.64
Hoofdstuk 5
Kfjkles
lest
Wat ga je leren?
Het water maakt de berg kleiner
In deze les leer je hoe water een berg kleiner maakt. Je leert dat wind en water stenen kunnen laten scheuren. Verder leer je dat water land kan laten groeien.
Hoe verhuis je een berg? Dat is moeilijk, want bergen zijn van hard steen. Kleine steentjes kun je makkelijk verplaatsen: je spoelt ze weg met de tuinslang bijvoorbeeld. Maar zo'n berg verhuizen, dat duurt eventjes. Eventjes? Wel duizenden jaren! Wie zijn dan de verhuizers? Regen, zon, kou en harde wind zorgen ervoor dat bergen van hard steen langzaam uit elkaar vallen. Er komen gaten en scheuren in de berg. Dat heet verwering. Op plaatje 1 zie je hoe verwering in zijn werk gaat.
Begrippen • de erosie • het grind • de verwering
1 Het weer zorgt voor verwering. 1 Er zit een scheur in de steen. 2 Regenwater komt in de scheur. 3 Elke nacht bevriest het water. Het ijs zet uit. De scheur wordt groter. 4 De steen valt uit elkaar.
De steen is beetje bij beetje uit elkaar gevallen.
Schuivend ijs en stromend water nemen de stenen daarna mee naar beneden. Dat heet erosie. Op plaatje 2 en 3 zie je hoe erosie gaat.
3 Ooit lag dit dal vol met ijs. Het ijs heeft de rotsen weggeschuurd. Ook dat heet erosie.
Het water laat het land groeien
De bergen worden door erosie elke dag een stukje kleiner. Dat gaat snel als het hard regent. Dan veranderen rustige stroompjes in wild kolkende rivieren die grote stenen meesleuren. Ook als het ineens gaat dooien, stroomt de rivier sneller. Ook dan spoelt hij veel puin mee. Een beetje als jouw tuinslang ...
De rivier laat de stenen tegen elkaar botsen. Zo worden grote stenen steeds kleiner. De kleine steentjes worden grind, en grind wordt zand. Maar er verdwijnt niets. Waar blijft al dat puin? Als het land vlak wordt, stroomt de rivier steeds langzamer. Alle grind, zand en klei zakken naar de bodem. Kijk maar hiernaast. Zodra de bodem vol ligt, kan de rivier daar niet meer goed stromen. Het water zoekt dan een andere weg. Er blijft een nieuw stukje land achter. Als je lang genoeg wacht, dan laat de rivier het land groeien. ~ • • Werkschrift blz. 19 •
Kwismeester blz. 26-27
•
Cd-rom hoofdstuk 5 les 1
4 Het water maakt de bergen kleiner en laat het land groeien 1 Erosie: stenen worden door de snelstromende rivier meegenomen. 2 De rivier maakt de stenen kleiner. Het wordt grind, zand en klei. 3 De rivier stroomt minder snel. Het grind blijft liggen. 4 De rivier stroomt erg langzaam. Zand en klei blijven liggen.
65
Hoofdstuk 5 les 2
Wat ga je leren? In deze les leer je hoe je op een kaart kunt lezen hoe hoog een plaats of een gebied is. Je onderzoekt waar het water van de Rijn vandaan komt.
• de bergtop
• de doorsnede • de hoogteverschillen
Kaartjtopoles
Laag en hoog In een berggebied heb je bergen en dalen. Heb je wel eens op de top van een berg gestaan? Daar sta je een stuk hoger dan aan de voet van de berg in het dal. Dat noem je het hoogteverschil. Op de kaart kun je dat verschil in hoogte in een berggebied goed zien. Kijk maar naar de kleuren: de groen- en geelgekleurde gebieden liggen laag. De bruingekleurde gebieden liggen hoog. Stel je voor dat je een berg doormidden snijdt. Dan kun je in het binnenste van de berg de hoogteverschillen ook zien. Op plaatje 2 zie je zo'n doorgesneden berg. Dat noem je een doorsnede. De doorsnede heeft dezelfde kleuren. Vaak staat bij de bergtop een getal. Weet je nog wat dat getal betekent?
• de zijrivier
1 Freiburg ligt niet erg hoog. Hoe hoog ligt de stad, denk jij?
1493 Feldberg 1500 meter
2 Hoogteverschillen bij een doorgesneden berg.
1000 meter 700 meter
66
400 meter
Rijn
200 meter
3 Het water van de Rijn A
B
c
D
De Rijn De Rijn stroomt van de Alpen in Zwitersland, via Duitsland, naar Nederland. Op de foto's kun je zien hoe de Rijn op de kaart er in het echt uitziet. Kun jij op de kaart aflezen hoe het water in de rivier stroomt?
