin mogelijke oplossingen worden geschetst voor de lang slepende problematiek in den lande over dit onderwerp. Deze beleidsnota is opgesteld in verband met het gewijzigde rijksbeleid en ook om het beleid in Hoogeveen voor de toekomst duidelijk vast te leggen zodat de door het Rijk gevraagde duidelijkheid aan de burgers gegeven wordt. De beleidsnotitie dient als onderbouwing op basis waarvan de persoonsgebonden beschikkingen in onze gemeente worden afgegeven; beleidsuitspraken zijn omwille van de herkenbaarheid ingekaderd weergegeven als beleidsregels. 2. Wanneer woont iemand permanent in een recreatiewoninq? De vraag, wanneer iemand permanent in een recreatiewoning verblijft, is niet eenduidig te beantwoorden. Het betreft een complexe combinatie van factoren als inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie, duur van het verblijf, etc etc. In het gemeentelijk beleid als verwoord in deze notitie wordt daarom verondersteld dat iemand permanent in een recreatiewoning verblijft, indien de betreffende persoon in de recreatiewoning staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en dus het hoofdverblijf in deze woning heeft. Hierin maakt de gemeente geen onderscheid tussen huurders van een woning, of eigenaren. Dit betreft een privaatrechtelijk aspect zonder ruimtelijke relevantie. In de beleidsbrieven van de minister wordt hierin evenmin onderscheid gemaakt. 3. Rijksbeleid 3.1 Inleiding In haar brief van 14 november 2003 heeft de Minister van VROM de rijksbeleidslijn aangegeven inzake het permanent bewonen van recreatiewoningen. De Minister wijst gemeenten op de volgende mogelijke handelwijzen bij het permanent bewonen van recreatiewoningen: - het wijzigen van het bestemmingsplan (legalisatie); - handhavend optreden; - een persoonsgebonden beschikking verlenen (ontheffing). 3.2 Bestemmingsplanwijziging Een bestemmingswijziging van 'recreatie' naar'wonen' kan alleen als een recreatie won ing op 31 oktober 2003 onrechtmatig werd bewoond alsmede als een recreatiecomplex op 31 oktober 2003 in grote mate onrechtmatig werd bewoond en niet bedrijfsmatig werd geëxploiteerd. Het complex/de woning mag niet binnen de Ecologische Hoofdstructuur liggen of in gebieden die vallen onder de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet, in Bufferzones of in Nationale Landschappen (deze laatste landschappen worden in de Nota Ruimte nader bepaald). De woningen moeten voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en bewoning mag niet in strijd zijn met milieuwetgeving. Het is niet de bedoeling dat complexen waar niet of nauwelijks wordt gewoond, worden omgezet. Tevens is het niet de bedoeling dat bij bedoelde bestemmingswijziging de eventuele recreatiefunctie van het betreffende gebied in gevaar komt dan wel dat er een nieuwe behoefte aan recreatiewoningen in hetzelfde gebied ontstaat. Mocht een bestemmingswijziging niet aan de orde zijn dan dienen gemeenten te handhaven, waarbij de mogelijkheid bestaat persoonsgebonden beschikkingen af te geven. Handhaving van de situaties waar op 31 oktober 2003 onrechtmatig werd gewoond, maar waar op grond van het rijksbeleid geen bestemmingswijziging aan de orde kan zijn dan wel 1
De brief is als bijlage 1 opgenomen bij deze notitie
waar gemeenten en/of provincies op grond van hun eigen beleid geen bestemmingswijziging overwegen, dienen de gemeenten (gelet op de beginselplicht tot handhaving) aan te geven op welke wijze de onrechtmatige bewoning zal worden beëindigd. Voor alle situaties van permanent bewonen van recreatiewoningen die na 31 oktober 2003 zijn ontstaan, dienen de gemeenten terstond over te gaan tot actief handhavend optreden. Alle andere typen recreatieverblijven, die niet aan de bouwtechnische eisen voor een woning zoals gesteld in het Bouwbesluit (kunnen) voldoen, zijn 'logiesverblijven' welke niet gebruikt mogen worden voor permanente bewoning (bijvoorbeeld stacaravans en houten vakantiehuisjes). 3.3 Persoonsgebonden beschikking Gemeenten kunnen voor individuele gevallen persoonsgebonden gedoogbeschikkingen verlenen, mits de betrokken personen vóór 31 oktober 2003 permanent in een recreatiewoning woonden. Deze beschikking strekt ertoe dat de betreffende bewoner(s) in de betreffende recreatiewoning mogen blijven wonen. Deze beschikking is persoonsgebonden, aan het object gerelateerd, niet overdraagbaar en vervalt in ieder geval op het moment dat de betreffende bewoner verhuist of overlijdt. De woningen moeten voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en bewoning mag niet in strijd zijn met milieuwetgeving. Na expiratie van de persoonsgebonden beschikking dient de gemeente de recreatiebestemming actief te handhaven. Onderstaand is een en ander nog eens schematisch weergegeven.
Recreatiewoningen
Niet permanent bewoond
vóór 31 oktober 2003
Toets aan voorwaarden gesteld door minister: 3 mogelijkheden
Wijziging bestemmingsplan (= legalisatie) als voldaan wordt aan door minister gestelde voorwaarden en als provincie medewerking verleent
Persoonsgebonden gedoogbeschikking* indien voldaan aan de door minister gestelde voorwaarden (peildatum 31 oktober 2003)
Wel permanent bewoond
na 31 oktober 2003
Handhaving (beëindigen strijdige situatie)
Handhaving (beëindigen strijdige situatie) als blijkt dat aan voorwaarden voor bestemmingswijziging en afgifte beschikkingen niet voldaan kan worden.
* persoonsgebonden gedoogbeschikking is persoons- en obiectgebonden, niet overdraagbaar en geldig tot vertrek of overlijden van de betreffende bewoner. Na vertrek of overlijden wordt bij eventueel nieuwe permanente bewoning direct handhavend opgetreden.
3.4 Recente ontwikkelingen in het Rijksbeleid Bovenstaand wordt de beleidsbrief van de ministervan 14 november 2003 uitgelegd. Nadien is echter het een en ander gewijzigd, c.q. verduidelijkt. Het betreft de volgende aspecten: 1. Toetsing Bouwbesluit; 2. Het zogenaamde 'Deense Model'; 3. De te hanteren peildatum ten aanzien van het verstrekken van persoonsgebonden beschikkingen; 4. Wettelijke opeisbaarheid van de persoonsgebonden beschikkingen. Ad. 1 De minister heeft in haar eerste brief niet aangegeven, aan welk Bouwbesluit en welke eisen getoetst dient te worden bij het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen, en bij bestemmingswijziging. Het betreft hier een aspect dat voor de betrokkenen grote financiële gevolgen kan hebben vanwege verplicht te stellen aanpassingen aan de woningen. De minister heeft dit later onderkend en de gemeenten per brief van 17 november 20042 de gewenste verduidelijking geboden door aan te geven dat aan de eisen van bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003 getoetst dient te worden. Daarnaast kunnen gemeenten in individuele gevallen en mits voorzien van een goede motivering, vrijstelling verlenen van bepaalde eisen uit het Bouwbesluit. Ad. 2 Onder meer in de Tweede Kamer, maar ook bij diverse maatschappelijke groeperingen en belangenorganisaties is de vraag gerezen, of er voor ouderen geen uitzondering gemaakt dient te worden ten aanzien van het handhaven op permanente bewoning (zogenaamde Deense Model). De minister heeft hier onderzoek naar gedaan. Hierover is per brief aan de Kamer duidelijkheid ontstaan op 29 november 20053, in de vorm van een afgezwakt 'Deens model'. Dit model komt erop neer dat die gemeenten die geen beschikkingen afgeven maar streng handhaven, beschikkingen kunnen afgeven aan bewoners die o ouder zijn dan 65 jaar; o reeds permanent woonden voor 31 oktober 2003; o de woning al 5 jaar in bezit hebben. Ad. 3 In voornoemde brief van 29 november 2005 is de minister tevens ingegaan op de te hanteren peildatum ten aanzien van de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen. In eerste instantie is de peildatum van 31 oktober 2003 als harde voorwaarde gepresenteerd in de beleidsbrieven van het Rijk. In haar brief van 29 november j . l . inzake het Deense model wordt deze datum echter niet meer zo hard genoemd. Zij verwoordt dit als volgt: "Ik acht het mogelijk te bevorderen dat bewoners aanspraak kunnen maken op een persoongebonden beschikking op de wijze zoals dat is gebeurd in gemeenten die hebben gekozen voor een aanpak waarbij onrechtmatige bewoning wordt gedoogd als die is ontstaan voor een kenbaar gemaakte peildatum. Op grond van de voorgaande overwegingen wil ik op de volgende wijze uitvoering geven aan de motie. In het overleg van 31 augustus j.l. heb ik het IPO en de VNG gevraagd om te bevorderen dat gemeenten, die dat nog niet hebben gedaan, handhavingsbeleid vaststellen, inclusief een peildatum. Dit om te bereiken dat een, ook door het IPO en de VNG voorgestaan, vergelijkbaar gemeentelijk gedoogbeleid wordt ontwikkeld. De gemeente bepaalt zelf, onderbouwd, het moment voor deze peildatum. Bewoners die kunnen aantonen dat zij vóór die peildatum een recreatiewoning onrechtmatig bewoonden, kunnen zodoende bij de gemeente verzoeken om een persoonsgebonden gedoogbeschikking. De gemeente kan hier al dan niet termijnen aan verbinden, in die zin dat zo'n beschikking voor een aantal jaren wordt afgegeven of levenslang, maar altijd vervalt bij verhuizing of overlijden, tenzij er sprake is van een echtgenofo)t(e) of een geregistreerd partnerschap; in welk geval het recht overdraagbaar is".
