Handreiking organisatie succesvolle overgang vmbo naar mbo +
Preventie Project Taskforce Jeugdwerkloosheid 2007
2
Colofon Preventie Project Plus - Een handreiking voor de organisatie van een succesvolle overgang van vmbo naar mbo is in opdracht van de Taskforce Jeugdwerkloosheid uitgevoerd door: Bureau Queste Marieke Blanken en Charles Luyten Magnoliaerf 62 5038 KP Tilburg T (013) 590 04 50 www.bureauqueste.nl
[email protected] Januari 2007
Handreiking Preventie+ Project
Voorwoord
Beter voorkomen dan genezen Een daling van de uitval van 20 naar slechts 3 procent! Dat is het geweldige resultaat van het preventieproject vmbo-mbo, zoals dat met behulp van de handreiking ‘Reik ze de hand’, in 2006 in meer dan 30 van de 39 RMC-regio´s is ingevoerd. Met zo’n klinkend resultaat vraag je je haast af waarom we niet eerder met elkaar hebben ingezet op monitoring van jongeren die bij de overstap van vmbo naar mbo het risico lopen tussen wal en schip te raken. Ik ben dan ook blij dat deze handreiking van het Preventie+ Project ‘organisatie succesvolle overgang vmbo naar mbo’ er nu ligt. Het is een welkome aanvulling op de eerdere handreiking preventieproject overgang vmbo-mbo, waardoor uitvalpercentages nog verder kunnen dalen. Het stelt het onderwijsveld nog beter in staat jongeren kansrijk aan een opleiding in het mbo te laten beginnen en vol te houden. Zoals zo vaak lijkt de oplossing voor de hand liggend. Het begint met een degelijke beroeps- en opleidingskeuze. Veel jongeren hebben een beeld van hun ‘ideale’ beroep dat niet klopt met de werkelijkheid, of laten zich door vrienden of familie een beroep aanpraten waar ze niet helemaal achter staan. En hebben ze een opleiding afgerond, dan kan nog blijken dat het diploma weinig waard is omdat de arbeidsmarkt voor dit beroep verzadigd is. De handreiking ‘organisatie succesvolle overgang vmbo naar mbo’ ligt er, en daarmee een schat aan ervaring van een aanzienlijk aantal scholen uit alle windrichtingen van ons land. Ik wens u veel succes, maar vooral veel inspiratie bij de inzet van dit project in uw eigen omgeving. Het is immers beter te voorkomen dan te genezen. Jongeren zijn het waard!
Hans de Boer Voorzitter Taskforce Jeugdwerkloosheid
5
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding Aanleiding handreiking Uitgangspunten Preventie+ project 2. Succesvolle overgang vmbo - mbo: een proces met duidelijke fasen
5 9 9 9 11
Fase 1 Opzetten projectorganisatie en projectplan
13
Fase 2 Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen
15
Fase 3 Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden
17
Fase 4 Vaststellen definitieve opleidingskeuze
19
Fase 5 Aanmelding en (voorlopige) inschrijving
20
Fase 6 Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies
22
Fase 7 Begeleiden van risicojongeren
24
Fase 8 Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject
26
Fase 9 Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo
27
Fase 10 Controle onderwijsdeelname mbo-leerlingen
28
Fase 11 Evaluatie, terugkoppeling en bijstelling
29
3. Praktijkvoorbeelden overgang vmbo – mbo
30
Fase 1 Opzetten projectorganisatie en projectplan Praktijkvoorbeeld inrichting projectopdracht RMC-regio Rijnmond Praktijkvoorbeeld projectorganisatie RMC-subregio Arnhem
31 31 34
Fase 2 Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen Praktijkvoorbeeld leerlingenadministratie / registratie RMC-regio Utrecht Praktijkvoorbeeld registratie RMC-subregio Arnhem
36 36 38
Fase 3 Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden Praktijkvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomst Gooi en Vechtstreek Praktijkvoorbeeld Open Dagen Kalender Gooi en Vechtstreek
39 39 40
Fase 4 Vaststellen definitieve opleidingskeuze Praktijkvoorbeeld mailing gemeente Den Haag
41 41
Fase 5 Aanmelding en (voorlopige) inschrijving Praktijkvoorbeeld intakeprocedure ROC Aventus
45 45
Fase 6 Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies Praktijkvoorbeeld diplomakaart gemeente Breda
47 47
Fase 7 Begeleiden van risicojongeren Praktijkvoorbeeld begeleiding RMC-regio Hengelo Praktijkvoorbeeld begeleiding gemeente Den Haag
49 49 52
Fase 8 Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject
54
Fase 9 en 10 Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo en controle onderwijsdeelname mboleerlingen Praktijkvoorbeeld ROC Noorderpoortcollege. Ombuigingstrajecten
55 55 56
Fase 11 Evaluatie, terugkoppeling en bijstelling
57
Handreiking Preventie+ Project
1. Inleiding Aanleiding handreiking Het vmbo richt het onderwijs steeds meer in om de aansluiting met het mbo zo soepel mogelijk te laten verlopen. Desondanks bestaat nog steeds het risico dat 15 tot 25 % van de vmbo-leerlingen uiteindelijk niet binnen het mbo start. De Taskforce Jeugdwerkloosheid vindt dit hoge percentage onaanvaardbaar. Zij nam daarom het initiatief het risico op uitval te verminderen door de werkwijze van het “Preventieproject overgang vmbo – mbo” 1 te omarmen en landelijk te verspreiden. Door risicoleerlingen vroegtijdig in kaart te brengen en in de zomerperiode te begeleiden, blijken veel leerlingen alsnog tijdig een passende keuze te maken. Het risico op uitval is met de introductie van deze werkwijze verminderd van ruim 20% tot ongeveer 3%. Met het Preventie+ project wil de Taskforce Jeugdwerkloosheid de uitdaging aangaan om het risico op uitval nog verder te verminderen. Aan de opzet van het Preventieproject is een aantal voorbereidende activiteiten toegevoegd om de overgang nog soepeler te laten verlopen. Ook zijn activiteiten toegevoegd om te voorkomen dat de mbo-leerling alsnog uitvalt. Het Preventieproject is hierdoor verbreed en verbeterd. Uitgangspunten Preventie+ project De overgang van vmbo naar mbo bestaat voor de leerlingen uit een aantal stappen. Allereerst beginnen de leerlingen met het zich oriënteren op een school- en beroepskeuze en het maken van een keuze voor een vervolgopleiding. Vervolgens melden de leerlingen zich aan bij de mbo-opleiding naar keuze. Vooraf aan een definitieve plaatsing bij het mbo heeft de leerling een intakegesprek. De leerlingen die voor een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) kiezen, hebben een leerwerkplek nodig. Deze leerwerkplek moeten de leerlingen in de meeste gevallen zelf zoeken. In september starten de leerlingen met hun vervolgopleiding. Dit proces lijkt eenvoudig en overzichtelijk, maar dat is het niet voor iedereen. Er kunnen zich allerlei problemen voordoen bij het nemen van deze stappen. De aanmelding kan niet goed verlopen, leerlingen kunnen geen leerbaan vinden waardoor een werkelijke start binnen het mbo uitblijft. Ook andere problemen kunnen een negatieve rol spelen bij deze overgang. Leerlingen hebben bijvoorbeeld psychosociale of huisvestingsproblemen, of er bestaan problemen binnen het gezin. In de praktijk blijkt dat scholen meer moeten inspelen op een aantal belangrijke zaken. De voorlichting over de arbeidsmarktperspectieven verdient meer aandacht. Leerlingen hebben nog te vaak een verkeerd beeld over beroepen en de vereisten van beroepen. Vandaar dat leerlingen regelmatig een onjuiste beroeps- en opleidingskeuze maken.
1
De uitgave van de handreiking van dit Preventieproject is te bestellen bij Mevrouw T. Postma, 070-3334767
[email protected] . De handreiking is opgesteld door AOB Compaz.
9
Handreiking Preventie+ Project
Wanneer de leerling eenmaal start met een mbo-opleiding blijft een verdere oriëntatie op het beroep nodig. Zeker wanneer de leerling minder of niet meer gemotiveerd is om de opleiding af te maken. Hier ontstaat een groot risico op uitval. De betrokkenheid van de ouders tijdens dit gehele proces is over het algemeen nog te gering. De ouders hebben invloed op het keuzeproces van hun kinderen, maar hebben vaak een onjuist beeld over opleidingen, beroepen en de arbeidsmarkt. Tot slot, leerlingen kunnen tijdens de zomervakantie te vaak nergens terecht met vragen om informatie of hulp. Scholen zijn dicht en de leerlingen weten de weg naar andere organisaties niet te vinden. Kortom er valt veel te verbeteren. Vandaar deze handreiking met voorbeelden van een verbeterde opzet die u kunt overnemen. De werkwijze is gebaseerd op praktijkervaringen en voorbeelden. Deze voorbeelden kunt u vinden in hoofdstuk 3.
10
Handreiking Preventie+ Project
2. Succesvolle overgang vmbo - mbo: een proces met duidelijke fasen Dit hoofdstuk geeft een beeld waarop de overgang van vmbo naar mbo succesvol kan worden georganiseerd. Hierbij maken we onderscheid tussen elf fasen: Fase 1. Opzetten projectorganisatie en projectplan
Verantwoordelijke periode projectleider januari
2. Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen
vmbo
februari
3. Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden
vmbo
februari – maart
4. Vaststellen definitieve opleidingskeuze
vmbo
maart – april
5. Aanmelding en (voorlopige) inschrijving
vmbo
april
6. Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies
vmbo projectleider
mei – juni
7. Begeleiden van risicojongeren
projectleider
juni – september
8. Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject
projectleider
september
9. Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo
ROC
oktober
10. Controle onderwijsdeelname mbo-leerlingen
ROC
december
11. Evaluatie,terugkoppeling en bijstelling
projectleider
december
Per fase beschrijven we wat er op welk tijdstip moet gebeuren om het succes van de overgang te vergroten. Ook geven we aan welke organisatie hiervoor verantwoordelijk is. Ter illustratie zijn bij elke fase één of meer praktijkvoorbeelden opgenomen. Deze zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3. Op de volgende bladzijde worden alle fases nog schematisch op één pagina in beeld gebracht:
11
Voorbeeld model evaluatie
Projectleider: Evalueren, terugkoppelen en bijstellen. Starten nieuwe actie
Evaluatie, terugkoppeling & bijstelling
Fase 11: december
Voorbeeld Rotterdam & Arnhem
Projectleider: Uitnodiging versturen, informatie en voorlichtingsbijeenkomst
Opzetten projectorganisatie & projectplan
Fase 1: december-januari
Vaststellen definitieve opleidingskeuze Vmbo: Brief & antwoordformulier verzenden, vragenlijst invullen Voorbeeld Den Haag
Beroeps- & opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden Vmbo: Voorlichten & begeleiden Voorbeeld RMC Gooi- en Vechtstreek
Fase 4: maart-april
Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo ROC: Inventariseren binnen mbo instellingen Voorbeeld Noorderpoort college, ombuigingstrajecten
ROC: Inventariseren binnen mbo instellingen
Voorbeeld Noorderpoort college
Fase 9: oktober
Controle onderwijsdeelname mboleerlingen
Fase 10: december
Projectleider: Verwijzen wel-ingeschreven mbo, nietingeschreven RMC
Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject
Fase 8: september
Succesvolle overgang vmbo – mbo Preventie+Project
Voorbeeld Utrecht, RMC Brabant N.O., RMC Arnhem
Vmbo: Vragenlijst invullen, kort screeningsonderzoek uitvoeren
Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen
Fase 2: februari
Fase 3: februari-maart
Voorbeeld RMC Hengelo, Den Haag
Projectleider: Contact met leerlingen, opstellen actieplan, intensieve begeleiding, afronding
Begeleiden van risicojongeren
Fase 7: juni-september
Voorbeeld RMC Zuid Holland Zuid, diplomakaart gemeente Breda
Vmbo: Diplomakaart invullen Projectleider: Bepalen interventies
Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies
Fase 6: mei-juni
Voorbeeld ROC Aventus
Vmbo: Portfolio en reflectieformulieren invullen
Aanmelding en (voorlopige) inschrijving
Fase 5: april
Handreiking Preventie+ Project
Fase 1 Opzetten projectorganisatie en projectplan Doel en Resultaat Het organiseren van een gezamenlijke aanpak ter vermindering van uitval tijdens de overgang van vmbo naar mbo. Om dit te realiseren is het nodig een werkplan op te stellen: - Wat is het eindresultaat van het gehele plan (vermindering uitval); - Wat is het eindresultaat per fase (doel en resultaat); - Hoe gaan we dit organiseren (wat en door wie); - Wanneer gaan we dit organiseren (planning). De opzet van een dergelijk werkplan is zeker nodig wanneer er vele verschillende activiteiten plaatsvinden met meerdere organisaties en het project een regionaal of stedelijk karakter heeft. Verantwoordelijkheid Vmbo, mbo en RMC zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het verminderen van uitval tijdens de overgang. Voor de uitvoering zijn de volgende partijen verantwoordelijk: - Het vmbo is verantwoordelijk voorberoepskeuzevoorlichting en het signaleren en het begeleiden van risico- en probleemleerlingen; - Het mbo is verantwoordelijk voor het voorlichten van de jongeren, de intake, de controle of de aanmelding daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en de controle of de jongeren daadwerkelijk starten met de opleiding; Het RMC is verantwoordelijk voor het begeleiden in deze fase en heeft hier een aanjaagfunctie. Vanuit het streven naar een doorgaande scholingslijn is het verstandig dat het RMC de uitval van leerlingen tijdens de overgang tracht te voorkomen. De werkelijke verantwoordelijkheid ligt natuurlijk en uiteindelijk bij het vmbo en het mbo. Activiteiten In december vinden de volgende activiteiten plaats: - Initiatief tot samenwerking vanuit het RMC door het organiseren van overleg met als doel directies van alle vmbo en mbo-scholen te informeren over het project en commitment te vragen. - Inrichten van een projectorganisatie en het aanstellen van een projectleider. 2 In de projectgroep nemen vertegenwoordigers van vmbo en mbo-scholen zitting; - De projectgroep bepaalt de doelen en de resultaten en legt deze voor aan de wethouder(s) van de betrokken gemeente(n) en de directies van de scholen. Bij acceptatie legt de projectorgroep de afspraken vast bijvoorbeeld in een convenant tussen gemeente(n), vmbo en mbo-scholen; − Gezamenlijk bepalen van activiteiten die alle betrokken organisaties moeten organiseren; − Voorlichtingsbijeenkomst ten behoeve van de schoolleiding, de decanen van het vmbo en de contactpersonen van het mbo. Dit om het plan naar alle betrokken organisaties bekend te maken; − De projectgroep onder leiding van de projectleider volgt de voortgang en het resultaat van de activiteiten.
