Het EORI-nummer: Nut en noodzaak?!
Door: Drs. S. van der Pligt- Benito Postmaster 2012-2013
Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen…………………………………………………….2 1. Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Introductie………………………………………………………………….....3 Aanleiding………….............................................................................3 Probleemstelling……………………………………………….…………….4 Deelvragen………………………………………………………….…………4 Leeswijzer…………………………………………………………….……….4 Disclaimer……………………………………………………………….…….5
2. Het EORI-nummer in het algemeen 2.1 2.2 2.3 2.4
Definitie en opbouw……………………………………………….….........6 Afgifte ………………………………………………………………………....7 EORI-database………………………………………………………………..7 AEO-faciliteiten en het EORI-nummer…………………...……………...8
3. Implementatie EORI-nummer 3.1 Aanleiding………………………………………………………………….…10 3.2 Wetswijziging………………………………………………….…….……....11 3.3 Traject implementatie in Nederland…………….…………..................12
4. Aanpassingen in de douaneprocessen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Inleiding……………………………………………………………………….14 Proces binnenbrengen……………………………………………...……..14 Proces invoer………………………………………………………...……...15 Processen uitvoer en uitgang………………………………...………….15 Proces vervoer…………………………………………………...………….17
5. Handhaving Douane 5.1 Stand van zaken…………………………………………………..………...18 5.2 Fases…………………………………………………………..………………18 5.3 Toekomst…….………………………………………...………..……………20
6. EORI-nummer en risicoprofielen 6.1. Inleiding………………………………………………………………………21 6.2. Proces binnenbrengen……………………………………………..……..21 6.3. Processen invoer en uitvoer…………………….……………….………22
7. Samenvatting, conclusies en toekomst 7.1. Samenvatting………………………………………………………………..23 7.2. Conclusies……………………………………………………………......…24 7.3. Toekomst……………….……………………………………………….......25 Literatuurlijst……………………………………………………………….27 Bijlage 1: EORI State of play…………………………………………… 29 Bijlage 2: EORI-database………………………………………………..31
Bijlage 3: Artikel 4 terdecies, lid 3 van Verordening (EG) nr. 312/2009 ……………………………………………………………….. 32 Bijlage 4: Overzicht gebruik EORI-nummer in summiere aangifte en douaneaangifte……………………………………………………......33 Bijlage 5: EORI-nummer, usefulness en necessity………………... 35 1
Gebruikte afkortingen EORI-nummer AEO KIS BTW-nummer VS ICS SAL DSI DSU DMF EXS VNC EVO EU BSN CDW TCDW MTD
Economic Operator Registration and Identification number Authorised Economic Operator Klant Informatie Systeem Belasting toegevoegde waarde nummer Verenigde Staten Import control system Summiere aangifte voor tijdelijke opslag voor te lossen goederen Douane Sagitta Invoer Douane Sagitta Uitvoer Douane Manifest Exit Summary Vereniging van Nederlandse Cargadoors Eigen Verladers Organisatie Europese Unie Burger Service Nummer Communautair Douanewetboek Toepassingsverordening Communautair Douanewetboek Modernisering Toezicht Douane
2
1.Inleiding 1.1
Introductie
Een onderdeel van de Post-Master Douane 2012-2013 is het schrijven van een verhandeling over een douaneonderwerp. In deze verhandeling beschrijf ik de implementatie van het EORI-nummer1in Nederland. Het CDW is gewijzigd als gevolg van de genomen veiligheidsmaatregelen met betrekking tot goederen die de EU binnenkomen of verlaten. Op 1 juli 2009 is de Verordening (EG) nr. 312/20092 in werking getreden die ervoor zorgt dat douaneautoriteiten op een effectieve en efficiënte wijze marktdeelnemers3 kunnen identificeren die betrokken zijn bij internationale handel en transport. Deze identificatie vindt plaats door middel van het EORI-nummer. Het EORI-nummer is een uniek identificatienummer dat bedrijven moeten gebruiken bij gegevensuitwisseling met de Douane in alle lidstaten van de EU. In Nederland moeten de marktdeelnemers sinds 31 januari 2010 het EORI-nummer gebruiken wanneer bij douanetransacties en –activiteiten in de Europese Unie, om een identificatienummer wordt gevraagd. Dit geldt voor het aanvragen van een douanevergunning, de AEO-status en voor het doen van iedere aangifte bij de Douane. In deze verhandeling beschrijf ik hoe de implementatie van het EORI-nummer in Nederland heeft plaatsgevonden, welke veranderingen zijn opgetreden in de douaneformaliteiten en wat de voordelen en uitdagingen zijn van deze implementatie voor de Douane en het bedrijfsleven.
1.2
Aanleiding van deze verhandeling
Na een gedoogperiode gaat de Nederlandse Douane met ingang van 1 juli 2012 strikter handhaven. Het niet melden van een verplicht EORI-nummer wordt beschouwd als een onjuiste aangifte en kan worden beboet. De vraag is of alle bedrijven in Nederland een EORI-nummer gebruiken bij alle douanetransacties en douaneactiviteiten in de EU.
1
Economic Operator Registration and Identification number. Verordening (EG) nr. 312/2009 van de Commissie van 16 april 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. Zie Pb L 098 van 17-04-2009 blz. 3. 3 Een persoon die zich in het kader van zijn bedrijf bezighoudt met activiteiten waarop de douanewetgeving betrekking heeft. Zie artikel 1, punt 12, van de Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 gewijzigd door Verordening (EG) 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006. 2
3
1.3
Probleemstelling
‘Inzicht krijgen in de implementatie en het gebruik van het EORI-nummer in Nederland. Hiervoor worden de veranderingen in de douaneformaliteiten beschreven met als doel een uitspraak te kunnen doen over het voorlopige succes van deze implementatie in Nederland’.
1.4
Deelvragen
1.Is de implementatie van het EORI-nummer in Nederland compleet en succesvol? 2.Biedt het EORI-nummer ook voordelen voor bedrijven? 3.Worden de EORI-verplichtingen nageleefd? 4.Wat verandert in de douaneprocessen met de invoering van het EORI-nummer? 5.Hoe helpt het EORI-nummer bij de faciliteiten voor AEO-gecertificeerde bedrijven? 6.Hoe kan het EORI-nummer helpen bij het maken van risicoprofielen?
1.5
Leeswijzer
De opbouw van deze verhandeling is als volgt: In hoofdstuk 2 wordt de betekenis, het formaat en de afgifte van het EORI-nummer uitgelegd. Daarin wordt toegelicht hoe het EORI-nummer eruit ziet en welke autoriteiten het EORI-nummer toekennen volgens de Europese Commissie Directoraat - Generaal Belastingen en Douane-Unie. Daarnaast worden de voordelen van het EORI-nummer voor het bedrijfsleven, in concreto voor AEO- gecertificeerde bedrijven genoemd. Hiermee wordt antwoord gegeven op deelvraag 2.Vervolgens zal inzicht worden gegeven in de relatie tussen het EORI-nummer en de AEO-status. Hiermee wordt een antwoord gegeven op deelvraag 5. In hoofdstuk 3 wordt de reden en het traject van de implementatie van het EORInummer uitgelegd. Daarvoor worden de wetswijzigingen genoemd die daarop invloed hebben gehad. Hiermee wordt deels antwoord gegeven op deelvraag 1. In hoofdstuk 4 worden de veranderingen in de douaneprocessen als gevolg van de implementatie van het EORI-nummer in Nederland genoemd. Vanaf 31 januari 2010 is het EORI-nummer verplicht in alle gegevensuitwisseling met de Douane. Hiervoor zijn in de afgelopen jaren de douaneprocessen en douanesystemen aangepast. Hiermee wordt een antwoord gegeven op deelvraag 4. In hoofdstuk 5 zullen de fases van de handhaving van Douane Nederland op het gebruik van het EORI-nummer bij de douaneformaliteiten worden toegelicht. Hiermee wordt antwoord gegeven op deelvraag 3.
4
In hoofdstuk 6 zal vervolgens een algemeen inzicht worden gegeven in het gebruik van het EORI-nummer bij het maken van risicoprofielen bij de processen binnenbrengen, invoer en uitvoer. Deze uitleg zal in een brede vorm worden gegeven gezien de complexiteit en de dimensie van het onderwerp ‘risicoanalyse’ bij de douaneprocessen. Daarmee wordt antwoord gegeven op deelvraag 6. In hoofdstuk 7 worden de belangrijkste samenvattingen en conclusies van deze verhandeling genoemd. Daarnaast zal inzicht worden gegeven over het gebruik van het EORI-nummer bij de douaneformaliteiten in Nederland in de toekomst.
1.6
Disclaimer
Alle aanbevelingen, samenvatting en conclusies zijn op persoonlijke titel van de auteur. In werkelijkheid is het douaneproces en het EORI-nummer veel ingewikkelder en daarom kunnen de conclusies niet volledig zijn. Deze conclusies zijn slechts van toepassing op de implementatie van het EORI-nummer in Nederland.