2 3
Opgenomen als bijlage 2 bij deze notitie Opgenomen als bijlage 3 bij deze notitie
en: "Sommige van de gemeenten hebben overigens een peildatum na 31 oktober 2003 gekozen, omdat zij hun beleid later hebben vastgesteld. Hiermee kan ik instemmen, omdat de grens van 31 oktober 2003 de bedoeling had om speculatie te voorkomen". Met deze brief geeft de minister aan, dat haar beleid ten aanzien van de peildatum is gewijzigd en dat het aan gemeenten is, om een peildatum te bepalen. Omdat handhaving een gemeentelijke bevoegdheid is en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft dat 'een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid', is de conclusie gerechtvaardigd dat het inderdaad aan de gemeente is om een peildatum te bepalen. Uit een overleg met de vaste kamercommissie van VROM met minister Dekker wordt dit beeld bevestigd. De betreffende passage van de minister uit het verslag van dit overleg luidt als volgt: "In mijn brief van 29 november 2005, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 300 XI, nr. 69, heb ik gesteld dat ik van mening ben dat gemeenten die een handhavingsbeleid hebben vastgesteld met een zelf vastgestelde peildatum een consequent handhavingsbeleid hebben. Dat wil niet zeggen dat alle gemeenten die dit niet hebben gedaan inconsequent hebben gehandhaafd. Daarom wil ik bevorderen dat deze gemeenten alsnog een peildatum vaststellen. De gemeente bepaalt zelf, onderbouwd, het moment voor deze peildatum. Als een gemeente steeds consequent heeft gehandhaafd en dat kan zij zelf het best onderbouwen, kan een peildatum in het verleden worden vast gesteld. Als een gemeente tot heden niet heeft gehandhaafd zal zij het moment waarop zij gaat handhaven als peildatum moeten kiezen. Ik acht het consequent en kan er mee instemmen als die datum na 31 oktober 2003 ligt. Daarbij dient de gemeente de datum wel zodanig te kiezen dat speculatie wordt voorkomen. Ik kan deze peildatum niet per gemeente vaststellen dat kunnen de gemeenten zelf het beste bepalen. Omdat de keuze van de peildatum dient te worden onderbouwd is zij voor de gemeenteraad controleerbaar en openbaar" Ad. 4 De minister heeft, na een overleg dat zij met de Kamer had over permanente bewoning op 8 februari j . l . , op verzoek van de Kamer onderzocht in hoeverre het mogelijk is om een persoonsgebonden beschikking wettelijk opeisbaar te maken. Hierin wordt de volgende conclusie getrokken: "Degene die een recreatiewoning in strijd met de bestemming 'recreatie' wil bewonen, vraagt in feite van de gemeente een afwijking van de bestemming 'recreatie'. In artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn afwijkingsmogelijkheden opgesomd. De regeling, vervat in artikel 19, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders een vrijstelling kan verlenen van het bestemmingsplan in bij algemene maatregel van bestuur aan te geven gevallen. Hieraan is uitvoering gegeven in artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. Dit artikel bevat de opsomming van gevallen, die in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. In het eerste lid van artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (BRO) wordt een aantal gevallen genoemd. Om invulling te geven aan de wens van de Kamer zou daar de mogelijkheid aan toegevoegd kunnen worden, die ziet op een afwijking van het bestemmingsplan voor wat betreft het gebruik van een recreatiewoning als woongebouw, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Voor het formuleren van die voorwaarden zal aansluiting worden gezocht bij de eerder genoemde motie Veenendaal en de voorwaarden die voor het nemen van een persoonsgebonden beschikking zijn gesteld in de brieven van 11 november 2003 (TK, 20032004, 29 200 XI, nr. 22) en 29 november 2005 (TK 2005-2006, 30 300 XI, nr. 69). Zodoende kan een wettelijke basis voor een opvraagbare beschikking worden gecreëerd, die ertoe strekt dat bepaalde bewoners in die gemeenten die niet aantoonbaar helder en consequent zijn geweest in hun handhavingsbeleid, in hun recreatiewoning mogen blijven wonen. Gelet op de intentie om het gebruik van een recreatiewoning in strijd met de bestemming 'recreatie' te beperken tot de huidige problematiek, is een aanpassing van het huidige BRO
nodig. In het kader van de overgang van het huidige naar het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening zal een overgangsregeling worden geformuleerd. Ik zet de procedure, om te komen tot bovenbedoelde wijziging van artikel 20 van het BRO 1985, zo spoedig mogelijk in gang en beschouw hiermee de motie Veenendaal als uitgevoerd. Concreet betekent dit dat de beschikking opeisbaar wordt voor de bewoners die voldoen aan de door de minister gestelde voorwaarden. Voor de inhoud van deze voorwaarden wordt verwezen naar enkele van de beleidsbrieven van de minister. Omdat de voorwaarden in de 2 genoemde brieven op onderdelen met elkaar in strijd zijn, is het afwachten welke voorwaarden in het uiteindelijke gewijzigde Besluit op de Ruimtelijke Ordening worden opgenomen. Momenteel is de situatie zo, dat de ministerraad nog voor de val van het kabinet heeft ingestemd met een aanpassing van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. De exacte inhoud van het voorstel is nog niet openbaar. Omdat ons College kiest voor een zo ruim mogelijke gedoogbeschikking, zal deze wijziging in het Rijksbeleid naar verwachting niet leiden tot bijstelling van het gemeentelijk beleid zoals verwoord in deze notitie. In hoofdstuk 4 wordt de Hoogeveense situatie beschreven en gaan we in op de gevolgen van de ontwikkelingen in het Rijksbeleid. 4. Hooqeveense situatie 4.1 Overzicht bestaande situatie Binnen onze gemeente zijn een drietal parken en enkele verspreide recreatiewoningen te onderscheiden, wat een totaal aantal recreatiewoningen betekent van 236. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de parken met aantallen woningen. Ook is aangegeven, hoeveel bewoners geregistreerd staan in de Gemeentelijke Basisadministratie. Naam Haarweg (Martensplek Nuilerveld Matten Kuilerweq Schoonhoven Diversen Totaal
Aantal woningen 12 126 3 86 9 236
Geregistreerde bewoners permanent 6 73 1 79 6 165
Met name op de parken Tussen De Wieken en Nuilerveld wordt op grote schaal permanent gewoond. Gezien de jarenlange gedoogcultuur is dit verklaarbaar. Verder zijn er op deze parken geen voorzieningen aanwezig die de verhuur op de recreatieve markt kunnen stimuleren. 4.2 Bestemmingswijziging: (onmogelijkheden In het bovenstaande is aangegeven onder welke voorwaarden permanente bewoning kan worden gelegaliseerd door middel van het leggen van een woonbestemming. Binnen de provincie Drenthe voorziet het provinciaal beleid zoals verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan echter niet in de mogelijkheid van bestemmingswijziging. Dit omdat het permanent wonen in een recreatiewoning expliciet wordt uitgesloten. Daarmaast geldt voor de twee grootste parken (Nuilerveld / Tussen De Wieken) dat er een relatie ligt met de Ecologische Hoofdstructuur; indien er mogelijkheden ontstaan om tot legalisatie over te gaan door een gewijzigde opstelling c.q. een beleidsaanpassing van Gedeputeerde Staten van Drenthe, zal dit aspect nader bestudeerd moeten worden.
4.3 Wat kan wel en niet? Overzicht (onmogelijkheden Door zowel ons College als de gemeenteraad is aangegeven, dat het legaliseren van permanente bewoning door middel van bestemmingswijziging in ieder geval op de parken Schoonhoven en Nuilerveld als de beste oplossing wordt gezien. Dit omdat in deze parken op grote schaal permanent wordt gewoond vanaf de jaren '70, en daartegen nimmer is opgetreden. Hierdoor ontstaan mogelijk problemen bij veelal jonge gezinnen die een bepaalde waardedaling moeten incasseren welke optreedt door de beleidsomslag naar handhaving c.q. beschikkingen. Daarnaast is het de vraag, in hoeverre de betreffende woningen nog afzetbaar zijn op de recreatieve markt; er zijn geen voorzieningen, er is geen promotie en een gedeelte voldoet niet aan de eisen van de hedendaagse recreant. Met het geldend provinciaal beleid in het achterhoofd is echter ook geconstateerd dat het in procedure brengen van bestemmingswijzigingen om dit mogelijk te maken, geen kans van slagen kent. Onderstaand gaan we in op wat er dan wel kan. Mogelijke varianten Ons College en de Raad hebben aangegeven dat, ondanks het feit dat een bestemmingswijziging niet aan de orde is, er toch naar gestreefd moet worden om zo soepel mogelijk met de problematiek om te gaan, gezien de voorgeschiedenis, gezien bovenstaande overwegingen en het feit dat er in onze gemeente nimmer handhavend is opgetreden. Hierdoor konden betrokkenen immers redelijkerwijs niet verwachten dat een ommezwaai in het gemeentelijk beleid aanstaande was. Dit resulteert erin dat het College een voorkeur heeft voor het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen aan alle permanente bewoners van recreatiewoningen, daar dit behalve algehele handhaving de enige optie is die resteert omdat legalisatie niet mogelijk is op dit moment. Naast deze variant zijn er echter meerdere opties c.q. keuzevarianten denkbaar, welke wij onderstaand ook kort en bondig in beeld brengen. De door het College voorgelegde richting wordt in deze opsomming meegenomen en uitgewerkt. Hierbij merken we op dat de gehanteerde kosten indicaties zijn en globaal aangeven waaraan gedacht moet worden. Voor onderbouwingen van de bedragen wordt verwezen naar het kostenoverzicht dat als bijlage 5 bij deze notitie is opgenomen. Of en in hoeverre voor deze activiteiten leges geheven kunnen c a . zullen worden, wordt nog bestudeerd en is afhankelijk van de ontwikkelingen in de jurisprudentie. De volgende varianten zijn denkbaar: Variant: Betreft: Geen actie ondernemen en de huidige situatie laten voortduren I II
Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit toets
III
Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluit toets
IV
Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit-toets
V
Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluit-toets
VI
Uitsluitend handhaven en geen persoonsgebonden beschikkingen afgeven
4.3.1 Variant I: Geen actie ondernemen en de huidige situatie laten voortduren
