Hoofdlijnen beheerplan 2016
Status Datum Kenmerk Eigenaar
: definitief : 29 mei 2015 : P1146211 : ProRail
1. Inleiding ProRail richt zich ook in 2016 op de doelen veilig, betrouwbaar, punctueel en duurzaam spoor. Hierbij geven wij prioriteit aan het terugdringen van impactvolle verstoringen op het treinverkeer en het sneller opstarten na verstoringen. Dit doen we in nauwe samenwerking met de vervoerders en aannemers. De intensieve samenwerking met NS in het programma Beter en Meer zetten wij door. De gezamenlijke focus ligt in 2016 op het vergroten van de betrouwbaarheid van het treinverkeer op de drukste corridors. Ook op het terrein van logistieke bijsturing werken we samen met NS aan verbeteringen. Met de regionale vervoerders zetten we de succesvolle samenwerking in de concessieteams voort. In deze teams sturen we gezamenlijk op een hogere punctualiteit en een lagere treinuitval. Na de integratie van Keyrail medio 2015 is ProRail ook wat betreft het goederenvervoer volledig verantwoordelijk voor het beheer van de infrastructuur, het verdelen van de capaciteit en het leiden van het verkeer. In 2016 zet ProRail in op het aanpakken van knelpunten in de keten van het goederenvervoer. Door transparant te zijn naar onze stakeholders en intensief de dialoog met hen aan te gaan, kunnen we samen verbeteren. Deze hoofdlijnen voor het Beheerplan 2016 vormen daar een voorbeeld van. Wij hechten groot belang aan uw reflectie. Wij streven ernaar uw advies en zienswijze mee te nemen in onze afwegingen. Niet in alle gevallen zullen wij daarin slagen. De belangen van de verschillende stakeholders van ProRail lopen namelijk niet altijd parallel aan elkaar. We moeten daarom soms keuzes maken in een spanningsveld waarbij veiligheid, beschikbaarheid en geld om voorrang strijden. U mag erop vertrouwen dat wij als onafhankelijk spoorbeheerder daarin volledig transparant een afgewogen keuze maken, met altijd het belang van onze vervoerders en hun reizigers en verladers voorop.
2. Hoofdlijnen Beheerplan 2016 Samen met onze partners werken we continu aan verbetering voor de reizigers en verladers
2.1 Vernieuwen met de winkel open Samen met onze partners werken we aan de grootste vernieuwing van het spoor sinds het ontstaan van de spoorwegen in Nederland met het doel de betrouwbaarheid van het spoor te verhogen en meer treinverkeer mogelijk te maken. Dit betekent voor de reiziger en verlader dat ze nu te maken hebben met werkzaamheden en ongemak, maar dat dit in de toekomst leidt tot hogere betrouwbaarheid en meer treinverkeer. In 2016 worden vier vernieuwde stations geopend: Breda, Tilburg, Eindhoven en Utrecht. Ook de infrastructuur wordt op diverse plekken aangepakt. Grote spoorvernieuwingen vinden plaats bij Schiphol, Utrecht, Amsterdam en Groningen. De aanleg van het Derde Spoor Duitsland bij Zevenaar valt ook binnen deze grote infrastructuuruitbreidingen. Wij zorgen ervoor dat de cruciale vervoerscapaciteit in de spits en tijdens werkdagen gehandhaafd wordt ondanks de omvangrijke vernieuwingen. Daartoe organiseren wij werkzaamheden tijdens weekenden, vakantieperiodes en zorgen wij in de bouwfasering expliciet dat vervoersstromen mogelijk blijven. Voorbeelden hiervan zijn hoe we loopstromen faciliteren bij de verbouwing van station Utrecht en hoe we door middel van een extra perron op Utrecht de bouwfasering doen. Tijdens deze verbouwingen zijn we wel extra kwetsbaar voor verstoringen, omdat we minder mogelijkheden hebben om bij te sturen.
2/17 Ons kenmerk
P1146211
Afwegingen in de manier van vernieuwen maken we transparant en in afstemming met vervoerders. Reizigers en verladers krijgen voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden duidelijke informatie, zodat zij goed voorbereid op reis kunnen gaan.
2.2. Met focus op operationele verbetering en alertheid ProRail zet zich continu in om de operationele prestaties te verbeteren. De trend van de laatste jaren laat zien dat onze gemiddelde prestaties, uitgedrukt in punctualiteit, verbeteren. Ondanks alle inspanningen om de gebruikers van het spoor een betrouwbare en punctuele treinreis aan te bieden, gaat het nog te vaak mis. Dat hebben incidenten begin 2015 rond Utrecht en Schiphol pijnlijk duidelijk gemaakt. Samen met alle betrokken collega’s, aannemers en ingenieursbureaus zijn inmiddels verbeteringen doorgevoerd. Van iedereen wordt meer scherpte en alertheid verwacht. Ook heeft ProRail direct extra mensen en extra middelen vrijgemaakt om incidenten als deze op dit belangrijke stuk spoor van Nederland te voorkomen. Concreet zetten wij in 2016 de in 2015 gestarte aanpak voort in de driehoek Amsterdam-UtrechtSchiphol. Hiermee willen we de betrouwbaarheid van de infrastructuur fors verbeteren We zetten extra inspecteurs in en stationeren storingsploegen dichter op het spoor met het doel de alertheid te vergroten en de aanrijtijd te verkorten. We beseffen dat we grote storingen kunnen terugdringen maar dat we storingen niet volledig kunnen voorkomen. Daarom richten we ons expliciet ook samen met de vervoerder op het terugdringen van de impact van deze verstoringen. Dit doen we door te zorgen dat de opstart van de treindienst na een verstoring sneller verloopt. Daarnaast verbeteren we de bijsturingsprocessen ook om te zorgen dat minder treinen geraakt worden tijdens de verstoring (minder olievlekwerking) Ook zorgen we sneller voor helderheid naar de reiziger en verlader over reismogelijkheden zodat de reiziger en verlader een beter handelingsperspectief hebben. In het kader van het programma Beter en Meer hebben NS en ProRail een verbeteraanpak opgesteld die als eerste wordt toegepast op de zogenaamde A2-corridor, tussen Amsterdam en Eindhoven. Hiervan moeten in 2016 de eerste resultaten zichtbaar zijn: minder verstoringen en betere prestaties van de treindienst (zie bijlage 1). In 2016 wordt de uitrol van prestatiegericht onderhoud doorgezet, waardoor de betrouwbaarheid van de infrastructuur toeneemt. Daarnaast introduceren we een nieuwe KPI, waarmee we specifiek op storingen met grotere impact kunnen sturen. Daarbij blijven wij realistisch: een storingsvrij spoor bestaat niet, er zullen zich altijd verstoringen blijven voordoen (zie bijlage 2). Door de bouw van het Derde Spoor Duitsland is er minder capaciteit beschikbaar op de Betuweroute. De stuurgroep Derde Spoor Duitsland onder voorzitterschap van IenM, met vertegenwoordigers van ProRail, vervoerders, verladers, decentrale overheden en havenbedrijven heeft maatregelen getroffen om alternatieve capaciteit te bieden. Deze stuurgroep blijft in 2016 functioneren. Bijlage 3 geeft aan hoe ProRail invulling geeft aan de beleidsprioriteit goederen.
