Voet en enkel / Heup 1. Statiek en gang
Staanfase
Zwaaifase
Normale gang: staanfase 60% - zwaaifase 40% Antalgische gang: staanfase verkort Lopen: dubbele steun afwezig (toe off < 50%) Snelheid ~toe off (topspurters: toe off 22-23%)
Uitlijning OL o Mechanische lijn: centrum heupkop – centrum knie – centrum enkel Als in elkaars verlengde → goede gewichtsverdeling over beide ledematen o Kan abnormaal zijn: vb meniscus weg Valgus: krachtwerking komt lat. van de knie → versterkt weer het valguseffect (slijtage lat. comp. knie, med. bandstructuren verder uitrekken) Ook effect op enkel en heup: been relatief korter → scheefstand bekken → scheefstand rug Varus Krachtwerking komt med. van de knie → versterkt weer het varuseffect Cfr. Valgus o Meten van varus/valgus via Mechanische lijn Lijn door femur en lijn door tibia (normale hoek: man 5°, vrouw 7°) o Groeiend kind Varus (neonatus-6mnd) → valgus (2-4j) → normaal (7j) 4-5j: valgus + toe-in (beetje endorotatie) → steunas komt een beetje naar binnen 1
2. Enkel- en voetpathologie
a) Planovalgus voet (platvoet)
Med. voetboog raakt de grond Abnormale belasting enkel (compressie lateraal – elongatie mediaal) Voorvoet draait naar buiten = HALLUX VALGUS Soepele of Rigiede platvoet o Soepel: corrigeerbaar met steunzool, via actieve spierspanning ( op tenen staan → m. peroneus longus/brevis + tibialis posterior + flexor digitorum contraheren) o Platvoet: inklemming m. peroneus longus/brevis Tibialis anterior beter te zien o Rigiede (=osseuze anomalie): niet corrigeerbaar door teenstand
2
b) Cavus voet (holvoet)
Hoge med. voetboog → grotere druk op metatarsalen,... door minder steunpunten → stretchpijn thv fascia plantaris → steunzolen dragen om fascia plantaris te ontlasten
c) Hallux valgus Vooral bij platvoet, of dames die te smalle schoenen dragen → blijvende deformatie BUNION = zwelling = metatarsaalkop die naar buiten staat → huid op die plaats wordt dunner en dunner → kan perforeren → risico op infectie → osteomyelitis R/: o Bredere schoenen o Steunzolen → hallux valgus verdwijnt weer o Heelkunde: stuk metatarsaalkop afzagen (bunion) weg + teen doorzagen en rechtzetten
d) Hallux rigidus
Arthrotische hallux (alslijten kraakbeen) met pijnlijke dorsiflexie (door osteofytvorming) → moeilijker stappen, want tenen moeten in hyperflexie knn Vnml bij mannen (zeker na veel sport vb: voetbal) R/: o CS infiltraties, maar mechanisch probleem blijft → je moet er vroeg bij zijn o Heelkunde: wegnemen dorsale osteofyten Cave: je moet veel weefsel wegnemen → stabiliteit↓ in de hallux
e) Hamerteen
Hyperextensie MT-P gewricht en hyperflexie PIP → erosie huid door voortdurend tegen schoen → Cave: diepe infectie Mstl digiti II Freq probleem bij diabetici R/: heelkunde (PIP fusie), enkel als probleem van ulceraties (geen preventie!)
