Seminar Kiki van den Dikkenberg 1592938 Blok B 2014 -‐ 2015 CMD Hoe zou een museum meer kunnen doen met werk uit het depot?
1. Inleiding 2. Waarom liggen de depots vol? 3. Onzichtbare schatten 4. Voorbeelden van co-‐creatie met betrekking tot depots 5. Conclusie 6. Bronnenlijst Inleiding Het gaat goed met de grote musea in Amsterdam. De heropening van het Rijksmuseum zorgt voor hogere bezoekersaantallen op alle musea gevestigd op het museumplein. Omdat de subsidies voor musea afnemen beseffen steeds meer partijen dat er iets moet gebeuren om bezoekers te trekken, maar ook te houden. Beleving is het toverwoord, zo schrijft Het Parool in November 2014. Ook las ik dat slechts 5% van de Nederlandse kunst in musea zichtbaar is voor het grote publiek. De rest ligt opgeslagen in depots geduldig af te wachten tot ze weer gezien mogen worden. Hoe fantastisch zou het zijn als we deze overige 95% kunnen inzetten om meer bezoekers het museum in te krijgen? Om de beleving te vergroten en om interactie te creëren met de museumbezoeker. In dit artikel onderzoek toets ik mijn idee hierover aan de hand van voorbeelden, meningen en feiten. Waarom ligt al deze kunst in het depot en wordt het niet zichtbaar gemaakt voor het grote publiek? Hier zijn verschillende redenen voor aan te wijzen: 1. Er is simpelweg geen plaats voor alle kunst die de musea door de jaren heen bij elkaar hebben verzameld 2. Musea hebben als voornaamste doel om zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Minder aantrekkelijke werken worden uit de collecties gehaald. 3. Het digitaliseren van de museumcollecties is een behoorlijke klus als we Boijmans’ directeur Sjarel Ex moeten geloven. Hij stelt dat dit zonder steun van de overheid niet te doen is. 4. Musea zijn goede verzamelaars, maar slechte opruimers. Een deel van de kunst in de depots zou wellicht beter passen in een ander museum ergens op de wereld, maar musea zijn huiverig om hun schatten te verkopen. Zo blijven ze liggen maar krijgt de wereld ze nog steeds niet te zien. Onzichtbare schatten Slechts 5% van de totale collectie van Nederlandse musea is daadwerkelijk te zien in het museum. De overige 95% is opgeslagen in depots, veelal niet toegankelijk voor publiek. Zonde, vindt de overheid en een groot deel van het publiek. Ik als kunstliefhebber kan niet anders dan het hiermee eens zijn. Na het bestuderen van verschillende artikelen afkomstig uit het jaar 2006 tot 2014 kom ik er al snel achter dat musea al langere tijd inzien dat de
verhouding tussen producent en consument ook in hun geval zal gaan veranderen. Publieksparticipatie is voor het ene museum de redding van de ondergang en voor het andere museum iets waar ze niets van moeten hebben. Maar sinds ‘experience’ het toverwoord is voor succes is het niet onlogisch dat musea meer zullen gaan denken vanuit hun bezoekers. En dat is soms best een ingrijpende verandering. Vroeger was het museum een plek waar je kwam om alleen maar te kijken naar wat je werd voorgeschoteld. Invloed hebben op collecties of iets met de kunstwerken te doen was niet aan de orde. Natuurlijk besef ik heel goed dat grote musea met een eeuwenoude status niet zomaar transformeren tot een gezellige interactieve kermis als in Beeld en Geluid in Hilversum. Maar een beetje met de tijd mee gaan lijkt me gewenst dan wel noodzakelijk. Publieksparticipatie of niet. Musea ontkomen er haast niet aan om na te denken over oplossingen om de kunst uit de kelders te halen. Het begrip co-‐creatie (publieksparticipatie) is de Nederlandse