SMB492NL+Chemise
15/04/10
12:35
Page 1
Cr u
is Zie epa Co gi ng na r 12 es
Het Medisch Weekblad
Weekblad Voorbehouden Aan Het Medisch Corps nr. 492 | 15 April 2010 | Afgiftekantoor Brussel x – P605277
EDITORIAAL
DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE
Belang van in-vitrodiagnostiek
❰ Sky is the limit
nlangs is een parlementaire dag gewijd aan de rol van de klinische biologie in de gezondheidszorg van morgen. Dit gebeurde onder de auspicien van de Kamercommissie Volksgezondheid, op initiatief van een groep bedrijven actief in de sector van de in-vitrodiagnostiek en in samenwerking met Unamec. Voor Unamec was het nodig om een aantal belangrijke vragen te beantwoorden. Kan de klinische biologie een meerwaarde betekenen om in de wereld van morgen betaalbare gezondheidszorg te waarborgen ? Kan de klinische biologie bijdragen tot een betere levenskwaliteit van de patiënt ? Welke rol is weggelegd voor de klinische biologie in het toekomstige systeem van de zorgpaden ? De gezondheidszorg in het algemeen, maar de klinische biologie en de sector van
de diagnostiek nog meer uitgesproken, worden dikwijls louter beschouwd in termen van kosten en uitgaven die men absoluut moet drukken. Hun aanzienlijke bijdrage tot de gezondheid en tot de economie in het algemeen wordt doorgaans verzwegen. De studiedag werd geleid door Luc Goutry, sinds jaren één van de meest actieve leden van de Kamercommissie Volksgezondheid en Sociale Zaken. De leiding en kaderleden van Unamec en onafhankelijke deskundigen kregen de kans om hun visie op de toekomstperspectieven uiteen te zetten. De ontwikkeling van deze bijzonder innoverende sector opent immers steeds meer boeiende toekomstmogelijkheden, die op zijn minst het idee van "The sky is the limit" oproepen.
BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA VZW
congres
’010
"PRAKTISCHE BENADE RING VAN DE HARTPATIËNT IN DE HUISARTSENPRA KTIJK"
2 GENEESKUNDE
Seksualiteit na een cardiaal accident : stop of ga verder ?
❰
Het optreden van een hartprobleem heeft een ingrijpende emotionele weerslag en verstoort de patiënten en hun omgeving in hun normaal functioneren. De seksualiteit van de patiënten ontsnapt niet aan deze belangrijke reflectie.
6
Dr. Maurice Einhorn ❰
"Dermatologie in de Huisartsenpraktijk"
GENEESKUNDE
Veel vragen en enkele antwoorden Gent 12/06/2010
Antwerpen 02/10/2010
08/05/2010 HOTEL CONRAD BRUS SELS
Zie pagina 9
❰
❰
Het Cleveland Clinic Journal of Medicine heeft onlangs een interessante update gepubliceerd over acute coronaire syndromen van het NSTEMI-type en coronaire angioplastiek.
8
Zie pagina 5
Het Medisch Weekblad nr. 492 – 15 April 2010
O
In-vitrodiagnostiek is een uiterst vertrouwd hulpmiddel voor de artsen en de patiënten. In die mate dat we het als vanzelfsprekend beschouwen, zonder ons al te veel vragen te stellen over de aanzienlijke inspanningen die vereist zijn om de technieken uit te werken.
®
molsidomine
1
SMB492NL+Chemise
15/04/10
12:35
Page 2
INHOUD DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE
❰ Belang van in-vitrodiagnostiek ❰ Het laboratorium voor klinische biologie, een echte meerwaarde
❰ Zorgtraject diabetes
DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE
❰ Belang van in-vitrodiagnostiek 2 4
❰ De gezondheidszorg van morgen staat voor de deur
4
GENEESKUNDE
❰ Seksualiteit na een cardiaal accident : stop of ga verder ?
