nummer 4
najaar 2005
vmbo Zorg & Welzijn Schoolbedrijven motiveren vmbo-leerlingen Doorstroomportfolio vereenvoudigt overstap van vmbo naar mbo Herziene Ik zorg er wel voor klaar
In dit nummer 4
Colofon
3 4
TM Magazine is een uitgave van ThiemeMeulenhoff en wordt twee keer per jaar verstuurd naar alle docenten in het vmbo Zorg & Welzijn. Redactie Taalent Tekstschrijvers (hoofd- en eindredactie)
6
8
10
vmbo Zorg & Welzijn Interview
Schoolbedrijven motiveren vmbo-leerlingen Het Marne College in het Friese Bolsward is afgelopen schooljaar gestart met een pilot gebaseerd op drie principes: sociaal constructivisme, natuurlijk leren en competentiegericht onderwijs.
Vormgeving Crossings Communications Foto omslag
6
Martin Hogeboom Drukwerk ARS Grafische Producties & Communicatie Met dank aan Jan Sangers, Rob van Rooij, Truus Ravenstein,
7
Pieter Brandwijk, Monique Thiel, Amarens Bakker. Redactieadres
Praktisch
Doorstroomportfolio moet overstap van vmbo naar mbo verbeteren Forum
‘Individueel maatwerk leveren’
ThiemeMeulenhoff
Is een digitaal portfolio onmisbaar voor een goede overgang van het vmbo naar het mbo?
t.a.v. redactie TM Magazine Postbus 19240 3501 DE Utrecht
8
[email protected]
10
Achtergrond
Website Ik zorg er wel voor houdt kennis en informatie up-to-date Methode-informatie
Herziene Ik zorg er wel voor klaar! Net als het beroepsonderwijs zelf heeft ook het productaanbod Welzijn een metamorfose ondergaan.
vmbo Zorg & Welzijn
2
najaar 2005
vmbo Zorg & Welzijn Herziene Ik zorg er wel voor compleet Leren via werkpleksimulaties (WPS) doet zijn intrede binnen steeds meer vmbo-scholen. De nu complete en herziene Ik zorg er wel voor speelt in op deze ontwikkeling. Nieuw zijn de werkveldmappen waarmee uw leerlingen in een werkpleksimulatie aan de slag kunnen. Ook de andere vernieuwde onderdelen van Ik zorg er wel voor zoals het bronnenboek en de docentenhandleiding met interactieve website sluiten aan bij het werken met werkveldprojecten. Omdat nog niet alle scholen met WPS werken, hebben de werkboeken in de herziene Ik zorg er wel voor hun eigen plek behouden. De vernieuwde methode is dus zo opgezet, dat u uw lesprogramma kunt afstemmen op de mogelijkheden van uw school. Met de vernieuwde Ik zorg er wel voor op maat bent u klaar voor het onderwijs van nu en van de toekomst. Op pagina 10 van dit magazine vindt u meer informatie over de herziene Ik zorg er wel voor.
Notitie ‘VMBO: het betere werk’ creëert ruimte voor maatwerk Op 11 april stuurde minister Maria van der Hoeven van OCW de notitie ‘VMBO: het betere werk’ naar de Tweede Kamer. In de notitie staat dat het vmbo beter moet aansluiten op ontwikkelingen in het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven en leerlingen soepel moeten kunnen overstappen naar vervolgonderwijs dat goed bij hen past. Om dit te kunnen bereiken moeten scholen onder andere meer ruimte krijgen om praktijkgericht onderwijs en meer maatwerk aan leerlingen aan te bieden. Vanaf 1 augustus 2005 hebben scholen al meer mogelijkheden om al direct in de onderbouw beroepsgerichte vakken in het lesprogramma op te nemen en de praktijk
letterlijk de school binnen te halen. Vanaf 1 augustus 2006 mogen scholen in de onderbouw geheel zelf bepalen hoe ze globale kerndoelen uitwerken in onderwijsprogramma’s en lesstof aanbieden in de vorm van praktijkopdrachten of speciale projecten. Hierdoor kunnen scholen beter inspelen op de leerervaring die nodig is voor de hogere leerjaren. Voor de volledige tekst van de notitie kunt u terecht op de website van het ministerie van OCW, www.minocw.nl/ brief2k/2005/doc/12027a.pdf.