5
2. Het EORI-nummer in het algemeen 2.1
Definitie en opbouw
Door de nieuwe Europese wetgeving krijgen alle in Europa gevestigde en actieve marktdeelnemers een EORI-nummer toegekend. Het EORI-nummer is een uniek nummer dat aan een marktdeelnemer wordt toegekend en is in de hele EU geldig. Een marktdeelnemer is gevestigd in de EU als hij zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of een vaste inrichting in de EU heeft. De Verordening (EEG) nr. 2454/934 wordt als volgt gewijzigd volgens artikel 1 van Verordening (EG) nr. 312/2009: In artikel 1 worden de volgende punten 16 en 17 toegevoegd: „16. EORI-nummer (Economic Operators Registration and Identification number — registratie- en identificatie-nummer van marktdeelnemer): een nummer dat uniek is in de Europese Gemeenschap en overeenkomstig de in hoofdstuk 6 vastgestelde regels door de douaneautoriteiten of de aangewezen autoriteit of autoriteiten van een lidstaat aan de marktdeelnemers en andere personen wordt toegekend (..) Aangezien de implementatie van het EORI-nummer nationaal moest plaatsvinden, geven de EORI-guidelines5 een uitleg over de belangrijkste aspecten van het EORInummer. Volgens de EORI-guidelines wordt een EORI-nummer aan andere personen dan marktdeelnemers verstrekt indien dat wordt vereist door de wetgeving van de lidstaat. Aan filialen/nevenvestingen die geen zelfstandige rechtspersoon zijn, wordt geen EORI-nummer verstrekt. Filialen/nevenvestigingen moeten bij het verrichten van activiteiten het EORI-nummer gebruiken van de hoofdvestiging. Dat betekende in Nederland dat alle vergunningen, die afgegeven in KIS waren op de naam van een filiaal, moesten worden vervangen met het EORI-nummer van de hoofdvestiging. Deze vergunningen verschoven van filiaal naar hoofdzetel. Dit kon ook weer gevolgen hebben voor de gestelde zekerheid. Daarbij moest het voor de aangevers mogelijk blijven om vanuit de bestaande filialen of nevenvestigingen aangifte te blijven doen en de retourberichten te ontvangen. Bestaande marktdeelnemers krijgen een EORI-nummer toegekend door de lidstaat waarin deze gevestigd is. Nieuwe marktdeelnemers krijgen op aanvraag of automatisch door het doen van aangifte, een EORI-nummer toegekend. Marktdeelnemers uit derde landen kunnen in één van de lidstaten waar zij actief zijn, zelf een EORI-nummer aanvragen met het aanvraagformulier EORI-nummer voor bedrijven met hoofdvestiging buiten de Europese Unie. Dat EORI-nummer is geldig in alle landen van de EU.
4
Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. Zie Pb L 253 van 11-10-1993, blz. 1. 5
Europese Commissie, Directoraat - Generaal Belastingen en Douane-Unie, TAXUD/2008/1633 rev. 2, Economics Operator Registration and Identification System. 6
De structuur van het EORI-nummer wordt toegelicht in de EORI-guidelines. Het EORI-nummer bestaat uit de landcode en binnen de lidstaat een unieke code of uniek nummer. In Nederland is ervoor gekozen om het fiscaalnummer6 (en niet het douanenummer of het BTW nummer) van de marktdeelnemer te gebruiken. Bij ons dus, ‘NL’ en het fiscaalnummer van de marktdeelnemer. Als het fiscaalnummer minder dan negen cijfers bevat, wordt het EORI-nummer aangevuld met ‘voorloop’ nullen.
2.2
Afgifte
Volgens de EORI-guidelines bepalen de lidstaten zelf welke autoriteiten in hun land het EORI-nummer afgeven. De Europese Commissie heeft een overzicht7 gepubliceerd waarin per lidstaat is opgenomen welke autoriteit het EORI-nummer toekent, de structuren en de procedure voor afgifte. In Nederland wordt het EORI-nummer toegekend door de Belastingdienst/ Centrale Administratie in Apeldoorn. Zoals eerder werd beschreven, hoeven marktdeelnemers die een fiscaalnummer hebben in Nederland, niet expliciet een EORI-nummer aan te vragen, omdat zij dat zelf kunnen afleiden. Een marktdeelnemer kan het EORInummer echter ook expliciet aanvragen bij de Nederlandse Douane8.Er is ook een toestemmingsformulier (antwoordbrief) waarmee de marktdeelnemer toestemming geeft voor het publiceren van zijn EORI-gegevens op de Europese EORI-website9.
2.3
EORI-database
Zoals al eerder genoemd is, worden alle EORI-nummers uit de verschillende EUlanden opgeslagen in de Europese EORI-database . De Europese Commissie levert de infrastructuur en diensten voor de opslag van de EORI-gegevens op centraal niveau en voor de verzameling van de nationale EORI-gegevens die de lidstaten verstrekken aan de centrale database. Deze database bewaart de genoemde gegevens in de Bijlage 38 quinquies van de Verordening (EG) nr. 312/2009, volgens artikel 4 sexdecies, lid 1, te weten: 1. de volledige naam van de (rechts)persoon, 2. het vestigingsadres/woonplaatsadres: het volledige adres van de plaats waar de (rechts)persoon gevestigd/woonachtig is, inclusief het identificerend kenmerk van het land of gebied, 3. btw-identificatienummer(s), als dat is toegekend door een lidstaat, 4. indien van toepassing, de rechtsvorm zoals vermeld in de oprichtingsakte, 5. de oprichtingsdatum of, bij een natuurlijke persoon, de geboortedatum, 6. de soort persoon (natuurlijk persoon, rechtspersoon, een vereniging van personen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van het Wetboek), in gecodeerde vorm, 6
Iedere belastingplichtige is bij de Belastingdienst geregistreerd onder een uniek nummer. Voor rechtspersonen en andere samenwerkingsverbanden is dat het fiscaalnummer. 7 http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/eori_home.jsp?Lang=nl 8 Aanvraag EORI-nummer voor bedrijven met hoofdvestiging in Nederland. 9 http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/eori_validation.jsp?Lang=nl 7
7. contactgegevens: de naam van de contactpersoon, het adres, en het telefoonen/of faxnummer en/of het e-mailadres, 8. bij personen die niet in het douanegebied van de Europese Unie gevestigd zijn: identificatienummer of -nummers welke voor douanedoeleinden aan de betrokkene is of zijn toegekend door de bevoegde autoriteiten van het derde land, 9. indien van toepassing, de voornaamste economische activiteit, gecodeerd op vier cijfer niveau volgens de Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE). Zoals deze is opgenomen in het ondernemingenregister van de betrokken lidstaat, 10. de vervaldatum van het EORI-nummer, als dat van toepassing is, 11. de toestemming voor de openbaarmaking van de in de punten 1, 2 en 3 opgenomen persoonsgegevens, indien deze is verleend en 12. de eventuele AEO-status van de marktdeelnemer. Via deze database kan iedere ondernemer de juistheid van een opgegeven EORI-nummer controleren. Wanneer de marktdeelnemer hiervoor toestemming heeft gegeven, worden ook de naam en de adresgegevens getoond. De overige gegevens kunnen alleen door de aangewezen douaneautoriteiten worden geraadpleegd. In de bijlage 2 kan de zoekfunctie van deze EORI-database worden gevonden.
2.4
AEO-faciliteiten en het EORI-nummer
Een belangrijke factor in de internationale handel is de afhandeling van allerlei douane- en inspectieformaliteiten. De Nederlandse Douane probeert dit zo efficiënt mogelijk te doen met zo min mogelijk last voor het bedrijfsleven. Voor het toezicht hanteert de Douane verschillende methoden, waaronder het (fysiek) controleren van de goederen. Om dit goed te doen is de Douane afhankelijk van de verkregen informatie. Als er gegevens ontbreken, zal een zending eerder in aanmerking komen voor een controle. Gevolg hiervan zijn: extra administratieve handelingen, vertraging en mogelijke extra kosten. Het EORI-nummer zorgt voor betere informatie waardoor partijen minder hinder zullen ondervinden. Met behulp van het EORI-nummer kan de Douane doeltreffender controles uitvoeren. Het gebruik van het EORI-nummer levert dus voordelen voor de Douane en voor de marktdeelnemers op. Voor de Douane betekent dat risico’s eenvoudig en precies kunnen worden geprofileerd. Dit onderwerp wordt verder behandeld in hoofdstuk 6. De voordelen voor de bedrijven hebben grotendeels te maken met de AEOfaciliteiten. Bij vermelding van het EORI-nummer bij de douaneaangiften komen marktdeelnemers, die AEO-gecertificeerd zijn, in aanmerking voor de AEOfaciliteiten. In deze verhandeling zal ik niet verder ingaan op de beschrijving van deze faciliteiten. Enkele van de AEO-faciliteiten worden genoemd in hoofdstuk 3. De Europese Commissie werkt met een aantal landen aan wederzijdse erkenning van veiligheidscertificaten. Als deze wederzijdse erkenning in werking treedt, zullen deze landen zendingen van AEO- gecertificeerde bedrijven minder controleren. 8
Daarin heeft het EORI-nummer een rol als identificatienummer van deze bedrijven. Met Japan is een wederzijdse erkenning al in werking getreden. Hierdoor hebben Japanse gecertificeerde bedrijven en Europese AEO-gecertificeerde bedrijven vanaf 1 april 2011 recht op vermindering van controles voor zendingen die de EU binnenkomen dan wel naar Japan worden uitgevoerd. In een nieuwsbrief heeft de Douane aan het bedrijfsleven een vertaling en instructie beschikbaar gesteld in verband met een registratietool vanwege de wederzijdse erkenning van AEO-gecertificeerde bedrijven in de Europese Unie en C-TPAT (Customs Trade Partnerschip Against Terrorist)10 gecertificeerde bedrijven in de Verenigde Staten (hierna VS). Om de AEO-status erkend te krijgen, moeten bedrijven via de tool hun EORI-nummer koppelen aan het in de VS geldende MID-nummer (manufacturer's identification number)11. In de nieuwsbrief wordt de noodzakelijke administratieve handeling stap voor stap uitgelegd. De VS kunnen voordelen toekennen aan producenten, handelaren en bedrijven die aan een afnemer in de VS factureren. Deze marktdeelnemers moeten beschikken over een certificaat AEO-Veiligheid. Alleen AEO-gecertificeerde bedrijven die in de douaneaangiften in de VS worden vermeld, komen in aanmerking voor de voordelen. Op dit moment is deze erkenning met VS nog niet volledig in werking. Met behulp van de bovenstaande informatie wordt er antwoord gegeven op deelvraag 2 en 5.