6
❰ Veel vragen en enkele antwoorden 8 ❰ De ‘Conseil des Femmes Francophones de Belgique’ (Raad van Franstalige vrouwen van België) heeft een wetenschappelijk dossier gepubliceerd over het thema 10 ‘Vrouwen en Pijn’
In-vitrodiagnostiek is een uiterst vertrouwd hulpmiddel voor de artsen en de patiënten. In die mate dat we het als vanzelfsprekend beschouwen, zonder ons al te veel vragen te stellen over de aanzienlijke inspanningen die vereist zijn om de technieken uit te werken.
D
e farmaceutische sector mag dan dikwijls het doelwit zijn van al te onrechtvaardige en simplistische aanvallen, het geneesmiddel als product wordt wel in ruime mate op prijs gesteld en gewaardeerd. De in-vitrodiagnostica echter worden veeleer beschouwd als vanzelfsprekende verworvenheden waarvan
PRIIS
❰ Hypertension Young Investigator 8
Award 2010 BOEKEN
❰ Blauwgeaderde meisjesknie
11
❰ De genetische jackpot
11
Wouter Peperstraete
Het Medisch Weekblad Wekelijks tijdschrift voorbehouden aan het medisch corps ❰ Verantwoordelijk uitgever Marie-Kristin de Rochelée
❰ Publicitair secretariaat Wendy Dewolf
[email protected] ❰ Hoofdredacteur Dr. Maurice Einhorn
[email protected] ❰ Redactie Véronique Van Sint Jan ❰ Infografie Bruno Fobe ❰ Commercieel Directeur Kristof Cannoot ❰ Commercieel contact Marie-Kristin de Rochelée Kristof Cannoot Isabelle Gobert Lise Dehouwer
❰ Geassocieerde redacteurs Els De Vuyst Dr. Jean-Pierre Fichefet Thierry Guffens Nicolas Guggenbühl Dr. Christine Herinckx Guido Kindt Philippe Lambert Dr. Véronique Lambert Dr. Jean-Claude Lemaire Kathy Mathys Dr. Philippe Mauclet Dr. Ivo Nagels Nicolas Rousseau Dr. Van der Stichele Johan Waelkens Diffu-Sciences MediaScoop
[email protected] Het Medisch Weekblad is een publicatie van Medipress Services ❰ Afgevaardigd Beheerder Marie-Kristin de Rochelée Medipress Services Chaussée de Louvain 426 – 1380 Ohain-Lasne Tel. : 02/352.07.80 – Fax : 02/354.59.17 Oplage : 14 000 exemplaren De auteurs zijn verantwoordelijk voor de artikels en meningen die gepubliceerd worden. Alle rechten voorbehouden, inclusief vertaling (voor alle landen). Nederlandse en Franse Uitgaven
men verre van de innoverende geest inziet. Evenmin als de inspanningen in onderzoek en ontwikkeling en het dagdagelijkse werk dat zij verbergen. Volgens Wouter Peperstraete (Unamec) spelen zij nochtans een volkomen essentiële rol in verschillende stadia van de gezondheidszorg : van de algemene preventie tot de erfelijke ziekten, via de diagnosestelling, de bepaling van de optimale
behandeling en haar follow-up. De industrie van de in-vitrodiagnostiek (IVD) stelt in België ongeveer 3.200 personen tewerk in 70 bedrijven, waarvan bijna twee derde KMO's.
