Hardlopen naar gezondheid Onderzoek naar hardlopen in de gemeente Kampen
0
Colofon Hardlopen naar gezondheid 2015 Gemeentelijke onderzoek naar de wensen, behoeften en het beweeggedrag van volwassenen (18 tot en met 65 jaar) April 2015 In opdracht van de gemeente Kampen Arjan Vorsselman Danny van den Berg Sportservice Kampen Burgemeester Berghuisplein 1 8261 DD Kampen www.sportservicekampen.nl
Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. 1
2
Inhoudsopgave Samenvatting........................................................................................................................................... 4 Voorwoord .............................................................................................................................................. 6 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 7 1.1 Achtergrond en aanleiding ............................................................................................................ 7 1.2 Probleemstelling............................................................................................................................ 7 1.2.1 Doelstelling: ............................................................................................................................ 8 1.2.2 Vraagstelling: .......................................................................................................................... 8 1.3. Relevantie ..................................................................................................................................... 8 1.4 Werkwijze ...................................................................................................................................... 9 1.5 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 9 1.6 Planning ......................................................................................................................................... 9 2. Onderzoeksopzet............................................................................................................................... 10 2.1 Onderzoeksdoelgroep ................................................................................................................. 10 2.2 Onderzoeksmethode ................................................................................................................... 10 2.3 Betrouwbaarheid......................................................................................................................... 10 2.4 Validiteit ...................................................................................................................................... 11 2.5 Communicatie ............................................................................................................................. 12 3. Resultaten.......................................................................................................................................... 13 3.1 Beschrijvende statistieken........................................................................................................... 13 3.2 Beweeggedrag in de gemeente Kampen .................................................................................... 14 3.3 Mening tegenover hardlopen in de toekomst ............................................................................ 19 3.4 Drijfveren en motivaties om (meer) te gaan hardlopen ............................................................. 21 3.5 Stimuleren van de huidige hardloper .......................................................................................... 25 3.6 Stimuleren van de potentiële hardloper ..................................................................................... 29 4. Discussie ............................................................................................................................................ 32 5. Conclusies .......................................................................................................................................... 34 6. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 40 Referenties ............................................................................................................................................ 42 Begrippen en afkortingen...................................................................................................................... 43 Bijlagen .................................................................................................................................................. 45
3
Samenvatting Hardlopers leven gemiddeld drie jaar langer dan mensen die niet hardlopen, blijkt uit recent onderzoek van de Iowa State University. De populariteit van het beoefenen van de hardloopsport in Nederland is de afgelopen vier decennia dan ook spectaculair gestegen. In Nederland doet namelijk één op de vijf mensen momenteel aan hardlopen. Sportservice Kampen hecht er veel waarde aan om meer kennis te vergaren over sport en beweeggedrag in de gemeente Kampen om haar sport- en beweegbeleid hier zo goed mogelijk op aan te passen. Het onderzoek zoomt in op het hardlopen in de gemeente Kampen. Wat wil de (nog niet) hardlopende inwoner van de gemeente Kampen? Waar heeft de inwoner behoefte aan? Hoe daagt Sportservice de inwoner uit om ook te gaan hardlopen? Deze samenvatting verwoordt de belangrijkste onderzoeksresultaten volgend uit de uitkomsten van een online onderzoek onder 2600 inwoners van de gemeente Kampen (18 t/m 65 jaar). De totale respons bedroeg 15%. In totaal hebben 403 inwoners van de gemeente Kampen aan het onderzoek meegedaan. Huidig hardloopgedrag Het hardlopen is in de gemeente Kampen ook populair blijkt uit het onderzoek. Meer dan 4 op de 10 de inwoners heeft in de afgelopen 12 maanden één keer of vaker aan hardlopen gedaan. Dit aandeel is positief vergeleken met het landelijk gemiddelde. De voorkeuren van de huidige hardloper gaan uit naar een verharde ondergrond, hardlopen langs de IJssel of door eigen wijk, met een afstand variërend van 3 t/m 9 kilometer. Hardlopen in de toekomst Van de inwoners van de gemeente Kampen die nog niet hardlopen, wil iets meer dan 1 op de 4 gaan starten met hardlopen en is daarmee een potentiële hardloper (25,6%). Dit komt overeen met 18,4% van het totaal aantal inwoners van de gemeente Kampen. Meer dan 3 op de 4 inwoners van de gemeente Kampen die al hardlopen zouden in nabije toekomst vaker willen hardlopen (76,5%). Dit komt overeen met 21,8% van de inwoners van de gemeente Kampen. Bovenstaande komt neer op 4 van de 10 inwoners (40%) van de gemeente Kampen die (vaker) zou willen gaan hardlopen. Dit aandeel ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (22%). Deze cijfers geven aan dat een relatief groot deel van de inwoners van de gemeente Kampen wel de intentie heeft, maar nog niet het gewenste gedrag vertoond. Dat relatief veel inwoners (vaker) willen gaan hardlopen, maar dat het gedrag dus nog niet vertoond wordt, kan veroorzaakt worden door obstakels die de intentie belemmeren. Wat de (niet) hardlopende nou precies stimuleert om (vaker) te gaan hardlopen wordt duidelijk in de volgende deelvragen. Huidige hardlopers die meer willen gaan hardlopen Van het totale aantal respondenten van 403 zijn er 115 (29%) die al hardlopen. Van deze 115 zijn er 88 respondenten die in de nabije toekomst vaker willen gaan hardlopen dan ze op dit moment doen Uit de resultaten blijkt dat 70% huidige hardlopers het liefst alleen loopt. Uit de resultaten blijkt dat de gewenste loopafstand ligt tussen de 3 en 9 kilometer. Zowel 3 tot en met 5 en 6 tot en met 9 kilometer worden beiden in 42% van de gevallen genoemd als gewenste loopafstand . 15% van de respondenten wil 10 kilometer of meer hardlopen. 1 op de 3 hardlopers willen het liefst door de week in de avond hardlopen. Daarna willen hardlopers het liefst in het weekend overdag of door de week overdag hardlopen beide antwoorden komen voor in 28% van de gevallen. 75% van de huidige hardlopers hebben geen behoefte aan professionele begeleiding. Zij voelen zich veilig tijdens het hardlopen, maar zijn niet tevreden over de verlichting van de hardloopomgeving. 4
Potentiële hardlopers Van het totale aantal respondenten van 403 zijn er 74 personen die willen beginnen met hardlopen. Dit is 18% van de respondenten. Bijna 2 van de 3 potentiele hardlopers gaat bij voorkeur alleen hardlopen. 20% van de potentiele hardlopers wil 1 tot 2 kilometer gaan hardlopen. Bijna 66% wil 3 tot en met 5 kilometer hardlopen. De potentiele hardloper wil op een aantal momenten in de week gaan hardlopen. Bij voorkeur is dat door de week ’s avonds, door de week buiten werktijd of in het weekend overdag. Minder dan de helft heeft daarbij behoefte aan professionele begeleiding. Ze worden gemotiveerd door een uitgestippelde route dichtbij huis of een beginners- hardloopcursus. Drijfveren en motivatie Lichaamsbeweging en gezondheid is een belangrijke drijfveer zowel man en vrouw en voor alle leeftijdscategorieën. Dit geldt ook voor de huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen en de potentiele hardloper. De opbouw van conditie, kracht en/ of lenigheid is ook voor iedereen belangrijk behalve voor de personen in de leeftijd van 50 tot en met 65 jaar. Zij vinden het meer een uitlaatklep voor dagelijkse activiteiten. Als het gaat om de motivatie om (meer) te gaan hardlopen blijkt dat de huidige hardloper behoefte heeft aan een uitgestippelde route dichtbij huis en ze willen trainen voor een evenement (beiden 22%). De potentiele hardloper heeft het meest behoefte aan een beginner- hardloopcursus en aan een uitgestippelde route dichtbij huis (beiden 20%).
5
Voorwoord Geachte lezer, Voor u ligt het onderzoeksrapport: “hardlopen naar gezondheid”, geschreven door Arjan Vorsselman en Danny van den Berg (studenten Sportmanagement aan Hogeschool Windesheim, Calo) dat in de periode oktober t/m april 2015 tot stand is gekomen. In het kader van de verdiepende beroepsstage (VBS) voeren wij namens Sportservice Kampen dit onderzoek uit. Dit onderzoek is gestart in opdracht van Sportservice Kampen en biedt relevante informatie over de wensen, behoeften en het beweeggedrag van de doelgroep volwassenen (18-65 jaar) op het gebied van hardlopen in de gemeente Kampen. Met dit rapport kunnen in de toekomst onder andere afwegingen verantwoord worden door Sportservice Kampen en de gemeente met betrekking tot het stimuleren van hardlopen in de gemeente Kampen. Er is veel informatie uit het onderzoek te halen, waar veel partijen hun voordeel mee kunnen doen. Onze dank gaat uit naar de inwoners van de gemeente Kampen voor hun deelname aan het onderzoek en Sportservice Kampen voor de financiering van het onderzoek. Daarnaast willen we IJsseldelta en het Mulier Instituut bedanken voor hun gedeelde kennis en expertise. Sportservice Kampen, Kampen, april 2015, Arjan Vorsselman Danny van den Berg
6
1. Inleiding In dit rapport is onder andere beschreven hoe het onderzoek gestructureerd is. Daarnaast beoogt het rapport inzicht te geven in de verschillende resultaten van het onderzoek. Tevens wordt er op basis van de conclusies inhoud gegeven aan de wijze waarop de gestelde doelstellingen door de opdrachtgever gerealiseerd kunnen worden. 1.1 Achtergrond en aanleiding In toenemende mate is onze samenleving naast prestatie, gericht op gezondheid en fitheid. Afvallen, een mooi lichaam en met name gezondheid zijn vaak aanleidingen om hard te lopen. Hardlopers leven namelijk gemiddeld drie jaar langer dan mensen die niet hardlopen, blijkt uit nieuw onderzoek van de Iowa State University (Lee, Pate, Lavie, Sui, Church, & Blair, 2014). Veertig jaar geleden was het vreemd om mensen alleen of met anderen te zien hardlopen. Nu is het een volkomen geaccepteerd fenomeen. In Nederland doet namelijk één op de vijf mensen aan hardlopen (Breedveld, Kamphuis, & Tiessen-Raaphorst, 2008). Zo zien we mensen hardlopen: in de stad, het park, het bos, op het platteland, aan zee op het strand. Overal waar mensen kunnen komen zie je in alle weersomstandigheden hardlopers actief hun gang gaan. De trainingslocaties van deze hardlopers liggen waarschijnlijk in de buurt van hun woonadres, maar waar? Een voorlopig antwoord op de vraag waar hardlopers graag lopen is: “wisselende looproutes: 68% loopt in bos, natuur of park, 32% in stedelijk gebied en 23% “waar mogelijk, doet er niet toe” (Bottenburg, 2006). Ondanks de toename van het aantal hardlopers is er geen groei in de hoeveelheid ruimte beschikbaar voor buitensport in de centra en binnenringen van steden (Breedveld, Kamphuis, & Tiessen-Raaphorst, 2008). Dat terwijl uit onderzoek van onderzoeksbureau GFK in opdracht van NOC*NSF wordt geconstateerd dat er bijna 1 miljoen mensen van de Nederlandse bevolking (7%) potentiële hardlopers zijn (Hendriksen & Hoogwerf, 2013). Doorberekend komt dit neer op bijna 3.000 potentiële hardlopers in de gemeente Kampen. In de gemeente Kampen bestaat momenteel al wel een wandel en fietsnetwerk om bewegen in de openbare ruimte te stimuleren (Info over wandel- en fietsnetwerk, 2014). Er is nog geen plan ontwikkeld om specifiek het hardlopen te stimuleren in de openbare ruimte. Toch wordt er geconstateerd dat onder andere rondom de Europa-allee in kampen veel inwoners (hard)lopen. Deze straat is goed verlicht en heeft veel rotondes waarbij fietsers en voetgangers voorrang hebben, daarnaast is de afstand goed te overzien tussen de rotondes. Dit maakt de omgeving geschikt om inwoners te verleiden meer te gaan bewegen zowel in de zomer als in de winter. Dat sluit perfect aan bij het sport- en beweegbeleid in de Gemeente Kampen. Kortom een mooie kans om het hardlopen in de openbare ruimte te stimuleren. 1.2 Probleemstelling Om de beschikbare middelen voor sport zo efficiënt mogelijk in te zetten, is het belangrijk om een duidelijk inzicht te hebben in de wensen en behoeften rond het hardlopen in de gemeente Kampen. Wat wil de nog niet lopende inwoner? Waar is behoefte aan? Hoe dagen we de inwoner uit om ook te gaan hardlopen? Wie hebben we daar bij nodig? Op basis van deze kennis kan Sportservice Kampen haar sport –en beweegbeleid beter afstemmen op de wensen, behoeften en/of beweeggedrag van de inwoners van de gemeente Kampen. Zo hoopt Sportservice Kampen straks de afweging te kunnen maken of het stimuleren van het hardlopen in de gemeente kampen de moeite waard is en waar ze vooral in moet zetten om dit te realiseren. 7
1.2.1 Doelstelling: - Inzicht krijgen in de wensen, behoeften en het beweeggedrag van de (nog niet) hardlopende volwassenen van 18 t/m 65 jaar uit de gemeente Kampen om de (nog niet)hardlopende inwoner te stimuleren om (meer) te gaan hardlopen.