10
http://www.c-tpat.co.uk/-Wat is C-TPAT? Een uniek referentienummer ter identificatie toegewezen aan elke fabrikant die goederen importeert naar de Verenigde Staten. 11
9
3. Implementatie EORI-nummer 3.1
Aanleiding
In de toekomstvisie van de Europese wetgeving staan twee zaken centraal ten aanzien van de rol van de Douane, namelijk het vergroten van de veiligheid en beveiliging (Safety en Security) aan de buitengrenzen van de EU en het versterken van de concurrentiepositie van de Europese markt. De Douane maakt gebruik van risico informatie van de markt. Op basis hiervan kan vooraf worden bepaald of de goederen de grens mogen passeren. Voor het versterken van de concurrentiepositie is vereenvoudiging van douaneprocedures en papierloos werken noodzakelijk. Door de invoering van de veiligheidsverordening12 hebben alle in Europa gevestigde en actieve Economic Operators een EORI-nummer gekregen. Om de veiligheidsverordening doeltreffend in te voeren en toe te kunnen passen is het nodig om de bij het goederenverkeer betrokken partijen te identificeren aan de hand van een, uniek nummer dat geldig is in alle lidstaten van de EU. Hiervoor is een registratie- en identificatienummer voor marktdeelnemers ontwikkeld, het zogenaamde EORI-nummer. In Nederland is de toekenning van EORI-nummers losgekoppeld van de feitelijke ingebruikname van het EORI-nummer in de procedures en systemen. Alle marktdeelnemers worden verzameld in een Europese EORI-Databank13. De Europese Commissie voorziet in de infrastructuur en diensten bij de opslag van de EORI-gegevens op centraal niveau en verzamelt de nationale EORI-gegevens van de lidstaten. Onder de noemer eCustoms14 ontwikkelden lidstaten alle benodigde proces ondersteunende automatiseringssystemen. eCustoms omvatte in Nederland de processen binnenbrengen, uitgaan, vervoer, klantbehandeling en vervanging aangiftesystemen. Het EORI-nummer maakte onderdeel uit van het proces klantbehandeling en werd ondergebracht bij het project eCustoms klantmanagement. Onderdeel van dit project was ook AEO (Authorised Economic Operator) en Safety en Security. Sinds 1 januari 2011 valt het beheer en het onderhoud van het EORI-nummer onder het project EOS-EORI (Economic Operators Systems) in het Customs European Information System. De AEO-status is uitgereikt aan diverse bedrijven. De AEO-gecertificeerde bedrijven komen in aanmerking voor een aantal faciliteiten, minder fysieke- en document controles, voorrang bij controles, waar mogelijk, verlegging van controles op verzoek 12
Verordening (EG) Nr. 648/2005 van het Europees parlement en de Raad van 13 april 2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek en Verordening (EG) Nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. 13 EORI-database waarin alle EORI-nummers uit de verschillende EU-landen worden opgeslagen. 14 Het programma eCustoms eindigde begin 2011. Onder de paraplu van eCustoms hebben de systemen ICS, ECS en NCTS het licht gezien. 10
en het hergebruik van de onderzoeksgegevens bij de aanvraag van vergunningen. Daarnaast heeft het ministerie van Financiën in Nederland besloten om, op aanvraag van het AEO-gecertificeerde bedrijf, de zekerheidstelling te verminderen voor deze bedrijven. Bij bepaalde faciliteiten is de rol van de AEO-gecertificeerde in de logistieke keten van belang. In de geautomatiseerde douaneaangiftesystemen werden de ‘safety en security’ bepalingen ingericht. Het Klant Informatie Systeem (hierna KIS) is op alles wat met het EORI-nummer te maken heeft, aangepast in maart 2009. KIS werd vervolgens door middel van een download vanuit de Europese EORI-database, met EORI nummers van alle geregistreerde Europese en derde landen marktdeelnemers gevoed. Inmiddels worden mutaties dagelijks verwerkt, zowel in KIS als in de Europese EORIdatabase.
3.2
Wetswijziging
Door de aanslagen in New York op 11 september 2001 is de internationale aandacht voor veiligheid flink aangescherpt. Zo heeft het begrip veiligheid (‘safety en security’) een plaats gekregen in de douanewetgeving. Sinds de ondertekening van het ‘Verdrag betreffende de Europese Unie’(Verdrag van Maastricht) in 1992 is de pijler ‘Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid’(GBVB) toegevoegd aan de Europese samenwerking 15. Regelgeving op dit gebied wordt binnen de EU-wetgeving verwerkt. Op 4 mei 2005 is Verordening (EG) Nr. 648/2005 16 gepubliceerd. Deze verordening wordt wel de veiligheidsverordening genoemd. Hiermee hebben het Europese Parlement en de Raad in het communautaire douanewetboek een aantal wijzigingen aangebracht. De genomen maatregelen hebben tot doel de veiligheid met betrekking tot goederen die de EU binnenkomen of verlaten , te verhogen. De veiligheidsverordening omvat wijzigingen op de volgende gebieden: Elektronisch berichtenverkeer. Risicomanagement. AEO. Summiere aangifte bij binnenkomst. Summiere aangifte voor te lossen goederen. Uitvoer. Wederuitvoer. Summiere aangifte bij uitgang. Dataset, Bijlage 30 bis van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Om de veiligheidsverordening doeltreffender in te voeren en toe te kunnen passen was het nodig om de bij het goederenverkeer betrokken partijen te 15 16
Verdrag betreffende de Europese Unie, publicatieblad van de Europese Unie, C191/01, 29 juli 1992. Pb L 117 van 13-4-2005 blz.13. 11
identificeren aan de hand van een, uniek nummer dat geldig is in alle lidstaten. In Verordening (EEG) nr. 2454/93, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1875/200617, heeft de Commissie uitvoering gegeven aan de maatregelen die het Europese Parlement en de Raad in Verordening 648/2005 hebben opgenomen. In het artikel 4 terdecies en 4 duodecies, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 312/2009 18, heeft de Commissie uitvoering gegeven aan de vastgestelde maatregelen betreffende het gebruik van het EORI-nummer bij de douaneformaliteiten. Het EORI-nummer wordt gebruikt voor de identificatie van de marktdeelnemers en andere personen in hun betrekkingen met de douaneautoriteiten. De structuur van het EORI-nummer voldoet aan de vastgestelde criteria van de Bijlage 38, titel II van de TCDW, gewijzigd bij Bijlage III van Verordening (EG) nr. 312/2009. Een in de EUgevestigde marktdeelnemer wordt geregistreerd door de douaneautoriteit of de aangewezen autoriteit van de lidstaat waar hij is gevestigd. De marktdeelnemers moeten de registratie aanvragen, voordat zij de in artikel 1, punt 12 van de TCDW bedoelde activiteiten beginnen. De marktdeelnemers die geen registratie hebben aangevraagd, mogen dat evenwel tijdens hun eerste handeling doen . Douane Nederland startte begin juni 2009 met het verstrekken van het EORInummer aan alle Nederlandse marktdeelnemers die in het systeem KIS geregistreerd waren. Tot 1 juli 2010 is artikel 1, punt 2, van Verordening (EG) nr.312/2009 voor zover het betrekking heeft op artikel 4 sexdecies, lid 4, en op de in Bijlage 38 quinquies, punt 4, genoemde gegevens, slechts van toepassing wanneer de gegevens in de nationale systemen beschikbaar zijn. Hierin wordt bepaald dat de genoemde gegevens betreffende de marktdeelnemers en andere personen van Bijlage 38 quinquies, wanneer nieuwe EORI-nummers zijn toegekend of wanneer er wijziging in deze gegevens is, in het centrale systeem komen. In Nederland moeten marktdeelnemers vanaf 31 januari 2010 hun EORI-nummer verplicht vermelden in summiere aangiften en douaneaangiften.