2.3. In dialoog met onze stakeholders Transparantie naar stakeholders biedt voor ProRail veel toegevoegde waarde. ProRail is van nature een technisch georiënteerd bedrijf, gewend om zelf met oplossingen te komen. Vanaf 2014 is de beweging ingezet om in een vroeger stadium met stakeholders over belangrijke onderwerpen en dilemma’s in dialoog te treden. Er waren dialoogsessies over veiligheid met verschillende 3/17 Ons kenmerk
P1146211
stakeholders, over regionaal vervoer in de concessieteams met regionale vervoerders, over impact van buitendienststellingen met het LOCOV, en over samenwerkingsprojecten, zoals Beter en Meer, met de NS en het ministerie van IenM. Daarbij zijn we met overheden in dialoog via de decentrale en landelijke OV-tafels. Ze hebben een groot rendement op de samenwerking en transparantie in de sector. In 2016 wil ProRail deze beweging voortzetten. De verwachting is dat een betere verbinding met onze stakeholders tot betere prestaties van ProRail leidt. De professionalisering van de loketfunctie is hier een concreet voorbeeld van. Alle externe vragen, klachten, meldingen en issues kunnen bij dit loket worden ingediend, waarna we deze transparant afhandelen. Daarnaast gaan wij in 2016 samen met gemeenten, provincies, waterschappen en de markt werken volgens de afspraken uit de in 2015 gesloten TunnelAlliantie. Als zij besluiten dat er ergens een tunnel moet komen, dan treedt een gestandaardiseerd proces in werking. Hierbij staan transparantie van proces en product, elkaar willen en kunnen helpen en presteren centraal.
2.4. Betrouwbaar, flexibel en concurrerend spoorgoederenvervoer mogelijk maken Medio 2015 wordt de Keyrail-organisatie in ProRail geïntegreerd. Daarmee is ProRail volledig verantwoordelijk voor het beheer van de infrastructuur van het goederenvervoer. Alle medewerkers van Keyrail krijgen een plaats bij ProRail en een groot aantal best practices uit de Keyrail organisatie wordt overgenomen door ProRail. In 2016 zet ProRail in op het verbeteren van knelpunten op interfaces tussen de verschillende onderdelen van de keten. Samen met de stakeholders uit het spoorgoederenvervoer richten we ons op het meer concurrerend maken van het spoorgoederenvervoer voor het Nederlandse bedrijfsleven. Goede verbindingen met het achterland zijn van essentieel belang voor het bedrijfsleven – waaronder ook de Nederlandse havens en terminals. ProRail wil hierin haar verantwoordelijkheid nemen, onder meer door het identificeren en het helpen oplossen van capaciteitsknelpunten, het verbeteren van de betrouwbaarheid en het creëren van betrouwbare, flexibele en concurrerende spoorlogistiek Om bovenstaande doelstellingen te realiseren is binnen ProRail het Landelijk Coördinatieteam Goederen (LCG) opgericht. Dit team heeft het mandaat van de directie om maatregelen te nemen die de prestaties van het spoorgoederenvervoer verbeteren en de kennis van het spoorgoederenvervoer binnen ProRail vergroten.
2.5. Aandacht voor veiligheid, duurzaamheid en omgeving Veiligheid blijft prioriteit Veiligheid is vervlochten in de ProRail-processen. ProRail werkt voortdurend aan het verbeteren van de veiligheidscultuur binnen de eigen organisatie en binnen de sector. Verbetering is vooral te behalen in de samenwerking met de ketenpartners en stakeholders. ProRail deelt de relevante resultaten en lessen van uitgevoerd incidentenonderzoek met de aannemers, vervoerders en andere belanghebbenden. Ook informeert ProRail de toezichthouder op de spoorwegveiligheid, de Inspectie Leefomgeving & Transport, actief, direct en volledig over alle veiligheidsincidenten en genomen maatregelen.. Risicoanalyses, veiligheidsbeleid en veiligheidsverbeterprogramma’s stemmen we actief af met de ketenpartners en andere betrokkenen. Een voorbeeld is de nauwe samenwerking met stakeholders bij de verbetering van de veiligheid op overwegen. In het programma LVO (Landelijk Verbeterprogramma Overwegen) werken we nauw samen met wegbeheerders om knelpunten op 4/17 Ons kenmerk
P1146211
overwegen op te lossen, zodat de veiligheid en de bereikbaarheid (de doorstroming) rond die overwegen worden vergroot. En in het NABO-project (Niet-Actief Beveiligde openbare Overwegen) werken we voor een aantal geselecteerde overwegen met een hoog risicoprofiel aan de verbetering van de veiligheid. Dit doen we met een gebiedsgerichte aanpak en cofinanciering van betrokken regionale en lokale overheden.