2
Het maakt niet uit bij welke organisatie de projectleider werkzaam is (vmbo, mbo of RMC). Belangrijker is dat de projectleider de regio goed kent, een netwerk kan opbouwen en onderhouden en ervoor kan zorgen dat alle betrokkenen hun afspraken nakomen (zie ook succesfactoren).
13
Handreiking Preventie+ Project
Periode Jaarlijks vinden deze activiteiten in januari en februari plaats. Bij de eerste keer is het aan te raden om in december de brief naar de scholen te sturen of overleg te organiseren om commitment te organiseren. Succesfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: - Een projectleider met een heldere opdracht én de bevoegdheid om te sturen; - Een projectleider die de regio en de betrokken organisaties goed kent, een netwerk kan opbouwen en onderhouden en zodanig gewicht heeft om betrokkenen aan te sturen. Verwijzing naar voorbeeldprojecten Een goed voorbeeld van een projectorganisatie is te vinden in de RMC-subregio Arnhem en de RMC-regio Rijnmond. De RMC-subregio Arnhem is erin geslaagd om de rollen en de verantwoordelijkheden vooraf helder te benoemen, vast te leggen in een convenant en daar ook naar te handelen. De RMC-regio Rijnmond werkt echt volgens de uitgangspunten van projectmanagement. De projectstructuur en het activiteitenplan zijn helder en compact beschreven, waardoor het voor iedereen duidelijk is wat er door wie en wanneer moet gebeuren. Meer informatie over de voorbeeldprojecten vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 1.
14
Handreiking Preventie+ Project
Fase 2 Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen Doel en resultaat Deze fase heeft als doel het inventariseren van het exacte aantal vmbo-4 leerlingen (0 meting). Deze inventarisatie dient als basis voor het vroegtijdig signaleren van risico op uitval van leerlingen. Ook is aan de hand hiervan aan het eind van het project mogelijk de effecten zichtbaar te maken. Verantwoordelijkheid Vmbo-scholen zijn verantwoordelijk voor deze inventarisatie. Voor de hand ligt dat de decaan deze informatie over leerlingen verzamelt. De leerlingenadministratie verwerkt de gegevens in een centraal registratiesysteem. Activiteiten De inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen kan als volgt plaatsvinden: - De decaan gaat na wat de school momenteel registreert en of het huidige registratiesysteem is te gebruiken voor deze inventarisatie. Indien nodig organiseert de decaan deze aanpassing; - Bij het ontbreken van een passende registratie, ontwikkelt de projectgroep samen met het vmbo en het mbo een nieuw (digitaal) registratiesysteem (zie succes- en faalfactoren); - De decaan vraagt de mentoren een vragenlijst in te vullen over wie er in de klas zit en of de leerling al een keuze heeft gemaakt voor een vervolgopleiding. Bij het uitblijven van een keuze geeft de mentor aan of er problemen aanwezig zijn die van invloed kunnen zijn op het keuzeproces; - De leerlingenadministratie verwerkt de gegevens in het registratiesysteem; - Bij gesignaleerde problemen organiseert de decaan in overleg met de mentor en eventueel de zorgcoördinator (aanvullende) begeleiding voor de leerling. Periode Februari - maart Succesfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: - Een centraal registratiesysteem, zodat de informatie met het mbo en het RMC kan worden uitgewisseld en gemonitord. Bijkomend voordeel is dat de gemeente, afdeling onderwijs, leerlingen voor een langere periode kan volgen. - Een webbased 3 registratiesysteem. Decanen of leerlingenadministratie kunnen zelf de informatie in het systeem verwerken. Extra administratieve inzet van de projectgroep om de informatie van alle scholen te verwerken is niet meer nodig. - Een goede samenwerkingsrelatie tussen de decaan en de mentor. De mentor moet goed op de hoogte zijn van het project en het belang van het verzamelen en het uitwisselen van de informatie.
3
Een webbased registratiesysteem is een systeem wat via het internet toegankelijk is voor alle gebruikers. Met wachtwoorden is het systeem ontoegankelijk te maken voor onbevoegden.
15
Handreiking Preventie+ Project
Verwijzing naar voorbeeldprojecten De gemeenten Den Haag en Utrecht hebben een registratiesysteem dat informatie bevat over alle jongeren tot 23 jaar. Deze informatie kunnen de gemeenten gebruiken bij het ontwikkelen van beleid en bij het bepalen van de activiteiten om het voortijdig schoolverlaten (VSV) te verminderen. De RMC-subregio’s Arnhem en Streekgewest Brabant Noordoost werken met een digitaal registratiesysteem. De RMC-subregio Arnhem werkt met een webbased registratiesysteem en de RMC-subregio Streekgewest Brabant Noordoost werkt met een usb-stick met niet alleen gegevens, maar eveneens een volledig registratieprogramma. Meer informatie over deze voorbeeldprojecten vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 2.
16
Handreiking Preventie+ Project
Fase 3 Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden Doel en resultaat Het doel van deze fase is leerlingen voor te lichten en (zonodig) te begeleiden om een weloverwogen en realistische keuze te kunnen maken voor een vervolgopleiding. Via voorlichting en begeleiding krijgen leerlingen én ouders zicht op: - Alle mogelijke vervolgopleidingen; - Opleidingseisen en arbeidsmarktperspectief; - Noodzakelijke stappen voor aanmelding en overgang naar het mbo (onder andere datum en procedure van aanmelding); - Belangstelling, ambities, competenties, vaardigheden en belemmeringen. Verantwoordelijkheid Het vmbo is samen met het mbo verantwoordelijk voor de voorlichting. Het mbo moet de informatie aanleveren en een bijdrage leveren aan de voorlichtingsbijeenkomst(en). Wanneer het maken van een keuze voor de leerling een probleem vormt, zorgen de mentor en de decaan van het vmbo voor begeleiding. De ouders hebben de verantwoordelijkheid om hun kinderen te stimuleren en te helpen een keuze te maken voor een vervolgopleiding. Zij moeten dan wel beschikken over de informatie over vervolgopleidingen, opleidingseisen en perspectieven en inschrijvingsprocedure. Het verdient aanbeveling ouders intensief bij deze voorlichting te betrekken. Activiteiten De volgende activiteiten vinden plaats om de leerlingen en de ouders goed voor te lichten: − Inventariseren van alle opleidingsmogelijkheden na het vmbo; − Via een brief aan alle vmbo-leerlingen en hun ouders vragen over welke opleiding(en) zij informatie/voorlichting wensen te ontvangen; − Op basis van de voorlichtingsbehoefte ontwikkelt het vmbo samen met het mbo een voorlichtingprogramma; − Opstellen van een draaiboek voor de voorlichting met daarin: Welke opleidingen worden gepresenteerd; Het aantal presentaties per opleiding; Locatie en tijdstip van presentaties; Verantwoordelijke voor uitvoering van presentatie; Het aantal deelnemers; Richtlijnen en kwaliteitscriteria voor de uitvoering van de voorlichting. − Doorspelen van individuele vragen of behoeften van de leerlingen en hun ouders naar betreffende begeleiders en scholen; − Inventariseren van het aantal bezoekers, hun deelname aan de voorlichtingsactiviteiten en hun tevredenheid over de voorlichting; − Bewaken en evalueren van de kwaliteit van de voorlichtingscyclus en een voorstel voor het komende jaar opstellen. De decanen en de mentoren moeten alert zijn of leerlingen een keuzeprobleem hebben. Bij een probleem kan een leerling worden doorverwezen naar een loopbaanbegeleider binnen of buiten school. Deze onderneemt de volgende activiteiten:
17
Handreiking Preventie+ Project
− Via een uitgebreide diagnose stelt de loopbaanbegeleider vast wat de vraag is van de leerling; − Eventueel met behulp van een assessment 4 stelt de loopbaanbegeleider een profiel op van de leerling (competenties, belangstelling, vaardigheden en kennis); − Geeft advies of voorlichting over opleidingen en vervolgmogelijkheden; − Stelt een en actieplan op; − Verwijst de leerling door naar een vervolg of terug naar de reguliere begeleiding of school. Periode In februari – maart vindt de voorlichting plaats. 5 Succesfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Een regionale aanpak van de voorlichtingsactiviteiten (inventariseren van de opleidingsmogelijkheden en het organiseren van een regionale voorlichtingsbijeenkomst(en); − De projectgroep stimuleert de scholen tot voorlichting en begeleiding. Verwijzing naar voorbeeldprojecten De regio Gooi en Vechtstreek heeft een goed voorbeeld van een voorlichtingsaanbod. De regio heeft een Gids voor Beroep en Opleiding en een Open Dagen Kalender in het mbo ontwikkeld. Meer informatie over dit project vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 3.
4
Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) heeft in vele gemeenten een Competentie Test Centrum. De testen van dit centrum bieden leerlingen het inzicht in hun mogelijkheden en belemmeringen. 5 We gaan ervan uit dat de scholen eerder zijn gestart met de voorlichting aan hun leerlingen. De voorlichting bestaat uit een totaal pakket van samenhangende activiteiten.