3.3
Traject implementatie in Nederland
De uitvoering van de implementatie van het EORI-nummer heeft nationaal plaatsgevonden volgens de Verordening (EG) nr. 312/2009. Elk lidstaat bepaalde de aangewezen autoriteiten, de nationale procedures en de nodige documenten bij de toekenning van het EORI-nummer. Voor actuele informatie over het EORI-nummer 17
Verordening (EG) nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 september 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot va ststelling van het communautair douanewetboek. Zie Pb L 360 van 19-12-2006 blz. 64. 18 Verordening (EG) nr. 312/2009 van de Commissie van 16 april 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/9318 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/9218 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. Zie Pb L 098 van 17-04-2009 blz. 3. 12
kan contact worden opgenomen met de aangewezen nationale autoriteiten. In de EORI-guidelines wordt toegelicht hoe de lidstaten de implementatie van het EORInummer in de praktijk kunnen uitvoeren. De kosten met betrekking tot de uitvoering van het EORI-systeem zullen worden gedeeld tussen de Europese Unie en de lidstaten in overeenstemming met de leden 2 en 3 van artikel 10 van de Beschikking nr. 70/2008/EG19 op een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven. In Nederland heeft de Douane de implementatie van het EORI-nummer uitgevoerd. Op 25 maart 2009 heeft Douane Nederland via een brief het bedrijfsleven, de koepelorganisaties, de softwareontwikkelaars en de logistieke ketenpartners geïnformeerd over het stapsgewijs invoeren van het EORI-nummer en de veiligheidsverordening. In deze brief is tevens meegedeeld dat de Douane in overleg met het bedrijfsleven en de softwareleveranciers de definitieve invoeringsstrategie en nieuwe invoeringsdatum zou bepalen. Dit overleg heeft plaatsgevonden respectievelijk 15 en 16 april 2009. De uitkomsten van dit overleg zijn gecommuniceerd in de brief van de Douane met kenmerk 090515Brief- eCustoms van 15 mei 2009. De wijzigingen betreffen de gevolgen van de invoering van het EORI-nummer en de veiligheidsverordening per 1 juli 2009 en 31 januari 2010. Het EORI-nummer moet in Nederland sinds 31 januari 2010 verplicht worden gebruikt bij alle douanehandelingen, als identificatienummer, in de gegevensuitwisseling met de Douane. In Nederland moeten de marktdeelnemers vanaf deze datum het EORI-nummer vermelden in summiere aangiften en douaneaangiften. Op dat moment kwamen de bestaande douanenummers te vervallen en werden alle daarop betrekking hebbende systemen aangepast. In een aantal andere EU-lidstaten was het gebruik van het EORI-nummer voor 31 januari 2010 verplicht. Wanneer er aangiften ten invoer, uitvoer of vervoer in andere lidstaten vanaf deze datum werden gedaan, diende de marktdeelnemer zelf te controleren bij de Douane van die lidstaat of het EORI-nummer in die lidstaat al verplicht moest worden gebruikt. In bijlage 1 wordt aangegeven op welke datum de invoering van het EORI-nummer en de koppeling met de verschillende systemen in andere lidstaten heeft plaatsgevonden. Met de bovenstaande beschrijving van de implementatie van het EORI-nummer wordt antwoord op deelvraag 1 gegeven. De implementatie is in Nederland compleet en succesvol verlopen volgens de vastgestelde regelgeving.
19
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europese Parlement en de Raad. Zie Pb L 23, 26.1.2008, blz 21-26. 13
4. Aanpassingen in de douaneprocessen 4.1
Inleiding
Met ingang van 31 januari 2010 zijn een groot aantal douaneprocessen en systemen ingevoerd c.q. gewijzigd. Dit heeft te maken met de inwerkingtreding van de veiligheidsverordening en de invoering van het EORI-nummer. In dit hoofdstuk zal ik alleen de gevolgen van de implementatie van EORI-nummer toelichten bij de douaneprocessen. Hiermee wordt antwoord gegeven op deelvraag 4.
4.2
Proces binnenbrengen
Met de invoering van het Import Control System (hierna ICS) is het mogelijk om, voordat goederen de EU binnenkomen, informatie uit te wisselen tussen het douanekantoor van eerste binnenkomst in de EU en opvolgende douanekantoren in andere lidstaten. De veiligheidsverordening geeft de wettelijke basis voor de ontwikkeling van ICS. In de transactie Verordening (EG) nr. 273/200920 heeft de Europese Commissie bepaald dat ICS gefaseerd werd ingevoerd. In Nederland is ICS in twee fasen ingevoerd. De eerste fase van ICS omvatte o.a. de summiere aangifte voor tijdelijke opslag voor te lossen goederen (hierna SAL). De SAL moet uiterlijk op het moment van aanbrengen van de goederen worden gedaan. Op grond van artikel 186 en Bijlage 30 bis van Verordening (EEG) Nr. 2454/93, juncto artikel 2:5, lid 3, van de Algemene douaneregeling, moet de SAL eveneens de vereiste gegevens bevatten. De tweede fase van ICS omvatte o.a. de summiere aangifte bij binnenkomst (hierna ENS). Een ENS moet verplicht, elektronisch, bij de eerste zee-of luchthaven van binnenkomst in de EU worden ingediend voor alle goederen aan boord. Op grond van artikel 183, lid 1, en Bijlage 30 bis van Verordening (EEG) Nr. 2454/93 moet de ENS de vereiste gegevens bevatten. Bij de SAL- en ENS aangiften moet de indiener van de summiere aangifte verplicht zijn EORI-nummer vermelden. Daarnaast moet de indiener van het verzoek om uitwijking ook het EORI-nummer vermelden. Er is sprake van uitwijking als een vervoerder uitwijkt naar een andere zee- of luchthaven dan de eerste beoogde zee-of luchthaven van binnenkomst. In dat geval moet de vervoerder een kennisgeving van uitwijk naar de Douane van de eerste beoogde zee- luchthaven sturen. Het EORI-nummer is echter niet verplicht voor de afzender, geadresseerde en de vervoerder van de goederen. Ze kunnen het EORI-nummer of als het EORI-nummer niet bekend is, hun naam, adres en woonplaats (NAW-gegevens) vermelden. De afzender moet het EORI-nummer aangeven bij de genoemde situaties in bijlage 3. Volgens artikel 183, lid 6 en lid 8, en artikel 184 quinquies, lid 2, van Verordening 20
Verordening (EG) nr. 273/2009 van de Commissie van 2 april 2009 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, die afwijken van enkele bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie. Zie Pb L 91 van 3 april van 2009 blz. 14. 14
(EEG) nr. 2454/93 moet het EORI-nummer van de vervoerder wel worden verstrekt bij de kennisgeving van de registratie en wijziging van de ENS, en bij de kennisgeving van no-load, gericht op goederen die niet in de EU binnengebracht mogen worden.
4.3
Proces invoer
Het systeem Douane Sagitta Invoer (hierna DSI) is als gevolg van de veiligheidsverordening niet aangepast. In DSI worden geen veiligheidsgegevens geregistreerd. DSI werd aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. Dit betekent dat in de invoeraangiften alleen nog maar een EORI-nummer mag voorkomen. In DSI vond geen conversie plaats van de gedane aangiften. Dit betekent dat oude aangiften, gedaan met een afgegeven douanenummer, nog worden afgehandeld op dat douanenummer en dat de aangevers geïnformeerd worden over de afhandeling op basis van dat douanenummer. Vanaf het moment van invoering van het EORI-nummer kunnen alleen nog invoeraangiften worden gedaan met het EORI-nummer en wordt alles op basis van dat EORI-nummer afgehandeld. Op grond van artikel 62 van het CDW, juncto artikel 212 en Bijlage 37 van de TCDW, artikel 2:11 en Bijlage VI van Algemene douaneregeling en de Toelichting Enig document, moet een EORI-nummer worden ingevuld in vak 8 (geadresseerde), vak 9 (vertegenwoordigde) en vak 14 (aangever) van de invoeraangifte. Als die particulieren zijn, wordt de naam, het adres en de woonplaats of de letters NL gevolgd door het BSN (Burger Service Nummer) ingevuld in die vakken. In de invoeraangiften worden in vak 8, 9 en 14 geen douanenummers en/of BTWcodenummers meer geaccepteerd. Het toch vermelden van een douanenummer en/of BTW-codenummer in die vakken leidt tot het niet-aanvaarden van de invoeraangiften. Omdat het niet meer mogelijk was om een BTW-codenummer (verlegging BTW, volgens artikel 23 Wet op de omzetbelasting) te vermelden in vak 8 van de invoeraangifte, werd hiervoor een aparte rubriek ontwikkeld binnen vak 44 van de schriftelijke aangifte. In de elektronische aangifte is een nieuwe rubriek ‘OBplichtige’ toegevoegd. Hierin kan het btw-identificatienummer worden vermeldt.
4.4
Processen uitvoer en uitgang
Het systeem Douane Sagitta Uitvoer (hierna DSU) is als gevolg van de veiligheidsverordening aangepast. De veiligheidsverordening bepaalt dat aangiften ten uitvoer elektronisch moeten worden ingediend.
15
De aangiften ten uitvoer moeten de veiligheidsgegevens, zoals opgenomen in Bijlage 30 bis van de TCDW, bevatten. In de Transitieverordening (EG) nr. 273/2009 21 is op de algemene regel ‘verplicht elektronisch’ een uitzondering opgenomen voor de papieren domiciliëringsprocedure voor zover het douanekantoor van uitgang in dezelfde lidstaat als het douanekantoor van uitvoer is gelegen (de zogenaamde klassieke domiciliëringsprocedure voor directe uitvoer). Op grond van de toelichting bij de tabellen van Bijlage 30 bis, aantekening 3, van de TCDW moet de uitvoeraangifte de gegevens van de Bijlage 37 en 37 bis en van de summiere aangifte bij uitgang (EXS) bevatten. Daarom moet het onderdeel uitvoer in combinatie met de verplichtingen die bij uitgaan van toepassing zijn, worden gelezen met uitzondering van uitvoer naar Noorwegen, Zwitserland (inclusief Liechtenstein) en Andorra. Het systeem DSU is aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. In vak 2 (afzender/exporteur), vak 9 (vertegenwoordigde) en vak 14 (aangever) van de uitvoeraangifte moet het EORI-nummer verplicht worden aangegeven. Als die particulieren zijn, wordt de naam, het adres en de woonplaats of de letters NL gevolgd door het BSN, ingevuld in die vakken. In de uitvoeraangiften worden in vak 2, 9 en 14 geen douanenummers en/of BTW-codenummers meer geaccepteerd. Het toch vermelden van een douanenummer en/of BTW codenummer in die vakken leidt tot het niet-aanvaarden van de uitvoeraangiften. In DSU vond ook geen conversie plaats van de gedane aangiften. Dit betekent dat oude aangiften, gedaan met een afgegeven douanenummer, nog worden afgehandeld op dat douanenummer en dat de aangevers geïnformeerd worden over de afhandeling op basis van dat douanenummer. Met de invoering van het Export Control System (hierna ECS) vindt elektronische uitwisseling plaats van informatie tussen de douanekantoren van uitvoer en de douanekantoren van uitgang. De veiligheidsverordening is de wettelijke basis voor de ontwikkeling en gefaseerde invoering van ECS. De eerste fase van ECS, die in 2008 afgerond is, omvatte de elektronische uitwisseling van informatie tussen de douanekantoren in de verschillende lidstaten. De tweede fase betrof het verplicht elektronisch indienen van de summiere aangifte bij uitgang (EXS). Tevens moet de summiere aangifte bij uitgang de veiligheidsgegevens bevatten zoals opgenomen in Bijlage 30 bis van de TCDW. In de transitieverordening heeft de Europese Commissie bepaald dat het elektronisch indienen van de summiere aangifte bij uitgang tot en met 31 december 2010 niet verplicht was.
