Hoe werk je met ‘Het oude museum’? •
Lees hoofdstuk 1 van het verhaal. Dit is bedoeld als inleiding. Lees vervolgens hoofdstuk 2 en maak de opdrachten uit de klapper die bij dit hoofdstuk horen.
•
De leerkracht geeft aan welke opdrachten je moet maken. De rode opdrachten zijn voor iedereen. Bespreek verder met je leerkracht of jij de lichtblauwe (A) of de donkerblauwe (B) opdrachten gaat maken.
•
Als de opdrachten van een hoofdstuk klaar zijn, kijk je ze zelf na met het antwoordenboekje. Soms staat er dat de leerkracht een opdracht nakijkt.
•
Vul nadat je de antwoorden nagekeken en eventueel verbeterd hebt het evaluatieformulier in. De leerkracht geeft aan voor welke opdrachten je dit moet doen.
•
Heb je alles gedaan, dan lees je het volgende hoofdstuk van het verhaal, enzovoorts.
1
1.
Het oude museum Het oude gebouw stond er verlaten bij. Het onkruid was opgerukt tot bij de ingang. Deze moest eens heel mooi zijn geweest. Nu hing de deur scheef in de scharnieren, bladderde de verf er op verschillende plekken af en waren de eens versierde zuilen aan weerszijden van de deur afgesleten en kaal. Naast de deur hing een houten bord. Met moeite kon je de ooit vergulde letters ontcijferen: Jop en Marloes duwden voorzichtig tegen de deur die piepend en krakend openging. In de nogal donkere hal keken ze rond. In een klein hokje aan het eind van de hal zat een oude man met een klein brilletje. Hij keek op van iets wat op een heel oud boek leek. “Hallo kinderen”, sprak hij zachtjes, “jullie zijn vast verkeerd”. Jop en Marloes keken elkaar aan. “Is dit dan niet een museum?” vroeg Jop. “Het staat op het bordje naast de ingang.” “Fout, jongeman, dit WAS een museum”, antwoordde de oude man. “Maar tegenwoordig komt er niemand meer. Ga dus maar weer snel naar huis.” Hij verdiepte zich weer in zijn boek. De kinderen deden een paar stapjes naar voren. Aarzelend zei Marloes: “maar meneer, onze juf heeft ons gestuurd. Wij moeten komen kijken of dit museum leuk genoeg is om met de hele klas te bezoeken. Wij doen een kunstproject, ziet u.” De man keek op van zijn boek, keek Marloes even niet-begrijpend aan en kreeg toen een verwilderde blik in zijn ogen. “M-m-maar, nee”, bracht hij stotterend uit. “Maar dat kan niet ... Dat kan echt niet. Ik ben niet klaar, het is niet klaar. Het is een puinhoop!”. “Wat is een puinhoop, meneer?”, informeerde Jop voorzichtig. “Alles, jongen, alles. Alles ligt door elkaar en is stoffig. Ik ben schilderijen kwijt en sommige zijn oud en kapot; kom maar kijken.” De oude man stond op en ging hen voor door een grote bewerkte deur. Jop en Marloes, die nieuwsgierig geworden waren, volgden hem op de voet. Ze gingen een grote ruimte binnen en konden hun ogen niet geloven.
2
2.
Het Geheim Ze waren in een prachtige, grote maar rommelige en stoffige kamer. De vloer was van hout en kraakte toen ze een paar stappen verder zetten. Het hoge plafond was versierd en er hingen oude maar heldere lampen. Het meest opvallende echter was dat er overal schilderijen waren. Aan de muren, op de grond en op tal van schildersezels hingen en stonden grote en kleine, donkere en lichte, oude en moderne schilderijen. Sommigen zaten onder het stof, anderen stonden achterste voren met de beeltenis naar de muur gedraaid.