1.2.2 Vraagstelling: - Wat zijn de wensen, behoeften en het beweeggedrag van de (nog niet) hardlopende volwassenen van 18 – 65 jaar uit de gemeente Kampen en hoe kunnen ze gestimuleerd worden om (meer) te gaan hardlopen?
Deze algemene onderzoeksvraag vertalen we in meer specifieke onderzoeksvragen waarop dit onderzoek een antwoord moet bieden. De specifieke onderzoeksvragen deelden we op in twee niveaus: Gedrag - Wat is het huidige beweeggedrag van de inwoner van de gemeente Kampen op het gebied van hardlopen? Houding - Hoe staat de (nog niet) hardlopende inwoner tegenover hardlopen in de toekomst? - Wat zijn de drijfveren om te gaan hardlopen? - Wat motiveert de huidige hardloper om vaker te gaan hardlopen? - Wat motiveert de potentiële hardloper om beginnen met hardlopen? 1.3. Relevantie Dit onderzoek is bestemd voor Sportservice Kampen, hierin wordt advies gegeven over de doelgroep volwassen met betrekking tot het hardlopen in Kampen. Zo streeft de gemeente Kampen naar een sportieve samenleving en zet ze zich in om zoveel mogelijk inwoners aan sport- en beweegactiviteiten te laten deelnemen. Voor de specifieke doelgroepen zoals jeugd, senioren, allochtonen en mensen met een beperking is er al extra aandacht. Met de resultaten van dit onderzoek kan Sportservice Kampen de accenten leggen bij de specifieke doelgroep volwassenen. Maatschappelijke relevantie: De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is dat er een relatief onbekend terrein op het gebied van sport in Kampen inzichtelijk wordt gemaakt, wat kan bijdragen aan een positiever hardloopgedrag onder volwassen en vervolgens leidt tot een betere fysieke en mentale gezondheid van deze doelgroep in de gemeente Kampen. (Tangerman, 2008) Theoretisch relevantie: Het onderzoek is theoretisch zeer relevant, omdat met behulp van de theoretische onderzoeksresultaten aanbevelingen worden gedaan welke kunnen bijdragen aan de uitvoering van de speerpunten beschreven in Sport- en Beweegnota 2008-2014 (Gemeente Kampen, 2008)
8
Praktisch relevantie: De opdrachtgever kan de aanbevelingen van dit onderzoek meenemen bij de ontwikkeling van het concept waarmee de doelgroep eventueel gestimuleerd kan worden. Met behulp van onder andere dit onderzoek wordt er inzichtelijk gemaakt wat de doelgroep wil, wat zij eventueel als motivatie ervaren en kunnen mogelijke keuzes verantwoord worden omtrent het hardlopen in de openbare ruimte. 1.4 Werkwijze Het onderzoek is gestart met een uitgebreide literatuurstudie. Na het bepalen de onderzoeksmethode is het theoretisch kader verder uitgewerkt en is het onderzoek uitgezet. In de fasen hierna zijn de resultaten geanalyseerd en meegenomen in de conclusies en aanbevelingen. In dit onderzoeksrapport komen verscheidene definities en afkortingen gebruikt Om de leesbaarheid te bevorderen worden afkortingen één keer volledig uitgeschreven, daarna wordt alleen de afkorting gebruikt. 1.5 Leeswijzer Dit rapport bespreekt eerst op hoofdlijnen de methode die gehanteerd wordt tijdens dit onderzoek. Hier wordt onder andere de onderzoeksmethode beschreven die het best aansluit bij de vraag- en doelstellingen van het onderzoek hoofdstuk 2). Vervolgens geeft het rapport de uitkomsten weer van het onderzoek (hoofdstuk 3). In het hierop volgende hoofdstuk worden de verwachtingen, mogelijke oorzaken en gevolgen van de resultaten besproken, ook worden er eventuele beperkingen gepresenteerd en worden er suggesties gedaan voor vervolgonderzoek Hoofdstuk. Het rapport sluit af met de conclusies en aanbevelingen voor Sportservice Kampen op basis van de resultaten. 1.6 Planning Onderzoeken Literatuurstudie (b)
Uitzetten vragenlijst
Aanbevelingen
Verbeteren/ aanscherpen
Theoretisch kader
Analyse resultaten
Conceptversie
Definitief resultaat
Schrijven Sept. - Oktober
Nov. - December
Dec. - Januari
Januari
Figuur 1.3 : Onderzoek planning
9
2. Onderzoeksopzet 2.1 Onderzoeksdoelgroep De totale onderzoekspopulatie van dit onderzoek bestaat uit alle inwoners van de gemeente in de leeftijd van 18 t/m 65 jaar. De uitgebreide omschrijving van de onderzoeksdoelgroep met onderbouwing waarom voor deze doelgroep is gekozen staat nader beschreven in bijlage II. Als ieder individu van deze doelgroep onderzocht wordt, wordt het onderzoek te groot om het te verwerken in het kader van de stage-opdracht. Er is daarom gekozen om niet iedere inwoner van kampen tussen de 18 en 65 jaar te bevragen. In plaats daarvan wordt er gekozen voor een steekproeftrekking onder deze doelgroep (zie 2.3 betrouwbaarheid). 2.2 Onderzoeksmethode Om een representatief deel van de inwoners uit de gemeente Kampen te bevragen, wordt er tijdens dit kwantitatieve onderzoek gebruik gemaakt van gestructureerde online enquêtes. In deze enquête is de onderzoeksvraag geoperationaliseerd in vragen aan de doelgroep. Bij dit onderzoek krijgt de respondent een uitnodigingskaart toegezonden. Via deze uitnodigingskaart worden de respondenten doorverwezen naar de website van Sportservice en kunnen ze inloggen met hun eigen unieke code. Op deze site staan de benodigde instructies en kan de online enquête digitaal worden ingevuld. 2600 inwoners van de gemeente Kampen van 18 tot 65 jaar krijgen deze uitnodigingskaart hun brievenbus. Deze bruto steekproef uit 51.400 inwoners werd volledig aselect, op zuiver toevallige wijze, getrokken uit het bevolkingsregister van de gemeente. Bij deze enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sample) is de kans om in de steekproef te worden opgenomen dus ‘bekend’ en gelijk voor alle mensen binnen de doelgroep, zo kan er een zuivere schatting worden gemaakt van de populatiekenmerken. Daarnaast is deze methode erg makkelijk te hanteren, omdat er een elektronische database aanwezig is van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). 2.3 Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid is een eerste vereiste voor elk succesvol onderzoek en wijst naar de consistentie van de resultaten. Betrouwbaarheid kan beïnvloed worden door verschillende factoren, zo zijn er ook potentiële bedreigingen in dit onderzoek (Gratton, Robinson, & Jones, 2011). Het tijdstip, aanpak gegevensverzameling, de omgeving en verkeerde interpretaties in de vragenlijst kunnen de betrouwbaarheid verlagen. De respondent antwoordt misschien verschillend afhankelijk van het tijdstip waarop hij/zij gevraagd worden om gegevens, dit verschil kan worden voorkomen door een ‘neutraal’ tijdstip te kiezen voor uit uitzetten van de enquête, tussen hardloopwedstrijden in. De gegevensverzameling wordt getracht hetzelfde te zijn, dit kan met behulp van het programma Adobe FormsCentral. De omgeving wordt bepaald door de uitnodigingskaart naar het huisadres te sturen van de respondent. Hierdoor wordt ook de anonimiteit gewaarborgd waardoor de deelnemer niet denkt dat de onderzoeker de ‘juiste’ antwoorden wil horen, tevens wordt hier rekening gehouden met een betrouwbaarheidsmarge van 95%. Dit in samenhang met het herinneren aan het feit dat er geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden zijn. Om verkeerde interpretaties te voorkomen worden verwarrende termen gedefinieerd onder de desbetreffende vraag. 48 uur voor verzending van de uitnodigingskaarten worden de 2600 willekeurig getrokken namen uit het bevolkingsregister gefilterd op mutaties (eventuele verhuizingen en overlijden) om zo betrouwbaar mogelijk te blijven.
10
Steekproeftrekking Deze steekproeftrekking zal representatief moeten zijn voor de totale populatie. Wanneer de steekproef representatief is dan betekent dit dat op basis van de resultaten van het onderzoek dat er met een bepaalde zekerheid uitspraken gedaan kunnen worden over de gehele populatie (complete doelgroep). De steekproefgrootte voor het onderzoek wordt bepaald a.d.h.v. een formule afkomstig van een website gespecialiseerd in marktonderzoeken (marktonderzoek.nl) Bij het invullen van de formule kunnen verschillende wensen worden meegenomen voor de steekproef. Dit zijn de volgende: -
Betrouwbaarheidsmarge: De betrouwbaarheidsmarge is de mate van onzekerheid die wordt toegelaten in het onderzoek. Een hogere betrouwbaarheidsmarge vereist een grotere steekproef. Bij het berekenen van de steekproef is er een marge betrouwbaarheidsmarge aangehouden van 95% dit betekent dat de resultaten voor 95% betrouwbaar zullen zijn.
-
Foutenmarge: Bij een betrouwbaarheidsmarge van 95% betekent dit dat bij de foutenmarge de kans die wordt toegelaten, dat er fouten zullen zitten in de uitkomsten, 5% zal zijn.
-
Verwachte percentage: Het responspercentage is welk percentage van mensen die gevraagd werden om deel te nemen aan de enquête dit effectief zal doen. Dit hangt af van factoren als, de distributiemethode (papier, online, etc.) en/of motivatie (beloning, prijs). Het verwachte responspercentage voor de doelgroep wordt bepaald op 30% (bijlage I). Ter bevordering van de respons zijn bijvoorbeeld de volgende acties ondernomen: Sportservice Kampen heeft prijzen beschikbaar gesteld die zijn verloot onder de respondenten. De vragenlijst was zodanig ontworpen dat zo veel mogelijk mensen deze in konden vullen, ongeacht soort computer, browser of besturingssysteem. De vragenlijst was gebruiksvriendelijk ontworpen, zodat mensen halverwege niet zouden afhaken. Er werd onder meer een voortgangsindicator gepresenteerd en was visueel aantrekkelijk weergegeven.
Na het invullen van de formule blijkt dat er onder de inwoners van Kampen 378 enquêtes teruggestuurd moeten worden om een representatief beeld geven van de stad Kampen. Dit betekent dat er 1260 uitnodigingskaarten uitgezet moeten worden. Van de kernen (IJsselmuiden, Grafhorst, Wilsum, Kamperveen, Kampereiland, ’s-Heerenbroek, Zalk, en Mastenbroek ged.) moeten 339 enquêtes teruggestuurd worden, hier moeten er dus 1130 uitgezet worden (bijlage I). 2.4 Validiteit Een tweede belangrijke vereiste voor een onderzoek is validiteit (geldigheid) ‘hoe weten we of de methode die wordt gebruikt in dit onderzoek daadwerkelijk meet wat we willen dat het meet en zijn de conclusies die daar uit worden getrokken daarom geldige conclusies?’ (Bergsma, 2003). Om de validiteit van het onderzoek te bewaken maken we gebruik van vier elementen (Gratton, Robinson, & Jones, 2011): -
Face validity: Om toevallige fouten en irrelevante vragen in de enquête te voorkomen is er een proefafname genomen uit de populatie die wordt onderzocht (8 proefafnames bij verschillende personen).
11
-
Predictive validity: In het onderzoek wordt de hoofdvraag onderverdeeld in deelvragen en staan er twee niveaus centraal, namelijk: gedrag en houding. Het betekent dat er d.m.v. het onderzoek inzicht verkregen wil worden in deze onderwerpen. Er kan alleen gemeten worden welk sportgedrag de respondenten momenteel vertonen en welke mening ze hebben over bepaalde zaken tot op heden. Om valide te blijven maken wordt hierbij dus onderscheidt gemaakt tussen ‘feiten’ en eventueel ‘verwachtte trends’. Zo is bijvoorbeeld toekomstig gedrag niet te meten. Wanneer iemand een positieve mening heeft ten opzichte van hardlopen hoeft dit niet hun gedrag te voorspellen.