21
Verordening EG nr. 273/2009 van de Commissie van 2 april van 2009 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, die afwijken van enkele bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie.
16
Nationaal is, via een wijziging in de Algemene Douaneregeling, aan de tweede fase van ECS toegevoegd: - Verplicht elektronische aankomstmelding door trader at exit 22op het kantoor van uitgang. - Verplicht elektronische vooraanmelding vertrek vervoermiddel door trader at exit op het kantoor van uitgang. - Verplicht elektronische douanemanifest bij uitgang voor vertrek door trader at exit op het kantoor van uitgang. In ECS werden er wijzigingen doorgevoerd in verband met de omzetting van het douanenummer naar het EORI-nummer. De indiener van de summiere aangifte bij uitgang moet het EORI-nummer verplicht aangeven. Het EORI-nummer is echter niet verplicht voor de geadresseerde van de goederen. Deze kan het EORI-nummer of hun naam, adres en woonplaats vermelden als het EORI-nummer niet bekend is. Alleen in de beschreven situaties in bijlage 3 moet een niet in de EU gevestigde geadresseerde een EORI-nummer hebben.
4.5
Proces vervoer
Het systeem New Computerised Transit System (hierna NCTS) is aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. Dit betekent dat in de transit-aangiften alleen nog een EORI-nummer mag voorkomen. In vak 8 (geadresseerde) van de transit-aangiften kan volgens de huidige wetgeving worden volstaan met de NAW-gegevens 23. Vanaf 1 januari 2013 is het verplicht om het EORI-nummer van de geadresseerde te vermelden in vak 8 van de transit-aangiften wanneer deze is gevestigd in de EU. In vak 50 (aangever) en vak 52 (toegelaten geadresseerde) van de transitaangiften is het EORI-nummer verplicht. Het toch vermelden van een douanenummer in die vakken leidt tot het niet-aanvaarden van de transitaangiften. In NCTS vond geen conversie plaats van de gedane aangiften. Dit betekent dat oude aangiften, gedaan met een afgegeven douanenummer, nog worden afgehandeld op dat douanenummer en dat aangevers geïnformeerd worden over de afhandeling op basis van dat douanenummer. Vanaf het moment van invoering van het EORI-nummer kunnen alleen nog transit-aangiften worden gedaan met het EORI-nummer en wordt alles op basis van dat EORI-nummer afgehandeld.
22
Degene die de aankomstmelding doet is de Trader at Exit. De aankomstmelding kan worden gedaan door iedereen die op dat moment over de goederen beschikt, de terminalhouder, de cargadoor, de chauffeur of een expediteur. 23
naam, adres en woonplaats. 17
5. Handhaving Douane 5.1
Stand van zaken
De deelvraag 3 is of de EORI-verplichtingen worden nageleefd in Nederland. Om hierop een antwoord te kunnen geven, zal ik de Douane handhaving daarop toelichten. De systemen DSI, DSU, Douane Manifest (hierna DMF) zijn in 2011 op het gebruik van het EORI-nummer getoetst. De Douane constateerde dat marktdeelnemers hun EORI-verplichtingen niet altijd even goed naleefden. Query’s uit DSI en DSU op het gebruik van het EORI-nummer hebben uitgewezen dat de naleving van de EORI-verplichtingen nog te wensen over liet. De percentages dat het EORI-nummer niet was ingevuld, variëren van 15% tot 50% voor de verschillende vakken. Voor wat betreft het systeem DMF binnenbrengen en uitgaan was het niet mogelijk om dit met een query in beeld te brengen. Navraag bij medewerkers werkzaam in de processen Binnenbrengen/Uitgaan gaf een nog slechter beeld dan bij DSI/DSU. Zo lag bijvoorbeeld het percentage van het niet invullen van het EORI-nummer in het vak ‘Geadresseerde’ op de summiere aangifte bij binnenkomst zelfs boven de 95%. De wetgeving schrijft voor dat het EORInummer van de geadresseerde alleen hoeft te worden vermeld wanneer de indiener van de summiere aangifte hierover beschikt. Aangezien het grootste deel van het ladingsvolume regelmatige afzenders en ontvangers betreft, mag hier juist een hoog vullingspercentage verwacht worden. De brancheorganisatie FENEX verklaart de nog niet optimale naleving uit onwetendheid. Klanten van douane-expediteurs zouden veelal onbekend zijn met het EORI-nummer of weigeren het door te geven. Verder zou het voor bedrijven niet altijd duidelijk zijn wanneer en in welke vakken van een aangifte het EORI nummer moet worden vermeld. Daarom hebben de Douane en de koepels EVO (verladers), VNC (cargadoors) en FENEX (expediteurs) besloten gezamenlijk een leaflet: ‘EORI-nummer, nut en noodzaak’ uit te brengen. Het is beschikbaar in het Nederlands en in het Engels. FENEX adviseert haar leden de leaflet te gebruiken om haar klanten te informeren over de verplichtingen en de voordelen van het EORI-nummer. Naar aanleiding van deze resultaten, kondigde de Douane aan fasegewijs over te gaan op handhaving. In de volgende paragraaf worden deze fases toegelicht.
5.2
Fases
In Nederland moeten marktdeelnemers vanaf 31 januari 2010 het EORI-nummer gebruiken bij alle gegevensuitwisselingen met de Douane. Bij het niet gebruiken van het EORI-nummer bestaat een afbreukrisico. De kans dat de Douane risicovolle 18
zendingen mist is hierdoor groot. In september 2011 constateerde de Douane dat de naleving van de EORIverplichtingen beter kon. Daarom zijn drie fases afgesproken in de handhaving. De eerste fase (tot 30 november 2011) richtte zich op informeren, de tweede fase (tot 29 februari 2012) op monitoren en waarschuwen en de derde fase (vanaf 1 maart 2012) op handhaven. In de eerste fase werden de brancheorganisaties geïnformeerd over de geconstateerde feiten en het voornemen om dit probleem in drie fases aan te pakken. Specifieke aandacht was hierbij voor de indieners van summiere aangiften voor wat betreft de vakken waar een EORI-nummer wordt voorgeschreven wanneer dit bij de indiener bekend is. Dit geldt vooral voor het vak ‘Geadresseerde’ op de summiere aangifte bij binnenkomst. Daarnaast werd er, via de douane website, nogmaals gecommuniceerd over de wettelijke verplichting. Vervolgens werden knelpunten rond deze regelgeving met de brancheorganisaties besproken. De tweede fase zou tussen 1 december 2011 en 29 februari 2012 plaatsvinden. Echter deze fase werd verlengd tot 30 juni 2012. In deze fase werd er gemonitord en overlegd met het bedrijfsleven over de tekortkomingen in de aangiften. Bovendien werd er volstaan met waarschuwingen. De Douane zou vanaf 1 maart 2012 tot handhaven overgaan bij niet compliante bedrijven. Deze fase werd verlengd tot 1 juli 2012. De handhaving vindt op dit moment plaats binnen het MTD-concept (Modernisering Toezicht Douane) in samenwerking met het bedrijfsleven. De kenmerken van dit concept zijn dat de Douane en het bedrijfsleven partners in het toezicht zijn, die op basis van gefundeerd vertrouwen met elkaar omgaan en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheden opereren. Het team Handhavingsregie (hierna HR) richt zich op het ontwikkelen, beschrijven, onderhouden en verbeteren van het systeem van toezicht en op het handhavingsbeleid. Dit team is verantwoordelijk voor het bepalen van het handhavingsbeleid op de EORI-verplichtingen. De Douane gaat in eerste instantie niet op aangifteniveau handhaven, maar gaat letten op houding en gedrag van een bedrijf. Bedrijven die veelvuldig hun verplichtingen niet nakomen, zullen daarop worden aangesproken. Er zullen nieuwe query’s van de douaneaangiften worden gemaakt en er zal op bedrijfsniveau worden gemonitord in de komende maanden. Hoewel het percentage aangiften dat niet het verplichte EORI-nummer bevat de afgelopen maanden daalt (voor invoer 6,7% en voor uitvoer 11,7%), is er nog veel verbetering mogelijk. In het geval dat de bedrijven na deze acties hun EORI-verplichtingen nog steeds niet nakomen, kan de Douane bedrijven sanctioneren met boeten op grond van artikel 10:5, lid1, letter a, van Algemene douanewet. 19
5.3
Toekomst
Processen invoer en uitvoer zitten in het gebruik van het EORI-nummer op een goed niveau, lager dan 10% bij proces invoer en rond 10% bij proces uitvoer. Daaronder vallen de particulieren die geen EORI-nummer hebben. Voor particulieren is in principe ook een EORI-nummer verplicht volgens Bijlage 38 onderdeel C, vak 8 (geadresseerde) van de TCDW. De Douane ‘kan’ een ‘ad hoc’ nummer aan particulieren toekennen. Dat is in Nederland niet uitgewerkt. Voor wat betreft de handhaving op het gebruik van het EORI-nummer is er geen Europese wetgeving. Nederland zal binnen het concept van MTD (Modernisering Douane Toezicht) de handhaving op de EORI-verplichtingen uitvoeren. Er zijn hierin verschillen tussen de EU-lidstaten. Een aantal EU-landen doet weinig aan handhaving terwijl de EU-landen Roemenië en Bulgarije strenger controleren op het gebruik van het EORI-nummer. Dankzij de leaflet die de Douane en de koepels gezamenlijk hebben gepubliceerd, is het bedrijfsleven bewuster geworden van het belang van het EORI-nummer (zie bijlage 5). Na deze memo zijn er verbeteringen bij het proces binnenbrengen, waar het EORI-nummer niet altijd verplicht is (EORI-nummer van de geadresseerde), geconstateerd. Douane en de koepels zoals Fenex, VRC en EVO zullen samenwerken om aan de EORI-verplichtingen te blijven voldoen.
