WERKWIJZER: HOE WERK JE SAMEN MET EEN COLLEGA MET BEPERKING?
Samen werken loont
WERKWIJZER: HOE WERK JE SAMEN MET EEN COLLEGA MET BEPERKING
In tien stappen
een stappenplan
Harrie helpt een handje Hoe ga je om met een collega met een beperking? Hoe kun jij jouw collega met beperking ondersteunen bij dagelijkse werkzaamheden? Samen werken loont. Met Harrie!
Harrie is Hulpvaardig, Alert, Realistisch, Rustig, Instruerend, Eerlijk. Harrie is een directe collega die de werkende met een beperking helpt bij zijn/haar dagelijkse werkzaamheden. Samen een klus klaren geeft verbinding en vergroot wederzijds begrip. Een medewerker met een beperking heeft door zijn/haar levenservaring een positieve uitstraling op andere medewerkers. Voor Harrie en zijn/haar collega’s geeft het begeleiden en stimuleren veel voldoening. Het concept Harrie is bedacht door CNV jongeren en Vilans.
Misschien ben jij wel die collega die begeleidt bij dagelijkse werkzaamheden. En zit H-A-R-R-I-E gewoon in je bloed!
1.
Investeer in een goede relatie
2.
Vraag wat je collega nodig heeft
3.
Heb geduld
4.
Neem de tijd
5.
Geef de ruimte
6.
Maak werkbare afspraken
7.
Bespreek je eigen wensen en verlangens
8.
Heb oog voor ontwikkelingen
9.
Geef complimenten
10.
Geef jezelf een schouderklopje!
1
WERKWIJZER: HOE WERK JE SAMEN MET EEN COLLEGA MET BEPERKING
een stappenplan
“De rol van Harrie is
Stap 1 Investeer in een goede relatie
vooral praktisch van
Toon interesse in de je nieuwe collega met beperking.
aard: het dagelijks
Maak een praatje tijdens de koffiepauze. Stel hem of haar
ondersteunen van
voor aan je andere collega’s. Betrek hem of haar bij de
de collega met
gesprekken tijdens de pauzes. Haak aan bij zijn/haar
beperking in zijn
interesses en vertel ook over jezelf. Benader de persoon
werk zodat hij/zij
zoals je zelf wil worden benaderd.
zijn/haar werk kan doen.” Bron: VILANS en CNV Jongeren, nov. 2010 /
Stap 2 Stel vragen Vul niet in voor een ander maar vraag wat je voor de ander kunt doen. Wat heb je nodig, wat kan ik doen om jou je
Arbeidsparticipatie van
werk te laten doen? Bespreek de wat de collega met
Wajong’ers op de
beperking wel en niet kan, waar hij/zij wel of geen hulp bij
werkplek
nodig heeft. Ben je bang dat je betuttelend overkomt, vraag dat dan.
Stap 3 Heb geduld Herhaal als je collega met beperking iets niet heeft begrepen. Bedenk dat in een nieuwe werksituatie er veel tegelijk moet worden onthouden: niet alleen de werkzaamheden, ook de namen van collega’s. Wennen aan het werkritme, de routine van alledag, misschien een andere werkmethode of computerprogramma.
Stap 4 Neem de tijd Geef je collega de tijd om zich in te werken. Stel haalbare doelen. Voor iemand met een arbeidsbeperking heeft de overgang naar een baan dikwijls meer voeten in de aarde en moet er meer worden geregeld. Denk aan reistijd, vervoer, thuissituatie. Je collega met beperking moet met meer factoren rekening houden om goed te kunnen presteren.
2
WERKWIJZER: HOE WERK JE SAMEN MET EEN COLLEGA MET BEPERKING
een stappenplan
“Meerdere
Stap 5 Geef de ruimte
werkgevers zijn van
Verdiep je ook in de thuissituatie van je collega met
mening dat het
beperking en informeer naar zijn/haar vrije tijdbesteding.
investeren in de
Je collega met beperking kan heel gelukkig zijn met
begeleiding zich
zijn/haar werk maar als er thuis negatief over wordt
terugbetaald omdat
gesproken kan dat van grote invloed zijn op de
de medewerker met
tevredenheid met het werk. Zijn er vragen of problemen
beperking er beter
buiten de directe werkzaamheden, geef deze de ruimte en
door gaat
zorg dat ze bespreekbaar zijn.
functioneren.”