Van de foetus tot het overlijden In-vitrodiagnostiek speelt een essentiële en toenemende rol doorheen het hele spectrum van de medische specialismen en activiteiten. Maar ook in alle stadia van het leven en zelfs erbuiten. IVD kan immers reeds vóór de geboorte gebeuren met de prenatale opsporing, en ook na het levenseinde met de postmortale diagnostiek. Aan het ene levensuiteinde, dat de geboorte voorafgaat en nu zelfs de bevruchting, zien wij onder meer de opvolging van de hele in-vitrofertilisatie en meer klassiek de prenatale opsporing en de follow-up van de moeder tijdens de zwangerschap. Het snel toenemende belang van IVD in het neonatale stadium hoeft nauwelijks benadrukt, voor de opsporing van metabole en genetische aandoeningen, voor het nader onderzoek van vertraagde groei en geestelijke achterstand. Alle omstandigheden opnoemen waarbij we later, in de loop van het leven, een beroep doen op IVD, zou al te veel tijd in beslag nemen. IVD is in alle stadia aanwezig, zowel bij acute ziekten, zoals infecties (diagnose en keuze van de optimale behandeling), als bij chronische aandoeningen. Door de steeds zwaarder wegende last van de chronische aandoeningen, tegelijk te wijten aan de vergrijzing van de bevolking en aan een toenemend aantal patiënten dat met een zekere mate van handicap ziekten overleeft die vroeger zonder uitzondering dodelijk waren, neemt IVD een steeds meer essentiële plaats in. Vandaag
steunt 60 tot 70 % van alle medische beslissingen op de resultaten van diagnostische tests. Daartegenover staat dat amper 4 tot 6 % van het budget van volksgezondheid aan diagnostische tests wordt besteed. En dan nog terwijl net dit gedeelte van de uitgaven dikwijls het voorwerp is van polemieken en discussies.
Huidige trends Vanuit louter technisch standpunt evolueert alles bijzonder snel en doortastend. Het aantal biomarkers dat op een aantal uiteenlopende aandoeningen wijst, neemt gestaag toe. Zij helpen de diagnose voortdurend verfijnen. En dit alles draagt bij tot de ontwikkeling van de geïndividualiseerde geneeskunde, afgestemd op de patiënt, waarvan wij weten dat zij de geneeskunde van morgen wordt. Onder meer dankzij de verfijnde opsporing van de individuele predispositie tot bepaalde aandoeningen. Deze evolutie van de kennis en de technische vooruitgang werpt de cruciale vraag op hoe de patiënten daar in de praktijk optimaal baat bij kunnen vinden. Ons zorgsysteem zal uiteraard geleidelijk rekening moeten houden met deze evolutie, onder meer in de nomenclatuur. Ze zal door de talrijke structuren en beslissingsorganen van het systeem bekrachtigd moeten worden. De industrie die Unamec in België vertegenwoordigt vraagt uiteraard om als een partner te worden beschouwd in dit proces dat onvermijdelijk op gang zal komen. Net als de geneesmiddelenindustrie dat herhaaldelijk maar met wisselend succes doet. M.E. ❰
❰ Het laboratorium voor klinische biologie, een echte meerwaarde Professor Pierre Wallemacq (Cliniques Universitaires Saint-Luc) stipt aan dat de klinische biologie betrokken is bij meer dan 70 % van de medische diagnoses en follow-ups.
Twee rechtstreekse gevolgen van de groeiende budgettaire druk, met afnemende sociale bescherming en een trend
D
e klinische biologie is het hulpmiddel bij uitstek dat routinematig in de dagelijks geneeskunde wordt gebruikt. Dit geldt zowel voor de zorginstellingen aan de top als voor de dagdagelijkse geneeskunde. Ze blijft echter niet op haar lauweren rusten, verre van. Sinds het begin van deze eeuw werd in de sector aanzienlijke vooruitgang geboekt. Informatica en biotechnologie, nieuwe biologische markers gaan alle met reuzenschreden vooruit. De omvang van deze vooruitgang kadert in de voortdurend toenemende levensverwachting. "In die mate", merkt Prof. Wallemacq op, "dat er een wezenlijke kloof bestaat tussen wat technisch haalbaar is of zal worden en de beschikbare financiële middelen."
Prof. Pierre Wallemacq
tot de invoering van budgettaire enveloppen, zijn het bereiken van een steeds grotere efficiëntie en de eis om aan een toenemend aantal kwaliteitscriteria te voldoen. Een eerste concreet gevolg is het verdwijnen van een groot aantal kleine
laboratoria of hun versmelting in grotere gehelen. Wij zijn geëvolueerd van 600 naar 200 laboratoria (in augustus 2009). Voor Pierre Wallemacq is dit een kans. Het zet immers aan tot de herziening van zowel de organisatie als de rol van de laboratoriumgeneeskunde. Deze herziening is zeker niet louter formeel of cosmetisch. Het concept zelf van de laboratoriumtest wordt op losse schroeven gezet : is het een industrieel product dat men in een soort megalabs zou moeten uitbesteden, eventueel zelfs buiten de landsgrenzen ? Of is het een uitsluitend en specifiek medisch te benaderen onderwerp ? Moeten de laboratoria beperkt blijven tot de ziekenhuizen of ook privé blijven bestaan ? Wat is de rol en het profiel van de toekomstige biologen (technici, ingenieurs, academici…) ? Moeten we de wijze herzien waarop artsen analyses voorschrijven ? Of waarop de gezondheidsautoriteiten de werking van de laboratoria financieren ? Met inbegrip van de invoering van nieuwe technologieën en de R&D-activiteit ?