8 Veel zijrivieren komen uit op de Rijn. Legenda
4 Het water stroomt het Bodenmeer in.
4
5 Bij de watervallen van Schaffhausen wordt de Rijn even heel wild.
c=J c=J c=J c=J c=J c=J c=J c=J c=J "" 1015 EfFEL
5
sneeuw hoger dan 1500 m 1000 - 1500 m 700 - 1000 m 400 -700 m 200 - 400 m 100 - 200 m 50 - 100 m 0- 50 m bergtop
in meters
naam gebergte rivier
•
stad landsgrens
6 Hier begint de Rijn.
67 • • Werkschrift
blz. 20
Hoofdstuk 5 les 2
Kaartjtopoles
Topolijst om te leren • • • • • • • • • • • • • •
Italië Oostenrijk Zwitserland Rome Milaan Turijn Venetië Wenen Bern Genève Zürich Sicilië de Donau de Po
1 Wenen, de hoofdstad van Oostenrijk, ligt aan de Donau.
Herhaling • • • • • •
Duitsland Keulen Frankfurt Berlijn Hamburg de Rijn
2 Bij Zürich, in Zwitserland, komen de berg rivieren in een meer terecht. Daarna stroomt het water naar de Rijn.
3 De grens tussen Zwitserland en Italië ligt op hoge bergtoppen. Aan de kant van Italië
•
68
stroomt het water naar de Po. Aan de kant van Zwitserland stroomt het water naar de Rijn.
6 Vanaf het eiland Sicilië zie je Zuid-Italië liggen, aan de overkant van de zee .
..-r-
J
I
• • Werkschrift blz. 21 4 De rivier de Po begint vlak bij Turijn.
•
Kwismeester blz. 29-30
•
Cd-rom hoofdstuk 5 topo
69'"
3 Hoe ziet ••
een verhuizing van een berg eruit?
• ••••
L....-
_
Hoofdstuk5 les 3
Infoles
Wat ga je leren? Je leert twee gebieden wat beter kennen. Een gebied in het gebergte: Pontresina in Zwitserland en een gebied in het laagland: de Povlakte in Italië. Je leert verschillen tussen het gebergte en het laagland kennen.
ZWITSERLAND
Begrippen • de boomgrens • het gebergte • de gletsjer
1 De Morteratschgletsjer bij Pontresina in Zwitserland. 1 Hoog in de bergen blijft de sneeuw het hele jaar liggen. 2 Er komt steeds nieuwe sneeuw bij. Die drukt de onderste sneeuw samen. Zo verandert de sneeuw in ijs. 3 De gletsjer beweegt heel langzaam naar beneden. Het ijs schuurt langs de rotsen en neemt grote keien mee. 4 Aan het eind van de gletsjer smelt het ijs. Hier begint de rivier. 70
De Alpen Het is een lange dag rijden met de auto voor je in de Alpen bent. In Zwitserland, één van de Alpenlanden, ligt bij het plaatsje Pontresina het mooiste dal van de Alpen. Ook zijn er prachtige bergen. Ook al is het onderin het dal warm, boven in de bergen ligt er sneeuwen ijs. Het hele jaar! Hoe zie jij aan de bomen dat het steeds kouder wordt?
Ik krijg het steeds warmer!
sneeuwgrens
2000 m------;o-:,. naaldbomen
1500 m----~~'-ö-----,--"
2 Bomen in de bergen.
Het begin van een rivier Boven Pontresina ligt een gletsjer: een dikke laag van ijs die langzaam naar beneden glijdt. De gletsjer schuurt langs de rotsen en neemt stukken steen mee. Waar gaan die stenen naartoe? Onderin de gletsjer smelt het ijs. Daar begint de rivier. Het stroompje is nog klein, maar het water stroomt wel snel. Dat komt door de steile berg. En er groeien geen bomen om het water af te remmen. De rivier schuurt over het gesteente van de berg. Weet je het nog? Die stenen worden steeds kleiner tot er grind en zand overblijft. Onderaan de berg wordt de rivier breed. Hij neemt nu al veel grind, zand en klei mee. De berg is aan het verhuizen.
3 Normaal stroomt hier een rustig beekje.
Wildstromende rivieren Bij veel regen verandert een rustig beekje in een wilde rivier die alles wegspoelt: bruggen worden kapotgemaakt, bomen worden meegesleurd. Er is veel erosie. De schade is enorm.
4 Hoe kun je bij deze dam zien dat het water heel hoog is geweest?
De rivier rustig houden Hoe houd je een rivier rustig? Zodat hij niet zo veel schade aanbrengt? Geef hem de ruimte om op bepaalde plekken over te stromen. Geef hem meer bochten, dan stroomt hij minder snel. Of leg dammen in de rivier aan, dan kan hij geen grote stenen met zich meesleuren. 71
Lees verder op de volgende bladzijde.