najaar 2005
3
vmbo Zorg & Welzijn
Interview
Foto: Martin Hogeboom
Schoolbedrijven motiver De aanvankelijke opzet van het vmbo-onderwijs is niet altijd een succes gebleken. Leerlingen zijn soms ongemotiveerd, de uitval is groot en er doen zich veel problemen voor. En dus moet het anders. Het Marne College in het Friese Bolsward is afgelopen schooljaar gestart met een pilot gebaseerd op drie principes: sociaal constructivisme, natuurlijk leren en competentiegericht onderwijs. Projectleider en bedenker van de nieuwe methode Jan Sangers geeft tekst en uitleg.
Jan Sangers: ”vmbo leerlingen kunnen een teveel aan vrijheid en verantwoordelijkheid niet aan.”
Wat houdt de Pilot precies in? ”Het komt er op neer dat wij vier schoolbedrijven hebben opgericht. Dat houdt in dat onze leerlingen niet langer kiezen voor bouwkunde, metaaltechniek of wat dan ook. Nee, ze kiezen voor één van de schoolbedrijven en in zo’n bedrijf kiezen ze vervolgens hun eigen prestaties en daarmee ook hun eigen te volgen weg. De leerlingen krijgen vanuit het bedrijfsleven een opdracht en die moeten ze, als een prestatie, binnen een bepaalde termijn uitwerken. Maar niet voor ze een plan van aanpak hebben gemaakt. Wanneer dat is goedgekeurd door de docent en de opdrachtgever kan de leerling aan de slag. Daarnaast moeten leerlingen aan het einde van de vmbo Zorg & Welzijn
4
opleiding een centraal schriftelijk examen (CSE) doen. Voor de beroepsgerichte vakken hebben wij vrijstelling maar niet voor theoretische vakken als Nederlands, Engels en wiskunde. Dat betekent dat leerlingen tijdens de schooldag, die loopt van 08.15u tot 15.00u een aantal workshops moeten volgen. De workshops voor de CSE vakken zijn verplicht, de overige zijn facultatief. Die hebben te maken met de prestaties die de leerlingen uitvoeren. Zo kan het zijn dat een leerling voor een bepaalde opdracht theoretische kennis nodig heeft. Die kan hij dan opdoen bij een bepaalde workshop. Op die manier blijven leerlingen gemotiveerd omdat ze zien dat ze die kennis nodig hebben om hun prestatie uit te voeren.” najaar 2005
De schoolbedrijven waarover u spreekt, wat zijn dat voor bedrijven? ”Een technologiebedrijf, een vervoerscentrum, een dienstencentrum en een administratiekantoor. Met die vier dekken wij het gehele vmbo-onderwijs. Behalve groen, omdat we dat niet binnen onze vereniging hebben.”
Waarom heeft u hier voor gekozen? ”Ik heb deze methodiek neergezet vanuit het idee dat leerlingen te weinig zelfstandig werkten. De docent maakte opdrachten en zolang de leerlingen die maar uitvoerden was het goed. Daar wilde ik van af. Daarnaast hadden wij
ren vmbo-leerlingen vaak te maken met moeilijk te motiveren gekozen voor die schoolbedrijven en kinderen. Maar diezelfde kinderen kregen een heel strakke structuur. Dat heeft er op vrijdagmiddag een stom jasje aan en in geresulteerd dat toen ik tijdens een een stom petje op bij de Albert Heijn en docentenvergadering in februari vroeg stonden of ze het vervolgens, ‘vmbo-leerlingen hebben in de regel een korte zagen zitten zonder spanningsboog en houden van duidelijkheid’ en of ze er problemen, mee door urenlang vakken te vullen. Hoe kan het wilden gaan, er een volmondig ja klonk. dat zij het daar wel accepteren? Omdat Met ingang van 1 augustus 2005 draait zij weten dat er iets tegenover staat en de bovenbouw van deze school met omdat het ze aanzien verschaft. Het deed schoolbedrijven. Dat zelfde gaan we doen mij inzien dát je dat de school binnen moet op de twee andere scholen van onze halen. Daarnaast werd de praktijk de laatste vereniging CVO