SMB492NL+Chemise
15/04/10
12:35
Page 3
DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE
Het tijdperk van de megaen zelfs gigalabs Het eerste voorstel is ontsproten aan één van de tegengestelde visies over de problematiek. Het gaat uit van de benadering van analyselaboratoria zoals elk ander bedrijf. Deze visie veronderstelt laboratoria a minima in elk ziekenhuis, waarbij de niet-dringende analyses in onderaanbesteding aan een uiterst beperkt aantal megalabs worden toevertrouwd, bijvoorbeeld één per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel). Sommige zeer gespecialiseerde tests zouden zelfs naar buitenlandse labs kunnen gaan. Deze labs werken 24 u per dag, in drie shifts, met frequente ophaalrondes voor de stalen, een BELAC-accreditering voor alle analyses en maximaal betrouwbare resultaten. Met bovendien beveiligde websites en de mogelijkheid om online analyses aan te vragen en ‘intelligente’ callcenters. Evident voordeel van deze industriële benadering is een onvermijdelijke daling van de kostprijs per analyse. Zij zou echter ook gepaard gaan met een aantal even duidelijke nadelen en risico's. Bijvoorbeeld een kritieke en onomkeerbare afstandneming ten opzichte van de clinici, uitgesproken risico's van pre- en postanalytische fouten (slechte buisjes, verkeerde volumes, interpretatiefouten…). Voorts ook een toegenomen afhankelijkheid van de grote bedrijven in de sector, een uitgesproken tendens om meer de nadruk te leggen op commerciële imperatieven. Verder bestaat ook het risico van verschuiving van de hele activiteit naar de DTC (direct to consumer, met een minimale en zelfs afgeschafte rol van de clinicus in de hele procedure). Daaruit volgt contactverlies met de arts en het risico van overmatig voorschrijven als compensatie voor het contactverlies. Het voorschrijfgedrag dat men sinds jaren probeert te verbeteren, zou in het beste geval niet veranderen of zelfs opnieuw verslechteren. "Dit voorstel zou een tijdelijke oplossing opleveren, maar geen structurele oplossing en is niet vrij van risico's", besluit Pierre Wallemacq.
mie (en van de spreker). Het gaat uit van een totaal andere filosofie, de evidence-based medicine (EBM, geneeskunde op grond van bewijzen). Deze visie beschouwt de analyses in de klinische biologie als een specifiek medische materie. Verre van tevreden te zijn met een status-quo, wil zij vooruitlopen op de onvermijdelijke veranderingen in de sector
door de laboratoria te reorganiseren in de zin van een meer doorgevoerde integratie, met meer tests, maar op minder plaatsen, met minder instrumenten en door een beroep te doen op een alsmaar meer diepgaande automatisering in een ‘papierloze’ omgeving. Dit zou gepaard gaan met de invoering van nieuwe bevoegdheden voor de biologen, meer
toegespitst op de klinische aspecten, hun betrokkenheid bij de ontwikkeling en de beoordeling van nieuwe tests, met meer nadruk op de diagnose dan op de analytische kenmerken. Er worden steviger partnerschappen uitgebouwd met de industrie en een meer doorgevoerde dienstverlening door consultancy voor de clinici (interpretatie van complexe
tests, luisteren naar de behoeftes van de clinici, hulp bij de keus van aan te vragen tests…). Voor Prof. Wallemacq is de dubbele rol van de klinisch bioloog, namelijk de relatie met de clinici enerzijds en de waarborg over de resultaten anderzijds, steeds moeilijker uitvoerbaar. Daarom stelt hij voor dit laatste gedeelte de tussen-
Het Medisch Weekblad nr. 492 – 15 April 2010
Prof. Wallemacq schuift twee verschillende voorstellen naar voren die de ronde doen en die vrij verschillende visies van de noodzakelijke evolutie op dit gebied weergeven.