Stap 6 Maak werkbare afspraken Bron: VILANS en CNV Jongeren, nov. 2010 /
Je collega met beperking heeft dagelijks begeleiding nodig
Arbeidsparticipatie van
om zijn of haar werk goed te kunnen doen. Bijvoorbeeld
Wajong’ers op de
iemand in en uit zijn jas helpen, de deur ophouden,
werkplek
computer aanzetten, printjes halen en thee zetten. Pas je werkzaamheden aan als dat nodig is. Bespreek bijvoorbeeld eerst de taken van de dag voordat je begint aan je eigen werkzaamheden
Stap 7 Bespreek ook eigen wensen Bespreek wat voor jou werkbaar is. Geef het bijvoorbeeld aan als je even niet gestoord wil worden bij een lastige klus. Zorg dat collega’s kunnen bijspringen als jij een vrije dag hebt of met vakantie bent. Volg een andere routine als dat nodig is.
Stap 8 Heb oog voor ontwikkeling Vergelijk regelmatig de voortgang met de eerste werkdag van je collega. Bezie en benoem wat goed gaat en waar nog extra aandacht naar toe kan. Durf kritisch te zijn op het werk dat je collega met beperking aflevert. Biedt hulp aan als dat nodig is.
3
WERKWIJZER: HOE WERK JE SAMEN MET EEN COLLEGA MET BEPERKING
een stappenplan
"Inspiratie is: elke
Stap 9 Geef complimenten
dag werken"
Sta stil bij de dingen die goed gaan in het werk. Bespreek goede resultaten en wees scheutig met complimenten.
Charles Baudelaire,
Daar groeit iedereen van!
Frans dichter (18211867)
Stap 10 Geef jezelf een schouderklopje Merk je dat je collega met beperking zich thuis begint te voelen op het werk en zich meer ontspant, gun jezelf dan een schouderklopje want je bent een goede collega-Harrie!
Reëlle Communicatie Den Dries 2, 5552 CL Valkenswaard (040) 20 75 295
[email protected] www.reelle.nl ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN Niets uit deze uitgave kan worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
EIGENWIJSHEID IS IMMERS NIET TE KOPÏEREN…
4
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
1 Aan het werk met een auditieve beperking Soms heb je kennis nodig van een beperking om je collega goed te ondersteunen bij zijn of haar dagelijkse werkzaamheden. Voor mensen met een auditieve beperking is het niet alleen belangrijk dat zij jou ‘verstaan’ maar zeker ook dat zijzelf worden gehoord. Prettig werken met mensen met een auditieve beperking betekent dat je daarmee rekening houdt.
Mensen met een auditieve beperking kunnen vaak meer dan mensen denken. Weinig mensen weten dat telefoneren voor mensen met een auditieve beperking geen enkel probleem hoeft te vormen. Met hulp van goede gehoorapparatuur, hulpmiddelen die geluid van de telefoon omzetten in lichtsignalen of in trillingen of dankzij een teksttelefoon. Mensen met een auditieve beperking zijn succesvol in veel verschillende beroepen.
Tien tips 1.
Zorg voor een rustige werkomgeving. Vermijd omgevingsgeluid. Een gehoorapparaat versterkt elk geluid, dus ook alle omgevingslawaai.
2.
Bedenk een zichtbaar alarm. Meestal is een beveiligingssysteem, de intercom en het alarm niet ingesteld op mensen met een auditieve beperking. Bedenk dan een systeem om elkaar te waarschuwen. Als werkgever kun je de aanschaf van een ringleiding overwegen in ruimtes waar het personeel samenkomt.
3.