1 Rembrandt van Rijn: zelfportret met twee cirkels
“Maar”, sprak Jop verbaasd, “dat schilderij daar, dat ... dat is toch de ... Mona Lisa?” “Heel goed gezien”, antwoordde de oude man, “en kijk, hier heb je een zelfportret van ...”. “Rembrandt”, fluisterde Marloes. “Hoe kan dat ... al die beroemde schilderijen hangen toch in de grote musea?” “Ja kind, dat klopt”, beaamde de oude man. “Dat maakt dit museum nou ook zo speciaal. Heel veel beroemde schilderijen zijn hier aanwezig. Hoe dat kan, is eigenlijk mijn geheim ... .” Hij leek even in gedachten verzonken. Ondertussen was Jop een stukje verder gelopen. Hij stond te kijken naar een groot schilderij. Erop afgebeeld was een vijver met allemaal waterlelies. Het was prachtig van kleur met grote roze en rode bloemen in het blauwgroene water. “Gaaf, dit is echt mooi”, zei hij bewonderend. Dit leek de oude man uit zijn overpeinzingen te halen. Met vriendelijke ogen keek hij Jop aan. “Ja, vind je dat ook? Waterlelies van Claude Monet. Een van mijn mooiste schilderijen.” “Een van UW mooiste schilderijen?” vroeg Marloes verbaasd; “hoezo?”.
2 Claude Monet: Waterlelies
De man leek even verward, maar slaakte toen een zucht. “Goed, ik zal het jullie vertellen. Kijk maar eens naar deze schildersezel ...”.
3
Opdrachten bij hoofdstuk 2 Opdracht 2.1
Geboortejaren
Opdracht 2.2 A
Puzzel
Opdracht 2.2 B
Puzzel
Opdracht 2.3 A
De route naar het museum
Opdracht 2.3 B
De route naar het museum
Opdracht 2.4 A
Geheugenopdracht
Opdracht 2.4 B
Geheugenopdracht
Evaluatie
Legenda hulptekens Denkopdracht Engels Rekenen
Gebruik woordenboek nodig of toegestaan
Tips voor de leerkracht: • Rode opdrachten zijn geschikt voor groep 6-8, lichtblauwe (A) opdrachten voor 6-7 en donkerblauwe (B) opdrachten voor 7-8. Het is ter beoordeling van de leerkracht of hier van afgeweken wordt. • Opgaven kunnen bijvoorbeeld in het bijgevoegde museumschrift of ringband worden
..
gemaakt. In sommige gevallen kan het handig zijn het opdrachtenblad te kopieren (2.2 en 2.4).
3
2.1
Geboortejaren
Geboren
•
Paolo is in 2010 67 jaar oud geworden.
•
Zijn vader, Domenico, was 27 toen Paolo geboren werd.
•
Opa Guiseppe trouwde op 24 jarige leeftijd en zijn zoon werd een jaar
later geboren.
Geef aan wat de geboortejaren zijn van Paolo, zijn vader en zijn opa.
Paolo werd geboren in:
Domenico werd geboren in:
Guiseppe werd geboren in:
4
2.2A
Puzzel
Zoek de goede Nederlandse vertaling van de Engelse woorden in de eerste kolom. Vul de letters in onder het juiste cijfer. Er komt dan een woord uit dat met dit project te maken heeft. easel to paint self-portrait brush colour painting room flowers dark wall
1
2
3
= = = = = = = = = =
4
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
a k r e n u a t n s
5
6
= = = = = = = = = =
7
donker schildersezel muur schilderij kamer schilderen bloemen kleur zelfportret kwast
8
9
10
5
2.2B
Puzzel
Zoek de goede Nederlandse vertaling van de Engelse woorden in de eerste kolom. Vul de letters in onder het juiste cijfer. Er komt dan een woord uit dat met dit project te maken heeft.
6 11 15 8 3 13 4 1 10 7 12 5 9 2 14
= = = = = = = = = = = = = = =
easel to paint self-portrait secret brush colourful painting famous ceiling mysterious mess wonderful wall exhibition to draw
u d r u e e c t e s r m u i m
= = = = = = = = = = = = = = =
prachtig geheimzinnig muur tekenen schilderij plafond schilderen rommel kleurig kwast zelfportret schildersezel tentoonstelling geheim beroemd
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
6
2.3A
De route naar het museum (gebruik hierbij de bijbehorende plattegrond van het stadje) Tips: • De schaal van de plattegrond die bij deze opdracht hoort, is 1 = 50 meter (m). Dit betekent dat iedere centimeter (cm) die jij met je liniaal meet, in het echt 50 m is. Dus: als de gemeten afstand op de plattegrond 3 cm is, is dit in het echt 3 x 50 m = 150 m. • Rond, indien nodig, je meetresultaat af op hele of halve centimeters.
Jop en Marloes wonen naast elkaar in de huizen rechts bovenaan de plattegrond. Als Jop en Marloes naar school fietsen, verlaten ze hun huis aan de achterkant (1 op de plattegrond) en fietsen over de fietsbrug en rond het sportveld naar de fietsenstalling aan de zijingang van het schoolplein. 1.