18
Handreiking Preventie+ Project
Fase 4 Vaststellen definitieve opleidingskeuze Doel en resultaat Het doel van deze fase is de leerlingen een definitieve opleidingskeuze te laten maken. Door actief na te gaan of de leerlingen een keuze hebben gemaakt, stimuleert het vmbo de leerlingen om echt en zo vroeg mogelijk een keuze te maken. Ook signaleert het vmbo vroegtijdig problemen met het maken van een opleidingskeuze. Verantwoordelijkheid De mentoren zijn samen met de decanen verantwoordelijk voor het inventariseren van deze opleidingskeuze. Ook het actief betrekken van ouders behoort tot hun verantwoordelijkheid. Activiteiten In het kader van de inventarisatie vinden de volgende activiteiten plaats: − Decanen sturen een brief aan alle leerlingen én hun ouders over de keuze voor een vervolgopleiding. Ouders zijn ook verantwoordelijk voor de opleidingskeuze van hun kind. In de brief staat: Wat de meerwaarde is van het kiezen voor een vervolgopleiding; Welke stappen de leerlingen moeten doorlopen om uiteindelijk te kunnen starten met een vervolgopleiding; - Wat het belang is om op tijd een definitieve keuze te maken. − Wanneer de leerlingen en de ouders vragen hebben, kunnen ze naar aanleiding van de brief contact opnemen met de mentor of de decaan; − De leerlingen vullen (eventueel in overleg met de ouders) de vragenlijst in van het kort screeningsonderzoek (KSO). 6 De gegevens van deze vragenlijsten bieden de decaan of de mentor inzicht in het keuzeproces van de leerlingen. Met behulp van het KSO kunnen de decaan en de mentor bepalen welke leerling extra aandacht en ondersteuning nodig heeft; − De decaan zorgt er – zonodig - voor dat de leerling begeleiding krijgt. Periode Maart en april Succesfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Jongeren aansporen op tijd een keuze te maken. In de praktijk blijkt dat jongeren regelmatig van keuze veranderen. Dit kan uiteindelijk tot problemen leiden bij de inschrijving. − Ouders actief betrekken bij het keuzeproces. Verwijzing naar voorbeeldprojecten De gemeente Den Haag stuurt de jongeren en hun ouders een brief. Deze brief kunt u als voorbeeld gebruiken. De voorbeeldbrief vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 4.
6 De vragenlijst van het KSO is te vinden in de handreiking “Reik jongeren de hand” op pagina 37. De handreiking is te downloaden op www.jeugdwerkloosheid.nl.
19
Handreiking Preventie+ Project
Fase 5 Aanmelding en (voorlopige) inschrijving Doel en resultaat Het doel van deze fase is dat leerlingen zich daadwerkelijk inschrijven voor een vervolgopleiding. De leerlingen moeten op de hoogte zijn van de inschrijvingsprocedure en weten dat er een onderscheid bestaat tussen een aanmelding en een definitieve inschrijving. Ook moeten leerlingen die een BBL opleiding gaan volgen weten dat ze eerst zelf een leerbaan moeten vinden. Verantwoordelijkheid Het vmbo draagt zorg dat: − Leerlingen zich daadwerkelijk aanmelden en voorlopig inschrijven bij een vervolgopleiding. − Leerlingen op de hoogte zijn van de eventuele voorwaarden om zich definitief in te schrijven (bijvoorbeeld het hebben van een leerbaan) Het mbo is verantwoordelijk voor: − Het bekend en inzichtelijk maken van de procedure. − Tijdig informeren van de leerling en het vmbo wanneer de inschrijving niet juist heeft plaatsgevonden. Activiteiten Het mbo maakt duidelijk welke stappen de leerling moet doorlopen om zich in te schrijven. Hiervoor zijn de volgende activiteiten nodig: − Opstellen en beschikbaar stellen van een informatiepakket met helder beschreven inschrijvingsvoorwaarden; − Maken van afspraken met het vmbo over de verspreiding van het informatiepakket onder leerlingen; − Bij onjuiste aanmelding z.s.m. terugkoppeling aan het vmbo en de leerling. Het mbo geeft hierbij aan welke informatie ontbreekt; − Leerlingen z.s.m. bevestigen wanneer ze definitief zijn ingeschreven. De mentor moet de leerlingen continu op de juiste inschrijfprocedure wijzen. In april kan er een gesprek met de ouders en leerling plaatsvinden om door te nemen of de leerling zich heeft aangemeld en zonodig ook een leerbaan heeft geregeld. De mentor kan extra begeleiding organiseren voor de leerling. Periode April Succesfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: - De samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen het vmbo en het mbo tijdens de inschrijvingsprocedure; - Een vroegtijdig inzicht in het aantal inschrijvingen; - Een snelle terugkoppeling van onjuiste inschrijvingen. In de praktijk blijkt terugkoppeling laat plaats te vinden. Door de vakantieperiode heeft de leerling onvoldoende tijd om zich alsnog op de juiste wijze in te schrijven. 20
Handreiking Preventie+ Project
- Het betrekken van het CWI en Kenniscentra (KBB’s) bij het zoeken naar leerbanen. Verwijzing naar voorbeeld projecten Het ROC Aventus heeft een document ontwikkeld waaruit duidelijk blijkt welke stappen de leerlingen bij inschrijving moeten doorlopen. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 5.
21
Handreiking Preventie+ Project
Fase 6 Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies Doel en resultaat Het doel van deze fase is het vaststellen van de risicojongeren. 7 Met het vaststellen van het risico op uitval, is het vervolgens mogelijk te bepalen welke interventies er nodig zijn. Verantwoordelijkheid Het vmbo is verantwoordelijk voor het in beeld brengen van de risico- en probleemleerlingen. Deze informatie moet het vmbo uitwisselen met het mbo en het RMC. De projectleider bepaalt in overleg welke organisatie of instelling de begeleiding oppakt. Activiteiten De volgende activiteiten vinden plaats om risicojongeren vast te stellen: − De leerlingen vullen bij de uitreiking van de cijferlijst een diplomakaart in. Aan de hand van de informatie op de diplomakaart is vast te stellen wie een risicoleerling is; 8 − De decaan zorgt ervoor dat de leerlingenadministratie de informatie van de diplomakaart verwerkt in het registratiesysteem; − De RMC-coördinator kan de gegevens van het registratiesysteem inzien en gaat vervolgens bij de leerplichtambtenaren na of meer belangrijke informatie bekend is over deze leerling; − Het RMC gaat bij leerplicht 9 na of zij de probleemjongeren kennen; − De projectgroep onder leiding van de projectleider stelt vast wie de risico- en probleemjongeren zijn en welke vorm van begeleiding nodig is. Het uitgangspunt daarbij is dat: - Het vmbo is verantwoordelijk voor de jongeren die het examen niet hebben behaald; - Het vmbo is verantwoordelijk voor de jongeren waar de informatie nog van ontbreekt of zich nog niet hebben aangemeld. Wanneer het vmbo geen informatie over de jongere krijgt, neemt het RMC het over; - Het mbo is verantwoordelijk voor de jongeren die wel een keuze hebben gemaakt en zijn ingeschreven, maar die nog geen leerbaan hebben gevonden of waar de toelating nog onzeker is; - Het RMC is verantwoordelijk voor de jongeren die zich nergens hebben aangemeld; - Het RMC draagt zorg voor de juiste begeleiding van probleemjongeren. Voorbeelden van begeleiding zijn maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en jeugdzorg.
7 Onder risicoleerlingen verstaan wij leerlingen waar mogelijke problemen kunnen optreden die in preventieve zin kunnen worden gesignaleerd. Probleemjongeren bevinden zich al in de omstandigheid dat de overgang problematisch zal verlopen, bijvoorbeeld de leerlingen die zijn gestopt (stakers) of jongeren die nergens bekend zijn of geregistreerd. 8 In de handreiking “Reik jongeren de hand” staan zes factoren die bepalen of het om een risicoleerling gaat: geen bestemming, geen praktijkplaats, niet aangemeld, toelating onzeker, vervolg onduidelijk, werken. Daaraan kan worden toegevoegd: niet slagen voor het examen en ontbreken van informatie over de leerling, ook na extra acties zoals huisbezoek. 9 De leerplichtambtenaren beschikken over veel leerlingendossiers. In deze dossiers staat informatie uit het verleden die nuttig kan zijn bij het bepalen van de interventies.
22
Handreiking Preventie+ Project
Periode Mei - juni (Zo snel mogelijk na de bekendmaking van de resultaten van het examen) Succes- en faalfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Goede voorlichting over de diplomakaart, zodat de leerlingen weten dat ze na het examen de diplomakaart moeten invullen. − Het aantrekkelijk maken van het invullen van de diplomakaart kan het succes vergroten. Denk bijvoorbeeld hierbij aan het verloten van een Ipod onder degene die een diplomakaart hebben ingevuld (Breda); − Een webbased registratiesysteem met afspraken over toegang en soorten van informatie. Dit draagt bij aan het aanleveren van dezelfde informatie door alle scholen. Vervolgens is het eenvoudiger om te monitoren en te evalueren. Faalfactoren in deze fase zijn: − Uit de praktijk blijkt dat de vmbo-scholen niet de noodzaak inzien om de informatie tijdig aan te leveren; − De informatie die de vmbo-scholen aanleveren is vaak incompleet; De projectleider kan er op toezien dat de vmbo-scholen de informatie wel aanleveren. Een goede informatieve bijeenkomst aan het begin van het project draagt bij aan commitment van de betrokken scholen om dit onderdeel van het project goed te verzorgen. Verwijzing naar voorbeeldprojecten De gemeente Breda, afdeling onderwijs, heeft de diplomakaart geïntroduceerd op de vmboscholen. De gemeente heeft deze kaart op een aansprekende en eigentijdse manier laten vormgeven. Er zijn posters die de leerlingen bekend maken met de diplomakaart. Met het invullen van de kaart, maken de leerlingen kans op een Ipod. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 6.
23
Handreiking Preventie+ Project
Fase 7 Begeleiden van risicojongeren Doel en resultaat Het doel van deze fase is het begeleiden van risicojongeren om ervoor te zorgen dat zij in september van start kunnen gaan met een vervolgopleiding. De begeleiding moet gericht zijn op het wegnemen van de belemmeringen of knelpunten. Verantwoordelijkheid De projectleider bepaalt in overleg met de projectgroep voor elke risicojongere de verantwoordelijke voor de begeleiding. Dit kan in plaats van het RMC bijvoorbeeld ook een ingehuurd bureau zijn. Zo voorkomen we dat de leerling zijn of haar verhaal meerdere keren moet vertellen en mogelijk door meerdere organisaties wordt begeleid. Gedurende de zomer wordt een aantal begeleiders ofwel vanuit het RMC of het bureau op de groep risicoleerlingen gezet. De verantwoordelijke begeleider zorgt voor de begeleiding van de leerling en ziet erop toe dat alle afspraken worden nagekomen. De projectleider houdt het totale leerlingenbestand in beeld. Samenwerking tussen vmbo, mbo, RMC en hulpverlenende organisaties is hierbij een voorwaarde. Activiteiten Het begeleidingstraject ziet er als volgt uit: − Contact leggen met de leerling en hun ouders door de verantwoordelijke (schriftelijk, telefonisch, persoonlijk) voor een nadere analyse van de situatie; − De verantwoordelijke begeleider stelt samen met de leerling een actieplan op; − De leerling ondertekent het actieplan; − De verantwoordelijke begeleider koppelt het actieplan terug naar de projectleider; − Start van het actieplan met eventuele inschakeling van andere organisaties; − Afsluiting van het actieplan bij het gewenste resultaat; − Terugkoppeling van het resultaat naar het registratiesysteem. Periode Juni t/m augustus met een eventuele uitloop naar september. Succes- en faalfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Het begeleidingstraject is voor alle partijen, inclusief de leerling, helder; − Eén organisatie (bij voorkeur het RMC) is verantwoordelijk voor het totale begeleidingstraject. Dit draagt bij aan de naleving van de afspraken, de afstemming tussen organisaties en de uitwisseling van informatie; − De betrokkenen beschouwen het actieplan als een contract. De partijen kunnen elkaar aanspreken wanneer deze de afspraken niet nakomen; − De begeleiding vindt voor een groot deel tijdens de zomervakantie plaats. In de praktijk blijkt dat juist begeleiding tijdens de vakantieperiode essentieel is om het risico op uitval tijdens de overgang te verminderen; − Korte lijnen tussen de verantwoordelijke en de uitvoerende organisaties (bijvoorbeeld een terugkerende leerlingbespreking); − De vmbo-scholen sneller professionele hulp inroepen voor risico- en probleemleerlingen. 24
Handreiking Preventie+ Project
− ROC’s dienen in de zomervakantie op beslissingsniveau bereikbaar te zijn Verwijzing naar voorbeeldprojecten In Den Haag en de RMC-(sub)regio’s Streekgewest Brabant Noordoost en Zuid-Holland Zuid werken uitvoerende organisaties actief met elkaar samen. De RMC-regio Zuid-Holland Zuid en Den Haag hebben bijvoorbeeld één organisatie opgericht waar RMC leerplicht zijn samengevoegd. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 7.