-
Content validity: De vragenlijst is opgesteld aan de hand van een operationaliseringsschema. Daarnaast is er actief gebruik gemaakt van kennis vanuit Sportservice Kampen, Sportservice Overijssel en is er kennis verworven bij deskundige docenten met expertise werkzaam bij Hogeschool Windesheim.
-
Construct validity: Om de vergelijkbaarheid van de resultaten uit het onderzoek te waarborgen, is het niet alleen nodig dezelfde vragen te stellen, maar ook om onderzoek met dezelfde methode te verrichten en de data op gelijke wijze te analyseren. In dit onderzoek wordt bij de vragen over sportbeoefening gebruik gemaakt van de Richtlijnen Sportdeelname Onderzoek (RSOonderzoeksprotocol). De RSO is een gestandaardiseerde vragenlijst om de frequentie, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van de bevolking in kaart te brengen. De RSO wordt veelvuldig gebruikt op nationaal en lokaal niveau waardoor bij dit onderzoek gebruik gemaakt kan worden van de beschikbare referentiecijfers (W.J.H. Mulier Instituut, 2007). De cijfers zijn onder andere te vergelijken met: ‘Fit en gezond in Overijssel’ en de ‘GFK, Sportdeelname Index’ (hardlooprapportage) .
2.5 Communicatie Om het onderzoek onder de aandacht te brengen bij de doelgroep is er een communicatieplan opgesteld. Doel van dit communicatieplan is om de inwoners van de gemeente Kampen kennis te laten nemen van het onderzoek, hun houding positief te veranderen en het gedrag te beïnvloeden. 1. Kennis Inwoners informeren over het onderzoek dat gaande is. 2. Houding Mensen enthousiasmeren ten aanzien van het onderzoek. 3. Gedrag Mensen aanzetten tot het invullen van de vragenlijst Het communicatieplan dient als handvat voor het concreet maken van de communicatie voornemens, voor het uitvoeren hiervan en controleren of de uitvoering goed verloopt. In dit communicatieplan staan onder andere acties beschreven als: versturing van het persbericht naar de lokale pers, betrekken van social media, plaatsing van het artikel op de gemeentelijke website, plaatsing van een herinneringsartikel en de mailing van de uitnodigingskaarten.
12
3. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek weergegeven. In principe wordt hier antwoord gegeven op alle sub vragen. Deze sub vragen worden kort samengevat en er worden getalsmatige conclusies getrokken met behulp van verschillende tabellen en grafieken. Er is gebruik gemaakt van een representatieve steekproef van N=403. Deze steekproef leidt ertoe dat uitspraken kunnen worden gedaan over de resultaten met een betrouwbaarheid van 95%. ‘N’ staat voor het aantal waarnemingen die meegenomen zijn in de betreffende berekening. Deze kan mogelijk afwijken van het totaal aantal respondenten van het gehele onderzoek (N=403). Alle personen die gereageerd hebben worden respondenten genoemd. Met de term ‘volwassenen’ wordt iedereen van 18 t/m 65 jaar bedoeld. 3.1 Beschrijvende statistieken Leeftijd en Geslacht Onderstaand tabel 1: leeftijd en geslacht doelgroep, geeft de frequentie (aantallen) en percentages weer van het geslacht en de leeftijd van de respondenten (N=403). Onderstaand figuur 1 geeft alleen de percentages en verhoudingen weer. Opvallend is dat de meerderheid van alle respondenten (71,2%) een vrouw is en de overige 28,8% een man. In de leeftijdscategorie 35 t/m 49 jaar zijn zowel de mannen (6,9%) als de vrouwen (21,8%) het minst vertegenwoordigd, wat in deze leeftijdscategorie samen een totaal vormt van 28,8%. Tabel 1: Leeftijd en geslacht doelgroep
Leeftijd
18 t/m 34 jaar 35 t/m 49 jaar 50 t/m 65 jaar
Totaal
Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal
(N=403) Geslacht Mannen Vrouwen 48 101 11,9% 25% 28 88 6,9% 21,8% 40 98 9,9% 24,3% 116 287 28,8% 71,2%
Totaal 149 37% 116 28,8% 138 34,2% 403 100%
100% 90% 80% 70% 71,2%
60% 50%
Vrouwen
40%
Mannen
30% 20% 10% 0%
25,0% 21,8%
24,3% 28,8%
11,9%
6,9%
9,9%
18 t/m 34 jaar
35 t/m 49 jaar
50 t/m 65 jaar
Figuur 1: Percentage leeftijd en geslacht doelgroep
Totaal
(N=403) 13
Woonplaats Uit onderstaand figuur 2: woonplaats, blijkt dat meer dan de helft van de respondenten momenteel woont in de stad Kampen (52%). Vervolgens valt op te maken dat 36% van de respondenten komt uit (de kern) IJsselmuiden. ’s-Heerenbroek (1) en Mastenbroek (2) zijn de kernen met het minst aantal respondenten.
Grafhorst 2% (9) ’s-Heerenbroek 0% (1) IJsselmuiden 36% (145) Kampen 52% (210) Kamperveen 2% (9) Mastenbroek 0% (2) Wilsum 3% (12) Zalk 3% (11) Kampereiland 1% (4)
Figuur 2: Woonplaats
(N=403)
3.2 Beweeggedrag in de gemeente Kampen Sportdeelname volwassenen De vragen over sportbeoefening zijn gebaseerd op de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) van het Mulier Instituut. Allereerst is gevraagd welke sport(en) men in de afgelopen twaalf maanden heeft beoefend. In totaal beoefent 74% minstens één keer per jaar een sport (N=403). Dit is af te lezen in de laatste rij van de kolom ‘sport wel’ van tabel 2: Sportdeelname volwassenen. De overige 26% heeft de afgelopen 12 maanden NIET (0 keer) aan sport gedaan. Tabel 2: Sportdeelname volwassen
Leeftijd
18 t/m 34 jaar 35 t/m 49 jaar 50 t/m 65 jaar
Totaal
(N=403)
Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal
Sportgedrag Sport wel Sport niet 120 29 29,8% 7,2% 84 32 20,8% 7,9% 94 44 23,4% 10,9% 298 105 74% 26%
Totaal 149 37% 116 28,7% 138 34,3% 403 100%
14
Uit onderstaand figuur blijkt dat 73,2% van de volwassenen uit de gemeente Kampen in de afgelopen 12 maanden één keer of vaker aan sport heeft gedaan. Uit dit figuur is ook op te maken dat 68,5% een sporter is (12 x per jaar of vaker) en 60,1% van de volwassenen een regelmatige sporter is (meer dan 60 keer of vaker). De doelgroepen die vaker sporten zijn mannen, en volwassen uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34. Te zien is dat naarmate de leeftijd stijgt de sportfrequentie afneemt. 100% 90%
26,8%
80% 70% 60%
4,7% 8,4%
22,4%
20,8%
28,5%
0,9% 6,0%
27,6%
32,5%
5,4% 6,3%
11,4%
9,4%
4,3%
9,5%
4,4% 4,4%
58,6%
58,7%
50% 40% 70,7% 30%
60,1%
62,4%
55,8%
20%
10% 0% Totaal gemeente Kampen 18 t/m 65 jaar
Geslacht: Mannen
Geslacht: Vrouwen
60 keer of vaker
Leeftijd: 18 t/m Leeftijd: 35 t/m Leeftijd: 50 t/m 34 jaar 49 jaar 65 jaar
12 - 59 keer
1 - 11 keer
0 keer
Figuur 3: Sportfrequentie
(N=403)
Huidig hardloopgedrag 28,6% van de volwassenen uit de gemeente Kampen (N=403) doet momenteel aan hardlopen kan wordt gedefinieerd als huidige hardloper. Dit is af te lezen in de laatste rij van de kolom ‘hardloopgedrag’ van tabel 3: hardloopgedrag volwassenen. De overige 71,6% van de sportende respondenten doet momenteel niet aan hardlopen. Tabel 3: huidig hardloopgedrag volwassenen
Leeftijd
18 t/m 34 jaar 35 t/m 49 jaar 50 t/m 65 jaar
Totaal
Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal Frequentie % van totaal
(N=403) Hardloopgedrag Loopt wel Loopt niet 50 100 12,4% 24,8% 49 67 12,2% 16,6% 16 122 4% 30,2% 115 289 28,6% 71,6%
Totaal 150 37,2% 116 28,8% 138 34,2% 403 100%
15
Uit onderstaand figuur blijkt dat 42,2% van de volwassenen uit de gemeente Kampen in de afgelopen 12 maanden één keer of vaker aan hardlopen heeft gedaan. Uit dit figuur is ook op te maken dat 29,5% een hardloper is (12 x per jaar of vaker) en 20,1% van de volwassenen een regelmatige hardloper is (meer dan 60 keer of vaker). De doelgroepen die vaker hardlopen zijn mannen, en volwassen uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34. Te zien is dat naarmate de leeftijd stijgt het aantal respondenten dat 0 keer heeft hardgelopen (in de afgelopen 12 maanden) toeneemt. 100% 90%
80% 70%
57,8%
41,6%
47,2%
50,0%
61,6%
60%
81,9%
50% 40% 30% 20% 10%
21,5%
20,0% 12,7% 9,4%
10,3%
10,1% 14,7%
15,4%
7,3%
20,1%
18,1%
21,0%
Totaal gemeente Kampen 18 t/m 65 jaar
Geslacht: Mannen
Geslacht: Vrouwen
9,5%
21,5%
30,2%
0%
60 keer of vaker
Leeftijd: 18 t/m Leeftijd: 35 t/m Leeftijd: 50 t/m 34 jaar 49 jaar 65 jaar
12 - 59 keer
1 - 11 keer
0 keer
Figuur 3: hardloopfrequentie 50% 40% 30% 20% 10% 0%
29,5%
32,8%
5,8% 2,2% 10,1%
(N=403)
28,3%
36,9%
40,5% 12,3%
Totaal gemeente Kampen 18 t/m 65 jaar
Geslacht: Mannen
Geslacht: Vrouwen
Leeftijd: 18 t/m Leeftijd: 35 t/m Leeftijd: 50 t/m 34 jaar 49 jaar 65 jaar
Aandeel 12 keer (in de afgelopen 12 maanden) of vaker
Figuur 4: Hardlopers in de gemeente Kampen
(N=403)
Uit bovenstaand figuur 4 blijkt dat 29,5% van de inwoners van de gemeente Kampen een hardloper is (12x per jaar of vaker). Het hoogste percentage hardlopers komt uit de leeftijdscategorie 35 t/m 49 jaar (40,5%). Het laagste percentage hardlopers komt uit de leeftijdscategorie 50 t/m 65 jaar (12,3%). Uit onderstaand figuur 5: hardloopgebieden, valt op te maken dat 26,6% van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) bij voorkeur gaat hardlopen langs de IJssel. 26% loopt bij voorkeur hard in zijn of haar eigen wijk. Van de huidige hardlopers, loopt 2,4% bij voorkeur in de stad. 16
Hardloopvoorkeur In de stad
2,4%
Langs de Ijssel Op het industrieterrein
26,6% 3,0%
In een natuurgebied
14,8%
In mijn eigen wijk
26,0%
In het park
7,7%
Anders
20,7% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Huidige hardlopers (momenteel)
Figuur 5: Voorkeur hardloopomgeving
(N=115)
In figuur 6: voorkeur hardloopmoment, staat dat 33,9% van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) bij voorkeur door de week ’s avonds hardlopen. 30,5% loopt bij voorkeur hard in het weekend overdag. Van de huidige hardlopers, loopt maar liefst 1,7% in het weekend ’s avonds. Door de week overdag (buiten werktijd)
25,4%
Door de week 's avonds
33,9%
Wanneer mogelijk tijdens 2,3% werktijd ( sportieve pauze) In het weekend overdag
30,5%
In het weekend 's avonds
1,7%
Geen specifieke voorkeur
6,2% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Huidige hardlopers (momenteel)
Figuur 6: Voorkeur hardloopmoment
(N=115)
17
Van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen), geeft 42,6% aan bij voorkeur gemiddeld 6 t/m 9 kilometer te lopen. Dit is weergegeven in onderstaand tabel 6: voorkeur hardloopafstand. 40% loopt bij voorkeur gemiddeld 3 t/m 5 kilometer. 0,9 % geeft aan bij voorkeur gemiddeld 1 t/m 2 kilometer hard te lopen. Gemiddeld 1 t/m 2 kilometer
0,9%
Gemiddeld 3 t/m 5 kilometer
40,0%
Gemiddeld 6 t/m 9 kilometer
42,6%
Gemiddeld 10 kilometer of meer
16,5% 0%
10% 20% Huidige hardlopers (momenteel)
30%
40%
Figuur 7: Voorkeur hardloopafstand
50%
(N=115)
Uit onderstaand figuur 8: hardloopgebieden, valt op te maken dat 70% van de huidige hardlopers bij voorkeur alleen gaat hardlopen. 20,9% loopt bij voorkeur met een vriend of vriendin. Van de huidige hardlopers, loopt 3,5% bij voorkeur met een vast groepje vrienden (ongeorganiseerd. Ik loop bij voorkeur alleen
70,0%
Met een vriend of vriendin
20,9%
Met een vast groepje vrienden 3,5% (ongeorganiseerd) Met een hardloopgroep (georganiseerd, onder begeleiding) 5,2% 0%
20% 40% Huidige hardlopers (momenteel)
60%
Figuur 8: Voorkeur hardloopgezelschap
80%
(N=115)
Van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) , geeft 82,6% aan bij voorkeur op een harde ondergrond (asfalt, beton) hard te lopen. Dit wordt weergeven in onderstaand figuur 9: voorkeur hardloopondergrond. 2,6% loopt bij voorkeur gemiddeld op de atletiekbaan.