Inhoud In dit scenario ondernemen we als gemeente geen actie. We geven geen persoonsgebonden beschikkingen aan de mensen die er al wonen, we handhaven niet en doen ook geen toetsingen aan het bouwbesluit. We laten simpelweg de huidige situatie voortbestaan en negeren het Rijksbeleid. Argumenten voor 1. Alle bewoners kunnen in ieder geval op korte termijn permanent blijven wonen op de parken; 2. Als gemeente hoeven we geen middelen te reserveren voor de aanpak van het probleem; 3. We treden niet op tegen bewoners en hoeven geen mensen uit hun huizen te zetten. Argumenten tegen 1. We negeren hogere regelgeving en weten niet of en zo ja op welke termijn het ministerie van VROM ingrijpt en ons dwingt handhavend op te treden, met alle gevolgen van dien. Het is met de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening zelfs mogelijk voor de minister om dit op kosten van de gemeente te doen. De raad heeft al eens aangegeven niet op deze wijze de regie op het probleem te willen verliezen; 2. De minister van VROM heeft al aangegeven dat 'onwillige' gemeenten nog dit jaar tot de orde geroepen zullen worden middels een gesprek met de VROM-Inspectie. Welke gevolgen daaraan zullen worden verbonden is niet duidelijk. Wel kan de minister een aanwijziging geven waardoor de gemeente gedwongen kan worden handhavend op te treden; 3. De huidige bewoners verkeren in blijvende onduidelijkheid over het beleid en weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn omdat het risico van handhaving blijft bestaan. Kosten Omdat we in deze variant niets doen, zijn hieraan op korte termijn geen kosten verbonden. Welke kosten onstaan indien het ministerie ingrijpt, is op dit moment niet in te schatten. Conclusie Gezien de onduidelijkheid in de zin van de te nemen risico's wordt deze variant niet geadviseerd. 4.3.2 Variant I I : Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit toets Inhoud In deze variant wordt niet opgetreden tegen het permanent bewonen van recreatiewoningen. Wel wordt aan die mensen die voor een nader te bepalen peildatum reeds permanent woonden, een persoonsgebonden beschikking verstrekt. Hierbij wordt niet getoetst aan het bouwbesluit. Het Rijksbeleid wordt geheel genegeerd op het punt van handhaving en de bouwbesluittoets. Argumenten voor 1. Alle bewoners kunnen in ieder geval op korte termijn blijven wonen op de parken; 2. Als gemeente hoeven we geen middelen te reserveren voor de aanpak van het probleem, behalve dan voor de afgifte van beschikkingen; 3. We treden niet op tegen bewoners en hoeven geen mensen uit hun huizen te zetten; 4. Door beschikkingen af te geven met een peildatum kan misschien worden voorkomen dat bij handhaving door de minister de personen met een beschikking aangepakt worden, hoewel niet aan de eisen van het Bouwbesluit wordt getoetst. Of dit daadwerkelijk zo is hangt daarom af van het Rijk. 5. Bewoners hoeven geen investeringen te plegen om aan het Bouwbesluit te kunnen voldoen. Zie voor meer informatie paragraaf 4.4.3. Argumenten tegen
1. We negeren hogere regelgeving en weten niet of en zo ja op welke termijn het ministerie van VROM ingrijpt en ons dwingt handhavend op te treden, met alle gevolgen van dien. Het is met de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening zelfs mogelijk voor de minister om dit op kosten van de gemeente te doen. De raad heeft als eens aangegeven niet op deze wijze de regie op het probleem te willen verliezen; 2. De minister van VROM heeft al aangegeven dat 'onwillige' gemeenten nog dit jaar tot de orde geroepen zullen worden middels een gesprek met de VROM-Inspectie. Welke gevolgen daaraan zullen worden verbonden is niet duidelijk. Wel kan de minister een aanwijziging geven waardoor de gemeente gedwongen kan worden handhavend op te treden; 3. De huidige bewoners verkeren in blijvende onduidelijkheid over het beleid en weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn omdat het risico van handhaving blijft bestaan; ; De beschikkingen die we afgeven zijn een farce, een schijnzekerheid omdat ze niet voldoen aan de bouwbesluit-voorwaarde van het Rijk. Of dit op termijn gevolgen heeft voor ons en bewoners is onduidelijk. Het kan wel tot gevolg hebben dat de gemeente aansprakelijkheid draagt voor de gevolgen als het ministerie ons dwingt de beschikkingen in te trekken. De gemeente wekt door het geven van een pgb het vertrouwen bij de bewoner dat hij er kan wonen. Als de beschikking formele rechtskracht verkrijgt kan de intrekking daarvan alleen plaatsvinden met het compenseren van de eventuele schade door de gemeente. 4. Zonder handhavend optreden is het afgeven van een beschikking zinloos. In dat geval geven we bepaalde bewoners een beschikking terwijl tegen de buren die er permanent zitten zonder beschikking, niet wordt opgetreden. Dat is te beschouwen als inconsequent en onredelijk overheidsoptreden. 5. Zonder handhaven is een peildatum zinloos. Immers, de bewoners die voor de peildatum er reeds woonden ontvangen een beschikking, de bewoners die er daarna kwamen wonen niet. Dit terwijl we ze in deze variant toch gelijk behandelen. Tegelijkertijd moet er wel een peildatum gekozen worden omdat het anders niet mogelijk is om beschikkingen af te geven. Kosten Door de afdeling Gemeentewinkel wordt het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen geraamd op een inzet van 1 fte gedurende een jaar in schaal 10, en 0,25 fte voor juridische ondersteuning in schaal 11. Ook zijn er kosten voor het inrichten van een werkplek. Dit komt overeen met een kostenpost van in totaal € 81.781,-. Conclusie Gezien de onduidelijkheid in de zin van de te nemen risico's, alsook het inconsequente karakter van de beschreven handelswijze, wordt deze variant niet geadviseerd. 4.3.3 Variant I I I : Niet handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluit toets Inhoud In deze variant wordt niet opgetreden tegen het permanent bewonen van recreatiewoningen. Wel wordt aan die mensen die voor een nader te bepalen peildatum reeds permanent woonden, een persoonsgebonden beschikking verstrekt. Hierbij wordt wel getoetst aan het bouwbesluit. Het Rijksbeleid wordt genegeerd op het punt van handhaving. Argumenten voor 1. Alle bewoners kunnen in ieder geval op korte termijn blijven wonen op de parken; 2. Als gemeente hoeven we geen middelen te reserveren voor de handhaving van permanente bewoning maar uitsluitend voor de afgifte van beschikkingen en het toetsen van het Bouwbesluit (en de handhaving van deze toets); 3. We treden niet op tegen bewoners en hoeven geen mensen uit hun huizen te zetten; 4. Door beschikkingen af te geven met een peildatum kan in ieder geval worden voorkomen dat bij handhaving door de minister de personen met een beschikking aangepakt worden, omdat deze beschikkingen aan het Rijksbeleid (toetsing bouwbesluit) voldoen.
10
Argumenten tegen 1. We negeren hogere regelgeving voor wat betreft handhaving en weten niet of en zo ja op welke termijn het ministerie van VROM ingrijpt en ons dwingt handhavend op te treden, met alle gevolgen van dien. Het is met de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening zelfs mogelijk voor de minister om dit op kosten van de gemeente te doen. De raad heeft als eens aangegeven niet op deze wijze de regie op het probleem te willen verliezen; 2. De minister van VROM heeft al aangegeven dat 'onwillige' gemeenten nog dit jaar tot de orde geroepen zullen worden middels een gesprek met de VROM-Inspectie. Welke gevolgen daaraan zullen worden verbonden is niet duidelijk. Wel kan de minister een aanwijziging geven waardoor de gemeente gedwongen kan worden handhavend op te treden; 3. De huidige bewoners verkeren in blijvende onduidelijkheid over het beleid en weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn omdat het risico van handhaving blijft bestaan; 4. Bewoners moeten investeringen plegen om aan het Bouwbesluit te kunnen voldoen. Zie voor meer informatie paragraaf 4.4.3. 5. Zonder handhavend optreden is het afgeven van een beschikking zinloos. In dat geval geven we bepaalde bewoners een beschikking en laten hen hierdoor in bepaalde gevallen hoge kosten maken voor de aanpassingen van de woning aan het bouwbesluit, terwijl tegen de buren die er permanent zitten zonder beschikking, niet wordt opgetreden. Dat is te beschouwen als inconsequent en onredelijk overheidsoptreden. Kosten De kosten van deze variant komen logischerwijs overeen met de kosten van variant I I , zij het dat het daar genoemde bedrag moet worden vermeerderd met de kosten die zijn gemoeid met de toetsing aan het bouwbesluit. De totale kosten bedragen dan naar verwachting € 102.077,-. Conclusie Gezien de onduidelijkheid in de zin van de te nemen risico's, alsook het inconsequente karakter van de beschreven handelswijze, wordt deze variant niet geadviseerd. 4.3.4 : Variant IV: Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven zonder bouwbesluit-toets Inhoud Deze variant betekent dat handhavend wordt opgetreden tegen die permanente bewoners die na een bepaalde peildatum reeds permanent woonden in een recreatiewoning. Die bewoners die voor deze datum reeds permanent woonden, kunnen een persoonsgebonden beschikking krijgen, waarbij niet wordt getoetst aan het Bouwbesluit. Argumenten voor 1. We voldoen aan het Rijksbeleid voor wat betreft het aspect handhaving, en ook het afgeven van beschikkingen past in het Rijksbeleid, hoewel de bouwbesluit-toets niet wordt uitgevoerd. 2. We hoeven op dit moment geen mensen uit hun huizen te zetten. Er is geen onmiddelijke handhavingslast indien de peildatum zo laat mogelijk wordt gelegd. We komen dan een maximaal aantal mensen tegemoet en verstrekken aan alle huidige permanente bewoners die in de Gemeentelijke Basisadministratie staan een beschikking. Alle huidige permanente bewoners kunnen blijven wonen op de parken. 3. Als reeds aangegeven is het afgeven van beschikkingen alleen zinvol indien ook tegelijkertijd wordt opgetreden tegen die bewoners die geen beschikking hebben (zie variant I I I , argumenten tegen nr. 5). In deze variant gebeurt dat.
Argumenten tegen
11
1. De beschikkingen die we afgeven zijn een farce, een schijnzekerheid omdat ze niet voldoen aan de bouwbesluit-voorwaarde van het Rijk. Of dit op termijn gevolgen heeft voor ons en bewoners is onduidelijk. Het kan wel tot gevolg hebben dat de gemeente aansprakelijkheid draagt voor de gevolgen als het ministerie ons dwingt de beschikkingen in te trekken. De gemeente wekt door het geven van een pgb het vertrouwen bij de bewoner dat hij er kan wonen. Als de beschikking formele rechtskracht verkrijgt kan de intrekking daarvan alleen plaatsvinden met het compenseren van de eventuele schade door de gemeente. 2. De handhavingslast zal in de tijd toenemen omdat steeds meer mensen gaan verhuizen en er bij elke verhuizing en/of nieuwe GBA-inschrijving opgelet moet worden. Momenteel veranderen enkele woningen per maand van bewoner. Op termijn zal dit aanzienlijke capaciteit gaan vragen van het ambtelijk apparaat. De gemeente moet diverse administratieve gegevens verzamelen en als die niet overtuigend zijn, dan is handhaving alleen mogelijk met langdurige observaties, die een zeer grote wissel trekken op de inzet van handhavers. Daarom zal bij handhaving primair op basis van aantoonbare administratieve gegevens worden afgegaan. Observaties kunnen worden uitgevoerd, maar dat zal grote uitzondering zijn. Kosten Indien daadwerkelijk gehandhaafd wordt, betekent dat in plaats van uitsluitend een eenmalige inspanning voor de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen, een voortdurende inspanning voor het handhavingstraject. Dit betekent het volgende: Kosten persoonsgebonden beschikkingen excl. Bouwbesluit-toetsing Kosten handhavingstraject jaar 1
€ 81.781 € 82.361
TOTAAL eerste jaar: Daarna per jaar:
€ 164.142 € 68.361
Conclusie Gezien de onduidelijkheid in de zin van de te nemen risico's met betrekking tot de toetsing aan het bouwbesluit wordt variant niet geadviseerd. 4.3.5: Variant V: Handhaven en persoonsgebonden beschikkingen afgeven met bouwbesluittoets Inhoud Deze variant betekent dat handhavend wordt opgetreden tegen die permanente bewoners die na een bepaalde peildatum reeds permanent woonden in een recreatiewoning. Die bewoners die voor deze datum permanent (gaan) wonen, kunnen een persoonsgebonden beschikking krijgen, waarbij tevens wordt getoetst aan het Bouwbesluit. Argumenten voor 1. We voldoen op alle punten aan het Rijksbeleid (Bouwbesluit, handhaving). 2. We hoeven op dit moment geen mensen uit hun huizen te zetten. Er is geen onmiddelijke handhavingslast indien de peildatum zo laat mogelijk wordt gelegd. We komen dan een maximaal aantal mensen tegemoet en verstrekken aan alle huidige permanente bewoners die in de Gemeentelijke Basisadministratie staan een beschikking. Alle huidige permanente bewoners kunnen blijven wonen op de parken. 3. Als reeds aangegeven is het afgeven van beschikkingen alleen zinvol indien ook tegelijkertijd wordt opgetreden tegen die bewoners die geen beschikking hebben (zie variant I I I , argumenten tegen nr. 7). In deze variant gebeurt dat. 4. De beschikkingen die worden afgegeven, voldoen aan alle eisen en zijn daardoor een vast gegeven voor bewoners.