Geef met een handgebaar aan als je contact wilt met je collega. Tik je collega bijvoorbeeld op de schouder. Als je met je collega’s onderling iets wil afspreken, roep dan niet naar elkaar. Spreek niet door elkaar. Je collega met auditieve beperking kan maar één persoon tegelijk volgen.
4.
Begin pas met praten als er oogcontact is. Bespreek met je collega met een auditieve beperking wat hij of zij wel en niet kan horen. Vraag hoe jij als horende het beste kan helpen.
5.
Spreek duidelijk maar schreeuw niet. Dat helpt niet. Houd niet je hand of koffiekopje voor je mond als je praat. Je mondbeeld is dan niet meer zichtbaar. Ga niet lopen als je praat, je bent dan niet meer te volgen.
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET … 6.
Creëer een sfeer van vertrouwen waarin van beide kanten vragen kunnen worden gesteld. Vraag af en toe gerust of je goed bent verstaan. Daarmee laat je zien dat je beseft hoe moeilijk spraakafzien is. Bovendien maak je het je collega gemakkelijker om te zeggen als hij of zij iets niet heeft verstaan.
7.
Ondersteun instructies zoveel mogelijk met visuele beelden. Geef mondelinge instructies ook schriftelijk. Of vraag de instructie te herhalen zodat je weet dat de boodschap is overgekomen.
8.
Zorg dat je lichaamstaal in overeenstemming is met wat je zegt. Maak zoveel mogelijk natuurlijke gebaren. Je collega met een auditieve beperking is goed in het begrijpen van lichaamstaal. Toch is het lastig om alleen uit visuele signalen uit te maken of iemand geërgerd, onaardig of gestrest is.
9.
Betrek je collega met auditieve beperking ook bij de gesprekken bij de koffieautomaat. Spreek met je collega’s af dat je niet door elkaar praat zodat je collega ook het gesprek kan volgen.
10. Besef dat door zijn of haar auditieve beperking je collega meer inspanning moet leveren op het werk in vergelijking met horende werknemers. Sociale steun van collega’s en leidinggevende maakt de kans op extra vermoeidheid en burn-out kleiner.
De
sterke kanten van een medewerker met een auditieve beperking:
is minder snel afgeleid en kan zich goed concentreren kan zelfstandig werken heeft vaak creatieve ideeën voor praktische problemen is extra gemotiveerd heeft een bovengemiddeld doorzettingsvermogen zal niet snel van baan veranderen heeft een positief effect op andere collega’s omdat zij ziekte en gebrek gaan relativeren
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
2 Aan het werk met autisme Soms heb je kennis nodig van een beperking om je collega goed te begeleiden en ondersteunen bij zijn of haar dagelijkse werkzaamheden. Iemand met autisme heeft in meer of mindere mate moeite met het deelnemen aan het sociale verkeer. Prettig werken met mensen met autisme betekent dat je daarmee rekening houdt.
“Autisme komt voor op alle niveaus van verstandelijk functioneren. Vaak is er sprake van een eenzijdige intelligentie. Sommige gebieden zijn heel sterk, andere juist zwak ontwikkeld. Hierdoor worden mensen vaak over- of juist onderschat.” Bron: In gesprek over: Autisme Spectrum Stoornissen. Nederlandse Vereniging voor psychiatrie.
Tien tips 1. Zorg voor een rustige werkomgeving. Iemand met autisme heeft moeite met onoverzichtelijke en onverwachte situaties, geluiden of bewegende beelden van buitenaf. Je doet je collega met autisme een plezier met een vaste structuur, ritme en regelmaat. 2. Geef een duidelijk omlijnd takenpakket. Maak een begrijpelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. 3. Geef duidelijke en korte instructies en controleer of ze worden begrepen. Herhaling van handelingen is belangrijk om dingen te kunnen leren. 4. Ondersteun je mondelinge instructies met pictogrammen, schema’s of schriftelijke aanwijzingen. Gebruik een schriftelijk stappenplan voor het inplannen van werkzaamheden. 5. Vertel of vraag één ding tegelijk. Iemand met autisme heeft moeite met klusjes tussendoor en piekwerkzaamheden. Voor hem of haar is het lastig om veel taken tegelijk uit te voeren of vaak te wisselen van taken. 6. Gun hem of haar extra tijd om de informatie op te nemen en gebruik geen beeldtaal of sarcasme. Je collega met autisme heeft moeite met sociale regels en vindt het lastig om stemmingen, lichaamstaal en beeldtaal te interpreteren. Als je een grapje maakt, vertel dat er dan bij.