musea niet vreemd, maar hun houding hier tegenover verschilt enorm. Het gemengde gevoel als het gaat om participatie met het publiek bevestigt Saskia van de Wiel, conservator van Museum van Bommel en van Dam. Zij zegt: ‘’Musea bevinden zich in een overgangsfase. Dat gaat met vallen en opstaan.” Zo stelt Benno Tempel, directeur van het gemeentemuseum in Den Haag het volgende: “Het is ingewikkeld om directies en conservatoren mee te krijgen voor vernieuwingen. Neem de missies in de jaarverslagen van musea. Die gaan over kunst, onderzoek, collectie, maar zelden over het publiek.” In een artikel van De Correspondent lees ik dat de toekomst van musea gaat om verhalen vertellen. De kunstwerken zijn hierbij hulpstukken. Het verhaal is bijna belangrijker. Hier ben ik het ook weer niet mee eens. Ik denk dat het vertellen van verhalen een sterk middel kan zijn om de beleving van bezoekers te vergroten, mits je de verhalen niet opdringt als de enige interpretatiemogelijkheid. Soms lees ik bij een kunstwerk niet alle informatie en wil ik zelf het verhaal erbij fantaseren. Het kunstwerk is het startpunt voor inspiratie en fantasie en is dus zeker niet ondergeschikt aan het oorspronkelijke verhaal. Zo zegt Benno Tempel ook: „Ik vond het vreemd dat iemand van het Stedelijk in een interview zei dat ze geen verhalen vertellen met als reden: ‘wie zijn wij om verhalen te vertellen, we weten helemaal niet wat voor bagage het publiek heeft?’ Het Stedelijk blijft volgens hem op dit gebied achter in de ontwikkelingen. Mijn idee dat leidde tot dit onderwerp Toen ik hoorde dat het Stedelijk museum een depot heeft van 9.000 vierkante meter, waarvan 5.500 daadwerkelijk wordt gebruikt om kunst op te slaan, werd ik nieuwsgierig naar wat er allemaal in dit depot zou liggen en vooral wat je er allemaal mee zou kunnen doen. Door het idee van het vergroten van de beleving voor bezoekers en deze ‘vergeten’ kunstwerken kreeg ik een idee. Dit idee is als volgt: Bezoekers kunnen hun favorieten samenstellen uit een selectie, die van te voren is gemaakt door de conservator of door een curator, uit het museumdepot. De bezoekers moeten hierbij de vraag beantwoorden waarom juist dit stuk hen raakt. Het gaat hier dan om het gevoel dat het museumstuk de persoon geeft, maar het zou ook een andere specifieke vraag kunnen zijn. Zoals? Vervolgens wordt er in het museum een tijd een wand of ruimte
ingericht met deze favorieten. Door middel van projecties (of eventueel de traditionele bordjes) zijn de verhalen van de kiezers te lezen. Het is ook mogelijk om iedere week een favoriet ‘vergeten’ kunstwerk te presenteren op de website van het museum of op een bepaalde plek in de stad door middel van abri’s bijvoorbeeld. Dit idee heeft verschillende doelen: meer interactie met de museumbezoeker door hem/haar te laten kiezen en iets te doen, de beleving van de museumbezoeker verhogen door gevoel van anderen te laten zien, inzicht in wat de bezoeker graag ziet in het museum en de collectie die anders in het depot ligt te verfstoffen op een nieuwe manier laten zien. Voorbeelden van musea die al iets doen met co-‐creatie en het depot Hieronder beschrijf ik een aantal voorbeelden van concepten voor het openbaar maken van museumdepots. Hoe hebben deze musea dit vormgegeven en wat kan hieraan verbeterd worden, wat werkt en wat niet? Het Boijmans als koploper Het Boijmans Van Beuningen werkt hard aan het openbaar maken van de kunst uit het depot. Zo is een groot deel van de collectie digitaal te bekijken via Europeana, een digitale