Argumenten tegen
12
1. De handhavingslast zal in de tijd toenemen omdat steeds meer mensen gaan verhuizen en er bij elke verhuizing en/of nieuwe GBA-inschrijving opgelet moet worden. Momenteel veranderen enkele woningen per maand van bewoner. Op termijn zal dit aanzienlijke capaciteit gaan vragen van het ambtelijk apparaat. De gemeente moet diverse administratieve gegevens verzamelen en als die niet overtuigend zijn, dan is handhaving alleen mogelijk met langdurige observaties, die een zeer grote wissel trekken op de inzet van handhavers. Daarom zal bij handhaving primair op basis van aantoonbare administratieve gegevens worden afgegaan. Observaties kunnen worden uitgevoerd, maar dat zal grote uitzondering zijn. 2. Daarnaast is handhavingscapaciteit nodig om de door ons op te leggen eisen met betrekking tot het Bouwbesluit te controleren. 3. Bewoners moeten investeringen plegen om aan het Bouwbesluit te kunnen voldoen. Zie voor meer informatie paragraaf 4.4.3. 4. De parken kampen op termijn met leegstand omdat ze niet geschikt zijn voor de hedendaagse recreatieve markt (geen voorzieningen / onvoldoende comfort, geen centrale verhuurorganisatie). Kosten De kosten van deze variant zijn gelijk aan de kosten van variant IV, zij het dat hier een vermeerdering plaatsvindt als gevolg van de Bouwbesluit-toetsing. De totale kosten komen hiermee voor het eerste jaar op € 164.142+ 20.296 = € 184.438,-. Voor de daaropvolgende jaren bedragen de kosten € 68.361,- per jaar, net als in variant IV. Conclusie Omdat met deze variant aan alle eisen van het Rijk wordt voldaan, en er daardoor in ieder geval duidelijkheid richting bewoners ontstaat omdat geen 'schijnzekerheid' wordt gecreëerd, wordt geadviseerd deze variant toe te passen. We nemen dan niet het risico dat het niet naleven van het Rijksbeleid op termijn verdere gevolgen heeft voor bewoners. In paragraaf 4.4.1 wordt variant V gedetailleerd uitgewerkt in de vorm van beleidsregels. 4.3.6 Variant VI: Uitsluitend handhaven en geen persoonsgebonden beschikkingen afgeven Inhoud Deze variant betekent dat handhavend wordt opgetreden tegen alle permanente bewoners. Er worden geen beschikkingen afgegeven. Argumenten voor 1. We voldoen aan het Rijksbeleid. Argumenten tegen 1. De handhavingslast is enorm en vraagt grote capaciteit van het ambtelijk apparaat. In de tijd zal dit wel wat afnemen maar het probleem blijft een continue, grote handhavingsinspanning vragen. De gemeente moet diverse administratieve gegevens verzamelen en als die niet overtuigend zijn, dan is handhaving alleen mogelijk met langdurige observaties, die een zeer grote wissel trekken op de inzet van handhavers. Daarom zal bij handhaving primair op basis van aantoonbare administratieve gegevens worden afgegaan. Observaties kunnen worden uitgevoerd, maar dat zal grote uitzondering zijn. Op de kosten van handhaving gaan we in paragraaf 4.4.7 nader in. 2. We zetten mensen uit hun huizen die wellicht geen andere woning hebben op dat moment. 3. Het handhavingsinstrumentarium is zodanig gebrekkig dat een grote inspanning gepleegd moet worden met, in bepaalde gevallen, minimaal resultaat. 4. Er ontstaat een toename van de druk op de woningmarkt, met name de huurmarkt omdat de bewoners hun woningen niet kunnen verkopen en daarom veelal een woning zullen willen gaan huren. Deze woningen zijn niet beschikbaar. 5. De publieke opinie zal zich in grote mate tegen de gemeente keren vanwege de harde lijn die na jaren van gedogen ineens wordt gekozen. 6. De parken kampen met leegstand omdat ze niet geschikt zijn voor de hedendaagse
13
recreatieve markt (geen voorzieningen / onvoldoende comfort, geen centrale verhuurorganisatie). Kosten De berekening van de handhavingskosten in de vorige varianten is gekoppeld aan het hanteren van een peildatum. Indien voor stikte handhaving wordt gekozen, nemen deze kosten explosief toe omdat dat onmiddellijk de noodzaak bestaat om tegen 80 tot 100 bewoners handhavend op te treden. Het feit dat de bouwbesluit-toets dan niet nodig is, weegt hier qua kosten niet tegen op. Conclusie Gezien de harde lijn die in deze variant wordt gekozen, gecombineerd met het grote beslag op de ambtelijke capaciteit (die niet beschikbaar is op dit moment) wordt deze variant niet geadviseerd. 4.4 Advies 4.4.1 Keuze voor variant V Gezien het bovenstaande wordt geadviseerd te kiezen voor variant V. In de praktijk betekent dit dat de gemeente kiest voor het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen aan alle bewoners van recreatiewoningen, daar dit behalve algehele handhaving de enige optie is die binnen de reikwijdte van het Rijksbeleid resteert omdat legalisatie niet mogelijk is op dit moment. Wel heeft het gemeentebestuur aangegeven dat eventuele mogelijkheden tot legalisatie, indien deze ontstaan, alsnog zullen worden aangegrepen voor wat betreft de parken Nuilerveld en Tussen de Wieken. Dit resulteert dan ook in onderstaande beleidsregel.
Beleidsregel I De gemeente Hoogeveen streeft naar de legalisatie van de permanente bewoning op de parken Nuilerveld en Tussen de Wieken middels een bestemmingswijziging naar wonen, en zal eventuele toekomstige mogelijkheden hiertoe benutten. 4.4.2. Peildatum Vanwege de onmogelijkheden omtrent legalisatie is de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen zoals vermeld uitgangspunt in het gemeentelijk beleid. In paragraaf 3.3. is uitgelegd wat wordt verstaan onder een persoonsgebonden beschikking. Tevens is in hoofdstuk 3 aangegeven, hoe het Rijksbeleid omtrent de te hanteren peildatum zich heeft ontwikkeld en wat daarvan de stand van zaken is. Hier is eveneens aangegeven, dat de gemeente zelf, onderbouwd, het moment van de peildatum vaststelt, waarbij speculatie dient te worden voorkomen. Tot op heden is geen gemeentelijk beleid vastgesteld omtrent permanente bewoning. Dit gegeven speelt een belangrijke rol bij het bepalen van een peildatum. Het is immers de gemeente die haar beleid kenbaar moet maken en die haar burgers de gelegenheid moet bieden hierop te reageren. Indien de gemeente ervoor zou kiezen om nu beleid vast te stellen met de door de minister aangegeven datum van 31 oktober 2003, worden betrokkenen voor voldongen feiten geplaatst. Redelijkerwijs hadden die bewoners die zich vestigden in een recreatiewoning tussen 31 oktober 2003 en nu, dan niet kunnen weten wat het standpunt van de gemeente Hoogeveen is ten aanzien van permanente bewoning. Daarnaast is de discussie in de gemeenteraad onvoldoende als we het hebben over de bekendmaking en vaststelling van gemeentelijk beleid. Tegelijkertijd is het zo, dat de datum eveneens niet in de toekomst kan worden gelegd, omdat hiermee speculatie in de hand wordt gewerkt hetgeen volgens de minister ongewenst is. Immers, in dat geval zouden nieuwe bewoners na aankoop ook nog permanent moeten kunnen wonen. Het naar de toekomst verschuiven van de datum kan dan ook niet als een reële optie worden beschouwd, temeer het Rijk hiermee niet zal instemmen.
14
—J.
Wel is het gemeentebestuur, in de vorm van zowel Raad en College, mede gezien de wens om zo soepel mogelijk met de materie om te gaan, van mening dat de datum zo laat mogelijk gelegd zal moeten worden zodat de huidige bewoners (zowel huurders als eigenaren) in ieder geval permanent in hun woning kunnen blijven wonen. Er is in dit geval geen onmiddelijke handhavingsopgave en de betreffende bewoners worden binnen de kaders van het beleid van Rijk en provincie maximaal tegemoet gekomen. Omdat deze notitie op 21 november 2006 is geaccordeerd door het College en is vrijgegeven voor inspraak, is deze datum de te hanteren peildatum voor persoonsgebonden beschikkingen. Het bovenstaande is verwoord in onderstaande beleidsregel.
Beleidsregel II De gemeente Hoogeveen kiest voor de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen aan alle permanente bewoners van recreatiewoningen: die op de peildatum van 21 november 2006 in de Gemeentelijke Basisadministratie staan ingeschreven in een recreatiewoning; waarvan de recreatiewoning voldoet aan de eisen voor bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003, of waaraan voor de betreffende recreatiewoning door het gemeentebestuur vrijstelling is verleend van deze eisen op basis van beleidsregel III. Eerder verstrekte beschikkingen Wij hebben geconstateerd dat begin jaren '90 in bepaalde gevallen aan bewoners reeds persoonsgebonden gedoogbeschikkingen zijn verstrekt door de voormalige gemeente Ruinen. De bepalingen / rechten uit deze beschikkingen blijven vanzelfsprekend van kracht, daar de gemeente hoogeveen de rechten en plichten van de gemeente Ruinen heeft overgenomen na de gemeentelijke herindeling. 4.4.2.1 Criterium voor de peildatum Als reeds aangegeven wordt ervan uitgegaan dat iemand permanent in een recreatiewoning verblijft op het moment dat die persoon daar in de GBA staat ingeschreven. Er zullen dan ook uitsluitend persoonsgebonden beschikkingen worden verstrekt aan die bewoners die op de peildatum staan ingeschreven in de GBA. De gemeente neemt hiertoe initiatief en zal deze categorie actief benaderen. 4.4.3 Toetsing Bouwbesluit De minister geeft aan, dat alleen een persoonsgebonden beschikking kan worden afgegeven indien een recreatiewoning voldoet aan de eisen voor bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003. Wel is het de gemeente toegestaan om in bepaalde gevallen vrijstelling van deze eisen te verlenen. De minister verwoordt dit in haar brief aan de Kamer van 17 november 2004 als volgt: 'Voorstelbaar is dat op grond van een zorgvuldige afweging, de gedoogbeschikking mede ziet op sommige specifieke eisen van het Bouwbesluit 2003, mits hiermee echter geen onaanvaardbare inbreuk wordt gemaakt op een adequaat veiligheids- en gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers. Voorop blijft staan dat gedogen in dergelijke concrete situaties altijd een verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft en dat hiertoe alleen besloten kan worden na een zorgvuldige afweging op basis van een samenhangende beoordeling van de veiligheidsaspecten op het punt van de staat van het bouwwerk en de specifieke bewoningssituatie'. De gemeente Hoogeveen is van mening dat ook met de Bouwbesluit-toetsing zo soepel mogelijk als het Rijksbeleid toestaat, dient te worden omgegaan. Dit omdat bepaalde aanpassingen bewoners voor grote kosten stelt, terwijl aan het nut in sommige gevallen kan worden getwijfeld. Immers, men woont al jaren naar tevredenheid in de betreffende woning waardoor extra woongenot van het voldoen aan de eisen niet opweegt tegen de investeringen. Deze investeringen betekenen dan ook extra lasten voor de bewoner.
