HET NIEUWS
4
• Klasse voor Leraren
Kom van dat dak af [INDIA] Leerlingen spelen op het dak van een gebouw in Ayodhya. Scholen en winkels zijn er opnieuw open nu de vrees voor geweld stilaan wegebt. De onrust brak uit toen een rechtbank beval de heilige plaats Ayodhya te verdelen tussen hindoes en moslims. Volgens moslims is het de plek waar de in 1992 verwoeste Babri-moskee stond. De hindoes zeggen dat het de geboorteplek is van de god Rama. Twee hindoe-groeperingen maakten aanspraak op de grond. Daarom is nu besloten om de grond in drie te verdelen. De hindoes willen er een tempel bouwen, de moslims de moskee herbouwen. De uitspraak wordt wellicht overgenomen door de Hoge Raad, maar het kan nog jaren duren voor er een uitspraak is. Een advocaat van de moslims heeft al hoger beroep aangetekend.
Klasse voor Leraren •
5
©©Rajesh Kumar Singh (AP)
Beeld van de maand
HET NIEUWS
Uitstroom uit tso/bso te ‘soft’ ©©KLASSE
Eerst ‘dag’, dan ‘bonjour’ Franstalige kinderen leren in de basisschool het best eerst in het Nederlands lezen en dan pas in hun moedertaal. De ervaring in het Nederlands komt later van pas om het Frans te decoderen. Dat blijkt uit een onderzoek van taalkundige Charlotte Vandersmissen van de VUB. Frans is net als Engels - een ‘moeilijke’ taal: de relatie tussen wat je schrijft en wat je leest, is niet eenduidig.
De te lage uitstroom uit de ‘harde’ technisch-industriële richtingen van het tso en bso zorgt voor een van de hardnekkigste knelpunten op de Vlaamse arbeidsmarkt. Dat blijkt uit een studie van de VDAB. Ongeveer 60 procent van de afgestudeerde tso/bso-leerlingen (2004-2008) komt uit drie studiegebieden: personenzorg, handel en mechanica-elektriciteit. Het aandeel van dat laatste daalt, ondanks de goede jobkansen in de aansluitende (knelpunt-) beroepen. De veel te lage uitstroom vanuit de bouw- en industrieel-technische richtingen is een belangrijke oorzaak van vele structurele knelpuntberoepen. Zo bedraagt het aandeel schoolverlaters uit het studiegebied bouw slechts 1,2 procent voor de derde graad tso en 4 procent voor de derde en vierde graad bso. Dat is veel te weinig in verhouding tot het aandeel van de bouwsector in de totale werkgelegenheid. Ook in de afstudeerrichting hout is er een geringe instroom, net als in koeling en warmte, nochtans een groeisector.
Goede kleuterjuf is goud waard Een goede kleuterjuf is 230.000 euro waard. Kinderen met sterke kleuteronderwijzers hebben immers veel meer kans om later naar de universiteit te gaan, te kunnen sparen voor hun pensioen en meer te verdienen. Bovendien lopen ze minder risico om alleenstaande ouder te worden. Dat blijkt uit het grootschalige Amerikaanse STAR-onderzoek waarbij 12.000 kinderen van in de kleuterklas tot hun dertigste werden gevolgd. “Voor de eerste keer is daarmee het verband tussen de kwaliteit van de leraar en het succes van hun leerlingen aangetoond”, stelt Lorin Parys, voorzitter van
6
• Klasse voor Leraren
Flanders DC, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. “Economisten hebben voor het eerst becijferd hoeveel economische waarde een goede kleuteronderwijzer creëert: een goede kleuterjuf is 230.000 euro waard. Dat is de actuele waarde die een volledige klas kleuters extra kan verdienen, gespreid over hun carrière, als ze het geluk hebben dat een goede kleuterjuf of -meester hen instrueert”, aldus Parys. Lees de volledige onderzoeksresultaten op www.klasse.be/leraren/ga/goud
Arabisch verplicht vak in Israël Arabisch wordt binnenkort een verplicht vak voor alle Israëlische leerlingen. Doel is de tolerantie te bevorderen en een ‘boodschap van aanvaarding’ te sturen naar de Arabische inwoners van het land. Tot nu toe was alleen het Hebreeuws een verplichte taal in Israëlische scholen, terwijl het Arabisch ook een officiële taal is. Het taalvak Arabisch wordt geleidelijk aan ingevoerd. Eerst leren kinderen vanaf tien jaar in 170 publieke scholen in het noorden van Israël de taal. Later breidt het programma uit naar de rest van het land.
69 miljoen
schoolplichtige kinderen wereldwijd krijgen geen kans om school te lopen. In geen enkel ander land ter wereld zijn de mogelijkheden om naar school te gaan zo slecht als in het door burgeroorlog verscheurde Somalië, gevolgd door het Caraïbische Haïti. Dat blijkt uit een rapport van de Global Campaign for Education, die meer dan honderd ngo’s omvat. Verder in de ‘top 10’ onder andere: Eritrea, Ethiopië, Tsjaad, Zimbabwe en Burkina Faso.