portal voor Europees cultureel erfgoed. Ook is het Boijmans druk bezig om een nieuw collectiegebouw te realiseren dat toegankelijk wordt voor bezoekers. Hier is ruimte voor 70.000 voorwerpen uit het depot. Trouw haalt kunst uit de kelder Mijn idee is eigenlijk niets nieuws. Al in 2008 werd er gesproken over kunst uit de kelder halen. De toen kersverse directrice van de Kunsthal in Rotterdam zegt hierover: „Er zijn zoveel kunstwerken die nooit uit de depots komen. Ik denk dat er prachtige tentoonstellingen te maken zijn rond het thema ’kunst uit de kelders’. In 2011 vroeg dagblad Trouw een aantal weken lang aan een paar bekende musea om een bijzonder kunstwerk dat lange tijd niet, of zelfs nog nooit, vertoond was aan het publiek. Hiermee wilde Trouw de verstopte schatten uit de kelders van deze musea zichtbaar maken. DWDD pop-‐up museum De Wereld Draait Door opent 29 Januari 2015 een pop-‐up museum in het Allard Pierson museum in Amsterdam. Tien vaste DWDD gasten kiezen in samenwerking met conservatoren werken van ‘vergeten’ kunstenaars uit depots van 10 musea. Deze werken worden in een aparte zaal tentoongesteld. Hiermee spelen DWDD en de musea in op drie verschillende trends: co-‐creatie, pop-‐ups en het openbaar maken van collecties uit het depot. Soulmade in het Tropenmuseum Voor de tentoonstelling Soulmade zette het tropenmuseum kunstenaar Jasper Krabbé op de stoel van de conservator. Hij mocht de depots van het Tropenmuseum in om zijn eigen tentoonstelling samen te stellen. In de tentoonstelling nodigt hij je uit om kennis te maken
met zijn ideale huis. Dit is natuurlijk geen voorbeeld van co-‐creatie met het publiek, maar ik vind het al bijzonder dat iemand van buiten het museum vrij spel krijgt in de collectie. Mix Match Museum Vanaf 10 oktober 2014 kan iedereen op de stoel van de conservator kruipen dankzij het project Mix Match Museum. Dit project is een samenwerking van 6 musea die de bezoeker uitdagen om een eigen online tentoonstelling samen te stellen uit 300 geselecteerde objecten. Zij moeten bij hun tentoonstelling een motivatie geven. De beste inzendingen worden daadwerkelijk tentoongesteld. Conclusie Mix Match Museum lijkt heel erg op het idee dat ik zelf had. Nu ik een soortgelijk idee uitgewerkt zie, vind ik mijn idee toch niet zo sterk meer. Ik vind de uitwerking van Mix Match Museum niet zo goed gelukt. Ik denk dat dit idee beter zou werken voor een specifiek museum dan voor verschillende musea. Ik voel zelf de ‘beleving’ niet zo wanneer ik de Pinterest-‐achtige wall op de website van Mix Match Museum zie. De kunstwerken ogen vrij plat. Het gevoel dat je een motivatie moet geven klinkt in mijn beleving niet heel positief. Dit zou anders geformuleerd kunnen worden denk ik. Er is bij dit project bewust gekozen om geen thema te kiezen en geen concrete vraag te stellen aan de bezoeker. Ik denk dat het juist goed is om een abstract thema als ‘gevoel’ te kiezen om de bezoeker een richting op te geven in met welk doel zij de virtuele tentoonstelling samen stellen. Zo krijg je wanneer je daadwerkelijk een tentoonstelling van het gekozen werk maakt een overkoepelend thema waardoor het voor de bezoeker van deze tentoonstelling interessanter wordt. De kritiek die Marjelle van Hoorn heeft op dit project is dat het allemaal wat vluchtig is. Wanneer je de tentoonstelling hebt samengesteld krijg je daarna geen updates meer. Het zou interessanter zijn wanneer je inzicht krijgt in de inzendingen van die week, of in welke kunstwerken de top 5 vormen. Het is