Verdere verduurzaming In 2016 werken we verder aan onze belangrijkste speerpunten voor duurzaamheid: het verminderen van het energieverbruik en daarmee het verkleinen van onze CO2-voetafdruk. Hiervoor nemen we diverse maatregelen, zoals LED-verlichting in seinen, inkoop van groene windstroom en hergebruik van materialen. Steeds meer zullen we ook initiatieven nemen om de CO2-impact van de gebruikte materialen te verminderen. Dilemma is het tegenstelde belang tussen duurzaamheid enerzijds en beschikbaarheid en veiligheid anderzijds. Hierdoor wordt vaak gekozen voor oplossingen die meer energie en materialen gebruiken, zoals extra verlichting en meer inzet van wisselverwarming. Concreet dilemma is ook de (voor)financiering van zonne-energie op stationsdaken, dat door de huidige lage energieprijs nu lastig rendabel te maken is, maar wel toekomstvast is. Een ander thema is het verminderen van hinder voor onze omgeving. Voor trillingen is een programma ontwikkeld, dat we samen met Rijkswaterstaat (RWS) en kennisinstituten gaan uitvoeren. Aandacht voor leefomgeving De maatschappelijke vraag en nadruk op de leefomgeving van het spoor vragen de komende jaren een verschuiving in de focus. Dat wil zeggen dat we de veiligheid op en om het spoor moeten borgen en ook willen zorgen dat de leefomgeving en de ruimtelijke kwaliteit van het spoor behouden blijft en bijdraagt aan een duurzaam spoor. Vanuit de Beheerconcessie wordt die aandacht ook van ons gevraagd. Daarnaast zijn actuele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving van belang. Denk hierbij aan ontwikkelingen rondom de nieuwe omgevingswet en geluid en trillingen.
2.6. Beschikbaarheid van de middelen dwingt tot het maken van keuzes In 2015 is er meer nadruk gelegd op het maken van afwegingen tussen maatschappelijke wensen en beschikbare middelen. Om zo efficiënt mogelijk om te gaan met overheidsmiddelen houdt ProRail ook in 2016 focus op het maken van keuzes, maar blijft ook de efficiëntie van de interne organisatie verder verhogen. In het najaar 2015 herijkt het ministerie van IenM de financiële middelen. Hierbij wordt gekeken naar een doelmatige inzet van de middelen tot en met 2028. Dit betekent dat middelen mogelijk herverdeeld worden.
5/17 Ons kenmerk
P1146211
Bijlage 1: Samenwerken aan betrouwbaarheid in Beter en Meer Aanpak en planning ProRail en NS blijven elke dag werken aan het verbeteren van de reizigerspunctualiteit. Gemiddeld genomen is de reizigerspunctualiteit goed maar: gemiddeld goed is niet goed genoeg. Waar de reizigerspunctualiteit ondermaats is, onderzoeken we waaraan dit ligt en nemen wij maatregelen. Dit kunnen kleine aanpassingen zijn in de dienstregeling of een betere samenstelling van het materieel. In de dienstregeling van 2016 voorzien we een aantal verbeteringen in de uitvoerbaarheid. Tegelijkertijd vinden er in 2016 werkzaamheden aan de infrastructuur plaats. Zo komt er meer druk te staan op het spoor door werkzaamheden aan de infrastructuur rond Derde spoor Duitsland en kunnen de werkzaamheden rond groot Utrecht (waaronder DSSU) invloed hebben op de operationele prestaties. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd om in de toekomst hoogfrequent rijden mogelijk te maken. We hebben de ambitie om in 2017 een herontwerp van de dienstregeling te implementeren. We verwachten in deze dienstregeling meer en betere verbindingen en frequenties te realiseren en we verwachten ook een reductie in het aantal knelpunten en een verbetering van de punctualiteit. Ondanks onze inspanningen en onze preventieve maatregelen kunnen we verstoringen niet helemaal uitbannen. Om onze reizigers een betrouwbare dienstverlening én handelingsperspectief te kunnen bieden is een tijdige bijsturing en snel herstel van groot belang. Deze bijsturing verloopt in geval van grote verstoringen nog niet naar wens, bleek ook in 2015. Dit was aanleiding voor NS en ProRail om in 2015 een ‘Verbeterteam’ op te starten. Dit team werkt aan maatregelen die zowel de impact op de treindienst, als de tijdsduur tot het opstarten van de treindienst rondom Utrecht-Amsterdam moeten verkleinen. De maatregelen zijn gericht op de korte termijn en leveren ook een positieve bijdrage aan de voorbereiding en realisatie van het programma Be- en Bijsturing van de Toekomst (BBT). Acties 2016 Sturen op juiste samenstelling materieel en punctuele dagstart. Verbeterteam dat de hinder voor de klant bij verstoringen reduceert.
Betrouwbaarheid: voorwaarde voor de toekomst In het programma Beter en Meer werken NS en ProRail samen aan het verbeteren van de prestaties om het verhogen van de frequentie met rechtstreekse verbindingen op de drukke trajecten mogelijk te maken. Onze ambitie is om hiermee te starten op de A2-corridor in 2017. Met de strategie ‘Eerst beter, dan meer’ willen NS en ProRail eerst de uitvoeringsbetrouwbaarheid op knelpunten rondom deze corridor structureel verbeteren alvorens de frequentie wordt verhoogd. Beter en Meer Het programma Beter en Meer bestaat uit de Verbeteraanpak Trein, de Verbeteraanpak Stations, de Verbeteraanpak Veiligheid en de Uitvoeringsagenda. Het meest van toepassing op ‘betrouwbare operatie’ is Verbeteraanpak Trein. In Verbeteraanpak Trein werken NS en ProRail
6/17 Ons kenmerk
P1146211
samen aan de frequentieverhoging voor de A2-corridor. Het deelprogramma bestaat uit een aantal projecten: Be- en Bijsturing van de toekomst, Terugdringen van de spreiding in de uitvoering, Verhoging van de betrouwbaarheid van het materieel, Verhoging van de beschikbaarheid van de infrastructuur, het Verbeteren van het logistiek plan en de Verbetering van de samenwerking in de keten op regionaal niveau. Mijlpalen Verbeteraanpak Trein kent drie mijlpalen die bepalend zijn voor de voortgang: -
In december 2014 is realisatie van het programma Beter en Meer getoetst op ‘Aannemelijkheid’. In juni 2015 weten we of de benodigde betere prestatie op de A2 corridor en de frequentieverhoging met ingang van dienstregeling 2017 geïntroduceerd kan worden. In december 2016 volgt (afhankelijk van het besluit tot het realiseren van een hoogfrequent spoor op de A2 corridor) de start van de nieuwe dienstregeling 2017 met iedere tien minuten een intercity tussen Amsterdam en Eindhoven.