Fundamentele reorganisatie steunend op EBM Het tweede voorstel(1,2,3) geniet de voorkeur van de Belgische Vereniging voor Klinische Che-
3
SMB492NL+Chemise
15/04/10
12:35
Page 4
DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE komst van personen voor die dichter staan bij de rol van ingenieur. Met daarbovenop een specifiek statuut om de operationele verantwoordelijkheden in de klinische biologie op te nemen. De versterkte rol van de biologen als medisch consulenten zou overigens gepaard moeten gaan met een wijziging van de traditionele manier om analyses voor te schrijven volgens gestandaardiseerde protocollen. Er is overigens een openlijk debat nodig over de financieringswijze zelf van de laboratoria voor klinische biolo-
gie. Om de komende evolutie van de geneeskunde te volgen, is het bovendien onmisbaar om de doeltreffendheid van nieuwe markers of nieuwe benaderingen voor de diagnose permanent te beoordelen. En wel op grond van studies, wat overigens het probleem van hun financiering opwerpt. De klinisch bioloog zou alleszins in de toekomst geen vrede mogen nemen met louter het leveren van cijfermatige gegevens. Hij zou ook in staat moeten zijn om pertinente aanbevelingen te formuleren op grond van die cijfers. De
vraag is vandaag niet of deze wijzigingen zullen gebeuren, maar veeleer wanneer zij ingang zullen vinden. Belangrijk is dus om erop te anticiperen. We moeten voortaan ijveren voor een echte laboratoriumgeneeskunde (naar de Amerikaanse term) met structurele en diepgaande veranderingen, veeleer dan telkens afzonderlijk maatregelen te treffen. Dit alles uiteraard in overleg met de clinici en de bevoegde volksgezondheidsautoriteiten. Pierre Wallemacq vat deze evolutie als volgt samen : "Er is dringend behoefte aan een diepgaande
analyse van de bestaande toestand. Om de meest geschikte strategie uit te werken, teneinde zowel de doelstellingen van economische efficiëntie op lange termijn als die van medische veiligheid te bereiken."
dialyse om de 60 minuten en een nieuw geval van blindheid om de 90 minuten. De prevalentie van de ziekte bedroeg voor eigenlijke diabetes en glucose-intolerantie samen 18 % voor heel Europa in 2003. Dit percentage zou tegen 2025 tot 20 % oplopen, één persoon op 5 dus! Een hogere prevalentie dan in de meeste andere werelddelen, Noord-Amerika inbegrepen, gewoon omdat de Europese bevolking de oudste wereldwijd is, en alleszins ouder dan die van de Verenigde Staten. In de meeste staten van de V.S. overschrijdt de prevalentie momenteel ruim 5 % en in een aantal zuidelijke en zuidoostelijke staten zelfs al 9 %. In België is meer dan een half miljoen mensen getroffen door diabetes. Samen met nierinsufficiëntie was diabetes bij ons het voorwerp van een echt pilotexperiment, namelijk de zorgtrajecten. Die kwamen bovenop
een ander uitgewerkt systeem, de diabetesconventies. Ongeacht de behandelingsmodaliteiten is de biochemische follow-up uiteraard doorslaggevend voor een kwaliteitsvolle opvolging van de ziekte, onder meer om het globale risico te verlagen. De registratie van de gegevens van 455 door hun huisarts gevolgde patiënten heeft in Aalst aangetoond dat bij 79 % onder hen tijdens de follow-upperiode ten minste één HbA1c-bepaling werd uitgevoerd, bij 72 % een lipidenbepaling, bij 75 % een meting van hun creatininespiegel en bij 25 % van de microalbuminurie (naast bloeddrukmeting bij 87 %, oogonderzoek bij 23 %, voetonderzoek bij 29 % van de patiënten, maar slechts bij 5 % een raadpleging bij een diëtist(e)).