Hoeveel centimeter meet je op de kaart van het huis van Jop en Marloes
naar school?
2.
Hoeveel meter moeten Jop en Marloes naar school fietsen? Weet je ook
hoeveel kilometer (km) dat is?
Als Jop en Marloes naar het museum gaan, fietsen zij over de grote weg (beginnen bij 2 op de plattegrond). Ze mogen van hun ouders niet via de drukke rotonde fietsen. Om over het spoor te komen, moeten ze de spoorbrug (3) over. Na het spoor gaan ze naar links. Ze volgen die weg en komen dan vanzelf bij het museum. 3.
Hoeveel meter moeten Jop en Marloes naar het museum fietsen?
Jop en Marloes gaan eerst naar school. Daarna gaan ze vanuit school (vanaf de vooringang, 4 op de plattegrond) samen naar het museum om een afspraak voor de klas te maken. Na het bezoek aan het museum fietsen ze direct naar huis. 4.
Hoeveel meter hebben Jop en Marloes ongeveer gefietst als ze na het
bezoek aan het museum ’s middags weer thuis zijn? (Tip: eerst van
huis naar school, dan van school naar het museum en dan van het museum
weer naar huis.)
7
2.3B
De route naar het museum (gebruik hierbij de bijbehorende plattegrond van het stadje) Tips: • De schaal van de plattegrond die bij deze opdracht hoort, is 1 : 5000. • Rond, indien nodig, je meetresultaat af op hele of halve centimeters.
Jop en Marloes wonen naast elkaar in de huizen rechts bovenaan de plattegrond. Als Jop en Marloes naar school fietsen, verlaten ze hun huis aan de achterkant (1 op de plattegrond) en fietsen over de fietsbrug en om het sportveld naar de fietsenstalling aan de zijingang van het schoolplein. 1.
Hoeveel kilometer moeten Jop en Marloes naar school fietsen?
Als Jop en Marloes naar het museum gaan, fietsen zij over de grote weg (beginnen bij 2 op de plattegrond). Ze mogen van hun ouders niet via de drukke rotonde fietsen. Om over het spoor te komen, moeten ze de spoorbrug (3) over. Na het spoor gaan ze naar links. Ze volgen die weg en komen dan vanzelf bij het museum. 2.
Hoeveel kilometer moeten Jop en Marloes fietsen als zij de kortste weg
van hun huis naar het museum nemen?
Jop en Marloes gaan samen vanuit school (vanaf de vooringang, 4 op de plattegrond) naar het museum om een afspraak voor de klas te maken. Zij fietsen gemiddeld 18 kilometer per uur. 3.
Hoeveel kilometer is het van school naar het museum?
4.
Hoeveel kilometer fietsen Jop en Marloes in 10 minuten?
Jop en Marloes nemen een zandpaadje, waardoor ze precies 50 m “afsnijden”. 5.
Hoe lang doen ze over de fietsrit van school naar het museum?
8
9
P
3
4
school sportveld
P
museum
1
2
P
2.4A
Geheugenopdracht
Weet je de Engelse woorden uit opdracht 2.2 A nog? Probeer zonder naar de opdracht terug te kijken zoveel mogelijk Engelse woorden achter de Nederlandse betekenissen te schrijven. Als je het woord helemaal goed hebt, krijg je 1 punt. Als je het woord wist, maar het niet helemaal goed hebt geschreven, verdien je een half punt.
Nederlands donker
Engels
schildersezel muur schilderij kamer schilderen bloemen kleur kwast zelfportret
Aantal punten:
10
2.4 B
Geheugenopdracht
Weet je de Engelse woorden uit opdracht 2.2 B nog? Probeer zonder terug naar de opdracht te kijken zoveel mogelijk Engelse woorden achter de Nederlandse betekenissen te schrijven. Als je het woord helemaal goed hebt, krijg je 1 punt. Als je het woord wist, maar het niet helemaal goed hebt geschreven, verdien je een half punt.
Nederlands prachtig
Engels
geheimzinnig muur tekenen schilderij plafond schilderen rommel kleurig kwast zelfportret schildersezel tentoonstelling geheim beroemd Aantal punten:
11
2
Evaluatieformulier naam: Voor de leerkracht is het belangrijk om te weten wat jij van bepaalde opdrachten vond. Hoe moeilijk was de opdracht, hoe leuk vond je de opdracht en heb je door kunnen werken? En, als je hebt samengewerkt met een andere leerling: hoe verliep de samenwerking? Vul na iedere opdracht het evaluatieformulier in. Opdracht (naam of nummer): Leerling
Leerkracht
Hoe leuk vond je deze opdracht?