Harde ondergrond (asfalt, beton)
82,6%
Zachte ondergrond (gras, zand)
14,8%
Atletiekbaan
2,6%
0%
20% 40% Huidige hardlopers (momenteel)
Figuur 9: Voorkeur hardloopondergrond
60%
80%
100%
(N=115) 18
3.3 Mening tegenover hardlopen in de toekomst Van de inwoners van de gemeente Kampen die nog niet hardlopen, wil 1 op de 4 gaan starten met hardlopen (25,6%). Dit komt overeen met 18,4% van het totale aantal respondenten.
25,6% Ja Nee 74,4%
Figuur 10: Starten met hardlopen
(N=289)
Uit onderstaand figuur 11: Potentiële hardlopers, blijkt dat 28,6% van het totaal een huidige hardloper is (momenteel). 18,4% van de inwoners van de gemeente Kampen heeft interesse om te starten met hardlopen en is daarbij een potentiële hardloper. Vooral onder de leeftijdscategorie 18 t/m 34 jaar bevinden zich relatief veel potentiële hardlopers (28,2%). 53% van de inwoners van de gemeente Kampen is niet geïnteresseerd in hardlopen. 100% 90% 38,2%
80% 70%
53,0%
50,0%
41,4%
54,3% 79,0%
60% 50% 40%
28,2% 18,4%
18,1%
18,5%
30% 20% 10%
28,6%
16,4%
31,9%
27,2%
33,6%
42,2%
9,4%
11,6%
0% Totaal gemeente Kampen 18 t/m 65 jaar
Geslacht: Mannen
Geslacht: Vrouwen
Huidige hardloper (momenteel)
Leeftijd: 18 t/m Leeftijd: 35 t/m Leeftijd: 50 t/m 34 jaar 49 jaar 65 jaar
Potentiële hardloper (wil gaan hardlopen)
Niet geïnteresseerd in hardlopen
Figuur 11: Potentiële hardlopers
N=403
19
In onderstaand figuur zien we dat van de inwoners van de gemeente Kampen die al hardlopen, 3 op de 4 de in nabije toekomst vaker willen gaan hardlopen (76,5%). Dit komt overeen met 21,8% van de inwoners van de gemeente Kampen. Te zien is dat naarmate de leeftijd stijgt het aantal respondenten dat vaker wil gaan hardlopen afneemt. 90% 80% 70%
79,5%
76,5%
60%
70,3%
84,0% 71,4%
50% 50,0%
40% 30% 20% 10% 0% Totaal gemeente Kampen 18 t/m 65 jaar
Geslacht: Mannen
Geslacht: Vrouwen
Leeftijd: 18 t/m Leeftijd: 35 t/m Leeftijd: 50 t/m 34 jaar 49 jaar 65 jaar
Aandeel huidige hardlopers dat vaker wil hardlopen
Figuur 12: Huidige hardlopers dat vaker wil hardlopen
(N=115)
20
3.4 Drijfveren en motivaties om (meer) te gaan hardlopen Welke drijfveren hebben de respondenten in de gemeente Kampen om te gaan hardlopen? In deze deelvraag wordt dieper ingegaan op die vraag. In deze deelvraag wordt de motivatie uitgesplitst om een zo breed en volledig mogelijk beeld te scheppen over de drijfveren. De drijfveren worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, de huidige hardloper en de potentiele hardloper. In de onderstaand figuur zijn de drijfveren te zien, uitgesplitst naar geslacht. Voor mannen en vrouwen zijn lichaamsbeweging/ gezondheid en de opbouw van conditie, kracht en lenigheid belangrijke drijfveren om te gaan hardlopen. Anders… Niet duur Lekker buiten zijn Gezelligheid/ sociale contacten Uitlaatklep voor dagelijkse activiteiten/… Leuke activiteit/ plezier Prestatie, jezelf verbeteren Opbouw conditie, kracht en/ of lenigheid Afslanken Advies opvolgen van arts/ fysiotherapeut Lichaamsbeweging/ gezondheid 0%
Man Vrouw
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Figuur 13: Drijfveren om (meer) te gaan hardlopen naar geslacht
(N=403)
In de onderstaand figuur is de motivatie van de respondent te zien uitgesplitst in leeftijd. Het blijkt dat in de leeftijdsgroep 18-34 jaar bijna 30% aan hardlopen doet voor opbouw van conditie, kracht en/ of lenigheid terwijl dit voor mensen in de leeftijdscategorie van 50-65 dit ongeveer 13% is. Voor alle 3 de leeftijdscategorieën wordt lichaamsbeweging/ gezondheid het meest genoemd als drijfveer om te gaan hardlopen.
Anders… Niet duur Lekker buiten zijn Gezelligheid/ sociale contacten Uitlaatklep voor dagelijkse activiteiten/…
50-65 jaar
Leuke activiteit/ plezier
35-49 jaar
Prestatie, jezelf verbeteren
18-34 jaar
Opbouw conditie, kracht en/ of lenigheid Afslanken Advies opvolgen van arts/ fysiotherapeut Lichaamsbeweging/ gezondheid 0%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35%
Figuur 14: Drijfveren om (meer) te gaan hardlopen naar leeftijd
(N=403) 21
In onderstaand figuur is af te lezen wat mensen zou motiveren om meer te gaan hardlopen uitgesplitst naar geslacht. Zo blijkt dat de meningen hierover niet heel erg uitgesproken zijn. Een uitgestippelde route dichtbij huis en trainen voor een hardloopevenement wordt veel gegeven door zowel vrouwen als mannen. 1 op de 5 vrouwen ziet betere verlichting als een motivatie om (meer) te gaan hardlopen.
Anders… Hardlopen met trainingspartner(s)
Route langs outdoor fitnessapparatuur Betere verlichting
Vrouw
Beginner- hardloopcursus
Man
Trainen voor een hardloopevenement Uitdagende route Uitgestippelde route dichtbij huis 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Figuur 15: Motivatie om (meer) te gaan hardlopen naar geslacht
(N=403)
In onderstaand figuur is af te lezen wat mensen zou motiveren om (meer) te gaan hardlopen. De figuur is uitgesplitst naar leeftijd. Er zijn veel respondenten in de leeftijd van 35 tot en met 49 die aangeven betere verlichting te zien als motivatie om te gaan hardlopen. Voor respondenten in de leeftijd van 50 tot en met 65 is een uitgestippelde route dichtbij de belangrijkste motivatie om (meer) te gaan hardlopen.
Anders… Hardlopen met trainingspartner(s) Route langs outdoor fitnessapparatuur Betere verlichting
50-65 jaar 35-49 jaar
Beginner- hardloopcursus
18-34 jaar Trainen voor een hardloopevenement Uitdagende route Uitgestippelde route dichtbij huis 0%
5%
10%
15%
Figuur 16: Motivatie om (meer) te gaan hardlopen naar leeftijd
20%
25%
30%
(N=403
22
Huidige hardloper In onderstaand figuur is af te lezen waardoor de huidige hardloper gemotiveerd wordt om te gaan hardlopen. Zo blijkt de 22,4% van de huidige hardlopers gemotiveerd wordt door te trainen voor een hardloopevenement. Daarnaast geeft 21,7% aan dat betere verlichting een motivatie is om te gaan hardlopen. De huidige hardlopers worden niet gemotiveerd door een beginner- hardloopcursus, 4,9% geeft dat als antwoord.
Trainen voor een hardloopevenement
22,4%
Betere verlichting
21,7%
Een uitgestippelde route dichtbij huis
14,0%
Een uitdagende route
11,2%
Route langs outdoor fitness apparatuur
10,5%
Hardlopen met trainingspartner(s)
9,1%
Anders…
6,2%
Een beginner- hardloopcursus
4,9% 0%
5%
10%
15%
20%
Figuur 17: Motivatie (meer) hardlopen huidige hardloper
25%
(N=115)
In onderstaand figuur zijn de belangrijkste drijfveren af te lezen van de huidige hardloper die in de toekomst meer wil gaan hardlopen. Zo blijkt uit de resultaten dat de grootste drijfveer om te gaan hardlopen is: lichaamsbeweging/ gezondheid. 28,6% van respondenten geeft dit aan als belangrijkste drijfveer.
Lichaamsbeweging/ gezondheid
28,60%
Opbouw conditie, kracht en/ of lenigheid
20,80%
Uitlaadklep voor dagelijkse activiteiten/…
15,20%
Afslanken
10,70%
Lekker buiten zijn
8,40%
Prestatie, jezelf verbeteren
6,20%
Leuke activiteit, plezier
5,60%
Niet duur
2,20%
Gezelligheid/ sociale contacten
1,10%
Anders…
0,60%
Advies opvolgen van arts/ fysiotherapeut
0,60%
Competitie, meten met anderen
0
0%
5%
10%
Figuur 18: Drijfveren hardlopen van de huidige hardloper
15%
20%
25%
30%
35%
(N=115)
23
Potentiële hardloper In de onderstaand figuur is te lezen wat drijfveren zijn voor potentiele hardlopers om te gaan hardlopen. Uit de resultaten blijkt dat bijna 20% van de respondenten kiest voor een beginnerhardloopcursus en een uitgestippelde route dichtbij huis. Het minst behoefte is er aan een route langs outdoor fitnessapparatuur, bijna 5% van de respondenten kiest hiervoor.
Een beginner- hardloopcursus
19,70%
Een uitgestippelde route dichtbij huis
19,70%
Hardlopen met trainingspartner(s)
14,80%
Betere verlichting
13,10%
Trainen voor een hardloopevenement
10,70%
Een uitdagende route
9,80%
Anders…
7,30%
Route langs outdoor fitness apparatuur
4,90%
0,00%
5,00%
10,00%
15,00%
20,00%
Figuur 19: Motivatie om te gaan hardlopen voor potentiële hardlopers.
25,00%
(N=74)
In onderstaand figuur is te lezen wat de motivatie is voor de potentiele hardloper om te beginnen met hardlopen. Het blijkt dat ze een duidelijke mening hierover hebben. Bijna 30% van de respondenten kiest voor opbouw conditie, kracht en/ of lenigheid en bijna 28% kiest voor lichaamsbeweging/ gezondheid.
Opbouw conditie, kracht en/ of lenigheid
29,30%
Lichaamsbeweging/ gezondheid
27,60%
Afslanken
13,00%
Uitlaadklep voor dagelijkse activiteiten/…
11,40%
Lekker buiten zijn
8,10%
Leuke activiteit, plezier
4,10%
Prestatie, jezelf verbeteren
4,10%
Niet duur
1,60%
Advies opvolgen van arts/ fysiotherapeut
0,80% 0%
5%
10%
15%
Figuur 20: Drijfveren om te gaan hardlopen voor potentiële hardlopers.
20%
25%
30%
35%
(N=74) 24
3.5 Stimuleren van de huidige hardloper In deze deelvraag komt aan bod wat de hardloper die momenteel al hardloopt zou motiveren om nog meer te gaan hardlopen. De motivatie word uitgesplitst in verschillende onderdelen zoals: met wie ze willen hardlopen, de gewenste afstand, en welk moment zij bij voorkeur hardlopen. Daarnaast zijn er een aantal stellingen voorgelegd. In onderstaand figuur is te zien dat van de 403 respondenten er 66% niet aan hardlopen doet. De overige 34% (staat gelijk aan 115 respondenten) doet wel aan hardlopen. Van die 115 wil 76% (88 respondenten) meer gaan hardlopen in de nabije toekomst.
76% 66%
34% 24%
Niet hardloper
Hardloper
Wil vaker gaan hardlopen
Wil niet vaker gaan hardlopen
Figuur 21: Hardlopers in de nabije toekomst
(N= 403)
In de onderstaand figuur is af te lezen dat trainen voor een hardloop evenement en betere verlichting de meest gegeven antwoorden zijn. Beide antwoorden worden ongeveer in 22% van de gevallen gegeven. Opvallend is te noemen dat slechts 4,9% van de respondenten die al hardloopt behoefte heeft aan een beginner/ hardloopcursus.