M.E. ❰
(1) Langlois M et Wallemacq P. Clin Chem Lab Med. 2009 ; 47 : 195 (2) Bossuyt X et al. Clin Chem. 2007 ; 53 : 1730 (3) Plebani N et al. Clin Chem. 2007 ; 53 : 1873
❰ Zorgtraject diabetes Het begrip zorgtraject klinkt vandaag iedereen vertrouwd in de oren. Net als één van de twee eerste toepassingen ervan, namelijk met betrekking tot diabetes mellitus. Dr. Frank Nobels (OLV Aalst) heeft tijdens de studiedag in het Parlement de draagwijdte van deze aandoening breedvoerig besproken. In deze ziekte speelt de klinische biologie uiteraard een essentiële rol bij de follow-up.
stand te belichten. In Duitsland alleen al bijvoorbeeld veroorzaken de complicaties van diabetes een CVA om de 12
H
et hoeft nauwelijks gezegd dat de huidige epidemie van type 2-diabetes heel wat zorgen baart in onze industriële samenleving, en overigens ook steeds meer in de ontwikkelingslanden. In die mate zelfs dat de ziekte, vroeger ook diabetes op rijpere leeftijd genoemd, alsmaar vaker ook bij adolescenten en zelfs bij kinderen wordt vastgesteld. Enkele cijfers om de toe-
Dr. Frank Nobels
minuten, een hartinfarct om de 19 minuten, een amputatie om de 19 minuten, een nieuwe opname voor
M.E. ❰
❰ De gezondheidszorg van morgen staat voor de deur De technologische mogelijkheden in de gezondheidszorg evolueren razendsnel. Zich kunnen aanpassen aan de echte revolutie die zich vandaag aftekent, is dus de boodschap.
E
en nieuwe visie is noodzakelijk, het volstaat niet om zich op één enkel budget vast te pinnen om de oplossingen van de toekomst te scheppen, stelt Rob Geeraerdts (Unamec). Hij citeert de
Rob Geraerdts
studie van het Itinera Institute ‘The future of healthcare in Belgium : diagnosis and therapies 2008’. Een andere studie van PricewaterhouseCoopers, gepubliceerd in 2009 onder de titel ‘Pharma
HMW
4
Over Unamec De groep van bedrijven actief in de sector van de in-vitrodiagnostiek maakte vroeger deel uit van pharma.be (voormalige AVGI), de vereniging die de innoverende farmaceutische bedrijven in België groepeert. Gezien het specifieke karakter van de activiteiten, die uiteindelijk erg verschillend zijn van deze van de geneesmiddelenproducenten hoewel perfect complementair, werd begin 2008 beslist om pharma.be te verlaten en zich aan te sluiten bij Unamec. De site(*) van de vereniging preciseert : "UNAMEC is de erkende beroepsvereniging van de ondernemingen die medische hulpmiddelen produceren, invoeren en/of verdelen." Medische hulpmiddelen zijn wettelijk bepaald als "alle producten en uitrustingen die onder het toepassingsgebied vallen van de Europese richtlijnen ‘Medische Hulpmiddelen’ (93/42/EEG) en ‘Actief implanteerbare medische hulpmiddelen’ (90/385/CEE). Het gaat dus om een heel ruim werkgebied, dat zowel disposables en implantaten dekt als (al dan niet elektrische) uitrustingsgoederen : van verbandstoffen tot pacemakers, van spuiten en naalden tot anesthesieinstallaties." "Hiermee ligt UNAMEC transversaal tegenover de klassieke beroepsorganisaties. De medische hulpmiddelen komen namelijk voort uit de chemie, de metaal- of papierverwerking, de textiel, enz. UNAMEC heeft geenszins de bedoeling de beroepsorganisaties uit deze sectoren in hun traditionele taken (zoals die van de sociale relaties en de CAO's…) te vervangen : haar taak spitst zich toe op de specifiek medische aspecten, daar waar reglementaire bepalingen of markttoestanden een gemeenschappelijk belang tussen haar leden doen ontstaan." (*) www.unamec.be