15
Meer praktisch betekent dit, dat voor het verkrijgen van persoonsgebonden beschikkingen altijd vrijstelling wordt verleend van de eisen voor bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003, voorzover de veiligheid en gezondheidstoestand van bewoners niet in het geding is. Per geval zal dit, voorafgaand aan de afgifte van de beschikking, door de gemeente worden getoetst. De eisen waaraan een recreatiewoning moet voldoen om voor een persoonsgebonden beschikking in aanmerking te komen, eorden nog nader uitgewerkt. Dit leidt tot de volgende beleidsregel.
Beleidsregel III De gemeente Hoogeveen verleent vrijstelling van de eisen van bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003 als voorwaarde voor de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen, mits hiermee geen onaanvaardbare inbreuk wordt gemaakt op een adequaat veiligheidsen gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers. 4.4.3.1 Termijn om aan het Bouwbesluit te voldoen In de praktijk zal het aanpassen van de recreatiewoningen aan het Bouwbesluit door de bewoners moeten gebeuren. Hiervoor dient een redelijke termijn te worden vastgesteld, zodat betrokkenen de kans hebben om de woning aan te (laten) passen aan de eisen. Deze termijn wordt gesteld op 6 maanden na de vaststelling en mededeling van de noodzakelijke aanpassingen aan de woning. Ook hier geldt, dat het gemeentebestuur de mogelijkheid behoudt om in uitzonderingsgevallen te bezien in hoeverre deze termijn al dan niet verlengd kan worden. Immers, er kunnen gevallen zijn waarin een aanpassing c.q. verbouwing zo ingrijpend is, dat deze onmogelijk binnen 6 maanden gerealiseerd kan zijn. De persoonsgebonden gedoogbeschikking wordt pas afgegeven als aan alle voorwaarden is voldaan. 4.4.4 Milieuwetgeving Bij de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen dienen de betreffende woningen getoetst te worden aan relevante milieuwetgeving. Er mag immers volgens de beleidsbrief van de minister geen strijdigheid met milieuwetgeving bestaan. Dit betreft onder meer een toetsing aan de Wet Geluidhinder en de Wet Milieubeheer (onder meer stankcirkels, wellicht ook andere aspecten). Deze toetsing wordt momenteel uitgevoerd. Het resultaat hiervan wordt voor de vaststelling van deze notitie hierin verwerkt. 4.4.5 Overdraagbaarheid beschikking Volgens het Rijksbeleid is de beschikking in principe niet overdraagbaar. De gemeente dient zich dan ook aan dit uitgangspunt te conformeren om zodoende de zogenoemde 'sterfhuisconstructie' te bewerkstelligen. Wij achten het echter redelijk dat de beschikking niet alleen geldt voor de hoofdbewoner, maar ook voor de overige inwonenden. Immers, er kan een gezinslid vertrekken of overlijden, waardoor de overige inwonenden in de problemen kunnen komen. Dit betekent dat de beschikking in ieder geval geldt voor alle inwonenden die in de GBA staan. Beleidsregel III is hierop afgestemd door in plaats van 'hoofdbewoners' uit te gaan van 'bewoners'. 4.4.6 Hardheidsclausule Er kunnen (al dan niet persoonlijke) omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat een bewoner zich nog niet heeft ingeschreven in de GBA op de peildatum. Het College kan aan deze categorie in voorkomende gevallen beschikkingen verstrekken, indien hiertoe redelijkerwijs aanleiding bestaat en de betrokkene in staat is om overtuigend aan te tonen dat men, ondanks het feit dat men niet is ingeschreven, permanent woont. Het betreft hier echter uitzonderingen waarvoor aantoonbare redenen moeten bestaan om de beleidsafwijking te rechtvaardigen. 4.4.6.1 Langdurige permanente bewoning in bijzondere situaties Bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen in bepaalde gevallen een langdurige permanente bewoning van een recreatiewoning na de peildatum rechtvaardigen. Hierbij betreft het zaken als een echtscheiding, het bouwen van een nieuwe woning, faillissementen etc. Het College kan ook in deze gevallen de permanente bewoning gedogen voor maximaal 1 jaar.
16
Hiervoor worden geen persoonsgebonden beschikkingen verstrekt. Wel wordt per brief richting betrokkene aangegeven wanneer de permanente bewoning beëindigd dient te zijn. 4.4.7 Handhaving Met het kiezen voor persoonsgebonden beschikkingen hoort tegelijkertijd de keuze om te handhaven in die situaties waarin geen persoonsgebonden beschikkingen kunnen worden verstrekt. Immers, het is onredelijk om enerzijds beschikkingen te verstrekken waarbij mensen moeten voldoen aan tal van voorwaarden die bovendien kosten met zich mee kunnen brengen, terwijl ten aanzien van die bewoners die niet meewerken of die na de peildatum hun intrek nemen, niet wordt opgetreden. Omdat de permanente bewoners met het voorliggend beleid allen in aanmerking komen voor een persoonsgebonden beschikking, bestaat er voor de gemeente in principe geen grootschalige, onmiddelijke handhavingsopgave. Wel dient de situatie voortdurend gemonitord te worden om zodoende nieuwe situaties te kunnen opsporen en aan te pakken. Ook zal de handhaving van de toetsing aan het Bouwbesluit inzet van de nodige middelen vergen; in de kostenramingen is hiermee reeds rekening gehouden. Beleidsregel IV De gemeente Hoogeveen handhaaft actief in nieuwe situaties van permanente bewoning die ontstaan als nieuwe permanente bewoners hun intrek nemen in een recreatiewoning na de peildatum 5 Communicatie Voor nieuwe bewoners die zich inschrijven in de Gemeentelijk Basisadministratie na de peildatum geldt, dat men een brief meekrijgt bij inschrijving waarin het gemeentelijk beleid helder staat uitgelegd. Voorwaarde is verder, dat het beleid bij de terinzagelegging voor de inspraak én na vaststelling goed gecommuniceerd wordt, niet alleen door publicaties maar ook door een actieve benadering van de permanente bewoners, de recreerende eigenaren van woningen die er niet permanent wonen en makelaars c.q. notarissen. 6. Procedure Ter voldoening aan het bepaalde in de Inspraakverordening en de Algemene wet bestuursrecht dient de zogenaamde openbare voorbereidingsprocedure van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd. Daartoe wordt een ontwerp van deze beleidsnotitie voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd en gepubliceerd in de Hoogeveensche Courant, waarbij een ieder de mogelijkheid heeft terzake een mondelinge dan wel schriftelijke zienswijze kenbaar te maken. Na de terinzagelegging zullen de reacties worden afgewogen en van commentaar worden voorzien, waarna de notitie door het college van burgemeester en wethouders dient te worden vastgesteld. Een beleidsregel is een besluit in de zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht. Beleidsregels behoren tot de categorie besluiten van algemene strekking. Het instellen van beroep tegen beleidsregels - en op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht ook het maken van bezwaar daartegen - is uitgesloten in artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht. 7. Samenvatting Onderstaand worden de beleidsregels uit de notitie, waarin de beleidskeuzes van het gemeentebestuur staan verwoord, samenvattend nog eens opgesomd. Beleidsregel I De gemeente Hoogeveen streeft naar de legalistie van de permanente bewoning op de parken Nuilerveld en Tussen de Wieken middels een bestemmingswijziging naar wonen, en zal eventuele toekomstige mogelijkheden hiertoe benutten.