Trainen voor een hardloop evenement
22,4%
Betere verlichting
21,7%
Een uitgestippelde route dichtbij huis
14,0%
Een uitdagende route
11,2%
Route langs outdoor fitness apparatuur
10,5%
Hardlopen met trainingspartner(s)
9,1%
Anders…
6,3%
Een beginner- hardloopcursus
4,9% 0%
Figuur 22: Motivatie om meer te gaan hardlopen
5%
10%
15%
20%
25%
(N=88)
25
In onderstaand figuur is af te lezen in met wie de huidige hardloper het liefst gaat hardlopen. Opvallend is te noemen dat maar liefst 71,6% van de respondenten er voor kiest om alleen te gaan hardlopen. Slechts 1.1% kiest ervoor om met een hardloopgroep te gaan lopen. 80% 70% 60%
71,6%
50% 40% 30% 20%
22,7%
10%
4,6%
1,1%
0% Alleen
Met vriend(in)
Met een groepje vrienden Huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen
Met een hardloopgroep
Figuur 23 Met wie de huidige hardloper wil hardlopen
(N=88)
In de onderstaande figuur wordt de respondent bevraagd naar hoeveel kilometer de respondent bij voorkeur wil gaan hardlopen. Uit het onderzoek blijkt dat 42% van de respondenten 3 tot en met 5 kilometer en 6 tot en met 9 kilometer wil gaan hardlopen. Opvallend is te noemen dat 1% 10 kilometer of meer wil gaan hardlopen.
1% 15%
42%
42%
1-2 kilometer
3-5 kilometer
6-9 kilometer
10 kilometer of meer
Figuur 24: Gewenst aantal kilometer van huidige hardloper die meer wil hardlopen
(N=88)
26
In onderstaand figuur is te zien wanneer de huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen hardloopt. Uit onderstaand figuur is op te maken dat respondenten het minst graag tijdens werktijd (1,5%) of in het weekend ’s avonds (2.2%) willen gaan hardlopen. 6% van de respondenten heeft geen voorkeur om op een bepaald tijdstip te beginnen. Het grootste gedeelte van de respondenten kiest ervoor om door de week ’s avonds (34,3%), in het weekend overdag (28,4%) of door de week overdag (27,6%) te gaan hardlopen.
Door de week 's avonds
34,3%
In het weekend overdag
28,4%
Door de week overdag
27,6%
Geen specifieke voorkeur
6,0%
In het weekend 's avonds
2,2%
Wanneer mogelijk tijdens werktijd
1,5% 0%
10%
20%
30%
40%
Huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen
Figuur 25: Gewenst tijdstip van de huidige hardloper hardlopen
(N=88)
Uit onderstaand figuur blijkt dat 73%, 64 respondenten, van het huidige aantal hardlopers die meer willen gaan hardlopen geen behoefte hebben aan professionele begeleiding. De overige 27% heeft geen behoefte aan professionele begeleiding.
27%
73%
Ja
Nee
Figuur 26: Huidige hardloper behoefte aan professionele begeleiding
(N=88)
27
Stellingen voorgelegd aan de huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen. In onderstaand figuur wordt de mening van de huidige hardloper die meer wil gaan hardlopen gevraagd aan de hand van de volgende stellingen: - Stelling 1: Als ik ga hardlopen ben ik tevreden over de beschikbaarheid van hardlooproutes - Stelling 2: Als ik hardloop ben ik tevreden over de verlichting van mijn loopomgeving - Stelling 3: Als ik ga hardlopen heb ik behoefte om ergens even water te drinken - Stelling 4: Als ik ga hardlopen voel ik mij veilig - Stelling 5: Als ik hardloop heb ik behoefte aan outdoor fitnessapparatuur De meningen over deze stellingen zijn verdeeld. Zo blijkt uit onderstaand figuur dat de respondenten het meest eens zijn met stellingen 1 en 4. Ten minste 45% van de respondenten is het ten minste eens met beide stellingen. Stelling 2 en 5 vallen op door het grote aantal respondenten dat het niet eens is met deze stellingen. Zo blijkt dat ongeveer 55% het ten minste niet eens is met stelling 2, voor stelling 5 is dat ongeveer 51%. 100% 90%
11,4%
1,1%
80% 70%
9,1%
37,5%
26,1%
38,6% 23,9%
13,6%
25,0%
50% 30%
8,0%
27,3%
60% 40%
6,8%
20,5%
30,7%
44,3%
33,0%
29,5%
25,0%
20% 10% 0%
18,2% 2,3%
10,2%
15,9%
18,2% 2,3%
21,6%
Stelling 1
Stelling 2
Stelling 3
Stelling 4
Stelling 5
Helemaal mee oneens
Mee oneens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
Figuur 27: Stellingen voorgelegd aan huidige hardlopers die meer willen hardlopen
(N=88)
28
3.6 Stimuleren van de potentiële hardloper In dit hoofdstukkomt aan bod welke behoeften de inwoners van de gemeente Kampen hebben die momenteel niet hardlopen maar wel interesse hebben om in de nabije toekomst te starten met hardlopen. Het gaat hierbij dus om de potentiële hardloper. Deze sub deelvraag wordt uitgesplitst in verschillende onderdelen: de motivatie om te gaan hardlopen, met wie ze willen hardlopen, de gewenste afstand, op welk moment zij bij voorkeur hardlopen en er is ze een aantal stellingen voorgelegd. In onderstaande figuur is af te lezen dat 29% van het totale aantal respondenten hardloopt. 71% loopt niet hard, dit zijn 288 personen. Van de 288 zijn er 74 respondenten die willen beginnen met hardlopen dit staat gelijk aan ongeveer 18% van het totale aantal respondenten. In de komende grafieken en tabellen gaat het over de wensen en behoeften van de potentiële hardloper (N=74).
Hardloper 53% 29%
Niet hardloper
71%
Wil niet beginnen met hardlopen Wil beginnen met hardlopen
18%
Figuur 28: Niet hardlopers die willen gaan hardlopen
(N=403)
In onderstaande figuur is af te lezen dat 19,7% van de potentiële hardlopers aangeeft dat een beginner- hardloopcursus hen zou motiveren om te beginnen met hardlopen. Daarnaast zou een uitgestippelde route dichtbij huis deze potentiële hardlopers ook motiveren om te starten met hardlopen (19,%). Uit dit figuur is op te maken dat slechts 5% van de respondenten een route langs outdoor fitness apparatuur wil.
Een beginner- hardloopcursus
19,7%
Een uitgestippelde route dichtbij huis
19,7%
Hardlopen met trainingspartner(s)
14,7%
Betere verlichting
13,1%
Trainen voor een hardloopevenement
10,7%
Een uitdagende route
9,8%
Anders…
7,4%
Route langs outdoor fitness apparatuur
4,9% 0%
5%
Figuur 29: Motivatie om te beginnen met hardlopen
10%
15%
20%
25%
(N=74) 29
In onderstaande grafiek is af te lezen met wie de potentiële hardloper wil hardlopen. Het blijkt dat 62% van de respondenten (wat gelijk staat aan 46 personen) het liefst alleen loopt. Drie antwoordmogelijkheden staan niet in deze grafiek omdat er geen respons is geweest op deze antwoorden.
Ik loop bij voorkeur alleen
62%
Met een vriend of vriendin
24%
Met een hardloopgroep (georganiseerd, onder…
14%
0%
10%
20%
30%
Figuur 30: Met wie wil de potentiële hardloper wil hardlopen
40%
50%
60%
70%
(N=74)
In de onderstaande grafiek is te zien hoeveel kilometer de potentiële hardloper bij voorkeur wil gaan hardlopen. Bijna 2 van de 3 van de respondenten geeft aan 3 tot en met 5 kilometer te willen hardlopen. 1% van de respondenten geeft aan 10 kilometer of meer wil hardlopen. 1-2 kilometer
3-5 kilometer
6-9 kilometer
10 kilometer of meer
1% 14%
20%
65%
Figuur 31: Gewenst aantal kilometers voor de potentiële hardloper
(N=74)
Uit onderstaande grafiek blijkt dat de potentiële hardlopers het liefst door de week ’s avonds gaan hardlopen, voor ongeveer 45% van de respondenten is dat van toepassing. Uit de figuur kan worden opgemaakt dat respondenten het minst willen hardlopen tijdens werktijd of ’s avonds in het weekend.
Door de week 's avonds
43,80%
Door de week overdag (buiten werktijd)
20%
In het weekend overdag
17,10%
Geen specifieke voorkeur
13,30%
In het weekend 's avonds
4,76%
Wanneer mogelijk tijdens werktijd
0,95% 0%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Figuur 32: Gewenst moment van hardlopen voor de potentiële hardloper
(N=74) 30
Uit onderstaande grafiek blijkt dat 60% van de potentiele hardlopers behoefte heeft aan professionele begeleiding. De overige 40% geeft aan geen professionele begeleiding nodig te hebben bij het hardlopen.
40% 60%
Ja
Nee
Figuur 33: Potentiële hardloper behoefte aan professionele begeleiding
(N=74)
Stellingen voorgelegd aan de potentiële hardloper In onderstaand figuur wordt de mening van de potentiële hardloper gevraagd aan de hand van de volgende stellingen: - Stelling 1: Als ik ga hardlopen ben ik tevreden over de beschikbaarheid van hardlooproutes - Stelling 2: Als ik hardloop ben ik tevreden over de verlichting van mijn loopomgeving - Stelling 3: Als ik ga hardlopen heb ik behoefte om ergens even water te drinken - Stelling 4: Als ik ga hardlopen voel ik mij veilig - Stelling 5: Als ik hardloop heb ik behoefte aan outdoor fitnessapparatuur Wanneer er gekeken wordt naar grafiek 8 op de volgende pagina vallen de volgende dingen op: - Bij stelling 1 is ongeveer 40% het ten minste met de stelling eens terwijl minder dan de helft het niet met de stelling eens is. - Voor stelling 5 geldt dat ongeveer 55% procent van de respondenten het niet eens is met de stelling terwijl slechts 10% het ten minste eens is met de stelling. 100% 90% 80% 70%
8,1%
32,4%
5,4%
8,1%
6,8%
27,0%
32,4%
32,4%
6,8% 4,1% 33,8%
60% 50% 40%
36,5% 41,9%
30%
0%
41,9%
28,4%
16,2%
27,0%
35,1%
20% 10%
27,0%
13,5%
24,3%
4,1%
6,8%
10,8%
2,7%
Stelling 1
Stelling 2
Stelling 3
Stelling 4
Helemaal mee oneens
Mee oneens
Figuur 34: Stellingen potentiële hardlopers
Neutraal
Mee eens
Stelling 5 Helemaal mee eens
(N=74) 31
4. Discussie In dit hoofdstuk worden verschillende aspecten van het onderzoek geëvalueerd. Hierin worden de verwachtingen en mogelijke oorzaken en gevolgen van de resultaten besproken, ook worden er eventuele beperkingen gepresenteerd en worden er suggesties gedaan voor vervolgonderzoek. Literatuur Om de vergelijkbaarheid van de resultaten uit het onderzoek te waarborgen is het niet alleen nodig dezelfde vragen te stellen, maar ook om onderzoek met dezelfde methode te verrichten en de data op gelijke wijze te analyseren. Over de meeste onderwerpen is relevante en actuele informatie gevonden. De cijfers zijn onder andere te vergelijken met recente onderzoeken als: ‘Fit en gezond in Overijssel’ en de ‘GFK, Sportdeelname Index’. Deze actuele informatie is wel een voorwaarde voor het onderzoek, omdat hardlopen (sport) een onderwerp is waar veel onderzoek naar gedaan wordt, omdat deze sport zich snel ontwikkeld. De gebruikte literatuur is helaas niet allemaal actueel. De referentiecijfers over de omgeving waar mensen bij voorkeur hardlopen is afkomstig uit 2006 (Bottenburg, 2006). In de tussentijd kunnen deze cijfers dus al erg zijn veranderd waardoor afwijkingen en trends niet gemakkelijk te verklaren zijn. Onderzoeksmethoden Onderzoeksvragen De vijf onderzoeksvragen zijn op de juiste manier gesteld. De vragen uit de vragenlijst waren veelal relevant voor het onderzoek en zijn daarom verwerkt in de resultaten. Drie vragen uit de vragenlijst zijn niet gebruikt in het onderzoek en kunnen als overbodig worden beschouwd. Eén vraag had op een andere manier gesteld moeten worden om de vraag te kunnen vergelijken met referentiecijfers. In de vragenlijst is gevraagd naar de sportfrequentie, motivatie om niet te sporten en lidmaatschap bij een sportvereniging. Deze vragen zijn overbodig geweest omdat ze niet bijdragen aan de beantwoording van de onderzoeksvragen. Om gebruik te kunnen maken van referentiecijfers met betrekking tot de ‘huidige hardlopers’ had deze vraag op een andere manier gesteld moeten worden. In de vragenlijst wordt de huidige hardloper gedefinieerd als momentele hardloper, terwijl in de Sport Deelname Index van het GFK de huidige hardloper wordt gedefinieerd als ‘1x per jaar of vaker hardlopen’. Beïnvloeding respondenten Betrouwbaarheid is een vereiste voor elk succesvol onderzoek en wijst naar de consistentie van de resultaten. Toch is er geen zicht op de mogelijke beïnvloeding van de respondenten. Er is een neutraal tijdstip gekozen voor het uitzetten van de vragenlijst, tussen hardloopwedstrijden in. Wel kan de periode van het onderzoek de respondenten beïnvloeden (herfst/winter). De uitnodigingskaart is naar het huisadres gestuurd van de respondent waardoor anonimiteit gewaarborgd blijft. Om verkeerde interpretaties zo veel mogelijk te voorkomen zijn verwarrende termen gedefinieerd onder de desbetreffende vraag. Alsnog kunnen vragen verkeerd geïnterpreteerd zijn, maar dit is niet met zekerheid te zeggen.