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET … 7. Zorg voor één vast aanspreekpunt op de werkvloer. Iemand met autisme heeft moeite met het aanknopen van een gesprek met collega’s, leidinggevende of externe klanten. 8. Neem geen taken of beslissingen over. Iemand met autisme kan goed aangeven wat hij wil, als hij de tijd krijgt het duidelijk te maken. Geef hem of haar daartoe de kans. 9. Maak veranderingen ruim van te voren bekend. Zorg voor bijvoorbeeld weinig nieuwe gezichten, geen onverwachte activiteiten, goede voorbereiding op andere taken enzovoorts. Structuur helpt. 10. Geef bevestiging als het werk goed wordt uitgevoerd. Zoek een balans tussen gestructureerd, routinematig en voorspelbaar werk waar nog wel uitdaging in zit.
De
sterke kanten van een medewerker met autisme:
is rechtlijnig, eerlijk en loyaal is zorgvuldig, perfectionistisch is creatief en kan verrassende oplossingen bedenken heeft geen moeite met eentonig werk kan zich goed concentreren op één onderwerp houdt zich aan afspraken heeft oog voor details maakt weinig fouten is sterk in analyseren
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
3 Aan het werk met een fysieke beperking Sommige mensen met een fysieke beperking herken je gemakkelijk aan hun rolstoel. Anderen hebben een onzichtbare beperking. Denk aan mensen met een spierziekte, astma, diabetes, een chronische ziekte of kanker. Sommige mensen vertellen gemakkelijk over hun onzichtbare beperking. Anderen doen dat liever niet. Prettig werken met iemand met een fysieke beperking betekent dat je pas te hulp schiet als dat aan je wordt gevraagd.
Mensen met een fysieke beperking zijn vaak krachtige personen. Zij willen zich graag bewijzen en zijn daardoor geneigd over hun grenzen te gaan en teveel te vragen van hun lichaam. Het zijn enthousiaste doorzetters. Overbelasting en energietekort komen vaak voor. Bron: Vilans, Praktische tips voor de werkgever
Tien tips 1.
Doe normaal. Tegen iemand in een rolstoel hoef je niet extra aardig te doen. Je collega is het meest gebaat met gewoon normaal gedrag.
2.
Vraag voordat je helpt. En vraag op welke manier. Hou er rekening mee, dat mensen met een fysieke beperking ook zelfstandig en zelfredzaam zijn.
3.
Raak de hulpmiddelen niet aan. Blijf van de rolstoel of kruk af en aai niet de geleidehond. Ondersteun als iemand slecht ter been is, maar neem niet de leiding.
4.
Neem geen beslissingen voor je collega met een fysieke beperking. Hij of zij weet zelf het beste wat hij of zij kan of niet. Overleg waarmee je je collega het beste kan ondersteunen.
5.
Toon geduld. Door de fysieke beperking gaan bepaalde handelingen trager. Het is belangrijk dat je de tijd neemt. Hierdoor gaat je collega zich rustiger voelen. Je collega met een chronische ziekte is het meest gebaat bij een regelmatig leven zonder werkdruk en stress.
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET … 6.
Houd rekening bij het verdelen van taken met een mindere algemene conditie en soms verminderde spierkracht. Zorg voor een variatie van taken waarbij je collega van houding kan wisselen.
7.
Hanteer een slimme planning en tijdsindeling. Mensen met een fysieke beperking hebben vaker rustmomenten nodig. Drie uur zitten is bijvoorbeeld de limit voor je collega met spierziekte. Je collega met diabetes moet meerdere keren op een dag zijn bloedsuikerwaarde controleren en vaak tussendoor iets eten.
8.