SMB492NL+Chemise
15/04/10
12:35
Page 5
DOSSIER KLINISCHE BIOLOGIE met de opsporing, de voorspelling van de vermoedelijke evolutie van de ziekte, de voorspelling van de vermoedelijke respons op de geneesmiddelen en ten slotte het toezicht op en de preventie van recidieven. Deze evolutie van de mogelijkheden in de geneeskunde vereist uiteraard een diepgaande mentaliteitsverandering bij alle actoren, van de besluitvorming
en het beheer van het zorgsysteem tot de patiënt zelf. Ter afronding benadrukt Rob Geraerdts dat "er structurele oplossingen gevonden moeten worden om de technologische vooruitgang in de IVD-sector snel en adequaat tot aan het bed van de patiënt te brengen. Uiteraard pas wanneer die vorderingen hun meerwaarde bewezen hebben in de gezond-
Gent 12/06/2010
(1) http://www.socalbio.org/pdfs/thevalueof diagnostics.pdf
Antwerpen 02/10/2010
Wij maken er een erezaak van dat elke uiteenzetting de verwachtingen van de huisarts op het vlak van praktijkgerichtheid, patiëntbenadering en therapeutische aanpak perfect zou invullen.
Interactieve en harmonieuze benadering Het programma is gelijk voor de 3 vergaderingen. Zo kunnen wij aan meer sprekers het woord geven en op die manier de eigen stromingen, culturen en gewoonten van onze universiteiten bewaren. Er is ruimschoots plaats voor vragen en antwoorden om de harmonie en de interactiviteit tussen deelnemers en sprekers te waarborgen.
Praktische informatie Brussel : 27/03/2010 MCE Conference Waterleidingstraat 118 1050 Brussel Gent : 12/06/2010 Monasterium PoortAckere Oude Houtlei 56 9000 Gent Antwerpen : 02/10/2010 Hotel Radisson Blu Astrid Astridplein 7 3000 Antwerpen
Inschrijving
Een aanlokkelijk programma, uitmuntende sprekers
Wetenschappelijke Comité : M. de la Brassinne (CHU Lg )- D. Roseeuw (VUB )
Het is de bedoeling dat deze congressen in hun programma alleen onderwerpen opnemen die relevant zijn voor de klinische situaties en aandoeningen waarmee de huisarts geregeld geconfronteerd wordt. Het wetenschappelijk comité wenst het woord te geven aan de meest vooraanstaande personen in hun domein, zowel voor hun wetenschappelijk niveau als hun pedagogisch talent.
Deelnemers : H. Beele (U Gent) - A. DeConinck (VUB) - O. Aerts (UZA) M. Flour (KUL) - Jo Lambert (U Gent) - J. Lambert (UZA) K. Ongenae (KUL) - R. Roelandts (KUL) - S. Segaert (KUL) B. Bouffioux (UCL) - V. del Marmol (ULB) - J. De Maubeuge (ULB) P. D.Ghislain (UCL) - A. Nikkels (ULG) - D. Tennstedt (UCL)
De inschrijvingskosten (€30) dienen gestort te worden Op de rekening van Medipress Services 732-0118802-28 met de mededeling "Naam + Dermatologie 2010 " Ter plaats : €50
Info Medipress Services SA/NV Chaussée de Louvain, 426 – 1380 Ohain Tel : 0032 (0)2 352 07 80 – Fax : 0032 (0)2 354 59 17 e-mail :
[email protected]
10.00 – 10.30
Psoriasis
S. Segaert (KUL)
S. Segaert (KUL)
R. Roelandts (KUL)
10.30 – 11.00
Pause
11.00 – 11.30
Behandeling van veneuse ulcera : een moderne aanpak Satellite symposium Flen Pharma
11.30 – 12.00
Wonden en cicatrisatie
H. Beele (UGent)
H. Beele (U Gent)
M. Flour (KUL)
12.00 – 12.30
Systeemziekten
A. De Coninck (VUB)
Jo. Lambert (U Gent)
Jo. Lambert (U Gent)
12.30 – 12.45
Conclusie
12.45
Lunch
Accreditering is gevraagd
Op te sturen naar : Medipress Services
Fax : 02/354.59.17
5
Het Medisch Weekblad nr. 492 – 15 April 2010
D. Roseeuw (VUB)