25
Handreiking Preventie+ Project
Fase 8 Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject Doel en resultaat Het doel van deze fase is het inventariseren van de leerlingen die werkelijk zijn gestart in het mbo, welke jongeren naar ander vervolgonderwijs zijn overgestapt en welke jongeren de overstap naar het vervolgonderwijs (nog) niet gemaakt hebben. De inventarisatie geeft daarmee dus een compleet beeld van het succes van het begeleidingsproject. Verantwoordelijkheid De projectleider is ervoor verantwoordelijk dat de inventarisatie plaatsvindt. De ingeschreven leerlingen in het mbo of het vervolgonderwijs vallen nu onder de verantwoordelijkheid van het mbo. De niet-ingeschreven leerlingen worden overgedragen aan het RMC, die vanaf dat moment de verdere trajectbegeleiding verzorgt. Activiteiten − In het mbo (of ander vervolgonderwijs) gaat men na welke jongeren zich daadwerkelijk hebben aangemeld en zijn ingeschreven (zijn bij de leerlingenadministratie alle leerlinggegevens verwerkt in het centrale registratiesysteem); − In het het mbo (of ander vervolgonderwijs ) controleert men welke ingeschreven leerlingen daadwerkelijk zijn gestart; − Bij uitblijven van de start of verzuim, gaat het mbo bij de leerling na wat daarvan de achterliggende reden van is en wordt ervoor gezorgd dat de deelnemer alsnog de kans krijgt om te starten; − De projectleider zorgt dat de jongeren die niet zijn ingeschreven, worden doorgegeven aan het RMC. − De trajectbegeleiders van het RMC doen een nieuwe poging om de jongeren richting onderwijs te begeleiden Periode Tweede week september, om ervoor te zorgen dat de niet-ingeschreven jongeren zich alsnog nog kunnen aanmelden en starten voor de voor de ROC’s belangrijke peildatum van 1 oktober. Natuurlijk kunnen de jongeren zich ook in een later stadium nog inschrijven op een ROC. Succesfactoren Voor succes is goede koppeling van informatie tussen de projectleider en het ROC (het vervolgonderwijs) essentieel. De informatie vanuit het onderwijs is te koppelen met de informatie die in eerdere fases is verzameld (bijvoorbeeld door middel van de diplomakaart). Daarmee is het voor de projectorganisatie mogelijk om exact vast te stellen welke leerlingen zich niet hebben ingeschreven in het vervolgonderwijs. Verwijzing naar voorbeeld projecten In Groningen heeft men een gezamenlijke aanpak ontwikkeld voor de controle op gestarte leerlingen bij de aanvang van het nieuwe schooljaar. Een beschrijving hiervan vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 9 en 10.
26
Handreiking Preventie+ Project
Fase 9 Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo Doel en resultaat Het doel van deze fase is het vaststellen en het bevorderen van succesvolle deelname in het mbo. Dit om uitval te voorkomen, maar ook om tijdig te signaleren dat leerlingen wegblijven en wat de reden hiervan is. Verantwoordelijkheid Het mbo is verantwoordelijk voor het binden en het vasthouden van de leerlingen. Zonodig moet het mbo andere organisaties betrekken bij de begeleiding of heroriëntatie, zoals bijvoorbeeld het Competentie Test Centrum van CWI. Activiteiten Naast de programmatische en de didactische activiteiten die plaatsvinden om leerlingen te binden aan een opleiding, zorgen de volgende activiteiten ervoor dat het mbo problemen zo spoedig mogelijk signaleert en aanpakt: − Verzuimregistratie; − Actieve signalering van belemmeringen en onvrede bij leerlingen; − Aanbieden van ondersteuning bij het bepalen van een nieuwe opleiding (bijvoorbeeld door loopbaanbegeleiding en mogelijkheden bij CWI); − Zo snel mogelijk leerlingen toeleiden naar een andere opleiding. 10 Periode De nadruk ligt op de periode tot en met december. De activiteiten kunnen natuurlijk gedurende de gehele opleidingsperiode plaatsvinden. Succes- en faalfactoren Het is nodig om leerlingen te begeleiden die een onjuiste opleidingskeuze hebben gemaakt. Deze benadering kan uitval tegengaan door tijdig over te stappen naar een andere opleiding. Een succesvolle ombuiging van een verkeerde opleidingskeuze is het gevolg. Verwijzing naar voorbeeld projecten Een goed voorbeeld van een gezamenlijke, langlopende aanpak, screening en terugkoppeling van gegevens uit het mbo vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 9 en 10.
10
De nieuwe Wet Samenwerkingsconstructies VO – BVE moet het eenvoudiger maken om leerlingen gedurende een schooljaar een andere opleiding te laten volgen. Het budget voor de betreffende leerling kan worden meegenomen naar de nieuwe opleiding.
27
Handreiking Preventie+ Project
Fase 10 Controle onderwijsdeelname mbo-leerlingen Doel en resultaat Het doel van deze fase is het nagaan van de onderwijsdeelname van de mbo-leerlingen. Met deze gegevens is het mogelijk om het werkelijk succes van de overgang van vmbo naar mbo vast te stellen. Verantwoordelijkheid Het mbo is onder leiding van de projectleider verantwoordelijk voor het verzamelen en het verwerken van de informatie in het registratiesysteem. De projectgroep koppelt de informatie terug aan alle vmbo-scholen. Activiteiten Tijdens deze fase vinden de volgende activiteiten plaats: − Het mbo gaat na of alle gestarte leerlingen nog steeds deelnemen aan het onderwijs − Het mbo verwerkt deze informatie in het registratiesysteem. − Aan de hand van het registratiesysteem kan de projectleider een analyse maken van: - Het aantal leerlingen dat succesvol is gestart in het mbo; - Het aantal leerlingen dat iets anders is gaan doen (werk of havo); 11 - Het aantal leerlingen dat niet is gestart met een vervolgopleiding; - Het aantal leerlingen waar geen informatie over is; − De projectleider koppelt de informatie terug aan de vmbo-scholen. Periode November Succes- en faalfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Een centraal registratiesysteem om informatie te controleren en te analyseren; − Betrokkenheid en inbreng van alle informatie vanuit alle vmbo en mbo-scholen; − Een projectleider die erop toeziet dat afspraken worden nagekomen. Verwijzing naar voorbeeld projecten De RMC-subregio Streekgewest Brabant Noordoost werkt met een (zelf ontwikkeld) digitaal registratiesysteem. De wijze waarop de regio de informatie terugkoppelt, kan als voorbeeld worden gebruikt door andere regio’s. Gegevens vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 2. Ook in de provincie Groningen wordt met een digitaal registratiesysteem (Acces) gewerkt. Gegevens vindt u in hoofdstuk 3 onder fase 9 en 10.
11
Deze informatie is verzameld met behulp van de diplomakaart. 28
Handreiking Preventie+ Project
Fase 11 Evaluatie, terugkoppeling en bijstelling Doel en resultaat Het doel van de evaluatie is het werkelijke effect na te gaan van alle activiteiten. Deze evaluatie leidt tot conclusies over de wijze waarop het project moet worden voortgezet en aangepast (werkproces, samenwerking en activiteiten). Binnen de evaluatie moet er aandacht zijn voor resultaten, maar ook voor het proces. Verantwoordelijkheid De projectgroep is verantwoordelijk voor de aansturing en de uitvoering van de evaluatie. Naast het werkelijke effect moeten alle betrokken partijen aangeven wat volgens hen dient te worden bijgesteld. Aan de hand van deze evaluatie stelt de projectgroep een nieuw werkplan op. Activiteiten Om de evaluatie uit te voeren vinden de volgende activiteiten plaats: − Verwerken en analyseren van gegevens uit registratiesysteem (zie vorige fase); − Presenteren resultaten aan vmbo-scholen door projectleider; − Uitvoeren procesevaluatie door: In overleg met de betrokken organisaties verbeterpunten vaststellen; Na te gaan of het werkplan is uitgevoerd zoals was beoogd. − Projectgroep stelt op basis van deze informatie een nieuw werkplan op; − Dit werkplan ter besluitvorming voorleggen aan de vmbo en mbo-scholen en betrokken gemeenten (afdeling onderwijs). Periode December - januari Succes- en faalfactoren Succesfactoren in deze fase zijn: − Het zichtbaar maken van interventies en de effecten van de interventies; − Het openlijk bespreken van resultaten, inzet en samenwerking; − Bereidheid om het project aan te passen; Verwijzing naar voorbeeld projecten Er vinden evaluaties plaats, maar deze evaluaties zijn niet altijd gericht op het proces. Vandaar dat wij een opzet presenteren die als voorbeeld kan dienen voor een evaluatie van zowel resultaat als proces . Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk 3 onder fase 11.
29
Handreiking Preventie+ Project
3. Praktijkvoorbeelden overgang vmbo – mbo In dit hoofdstuk staan praktijkvoorbeelden beschreven die laten zien op welke wijze u de activiteiten binnen de verschillende fases kunt vormgeven. U kunt zich laten inspireren door gebruik te maken van praktijkvoorbeelden en ervaringen elders in het land. De praktijkvoorbeelden hebben betrekking op de volgende fasen:
1
2
Doel van fase Opzetten projectorganisatie en projectplan
Regio Rijnmond
Voorbeeld Uitwerking projectorganisatie
Arnhem
Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen
Utrecht
Projectorganisatie op regionaal niveau Registratie van alle jongeren tot 23 jaar Digitaal registratiesysteem Webbased registratiesysteem
Streekgewest Brabant Noordoost Arnhem 3
4 5 6
7 8
Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden
ROC Aventus
Gids voor scholing en beroep; Kalender open dagen mboopleidingen Portfolio
Vaststellen definitieve opleidingskeuze Aanmelding en (voorlopige) inschrijving Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies
Den Haag
Mailing aan leerlingen en ouders
ROC Aventus
Stappenplan met als doel inschrijving mbo Diplomakaart Manier van verwerken van informatie Een organisatie voor RMC en leerplicht
Begeleiden van risicojongeren
Den Haag
Integrale begeleidingsopzet
Hengelo
Trajectbureau
ROC Noorderpoortcollege ROC Noorderpoortcollege
Inventarisatie start mbo
Streekgewest Brabant Noordoost en ROC Noorderpoort-college
Voorbeeld terugkoppeling informatie en succesvol verblijf op mbo Modelevaluatie
Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject 9 Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo 10 Controle onderwijsdeelname mboleerlingen 11 Evaluatie, terugkoppeling en bijstelling
Gooi en Vechtstreek
Breda Streekgewest Brabant Noordoost Zuid-Holland Zuid
Inventarisatie verblijf op mbo
30
Handreiking Preventie+ Project
Fase 1 Opzetten projectorganisatie en projectplan De eerste fase betreft het opzetten van een projectorganisatie en een projectplan. De RMCregio Rijnmond en de RMC-subregio Arnhem kennen een projectorganisatie die als voorbeeld kunnen dienen. Praktijkvoorbeeld inrichting projectopdracht RMC-regio Rijnmond De RMC-regio Rijnmond heeft een projectorganisatie opgericht en een activiteitenplan opgesteld waaruit duidelijk blijkt wie, wat en wanneer moet doen. Dit om het voortijdig schoolverlaten (VSV) terug te dringen De regio heeft goede resultaten bereikt en heeft de werkwijze zodanig uitgewerkt dat het goed overdraagbaar is. Convenant De gemeente Rotterdam heeft een convenant gesloten met een aantal uitvoeringsorganisaties om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Het betreft een convenant tussen de gemeente Rotterdam, de ROC’s, de regiogemeenten, de RMC-regio en de steunpunten/jongerenloketten. In aansluiting op dit convenant is er een activiteitenplan ontwikkeld dat duidelijk het karakter draagt van projectmanagement. In dit activiteitenplan is aangegeven wat de noodzakelijke stappen in het gehele proces zijn. Bovendien zijn alle afzonderlijke activiteiten en prestaties genoemd die de uitvoerende organisaties dienen te leveren. Projectorganisatie Onder leiding van een projectleider is een werkgroep samengesteld. Deze ziet toe op de uitvoering van de voorgenomen maatregelen en acties door alle aangesloten partijen. Per deelproject zijn verantwoordelijken benoemd. De projectleider ziet toe op het tijdig aanleveren van managementinformatie uit de registratie van de RMC-regio, zodat vermindering van VSV ook daadwerkelijk (tussentijds) kan worden aangetoond. De projectleider dient ook achterstand te voorkomen bij de verwerking en aanlevering van alle bestanden. Beide ROC’s leveren tijdige en volledige informatie conform in het RMC-protocol gemaakte afspraken. Ontwikkeling van een plan van aanpak VSV De aanpak kent de volgende onderdelen: 1. Algemeen proces voor het ontwikkelen van het activiteitenplan; 2. Activiteitenplan op organisatieniveau; 3. Een uitwerking van de activiteiten op uitvoeringsniveau; 4. Randvoorwaarden voor de uitvoering. Ad 1. Algemeen proces voor het ontwikkelen van het activiteitenplan − In onderling overleg hebben gemeente Rotterdam, RMC-subregio’s en ROC’s de hoofdmaatregelen opgesteld. Deze maatregelen hebben betrekking op de overgang vmbo mbo, de doorlopende instroom, de zorgstructuur en het verzuimbeleid; − De ROC’s stellen aan de hand van dit voorstel hun activiteitenplan op; − De RMC-subregio’s stellen hun activiteitenplan op; − De RMC-contactgemeente Rotterdam en de ROC’s werken aan een gezamenlijk uitvoeringsplan, waarin ze de maatregelen van het convenant uitwerken; 31
Handreiking Preventie+ Project
− Een werkgroep o.l.v. een projectleider volgt de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van de activiteiten in het kader van het convenant; − Het RMC voert de effectrapportage uit door een eindmeting te houden van het aantal voortijdig school verlaters per 31 juli; uitgesplitst naar activiteiten en uitvoerders. Ad 2. Activiteitenplan op organisatieniveau Op basis van de overeengekomen aanpak worden de activiteiten aangegeven die elke afzonderlijke organisatie verzorgt. Dit activiteitenplan heeft de volgende opzet. Activiteiten
vmbo
ROC
RMCSteunpunten/ subregio’s jongerenloket
Overgang vmbo – mbo Activiteiten binnen vmbo (nagaan welke jongeren nog geen inschrijving hebben) Actief traceren niet-verschenen jongeren door ROC’s Actieve benadering door RMC–medewerkers Evaluatie 4-vmbo actie Doorlopende instroom mbo Creëren van instroommogelijkheden mbo Outreachende aanpak van VSV-ers Voorkomen voortijdig schoolverlaten door zorgstructuur Voorkomen voortijdig schoolverlaten door verzuimbeleid Voorkomen VSV door handhaven Uitval vanuit ROC = intake RMC Ad 3. Een uitwerking van activiteiten op uitvoeringsniveau Per activiteit stelt de uitvoerende organisatie een overzicht op van de wijze waarop en wie deze activiteit verzorgt. Dit is als volgt opgesteld: − Soort activiteit; − Inhoud van de activiteit; − Beoogd resultaat van de activiteit; − Verantwoordelijkheid voor deze activiteit; − De planning van de uitvoering; − Het tijdstip van de werkelijke realisatie van de activiteit (op tijd); − Het uiteindelijke resultaat. Ad 4. Randvoorwaarden Binnen het activiteitenplan zijn randvoorwaarden opgenomen die noodzakelijk zijn voor het welslagen van het plan. Dit betreffen onder andere: - De begroting; - De inbreng van reguliere middelen; - De verdeling van subsidie; 32
Handreiking Preventie+ Project
- De registratie van gegevens; - De deelnemersadministratie; - De toegang tot andere ketens (huisvesting, reïntegratie, jeugdzorg). Bekostiging Met de opstelling van het convenant hebben zowel de gemeente Rotterdam als de ROC’s, de regiogemeenten, de RMC-regio en de steunpunten/jongerenloketten middelen beschikbaar gesteld voor onder andere de extra benodigde menskracht. Dit zowel voor de projectorganisatie als bij de RMC’s en de ROC’s. Daaraan is een resultaatverplichting gekoppeld.