De sterren Nederlands voor Anderstaligen (ITNA). Daarmee moeten ze bewijzen dat ze het Nederlands voldoende beheersen om hogere studies aan te vatten.
★ Nederlandse diploma’s automatisch erkend
★ Rijbewijs op school voor alle zeventienjarigen
Voortaan kunnen ook alle jongeren die zeventien worden tijdens het eerste trimester van het lopende schooljaar en nog niet in het zesde jaar zitten de cursus ‘Rijbewijs op School’ volgen. Voordien was dat aanbod beperkt tot laatstejaars. ‘Rijbewijs op School’ stoomt jongeren op een professionele manier klaar voor het theoretische rijbewijs B. Het pakket bestaat uit acht lesuren. Voor het (d)bso en het buso zijn er extra uren. De inschrijvingen voor dit schooljaar zijn inmiddels afgesloten.
Er komt een officiële lijst van Nederlandse diploma’s die automatisch gelijkwaardig zijn met het Vlaamse equivalent. Dat is vooral belangrijk voor mensen die in Nederland hun diploma halen en in Vlaanderen willen werken. Dankzij de lijst moeten ze geen individuele aanvraag meer indienen voor een onderzoek naar de gelijkwaardigheid van hun diploma.
★ Fonds Beroepsziekten betaalt gezondheidstoezicht stagiairs
Stagebedrijven mogen opnieuw het gezondheidstoezicht overlaten aan de externe diensten voor preventie en bescherming van de onderwijsinstelling. Het Fonds voor Beroepsziekten draagt de kosten. De berichten over een mogelijke prefinanciering van het gezondheidstoezicht door scholen waren voorbarig.
★ Interuniversitaire taaltest Voortaan leggen anderstalige kandidaat-studenten aan alle Vlaamse universiteiten dezelfde taaltest Nederlands af: Interuniversitaire Taaltest
★ Ramen open, deur toe Dankzij het project ‘air@school’ kunnen secundaire scholen iets doen aan ongezonde lucht in de klas. Alle scholen krijgen een dvd met een kortfilm. De projectbox, gratis te ontlenen bij het Lokaal Gezondheidsoverleg (Logo), bevat een poster met raamcontract, een CO2-meter, raamstoppers, een ventilatiewekker en twee blikken frisse lucht en neusknijpers (voor noodgevallen). ‘air@school’ werd ontwikkeld door de projectgroep Milieu en Gezondheid op School. www.airatschool.be
Klasse voor Leraren •
7
HET NIEUWS
IN HET KORT
➜ Zes op de tien peuterklassen tellen op het eind van het schooljaar meer dan 25 leerlingen. Ook van de kleuterklassen heeft bijna een derde meer dan 25 kinderen. Dat berekende de Werkgroep Kleuterscholen Vlaanderen. Vóór 1 september 2012 komen er geen extra middelen, reageert minister Smet.
➜ Wie leraar wil worden in de Franse gemeenschap, zal binnenkort geen drie maar vijf jaar moeten studeren. Dat plan heeft onderwijsminister Marcourt aangekondigd. De extra jaren dienen voor bijkomende lessen en langere stages.
Afstromen of zittenblijven? Sociaal zwakkere leerlingen kiezen na een B-attest vaker voor een richting in een andere onderwijsvorm dan voor zittenblijven, wat hun kansen om verder te studeren aanzienlijk verkleint. De kans ooit een B-attest te krijgen, bedraagt voor kinderen met laagopgeleide ouders een op de drie, bij kinderen van wie beide ouders een diploma hoger onderwijs hebben, is dat slechts een op de vijf. Als leerlingen bij een B-attest de kans hebben om binnen dezelfde onderwijsvorm een andere studierichting te kiezen, speelt hun socio-economische status geen rol bij de keuze tussen zittenblijven of afstromen. Dat blijkt uit een studie van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. Leerlingen zijn meer geneigd tot zittenblijven in het tso en meer nog in het bso in vergelijking met het aso. Het B-attest vormt met andere woorden een elegante weg om het aso te verlaten zonder daarbij schoolvertraging op te lopen. Gemiddeld krijgt 6,5 procent van alle leerlingen aan het einde van het schooljaar een B-attest, maar dat gemiddelde verbergt grote verschillen tussen de leerjaren en onderwijsvormen. In het tweede jaar A-stroom krijgt gemiddeld 18 procent van de leerlingen een B-attest, in het eerste jaar is dat 11 procent.
➜ Minder dan 30 procent van de Vlaamse katholieke secundaire scholen geeft de leerlingen uitleg over sociale netwerksites. Zowat 40 procent van de scholen zegt wel richtlijnen te hebben rond het gebruik ervan op school. Dat blijkt uit een onderzoek van studenten informaticamanagement aan de Lessiushogeschool.