20
6. EORI-nummer en risicoprofielen 6.1
Inleiding
Volgens de veiligheidsverordening moeten de douanecontroles gebaseerd zijn op gezamenlijk overeengekomen normen en risicocriteria met betrekking tot de selectie van goederen en marktdeelnemers, teneinde de risico’s voor de Gemeenschap en haar burgers en de handelspartners van de Gemeenschap zoveel mogelijk te beperken. De Douane houdt toezicht en controleert op basis van risicobeheersing. Alle activiteiten zijn gericht op het onderkennen, afdekken en zoveel mogelijk voorkomen van risico's. Ter verhoging van de doeltreffendheid van deze maatregelen, moet het mogelijk worden gemaakt dat de betrokken personen worden geïdentificeerd aan de hand van een gemeenschappelijk nummer dat voor elk van hen uniek is, volgens Verordening (EG) nr. 312/2009. Dus, het EORI-nummer speelt een belangrijke rol in de risicobeheersing als een uniek identificatienummer van marktdeelnemers.
6.2
Proces binnenbrengen
Zoals werd toegelicht bij het hoofdstuk 4, moet de indiener van de summiere aangifte verplicht zijn EORI-nummer vermelden bij de SAL- en ENS aangiften. Echter het EORI-nummer is niet verplicht voor de afzender, de geadresseerde en de vervoerder van de goederen. Zij kunnen het EORI-nummer of hun naam, adres en woonplaats (NAW-gegevens) vermelden als het EORI-nummer niet bekend is. De risicoprofielen, die gebaseerd zijn op NAW-gegevens, zijn niet toereikend genoeg omdat deze gegevens op verschillende manieren kunnen worden vermeld. Door deze risicoprofielen kunnen bedrijven worden geraakt die niet tot het doel van de risicoprofielen horen. Echter, de risicoprofielen die met gebruik van het EORI-nummer kunnen worden gemaakt, zijn gerichter aangezien het EORI-nummer een uniek nummer in de EU is. De Douane stelt aan de hand van het EORI-nummer vast of en welke AEO-status de marktdeelnemer heeft. Afhankelijk van het soort AEO-certificaat en de rol van het betreffende AEO-gecertificeerde bedrijf worden vervolgens AEO-faciliteiten verleend. De AEO-faciliteiten kunnen met behulp van het EORI-nummer als selectiewaarde in risicoprofielen worden toegekend. Op deze manier krijgen AEO-gecertificeerde bedrijven bijvoorbeeld minder controle druk. Op dit moment wordt het EORI-nummer als indicator in risicoprofielen bij het proces binnenbrengen alleen voor AEO-gecertificeerde bedrijven gebruikt. Hiermee wordt er deels antwoord gegeven op deelvraag 6.
21
6.3
Processen invoer en uitvoer
Bij de processen invoer en uitvoer moet het EORI-nummer verplicht worden ingevuld in vak 8 (geadresseerde), vak 9 (vertegenwoordigde) en vak 14 (aangever) van de invoer -en uitvoeraangiften. Als die particulieren zijn, worden de naam, het adres en de woonplaats of de letters ‘NL’ gevolgd door het BSN (Burger Service Nummer) ingevuld in die vakken in Nederland. De situatie is dus anders dan bij het proces binnenbrengen. Bij deze processen zijn er risicoprofielen waarin het EORI-nummer als indicator is genoemd. Deze profielen kunnen selecteren op grond van EORI-nummers van marktdeelnemers. Bij de selectiewaarde van de risicoprofielen kunnen AEO-gecertificeerde bedrijven worden uitgesloten van de selectie. Zoals al werd toegelicht, komen deze bedrijven in aanmerking voor de AEO-faciliteiten als ze hun EORI-nummer vermelden in hun douaneaangiften. Voor VGEM-taken24 wordt het EORI-nummer ook als indicator genoemd bij steekproef controles. Bijvoorbeeld, een exporteur die in het verleden geen zorg heeft gedragen voor een verantwoord milieu of hygiënische verwerking, wordt met gebruikmaking van het EORI-nummer geselecteerd voor controle bij het proces uitvoer. Dankzij het EORI-nummer is de doeltreffendheid van de risicoprofielen verhoogd. Marktdeelnemers worden geïdentificeerd aan de hand van een gemeenschappelijk nummer dat voor elk van hen uniek is. Hiermee wordt er deels antwoord gegeven op deelvraag 6.
24
Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Economie. 22
7. Samenvatting, conclusies en toekomst 7.1
Samenvatting
In het kader van deze verhandeling heb ik de volgende probleemstelling geformuleerd: ‘Inzicht krijgen in de implementatie en het gebruik van het EORI-nummer in Nederland. Hiervoor worden de veranderingen in de douaneformaliteiten beschreven met als doel een uitspraak te kunnen doen over het voorlopige succes van deze implementatie in Nederland’. Naar aanleiding van de veiligheidsmaatregelen die Verordening (EG) nr. 648/2005 heeft voorgeschreven, hebben aanpassingen in de Europese douanesystemen plaatsgevonden. De implementatie van het EORI-nummer die nationaal uitgevoerd is door de lidstaten heeft meegeholpen om een betere informatie en identificatie van de marktdeelnemers te krijgen. Het EORI-nummer is compleet en succesvol geïmplementeerd in de douanesystemen in Nederland. Alle douanehandelingen worden gedaan met behulp van het EORI-nummer. Het douanenummer wordt niet meer gebruikt bij de douaneaangiften. Marktdeelnemers hebben een uniek nummer in de EU waarmee ze worden geïdentificeerd bij hun douaneactiviteiten. De AEO-gecertificeerde bedrijven moeten in de EU hun EORI-nummer gebruiken om de AEO-faciliteiten te kunnen krijgen. Zowel de Douane als het bedrijfsleven heeft voordelen bij het gebruik van het EORInummer. De Douane kan gerichter controleren op de personen die douaneactiviteiten uitvoeren. Het EORI-nummer zorgt voor een betere informatie, het bedrijfsleven heeft minder last van douanecontroles. Handhaving op het gebruik van het EORI-nummer wordt nationaal uitgewerkt door de lidstaten. In Nederland vindt deze handhaving plaats binnen het MTD-concept in samenwerking met het bedrijfsleven. Andere lidstaten controleren strenger op het gebruik van het EORI-nummer. Het EORI-nummer speelt een belangrijke rol in de risicobeheersing als uniek identificatienummer van marktdeelnemers. Het EORI-nummer steunt de risicoanalyse van de goederen die binnenkomen en uitgaan in de EU. Hiermee helpt het EORI-nummer bij de communicatie over deze risicoanalyse tussen de lidstaten onderling en de lidstaten en de Europese Commissie.