Contactpersonen Gemeente Rotterdam, Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving Projectleider VSV-convenant Sander van Reedt Dortland Regio Rijnmond 06 – 54 34 19 56
[email protected] Beleidsmedewerker VSV Petra van der List 010 – 891 4631
[email protected] Gegevensbeheer Ton Nuninga 010 – 891 4597
[email protected]
33
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld projectorganisatie RMC-subregio Arnhem In de RMC-subregio Arnhem hebben de gemeenten en de samenwerkende scholen voor het voortgezet onderwijs en het middelbare beroepsonderwijs de Lerende Regio Arnhem e.o. (LRA) opgericht (zie www.lerenderegioarnhem.nl). De gemeenten en scholen werken samen om de risicoleerlingen in beeld te brengen en bieden indien nodig begeleiding, zodat leerlingen succesvol aan het mbo deelnemen. Interessant van de werkwijze in deze subregio is: 1. De heldere projectorganisatie en structuur; 2. Webbased registratiesysteem. In deze paragraaf vindt u een beschrijving van de projectorganisatie. In paragraaf 3.2.3 vindt u meer informatie over het webbased registratiesysteem. Projectorganisatie De Lerende Regio Arnhem e.o. heeft samen met het RMC op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt over de uitvoering van het project “Sluitende Keten. Deze afspraken, vastgelegd in protocol, geven aan wie, op welk moment welke acties uitvoert. De projectgroep bewaakt deze afspraken, de voortgang van dit alles en stelt ieder jaar het protocol op basis van ervaringen bij. In de projectgroep zitten: − Een directeur van één van de deelnemende vmbo-scholen. De directeur is tevens projectcoördinator; − Drie ambassadeurs, die de monitoring verzorgen en als trajectbegeleiders optreden (twee vanuit de twee ROC’s en één vanuit het RMC); − De RMC-coördinator om de samenhang met andere beleidsterreinen te waarborgen (gemeentelijk beleid ten aanzien van voortijdig schoolverlaters, gemeentelijk arbeidsmarktbeleid en leerplicht). Projectuitvoering De deelnemende vmbo-scholen, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs zijn op drie niveaus bij de uitvoering van het project betrokken: − Directeur of manager om ervoor te zorgen dat de betreffende school de afspraken nakomt; − Contactpersoon vmbo (meestal een decaan) voor het verzamelen van de informatie; − Leerlingenadministratie voor het verwerken van de informatie. Randvoorwaarden Volgens de RMC-subregio Arnhem zijn de volgende voorwaarden nodig om het project te laten slagen: − Beleidsmatige verankering zowel bij het onderwijs als bij gemeenten (RMC); − Acceptatie van de doelen door alle betrokkenen; − Onderwijsinstellingen moeten het vraagstuk als reguliere opdracht zien en niet als een afzonderlijk project; − Duidelijkheid over structuur, organisatie en opdracht door middel van een startbijeenkomst waar alle betrokken contactpersonen aanwezig zijn; − Afspraken met betrekking tot privacy; − Registratiesysteem; 34
Handreiking Preventie+ Project
− Ambassadeurs moeten goed bekend zijn met het netwerk van scholen en maatschappelijke organisaties. Bekostiging De totale inzet van de ambassadeurs bedraagt op jaarbasis 0,8 fte. De twee betrokken ROC’s en het RMC zijn verantwoordelijk voor de financiering. De inzet vanuit de vmbo-scholen is niet apart begroot. Contactpersoon RMC-subregio Arnhem RMC-coördinator Ton van de Hoven 026-3775754
[email protected]
35
Handreiking Preventie+ Project
Fase 2 Inventarisatie van de vmbo-4 leerlingen In deze paragraaf beschrijven we praktijkvoorbeelden rondom de wijze van registratie. In het algemeen kunnen we stellen dat de registratie per regio sterk verschilt. Het komt voor dat gemeenten niet weten hoeveel vmbo-leerlingen eindexamen doen en dus geen betrouwbare gegevens hebben over het percentage risico- en probleemleerlingen. Er zijn regio’s die de registratie hebben gedigitaliseerd. De RMC-subregio Streekgewest Brabant Noordoost en de RMC-subregio Arnhem zijn daar voorbeelden van. Er zijn ook gemeenten die beschikken over informatie van alle jongeren tot 23 jaar. Voorbeelden hiervan zijn Den Haag en Utrecht. In deze paragraaf vindt u praktijkvoorbeelden van de gemeente Utrecht, RMC-subregio Streekgewest Noordoost Brabant en de RMC-subregio Arnhem. Praktijkvoorbeeld leerlingenadministratie / registratie RMC-regio Utrecht De gemeente Utrecht heeft haar leerlingenadministratie zodanig op orde dat zij op basis hiervan sluitende afspraken heeft gemaakt met alle scholen waar Utrechtse leerlingen staan ingeschreven. De essentie van deze afspraken is dat op elke uitschrijving van leerplichtige jongeren direct ófwel een inschrijving op een andere school ófwel een directe interventie van leerplicht maatschappelijk werkers volgt. Waar het gaat om bovenleerplichtige jongeren zónder startkwalificatie zijn afspraken gemaakt met de ROC's: zij zijn verantwoordelijk voor een extra inspanning om jongeren binnen het onderwijs te houden en pas als dit echt niet lukt, wordt dit gemeld en benaderen de RMCtrajectbegeleiders de jongere. Deze solide basis van de leerlingenadministratie geeft Utrecht de mogelijkheid zowel op de lange termijn beleid te formuleren om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen als zonodig direct in te grijpen door leerplicht/RMC. Wijze van gegevensverzameling De gemeente Utrecht beschikt over informatie van jongeren tot 23 jaar door informatie te koppelen vanuit verschillende bestanden: − Gemeentelijke Basis Administratie van de gemeente; − Leerlingenbestanden van scholen uit de regio Utrecht, die zich hebben aangesloten bij het Platform Midden Nederland. Deze scholen leveren inschrijflijsten aan en verstrekken informatie aan de gemeente over de doorstroom van leerlingen; − Bestanden RMC en leerplicht; Bekostiging De gemeente Utrecht bekostigt haar leerlingenadministratie uit eigen middelen. Contactpersoon Gemeente Utrecht Beleidsmedewerker Lokaal Onderwijsbeleid Wytse de Jong 030 286 8308
[email protected] 36
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld registratie RMC-subregio Streekgewest Brabant Noordoost De RMC-subregio Streekgewest Brabant Noordoost is één van de regio’s die de werkwijze van het Preventieproject van de Taskforce Jeugdwerkeloosheid uitvoert. Interessant is dat de regio een digitaal registratiesysteem heeft ontwikkeld. Dit voorbeeld kan als inspiratie dienen voor andere regio’s. Algemeen Voor de registratie van leerlingen krijgen alle vmbo-decanen van de deelnemende scholen de beschikking over het zogenaamde usb-stickprogramma Stick Together. Hiermee heeft de decaan een database/instrument in handen voor het volgen van het keuzeproces bij alle leerlingen. De decaan kan informatie invoeren, waardoor hij ook een overzicht krijgt van de risicoleerlingen. Hierdoor kan hij sneller ingrijpen en effectief begeleiding inzetten. Usb-stickprogramma Stick together Elke decaan krijgt een usb-stick met daarop het registratieprogramma. Het usbstickprogramma is te gebruiken op elke willekeurige computer. Het beschikt over eigen software en is niet gebonden aan gebruikelijke software (zoals Excel, Acces). Het usb-stickprogramma bevat de volgende informatie vanuit de leerlingenadministratie: − De namen van de eindexamenleerlingen; − Het geslacht, de geboortedatum, het adres en het telefoonnummer van de leerling; − De klas van de leerling; − De sector van de opleiding van de leerling. Het usb-stickprogramma bevat verder: − Een per leerling of per klas te printen document, zoals het `Kort Screeningsonderzoek’; − Een per leerling of klas te printen document genaamd `Diploma-vervolg-kaart’; − De verschillende niveaus waarop een leerling kan uitstromen; − Specifieke risicofactoren; − Een lijst met vervolgopleidingen; − De opleiding waarnaar een leerling uitstroomt. Het usb-stickprogramma moet het de decaan gemakkelijk maken om het verloop van de keuze van de leerling(en) te volgen. De decaan heeft vanuit het programma een individueel en een totaaloverzicht. Tevens heeft hij een overzicht van de (nog) te nemen stappen. Bekostiging Het ministerie van OCW stelt eenmalig subsidie beschikbaar te bevordering van de overgang vmbo – mbo. De RMC-subregio heeft deze subsidie gebruikt voor de ontwikkeling van het registratieprogramma. Contactpersoon Projectleider Stick Together Han Viguurs 06-52346956
[email protected]
37
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld registratie RMC-subregio Arnhem De projectgroep “Sluitende Keten” heeft het bedrijf De Indruk, Internet & Automatisering, de opdracht gegeven om een webbased digitaal registratiesysteem te ontwikkelen (www.sluitendeketen.nl.) De ervaringen met dit systeem zijn zeer positief en daarom als voorbeeld opgenomen in deze handreiking. Webbased registratiesysteem De RMC-subregio Arnhem werkt met een webbased digitaal registratiesysteem, www.sluitendeketen.nl. De decanen van de scholen hebben toegang tot dit systeem via Internet. In dit systeem kunnen de decanen leerlingen aanmelden (met NAW-gegevens), informatie invoeren betreffende de opleidingskeuze en of het om een risicoleerling gaat. De ambassadeurs hebben toegang tot dit systeem en gebruiken de informatie bij het bepalen van de begeleiding. Bewerkersovereenkomst In het kader van de Wet bescherming persoongegevens is er een bewerkersovereenkomst opgesteld, zodat de decanen en de ambassadeurs informatie over leerlingen met elkaar kunnen uitwisselen. De twee ROC’s en het RMC hebben met elk afzonderlijk schoolbestuur een bewerkersovereenkomst gesloten. De scholen stellen ouders uitdrukkelijk schriftelijk en mondeling op de hoogte van het project. Ouders kunnen bezwaar maken tegen de uitwisseling van deze gegevens. Bekostiging Het RMC en de Lerende Regio Arnhem e.o. hebben de ontwikkeling van het registratiesysteem gefinancierd. Contactpersoon RMC-subregio Arnhem RMC-coördinator Ton van de Hoven 026-3775754
[email protected]
38
Handreiking Preventie+ Project