Luister aandachtig als iemand moeite heeft met praten. Vraag om het te herhalen als je het niet begrijpt. Doe zeker niet alsof je hem of haar hebt verstaan.
9.
Hou bij het plannen van personeelsuitjes of de borrel na het werk rekening met de toegankelijkheid van de locatie.
10. Bespreek de consequenties van iemands beperking. Bedenk dat een rolstoel een hulpmiddel is en géén beperking.
De
sterke kanten
van een medewerker met een fysieke beperking:
kenmerkt zich over het algemeen als een krachtige persoon is gewend creatieve ideeën te bedenken voor praktische problemen weet goed welke aanpassingen hij of zij nodig heeft om het werk te kunnen doen is extra gemotiveerd zet zich volledig in is blij met flexibele werktijden heeft een bovengemiddeld doorzettingsvermogen zal niet snel van baan veranderen heeft een positief effect op andere collega’s: er ontstaat sociaal begrip
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
4 Aan het werk met verstandelijke beperking Soms heb je kennis nodig van een beperking om je collega goed te ondersteunen bij zijn of haar dagelijkse werkzaamheden. Prettig werken met iemand met een verstandelijke beperking betekent dat je rekening houdt met zijn of haar niveau.
De meeste mensen met een (licht) verstandelijke beperking herken je niet meteen. Zij kunnen zich redelijk goed uitdrukken en ook aan hun uiterlijk valt vaak niets bijzonders te zien. Daarbij zijn ze vaak goed in het verbergen van hun beperking. Toch is herkenning belangrijk. Het niet herkennen van de beperking, kan zorgen voor communicatie- of gedragsproblemen. Dit is meestal geen kwestie van onwil, maar van onvermogen.
Tien tips 1.
Zorg voor een overzichtelijke werkomgeving. Introduceer de goede gewoonte bij je collega om aan het einde van de dag de werkplek ook weer opgeruimd achter te laten.
2.
Hanteer vaste regels en afspraken. Zorg voor één vast aanspreekpunt op de werkvloer.
3.
Gebruik korte zinnen, geen moeilijke woorden en geen beeldspraak. Een grapje of uitdrukking wordt soms niet begrepen.
4.
Geef maar één opdracht of boodschap tegelijk. Hou het eenvoudig en vat geregeld samen. Maak onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
5.
Geef instructies niet alleen mondeling maar doe het voor en vertel erbij wat je doet. Laat hem of haar het vervolgens zelf doen. Herhaling van handelingen is belangrijk om dingen te leren.
6.
Verdeel het werk in deeltaken zodat hij of zij overziet wat hij of zij moet doen. Voorkom ingewikkelde uitgebreide taken. Laat hem of haar eerst de ene taak afronden voordat hij of zij aan de volgende begint. Leg geen tempodruk op. Geef waardering voor de taken die af zijn.
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET … 7.
Gun je collega met verstandelijke beperking tijd om de informatie op te nemen en vragen te stellen. Herformuleer je boodschap als je merkt dat de ander je niet heeft begrepen. Sta open voor vragen.
8.
Controleer of je collega met verstandelijke beperking je heeft begrepen door hem of haar de instructie te laten herhalen. Leg steeds uit wat je doet. Ga er niet zondermeer vanuit dat je collega je handelingen correct interpreteert.
9.
Controleer op resultaat en vertel altijd hoe hij of zij het heeft gedaan. Besef dat een taak die hij de ene dag kan, de volgende dag weer vergeten kan zijn.
10. Geef bevestiging als het werk goed wordt uitgevoerd. Lukt iets niet, help dan om je collega met verstandelijke beperking er positief mee om te gaan. Bijvoorbeeld door aan te geven dat hij toch als persoon wordt gewaardeerd of te wijzen op wel gelukte taken.