inderdaad zo dat als je in Januari een virtuele tentoonstelling samenstelt en deze misschien in Juli te zien is je je interesse al hebt verloren als je in de tijd daartussen niks meer hebt vernomen. Musea nemen al serieuze stappen om werk uit het depot beter te benutten. Zo maken zij meer gebruik van uitwisselingen met andere musea. Ze lenen collecties uit het depot uit en dat is ook en manier van laten zien, al zorgt dat natuurlijk niet voor publieksparticipatie of aantrekking voor het museum zelf. Na het bestuderen van verschillende artikelen met allerlei verschillende meningen denk ik dat musea zeker iets moeten doen met publieksparticipatie. De manier waarop je mensen aan je bindt is alleen erg belangrijk. Je wilt immers dat mensen geïnteresseerd blijven, het museum blijven bezoeken en positieve verhalen verspreiden. Hiervoor is meer nodig dan het openbaar maken van het werk uit het depot alleen. Je wilt als museum niet goedkoop overkomen met een pinterest-‐achtige wall waar je kostbare werken digitaal tentoon stelt. Ik denk dat er meer overlap moet zijn tussen wat je digitaal en in het museum laat zien. Wij als CMD’ers kunnen absoluut wat betekenen voor de musea die nog in de overgangsfase zitten. Wij zijn sterk in het bedenken voor creatieve oplossingen voor dit soort problemen. Ik denk dat musea absoluut gebruik moeten maken van co-‐creatie, maar wel op de manier die bij de status van het betreffende museum past.
Bronvermelding: Volkskrant: http://www.volkskrant.nl/dossier-‐archief/boijmans-‐depot-‐wil-‐kunst-‐ tonen~a3610183/ Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/3808744/2014/12/11/Veel-‐ te-‐veel-‐onzichtbare-‐kunst.dhtml) Trouw:http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/3808744/2014/12/11 /Veel-‐te-‐veel-‐onzichtbare-‐kunst.dhtml De correspondent: https://decorrespondent.nl/1755/De-‐transparante-‐ark-‐van-‐ Boijmans-‐een-‐kunstdepot-‐voor-‐iedereen/58474845-‐d3d7a987 Boijmans: http://collectiegebouw.boijmans.nl/nieuws/ Centraal museum Collect en Connect: http://centraalmuseum.nl/over/collectie/collect-‐ connect/projectteam-‐collect-‐connect/ Trouw:http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/1869143/201 1/04/02/Musea-‐zetten-‐kunst-‐uit-‐kelder-‐in-‐etalage.dhtml De Wereld Draait Door: http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/Nieuws.2268.0.html?&tx_ttnews%5Btt_news%5D=3 6101&cHash=08eedfc84424d9bfa4d09e8e1d798553 Co-‐creatie in Boijmans: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2012/november/22/kunst-‐kijken-‐terwijl-‐je-‐rent-‐ 12581432 Co-‐creatie in musea: http://themuseumofthefuture.com/2009/07/06/how-‐much-‐co-‐ creation-‐is-‐ok-‐for-‐a-‐museum/ Co-‐creatie in musea: http://museumtwo.blogspot.nl/search/label/Tech%20Virtual?max-‐results=100 University of Leicester: http://www2.le.ac.uk/departments/museumstudies/rcmg/projects/leaders-‐in-‐co-‐ creation Het grote publiek: http://www.vanbommelvandam.nl/museum-‐in-‐bedrijf/het-‐grote-‐ publiek/ Wat moet je ermee: https://decorrespondent.nl/1760/65-‐miljoen-‐kunstobjecten-‐wat-‐ moet-‐je-‐ermee-‐/58641440-‐9bd89fc8
Het nieuwe Stedelijk: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/3320456/2012/09/2 2/Het-‐nieuwe-‐Stedelijk-‐wereldspeler-‐of-‐subtopper.dhtml Scriptie CMD Leonie van Gruijthuijsen 2012: http://natschool.hro.nl/CMS/__OAI/HR%20Kennisbank/Scripties/Instituut_CMI/Comm unication%20and%20multimedia%20design/2012/AV_Gruijthuijsen_van_Leonie_0810 517_CMD_26-‐07-‐2012_/AV_Gruijthuijsen_van_Leonie_0810517_CMD_26-‐07-‐2012_.pdf