Fase 3 Beroeps- en opleidingskeuze: voorlichten en begeleiden Scholen ondernemen allerlei activiteiten om hun leerlingen voor te lichten over een vervolgopleiding en hen te begeleiden bij het maken van een keuze. De RMC-regio Gooi en Vechtstreek heeft het voorlichtingsaanbod zo uitgewerkt en gedocumenteerd, dat het als goed voorbeeld kan dienen voor andere regio’s. Praktijkvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomst Gooi en Vechtstreek Het aanbod van de RMC-regio Gooi en Vechtstreek bestaat uit een: 1. Voorlichtingsbijeenkomst voor alle leerlingen in de regio; 2. Kalender met data van open dagen mbo. Voorlichting Opleidingsmogelijkheden voor vmbo-leerlingen Het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek (RBL) verzorgt jaarlijks, in samenwerking met het ROC en de vmbo-decanenkring, de organisatie van een drietal voorlichtingsmiddagen. Hier komen alle opleidingsmogelijkheden na het vmbo aan bod. Alle vmbo-leerlingen in de regio die in de 3e en 4e klas zitten kunnen hieraan deelnemen. Het eindproduct is de Gids voor Beroep en Opleiding. De gids is te downloaden van de website www.rblgooi.nl. Doel Voorlichting bieden aan alle vmbo-leerlingen over alle opleidingsmogelijkheden na het vmbo. De voorlichting vindt plaats op het ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek. Het is tevens een eerste kennismaking met het mbo. Opzet voorlichtingscyclus De opzet van de voorlichtingscyclus ziet er als volgt uit: − Het RBL inventariseert alle opleidingsmogelijkheden na het vmbo; − Het RBL benadert alle vmbo-leerlingen om na te gaan over welke opleiding(en) zij informatie/voorlichting wensen te ontvangen; − Het RBL ontwikkelt en realiseert op basis van de voorlichtingsbehoefte van vmboleerlingen een voorlichtingprogramma; − Een format stuurt kwaliteit en inhoud van de voorlichting; − Er vindt een evaluatie plaats van de kwaliteit van de voorlichting. Uitvoering Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek is in samenwerking met vmbo-decanen en ROC-medewerkers verantwoordelijk voor de voorlichtingsactiviteiten. Bekostiging Het RBL Gooi en Vechtstreek draagt 50 % van de kosten. Het overige deel van de kosten komen voor rekening van de vmbo-scholen en het ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek.
39
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld Open Dagen Kalender Gooi en Vechtstreek Het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek verzorgt eveneens de jaarlijkse kalender van open dagen binnen het mbo. Deze kalender biedt een actueel overzicht van open dagen van alle mbo-opleidingen in de RMC-regio Gooi en Vechtstreek. De kalender is te downloaden van de website www.rblgooi.nl. Bekostiging het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek is 100 % verantwoordelijk voor de kosten. Het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek stelt in opdracht van andere RMCregio’s ook dergelijke producten op. Contact Regionaal Bureau Leerlingzaken RMC-coördinator Jan van Eekelen 035-6926622
[email protected]
40
Handreiking Preventie+ Project
Fase 4 Vaststellen definitieve opleidingskeuze In het voorjaar van het laatste leerjaar moeten leerlingen van het vmbo een definitieve opleidingskeuze hebben gemaakt. Dit vormt een belangrijke voorwaarde tot een succesvolle overgang van het vmbo naar het mbo. Een inventarisatie van de opleidingskeuze bij alle leerlingen en ouders maakt duidelijk of de leerlingen een keuze hebben gemaakt en of de leerlingen problemen hebben met het maken van een keuze. Het uitblijven van een keuze is aanleiding om leerlingen extra te begeleiden. Hieronder vindt u een praktijkvoorbeeld hoe een dergelijke inventarisatie van opleidingskeuzes plaatsvindt. Praktijkvoorbeeld mailing gemeente Den Haag
De gemeente Den Haag, afdeling onderwijs, stuurt een brief naar leerlingen en hun ouders met als doel na te gaan of de leerlingen al een opleidingskeuze hebben gemaakt en of zij (extra) begeleiding hierbij nodig hebben. De brief spreekt de ouders en de leerlingen direct aan. De gemeente Den Haag hanteert als uitgangspunt dat organisaties zo snel mogelijk met de leerlingen zelf contact moeten leggen. Vandaar dat de gemeente een brief in het voorjaar verstuurt naar de leerlingen en hun ouders. De gemeente maakt daarbij een onderscheid tussen leerplichtige en niet-leerplichtige leerlingen. De afdeling leerplicht stuurt een brief aan de ouders van leerplichtige leerlingen. De stedelijke coördinator voortijdig schoolverlaten stuurt de niet-leerplichtige leerlingen een brief.
41
Handreiking Preventie+ Project
Voorbeeldbrief Ouders met leerplichtige kinderen Geachte ouders/verzorgers, Volgens onze informatie doet uw kind dit schooljaar eindexamen vmbo. Waarschijnlijk zal hij/zij de school gaan verlaten. Zoals u wellicht weet is uw zoon/dochter het komende schooljaar 2006/2007 nog (gedeeltelijk) leerplichtig. Dat wil zeggen dat uw kind ingeschreven moet staan op een school voor voortgezet onderwijs ofwel een beroepsopleiding bij een Regionaal Opleidingencentrum of Algemeen Opleidingencentrum moet volgen. Om in het kader van de Leerplichtwet de juistheid van onze gegevens te controleren verzoeken wij u bijgaand formulier in te vullen. Ook al bent u op dit moment nog niet op de hoogte van de definitieve uitslag van het examen, wij verzoeken u toch om bijgaand formulier in te vullen en uiterlijk 12 mei a.s. in bijgaande antwoordenvelop terug te sturen (een postzegel is niet nodig). Mocht uw zoon/dochter het komende schooljaar geen onderwijs gaan volgen, dan zouden wij dit ook graag vernemen. We kunnen dan gezamenlijk tot een oplossing komen, zodat u geen problemen krijgt met betrekking tot de Leerplichtwet. Ten slotte moet ik u erop wijzen dat het niet ingeschreven staan van uw kind bij een onderwijsinstelling gevolgen kan hebben voor het recht op Kinderbijslag. Meer informatie hierover kan door de Sociale Verzekeringsbank worden verstrekt. Voor vragen zijn wij bereikbaar onder telefoonnummer 070 - … Met vriendelijke groet,
Hoofd afdeling Leerplicht
Antwoordformulier Inschrijving Opleiding 2006-2007 Dit formulier in de antwoordenvelop voor 12 mei a.s. opsturen a.u.b. Uw gegevens De heer/mevrouw Ouders/Verzorgers van Adres Postcode/Woonplaats
Geboortedatum
Telefoonnummer (svp vermelden!)
Email adres (svp vermelden!) 42
Handreiking Preventie+ Project
Mijn zoon/dochter is voor het schooljaar 2006-2007 aangemeld bij de volgende school/instelling: Naam School Adres Plaats Naam Opleiding
BOL/BBL*
Richting / Niveau
Indien BBL
Datum aanmelding Mijn zoon/dochter* heeft WEL/GEEN* werkplek
Mijn zoon/dochter is nog NIET aangemeld bij een opleiding. Reden:
Indien mijn zoon/dochter* onverhoopt zakt doet hij/zij* het eindexamen wel/niet* over.
Aldus naar waarheid ingevuld Plaats
Handtekening
Datum (*doorhalen wat niet van toepassing is)
43
Handreiking Preventie+ Project
Voorbeeldbrief aan niet-leerplichtigen Beste Volgens onze gegevens doe jij dit schooljaar eindexamen vmbo en wij hopen dat je slaagt. Maar of je nu wel of niet je vmbo-diploma haalt, je hebt nog geen startkwalificatie. Een startkwalificatie heb je met minimaal een havo-diploma of een mbo-diploma (beroepsopleiding) op niveau 2. Je hebt dan voldoende onderwijs gevolgd om goed voorbereid op de arbeidsmarkt te kunnen starten. De gemeente Den Haag wil graag dat iedereen onder de 23 jaar een startkwalificatie haalt. We willen graag weten voor welke vervolgopleiding jij je hebt aangemeld voor het schooljaar 2006/2007. Ook al ben je op dit moment nog niet op de hoogte van de definitieve uitslag van het examen, verzoeken wij je het antwoordformulier in te vullen en uiterlijk 12 mei a.s. in bijgaande antwoordenvelop terug te sturen (een postzegel is niet nodig). Voor vragen, advies en informatie kun je bellen met telefoonnummer 070 - … Met vriendelijke groet, … Stedelijk Coördinator Voortijdig Schoolverlaten.
Ook deze brief bevat een antwoordformulier. Verschil is dat nu de leerling zelf het formulier invult.
44
Handreiking Preventie+ Project
Fase 5 Aanmelding en (voorlopige) inschrijving De inschrijving bij het mbo kan op verschillende manieren plaatsvinden. De inschrijving kan niet meer zijn dan een administratieve handeling. Ook kan er gekozen worden om dit uitgebreid te doen en veel belangrijke informatie over de leerling te verzamelen. Steeds meer mbo-opleidingen betrekken bij de inschrijving de portfolio van de leerling. Met behulp van een portfolio kunnen de mbo-opleidingen beter nagaan wat het profiel en de achtergrond van de betreffende leerling is. Het ROC Aventus gebruikt dit portfolio als onderdeel van haar de intakeprocedure. Praktijkvoorbeeld intakeprocedure ROC Aventus Het ROC Aventus neemt deel aan het project LEERLINK (Apeldoorn en Deventer/Zutphen). Dit project richt zich op het ontwikkelen van doorlopende zorg- en leerlijnen in de beroepsopleidingkolom vmbo - mbo. Het ROC Aventus heeft een intakeprocedure ontwikkeld waarbij het ROC gebruik maakt van de opgebouwde informatie uit het portfolio van de leerling. Portfolio en overdracht Tijdens het derde en vierde jaar van het vmbo bouwt de leerling zelf een portfolio op. De leerling beoordeelt zichzelf met behulp van een aantal reflectieformulieren en bespreekt dit met de mentor. Het invullen van deze reflectieformulieren vormt een zeer belangrijk onderdeel van de overdracht. De reflectieformulieren hebben betrekking op: - Gedrag en houding; - Sociale vaardigheden; - Beroepskeuze; - Werk- en stage-ervaring. Niet alleen de leerling moet reflectieformulieren invullen. Het portfolio bevat ook een overdrachtformulier doorlopende zorg, die de mentoren van de leerlingen invullen. Daarin staat informatie over: - Noodzaak extra contact met mentor, ouders, etc.; - Begeleiding die leerling heeft ontvangen; - Wens van ouders betreffende overdracht informatie en soort begeleiding; - Wens van leerling betreffende overdracht informatie en soort begeleiding. Intake mbo De intakeprocedure van het ROC Aventus heeft als doel uniformiteit binnen de intake te organiseren, maar vooral ook alle relevante informatie met behulp van het portfolio te verzamelen. Het portfolio biedt informatie die een goed en gedetailleerd beeld geeft van de leerling die zich inschrijft voor een mbo-opleiding. Op basis hiervan vindt een definitieve en realistische inschrijving plaats. Uit gegevens bij de inschrijving kunnen conclusies worden getrokken over een extra inzet van begeleiding, een mogelijk verkeerde opleidingskeuze of een noodzaak voor extra informatie vanuit de toeleverende school.