Ik zal de som van € 30 op het rekeningnummer 732-0118802-28 van Medipress Services storten met de mededeling : Naam + Dermato Congres van __________________________________
K. Ongenae (U Gent)
D. Roseeuw (VUB)
Antwerpen : 02/10/2010
Tumoren
09.30 – 10.00
Gent : 12/06/2010
J. Lambert (UZA )
J. Lambert (UZA)
Brussel : 27/03/2010
O. Aerts (UZA)
Eczemen
Zal deelnemen aan het Congres in
09.00 – 09.30
Fax : ____________________________________
Welkom – Inschrijving
________________________________________
08.45 – 09.00
///
Antwerpen 02/10/2010
Riziv :
Gent 12/06/2010
Tel : ____________________________________
Brussel 27/03/2010
Adres : __________________________________
Organiserend comité : Prof. M. de la Brassinne (Luik) en D. Roseeuw (V.U.B.)
Inschrijving formulier
Wetenschappelijk programma
Voornaam : ______________________________
De geneeskunde van morgen zal bestaan uit op de patiënt afgestemde zorg, ook op het vlak van de behandelingen, geneesmiddelen inbegrepen. Immers, niet alle patiënten reageren op dezelfde manier op éénzelfde farmacon, integendeel. Moleculaire diagnostica zouden het mogelijk moeten maken om, rekening houdend met bepaalde biologische markers, verschillende patiëntengroepen te identificeren die op een specifieke manier behandeld kunnen worden. Technieken voor in-vitrodiagnostiek zullen een beslissende rol spelen in verschillende ziektestadia. Te beginnen
M.E. ❰
E-mail : __________________________________
Deze symposia verzamelen specialisten die in een privépraktijk, in een ziekenhuis of in één van de Belgische universitaire centra werken. Eén van haar kerntaken is de continue vorming in dermatologie en venerologie. Het was dus logisch om deze roeping uit te breiden naar de huisartsen in hun hoedanigheid van partners in de dagelijkse praktijk. Om de opleiding toegankelijker te maken, hebben wij de plaatsen van de vergaderingen zoveel mogelijk willen spreiden. Zo zullen de Nederlandstalige vergaderingen te Antwerpen, Gent en Brussel plaatsvinden, de Franstalige te Charleroi, Luik en Brussel.
Volledig op de patiënt afgestemde zorg
dient bepaald hoe de industrie een echte partner kan worden in de ontwikkeling van een goed presterend en betaalbaar zorgstelsel."
"Dermatologie in de Huisartsenpraktijk" Brussel 27/03/2010
enigde Staten aan de basis lag van minder dan 5 % van de ziekenhuisuitgaven en amper 1,6 % van de uitgaven van Medicare (Amerikaans systeem van sociale zekerheid voor 65-plussers). Terwijl de resultaten van deze analyses tot 60 à 70 % van de beslissingen betreffende verzorging beïnvloeden.
heidseconomie. Voorts dient de huidige reglementering in dit verband aangepast te worden om snel en correct te reageren op de introductie van nieuwe IVD-technieken. We moeten ook zorgstructuren uitwerken die de meerwaarde van de technologische innovatie en de medische kennis maximaal combineren in de benadering van de patiënt. Bovendien
Naam : __________________________________
2020, The Vision, which path will you take ?’, schetst eveneens een globaal toekomstbeeld in dit domein. Met een verschuiving van het zwaartepunt van curatief naar preventief en een nieuwe rol voor de geneesmiddelenbedrijven die volledige pakketten voor de gezondheidszorg zullen aanleveren, in nauwe samenwerking met de regulerende overheid en de zorgverleners. Een studie(1) van de Lewin Group, gewijd aan de diagnostiek, onderstreepte in 2005 al dat deze sector in de Ver-