17
Beleidsregel I I De gemeente Hoogeveen kiest voor de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen aan alle permanente bewoners van recreatiewoningen, waarbij de peildatum van 21 november 2006 wordt gehanteerd en waarbij wordt voldaan aan het gestelde in de beleidsregels III en IV
Beleidsregel I I I De gemeente Hoogeveen verleent vrijstelling van de eisen van bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003 als voorwaarde voor de afgifte van persoonsgebonden beschikkingen, mits hiermee geen onaanvaardbare inbreuk wordt gemaakt op een adequaat veiligheidsen gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers. Beleidsregel IV De gemeente Hoogeveen handhaaft actief in nieuwe situaties van permanente bewoning die ontstaan als nieuwe permanente bewoners hun intrek nemen in een recreatiewoning na de peildatum Deze nota kan worden aangehaald als "Beleidsnotitie Permanente Bewoning Recreatiewoningen". Aldus vastgesteld door het College van B&W van Hoogeveen d.d. 28 augustus 2007. De burgemeester,
De secretaris,
18
Groningen, 14-01-07
fn(? &
Uw nr. 06-20.211-Ruimte/HP
p Geacht College,
£ ^
J ^ L
^ 6***^
~~~
'"""£
f
v^Us
'M
Hartelijk dank voor de toezending van Uw beleidsnotitie "Permanente Bewoning Recreatiewoningen"'. Omdat ik niet aanwezig kan zijn op de voorlichtingsavond op 15 januari, doe ik U hierbij mijn reactie toekomen. Ik reageer hierbij als recreant Deze maand hebben wij ons huisje op het Nuiierveid 35 jaar en wij maken er nog heel geregeld en met erg veel plezier gebruik van. Voor onderhoud en dergelijke kom ik bijna wekelijks een dag in Pesse. Het valt op hoe negatief Uw College kennelijk oordeelt over de recreatieve waarde van het Nuiierveid. En de vaste recreanten komen eigenlijk slechts zijdelings ter sprake. "Het probleem" (pag. 2) is alleen het al dan niet legaliseren van permanente bewoning. Met dat probleem hangt wel samen dat de recreatieve aantrekkelijkheid van het terrein momenteel ondermijnd wordt. Mag ik zo vrij zijn U erop te wijzen dat het Nuiierveid in de afgelopen ruim 35 jaar altijd buitengewoon aantrekkelijk was voor die recreanten die rust, stilte en natuur zochten. Dat zijn i.h.a. niet mensen die veel luxe zoeken. Het ontbreken van meer voorzieningen is voor hen nauwelijks een bezwaar, eerder een aanbeveling. Overigens zijn de huisjes van de firma Van Leeuwen zeer geriefelijk! De aantrekkelijkheid van het terrein vormen in de eerste plaats de vennen. Uitstekende speel- en zwemplek voor kinderen. Maar mijn vrouw en ik zwemmen 's zomers ook nog steeds geregeld in het middelste ven. Het Nuiierveid ligt heel centraal in Drenthe. Bijna de hele provincie is vanuit Pesse te befietsen. Ook voor liefhebbers van wandelroutes is Pesse een prima uitgangspunt. De activiteiten van de laatste jaren t.a.v. het Oude Diep hebben schitterende nieuwe natuurmogelijkheden geschapen vlak bij ons terrein. De nabijheid van het Dwingelender Veld, spreekt voor zichzelf. De uitbreidingen van Essent zijn inderdaad storend, maar er is veel nieuwe aanplant gedaan van bossingels, zodat die agressieve aanwezigheid over enkele jaren sterk verminderd zal zijn. Probleem blijft wel de lichtvervuiling 's nachts. U zou een positiever oordeel moeten hebben over het feit dat er nu in Drenthe een grote diversiteit aan recreatiewoningen aangeboden wordt, zodat veel verschillende groepen recreanten aangesproken kunnen worden. Vanaf het begin zijn altijd huisjes verkocht aan nieuwe eigenaren-recreanten. Dat zal in de toekomst ook wel mogelijk blijven. Maar naar mijn mening is het toelaten van permanente bewoning op ruime schaal, door bewoners die niet op grond van een bewuste keuze een woning op een recreatieterrein betrekken, maar door het
ontbreken van een betaalbaar alternatief, een grotere hindernis voor toekomstige recreatieve exploitatie, dan het ontbreken van voorzieningen, slechte promotie, enz. Wie vindt het leuk om een vakantiewoning te huren en dan te ontdekken datje op een soort Vinexlokatie terecht bent gekomen? Er komen steeds meer schuttingen en steeds meer natuur wordt betegeld of bestraat. Steeds vaker worden huisjes zodanig verbouwd dat ze meer op villaatjes dan op vakantiewoningen lijken. Terwijl oorspronkelijk maar drie woningtypes toegestaan waren. Permanente bewoning heeft bij veel huisjes ook geleid tot een rommeligheid die beslist niet aantrekkelijk werkt. Permanente bewoning heeft duidelijk geleid tot een veel sterkere verkeersdruk op het terrein. De vele honden en katten hebben allerlei negatieve effecten. Bijv. op de vogelstand. Ook aangelijnde honden beïnvloeden en verstoren de vegetatie door hun uitwerpselen. Als langjarige recreant en liefhebber van het Nuiierveid zou ik U dringend willen vragen het zogenaamde Deense model opnieuw positief te willen overwegen. Dan wel het aantal beschikkingen zodanig te beperken dat een evenwicht tussen vaste bewoners en recreanten hersteld wordt. Ik betreur het te moeten lezen dat U bereid bent serieus te overwegen om de bescherming van het natuurterrein "het Nuiierveid" door bestemmingsplan en landelijke ecologische hoofdstructuur aan te tasten, in plaats van vasthoudend te verdedigen. "Het Probleem" zou minder ernstig geworden zijn wanneer de gemeentes Ruinen en Hoogeveen actiever het karakter van het Nuiierveid verdedigd hadden. Zowel Uw college, als voorheen dat van Ruinen, als onze koopactes zijn volkomen duidelijk geweest over de ongewenstheid en onwettelijkheid van permanente bewoning. Er gebeurde alleen nooit wat. Ik was pijnlijk verrast dat nu zelfs in een stuk van minister Dekker bewoners die hun illegale bewoning jarenlang hebben kunnen rekken "schrijnenende situaties0 genoemd worden (pag.2/2). Het is U natuurlijk bekend dat wij als recreanten extra belast worden met de fbrensenbelasting,bovenop de gebruikelijke gemeentelijke heffingen. Hoogachtend,
C H J . d e Geus Nuiierveid, huisje 116 Schaperstraat 5 9722LN Groningen
;n
Amsterdam, 28 december 2006.
gemeentelijk beleid permanente bewoning ngen. : 06-20.211-Ruimte/HP . 15 december 2006.
,Mc*-1vccxx g
5 u rrcibroAccacte
ijnheer, recreatiewoning gelegen in het recreatiepark Nuilerveld, bungalow nr. 100, te Pesse heb ik de volgende opmerkingen ten aanzien ie.
lt u dat uw gemeente zal streven naar de legalisatie van de permanente en Nuilerveld en Tussen de Wieken middels een bestemmingswijziging
is dan of er nog wel ruimte voor recreatie is nadat deze naar wonen door u is benut, of dat de eigenaren gezien de waarde van uw gemeente gedwongen kunnen worden binnen het door u toe te toewijzing van woningen aan potentiële huurders beneden een bepaalde te moeten gaan of tot zelfbewoning of tot gedwongen verhuur.Naar mijn reëren mogelijk blijven.
est uw gemeente voor afgifte van persoonsgebonden beschikkingen aan oners van recreatiewoningen.
'. if
bewoners van recreatiewoningen in aanmerking, die op de peildatum in de Gemeentelijke Basisadministratie staan ingeschreven. om ingeschreven te staan in de GBA voor het verkrijgen van deze hikking, zonder dat men feitelijk woont in de recreatiewoning. Woont recreatiewoning, doch heeft men zich nooit in laten schrijven als in de GBA, dan zal er binnen deze beleidsregel geen mogelijkheid zijn lerking te komen voor een persoonsgebonden beschikking. de hardheidsclausule. In de uiteindelijke bewoordingen van ;kt echter de mogelijkheid een beroep te doen op de door u genoemde
gaat u niet in op de mogelijkheid die door de minister van VROM via de reatiewoningén wordt geschapen. Ik ben van mening dat door u in mogelijkheid moet worden gegeven op grond van de door de minister n gedoogbeschikking permanente bewoning te verkrijgen als men voor deze voorwaarden voldoet.
i'.
v^ 3 3
Toepassing van deze beleidsregel zal slechts nog maar weinig eventueel voor uw gemeente toekomstige bewoners treffen, zeker gezien het aantal bewoners dat al voldoet aan de toetsingsregel van inschrijving in het GBA voor 21 november 2006.
Overigens hebben Burgemeesters en wethouders van de gemeente Ruinen op 31 januari 1983 een verklaring afgegeven dat het gebruik van mijn recreatiewoning beperkt is op grond van het bestemmingsplan, de Verordening op de recreatiewoonverblijven en de Verordening op de seizoenverblijven; dat het gebruik is toegestaan gedurende de zomermaanden (april tot oktober), en dat er vrijstelling is verleend voor de vakanties en weekeinden buiten het zomerseizoen, waarbij onder vakanties ook worden begrepen vrije dagen, evenwel met de restrictie, dat het aantal vrije dagen niet zodanig mag zijn dat dit leidt tot een permanente bewoning van het zomerhuisje; het zomerhuisje mag niet als hoofdverblijf worden gebruikt. Op grond van deze verklaring heb ik mij nimmer in laten schrijven in de GBA van de gemeente Ruinen, later ingedeeld bij de gemeente Hoogeveen. Op grond van deze beschikking is het voor mij echter wel mogelijk, gezien mijn huidige leeftijd van 72 jaar, om zeer langdurig te verblijven in het betreffende zomerhuisje. Uw beleidsregel IV spreekt over handhaving in nieuwe situaties van permanente bewoning na de door u genoemde peildatum in beleidsregel II. Onder punt 2, Wanneer woont iemand permanent in een recreatiewoning?, noemt u de duur van het verblijf. Op grond van de aan mij verstrekte beschikking kan dan naar mijn mening alleen gesproken worden over permanent verblijf wanneer ik 365 of 366 dagen per jaar in het betreffende zomerhuisje blijf overnachten, en bovendien ingeschreven sta in de GBA, thans dus van de gemeente Hoogeveen. De zal het dus op prijs stellen dat het gedoogbeleid van uw gemeente wordt uitgebreid binnen de beleidsregels met de zogenaamde ouderenregeling, dat beleidsregel IV wordt aangepast aan de reeds verleende vrijstellingen, en dat binnen de beleidsregels de mogelijkheid wordt geschapen om een beroep te doen op de door u genoemde hardheidsclausule. Hoogachtend,
1333, RM Amsterdam, tel. 020-4198430 en 06.20964453
Mondelinge inspraakreactie R. van der Werf, H. Reindersweg 28-40 7933 TW Pesse 19-01-2007 De heer Akse (eveneens aanwezig is huurder geweest van voornoemde woning H. Reindersweg 28-40. Hij staat ook op deze woning ingeschreven in de GBA, sinds 2005. De woning is inmiddels verhuurd aan de heer Van der Werf. De heer van der Werf wilde zich wel al inschrijven, ook voor de peildatum, maar daarvoor moest volgens Burgerzaken van de gemeente, de heer Akse als zijnde de ingeschrevene, fysiek aanwezig zijn. Dat was echter onmogelijk omdat de heer Akse in het buitenland zat destijds. Betrokkenen geven aan, een beroep te willen doen op de hardheidsclausule in het gemeentelijk beleid, omdat er feitelijk sprake is van een situatie waaraan men zelf niets kan doen. Men wenst snel duidelijkheid omdat de huidige ingeschrevene, de heer Akse, volgende week weer vertrekt naar het buitenland en daarom opnieuw niet aanwezig zou kunnen zijn bij een inschrijving door Van der Werf. Gevraagd wordt wat de mogelijkheden zijn in deze kwestie. Met de heer Kuipers wordt even doorgesproken over deze kwestie. Er kan nog geen uitspraak worden gedaan over deze kwestie omdat het gemeentelijk beleid eerst vastgesteld moet worden. Omdat de heer van der Werf reeds voor de peildatum stond ingeschreven in een andere woning op het Nuilerveld, wordt geconstateerd dat het verstandig is om deze inschrijving te handhaven op dit moment zodat eventueel later (als een eventueel beroep op de hardheidsclausule niet wordt gehonoreerd) alsnog goede kansen bestaan op een beschikking voor deze woning. Van der Werf kan dan na de beleidsvaststelling een beschikking aanvragen voor de andere woning, en een beroep doen op de hardheidsclausule. Het College moet hierin vervolgens een afweging maken. Afgesproken wordt, hetgeen besproken is te beschouwen als inspraakreactie in de procedure tot vaststelling van het gemeentelijk beleid. De heer Van der Werf fungeert als contactpersoon en krijgt na het besluit van College en raad over het beleid, dat besluit thuisgestuurd. Ook geeft de gemeente aan wanneer het beleid is vastgesteld en het mogelijk is een aanvraag tot een beschikking in te dienen c.q. een beroep op de hardheidsclausule te doen.