45
Handreiking Preventie+ Project
Producten Portfolio vmbo - mbo Handboek Intake Contact ROC Aventus, Stafdienst Onderwijs Senior Onderwijskundig Adviseur Projectleider Beroepskolom (coördinatie) Rienk van der Werff 055-5053170
[email protected]
46
Handreiking Preventie+ Project
Fase 6 Vaststellen risicojongeren en bepalen interventies De Preventieprojecten in Nederland zijn gericht op het signaleren van risicoleerlingen. Hiervoor maken de projecten o.a. gebruik van de diplomakaart die AOB Compaz heeft ontwikkeld. Deze is opgenomen in de handreiking “Reik jongeren de hand”. De gemeente Breda heeft een eigen invulling gegeven aan deze diplomakaart. Het gaat om een aangepaste vormgeving en presentatie, die jongeren aanspreekt. Dit voorbeeld vindt u in deze paragraaf. Daarnaast presenteren wij een praktijkvoorbeeld uit de RMC-regio Zuid-Holland Zuid waar een nieuwe organisatie is opricht voor RMC en leerplicht. Door een samenvoeging van leerplicht en RMC in één gebouw, zoals in meerdere gemeenten gebeurt, ontstaat er meer aandacht voor het signaleren van probleemjongeren. Leerplicht beschikt namelijk over informatie die voor het RMC goed te gebruiken is. Ter illustratie vindt u dit voorbeeld van de RMC-regio Zuid-Holland Zuid eveneens in deze paragraaf. Praktijkvoorbeeld diplomakaart gemeente Breda Vormgeving diplomakaart “Blijf in beeld” De leerlingen moeten een antwoordkaart invullen met informatie over hun keuze voor een vervolgopleiding. De gemeente Breda, afdeling onderwijs, heeft een communicatiebureau de opdracht gegeven het ontwerp van deze kaart sterk te laten aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Gemeente verloot Ipod onder de inzenders De gemeente zet zich in om een hoge respons te krijgen. De leerlingen moeten aan het einde van het schooljaar op een centraal moment de kaart invullen (bijv. bij de diploma-uitreiking of tijdens een bijeenkomst waar ze hun cijferlijst ontvangen). De school stuurt de kaart vervolgens naar de gemeente. De gemeente verloot een IPod onder de leerlingen die een kaart hebben ingevuld. De wethouder overhandigt de IPod aan de leerling tijdens een feestelijke bijeenkomst. PR campagne Een ander uniek element is dat de gemeente zich actief inzet om het project meer bekendheid te geven bij de leerlingen. De gemeente heeft posters laten ontwikkelen die voor jongeren erg aansprekend zijn. Deze posters hangen in alle vmbo-scholen. Het effect hiervan is dat de leerlingen weten dat ze een diplomakaart moeten invullen en een Ipod kunnen winnen. De gemeente hoopt dat dit leerlingen aanzet tot een definitieve opleidingskeuze. Contactpersoon Gemeente Breda Beleidsmedewerker Voortijdig School Verlaten Liesbeth van der Lee 076-5294389
[email protected]
47
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld Zuid-Holland Zuid In de regio Zuid-Holland Zuid hebben negen gemeenten besloten samen te werken op het terrein van leerplicht, naast de samenwerking met de hele regio om het voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Deze samenwerking komt tot uiting in het nieuwe Regionaal Bureau Leerplicht Plus (RBL +). Behalve leerplichtambtenaren zijn ook trajectbegeleiders ‘voortijdig schoolverlaters’ vanuit de gemeenten en het RMC vanuit dit bureau werkzaam. Een leerplichtambtenaar als contactpersoon Door de samenwerking is de leerplicht op efficiënte wijze georganiseerd. De scholen voor voortgezet onderwijs hadden voorheen met negen leerplichtambtenaren te maken. Nu hebben ze contact met één leerplichtambtenaar voor de hele regio. Dit maakt het voor vo-scholen makkelijker om een relatie op te bouwen met leerplicht. Het effect hiervan is dat vo-scholen schoolverzuim of problemen bij leerlingen eerder melden . Meer informatie-uitwisseling tussen RMC en leerplicht De RMC trajectbegeleiders en leerplichtambtenaren werken nu meer samen doordat ze samen in één gebouw zitten. Ze komen elkaar letterlijk vaker tegen. De RMC trajectbegeleiders en leerplichtambtenaren raadplegen elkaar regelmatig over leerlingen. Leerplicht beschikt over informatie die door de jaren heen is verzameld. De RMC trajectbegeleiders kunnen deze informatie goed gebruiken om de situatie of het probleem van de leerling beter in te schatten. Participatie in Netwerk Vanuit het bureau participeert een RMC trajectbegeleider in het Jongerenloket, Route 23. Ook in het MD inzake team van het ROC Da Vinci participeert een RMC trajectbegeleiding. Alle leerplichtambtenaren nemen deel aan de MD-teams op de scholen voor voortgezet onderwijs. Bovendien is een nevenvestiging van het bureau participant in het JeugdZorgCentrum te Gorinchem, waar alle disciplines in een kantoor samenwerken. Bekostiging De gemeente Dordrecht stuurt het RBL + aan. Als grootste gemeente van Zuid-Holland Zuid nam Dordrecht zowel het werkgeverschap als de bedrijfsvoering voor haar rekening. De andere gemeenten dragen aan de hand van een overeengekomen verdeelsleutel bij aan de kosten. Hiertoe zijn dienstverleningsovereenkomsten opgesteld. Per 1 januari 2007 gaat de bedrijfsvoering over naar de GR Drechtsteden. De organisatie krijgt dan ook een nieuwe naam; Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Contactpersoon Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Directeur Carry Roozemond 078-6398090 Per 1 januari 2007: www.drechtsteden.nl
48
Handreiking Preventie+ Project
Fase 7 Begeleiden van risicojongeren In deze fase gaat de aandacht uit naar het begeleiden van risicoleerlingen en probleemleerlingen tijdens de vakantieperiode. In de voorgaande fasen is er duidelijkheid ontstaan over het aantal vmbo-leerlingen dat problemen heeft met de overgang naar het mbo. De oorzaak van deze problemen zijn zeer divers en vaak complex van aard. Het is nodig hier snel en passend op in te spelen. Ook kan er natuurlijk op andere momenten extra begeleiding nodig zijn. In deze paragraaf staan twee praktijkvoorbeelden hoe u deze begeleiding kan organiseren. Een voorbeeld uit de gemeente Hengelo met als kenmerk een sluitende aanpak. Het voorbeeld uit de gemeente Den Haag geeft aan hoe organisaties vanuit een bedrijfsverzamelgebouw een multidisciplinaire aanpak werken. Praktijkvoorbeeld begeleiding RMC-regio Hengelo Inleiding In het kader van het voortijdig schoolverlaten heeft het College van Burgermeester en Wethouders van de gemeente Hengelo enkele jaren geleden twee belangrijke uitgangspunten voor beleid vastgesteld: − Het realiseren van een samenhangende aanpak in de RMC-regio voor alle voortijdig schoolverlaters (niet-willers en niet-kunners); − De rol van de gemeente dient beperkt te blijven tot het regisseren, het stimuleren en faciliteren van deze samenhangende aanpak. Beide keuzes hebben tot gevolg dat de gemeente Hengelo zowel de daadwerkelijke uitvoering als de intensieve begeleiding van de VSV-ers overlaat aan instellingen en voorzieningen die hiervoor verantwoordelijk zijn. De regierol vanuit de gemeente Hengelo krijgt met name vorm in het RMC Trajectbureau Hengelo. Hieraan is ook een trajectencommissie is verbonden. Algemene werkwijze Alle vmbo-scholen geven tijdens het eerste kwartaal van het kalenderjaar inzicht in hun leerlingenbestand. Ook geven vmbo-scholen zo snel mogelijk inzicht in risicoleerlingen en potentiele uitvallers en melden deze bij het RMC Trajectbureau Hengelo. Dit bureau zoekt contact met de leerling en/of ouders en/of school. Op basis van een analyse van de situatie van deze leerling stelt de trajectbegeleider een handelingsplan op. Bij de situatieanalyse kijkt men ook naar schuldenproblematiek, verslaving en gedragsstoornissen. Het doel van het handelingsplan is de leerling in een passend vervolg of passende voorziening te plaatsen. De trajectbegeleider kan de leerling ook terugleiden naar de laatst bezochte school. Ook melden de mbo-scholen leerlingen bij dit Trajectbureau aan die niet binnen het mbo zijn gestart. Dit leidt tot eenzelfde procedure met als doel leerlingen alsnog te plaatsen binnen het mbo of binnen een andere passende voorziening.