Geef een cijfer van 0 tot 10:
0 is “helemaal niet leuk”, 10 is “heel erg leuk”
Hoe moeilijk vond je de opdracht? Geef een cijfer van 0 tot 10:
0 is “erg gemakkelijk”, 10 is “erg moeilijk”
Heb je de opdracht goed gemaakt? Geef een cijfers van 0 tot 10;
0 is “heel slecht”, 10 is “heel goed”
Hoe heb je gewerkt? Geef een cijfer van 0 tot 10 op de volgende onderdelen:
- Concentratie - Werkverzorging - Hoe trots ben je op het resultaat? Als je hebt samengewerkt, hoe verliep de samenwerking?
Geef een cijfer van 0 tot 10: 0 is “het samenwerken verliep helemaal niet goed”, 10 is “het samenwerken verliep heel goed”
Heb je hulp nodig gehad?
ja / nee
Heb je hulp gevraagd? Opmerkingen leerling:
ja / nee
Opmerkingen leerkracht:
Afspraken:
12
Antwoorden en uitwerkingen bij hoofdstuk 2 Antwoorden opdracht 2.1 Paolo werd geboren in: 2010 – 67 = 1943 Domenico werd geboren in: 1943 – 27 = 1916 Guiseppe: trouwde in 1916-1= 1915. Hij werd geboren in 1915 - 24 = 1891 Antwoorden opdracht 2.2 A 1 k
2 u
3 n
4 s
5 t
6 e
7 n
8 a
9 a
10 r
Antwoorden opdracht 2.2 B 1 m
2 u
3 s
4 e
5 u
6 m
7 d
8 i
9 r
10 e
11 c
12 t
13 e
14 u
15 r
Antwoorden opdracht 2.3 A 1. 20 cm 2. 1 cm op de kaart = 50 m in het echt. 20 x 50 m = 1000 m. Dit is gelijk aan 1 kilometer. 3. Van huis naar spoorbrug (3) is 27,5 cm. 27,5 x 50 m = 1375 m (20 x 50 = 2. 1000; 7 x 50 = 350; 0,5 x 50 = 25) Van spoorbrug (3) naar museum is 20cm. 20 x 50 m = 1000 m, in totaal: 1375 m + 1000 m = 2375 m. 4. Van huis naar school: 1000 m (zie opdracht 1 en 2) Van school naar spoorbrug: 23 cm x 50 m = 1150 m (meten) Van spoorbrug naar museum: 1000 m (zie opdracht 3) Museum naar huis: 2375 m (zie opdracht 3) Totaal: 1000 + 1150 + 1000 + 2375 m = 5525 m Antwoorden opdracht 2.3 B 1. 20 x 5000 cm = 100.000 cm of 1000 m. Dit is gelijk aan 1 km. 2. Van huis (2) naar spoorbrug (3) = 27,5 cm. Van spoorbrug (3) naar 1. museum = 20 cm. Samen: 47,5 cm x 5000 = 237.500 cm = 2375 m = 2,375 km 1. (of 47,5 x 50 m = 2375 m = 2,375 km). 3. Van school naar de spoorbrug (punt 3) is 23 cm. Van de spoorbrug tot het 1. museum is 20 cm. Samen 43 cm x 5000 = 215.000 cm = 2,150 km. 4. 1 uur is 60 minuten. 10 minuten is 1/6 uur. Ze fietsen 18 km per uur, dat is 1. 18 : 6 = 3 km in 10 minuten.
3
Antwoorden en uitwerkingen bij hoofdstuk 2 5. Ongeveer 7 minuten. Uitleg: ze fietsen 18 km per uur. 1. Dat is 3 km per 10 minuten (18 : 6) en 0,3 km (=300 m) per minuut 1. (18 : 6 zie verhoudingstabel). 2,150 km – 50 m = 2,1 km. 2,1 km = 7 x 0,3 km 1. en daar doen ze dus 7 x 1 minuut over. Km Minuten
18 60
3 10
0,3 2,1 1 7
Antwoorden opdracht 2.4A en 2.4B Kijk de antwoorden na aan de hand van opdrachten 2.2A en opdracht 2.2B. Maximaal aantal punten 2.4A: 10 en 2.4B: 15.
4