3 Hoe ziet een ve~rhuizing van een berg eruit?
••••••••
L============================:~ Infoles
Hoofdstuk 5 les 3
Fietsen gaat hier een stuk makkelijker dan in de bergen.
Begrippen • de delta • het laagland
, Het laagland is plat.
De rivier stroomt verder In Noord-Italië stroomt de rivier de Po vanuit de bergen naar een groot en plat gebied: het laagland. Dit laagland heet de Povlakte. De grond is vruchtbaar en het hoogteverschil is veel kleiner dan in de bergen. Het gebied is daardoor makkelijk te bewerken met machines. Er zijn dan ook veel landbouwbedrijven. Wat denk je? Wonen hier meer mensen dan in de Alpen? 2 De Povlakte
Legenda
.72
C=:J C=:J C=:J C=:J
hooggebergte: middelgebergte: heuvelland:
boven 1500 meter 500-1500 meter
200-500 meter
laagland: 0-200 meter
Adriatische Zee
3 Landbouw op de Povlakte.
Het water stroomt langzaam In de bergen stroomt de rivier snel, maar verderop verandert dat. De stenen en het grind zakken naar de bodem. De rivier stroomt langzaam. Dicht bij zee is het land zo vlak, dat het water bijna stilstaat. De rivier vertakt zich daar in kleinere rivieren. Er ontstaat een delta. Kijk maar rechtsboven hoe een delta eruitziet. Het water neemt nu alleen nog klei mee. Die klei komt ook uit stenen, maar het ziet er anders uit dan zand. Kleideeitjes zijn plat, ze lijken op stukjes papier. Ze zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien. Ze blijven zweven in de rivier, totdat het water echt stilstaat. Pas dan dwarrelen ze naar de bodem. Een overstroming laat het land groeien Voordat er dijken kwamen, overstroomde het laagland van de Povlakte vaak. Elke keer liet de rivier daarbij grind, zand en klei achter. Stukje bij beetje kwam er meer land bij.
4 Een delta heeft een driehoekige vorm.
Waar nu de Povlakte is, lag vroeger de zee! Zo verhuisden de zuidelijke Alpen naar de Povlakte! Waar de noordelijke Alpen naartoe zijn verhuisd? Dat raad je nooit ... Bedankt buurman, voor het puin. Heel erg bedankt.
• • Werkschrift blz. 22 •
Kwismeester blz. 30-31
•
Cd-rom hoofdstuk 5 les 3
73
.. .•......................................... ~~,
4 Wat
heb je geleerd?
Toetsles
Hoofdstuk 5 les 4
Het water maakt de berg kleiner
Hoe verhuis je een berg? Om die vraag te beantwoorden moet je weten hoe een berg wordt afgebroken. En ook hoe hij ergens anders weer wordt opgebouwd. Je moet weten wie de verhuizers zijn. Weet jij dat? Dan kun jij het antwoord geven!
Tussen Duitsland en Italië liggen de Alpen. In de diepe dalen groeien loofbomen, maar hoger in het gebergte groeien alleen naaldbomen. Boven de boomgrens staan geen bomen meer. De Alpen worden elke dag kleiner. Het weer (zon, kou en regen) maken de stenen langzaam kapot. Verwering heet dat. De bergen worden ook kleiner door erosie. Smeltend ijs en regenwater nemen stenen mee naar het dal. De gletsjer schuift van de berg naar beneden en neemt stukken rots mee. De stenen worden in de rivier steeds kleiner tot er alleen grind, zand en klei overblijft. De rivieren stromen in de Alpen snel, doordat de hoogteverschillen groot zijn. Kijk maar op de doorsnede van de berg.
1493 Feldberg
.74
Mulhouse .1.0.
Rijn
Topolijst
Het water laat het land groeien Ten zuiden van de Alpen ligt de Povlakte. Die wordt maar hoger. Hoe dat kan? De rivier de Po brengt stenen, grind, zand en klei naar het laagland. Adriatische Zee
• • • • • • • • • • • • • •
Italië Oostenrijk Zwitserland Rome Milaan Turijn Venetië Wenen Bern Genève Zürich Sicilië de Donau de Po
Begrippen
Door het kleine hoogteverschil stroomt de rivier langzaam. De grootste stenen zakken het eerst. Vlak bij zee splitst de rivier in allerlei kleine zijrivieren. Dat heet een delta. Het water staat hier stil en nu zakt ook de klei naar de bodem. ~
••
Toetsboekje toets 5
•
Cd-rorn oefentoets
• • • • • • • • • •
de boomgrens de delta de doorsnede de erosie het gebergte de gletsjer het grind het laagland de verwering de zijrivier
75