Acties 2016 Grootschalige infrastructuur aanpassingen op Utrecht Centraal (DSSU) om de infrastructuur geschikt te maken voor hoogfrequent rijden. Aanpassen operationeel proces om ‘rijden op de seconde’ mogelijk te maken.
Be- en Bijsturing van de toekomst NS en ProRail willen de treindienst verbeteren in alle situaties en daarnaast bij verstoringen grote overlast voor reizigers zo veel mogelijk beperken. Dit doen we door het proces van de be- en bijsturing in de komende jaren te verbeteren. Deze verbeteringen zijn ook noodzakelijk voor het intensiveren van het spoorgebruik (hoogfrequent rijden). Dit maakt het programma Be- en Bijsturing van de Toekomst (BBT) een belangrijk onderdeel van Beter en Meer. Stapsgewijs werken NS, ProRail en andere partners aan verbetering van de be- en bijsturing. De be- en bijsturing verbetert door te werken met integraal voorbereide scenario’s voor verstoringen en vertragingen, verbetering in de commandostructuur, verbetering van de uitvoerbaarheid van de plannen en duidelijke afspraken in de keten over de prestaties van alle betrokken partijen. Hierdoor wordt de impact van verstoringen kleiner en kunnen we reizigers betere reisinformatie en handelingsperspectief bieden. Mijlpalen De eerste mijlpalen zijn in 2015 gerealiseerd: -
De eerste set vooraf gedefinieerde maatregelen zijn gemaakt voor de A2 corridor en deze is besproken met verschillende stakeholders. Het procesontwerp van het Centraal Monitorings- en Beslisorgaan (CMBO) is gereed. Daarnaast zijn rollen, taken en functies gedefinieerd.
7/17 Ons kenmerk
P1146211
De mijlpalen 2015-2018: -
-
Onder het motto ‘beheerst’ wordt in 2016 het CMBO geïntroduceerd en worden de Vooraf Gedefinieerde Bijsturingsmaatregelen (VGB’s) bij infrabeperkingen gemaakt voor de A2 corridor. Onder het motto ‘betrouwbaar’ voeren we het CMBO en de VGB’s landelijk per corridor in. Onder het motto ‘voorspelbaar’ wordt in de laatste stap de eindsituatie bereikt: het CMBO is doorontwikkeld, de VGB’s zijn gereed en alle bijbehorende werkwijzen zijn geïmplementeerd.
Acties 2016: Eerste uitrol van het CMBO op het Operationeel Controle Centrum Rail (OCCR) en het beschikbaar stellen van de VGB’s op de A2 corridor
8/17 Ons kenmerk
P1146211
Bijlage 2: Verbetering kwaliteit en beschikbaarheid infrastructuur Verlagen impactvolle storingen In 2016 stuurt ProRail niet alleen op het aantal storingen, maar ook op het reduceren van de impact van storingen op de treindienst. Hiervoor is in 2015 de prestatie-indicator ‘klanthinder als gevolg van storingen’ ontwikkeld. Deze indicator geeft inzicht in het aantal storingen met grote impact op de treindienst. Hierbij wordt de verbinding gelegd tussen de storing en de hinder die de reiziger ondervindt. Actieve sturing op het verlagen van het aantal impactvolle storingen, het verkorten van de hersteltijd na een storing en het sneller opstarten van de treindienst moeten ertoe leiden dat de reiziger minder hinder ondervindt. Nieuw normenkader ProRail heeft een nieuw normenkader ontwikkeld voor kleinschalig onderhoud. Met dit normenkader wordt het voor ProRail en aannemers duidelijker wanneer onderdelen van het spoor onderhoud nodig hebben, wanneer het spoor met beperkingen te gebruiken is en wanneer het spoor niet meer gebruikt mag worden. Ook maakt het normenkader duidelijk wanneer de aannemer verantwoordelijk is en wanneer ProRail de beslissingen van de aannemer overneemt. Met dit normenkader wil ProRail duidelijker criteria aan haar medewerkers en aan de aannemers meegeven. De implementatie start in 2015 en loopt door naar 2016. Prestatie Gericht Onderhoud In de komende jaren richt ProRail zich op de verdere uitrol van het Prestatie Gericht Onderhoud (PGO). Met PGO wordt niet langer op input gestuurd (voorschrijven welk onderhoud moet worden gedaan) maar op de output (prestaties). De prestaties die met PGO worden gecontracteerd, zijn volledig in lijn met de ambities van ProRail voor prestatieverbeteringen van het spoor. Aannemers worden gestimuleerd efficiënt en proactief te handelen. In 2016 worden de gebieden Veluwe, Amsterdam en Bollenstreek (Haarlem) aanbesteed. De afgelopen jaren heeft ProRail al ervaring opgedaan met de contractvorm PGO 3.0 De ervaringen van 2015 zullen weer nieuwe inzichten opleveren die worden meegenomen in de contracten die in 2016 worden aanbesteed. Voorbeelden van eerdere ‘lessons learned’ waarmee we de contracten verbeteren: • Een prominentere rol voor configuratiedata en sturingsdata van de infra binnen PGO: In 2016 wordt het informatieportaal van het programma SpoorData opgeleverd. Via dit portaal heeft iedereen die werkzaam is in de spoorsector toegang tot de voor hem relevante data. Het betreft gebruiksklare en gecombineerde configuratiedata over de infrastructuur (wat het is, wat het kan en waar het ligt) en sturingsdata (conditie, storingen, prestatie en onderhoud). Deze informatie is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar. Het daadwerkelijk vullen van het portaal met de juiste gegevens loopt door in 2017 We gaan bij de komende aanbestedingen informatiestandaarden beter specificeren, zodat de kwaliteit van data beter wordt. • Kennisdeling over risico’s is binnen PGO van groot belang. We gaan kennis over de 1 faalmechanismen (de zogenaamde FMECA’s) met alle marktpartijen beter delen. • De hoeveelheid Treindienst Aantastende Onregelmatigheden (TAO’s) wordt onderdeel van de gunning: aannemers moeten bij gunning aangeven hoeveel TAO's, en daarmee klanthinder, zij gaan reduceren. ProRail kan hiermee sterker sturen op reductie van klanthinder. 1
Processen die leiden tot aantasting van onderdelen in de materiële structuur op mechanisch, chemisch, elektrisch of thermisch gebied. Voorbeelden zijn: vermoeiing, slijtage en corrosie.