➜ Wiskunde is geen verschrikkelijk vak: bijna zeven op de tien aso-leerlingen doen graag wiskunde, bij bso- en tsoleerlingen is dat bijna vier op de tien. Wie niet graag wiskunde volgt, vindt het vak te moeilijk of te saai. Net als bij andere vakken maakt vooral de leraar het verschil met de werkvormen en leermiddelen die hij gebruikt en door zijn persoonlijke stijl. Dat stelt Ellen Robberechts vast in haar eindwerk (HUB).
8
• Klasse voor Leraren
Hoogbegaafd ≠ succesrijk Slechts 3 procent van extreem begaafde mensen benut zijn talent tot het uiterste. Dat stelt de Britse professor Freeman. Ze volgde gedurende 35 jaar extreem begaafde kinderen die uitblonken in wiskunde, muziek of kunst. Bij de meesten ging hun potentieel verloren. Sommige kinderen misten hun kindertijd doordat hun ouders hen te veel onder druk zetten of doordat ze gescheiden raakten van leeftijdgenoten. Anderen zijn allrounders: ze zijn begaafd op veel vlakken, wat kiezen moeilijk maakt. “Hoogbegaafden zijn normale mensen, maar ze krijgen te maken met onrealistische verwachtingen. Ouders en leraren voelen zich bedreigd en reageren vaak door ze te onderdrukken”, aldus Freeman. “Hoogbegaafden hebben mogelijkheden om hun potentieel te ontwikkelen en emotionele steun nodig. En een echte kindertijd met plezier en creativiteit. Dat is de basis van alles.”
Special: hoger onderwijs Studiekeuze bepaalt loonsverhoging Studenten die in hun latere carrière op een stelselmatige loonsverhoging hopen, kiezen maar beter niet voor farmacie of architectuur. Hoewel apothekers of architecten een hoog startersloon krijgen, stijgt hun loon later nog nauwelijks. Dat ligt anders voor ingenieurs en economisten: zij kunnen wel op een fikse loonsverhoging rekenen. Dat is de conclusie van een studie aan de K.U.Leuven die het effect van de studierichting op het loon onder de loep neemt. De algemeen aanvaarde regel ‘hoe langer je werkt, hoe meer je verdient’ blijkt niet voor iedereen te gelden. Slaagkansen eerstejaars voorspelbaar De helft van de eerstejaars aan de universiteit zal zakken. Hun slaagkansen zijn voorspelbaar en variëren naargelang de vooropleiding: 12 procent voor beroepsonderwijs tot 75 procent voor Grieks-Wiskunde. Dat stelt een studie van Vives (K.U.Leuven). De economen van Vives bekeken de slaagcijfers van de 73.600 jongeren die in 2001-2007 startten aan de universiteit. Slechts 49,8 procent slaagde in het eerste jaar (van 41,8 procent in archeologie tot 57,2 in farmacie). Eén richting wijkt af: geneeskunde heeft een slaagcijfer van 87,2 procent. Het is de enige richting met een toelatingsexamen. De onderzoekers bevelen daarom een vorm van selectie aan. Onderwijsminister Smet is geen voorstander van een ‘hakbijltest’. Wel is hij bereid om te praten over een brede oriëntatieproef, als onderdeel van een ruimer pakket rond studiekeuze. Studenten slikken steeds meer pepmiddelen Het aantal studenten dat naar geneesmiddelen grijpt om hun universitaire studies door te raken, is de voorbije jaren sterk gestegen. Bijna een op de veertien kan niet meer zonder een kalmeerpilletje, zeker niet tijdens de examens. Dat blijkt uit een onderzoek uit 2009 van de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Gent. In 2008 gebruikte 6,6 procent van de studenten kalmerende middelen. Meer dan de helft van de gebruikers gaf toe tijdens de blok- en examenperiode minstens wekelijks een slaap- of kalmeerpil-
letje te pakken. Vier jaar eerder, in 2005, deed de UA alleen een gelijkaardig onderzoek. Toen gaf 5,8 procent van de studenten toe een rustgevend medicijn nodig te hebben om het academiejaar door te komen. Ook pepmiddelen zijn in opmars. Bij het onderzoek anno 2005 antwoordde 2,9 procent positief op de vraag of ze wel eens iets stimulerends slikten. In de nieuwe studie is dat 4,3 procent. Meer dan de helft van die groep zegt in januari en juni, wanneer de examens bezig zijn, dagelijks iets in te nemen.
Méér onderwijsnieuws? Elke woensdag kant-en-klaar in je mailbox.
Ben je leraar, CLB-medewerker, opvoeder ...? Abonneer je op de nieuwsbrief van LERARENDIRECT of lees het nieuws op www.lerarendirect.be.
Ben je directeur of secretariaatsmedewerker? Abonneer je op de nieuwsbrief van SCHOOLDIRECT of lees het nieuws op www.schooldirect.be.
Klasse voor Leraren •
9