3
f) Morton neurinoom
Neurinoom van interdigitale zenuw Prox. van de web (= plaats waar tenen uit voet komen) Mstl 3e-4e teen (soms 2e-3e) R/: o CS infiltraties: max 4/jaar, max om de 4-5 weken (want katabool effect) o Heelkunde
g) Achilles tendinopathie
Verkorte gastro-soleus Primair of na slecht geheelde scheur (door ↓bevloeiing) Vaak 2-3 cm boven calcaneaire insertie Graad 1 tot 4 (cfr. patellapees) K.O.: pijn + verdikking (knobbelvorming = irreversiebel) RX + echo R/: o Anti-infl. therapie + rel. rust o Hielophoging: 1 cm → spanning in achillespees ↓ Cave: bij niet stretchen, verkort de achillespees nog meer → chronisch stretchen o Brace/ taping, evtl gips o Bij falen: chirurgie (knobbels wegsnijden) o Stretchen gastrosoleus! Excentrische oefentherapie! (zie Peers)
Soleus stretch: knie plooien + dorsie flexie voet
M.O. : Hoe weten welke spier verkort is? Soleus? Gastrocnemius? Knie plooien + kijken naar dorsieflexie voet (maat voor soleus) Knie in extensie + kijken naar dorsieflexie voet (maat voor gastrocnemius)
4
h) Haglund exostose
Post. calcaneaire uitstulping → drukt op dist. achillespees Mstl + achillespees tendinitis of retrocalc. bursitis K.O.: lokale drukpijn (AP-insertie) RX, echo, NMR R/: o Anti-Infl. therapie + rel. rust o GEEN infiltratie o Evtl gips o Hielophoging o Als gefaald → operatieve resectie (stuk boven calcaneus wegnemen) Gebeurt meer dan bij AP
i) Sever’s disease
Tractie apophysitis calcaneum (cfr. Osgood-Schlatter: bij kinderen, want hebben zwakkere botten) R/: o Rust + stretch o Zachte hielophoging
j) Os trigonum
Accessoir botje post. van talus Inklemming bij diepe plant. flexie RX + botscan R/: o Anti-infl. therapie + rel. rust o CS infiltraties o Als gefaald: operatieve resectie
k) Fasciitis plantaris (hielspoor)
calcaneaire origo plantaire fascia pijn bij belasting / lokale druk RX (hielspoor) R/: o anti-infl. therapie + rel. rust o CS infiltratie o evtl gips o stretch-steunzolen / viscoheel o nachtsplint o zz operatieve release (beperkte resultaten)
5
3. Heuppathologie a) Coxarthrose
Achtergrondinfo o Heup = kogelgewricht o Veel spieren rond de heupkop: vnml gluteus spieren (bij zieke heupkop → inhibitie gluteï spieren (zorgen voor abductie heup)) o Trendelenburg teken: op 1 been staan Als gezond: contractie gluteusspieren → bekken kantelt omhoog a/d kant van het opgetrokken been Als aangetast: zakken van bekken a/d kant v/h opgetrokken been Afslijten kraakbeen thv heupgewricht (smallere gewrichtsspleet op RX) 1e tekenen: endo- en exorotatie nemen af Risicofactoren: o Obesitas o Avasculaire necrose (AVN) (zie verder) o Fractuur o Congenitale of juveniele pathologie: bol past niet meer precies in de kom Vb. Coxa plana (platte heup): kop ≠ rond, maar plat R/: o Heupprothese als niets meer helpt met of zonder vervanging acetabulum, met of zonder cement; indien zonder cement → hydroxyapatiet coating, dit groeit i/h bot →minder vlug loskomen Complicaties: Loskomen prothese Slijtage plastiek tss bol en kom Vreemd lichaam infecties → prothese moet verwijderd worden! (deze infecties = “low-grade”, dwz: geen etter, geen inflam., hebben gewoon pijn in hun prothese → = lichte contaminatie prothese) ↕ Infectie gewoon gewricht: zeer ziek, CRP↑, hoge koorts, purulent
b) Avasculaire necrose (AVN)
Vnml thv de heup te zien → tgv specifieke bevloeiing femurkop: meeste via circumflexa, beetje via lig teres
6
Ischemie thv eindarteries van gewricht → bot wordt spongieus en zakt in Risicofactoren: o Fractuur o CS (zeker syst CS → obstructio kleine BV) o Immunosuppressiva o Alcohol abusus o Sickle cell o Irradiatie o Idiopathisch DD: plotse pijn in de heup (door ischemie) ↔ coxarthrose = geleidelijk aan Diagnose: RX, NMR R/: o Forrage = boring vanuit zijkant femur → regeneratieproces in gang zetten (≈effect als bij fractuur) Niet altijd mogelijk. Indien ingezakt, niet meer mogelijk o THP (totale heupprothese) (er is een nieuwe soort: “resurfacing heupprothese” : enkel 2-3 mm glijlaag vervangen, je kan terug voetballen met deze heup, enkel toepasbaar als arthrose nog niet uitgebreid)
c) Labrum letsel
Bij jongere/actiever pt Labrum = overgang kraakbeen – kapsel (ftie: verder uitbreiden vh gewricht) Scheur labrum = pijnlijk, je voelt ± een klik in de heup R/: arthroscopische labrumplastie
d) Trochanter bursitis
Bij oudere pt Trochanter major bursa, frictie bursitis ITB Diepe post. capsulaire pijn niet aanwezig Vaak bij telkens op de zij liggen Diagnose (= klinisch): lokale pijn, geen zwelling R/: o Anti-infl. Fysio o NSAF o CS injecties
7