23
7.2
Conclusies
Op basis van de voorgaande wordt geconcludeerd dat de implementatie van het EORI-nummer compleet en succesvol heeft plaatsgevonden in Nederland. De douanesystemen zijn aangepast om aan de Europese wetgeving te voldoen. Er is sprake geweest van een nationale implementatie waarmee de EORI-guidelines lidstaten hebben geholpen bij praktische problemen. De Europese Commissie bewaart de EORI-nummers die de lidstaten afgeven. Daarnaast verstrekt de Europe Commissie EORI-gegevens aan de systemen van de lidstaten. In Nederland hoeven marktdeelnemers niet altijd vooraf het EORI-nummer aan te vragen. De eerste keer dat ze een aangifte indienen, kunnen ze de landcode ‘NL’ gevolgd door hun fiscaalnummer vermelden. Na deze vermelding krijgen ze informatie over het gebruik van het EORI-nummer. Aangezien er een aanvraag EORI-nummer voor bedrijven met hoofdvestiging in Nederland bestaat, zou dit formulier altijd kunnen worden gebruikt bij het aanvragen van een nieuw EORInummer. De EORI-guidelines adviseren het EORI-nummer vooraf aan te vragen bij de douaneautoriteiten. In Nederland heeft de Douane samen met de koepels Fenex, VRC en EVO marktdeelnemers geïnformeerd over het gebruik en de verplichtingen van het EORInummer. Actuele informatie over de veranderingen in de douaneprocessen is te vinden op de website25 van de Douane. De douanesystemen zijn aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. Bij het proces binnenbrengen is het EORI-nummer, behalve bij de genoemde uitzonderingen in hoofdstuk 4, alleen verplicht voor de indiener van de summiere aangiften. Voor de afzender, geadresseerde en vervoerder van de summiere aangiften is het vermelden van het EORI-nummer niet verplicht. Daardoor kan het EORI-nummer niet altijd gebruikt worden als selectiewaarde in de risicoprofielen van dit proces. De AEO-gecertificeerde bedrijven moeten wel altijd het EORI-nummer vermelden bij het binnenbrengen en uitgaan van goederen om in aanmerking te komen voor de AEO-faciliteiten. In het systeem DSI moeten de geadresseerde, de aangever en de vertegenwoordigde hun EORI-nummer vermelden. Het EORI-nummer wordt gebruikt als selectiewaarde in de risicoprofielen waardoor de risicoprofielen doeltreffender zijn. Er wordt gecontroleerd of het vermelde EORI-nummer in de invoeraangifte bestaat. In het systeem DSU moeten de afzender/exporteur, de vertegenwoordigde en de aangever hun EORI-nummer vermelden. Het systeem ECS is ook aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. De indiener van de summiere aangifte bij uitgang 25
http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/douane_voor_bedr ijven/naslagwerken_en_overige_informatie/eori_nummer/eori_nummer_gevolgen_voor_de_doua neprocessen/ 24
moet het EORI-nummer ook vermelden. De afzender en de geadresseerde van de goederen kunnen volstaan met hun NAW-gegevens. In de processen invoer en uitvoer moeten particulieren het EORI-nummer niet vermelden. Er wordt in Nederland geen ‘ad hoc’ nummer toegekend aan particulieren. Het systeem NCTS is ook aangepast aan het gebruik van het EORI-nummer. Het EORI-nummer van de aangever en de toegelaten geadresseerde in de transitaangiften moeten worden vermelden. Per 1 januari 2013 is het verplicht om het EORI-nummer van de geadresseerde te vermelden wanneer die is gevestigd in de EU. Douane Nederland is begonnen met de handhaving op het gebruik van het EORInummer. Er wordt vanuit de aangifte door de koppeling met KIS alleen gecontroleerd of het EORI-nummer bestaat. Indien het EORI-nummer niet bestaat, wordt de aangifte niet geaccepteerd. Op basis van de voorgaande concludeer ik dat de marktdeelnemers het EORInummer meestal gebruiken in hun douaneaangiften. Het EORI-nummer zal een belangrijke rol spelen in de douanehandelingen als uniek identificatienummer van de marktdeelnemers.
7.3
Toekomst
Na de implementatie van het EORI-nummer in Nederland zijn er nog een aantal uitdagingen rondom het gebruik van het EORI-nummer bij de douanehandelingen. Ten eerste zal de Douane de resultaten van de samenwerking met het bedrijfsleven bij de handhaving op de EORI-verplichtingen moeten afwachten. Bij onvoldoende positieve resultaten zal de Douane uiteindelijk overgaan tot het opleggen van boeten op grond van artikel 10:5, lid 1, letter a, van Algemene douanewet. Ten tweede zal het EORI-nummer afhankelijk zijn van de goede functionering van de systemen van de Europese Commissie en de lidstaten. Goed voorbeeld hiervan is een recent incident. In november 2012 heeft een storing in de koppeling tussen de EORI-database uit Brussel en het systeem KIS plaatsgevonden. Als gevolg hiervan waren bedrijven die vanaf 1 augustus 2012 een AEO-status hebben gekregen, via KIS niet als zodanig herkenbaar. Deze storing gold overigens niet alleen voor Nederland, maar voor alle lidstaten. Als gevolg hiervan raakten aangiften in DSI en DSU van de betrokken bedrijven de gewone profielen en niet de "schaduw" profielen voor de AEO-status. Dit betekende dat deze bedrijven vaker werden geconfronteerd met controles, dan waarop zij in het kader van het AEO-status recht hebben. De betrokken AEObedrijven werden geïnformeerd over het feit dat tijdelijk de faciliteit minder controle niet kon worden verleend. 25
De nieuwe AEO-gecertificeerde bedrijven zijn vanaf 1 december 2012 weer herkenbaar. Er wordt gewerkt aan een handmatige koppeling van de gemiste gegevens van de maanden augustus tot en met november 2012. Ten slotte zal het EORI-nummer een belangrijke rol spelen bij de wederzijdse erkenning van veiligheidscertificeringen tussen de EU en andere landen. Volgens de Uitvoeringsverordening betreffende Wederzijdse erkenning van AEOfaciliteiten26 zal het systeem DMF, op basis van de wettelijke verplichting, vanaf 31 januari 2013 de mogelijkheid ondersteunen om EORI-like nummers te vermelden in de summiere aangiften bij eerste binnenkomst in de EU (ENS) en de summiere voor tijdelijke opslag (SAL). Het gaat dan alleen om het EORInummer van de afzender van de goederen die vermeld is in de genoemde aangiften. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om deze partijen te laten profiteren van de geldende AEO-faciliteiten. Het EORI-like nummer bevat op de eerste twee posities de landcode van de landen waarvoor de genoemde regeling geldt. Vooralsnog gaat het om Japanse en Amerikaanse bedrijven waarvan de nummers beginnen met ‘JP’ respectievelijk ‘US’. Wanneer het EORI-like nummer onjuist is of niet bestaat, wordt de aangifte waarin het voorkomt afgekeurd .
26
Op dit moment is deze Uitvoeringsverordening van de Commissie nog niet gepubliceerd . 26
Literatuurlijst Publicaties
Europese Commissie, Directoraat - Generaal Belastingen en DouaneUnie, TAXUD/2008/1633 rev. 2 van 23 Augustus 2010, Economic Operators Registration en Identification System Guidelines.
Europese Commissie, Directoraat - Generaal Belastingen en DouaneUnie, TAXUD D(2009) 1608 rev. 5 van 26 november 2010, EORI National Implementation .
Douane Nederland, brief 090416-Brief eCustoms van 16 april 2009, betreffende gevolgen invoering EORI en veiligheidsverordening.
Douane Nederland, brief 090515A-Brief eCustoms van 15 mei 2009, betreffende gevolgen invoering EORI en veiligheidsverordening per 1 juli 2009 en 31 januari 2010.
Douane Nederland en koepelorganisaties Fenex, VNC, EVO; ‘EORInummer nut en noodzaak’, 2012.
Douane Nederland, handhavingsregie/ vaktechniek cluster CDW, memo Handhaven op verplicht gebruik EORI-nummer van 10 augustus 2011.
Douane Nederland, Memo EORI, het verhaal tot nu toe, 10 juli 2010.
Verordeningen en verdragen
Publicatieblad Nr. L 302 van 19/10/1992 blz. 0001-0050. Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
Publicatieblad Nr. L 253 van 11/10/1993 blz. 0001-0735. Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92.
Publicatieblad Nr. L 117 van 04/05/2005 blz. 0013 – 0019. Verordening (EG) Nr. 648/2005 van het Europees parlement en de Raad van 13 april 2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
27
Publicatieblad Nr. L 360 van 19/12/2006 blz. 0064-0125. Verordening (EG) Nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Publicatieblad Nr. L 098 van 17/04/2009 blz. 0003-0023. Verordening (EG) nr. 312/2009 van de Commissie van 16 april 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Publicatieblad Nr. L 091 van 03/04/2009 blz. 0014-0015. Verordening (EG) nr. 273/2009 van de Commissie van 2 april 2009 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, die afwijken van enkele bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie.
Publicatieblad Nr. L 051 van 02/03/2010 blz. 0002. Verordening (EU) nr. 169/2010 van de Commissie van 1 maart 2010 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Websites http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/aangifte_doen/prakt ische_informatie/burgerservicenummer_of_sofinummer_aanvragen/burgerservicenummer_bsn_en_be drijven http://www.douane.nl http://www.douanenet.belastingdienst.nl http://download.belastingdienst.nl/douane/docs/nieuwsbriefaeo erkennin_in de_vs_do4371z1fd.pdf http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/eori_validation.jsp?Lang=nl http://ec.europa.eu/ecip/security_amendment/who_is_concerned/index_en.htm#eori http://ec.europa.eu/ecip/information_resources/links/index_en.htm https://help.cbp.gov/app/answers/detail/a_id/952/kw/definition%20MID
28
Bijlage 1: EORI State of play.
Country
Date from when ready to upload data to EOS (at least using one of the 4 technical options)
Date from when ready to download data from EOS (at least using one of the 4 technical options)
ICS
AT
BE
BG
CY
CZ
DE
DK
EE
EL
ES
Will you continue using identification numbers that are not EORI numbers (that have not been assigned in line with rules defined in Chapter 6 CCIP)? If so, until when?
Use of EORI numbers in customs systems (if not, when is it used/intended to be used?)
Export
NCTS
July 2009
July 2009
1 September 2009
1 September 2009
1 September 2009
July 2009
July 2009
1 October 2009
1 September 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 December 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
31 December 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
Manual July 2009 Automated 1 November 2009
1 November 2009
27 June 2010
November 2009
November 2009
July 2009
July 2009
1 September 2010
September 2009
September 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
3 May 2010
September 2009
September 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
24 November 2009
September 2009
September 2009
FI
29
For ECS end August 2009
End October 2009
FR
HU
IE
IT
LT
LU
LV
MT
NL
PL
PT
RO
SE
SI
SK
UK
July 2009
July 2009
26 October 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 October 2009
1 September 2009
1 September 2009
July 2009
July 2009
1 January 2010
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 March 2010
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
31 December 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 December 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
4 December 2009
July 2009
July 2009
1 March 2010
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 October 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
7 November 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 December 2009
July 2009
July 2009
July 2009
July 2009
1 July 2009
January 2010
January 2010
July 2009
July 2009
26 March 2010
January 2010
January 2010
30
January 2010
September 2009
September 2009 or January 2010 for ECS
Bijlage 2: EORI-database. u kunt een valideringsverzoek doen door het EORI-nummer in te voeren en op "validering" te klikken.