32
Onderzoeksresultaten 2600 inwoners van de gemeente Kampen van 18 tot 65 jaar hebben een uitnodigingskaart ontvangen. Deze bruto steekproef uit 51.400 inwoners werd volledig aselect, op zuiver toevallige wijze, getrokken uit het bevolkingsregister van de gemeente. Er zijn 210 volledige vragenlijsten ingezonden door de inwoners van de stad Kampen en 193 volledige vragenlijsten door de inwoners van de kernen. Er moesten minimaal 378 en 370 volledige vragenlijsten ingezonden worden om een representatief beeld te krijgen over Kampen en de kernen apart. Voor de gemeente Kampen moesten minimaal 380 volledige vragenlijsten worden ingezonden. De 403 volledige vragenlijsten die zijn ingezonden geven dus een representatief beeld van de gemeente Kampen en niet van de kernen en wijken. Volgens de berekening van de steekproeftrekking zijn de resultaten in dit onderzoek dus voor 95% betrouwbaar.
33
5. Conclusies In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de resultaten in verband gebracht met de doel- en vraagstelling en de vijf deelvragen. Elke deelvraag krijgt afzonderlijk antwoord op basis van de kennis uit de resultaten. Tussen deze uitkomsten en conclusies worden verbanden gelegd waarna antwoord kan worden gegeven op de doel- en vraagstelling. Op hoofdpunten zijn de resultaten - waar van toepassing - vergeleken met de ‘Sportdeelname Index’ (hardlooprapportage) (Hendriksen & Hoogwerf, 2013). Doelstelling: -
Inzicht krijgen in de wensen, behoeften en het beweeggedrag van de (nog niet) hardlopende volwassenen van 18 t/m 65 jaar uit de gemeente Kampen om de (nog niet)hardlopende inwoner te stimuleren om (meer) te gaan hardlopen.
Vraagstelling: -
Wat zijn de wensen, behoeften en het beweeggedrag van de (nog niet) hardlopende volwassenen van 18 – 65 jaar uit de gemeente Kampen en hoe kunnen ze gestimuleerd worden om (meer) te gaan hardlopen?
Deelvragen: 1. Wat is het huidige beweeggedrag van de inwoner van de gemeente Kampen op het gebied van hardlopen? 2. Hoe staat de (nog niet) hardlopende inwoner tegenover hardlopen in de toekomst? 3. Wat zijn de drijfveren om te gaan hardlopen? 4. Wat motiveert de potentiële hardloper om te beginnen met hardlopen? 5. Wat motiveert de hardloper om vaker te gaan hardlopen?
1. Wat is het huidige beweeggedrag van de inwoner van de gemeente Kampen op het gebied van hardlopen? Sportdeelname In de gemeente Kampen sport 68,5% van de volwassenen volgens de RSO-norm (Mulier Instituut, 2013). Dit percentage ligt 3% hoger dan het landelijk gemiddelde van 65,1% (Hendriksen & Hoogwerf, 2013). De doelgroepen die vaker sporten zijn mannen, en volwassen uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34. Opvallend is dat naarmate de leeftijd stijgt de sportfrequentie afneemt. Hardloopgedrag Meer dan 4 op de 10 volwassenen uit de gemeente Kampen heeft de afgelopen 12 maanden één keer of vaker aan hardlopen gedaan (42,2%). Dit is een ruim aantal procenten meer dan het landelijke gemiddelde (15+), dat is 31% (Hendriksen & Hoogwerf, 2013). Bijna 3 op de 10 (29,5%)
34
volwassenen uit de gemeente Kampen is een hardloper (12 x per jaar of vaker). Hardlopen is met name populair in de leeftijdscategorie 35 t/m 49 jaar (40,5%). De doelgroepen die vaker hardlopen zijn mannen, en volwassen uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34. Opvallend is dat naarmate de leeftijd stijgt hat aantal respondenten dat 0 keer heeft hardgelopen (in de afgelopen 12 maanden) toeneemt. Ruim een kwart van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) gaat bij voorkeur hardlopen langs de IJssel (26,6%). 26% loopt bij voorkeur hard in zijn of haar eigen wijk. Meer dan 1 op de 3 huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) lopen bij voorkeur door de week ’s avonds (33,9%). Dit aandeel is iets hoger dan in de ‘Sportdeelname Index’ (Hendriksen & Hoogwerf, 2013). Het aandeel was bij die hardlooprapportage 33%. Daarnaast loopt 30,5% bij voorkeur hard in het weekend overdag. Van de huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) , gaat iets minder dan de helft (42,6%) bij voorkeur gemiddeld 6 t/m 9 kilometer hardlopen. 40% loopt bij voorkeur gemiddeld 3 t/m 5 kilometer. 7 van de 10 huidige hardlopers (personen die momenteel hardlopen) gaat bij voorkeur alleen hardlopen (70%). Dit aandeel ligt exact gelijk aan de hardlooprapportage. 20,9% loopt bij voorkeur met een vriend of vriendin. Meer dan 8 op de 10 huidige hardlopers loopt bij voorkeur op een harde ondergrond (asfalt, beton) (82,6%). 2,6% loopt bij voorkeur gemiddeld op de atletiekbaan. Eindconclusie: In de gemeente Kampen sport bijna 7 van de 10 van de volwassenen volgens de RSO-norm (Mulier Instituut) en heeft meer dan 4 op de 10 de inwoners de laatste afgelopen 12 maanden één keer of vaker aan hardlopen gedaan. Beide aandelen zijn hoger dan het landelijk gemiddelde, waaruit geconcludeerd kan worden dat het huidige beweeggedrag op het gebied van hardlopen relatief gezien positief is vergeleken met het gemiddelde. De voorkeuren van de huidige hardloper gaan uit naar een verharde ondergrond, hardlopen langs de IJssel of door eigen wijk, met een afstand van 3 t/m 9 kilometer. Kanttekening: Dat de inwoners van de gemeente Kampen relatief meer sporten en hardlopen dan het landelijk gemiddelde kan komen door het relatief hoge percentage respondenten uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34 jaar die ook een relatief hogere hardloop/sportfrequentie hebben.
2. Hoe staat de (niet) hardlopende inwoner tegenover hardlopen in de toekomst? Niet hardloper Van de inwoners van de gemeente Kampen die nog niet hardlopen, wil iets meer dan 1 op de 4 gaan starten met hardlopen en is daarbij een potentiële hardloper (25,6%). Dit komt overeen met 18,4% van de inwoners van de gemeente Kampen. Dit aandeel ligt veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Van de Nederlanders (15+) die nog niet hardlopen wil 1 op de 10 gaan starten met hardlopen. Dit komt overeen met 7% van alle Nederlanders van 15 jaar en ouder. Vooral onder de leeftijdscategorie 18 t/m 34 jaar bevinden zich relatief veel potentiële hardlopers (28,2%). Opvallend is dat naarmate de leeftijd stijgt het aantal respondenten dat vaker wil gaan hardlopen afneemt. 35
Hardloper Meer dan 3 op de 4 inwoners van de gemeente Kampen die al hardlopen zouden in nabije toekomst vaker willen hardlopen (76,5%). Dit komt overeen met 21,8% van de inwoners van de gemeente Kampen. Opvallend is dat naarmate de leeftijd stijgt het aantal respondenten dat vaker wil gaan hardlopen afneemt. Eindconclusie: 4 van de 10 inwoners (40%) van de gemeente Kampen zou (vaker) willen gaan hardlopen. Dit aandeel ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (22%). Deze cijfers geven aan dat een relatief groot deel van de inwoners van de gemeente Kampen wel de intentie heeft, maar nog niet het gewenste gedrag vertoond. Zoals in het conceptueel model al werd aangegeven was de hypothese dat relatief veel inwoners (vaker) willen gaan hardlopen, maar dat het gedrag dus niet vertoond wordt door obstakels die de intentie belemmeren. Wat de (niet) hardlopende nou precies stimuleert om (vaker) te gaan hardlopen wordt duidelijk in de volgende deelvragen.
3. Wat zijn de drijfveren om te gaan hardlopen? Drijfveren hardlopen Uit de resultaten blijkt dat de drijfveren om te gaan hardlopen voor mannen en vrouwen redelijk overeen komen. Beiden lopen hard voor de lichaamsbeweging/gezondheid, ongeveer 25% en voor de opbouw van conditie, kracht en/ of lenigheid, 25%. De man is iets meer gericht op de prestatie en de competitie en de vrouw vind het leuk om te doen. Als de drijfveren worden uitgesplitst naar leeftijd blijkt ook dat lichaamsbeweging/gezondheid een belangrijke drijfveer is. Ongeveer 27% van alle leeftijdsgroepen kiest hiervoor. Voor de opbouw van conditie, kracht en lenigheid ligt het anders. Bijna 30% van de 18-34 jarigen kiest hiervoor terwijl 25% in de leeftijd van 35-49 jaar hiervoor kiest. Voor de mensen in de leeftijd van 50-65 is dit slechts 13%. Motivatie (meer) hardlopen. Uit de resultaten blijkt dat het verschil tussen man en vrouw zit in een uitdagende route zo is de man hierin veel meer geïnteresseerd dan de vrouw. Het is 16% voor mannen en slechts 8% van de vrouwen. Mannen en vrouwen zijn het er over eens dat ze betere verlichting willen tijdens het hardlopen. Drijfveren hardlopen huidige hardloper Over de drijfveren van de huidige hardloper zijn de huidige hardlopers het eens. Ze lopen hard voor lichaamsbeweging/ gezondheid en voor de opbouw van conditie, kracht en lenigheid. Gezamenlijk vormt dit bijna 50% van de gegeven antwoorden. Hiermee kunnen we concluderen dat de lichamelijke gezondheid belangrijk wordt gevonden als mensen hardlopen. Drijfveren hardlopen potentiele hardloper De potentiele hardlopers lopen hard voor de opbouw van conditie, kracht en/ of lenigheid (29%) en voor lichaamsbeweging/ gezondheid (28%). Ook voor de potentiele hardlopers kan geconcludeerd worden dat de lichamelijk gezondheid als belangrijke factor kan worden gezien wanneer mensen willen beginnen met hardlopen.
36
Motivatie om meer te gaan hardlopen huidige hardloper De huidige hardloper wordt gemotiveerd door het trainen voor een hardloopevenement (22%) en willen graag betere verlichting (21,7%). Het minst behoefte is er aan een beginner- hardloopcursus (4,9%). Hoewel uit stellingen blijkt dat de huidige hardloper zich over het algemeen wel veilig voelt tijdens het hardlopen, maar ze zijn niet tevreden over de huidige verlichting van de hardloopomgeving. 41 Motivatie om te gaan hardlopen potentiele hardloper De potentiele hardloper wordt gemotiveerd door een beginner- hardloopcursus en een uitgestippelde route dichtbij huis. Beide antwoorden worden in bijna 20% van de gevallen gegeven. Een route langs fitness apparatuur wordt het minst gegeven als antwoord. Bijna 5% van de respondenten geeft dit antwoord.