Kuipers, E. Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
[email protected] maandag 19 februari 2007 23:07 Kuipers, E. Re: Mondelinge inspraakreactie
Geachte heer Kuipers, Dank je wel voor de snelle reactie. Mijn postadres is H.J. Kleiman, Vredenluststraat 15,7906 BM Hoogeveen. Tel. 06-45960125. Naar mijn weten is de samenvatting goed. Kunt u mij ook een bevestiging toesturen, zodat ik zeker weet dat de inspraakreactie wordt meegenomen bij het besluit. Met vriendelijke groet, Ina Kleiman
f~\--
"Kuipers schrijft: > <<Mondelinge inspraakreactie mw Kleiman.doc>> > Geachte mevrouw Kleiman, > > Hierbij een samenvatting van hetgeen besproken is. Uw eventuele commentaar verneem ik graag. Verder wil ik u vragen om mij uw postadres even door te mailen zodat ik na het besluit van het College een en ander naar u toe kan sturen. > > Met vriendelijke groet, > > Erwin Kuipers > Afdeling Ruimte > Gemeente Hoogeveen > 0528-291715.
Mondelinge inspraakreactie mw. Kleiman, eigenaar woning Meerboomweg 125 Mevrouw Kleiman geeft aan, dat zij haar woning verhuurt. Ze is het niet eens met de criteria uit de beleidsnotitie, waarin is opgenomen dat iedereen die op de peildatum in de GBA is ingeschreven, een beschikking ontvangt. Dit zou betekenen dat een huurder die is ingeschreven, een beschikking ontvangt en niet de eigenaar. Hierdoor kan de eigenaar de huurder heel moeilijk uit de woning krijgen, en hiermee kan mevrouw Kleiman het niet eens zijn. Verder vraagt mevrouw Kleiman, of zij ook op de hoogte kan worden gesteld als de huurder van haar woning een beschikking vraagt, zodat dit niet langs haar heen kan gaan. Gevraagd wordt, of en zo ja hoe, bezwaar tegen zo'n beschikking kan worden gemaakt. Afgesproken wordt hetgeen besproken is te beschouwen als inspraakreactie in de procedure tot vaststelling van het gemeentelijk beleid. Mevrouw Kleiman krijgt na het besluit van College en raad over het beleid, dat besluit thuisgestuurd. Ook geeft de gemeente aan wanneer het beleid is vastgesteld en het mogelijk is een aanvraag tot een beschikking in te dienen. Erwin Kuipers 15/02/07
sen ïrgemeester en Wethouders VEEN
f
:
QI.
.„
"'" I'i
Almere, 19.01.2007 Betreft: permanent wonen bungalowpark Nuilerveld GerctteDanes/Heren, Hierbij willen wij u bedanken voor het toezenden van de concept-beleidsnotitie over permanente bewoning en verzoek ik u ook ons een persoonsgebonden beschikkingen te verlenen en wel om de volgende redenen:
o
Op 24 augustus 2006 hebben wij al een brief geschreven aan de heer Kuipers waarin wij onze wens om in de nabije toekomst permanent in onze bungalow op het Nuilerveld te gaan wonen duidelijk gemaakt hebben. 13 Jaar geleden, september 1993, kochten wij de bungalow op het Nuilerveld. Bij aankoop was deze bungalow permanent bewoond. Wij kochten deze bungalow met de bedoeling om in de toekomst, na mijn pensionering in 2008, hier ook permanent in te gaan wonen. Door de gemeente Ruinen en later ook door de gemeente Hoogeveen werd de permanente bewoning op het Nuilerveld gedoogd. Aangezien inmiddels de meeste bungalows op het Nuilerveld permanent bewoond zijn leek ons dat geen probleem. Helaas komt nu, vlak voor de pensioneringsdatum van juni 2008, de beleidsnotitie waarin staat dat om in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden beschikkingen men op 21 november 2006 al permanent in de bungalow moet wonen. Dit is ivm mijn werkzaamheden helaas onmogelijk.
Q
Gezien het feit dat wij al lang, 13 jaar, eigenaar zijn van de bungalow op het Nuilerveld, niet willen verkopen maar fors willen investeren en verbouwen om zelf onze pensioenjaren door te brengen in de bungalow verzoek ik u vriendelijk mijn argumenten en beweegredenen in uw besluitvorming mee te laten wegen en ook ons een persoonsgebonden beschikking toe te kennen. Onzes inziens kan dit door toevoeging van het "Deens model"waardoor de criteria van een persoonsgebonden beschikking worden verbreed. Tenslotte zijn wij na 13 jaar regelmatige bezoeken aan het Nuilerveld al goed ingeburgerd in de gemeente Hoogeveen. Met vriendelijke groet, Hoogac F.AL.rBabonnick Wintertalinglaan S 1343 AV ALMERE tel: 036-5384688 06-53761516 e-mail:
[email protected]
pagina 1 van
;n [
[email protected]] nuari 2007 21:21 s GEMHGV Safe SPAM quarantine: inspraakreactie permanente bewoning
niervennen j b
02-
toaa ïleidsnota permanente bewoning recreatiewoningen
| dat er een duidelijke lijn is uitgezet voor het (voorgenomen) t e hanteren beleid voor reatiewoningen. [ge vragen over de 4 beleidsregels zoals deze zijn verwoord op pagina 17 en 18 van de is toegestuurd. snota permanente bewoning van recreatiewoningen en de informatieavond op 15 januari j l , ie onderstaande vragen.
| legalisatie voor permanente bewoning gezien de Ecologische Hoofdstructuur; i t e Hoogeveen hieraan te gaan doen om legalisatie te bevorderen, richting de Provincie
rsoonsgebonden beschikking (PB) van toepassing: Iverhuisbaar" binnen het park; |ok voor relaties, bijv. partner bij samenwonen, kinderen geboren na 21 november 2006; tendaal (in bijlage, pag. 1/6) nu, ook al, opeisbaar bij de Gemeente Hoogeveen. jel goed als, wij concluderen, dat er in principe vrijstelling wordt gegeven (voldoend aan Izondheidsniveau) aan het Bouwbesluit 2003. j r
Et "Deens model", volgens de Gemeente Hoogeveen, worden toe te voegen in deze Hteria van een persoonsgebonden beschikking te verbreden. je komende Provinciale Statenverkiezingen Drenthe de politieke partijen benaderen voor ee het permanent bewonen van recreatiewoningen . De antwoorden van de politieke partijen Ize leden om hun hulp aan te wenden.
iing Bungalowpark de Nuilervennen,
pagina 2 van
J.J. Botter Fik - Groenink Secretaris Mijn Postvak I n wordt beschermd door SPAMfighter 1 spam-mails zijn er tot op heden geblokkeerd. Download de gratis SPAMfighter vandaag nog!
6Z ~
sthouders van Hoogeveen
--.
Hoqgeveen, 5 februari 2007 Betreft protest voorgenomen Persoonsgebonden Beschikking
f. i d aeuJuu Geacht college, M * deze bntf pratesteer fc tegen de persoonsgebonden M M £ I * gSr; hanteren Voorde vakantiewoningen in de gemeente Hoogeveen.
*
gemeente Hoogeveen
1
Waterschap daarop werd gebaseerd.
De PGB betekent voor mij grote nadelen:
waardevermindering van ruim € 30.000.
eigenaar is de erfpacht niet meer aftrekbaar van de belastingen.
C
De bank als geldverstrekker geeft geen toestemming voor onderverhuur, dus kan ik mijn woning zelfs niet als recreatiewoning benutten.
een rechtsongelijkheid voor partners. Mijn woning verkopen kan ik dus alleen ver onder de waarde en verhuren is niet mogelijk. Voor mij een onmogelijke spagaat en een groot financieel verlies,
Ik
vind dat de persoonsgebonden beschikking in financieel opzicht uiterst onrechtvaardig uitpakt.
Hoogachtend,
S. van Weert H. Reindersweg 28-27 7933TWPesse
ox.
'. (o.
Ï/W fcpe 02-n.v.
/ bJkJt é ^Crt/n,
sWJUHt&ri' / 0 sk/urtx/rri,
0 \ö
1/
(f P
1
iï
y AuniA,
jL&cJuse/hJjvns QJJ[XX>CA*/-CJL cLot aiv
is ya/rwu>uvL> 'oy.
oxyk, c*JL U
„Si/n-- >UA%>
.
tu£ /?
/
/
/mist- „ k
i
g
O
f)
r
j
i
W/llNBERG ! l- U
i
T HANDTEKENING RETOUR
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen Postbus 20000 7900 PA HOOGEVEEN
Tevens per telefax: 0528-291773 verzonden
Datum : 19 maart 2007 Onderwerp: W E Bungalowpark Schoonhoven/B & W Hoogeveen Dossier : V-14881-A/sg E-mail : [email protected] Uwref. : TeLnr. : (050) 5995707 (secretaresse)
Geacht college, Namens cliënte, de Vereniging van Eigenaren van Bungalowpark Schoonhoven doe ik u hierbij in het onderstaande toekomen de zienswijze van deze vereniging op uw Beleidsnotitie permanente bewoning recreatiewoningen zoals die met ingang van 18 januari jl. ter inzage ligt. ;
( •
' ;
In het ontwerp van de Beleidsnotitie heeft u gekozen voor het handhaven van de op het park Schoonhoven rustende recreatieve bestemming. Uit de notitie valt af te leiden dat deze keuze contre coeur is gemaakt. De beste oplossing in de visie van zowel uw college als de raad is legalisatie, zo valt op blz. 8 van de notitie te lezen. De enige reden waarom u toch niet hebt gekozen voor legalisatie is dat zo'n keuze geen genade zou kunnen vinden in de ogen van de provincie. Het streekplan echter bevat niet een categorisch verbod op de legalisatie van permanente bewoning van recreatiewoningen. De desbetreffende passage luidt als volgt (blz. 177): "Een aspect van verblijfsrecreatie dat veel aandacht vraagt is het tegengaan van permanente bewoning van recreatiewoningen. Permanente bewoning leidt tot een verlies aan capaciteit in de verblijfsrecreatie (met extra behoefte elders), een verminderde economische omzet(groei) en werkgelegenheid en is strijdig met het verstedelijkingsbeleid. Daarom is het belangrijk dat gemeenten permanente bewoning niet toestaan. De uitvoering van dit beleid vergt een goede regeling in het bestemmingsplan, in combinatie met een actieve handhaving. Het gaat onder meer om voorschriften voor een complexgewijs beheer, in combinatie met het voorkomen dat een terrein of complex in kleinere eenheden wordt opgedeeld en verkocht (het zogenaamde 'uitponden') en het stellen van voorwaarden aan bewoning."