9/17 Ons kenmerk
P1146211
•
Tot slot blijven we investeren in kennis en opleiding, omdat dit de basis is voor goed onderhoud. Een opleidingsprogramma voor de hele sector is van start gegaan in 2015 en loopt in 2016 door met de implementatie van een e-learning module, trainingen, workshops en begeleiding en coaching
Buitendienststellingen Werken aan het spoor betekent op een veilige en verantwoorde manier werken. Dit betekent dat buitendienststellingen noodzakelijk zijn. Om de impact van buitendienststellingen zo veel als mogelijk te beperken is ProRail, in samenspraak met stakeholders, met verschillende verbeteracties gestart. • Het proces van vaststelling van buitendienststellingen is transparanter gemaakt. Er zijn themasessies met de consumentenorganisaties geweest. Deze hebben meer inzicht gegeven in de complexe belangenafweging bij het overeenkomen van buitendienststellingen als onderdeel van het capaciteitsverdelingsproces. ProRail geeft samen met vervoerders en de consumentenorganisaties het beleid vorm om tot hinderoptimalisatie te komen, dat wil zeggen het zoveel mogelijk verminderen van hinder. Enkele voorbeelden: In 2016 zetten we de werkzaamheden voor om zoveel mogelijk werkzaamheden samen te voegen om meerdere keren hinder op de corridor te voorkomen. In 2016 realiseren we dat het ontwikkelde model van ‘Maat voor klanthinder vast onderdeel wordt in de afweging van verschillende buitendienststellingsvarianten We betrekken de aannemer eerder bij hinderoptimalisatie. • De periodieke overleggen met de KNVB en de luchthaven Schiphol, waarbij planning en verdeling van buitendienststellingen aan de orde komen, zetten we voort. • Ook het in 2015 opgestarte overleg met havenbedrijven, om beter aan te kunnen sluiten bij de wensen van de verladers, blijft in 2016 bestaan. • Op de landsdelige OV- en Spoortafels heeft ProRail in het voorjaar van 2015 een conceptaanpak gepresenteerd voor het plannen van buitendienststellingen in nauwere samenspraak met decentrale overheden, infrastructuurbeheerders en andere stakeholders. Hierbij consulteert ProRail in een vroeg stadium stakeholders over de planning van buitendienststellingen, de daarbij gemaakte afwegingen en de mogelijkheden om de gevolgen van buitendienststellingen te beperken. ProRail past deze werkwijze vanaf 2016 toe. In het najaar van 2015 worden de buitendienststellingen voor 2016 definitief vastgesteld. In het Beheerplan 2016 nemen we een lijst op met de grootste buitendienststellingen in 2016.
10/17 Ons kenmerk
P1146211
Bijlage 3: Goederenvervoer Medio 2015 is de Keyrail organisatie in ProRail geïntegreerd. Daarmee is ProRail volledig verantwoordelijk voor het beheer van de infrastructuur ten behoeve van het goederenvervoer. In 2016 zetten we ons verder in om betrouwbaar, flexibel en concurrerend spoorvervoer mogelijk te maken. Landelijk Coördinatieteam Goederen Om binnen ProRail een goederenvervoergerichte, efficiënte en daadkrachtige organisatievorm te realiseren, heeft ProRail in 2015 besloten tot de inrichting van een Landelijk Coördinatieteam Goederen (LCG). Het LCG waarborgt de samenhang, bewaking en waar nodig de bijsturing op beleid, de productieprocessen en de projecten rond het spoorgoederenvervoer. Een andere belangrijke taak van het nieuwe team wordt het integraal managen van alle externe contacten (vervoerders, verladers, operators, rail terminals, havenbedrijven, Europese spoorbeheerders) en van contractafspraken. De directie geeft het LCG mandaat om een continue verbetering van de prestaties voor het spoorgoederenvervoer te bevorderen en de kennis van het spoorgoederenvervoer binnen ProRail te vergroten. Operationeel Spoorconcept Goederenvervoer Het in 2014 door de goederensector opgestelde Aanvalsplan Goederen is in 2015 in de Lange Termijn Spoor Agenda geïncorporeerd. Als uitvloeisel daarvan is in 2015 het sectorbrede Operationeel Spoorconcept Goederenvervoer (OSCG) opgesteld. Het programmabureau dat voortgang van (de maatregelen uit) het OSCG moet bewaken is in 2015 van start gegaan en wordt in 2016 voortgezet. De belangrijkste projecten die in het kader van het Operationeel Spoorconcept Goederenvervoer uitgevoerd worden zijn: • Vertaling maatregelen Derde Spoor Duitsland naar reguliere operatie waaronder in het bijzonder het rijden volgens plan. • Container Logistiek Maasvlakte. • Coördineren/harmoniseren RFC-regelgeving. • Onderzoek naar de mogelijkheden om met langere treinen te rijden. Derde spoor Duitsland In 2016 en de jaren daarna heeft de aanleg van het ‘Derde spoor Duitsland’ een behoorlijke impact op het treinverkeer in Nederland. Deze infrastructuuruitbreiding tussen Zevenaar en Oberhausen is nodig om de capaciteit voor het goederenvervoer op de Betuweroute beter te kunnen benutten en het Europese netwerk van goederencorridors zoals Rotterdam – Genua te versterken. Tijdens de aanleg van deze infrastructuur is de grensovergang Zevenaar – Emmerich minder beschikbaar. Tijdens de aanleg van het Derde Spoor Duitsland richten we ons erop om de periode van werkzaamheden zo soepel mogelijk door te komen. Daarvoor is een stuurgroep opgericht, onder voorzitterschap van IenM, met vertegenwoordigers van ProRail (inclusief Keyrail), vervoerders, verladers, decentrale overheden en havenbedrijven. De stuurgroep heeft een maatregelenpakket in praktijk gebracht met als doel het spoorgoederenvervoer ongehinderd te laten plaatsvinden en de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken. In 2015 is het dienstregelingsontwerp voor 2016 opgeleverd, dat in samenwerking met de reizigersvervoerders en goederenvervoerders is ontworpen. Op basis hiervan wordt de capaciteit voor 2016 verdeeld en capaciteit voor de goederenmarkt gereserveerd. Via de alternatieve goederencorridors via grensovergang Venlo en via grensovergang Oldenzaal is in 2016 voldoende goederencapaciteit beschikbaar om het goederenvervoer te faciliteren, ook op drukke dagen. ProRail en de goederenvervoerders leiden treinen die vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen een fors beslag leggen op de Basisnetcapaciteit, zoveel mogelijk via de Betuweroute.