4. Wat motiveert de potentiële hardloper om te beginnen met hardlopen? Van het totale aantal respondenten zijn er 74 personen die willen beginnen met hardlopen. Dit is 18% van de totale respons (N=403). Uit onderzoek van het GFK blijkt dat er in Nederland 7% potentiële hardlopers zijn. De gemeente Kampen zit dus ruim boven dit aandeel. De potentiële hardloper wordt gemotiveerd door een beginner- hardloopcursus of een uitgestippelde route dichtbij huis. Ze zijn het minst te motiveren met een hardlooproute langs outdoor fitness apparatuur. Hardloopgezelschap Bijna twee derde van de potentiële hardlopers geeft aan het liefst alleen te willen gaan hardlopen. Met een vriend(in) of in een hardloopgroep komt niet als motivatie naar boven bij de resultaten. Aantal kilometer Ongeveer 6 van de 10 potentiële hardlopers wil bij voorkeur alleen hardlopen met een afstand tussen de 3 en 5 kilometer. Eén vijfde van de potentiële hardlopers wil 1 tot 2 kilometer gaan hardlopen. De grotere afstanden worden het minst als antwoord gegeven door de potentiële hardlopers. Daarmee kunnen we concluderen dat de potentiele hardloper het liefst een korte afstand loopt. Tijdstip De potentiele hardloper wil op een aantal momenten in de week gaan hardlopen. Het liefst is dat door de week ’s avonds, door de week buiten werktijd of in het weekend overdag. Potentiele hardlopers willen niet hardlopen tijdens werktijd of in het weekend ’s avonds. Er is ook nog een kleine groep van iets meer dan 10% die geen specifieke voorkeur heeft om op een bepaald tijdstip te gaan hardlopen. Professionele begeleiding Iets minder dan de helft van de potentiele hardlopers geeft aan behoefte te hebben aan professionele begeleiding tijdens het hardlopen. Stellingen Uit de stellingen kan worden geconcludeerd dat de potentiele hardloper het meest tevreden is over de beschikbaarheid aan hardlooproutes en dat zij zich veilig voelen tijdens het hardlopen. Potentiele hardlopers hebben geen behoefte aan een route met outdoor fitnessapparatuur. 37
Hieruit kunnen we concluderen dat de potentiele hardlopers gebaat zijn bij een uitgestippelde route niet te ver van huis die de veiligheid goed waarborgt. Eindconclusie: Het is dus belangrijk om de potentiele hardloper te motiveren door de mogelijkheid te bieden om te gaan hardlopen door middel van een uitgestippelde route dichtbij huis of een beginnershardloopcursus. Ze lopen bij voorkeur alleen, een route van tussen de 1 en 5 kilometer, door de week buiten werktijd , door de week ’s avonds of in het weekend en dat allemaal zonder professionele begeleiding.
5. wat motiveert de hardloper om vaker te gaan hardlopen? Van het totale aantal respondenten zijn er 115 die al hardlopen. Van deze 115 zijn er 88 respondenten die in de nabije toekomst vaker willen gaan hardlopen dan ze op dit moment doen. De huidige hardloper wil graag trainen voor een hardloopevenement en heeft behoefte aan betere verlichting. Daarnaast is een uitgestippelde route dichtbij huis ook een veelvuldig gegeven antwoord. Waar de huidige hardloper geen behoefte aan heeft is een beginner- of hardloopcursus. Met wie Uit de resultaten blijkt dat de 7 op de 10 huidige hardlopers het liefst alleen lopen. Slechts 2 op de 10 loopt samen met een vriend(in) en een duidelijke minderheid loopt in een hardloopt in een hardloopgroep of met een groepje vrienden. Hieruit kunnen wij concluderen dat de huidige hardloper het liefst alleen gaat hardlopen. Aantal kilometer Uit de resultaten kunnen wij concluderen dat de meeste gewenste afstand ligt tussen de 3 en 9 kilometer. Zowel 3 tot en met 5 en 6 tot en met 9 kilometer werden allebei in 42% van de gevallen genoemd als antwoord. 15% van de respondenten wil 10 kilometer of meer hardlopen. Tijdstip 1 op de 3 hardlopers willen het liefst door de week in de avond hardlopen. Daarna willen hardlopers het liefst in het weekend overdag of door de week overdag hardlopen beide antwoorden komen voor in 28% van de gevallen. Professionele begeleiding Uit de resultaten kunnen wij concluderen dat bijna 3 op 4 respondenten geen behoefte heeft aan professionele begeleiding. De overige hebben wel behoefte aan professionele begeleiding tijdens het hardlopen. Stellingen Uit de stellingen kunnen wij concluderen dat de huidige hardloper zich veilig voelt in zijn hardloop omgeving maar dat een even groot deel van mening is dat ze niet tevreden zijn over de verlichting van hun hardloopomgeving. Dit houdt in dat de andere aspecten van het hebben van een veilig gevoel goed zit, maar als het gaat om de verlichting is de huidige hardloper daar niet tevreden over. Een groot deel van de huidige hardloper is tevreden over de beschikbaarheid van hardlooproutes.
38
Eindconclusie: Uit de resultaten blijkt dat de huidige hardloper willen trainen voor een hardloopevenement en zij willen een uitgestippelde route dichtbij huis, ze lopen het liefst alleen met een afstand van tussen de 3 en 9 kilometer. Het liefst door de week overdag, in de avond of in het weekend overdag. Zij hebben daarbij geen behoefte aan professionele begeleiding.
39
6. Aanbevelingen Hardloopgedrag Er is geen groot verschil tussen de landelijke cijfers en in de cijfers van de gemeente Kampen op het gebied van sport en hardlopen. De gemeente scoort positief boven het landelijk gemiddelde. Aan te bevelen is het huidige sportstimuleringsbeleid in de gemeente Kampen op het gebied van hardlopen te intensiveren. Er wordt momenteel niks gedaan op dat gebied van hardlopen en de doelgroep volwassenen. Terwijl uit onderzoek blijkt dat er veel potentiele hardlopers zijn in de gemeente Kampen. Kanttekening: Dat de inwoners van de gemeente Kampen relatief meer sporten en hardlopen dan het landelijk gemiddelde kan komen door het relatief hoge percentage respondenten uit de leeftijdscategorie 18 t/m 34 jaar die ook een relatief hogere hardloop/sportfrequentie hebben. Relatief veel inwoners van de gemeente Kampen (vaker) willen gaan hardlopen. Dit aandeel ligt hoger dan het landelijk gemiddelde. Er wordt getracht de intentie ook daadwerkelijk om te zetten in het gewenste gedrag. Door de stap om (vaker) te gaan hardlopen zo laagdrempelig mogelijk te maken en in te spelen op factoren die dit motiveren, kunnen de (potentiële) hardlopers makkelijker de stap zetten om (vaker) te gaan hardlopen. Deze factoren komen aan bod in de volgende aanbevelingen Potentiele hardloper Om te potentiele hardloper aan het hardlopen te krijgen bevelen wij Sportservice Kampen aan om in te zetten op een beginner- of hardloopcursus. Zij zouden ook graag gebruik willen maken van een uitgestippelde route dichtbij huis. In deze aanbeveling maken wij onderscheid in wat Sportservice zelf kan realiseren en waarbij zij partners kunnen betrekken om bepaalde dingen te realiseren. Uitgestippelde route Sportservice kan zelf een route uitzetten in verschillende wijken in Kampen. De bewegwijzering hiervan kan worden neergezet in samenwerking met de afdeling BOR van de gemeente. Routes voor potentiele hardlopers moeten een afstand hebben tussen de 1 en 5 kilometer, in de eigen wijk staan en op verharde ondergrond. Hierbij kan contact worden gezocht met IJsseldelta, zij hebben ervaring met het uitzetten van wandel en fietsroutes. Beginner- hardloopcursus Voor een beginner- hardloopcursus kan Sportservice beroep doen op partners. Zij hebben de expertise, kennis en mogelijkheden om dit aan te bieden. Hierin kan Sportservice de partners adviseren om een route te lopen tussen de 1 en 5 kilometer, de cursus moet plaatsvinden door de week buiten werktijd of door de week ’s avonds omdat de meeste potentiele hardlopers op dat moment willen hardlopen. Huidige hardloper De huidige hardloper haalt de motivatie uit het trainen voor een hardloopevenement en een uitgestippelde route vlakbij huis. Wat ook opviel is dat ze niet tevreden zijn over de verlichting van de hardloopomgeving. Er wordt onderscheid gemaakt in de aanbevelingen voor Sportservice zelf en in de aanbevelingen voor haar verschillende partners. Trainen voor een hardloopevenement De huidige hardloper geven aan graag te willen trainen voor een hardloop evenement. Wij bevelen daarom Sportservice aan om te investeren in evenementen voor hardlopen in de Kampen. Maak 40
hiervoor subsidie vrij. Sportservice kan de mensen ook kenbaar maken welke hardloopevenementen er in de omgeving plaatsvinden door dit te plaatsen op de site, krant en social media (bijvoorbeeld in de vorm van een hardloopkalender). Wanneer Sportservice partners hierbij gaat betrekken kunnen zij bezig gaan met het opzetten van groepen die trainen voor een hardloopevenement. Uitgestippelde route vlakbij huis Net zoals bij de potentiele hardlopers zijn er ook een aantal voorwaarden waar de route aan moet voldoen voor de huidige hardlopers. Zij willen een route met een afstand tussen de 3 en 9 kilometer, op een verharde ondergrond lopen en dat het liefst in eigen wijk of langs de IJssel. Hier kan Sportservice contact zoeken met IJsseldelta, zij hebben al ervaring met het uitzetten van wandel- en fietsroutes. Verlichting Over de verlichting van de hardloopomgeving zijn de huidige hardlopers niet tevreden. Zij zouden graag meer een betere verlichting zien. Dit ligt niet in de macht van Sportservice zelf maar het is goed om dit kenbaar te maken aan de afdeling BOR omdat zij gaan over de verlichting in de omgeving van de gemeente Kampen. De huidige hardlopers lopen het liefst hard in de eigen wijk of langs de IJssel hieruit kunnen we afleiden dat hier de verlichting niet altijd goed is. Een aanbeveling is om vervolgonderzoek te doen naar de hardloopomgeving van de inwoners en de verlichting om inzichtelijk te maken waar de verlichting onvoldoende is.
41
Referenties Bandura, A. (1986). Social foundation of thought and actions: a social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ, Prentice Hall. Bergsma, M. (2003). Betrouwbaarheid en validiteit van kwalitatief georiënteerde operational audits. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. Bottenburg, M. (2006). De tweede loopgolf. 's-Hertogenbosch: W.J.H. Mulier Instituut. Bourdeaudhuij, & Rzewnicki. (2001). Determinanten van fysieke activiteit. Breedveld, K. C.-R. (2008). Rapportage sport 2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Breedveld, K., Kamphuis, C., & Tiessen-Raaphorst, A. (2008). Rapportage sport 2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Brug, J. (2007). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Gorcum & Comp B.V. Damoiseaux, V., Molen, H., & Kok, G. J. (1998). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Gorcum & Comp B.V. Gemeente Kampen. (2008). Sport- en beweegnota. Kampen. Gratton, C., Robinson, T., & Jones, I. (2011). Onderzoeksmethoden voor sportstudies. Londen / New York: Uitgeverij Routledge. Hendriksen, T., & Hoogwerf, I. (2013). Sportdeelname Index. GFK. Info over wandel- en fietsnetwerk. (2014). Opgeroepen op Oktober 2014, van IJsseldelta: http://www.ontdekdeijsseldelta.nl Lee, D.-c., Pate, R., Lavie, C., Sui, X., Church, T., & Blair, S. (2014, Augustus). Leisure-Time Running Reduced All-Cause and Cardiovascular Mortality Risk. Opgeroepen op Oktober 2014, van J Am Coll Cardiol: http://content.onlinejacc.org/article.aspx?articleID=1891600 Steekproef berekenen. (sd). Opgeroepen op Oktober 2014, van Alles over markt onderzoek: www.marktonderzoek.punt.nl#sthash.6t3IFRcF.dpuf Tangerman, H. (2008). De wetenschap van het hardlopen. Opgeroepen op December 2014, van Hidde Tangerman: http://www.hiddetangerman.nl/artikelen/wetenschap-hardlopen.html Vries. (2004; 2005). I-Change model. Vries, H. d. (1998). Determinanten van gedrag. In H. Damoiseaux, & T. van der Molen, Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Gorcum & Comp B.V. W.J.H. Mulier Instituut. (2007). Meerjaren onderzoeksprogramma 2007-2010. ’s-Hertogenbosch. Zwerver. ASE-model. BMC Public Health. 42
Begrippen en afkortingen Adobe FormsCentral Een programma waarmee formulieren (enquêtes) op het web geplaats kunnen worden die gebruikers online kunnen invullen. Met dit programma kunnen reactiegegevens bijgehouden worden bijhouden en kunnen overzichtsrapporten gedeeld worden. Gegevens kunnen ook geëxporteerd worden naar een spreadsheet voor verdere analyse. Enkelvoudige aselecte steekproef Steekproef, waarin ieder individu in een populatie met dezelfde kans uitgekozen kan worden. Behoeften Wat mensen nodig hebben ten aanzien van het (vernieuwd) sport- en beweegaanbod om een bepaald doel te bereiken. Sport- en beweeggedrag in de openbare ruimte Sporten in een ruimte die voor iedereen toegankelijk is en waar het publieke leven zich afspeelt. De IJssel De rivier de IJssel , ten noorden van de stad Kampen Drijfveren Redenen om te bewegen GBA Gemeentelijke Basis Administratie Houding Hoe een persoon over hardlopen denkt, wat uiteindelijk het gedrag beïnvloed. Kernen Gebieden liggende binnen een gemeente. De gemeente Kampen bestaat uit de kernen Kampen, IJsselmuiden, Grafhorst, 's-Heerenbroek, Kamperveen, Mastenbroek, Wilsum en Zalk. Representatief Geschikt om bijvoorbeeld een totale populatie te kunnen vertegenwoordigen Respondent(en) Iemand die heeft geantwoord op de vragenlijst. RSO Richtlijn Sportdeelname Onderzoek Sport Sport is een lichamelijke of geestelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn en bevorderd worden, en waarvoor bepaalde regels gelden Sport- en beweeggedrag in de openbare ruimte Sporten in een ruimte die voor iedereen toegankelijk is en waar het publieke leven zich afspeelt. 43
Hardloopnetwerk, wandelnetwerk en fietsnetwerk Het totaal van gemarkeerde of bewegwijzerde routes gespecialiseerd voor de desbetreffende manier van bewegen. Wensen Willen dat iets gebeurt of dat het verkregen wordt.