De
sterke kanten
van een medewerker met een verstandelijke beperking:
enthousiast en loyaal heeft geen moeite met eentonig of routinematig werk houdt zich aan regels en afspraken zal zich zelden ziekmelden zet zich volledig in is vaak trots op zijn werk en heeft daardoor een positieve uitstraling
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
5 Aan het werk met een visuele beperking Soms heb je kennis nodig van een beperking om je collega goed te ondersteunen bij zijn of haar dagelijkse werkzaamheden. Voor mensen met een visuele beperking zijn er veel technische hulpmiddelen die hen op het werk ondersteunen. Voor andere zaken, zoals reguliere briefpost, zijn zij afhankelijk van collega's die wel kunnen zien. Prettig werken met iemand met een visuele beperking betekent dat je veilig, rustig en doordacht ondersteuning geeft.
Mensen met een visuele beperking kunnen vaak meer dan mensen zien. Dankzij allerlei (digitale) hulpmiddelen kunnen zij tegenwoordig veel verschillende beroepen uitoefenen.
Tien tips 1.
Geef alles een vaste plaats. Zorg voor een overzichtelijk werkomgeving. Je doet je collega met een visuele beperking een groot plezier met een opgeruimde werkplek.
2.
Overleg met je collega met een visuele beperking welke ondersteuning hij of zij nodig heeft. Bespreek wat hij of zij wel of niet kan zien. Vraag als ziende of en hoe je het beste kan helpen.
3.
Noem bij begroeting altijd je naam, ook als je elkaar al kent. Afhankelijk van de mate van slechtziendheid is je silhouet wel of niet herkenbaar. Je stem wordt niet altijd herkent.
4.
Noem bij het aanspreken van je slechtziende of blinde collega zijn of haar naam, zodat hij weet dat hij wordt aangesproken. Raak iemand die slechtziend of blind is niet onverwacht aan. Vertel eerst wat je gaat doen.
5.
Onthoud dat de woorden ‘hier’, ‘daar’, ‘verderop’ en dergelijke voor iemand met een visuele beperking geen enkele zin hebben. Ook wijzen en gebaren kan hij of zij niet interpreteren. Stel daarom de persoon centraal: ‘De koffie staat rechts van jou’. Beschrijf zo concreet mogelijk.
6.
Geef een voorwerp in de hand als je iets wilt laten ‘zien’. Gebruik gerust woorden als ‘zien’, ‘kijken’, ‘lezen.’
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET … 7.
Zorg er altijd voor dat een deur ofwel helemaal open, of helemaal dicht is. Dit geldt zowel voor deuren van een gespreksruimte, tussendeuren in de gangen, kastdeuren als voor ramen. Een half geopende deur is een gevaarlijk obstakel.
8.
Geef je collega met visuele beperking extra inwerktijd. Hij of zij moet niet alleen wennen aan het werk maar ook aan de nieuwe ruimtelijke werkomgeving en zijn of haar collega’s.
9.
Betrek hem of haar bij het gesprek aan de koffieautomaat met andere collega’s. Vertel altijd wie er in de ruimte is en noem steeds de naam van degene die je aanspreekt zodat ook je collega met visuele beperking het gesprek kan volgen.
10. Houd rekening met zijn of haar visuele beperking bij het plannen en maken van personeelsuitstapjes. Bedenk activiteiten waar ook je slechtziende of blinde collega kan meedoen. De score bijhouden bij het bowlen gaat snel vervelen.
De
sterke kanten van een medewerker met een visuele beperking:
is minder snel afgeleid en gewend dingen te onthouden kan daardoor gemakkelijk twee dingen tegelijk doen kan zich in hoge mate concentreren kan zelfstandig werken op een aangepaste werkplek heeft vaak creatieve ideeën voor praktische problemen is extra gemotiveerd heeft een bovengemiddeld doorzettingsvermogen zal niet snel van baan veranderen heeft een positief effect op andere collega’s omdat zij ziekte en gebrek gaan relativeren
WERKWIJZER, BIJLAGEN: HOE WERK IK SAMEN MET …
Reëlle Communicatie Den Dries 2, 5552 CL Valkenswaard (040) 20 75 295
[email protected] www.reelle.nl ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN Niets uit deze uitgave kan worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. EIGENWIJSHEID IS IMMERS NIET TE KOPÏEREN…