11/17 Ons kenmerk
P1146211
Over de gevolgen van de omleidingen vanwege de aanleg van het Derde Spoor communiceren we met de omgeving. Aan de regionale overheden leveren we via een dashboard realisatiecijfers over de omleidingen en bespreken we verwachtingen voor de toekomst. ProRail en DB Netz voeren regulier overleg over het ‘Derde spoor Duitsland’. Dit richt zich op de afstemming van de werkzaamheden voor het Derde spoor Duitsland en op de omleiding van treinen die niet meer over de Betuweroute kunnen rijden. Ook vindt overleg plaats over de integrale operationele sturing. Doel van deze overleggen is voldoende en op elkaar aansluitende capaciteit met een hoge kwaliteit te realiseren. Overleg met goederenvervoerders Wat betreft het primaire proces, het bieden van treinpaden, vindt structureel overleg plaats tussen ProRail en de goederenvervoerders: • Verdeling capaciteit: BUP-tafel (basis uur patroon) en Tafel van Verdeling • Functiewijzigingen infrastructuur: Tafel van Vergroting Voor overige zaken vindt een kwartaaloverleg plaats met de goederenvervoerders (Directeuren Overleg Goederenvervoer), naast reguliere accountgesprekken. Met havens, terminals en verladers is in 2015 een structuur opgezet waarbij op reguliere basis overleg plaatsvindt. Met stakeholders die hebben aangegeven daar behoefte aan te hebben, vinden accountgesprekken plaats. Keyrail Alle medewerkers van Keyrail hebben een plaats bij ProRail gekregen en een groot aantal best practices is door ProRail overgenomen. In 2016 onderneemt ProRail als gevolg van de integratie van Keyrail actie, die grotendeels al in de tweede helft van 2015 in gang is gezet: • Logistieke advisering aan verladers en terminals. • Operationeel Managers Overleg met goederenvervoerders en terminals/verladers. • Situation Reports aan leidinggevenden van havens, verladers en terminals in geval van grote verstoringen. • Bijdragen aan het opzetten van het Maasvlakte Rail Control Centre van het Havenbedrijf Rotterdam. ProRail zet in 2016 in op het verbeteren van knelpunten op interfaces tussen de verschillende onderdelen van de keten. Daarbij moeten alle betrokken partijen bereid zijn om het desbetreffende knelpunt op te lossen. Informatie-indicatoren goederenvervoer ProRail heeft voor 31 december 2015 samen met de concessieverlener en de spoorgoederenvervoersector een set informatie-indicatoren ontwikkeld, waarmee de aantrekkelijkheid van het ProRail-product voor goederenvervoerders en verladers wordt gemonitord. Het gaat om effectief gebruik van capaciteit, de aansluiting van goederenpaden in Nederland op paden in het buitenland en de kwaliteit van de paden (bijvoorbeeld punctualiteit en niet-geplande stops. ). In de beheerconcessie 2015-2025 zijn zeven informatie-indicatoren goederenvervoer opgenomen. ProRail heeft hiervoor doel en meting uitgewerkt en voorgelegd aan de goederenvervoerders. In 2015 wordt afgestemd of ze aansluiten bij het beeld en de behoefte van de goederenvervoerders. Vervolgens worden ze in 2015 verder ontwikkeld met als doel dat ze in 2016 operationeel zijn. Daarnaast werkt ProRail aan aansluiting op het neutraal logistiek informatieplatform om via dit platform informatie aan te kunnen bieden aan havens, terminals en operators.
12/17 Ons kenmerk
P1146211
Bijlage 4: Prestatie-indicatoren Prestatie-indicator Klantoordeel reizigers-vervoerders Klantoordeel goederen-vervoerders Reizigerspunctualiteit <3 min HRN Reizigerspunctualiteit HSL Reizigerspunctualiteit HRN negatieve uitschieters (<15 min) Punctualiteit <3 reizigersverkeer totaal Punctualiteit regionale series <3 min Punctualiteit goederenverkeer Geleverde treinpaden Aantal Beinvloedbare TAO's (Techniek en Processen) Klanthinder als gevolg van storingen infra
Bodemwaarde Streefwaarde 2016 2017 6,8 6 6,7 6 6 6 PM PM PM PM PM PM PM PM PM 87,0% 88,0% 88,5% 92,7% 92,7% 92,2% 80,5% 81,0% 80,0% 97,5% 97,6% 97,8% 4400 5200 4550 PM PM PM
2018 6,9 6,5 PM PM PM
2019 7 7 PM PM PM 90,0% 93,2% 82,0% 98,2% 4100
89,0% 93,0% 81,5% 98,0% 4250 PM
PM
In de beheerconcessie staat aangegeven dat een aantal prestatie-indicatoren in 2015 doorontwikkeld wordt. Dit betreft de volgende indicatoren: Reizigerspunctualiteit HRN <5 min Punctualiteit <3 min HSL-producten en ICE Aandachtstrajecten Klanthinder door storingen infra Het voorstel is om de indicatoren te wijzigen naar: Reizigerspunctualiteit HRN (nieuwe definitie) Reizigerspunctualiteit HSL-Zuid diensten Reizigerspunctualiteit negatieve uitschieters Klanthinder door storingen infra Reizigerspunctualiteit Huidige indicator Reizigerspunctualiteit geeft een indicatie van het percentage van de reizigers voor wie de treinreis qua reistijd is geslaagd. Dat wil zeggen dat de trein daadwerkelijk gereden heeft, minder dan vijf minuten vertraging bij aankomst had en de voor de overstappers geplande aansluiting is gehaald. Het totaal van het aantal reizigers dat op tijd aankomt (5 minuten norm) en het aantal overstappers dat een aansluiting heeft gehaald, wordt gedeeld door het totaal van het geplande aantal reizigersaankomsten en gepland aantal reizigers van een uitgevoerde aansluiting. De reizigersaantallen worden gebaseerd op metingen van conducteurs. Aankomstpunctualiteit wordt gemeten op 35 knopen. De scope betreft het hoofdrailnet exclusief Intercity Direct, Thalys en Eurostar. Dus incl. IC Brussel, IC Berlin en ICE. Voorstel nieuwe indicator De naam blijft gelijk maar de definitie wijzigt: Reizigerspunctualiteit geeft het percentage van alle hoofdrailnet-reizen weer dat volgens de belofte in de reisplanner op tijd is. De indicator wordt gemeten op basis van OVCP-data. Opgeheven treinen en alle aansluitingen worden meegenomen. De scope betreft elke reis met een check-in en een check-out op een hoofdrailnet-station. Open punten De norm van de indicator moet nog bepaald worden (3 of 5 minuten) 13/17 Ons kenmerk