44
Bijlagen
45
Bijlage I: Verantwoording steekproeftrekking De steekproeftrekking zal representatief moeten zijn voor de totale populatie. Wanneer de steekproef representatief is dan betekent dit dat op basis van de resultaten van het onderzoek dat we met een bepaalde zekerheid uitspraken kunnen doen over de gehele populatie (complete doelgroep). Om dit te berekenen zijn er verschillende gegevens nodig. De formule wordt bepaald door de keuze in betrouwbaarheid, foutmarge en het verwachte scenario. Deze formule is afkomstig van (Steekproef berekenen). De formule ziet er als volgt uit: n>= [N x z ² x p(1-p)] : [z ² x p(1-p) + (N-1) x F ²] Hierbij is: n = het aantal benodigde respondenten z = de standaardafwijking bij een bepaald betrouwbaarheidspercentage. N = de grootte van de populatie p = de kans dat iemand een bepaald antwoord geeft (in de meeste gevallen 50%) F = de foutmarge Bij het berekenen van de steekproef is er een betrouwbaarheidsmarge aangehouden van 95% (standaardafwijking 1,96) en een foutmarge van 5%. In de gemeente Kampen is de grootte van de populatie van 18 t/m 65 jaar 31.144. Er wordt uitgegaan van het meest ongunstige scenario, waardoor ‘p’ in de formule op 50% wordt gezet. De formule is als volgt: n>= [31.144 x 1,96² x 50% x 50%] : [1,96² x 50% x 50% + 31.143 x 5%²] = 379,49 Dit betekent dat er 380 volledig ingevulde vragenlijsten nodig zijn om een voor 95% betrouwbare uitspraak te doen over de gehele populatie van de gemeente Kampen. In onderstaand tabel de totale populatie van de gemeente Kampen, opgesplitst in woongebieden. Deze cijfers en gegevens zijn afkomstig van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de gemeente Kampen. Stad/dorp
Aantal inwoners
Aantal mensen in de leeftijd van 18-65
Aantal respondenten voor een representatief onderzoek
Kampen
34.775
21.415
378
IJsselmuiden Grafhorst Wilsum
11.870 1.005 865
6.865 569 517
364 230 221
Kamperveen
830
495
217
Kampereiland
510
338
181
’s-Heerenbroek
625
401
197
725 175 16.145
443 104 9.729
206 83 370
Zalk Mastenbroek (ged.) Kernen gecombineerd
Er zullen 380 bruikbare vragenlijsten ingezonden moeten worden. Omdat er altijd sprake zal zijn van non-respons zullen er meer mensen uitgenodigd moeten worden uitgenodigd. Om het aantal respondenten te berekenen wordt er gebruik gemaakt van een responspercentage. Er is dus een schatting nodig van het waarschijnlijke responspercentage. Dat wil zeggen het percentage mensen in de steekproef dat reageert of waarvan gegevens verzameld kunnen worden. Om een reële schatting te maken van het responspercentage is er gekeken naar de ervaringen van vorige onderzoeken. Landelijke gespreide steekproeven bereiken in het algemeen een lagere respons dan lokale 46
steekproeven (Brand & Bijmolt, 1993-1994). Daarom is gekozen om te kijken naar de meest recente ervaringen van vorige onderzoeken uitgezet door de gemeente Kampen. In de afgelopen drie jaar heeft de gemeente Kampen onder andere de volgende onderzoeken uitgezet: -
Veiligheidsmonitor gemeente Kampen, 2013 In totaal hebben 1.062 van de 2.437 geselecteerde inwoners een volledige vragenlijst ingevuld. Dit komt neer op een respons van 43,6 procent.
-
Cultuurdeelname gemeente Kampen, 2012 In totaal zijn 2718 uitnodigingen (per e-mail of brief) verstuurd om aan het onderzoek deel te nemen: 567 personen hebben de vragenlijst ingevuld. Dit komt neer op een totale respons van 21%.
-
Eindrapport Kwaliteit Openbare Ruimte, 2011 In totaal zijn 3027 inwoners benaderd voor het onderzoek, waarvan 1198 personen de vragenlijst hebben ingevuld, een respons van 40%.
De werkelijke responspercentages waren 43,6%, 21% en 40%, dit komt neer op een gemiddeld responspercentage van 34,9%. Het herkenbaar belang voor de respondent en zijn interesse in het onderwerp word kleiner geschat dan in de bovenstaande onderzoeken over kwaliteit en veiligheid. Interesse of affiniteit met het onderwerp verhoogt de respons waardoor het responspercentage bij dit specifieke onderwerp lager wordt geschat dan de bovengenoemden. Er is daarom besloten om uit te gaan van een responspercentage van 30%. Dit resulteert in de volgende steekproefomvang: Benodigd respons x 100 : verwacht responspercentage Na het invullen van de formule blijkt dat er voor 378 respondenten 1260 uitnodigingskaarten uitgezet moeten worden in de stad Kampen. In de kernen (IJsselmuiden, Grafhorst, Wilsum, Kamperveen, Kampereiland, ’s-Heerenbroek, Zalk, en Mastenbroek ged.) moeten er voor 370 respondenten 1234 uitgezet worden. Om representatief te zijn voor de gemeente Kampen zijn 380 respondenten benodigd, wat betekent dat er in totaal 1266 Er is besloten om de volgende, afgeronde getallen te gebruiken. Er zijn 1300 vragenlijsten in Kampen uitgezet en 1300 vragenlijsten in de kernen. In totaal zijn er dus 2600 vragenlijsten uitgezet in de gemeente Kampen. Om representatief te zijn voor de gemeente Kampen zijn 380 respondenten benodigd, wat betekent dat er in totaal 1266 vragen uitgezet moeten worden.
47
Bijlage II: Verantwoording doelgroep Waarom is er gekozen voor een doelgroep tussen de 18 en 65 jaar? De belangrijkste reden die keuze van deze doelgroep heeft bepaald is het sportgedrag van deze doelgroep. Voordat ze 18 zijn hebben ze veel wisselende interesses. Ze doen aan veel verschillende sporten en komen er achter wat ze echt leuk vinden. Het kan natuurlijk ook zijn dat ze er voor kiezen om te stoppen met sporten. Rond de leeftijd van 10 jaar is de sportdeelname het grootst. In de puberteit veranderen interesses en vormen van vrijetijdsbesteding. de sportdeelname neemt al af vanaf 12 jaar en daalt in een continue lijn tot de leeftijd van 18 jaar. Wanneer ze 18 jaar zijn In de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar is de frequente sportdeelname redelijk constant: tussen de 44% en 50% doet regelmatig aan sport. Bron: A. Tiessen-Raaphorst, D. Verbeek, J de Haan, K. Breedveld (december 2010). Sport: een leven lang. Sociaal en Cultureel Planbureau/ W.J.H. Mulier Instituut, Den Haag. Uit onderstaande tabel blijkt dat de in de leeftijdscategorieën van 5-12 jaar en 13-18 jaar het percentage van mensen dat minstens 40 keer per jaar sport hoger ligt dat de leeftijdscategorieën die daarop volgen. Dat komt omdat in de periode van 13 tot en met 18 jaar interesses sterk kunnen veranderen. Je krijgt andere ideeën over wat je leuk en je prioriteiten veranderen. Het sporten maakt plaats voor een vriendje of vriendinnetje, afspreken met je vrienden, computeren of vind een andere hobby. Vanaf de leeftijdscategorie vanaf 19 jaar zie je dat het percentage dat tenminste 40 keer per jaar sport zich stabiliseert en ongeveer tussen de 40 en 50 procent zal blijven liggen. Leeftijdscategorie 5-12 jaar 13-18 jaar 19-30 jaar 31-44 jaar 45-64 jaar 65-80 jaar
Percentage dat tenminste 40 keer heeft gesport in de periode van juli 2013 tot juli 2014 68% 62% 49% 42% 42% 39%
Bron: F. Louwen, I. Hoogwerf (juli 2014), NOC*NSF Sportdeelname Index, uitgevoerd door GFK in opdracht van NOC*NSF Uit onderzoek dat gedaan is door Sportservice Overijssel bij verschillende gemeenten in de provincie Overijssel blijkt dat de meeste aantal mensen die aan hardlopen doen vallen onder de leeftijd 18-65 jaar. Voor de 18 jarige leeftijd zijn veel andere sporten populairder zoals (zaal)voetbal, zwemmen en gymnastiek/turnen. (Bronkhorst, 2013, p. 19) Hardlopen is immers een eenzijdige sport en er zit voor deze doelgroep te weinig beleving in. Vanaf 18 zie je dat steeds meer inwoners van Overijssel gaan hardlopen. Tot aan ongeveer 65 jaar, waar de lichamelijke activiteit afneemt voor zowel het hardlopen als in andere sporten. In onderstaande tabel gaat het over de populariteit van de sport hardlopen. Als je minimaal 1 keer in het jaar (2011-2012) hebt gedaan aan hardlopen mocht je hardlopen aanvinken in de vragenlijst.
48
Leeftijd Sport
4-6
Hardlop en, joggen en trimmen
5%
7-10
11-
14-
13 14%
18 28%
1834
40%
3549
47%
5064
35%
6575
15%
5%
Bron: ‘Fit en Gezond in Overijssel 2013, Vilsteren, 2012, p. 20’ en ‘Jeugdsportmonitor Overijssel 2012, Bronkhorst, 2013, p. 19’ Waarom is er gekozen voor de gehele gemeente Kampen? Belangrijk hierin is de representativiteit. Om een representatief marktonderzoek te hebben moet je een bepaald aantal respondenten hebben. In onderstaande tabel is te vinden voor de stad Kampen, IJsselmuiden, alle kernen apart en de kernen samen hoeveel respondenten je moet hebben om een representatief marktonderzoek te hebben. Stad/dorp
Aantal inwoners
Aantal mensen in de leeftijd van 18-65
Aantal respondenten voor een representatief onderzoek
Kampen
34.775
21.415
378
IJsselmuiden Grafhorst Wilsum
11.870 1.005 865
6.865 569 517
364 230 221
Kamperveen
830
495
217
Kampereiland
510
338
181
625
401
197
725 175 16.145
443 104 9.729
206 83 370
’s-Heerenbroek Zalk Mastenbroek (ged.) Kernen gecombineerd
Bron: Gemeente gids Kampen 2010/2011 Omdat de kernen vaak al links worden laten liggen hebben we ervoor gekozen om ze wel mee te nemen in dit onderzoek. Op deze manier krijg je ook resultaten uit de kernen. Want ook wat zij vinden is van belang voor de gemeente Kampen. Om toch een representatief beeld te krijgen van de kernen, worden allen kernen samen als 1 beschouwd. Wanneer wij inzichtelijk hebben zouden er eventueel ook conclusies getrokken worden over de kernen samen wanneer er genoeg respondenten zijn. Wanneer er genoeg respondenten zijn kunnen er representatieve conclusies worden getrokken voor zowel Kampen, IJsselmuiden en de kernen samen. In ons onderzoek hebben wij er op voorhand voor gekozen om ons vooral te richten op de resultaten die afkomstig zijn uit de stad Kampen.
49
Bijlage III: 1 op 1 resultaten
Sportservice Kampen
51
Sportservice Kampen
52
Sportservice Kampen
53
Sportservice Kampen
54
Sportservice Kampen
55
Sportservice Kampen
56
Sportservice Kampen
57
Sportservice Kampen
58
Sportservice Kampen
59