EORI-nummer An EORI number must start with two uppercase letters (the ISO code of the country that granted the number) followed by maximum 15 alphanumeric characters No EORI number entered! No spaces allowed! Search
Datum verzoek: This EORI number is valid.
06/12/2012
Naam Adres Street number Postal code Stad Land:
31
Bijlage 3: Artikel 4 terdecies, lid 3 van Verordening (EG) nr.312/2009 en artikel 1 lid 1 van Verordening (EU) nr.169/2010.27 Wanneer een niet in het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer geen EORI-nummer heeft, wordt hij geregistreerd door de douaneautoriteit of de aangewezen autoriteit van de lidstaat waar hij voor het eerst een van de volgende handelingen verricht: a. hij dient in de Gemeenschap een summiere aangifte in of een andere douaneaangifte dan: i. een douaneaangifte overeenkomstig de artikelen 225 tot en met 238 (mondeling, enige andere handeling, post); ii. een douaneaangifte voor tijdelijke invoer of voor zuivering van deze regeling door wederuitvoer; iii. een douaneaangifte voor plaatsing onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer door een marktdeelnemer die is gevestigd in een andere partij bij de Overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer dan de Europese Unie, indien deze aangifte niet ook als een summiere aangi fte bij binnenkomst of uitgang wordt gebruikt; iv. een douaneaangifte voor plaatsing onder de regeling communautair douanevervoer door een in Andorra of San Marino gevestigde marktdeelnemer, indien deze aangifte niet ook als een summiere aangifte bij binnenkomst of uitgang wordt gebruikt. b. hij dient in de Gemeenschap een summiere aangifte bij uitgang of bij binnenkomst in; c. hij beheert een ruimte voor tijdelijke opslag overeenkomstig artikel 185, lid 1; d. hij vraagt een vergunning aan overeenkomstig artikel 324bis of 372 (toegelaten afzender of vereenvoudigingen douanevervoer); e. hij vraagt een AEO-certificaat aan overeenkomstig artikel 14bis.
27
Pb L 51 van 1-3-2010 blz.2. 32
Bijlage 4: Overzicht gebruik EORI-nummer in summiere aangifte en douaneaangifte.
Overzicht gebruik EORI-nummer in summiere aangifte en douaneaangifte Summiere aangifte
Persoon EORI
Binnenkomst (ENS) + Summiere aangifte voor tijdelijke opslag (SAL) Afzender Indiener summiere aangifte Indiener van het verzoek om uitwijking Geadresseerde Vervoerder Te informeren partij
X X X X X X
NAW
(b)
X (c)
(j)
X (c) X (c) X (c)
(a) (b) (a) (b) (d) (e) (b)
Uitgang (EXS) Afzender Indiener summiere aangifte Geadresseerde Douaneaangifte Invoer (1)
Uitvoer (2)
Douanevervoer (3)
X (a) (b) X X (b) (f)
X (c) -
X (c)
Afzender/exporteur (vak 2) Geadresseerde (vak 8) Vertegenwoordigde (vak 9) Aangever/vertegenwoordiger (vak 14)
X (g) X (g) X (g)
X (h) X (h) X (h)
Afzender/exporteur (vak 2) Geadresseerde (vak 8) Vertegenwoordigde (vak 9) Aangever/vertegenwoordiger (vak 14)
X X X X
X X X X
Afzender (vak 2) Geadresseerde (vak 8) Aangever (vak 50) Toegelaten geadresseerde (vak 52)
(g) (f) (g) (g)
X (k) X X
Uitleg verwijzingen letters kolommen EORI en NAW (Naam, Adres, Woonplaats): (a) Verplicht als het een andere persoon betreft dan indiener summiere aangifte. (b) Invullen EORI-nummer als indiener summiere aangifte over EORI-nummer beschikt, anders invullen: naam, adres, woonplaats. (c) Invullen als indiener summiere aangifte niet beschikt over het EORI -nummer. (d) In situaties als bedoeld in: - artikel 183, lid 6 TVo.CDW (kennisgeving registratie ENS) - artikel 183, lid 8 TVo.CDW (kennisgeving registratie wijzigingen ENS) - artikel 184 quinquies, lid 2 TVo.CDW (kennisgeving no-load) 33
(h) (i) (h) (h)
X (k) -
moet het EORI-nummer van de vervoerder worden ingevuld i.v.m. het elektronisch kunnen versturen van de kennisgeving. (e) Dit vak moet worden ingevuld als de goederen worden vervoerd onder dekking van een verhandelbaar cognossement 'aan order blanco geëndosseerd'. Vermeld in het vak 'Geadresseerde' in dit geval code 10600 (=gegevens geadresseerde onbekend). (f) Op dit moment kunnen in DSU alleen NAW -gegevens worden vermeld. Het is nog niet mogelijk om een EORI-nummer te vermelden. Gezien het feit dat Douane Sagitta Uitvoer (DSU) op termijn wordt vervangen, is dit pas mogelijk vanaf het moment dat het nieuwe aangiftesysteem operationeel is. (g) EORI-nummer verplicht, tenzij particulier (Particulier? Vul dan in: naam, adres en woonplaats of vermelding NL, gevolgd door BSN) (h) Alleen als sprake is van een particulier. Vul in: naam, adres en woonplaats of vermelding NL, gevolgd door BSN. (i) Dit gegeven is verplicht als: - sprake is van uitvoer van landbouwgoederen met aanspraak op restitutie - in de uitvoeraangifte ook de veiligheidsgegevens van bijlage 30bis TVo. CDW moeten worden opgenomen (zie kolom Summiere aangifte Uitgang) (j) In geval van uitwijkverzoek (diversion request) moet de persoon die het verzoek om uitwijking bij binnenkomst indient een EORI-nummer hebben. (k) Volgens huidige wetgeving (bijlage VI Algemene douaneregeling) kan worden volstaan met vermelding van naam, adres en woonplaats. Verder hoeft dit vak niet te worden gevuld als de geadresseerde niet in de EU of in een EVA land is gevestig d. Vanaf 01/01/2013 is het verplicht om een EORI-nummer te vermelden als de geadresseerde is gevestigd in de EU. Geadviseerd wordt om, vooruitlopend op deze wijziging, nu al het EORI-nummer van de geadresseerde te vermelden.
34
Bijlage 5: EORI-nummer, usefulness en necessity.
EORI number usefulness and necessity If you are an importer, exporter, consignor or consignee of goods or are otherwise involved in goods coming from or destined for a country outside the European Union, you are dealing with an EORI number. Practice has shown that there is a lot of ignorance about the use of the EORI number.
What is an EORI number? On 1 July 2009, European legislation came into force which allows customs authorities to efficiently and effectively identify economic operators involved in international trade and transport. The means to serve this purpose is the Economic Operators Registration and Identification number (EORI). Who ought to have an EORI number? European customs legislation prescribes that economic operators should have an EORI number. In this connection, an economic operator is a legal entity engaged in activities that cause it to be directly or indirectly related to Customs. No EORI number is assigned to private individuals and to branches/secondary establishments that are no independent legal entities. In performing their activities, branches/secondary establishments must use the EORI number of the principal establishment. Mandatory use of the EORI number Economic operators are obliged to use the number for all customs transactions and activities in the EU if an identification number is requested. This applies to applications for a customs authorisation, the AEO status and to filing all customs declarations. Things often go wrong with the latter in particular. Your logistics service provider may ask for your EORI In practice, forwarding agents and customs agents are often engaged in order to perform customs formalities. In addition, carriers are responsible themselves the moment they have to cross the external borders of the European Union. When filing a declaration or performing other formalities, logistics service providers are obliged to identify the parties in the chain. In the past, your name and address details were stated, but due to the arrival of EORI, this will therefore no longer be allowed, save for a few exceptions. Nevertheless, most Member States use a period of adjustment. This is going to change. As from 1 July 2012, Dutch Customs will enforce the rules more strictly. The failure to state a mandatory EORI number will then be regarded as an incorrect declaration and may be subject to a penalty. This is the reason why logistics service providers may ask you for your EORI number. The EORI number also offers advantages for businesses An important factor in international trade is the handling of all kinds of customs and inspection formalities. Dutch Customs tries to do this as efficiently as possible, with the least possible inconvenience to the business sector. Customs uses various methods to carry out supervision, including the (physical) inspection of the goods. In order to do this properly, Customs is dependent on the information obtained. If any data are missing, it will be more likely for a consignment to be subject to an inspection. The consequences of this could be additional administrative acts, delays and possibly additional costs. The EORI number ensures better information, resulting in parties suffering less nuisance. So it is very important to share your EORI number with other parties in the chain. As far as AEO companies are concerned, only the EORI number can be used by Customs to determine whether an economic operator has this status and therefore the right to certain benefits and faciliti es. What does an EORI number look like and who issues it? The EORI number is a unique number that is assigned to an economic operator and is valid throughout the EU. It is possible to apply for the EORI number to Customs or other designated authorities in the country of establishment of the
35
economic operator. In any case, this number consists of a country code followed by a unique code. In the Netherlands, the EORI number is assigned by the Belastingdienst / Centrale Administratie in Apeldoorn and consis ts of the country code ‘NL’ and the ‘fiscal number’. The European Commission has published an overview stating for each Member State the authority assigning the EORI number, its structure and the procedure for its issue (download). Upon its introduction, most Member States automatically assigned an EORI number to registered economic operators. More information about the EORI number: - the European Commission (English) - Dutch Customs (Dutch or English) an overview and explanation of the statutory obligations with resp ect to the use of the EORI number in a summary declaration and a customs declaration.
36