Het Florence Nightingale Instituut Beleidsplan 2013-2015
Inleiding
De Stichting Florence Nightingale Instituut (afgekort als FNI) is opgericht als Nationaal Museum Verpleging en Verzorging op 20 oktober 1993. In 2007 is de naam statutair gewijzigd in Florence Nightingale Instituut. De naam van de stichting verwijst naar Florence Nightingale (1820-1910), de Engelse verpleegster, die algemeen wordt beschouwd als grondlegster van het
verpleegkundig beroep.
Doel van de stichting
Het FNI heeft tot doel historische kennis over de geschiedenis van de verpleging en verzorging in te zetten voor de bewust-
wording en beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden. Dit gebeurt vooral door educatie en onderwijs. Het FNI is
voor Nederland de beheerder en onderzoeker van de verpleegkundige geschiedenis. Zonder het instituut is er geen partij die de aandacht voor die geschiedenis coördineert en resultaten bundelt en ter beschikking stelt van de gemeenschap en raakt die geschiedenis versplinterd. Zonder het FNI is de geschiedenis van het verpleegkundig beroep ook niet meer centraal
toegankelijk en bruikbaar voor maatschappelijke doeleinden, zoals (wetenschappelijk) onderzoek en educatie van nieuwe generaties verpleegkundigen en verzorgenden. De Stichting heeft geen winstoogmerk.
Uitgangspunten en beginselen
De kracht van het Florence Nightingale Instituut is dat het de geschiedenis van het verpleegkundig beroep benaderbaar en op maat bruikbaar maakt:
• Studenten en onderzoekers kunnen bij het FNI de geschiedenis van het verpleegkundig beroep onderzoeken
• Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van het beroep versterkt bij werkzame verpleegkundigen en verzorgenden en
zij die daarvoor in opleiding zijn, het zelfbewustzijn als professional en helpt hen te reflecteren op en zich te ontwikkelen in
hun functioneren.
• Jonge mensen (vanaf VMBO groep 1 en 2), die vaak nog achterhaalde beelden hebben van het verpleegkundig beroep, vormen zich met het historisch perspectief een realistisch en in de regel positiever en aantrekkelijker beeld van het
huidige beroep. We blijken jongeren te stimuleren om voor een verpleegkundige of verzorgende opleiding te kiezen.
Doelgroepen
Het toegankelijk maken van de geschiedenis van de verpleging is bedoeld voor een breed publiek, namelijk:
• Werkzame verpleegkundigen en verzorgenden (= zorginstellingen: verpleeghuiszorg & verzorgingshuizen, ziekenhuizen, thuiszorg, psychiatrie)
• Studenten MBO en HBO • Docenten MBO en HBO
• Promovendi en wetenschappers • Medici en paramedici
• Vrienden en donateurs
• Leden van de - vanaf 2014 op te zetten - Florence Nightingale Kring
• Algemeen publiek/belangstellenden in de geschiedenis van de verpleging en verzorging
Strategie
In 2012 bood het aflopen van een belastend huurcontract de kans voor het FNI om zich grondig opnieuw te oriënteren op de toekomst. Dat leidde tot de volgende conclusies:
• De kracht van het FNI is de combinatie van verantwoord erfgoedbeheer en -onderzoek en vertaling daarvan in creatieve
aansprekende informatie- en educatievormen voor verpleegkundigen en verzorgenden van huidige en nieuwe generaties, en het brede publiek.
2
• Moderne digitale technieken bieden in principe meer uitgebreide en daarmee betere mogelijkheden dan een fysiek
museum om aan huidige en nieuwe generaties de verhalen te vertellen die bij erfgoedobjecten horen en hen betekenis
geven: er kan meer interactie en daarmee diepgang geïntegreerd worden in het kennis nemen en de verwerking van de historische ontwikkeling. Daarmee wordt onze educatieve functie versterkt. Daarnaast kan ons erfgoed on line beter
wereldwijd ontsloten worden voor onderzoek, en in die vorm kan het FNI ook beter een coördinatiefunctie vervullen voor
(wetenschappelijk) onderzoek naar de verpleegkundige geschiedenis.
• Mobiele activiteiten waarmee we naar onze doelgroepen toegaan zijn klantvriendelijker, vergroten ons bereik en maken
en houden ons kenniscentrum beter zichtbaar. Meereizende erfgoedobjecten versterken de educatieve programma´s en
houden de verpleegkundige geschiedenis ook fysiek tastbaar en beleefbaar.
• We concludeerden dat we voor het uitoefenen van onze kerntaken in een goede onderlinge samenhang, als goed
maatschappelijk ondernemer, ons fysieke museum afgestoten moest worden en het FNI verder moet gaan als virtueel en mobiel museum over de verpleegkundige historie.