49
Handreiking Preventie+ Project
RMC Trajectbureau Hengelo Een melding van risico- of probleemleerlingen bij het Trajectbureau kan ook vanuit andere partijen plaatsvinden. Behalve vanuit de scholen (wettelijke verplichting) kan dit ook gebeuren vanuit het CWI, Sociale Zaken en organisaties zoals politie en jeugdzorg. Daarnaast kunnen de jongeren, de ouders of verzorgende van deze jongeren zelf contactopnemen. Trajectencommissie Binnen het RMC Trajectbureau Hengelo is er ook een Trajectencommissie actief. Deze heeft als doel dat alle betrokken voorzieningen per dossier afspraken maken over het gewenste traject voor de jongere en de financiering van dit traject. De opdracht hierbij is helder en resultaatgericht door per dossier de volgende vragen te beantwoorden: − Wie wordt op basis van de analyse en het traject de dossiereigenaar (klantmanager)? − Wie betaalt het voorgenomen traject? − Welke partij brengt de leerling naar de dossiereigenaar? Bij meervoudige of complexe problematiek kan de Trajectencommissie een Multidisciplenair Overleg organiseren. Tijdens dit overleg wisselen organisaties aanvullende expertise uit om tot een overwogen handelingsplan te komen. Lid van van deze commissie zijn: - CWI; - UWV; - Sociale Zaken van Borne; - Sociale Zaken van Hof van Twente en Hengelo; - MEE Twente; - Sociale WerkBedrijven; - Dagactiviteitencentra; - Kapstokprojecten (leerwerktrajecten verbonden aan de ZMOK school); - Trajectbegeleiders van het RMC; - Gemeentelijk procesmanager 12 tot 23 jarigen; - RMC-coördinator in de functie van voorzitter. Het doel, de taakstelling en de samenstelling van deze commissie zijn vastgelegd in een statuut. Succesfactoren Door de positionering van het RMC Trajectbureau Hengelo (onafhankelijk, regierol) kan de gemeente instellingen makkelijker aanspreken op hun taken en verantwoordelijkheden. Ook kan het Trajectbureau partners informeren over het verloop en de resultaten van activiteiten. Dit vormt weer de basis voor bijstelling van de aanpak of nieuwe initiatieven. De samenwerking met het CWI heeft als voordeel dat ook het CWI jongeren meldt bij het Trajectenbureau. Bovendien kan er sneller een match tussen jongeren en vacatures plaatsvinden. De samenwerking met het CWI heeft ertoe geleid dat er voor jongeren tot 23 jaar sprake is van een gezamenlijke intake. Ouders raken door mond-tot-mondreclame bekend met het aanbod van het Trajectbureau en melden hun thuiszittende kinderen bij dit bureau aan. Om tot een meer nauwgezette analyse van de situatie van de leerling te komen, krijgen trajectbegeleiders ondersteuning van een orthopedagoog. De inzet van deze expertise heeft 50
Handreiking Preventie+ Project
geleid tot succesvolle trajecten, waarbij vaak een combinatie is georganiseerd tussen leren en hulpverlening of werken met begeleiding en hulpverlening. Om instellingen en organisaties te stimuleren bij te dragen aan deze aanpak van het voortijdig schoolverlaten wordt er jaarlijks een RMC-prijs aan de meest actieve instelling uitgereikt. Bekostiging De gemeente Hengelo (Grote Steden Beleid), het RMC en de Provincie Overijssel financieren het RMC Trajectbureau Hengelo en de Trajectencommissie. Contact Gemeente Hengelo, afdeling Onderwijs en Jeugdzaken RMC Coördinator Hengelo Liesbeth de Jong 074 – 245 93 86
[email protected]
51
Handreiking Preventie+ Project
Praktijkvoorbeeld begeleiding gemeente Den Haag Het Subregionaal Meldpunt Coördinatie VSV van de Gemeente Den Haag is in 2006 gestart met het actief ondersteunen van vmbo-scholen. De ondersteuning betreft het begeleiden van vmbo-eindexamenleerlingen, die niet zelfstandig kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding. Werkbeurs Het Subregionaal Meldpunt Coördinatie (SMC) maakt deel uit van de Werkbeurs Jongeren op de Laan van Meerdervoort 55 in Den Haag. Dit is een bedrijfsverzamelgebouw waarin instanties samenwerken. Het is ook het contactadres voor risico- en probleemleerlingen. De volgende instanties zijn gehuisvest in de Werkbeurs Jongeren : − Het Jongeren Team voor intensieve begeleiding richting scholing en leerwerktrajecten en voor hulp bij het oplossen van problemen; − De Diagnose Service van het Leerwerk Centrum voor een uitgebreide diagnose over de mogelijkheden van de jongere; − Het Leerwerk Centrum voor praktijkscholing die gebruikt wordt als opstap naar reguliere opleidingen; − De Mondriaan Onderwijsgroep voor informatie en advies over opleidingsmogelijkheden en loopbaanbegeleiding; − Het Centrum voor Werk en Inkomen voor het vinden van een leerwerkplek; − Het Uitvoering Werknemersverzekeringen voor jongeren met een Wajong-uitkering; − De Dienst Sociale Zaken; − Het SMC Subregionaal Meldingspunt Coördinatie voor het melden van voortijdige schoolverlaters. De samenwerking vanuit de Werkbeurs Jongeren vindt op vier terreinen plaats: − Geïntegreerde dienstverlening waarin scholing en werk van de jongere centraal staan; − Gezamenlijke communicatie naar de jongeren (bijvoorbeeld door één intake af te nemen); − Kennisdeling en deskundigheidsbevordering van medewerkers van de Werkbeurs; − Adequate informatiedeling omtrent de doelgroep en het in beeld houden van jongeren. Eén intake Per leerling vindt er maar één intake plaats. Wanneer de leerling een gesprek heeft gehad met de casemanager van het Subregionaal Meldpunt Coördinatie VSV, meldt deze de informatie direct aan de organisatie, die een vervolgtraject verzorgt. Deze organisatie neemt weer z.s.m. contact op met de betreffende leerling. Begeleidingstrajecten De leerlingen kunnen verschillende trajecten volgen: - Ondersteuning bij het vinden van een vervolgopleiding; - Ondersteuning op het gebied van loopbaanbegeleiding; - Intensieve begeleiding bij het maken van een bewuste en reële keuze (d.m.v. basisdiagnose van het Leerwerk Centrum, fulltime programma van vier weken).; - Intensieve begeleiding door het jongerenteam van de gemeente Den Haag;
52
Handreiking Preventie+ Project
- Begeleiding door het Jongeren Interventie Team bij problemen op verschillende leefgebieden (dagbesteding, gezin en families, vrije tijd, huisvesting, financiën, verkeerde vrienden); - Jongeren Toezichtsteam: Jongeren voeren ondersteunende taken uit bij de politie; - Aanmelding voor hulpverleningstrajecten bij o.a. Bureau Jeugdzorg en het mobiele jongerenteam. Contactpersoon SMC Coördinator Gemeente Den Haag Projectleider Preventieproject vmbo - mbo Theo Bos 070-3535691
[email protected]
53
Handreiking Preventie+ Project
Fase 8 Inventarisatie effectiviteit begeleidingstraject Na de zomervakantie moet worden nagegaan welke leerlingen werkelijk binnen het mbo (of ander onderwijs) zijn gestart. Deze inventarisatie moet zicht geven op: - de jongeren, die zich weliswaar hebben ingeschreven, maar desondanks niet zijn gestart en - op de jongeren waarbij het tijdens de zomermaanden niet is gelukt om ze te begeleiden richting vervolgonderwijs. De ingeschreven jongeren, die desondanks niet zijn gestart, vallen onder verantwoordelijkheid van het ROC. Deze jongeren worden opgezocht, waarna het ROC zich zal inzetten om deze leerlingen alsnog te laten starten. De projectleider zal, mede door koppeling van informatie met het ROC, nagaan of er vmboleerlingen zijn die zich uiteindelijk nergens hebben aangemeld. Deze worden doorgegeven aan het RMC. Het RMC zet zich in om alsnog contact met deze leerlingen te krijgen en deze terug te leiden naar school.
54
Handreiking Preventie+ Project
Fase 9 en 10 Vaststellen en bevorderen succesvolle deelname mbo en controle onderwijsdeelname mbo-leerlingen In deze fasen gaat de aandacht uit naar het volgen van de leerlingen die met een mboopleiding zijn gestart. Het doel is de succesvolle deelname van deze leerlingen te bevorderen en te ondersteunen. Dit om uitval te voorkomen, maar ook om tijdig te signaleren dat leerlingen wegblijven en wat de reden hiervan is. Het is nodig om leerlingen te begeleiden die een onjuiste opleidingskeuze hebben gemaakt. Deze benadering kan uitval tegengaan door tijdig over te stappen naar een andere opleiding. Een succesvolle ombuiging van een verkeerde opleidingskeuze is het gevolg. Daarnaast kan de werkelijke deelname van mbo-leerlingen nauwkeurig worden vastgesteld. Informatie hierover kan worden gebruikt om de vmbo-scholen en RMC´s te informeren over de leerlingen en het succes van het begeleidingstraject te bepalen. Praktijkvoorbeeld ROC Noorderpoortcollege. In Groningen ligt de bakermat van het Preventieproject door de Taskforce geadopteerd. De drie RMC regio’s in de provincie Groningen sturen het project aan. Alle deelnemende partijen onder andere RMC’s, ROC’s provincie en gemeente Groningen beschouwen zich als gedeeld eigenaar van het probleem “risicovol overstappen”. Binnen dit project is het Noorderpoortcollege de beheerder van het Acces bestand met daarin alle namen van de risicogedrag vertonende vmbo-4 leerlingen tijdens hun overstap naar het mbo. Het bestand geeft aan welke leerlingen op welke risicofactor(en) scoren. Kopie bestanden worden na alle zomer interventie activiteiten vanuit het Noorderpoort naar de betreffende ROC’s gezonden met het verzoek te controleren of de betrokken leerlingen inderdaad gestart zijn. De resultaten worden weer doorgegeven aan de betreffende RMC’s. Deze procedure wordt rond januari herhaald om te zien of alle inspanningen ook lonend zijn geweest in die zin dat de risicoleerlingen nog steeds op de opleiding zitten waar zij voor gekozen hadden en niet inmiddels alsnog het mbo hebben verlaten. Dit schooljaar (2006-2007) wordt voor het eerst gekeken naar langduriger verblijf van de betreffende leerlingen en hun mogelijke overgang naar leerjaar 2. Contactpersoon Hoofd Cursistendienstverlening ROC Noorderpoortcollege Hoofd Cursistendienstverlening P. Zwarter Tel. 050 – 5470990
[email protected]
55
Handreiking Preventie+ Project
Ombuigingstrajecten In het najaar van 2006 is de Taskforce Jeugdwerkloosheid een ombuigingstraject gestart. In het ombuigingsproject begeleiden ROC ’s leerlingen op niveau 1 en 2, die niet langer hun opleiding willen volgen, intensief naar een andere opleiding (heroriëntatie). Het gaat om leerlingen die merken dat zij een verkeerde opleiding hebben gekozen, niet langer gemotiveerd zijn om de opleiding die zij nu volgen af te maken, geen leerbaan voor hun opleiding kunnen vinden of leerlingen die ontdekken dat zij met deze opleiding geen werk kunnen vinden en daarom met hun studie (gaan) stoppen of al gestopt zijn. De deelnemende ROC’s beschrijven het ombuigingsprogramma en de begeleiding die zij inzetten bij de heroriëntatie. Twee ROC’s werken daarbij samen met de competentie testcentra van het CWI. Er zal onderzoek gedaan worden naar deze programma’s en de effecten hiervan. Op basis hiervan zal in een handreiking een ideaaltypische beschrijving van een ombuigingsprogramma worden opgesteld. In mei 2007 zal deze handreiking actief worden verspreid onder ROC’s en RMCcoördinatoren.
56
Handreiking Preventie+ Project
Fase 11 Evaluatie, terugkoppeling en bijstelling Doel en resultaat Deze laatste fase betreft het evalueren van alle inspanningen die zijn ondernomen om de overgang van vmbo naar mbo zo goed mogelijk te laten verlopen. In de praktijk blijken de meeste projecten het effect van de inzet te bepalen aan de hand van de gegevens over risicoleerlingen. Ook de aanmelding, de inschrijving en de werkelijke start binnen het mbo vormen ijkpunten voor de evaluatie. Minder aandacht is er voor de evaluatie van de afzonderlijke fasen, het effect van de verschillende interventies (keuzebegeleiding, persoonlijke begeleiding, betrekken van ouders) en het verloop van het gehele proces. Wij presenteren een voorbeeld op welke wijze de evaluatie kan plaatsvinden. Monitoring De inzet van het project is erop gericht om de overgang van vmbo – mbo zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Belangrijk voor de evaluatie is te weten: - Hoeveel leerlingen zijn gestart met de opleiding; - Hoeveel risico- en probleemleerlingen uiteindelijk zijn gestart met een opleiding; - Welke interventies hebben bijgedragen aan deze succesvolle start. Het monitoren van deze gegevens biedt inzicht op het effect van inspanningen. Een centraal registratiesysteem is hierbij noodzakelijk (bij voorkeur webbased). De bovenstaande vragen zijn met de volgende opzet van een monitor te beantwoorden: - Aantal vmbo-leerlingen; - Aantal vmbo-leerlingen dat het examen heeft behaald; - Aantal risico- en probleemleerlingen in mei/juni ; - De aard van het probleem bij deze risico- en probleemleerlingen - Aantal leerlingen zonder vervolgkeuze ; - Aantal leerlingen zonder praktijkplaats; - Aantal leerlingen zonder aanmelding bij een vervolgopleiding; - Aantal leerlingen zonder definitieve toelating; - Aantal leerlingen dat in mei aangeeft te willen gaan werken; - Aantal leerlingen dat dreigt te zakken voor het vmbo-examen; - Aantal leerlingen waar geen informatie over beschikbaar is. - Aantal leerlingen dat in september start met een mbo-opleiding; - Aantal risico- en probleemleerlingen in oktober: - Aantal leerlingen zonder aanmelding bij een mbo-opleiding; - Aantal leerlingen dat niet is gestart met de opleiding; - Aantal leerlingen zonder praktijkplaats; - Aantal leerlingen waarvan geen informatie over beschikbaar is. - De omvang, aard en het effect van interventies.
57
Handreiking Preventie+ Project
Evaluatie Op basis van de hiervoor gepresenteerde gegevens kan er een evaluatie plaatsvinden. Het doel van deze evaluatie is na te gaan hoe de uitvoering is verlopen en welk effect inspanningen hebben opgeleverd. Ook de volgende vragen zijn bij de evaluatie van belang: - In hoeverre verschilt de werkelijke uitvoering met het voorgenomen werkplan (aard, frequentie en intensiteit)? - Welke resultaten zijn per fase bereikt en welke niet? Wat is de reden en welke bijstellingen zijn nodig? - Welke knelpunten deden zich voor op het gebied van financiën, personeel, organisatie en samenwerking? - Welke voorwaarden zijn in de toekomst nodig voor een beter resultaat? - Welke nieuwe varianten in de opzet zijn nodig voor een beter resultaat? Werkwijze evaluatie Het is aan te raden om in november of december met de projectgroep, aangevuld met contactpersonen van betrokken vmbo en mbo-scholen en uitvoerende organisaties, een bijeenkomst te organiseren. Tijdens deze bijeenkomst evalueren de aanwezigen het project op basis van het resultaat van de monitor en aan de hand van bovenstaande vragen het resultaat. De conclusies van deze bijeenkomst vinden hun weerslag in het werkplan van het volgende jaar.
58
Handreiking Preventie+ Project
59