P1146211
Met betrekking tot extreme dagen wordt nog onderzocht hoe hiermee om te gaan. Mogelijk worden extreme situaties uit de gerealiseerde score van deze prestatie-indicator gehaald, aangezien deze vragen om crisismanagement op maat. Daarbij moet o.a. bepaald worden: wanneer extreme dag wordt vastgesteld (achteraf door correctie of vooraf vast te stellen); Wat de definitie van een extreme dag is op basis van objectieve criteria; Hoe sturing op extreme dag plaatsvindt. Toelichting Aanleiding voor wijziging van de prestatie-indicatoren i.h.k.v. reizigerspunctualiteit is de wens om beter aan te sluiten bij de feitelijke beleving van de klant en de methodiek voor het hele hoofdrailnet (inclusief HSL-Zuid diensten) gelijk te maken. Voordelen van nieuwe indicator: Met behulp van OVCP-data kan de hele reis van de klant (van herkomst tot bestemming) inzichtelijk gemaakt worden. De indicator rekent niet op basis van trajecten maar op basis van reizen van reizigers. Elke reis wordt één keer meegenomen. Het betreft alleen daadwerkelijk gemaakte reizen. Deze KPI geldt zowel bij NS als ProRail. Reizigerspunctualiteit HSL-Zuid diensten Huidige indicator NS en ProRail hebben in de huidige situatie verschillende indicatoren. De huidige indicator van ProRail geeft het percentage aankomsten weer waarbij het verschil tussen de oorspronkelijk geplande tijd en de vastgestelde realisatietijd kleiner is dan drie minuten. Uitgevallen aankomsten en aankomsten van vervangende treinen komen niet in de berekening. Punctualiteit van HSLproducten en ICE wordt gemeten op zes stations voor de treinseries van twee vervoerders (HSA en NS). Voorstel nieuwe indicator De naam en definitie wijzigen: Reizigerspunctualiteit HSL-Zuid diensten geeft bovengenoemde nieuwe reizigerspunctualiteit weer voor de HSL-zuid diensten en is een deelverzameling van Reizigerspunctualiteit op basis van de volgende relaties: Amsterdam Centraal – Rotterdam Centraal vv Amsterdam Centraal - Breda vv Amsterdam Zuid - Rotterdam Centraal vv Schiphol – Rotterdam Centraal vv Schiphol – Breda vv Rotterdam Centraal – Breda vv Toelichting Aanleiding voor deze indicator is de politieke wens om prestaties van HSL-Zuid diensten voorlopig apart inzichtelijk te hebben. Voor overige toelichting zie toelichting bij Reizigerspunctualiteit.
Reizigerspunctualiteit negatieve uitschieters Huidige indicator
14/17 Ons kenmerk
P1146211
Aandachtstrajecten reizigerspunctualiteit geeft de gemiddelde punctualiteit weer van de treinen, waarbij de trein het volledige traject moet hebben gereden (huidige indicator) van tien vooraf bepaalde knooppunten met bepaalde aankomstrichting weer met als norm 15 minuten. Voorstel nieuwe indicator De basis waarop deze indicator wordt gebaseerd verandert: Reizigerspunctualiteit negatieve uitschieters geeft het percentage van alle hoofdrailnet-reizen weer dat volgens de belofte in de reisplanner minder dan 15 minuten vertraagd is. De reizen worden gemeten op basis van OVCPdata. Opgeheven treinen en alle aansluitingen worden meegenomen. De scope betreft elke reis met een check-in en een check-out op een hoofdrailnet-station. Open punten Er wordt nader bekeken of en hoe op basis van bovenstaande indicator een selectie kan worden bepaald waardoor focus echt op negatieve uitschieters ligt maar perverse sturing voorkomen wordt. Daarbij moet o.a. bepaald worden: hoe selectie eruit ziet (bijvoorbeeld top 10 van relaties (=herkomst-bestemming)); waarop deze gebaseerd is (bijvoorbeeld grootste reizigersstromen (gecombineerd met) grootste vertragingen); over welke periode een bepaalde selectie wordt vastgesteld (bijvoorbeeld per kwartaal); wanneer selectie wordt vastgesteld (vooraf of achteraf); hoe het beoordelingsmechanisme werkt. Toelichting Uit klantonderzoek blijkt dat reizigers een reis als zwaar verstoord ervaren op het moment dat deze 15 minuten of meer vertraging heeft. Klanthinder als gevolg van storingen infra Samen met het Locov is in 2015 de prestatie-indicator ‘klanthinder als gevolg van storingen’ ontwikkeld. Deze indicator geeft inzicht in het aantal storingen met grote impact op de treindienst. Hierbij wordt de verbinding gelegd tussen de storing en de hinder die de reiziger ondervindt. Dit is een aanvulling op de indicator aantal beinvloedbare TAO’s. Voorstel definitie indicator: De prestatie indicator klanthinder als gevolg van storingen infra is het aantal storingen aan de infrastructuur waaraan een gewogen hoeveelheid TVTA's (te verklaren treinafwijking) is gekoppeld van 6000 vertragingsminuten of meer, het gaat in 2016 om de directe treinhinder (TVTA’s tijdens de Functiehersteltijd FHT. KPI TAO Klanthinder klasse 2 is het aantal TAO’s aan de infrastructuur waaraan in monitoring een gewogen hoeveelheid