Het gaat hier slechts om een indicatieve beleidsuitspraak, die welbeschouwd alleen een toekomstgericht karakter heeft. Provinciale Staten benadrukken hier vooral dat (1) gemeenten hun bestem-
Zuiderpark 20 • Postbus 263 9700 AC Groningen Telefoon (050) 5995700 • Fax (050) 5995709 • [email protected] • www.wijnbergadvocaten.nl
4.
W1JNBERC mingsplannen zo moeten inrichten dat permanente bewoning wordt tegengegaan (door o.a. het voorschrift van een bedrijfsmatige exploitatie daarin op te nemen) en dat (2) gemeenten een actief handhavingsbeleid moeten voeren. Over de vraag of een in het verleden ontstane situatie van permanente bewoning voor legalisatie in aanmerking komt, laat het streekplan zich niet uit. Daarom is er geen reden om uit deze passage af te leiden dat de provincie geen medewerking zal willen verlenen aan legalisatie. En voor zover Gedeputeerde Staten aan u hebben laten weten dat zij geen medewerking zullen verlenen, kan die mededeling niet uitsluitend zijn gebaseerd op de hierboven aangehaalde passage uit het streekplan. Daar komt bij dat de argumenten die Provinciale Staten hier noemen tegen permanente bewoning, in het geval van Schoonhoven geen opgeld (meer) doen. Schoonhoven wordt zo goed als in zijn geheel permanent bewoond, een situatie die al ten minste sinds de jaren '80 zo bestaat. Het verlies aan verblijfsrecreatieve capaciteit is dus toen al ontstaan. Voor zover dat verlies aan capaciteit heeft geleid tot een extra behoefte elders, is aan die behoefte ongetwijfeld vervolgens ook al lang geleden tegemoet gekomen. Te bedenken valt hierbij dat uit recente economische rapportages over de verblijfsrecreatieve sector blijkt dat er thans een overcapaciteit bestaat. Veel bedrijfsmatig geëxploiteerde parken kampen met onderbezetting. Ook het argument dat legalisatie in strijd zou zijn met het verstedelijkingsbeleid snijdt in het geval van Schoonhoven geen hout. De permanente bewoning is zoals gezegd al decennia geleden van start gegaan en daartegen kan uw college niet handhavend optreden (wat u ook erkent door uw in de beleidsnotitie opgenomen besluit om persoonsgebonden gedoogbeschikkingen te verstrekken). Legalisatie brengt met andere woorden geen verandering in deze feitelijke situatie. Het voorgaande samenvattend is er dus geen reden waarom het (vermeende) afwijzende provinciale standpunt over legalisatie doorslaggevend zou moeten zijn. Daarvoor is temeer geen reden omdat het niet de provincie is die het voortouw heeft in de besluitvorming over de ruimtelijke ordening, maar de gemeente. Het zwaartepunt ligt nog altijd bij de gemeente en er is geen sprake van dat een streekplan voorrang heeft boven een bestemmingsplan. Een gemeenteraad mag daarom naar vaste rechtspraak een bestemmingsplan vaststellen dat afwijkt van het streekplan, mits het die afwijking maar van een deugdelijke motivering voorziet. In het bekende handboek Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht van prof. mr P.J.J. van Buuren e.a. (Deventer 2006, blz. 330) valt hierover te lezen: "(...) dat in algemene zin moet worden aangenomen dat voor gemeentebesturen de juridische vrijheid moet worden aangenomen om planologische maatregelen (vaststelling bestemmingsplan, verlening vrijstelling van het bestemmingsplan) te nemen, die afwijken van het streekplan. Tevens moet worden aangenomen dat voor het provinciaal bestuur (GS) de vrijheid bestaat om bij het planologisch toezicht goedkeuring te hechten aan die van het provinciaal beleid afwijkende gemeentelijke maatregelen."
Deze situatie, waarin het zwaartepunt van de ruimtelijke ordening bij de gemeente ligt, zal nog worden versterkt als de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening op 1 januari a.s. in werking treedt. Vanaf dat moment is voor de inwerkingtreding van een bestemmingsplan niet langer de goedkeuring van Gedeputeerde Staten vereist. Weliswaar betekent dit niet dat een gemeente zich dan niets meer gelegen hoeft te laten liggen aan het provinciale beleid, maar de provincie zal dan alleen nog kunnen ingrijpen als dit vanuit een bovengemeentelijk, provinciaal belang noodzakelijk is. Cliënte verzoekt u daarom uw standpunt dat u niet bereid bent om de permanente bewoning van Schoonhoven te legaliseren, te heroverwegen. Hiervoor is voldoende aangetoond dat de daaraan ten
WIJNBERG grondslag gelegde overweging, te weten de aanname dat het provinciaal beleid daaraan pertinent in de weg zou staan, dit standpunt niet kan dragen. Zelf heeft u in uw beleidsnotitie al aangegeven waarom legalisatie de beste oplossing is: de woningen op het park Schoonhoven voldoen niet steeds aan de eisen van de moderne recreant, het park is uitgepond, waardoor een centrale bedrijfsmatige exploitatie niet mogelijk is en recreatieve voorzieningen zoals bijvoorbeeld een zwembad ontbreken. Er is ook een ander argument, namelijk dat de verlening van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen geen oplossing is voor de langere termijn. Een persoonsgebonden gedoogbeleid veronderstelt immers dat de woningen op enig moment weer op de verblijfsrecreatieve markt zullen 'belanden'. Die veronderstelling is echter niet realistisch, juist ook om de hiervoor genoemde redenen (geen bedrijfsmatige exploitatie mogelijk, niet voldoen aan de eisen van de hedendaagse recreant etc). Een laatste argument voor legalisatie is de omstandigheid dat Schoonhoven in alle opzichten voldoet aan de criteria die het Rijk daarvoor heeft geformuleerd. De woningen voldoen in hoofdzaak aan het Bouwbesluit, Schoonhoven wordt zo goed als geheel permanent bewoond, het park is niet gelegen in een kwetsbaar gebied en vanuit de milieuwetgeving ontmoet legalisatie geen bezwaar. Namens de vereniging van eigenaren van Bungalowpark Schoonhoven verzoek ik u dan ook om uw beslissing om niet tot legalisatie over te gaan te heroverwegen en het ontwerp van de beleidsnotitie in overeenkomstige zin aan te passen. Verder verzoek ik u met cliënte in overleg te treden over de toekomstige planologische regeling van park Schoonhoven en tezamen met cliënte na te gaan welke mogelijkheden er zijn om deze regeling (meer) in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. Een uitnodiging daartoe zie ik graag tegemoet. Hoogafchtend]
Mondelinge inspraakreactie C.J. Smits, Kramsvogellaan 7,2566 CA Den Haag De heer en mevrouw Smits, hierna te noemen adressanten, huren momenteel een woning op het Nuilerveld en staan momenteel niet ingeschreven in de gemeentelijke Basisadministratie. Adressanten willen echter wel graag permanent wonen op het Nuilerveld en wensen daarom een persoonsgebonden beschikking te verkrijgen. Gevraagd wordt, of de Gemeente Hoogeveen niet met terugwerkende kracht beschikkingen kan afgeven, daar is iedereen bij gebaat, aldus adressanten. Bovendien huren adressanten wel al langer dan de peildatum, met het oogmerk om in een later stadium permanent in de recreatiewoning te gaan wonen. Adressanten vragen, of de ouderenregeling wellicht een optie is, en of het zinvol is zich nu alsnog te laten inschrijven in de recreatiewoning. Want als de peildatum door de raad nog verder naar achteren wordt geschoven, kan dat wellicht een uitkomst zijn omdat men in zo'n geval wel aan de criteria zou kunnen voldoen.
Mondelinge inspraakreactie J.W. van der Veen, Tentakkers 19, 7933 RE Pesse De heer en mevrouw Van der Veen, hierna te noemen adressanten, geven aan eigenaar te zijn van de woning Hendrik Reindersweg 28-20. Zij hebben de woning al 2 jaar te koop staan, en kunnen hem niet kwijt. Gevraagd wordt, of het in verband met die moeizame verkoop niet mogelijk is dat de toekomstige bewoners ook een beschikking ontvangen.
Harms, A. Aan: Onderwerp:
Kate, H. ten recreatiewoningen
Hoi Heleen over het voorstel recreatiewoningen het volgende: De kosten en baten staan op de laatste pagina van het b en w voorstel. €180.000,00 voor 2008 moet blijven staan. Er is alleen voorgesteld om alvast een voorschot te nemen in 2007 van €100.000,00 zodat we met de uitvoering kunnen starten. Nu het jaar 2007 al een groot deel voorbij is, wordt voorgesteld om €50.000,00 voor 2007 beschikbaar te stellen zodat na besluitvorming in ieder geval kan worden gestart met de uitvoering. Voor het overige blijft het voorstel en de bedragen van kracht. Ik weet zelf niet ten laste van welke post dit gebracht met worden, misschien hebben jullie daar een idee over.? Als het kan graag volgende week agenderen voor b en w. Alvast bedankt Albertha mw. A. Harms | Adviseur Gemeentewinkel Postbus 20000, 7900 PA Hoogeveen | Raadhuisplein 1, Hoogeveen T (0528) 2915081 F (0528) 291325 | E [email protected] 11 www.Hoogeveen.nl
Klein, J.W. de Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
—Oorspronkelijk Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
Kuipers, E. dinsdag 21 augustus 2007 15:53 Klein, J.W. de FW: Onderwerp:
bericht-— Kate, H. ten maandag 20 augustus 2007 15:57 Kuipers, E. RE: Onderwerp:
Hallo Erwin, In de voorjaarsnota is in 2008 €115.000 en met ingang van 2009 structureel €65.000 opgenomen. Die bedragen zijn ook opgenomen in de concept-programmabegrotong 2008-2011. De genoemde €180.000 is dus niet juist. Is de genoemde € 100.000 in 2007 extra of kan het bedrag in 2008 verlaagd worden naar €15.000? Graag even overleg want je zou ook even aan moeten geven waaruit de €100.000 betaald moet worden in 2007. Groeten, Heleen —-Oorspronkelijk bericht-— Van: Kuipers, E. Verzonden: maandag 20 augustus 2007 12:32 Aan: Kate, H. ten Onderwerp: FW: Onderwerp:
Hallo Heleen, Zie het B en W stuk, we moeten een begrotingswijziging gaan voorstellen, het stuk heb ik net in roulatie gedaan voor het College. Was nog vergeten om ook al even aan jou toe te sturen. vr.gr. Erwin. —Oorspronkelijk bericht— Van: Kuipers, E. Verzonden: maandag 20 augustus 2007 10:51 Aan: B&W voorstel CC: Middelveld, A.; Harms, A. Onderwerp: Onderwerp:
« Bestand: vaststelling beleidsnotitie College.doc »