Werkzaamheden
Een toekomst als virtueel en mobiel museum biedt het Florence Nightingale Instituut voldoende mogelijkheden om volledig
selfsupporting zijn kerntaken uit te blijven voeren en het bereik in de zorgsector en onderwijssector fors te vergroten. We werken vanuit een compacte kantooromgeving en bezoeken zelf instellingen om daar lezingen en andere educatieve programma’s te
verzorgen. Onze gebruikers bezoeken onze mobiele programma’s die naar hen toekomen, en onze virtuele omgeving. Ook daarin zijn combinaties en herhalingsbezoek mogelijk in educatieve projecten. Uitgangspunt is dat de geschiedenis van het
verpleegkundig en verzorgend beroep, zeker voor nieuwe generaties, heel goed of vaak zelfs beter in verhalende en interactieve vorm rond de historische objecten te vertellen is in onze virtuele omgeving. Het gaat hierbij om informatie,
beroepstrots en fun. Gebruikers worden online betrokken bij het ‘live’ museum en uitgedaagd om met ‘hun’ erfgoed aan
de slag te gaan. Ze mogen er iets van vinden, erop reageren, er iets over zeggen of er zelf hun expositie mee inrichten en zo hun eigen verleden vormgeven. Social media speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast wordt het virtuele FNI een portal voor onderzoekers van de verpleegkundige geschiedenis, dat de weg wijst naar alle beschikbare bronnen wereldwijd.
De website van het FNI wordt in 2013 doorontwikkeld tot een complete interactieve virtuele omgeving waarin het FNI zijn kerntaken vervult voor de diverse gebruikersgroepen. De verschillende projecten in deze website zijn:
1: Onderzoek en documentatie
Onderzoekers van universiteiten en hogescholen, van studenten tot wetenschappers, vinden in het FNI hét portal voor
bronnen over de verpleegkundige geschiedenis wereldwijd. Samen met de data-afdeling van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen (KNAW) wordt dit portal in 2014 ingericht, verbonden met uiteenlopende bronnen en toegankelijk gemaakt
voor onderzoek, maar de contouren zijn er al: de uitstraling wordt wetenschappelijk en gericht op doelmatigeid van onder-
zoek, met een verwijsfunctie naar andere bronnen en archiefplaatsen, nationaal en internationaal. Met vermeldingen van relevante wetenschappelijke activiteiten, onderzoek, presentaties, lezingen, bijeenkomsten en symposia. Er komt een
doelgerichte zoekmachine en een wetenschappelijke database voor publicaties, documentatie, scripties en papers. Er komen on line ruimtes om vragen te stellen, en onderzoek en lessen met elkaar te delen. Om lopend onderzoek en
resultaten te ontsluiten voor de sector worden on line verbindingen gelegd en onderhouden met stakeholdersorganisaties zoals branche-organsiaties en beroepsverenigingen.
Het goed toegankelijk maken van het FNI portal voor verpleegwetenschappelijk historisch onderzoek en het verankeren
in de internationale infrastructuur vereist de meeste voorbereiding achter de schermen. Het onderzoeksportal wordt voor de zomer van 2013 ontwikkeld, in het najaar getest en in mei 2014 gelanceerd.
3
2: Educatie en onderwijs
Het virtuele FNI krijgt verschillende gezichten, passend bij de functie en doelgroepen. Dit gedeelte krijgt een voor leerlingen van diverse leeftijden en opleidingsniveaus herkenbare uitstraling. De virtuele leeromgeving van het FNI bestaat uit een
combinatie van zogenaamde push- en pullfuncties: pushfuncties zijn kant-en-klare leermodules, vooral voor de jongste en lagere onderwijsniveaus, waarin leerlingen spelenderwijs interactief meegenomen worden in het verhaal hoe een
verpleegkundige anno jaar X zorg verleende. U kunt daarbij denken aan verhaallijnen van de historische ontwikkeling van
een bepaalde behandelmethode, de ontwikkeling van bepaalde protocollen naar gelang inzicht in ziektebeelden zich
ontwikkelde, en/of de verschuiving in tijd van zorg aan huis naar ziekenhuiszorg - en weer terug naar zorg thuis. Maar ook een historische verhaallijn langs spraakmakende verpleegkundigen uit het verleden die de zorg verder hebben gebracht,
bijvoorbeeld over de historische ontwikkeling van diverse beroepsprofielen of van verpleegkundig leiderschap, en andere
verhalen die identificatie en beroepstrots stimuleren, is straks voor iedereen te volgen in het virtuele FNI. Pullfuncties zijn
meer op zoekstrategieën ingerichte lijnen voor vormen van onderzoekend leren die nodig zijn op hogere onderwijsniveaus.