TVTA's is gekoppeld ligt tussen >= 1500 en < 6000 vertragingsminuten. Meetsysteem: Voor het bepalen van de KPI TAO Klanthinder wordt per TAO het aantal (gewogen) treinvertragingsminuten opgeteld. De som bepaalt de hinderklasse (1 – 4) van een TAO : – Een TVTA in de klasse 1-3 minuten wordt gewogen met twee minuten; – Een TVTA in de klasse 3-5 minuten wordt gewogen met vier minuten; – Een TVTA in de klasse 5-10 minuten wordt gewogen met 7,5 minuten; – Een TVTa in de klasse 10-20 minuten met 15 minuten – en een TVTA groter dan 20 minuten wordt gewogen met 30 minuten. – Een TVTA als gevolg van Opheffen of Omrijden wordt gewogen met 60 minuten – een TVTA als gevolg van verlegging heeft een gewicht van 0 minuten. • Klasse 1 Zeer Veel Hinder: een onregelmatigheid (TAO) aan de infrastructuur waaraan in monitoring een gewogen hoeveelheid TVTA's is gekoppeld van 6000 vertragingsminuten of meer. 15/17 Ons kenmerk
P1146211
• • •
Klasse 2 Veel Hinder: idem echter de gewogen hoeveelheid TVTA’s ligt tussen >= 1500 en < 6000 minuten. Klasse 3 Hinder: idem echter de gewogen hoeveelheid TVTA’s ligt tussen >= 60 en < 1500 Klasse 4 Beperkte Hinder: idem echter de gewogen hoeveelheid < 60 minuten
Toelichting ontwikkeling overige prestatie-indicatoren Klantoordeel reizigers-vervoerders: Voor wat betreft reizigersvervoerders wil ProRail vasthouden aan het huidige niveau (2014: 6,7). Door goed te luisteren naar de speerpunten van vervoerders en dialoog te blijven opzoeken is de verwachting dat de tevredenheid zal stijgen tot een 7 in 2019. Klantoordeel goederen-vervoerders: Een aantal dossiers (problematiek Derde Spoor Duitsland; integratie Keyrail; hoogte gebruiksvergoeding) gekoppeld aan een economisch lastige markt zorgt ervoor dat de klanttevredenheid van de goederenvervoerders in de jaren 2015 tot 2017 onder druk kan staan. Vanaf 2018 is een aantal issues uit deze dossiers afgerond of opgelost, waardoor een groei verwacht wordt richting een 7 in 2019. Punctualiteit <3 min reizigersverkeer totaal: De verwachting is dat de punctualiteit voor reizigersverkeer totaal geleidelijk zal stijgen. Het programma be- en bijsturing voor de toekomst (BBT) heeft een eerste focus op de A2 corridor. Uitgangspunten zijn dat het plan duidelijk uitvoerbaar is en maatregelen sneller worden genomen. Hierdoor wordt er na een incident sneller gereden en gereden conform belofte. BBT heeft met name effect op de negatieve uitschieters (rode en zwarte dagen) en minder effect op normale dagen (groene dagen). De uitkomst van de toets op de dienstregeling 2016 geeft weer dat de prestaties gelijk zijn aan 2015. Dit betekent dat het huidige niveau van 88% wordt gehanteerd als streefwaarde in 2016. In 2018 wordt pas een effect op landelijk niveau verwacht als gevolg van BBT en Spoorweb van 89% naar 90%. In 2015 wordt een nieuw meetsysteem geïmplementeerd waardoor de punctualiteit exacter wordt gemeten op het perron. In het huidige meetsysteem wordt ruim voor het perron gemeten en wordt een correctiefactor gehanteerd. Het effect van dit nieuwe systeem is nog onvoldoende bekend. De ontwikkeling van de waarden van deze indicator is gebaseerd op het oude meetsysteem. Indien het nieuwe meetsysteem een effect heeft op de waarden (zowel positief als negatief) zullen de bodemen streefwaarden mogelijk worden aangepast. Punctualiteit regionale series (<3 min) De decentralisering van de lijn Zwolle-Enschede naar de Provincie Overijssel en het toevoegen van de nieuwe meetpunten Winterswijk en Doetinchem hebben een nadelig effect op de verwachte waarden in de komende jaren. Dit verschil is -/- 0,8 procentpunt. Het mogelijke effect van het nieuwe meetsysteem waardoor de punctualiteit exacter wordt gemeten is ook op deze indicator van toepassing. Punctualiteit goederenverkeer Vanaf 2015 zijn de effecten van het Derde Spoor van invloed op de punctualiteit van het goederenverkeer. De effecten hiervan zijn vertaald in de waarden. De eerste resultaten van de werkzaamheden aan het Derde Spoor laten juist een positief effect op de punctualiteit van het goederenverkeer zien. Dit is echter geen garantie dat deze trend zich de komende jaren zal voortzetten. De intensieve benutting van de Brabantroute blijft een kwetsbaar punt. De groei van de punctualiteitswaarden blijft daardoor gematigd.
16/17 Ons kenmerk
P1146211
De inspanningen ten aanzien van het corridorteam, inrichting feedbackloop met vervoerders en extra bezetting op de VL posten zullen dat de punctualiteit de komende jaren geleidelijk laten stijgen. Geleverde treinpaden De indicator geleverde treinpaden zal in de komende jaren geleidelijk stijgen. Snellere opstart van de treindienst, het verkleinen van de impact van storingen en programma’s zoals BBT en PGO hebben een positieve invloed. Aantal beïnvloedbare TAO’s (techniek en processen) Om de neerwaartse trend van TAO’s te behouden moet het PGO plan worden uitgerold. Tevens is in de reductie rekening gehouden met de uitrol van Beter en Meer op de A2 corridor. Daarnaast worden de volgende acties door ProRail in gang gezet: • Verdere uitrol van het TAO reductie programma, waaronder we aanvullend een apart project opstarten voor reductie TAO’s derden, start medio 2015. • Programma Meldkamer Spoor (verbetering van storings- en incidentmanagement)
17/17 Ons kenmerk
P1146211