Aan de hand van thema’s en onderzoeksopdrachten die docenten op MBO, HBO en WO geven, zoeken leerlingen en studenten
zelf in het virtuele FNI hun weg in alle beschikbare informatie. Waar relevant wordt een discussie-omgeving verbonden aan
een object of lesthema zodat leerlingen en studenten er met elkaar over kunnen discussiëren vanaf hun eigen werkplek - op school, thuis of tijdens een mobiele FNI-activiteit. Voor docenten wordt een apart gedeelte van het virtuele FNI ingericht om de inzet van modules in hun curriculum te regisseren en monitoren.
3: Virtueel museum
1000 bijzondere objecten zijn en worden gedigitaliseerd, waaronder de unieke leerlingeninsignes, bijzondere verpleeg-
kundige gebruiksvoorwerpen en onze uniformencollectie. Waar relevant in 3D (denk aan de Pop die Zuster Stieltjes ooit ontwikkelde om een nieuwe methode van zwachtelen te introduceren in de opleidingen; deze zwachtelmethode kan
dankzij de 3D fotografie ook in 3D inzichtelijk gemaakt worden). Alle objecten worden de komende tijd on line benaderbaar gemaakt, te beginnen met een kwalitatieve selectie aan de hand waarvan we on line diverse gevisualiseerde verhalen kunnen vertellen van het gebruik in hun tijd, die de objecten betekenis geven in historisch perspectief. Deze objecten worden voorzien van meerdere informatielagen voor diverse gebruikersgroepen:
• Een globale algemene beschrijving ter introductie, voor de vluchtige bezoeker (denk aan het tekstbordje in het museum)
• Een gesproken toelichting met achtergrondinformatie (denk aan de audiotour in een museum
• Indien zij onderdeel uitmaken van een leermodule een animatie over het gebruik van het object in zijn historische context en/of interactieve vraag- en invulvormen
• Een verwijzingenveld voor wetenschappelijk onderzoek.
4: Mobiele exposities
De nieuwe virtuele omgeving zal onze mobiele activiteiten veel verdergaand ondersteunen dan tot nu toe mogelijk was: - Dankzij projectsubsidies en –fondsen blijft het FNI jaarlijks thematische tentoonstellingen presenteren, waarmee zij langs
zorginstellingen en/of verpleegkundige opleidingen reist en daardoor veel meer mensen bereikt dan vanuit Zetten mogelijk was.
- Met compacte thematische tentoonstellingen die ook aan individuele behoeftes (instellingsjubileum, fusie, Dag van de
Verpleging) verbonden kunnen worden maakt het FNI het fysieke verpleegkundig erfgoed op locatie beschikbaar en tastbaar.
4
Organisatie
Het FNI wordt bestuurd door een zelfstandige bestuur met de volgende samenstelling: • Mevrouw H. (Hanneke) Hillmann, voorzitter
Verpleegkundige, voorzitter adviescommissie ‘Preventiekracht dicht bij huis’ en ‘Zichtbare Schakel’, ZonMw
• Mevrouw drs. M. (Marlijn) Lenselink, penningmeester Voorzitter Raad van Bestuur Beweging 3.0
• Mevrouw N.A. (Nicole) de Koning, MScN, secretaris
Verpleegkundige en grondlegger en projectvoorzitter Dementelcoach
• De heer drs. M.A.M. (Tjeu) Verhagen
Oud-directeur HAN, masterprogramma's GGM (gezondheid, gedrag en maatschappij)
• De heer M.J.M.F. (Murk) Westerterp, MBA
Verpleegkundige, directeur-bestuurder van verpleeghuis Bruggerbosch
Voor de dagelijkse gang van zaken, het uitvoeren van de activiteiten en de bedrijfsvoering is directeur drs. N. Wiegman, verpleegkundige en historica verantwoordelijk.
Financiering en schenkingsbudget
Het jaar 2013 is bedoeld als een transitie jaar waarin eenmalig hoge investeringskosten gemaakt zullen worden om het
virtuele museum te realiseren. Deze eenmalige investeringen worden gedekt uit projectfondsen en -subsidies. Vanaf 2014 wordt de exploitatie van het FNI geschat op €350.000, waarvoor op verschillende manieren dekking wordt gevonden. Zo
worden er subsidies aangevraagd, fondsen geworven en eigen activiteiten ontwikkeld om de jaarlijkse exploitatiekosten te dekken, waarbij ingezet worden: • De Florence Nightingale Kring • Vrienden en donateurs
• Florence Nightingale Gala • Founders en stakeholders
Het beperkte eigen vermogen van het FNI staat op een spaarrekening bij de ING, waarop jaarlijks rente vergoed wordt.
5