ZW-Fryslân, Bogerman jaren steeds verder naar de achtergrond in Sneek en CSG Gaasterland in Balk. Die beginnen volgend schooljaar met een pilot verdrongen. En de theorie sloot helemaal met de bedoeling om daar een jaar later niet aan op de praktijk en ook niet op de op dezelfde manier aan de slag te gaan als beleving van deze kinderen. Dat werkt zeer hier.” demotiverend. Vmbo- leerlingen hebben in de regel een korte spanningsboog en Hoe ziet die strakke structuur houden van duidelijkheid. Ze moeten waarover u sprak er in de praktijk inzien dat wat ze leren toepasbaar is in de praktijk. uit? ”In september gaan ze aan de slag bij het Een laatste reden voor deze opzet is dat bedrijf waar ze voor hebben gekozen. Dan leerlingen in de vierde klas van het vmbo beginnen ze met het opzetten van een in maart zo’n beetje ophouden met het bedrijfsplan. In dat plan formuleren ze ook volgen van lessen. In die periode wordt de bedrijfsregels: hoe gaan we met elkaar er, ter voorbereiding op het CSE, alleen om, wat doen we met leerlingen die te laat maar stof herhaald. Zo gaan maanden komen, hoe werken we de opdrachten af? aan effectieve leertijd verloren. Bij deze Daar heeft een ieder zich aan te houden. leerlingen bestaat dan het risico dat ze een Zo niet, dan volgen er sancties. Leerlingen baantje vinden waarin ze blijven hangen. krijgen dus eigen verantwoordelijkheid Vandaar dat ik een doorgaande leerlijn heel maar wel binnen bepaalde kaders. Ze belangrijk vindt. Dat is de doelstelling van weten exact waar de grens ligt. Wat dit project.” ons tijdens de pilot is opgevallen, is dat Hoe verliep de invoer van deze leerlingen veel strenger zijn dan docenten. methode op het Marne College? Ze hebben er een gruwelijke hekel aan ”Niet helemaal zonder slag of stoot. wanneer iemand de kantjes er vanaf Ineens moest alles anders. Dat vonden loopt. Dan moeten ze namelijk zelf harder werken.” leerkrachten bedreigend. Ook bestond de angst dat wanneer we de leerlingen Is er binnen dit project een vrij zouden laten ze helemaal niets meer specifieke rol weggelegd voor ICT? zouden doen. En in dat laatste moest ik ze ”Daar waar het gaat om het plan van gelijk geven. Vmbo-leerlingen kunnen een aanpak hebben de leerlingen ICT nodig. teveel aan vrijheid en verantwoordelijkheid Om er achter te komen wat ze voor niet aan. Daarom hebben wij ook najaar 2005
een bepaald project nodig hebben en waar ze de spullen kunnen vinden is ICT onontbeerlijk. Ook voor de verslagen die de leerlingen schrijven, maken ze gebruik van ICT. En er zijn speciale weken waarin de leerlingen presentaties geven aan hun medeleerlingen en aan hun ouders. Dan krijgen ze te maken met PowerPointpresentaties. ICT komt dus steeds terug. Ook hebben ze bij bepaalde opdrachten kennis nodig van tekenprogramma’s. Daar zijn speciale workshops voor.”
Wie financiert het project? ”Voor de eerste opzet hebben we subsidie aangevraagd en gekregen via Acsis. Van die gelden hebben we het eerste project opgezet. Het overige geld komt vanuit het bestuur van de drie scholen. Daarnaast komt er natuurlijk een beetje geld binnen via de opdrachtgevers van de verschillende projecten waaraan de leerlingen werken.”
5
vmbo Zorg & Welzijn
Praktisch Foto: Martin Hogeboom
Doorstroomportfolio moet overstap van vmbo naar mbo verbeteren Het Stedelijk College Eindhoven is een van de zeven vmbo-scholen in de regio Zuidoost-Brabant die samen met ROC Eindhoven een doorstroomportfolio ontwikkelen. Het belangrijkste doel van de samenwerking is de verbetering van de overstap van vmbo naar mbo. En dat is nodig, want van de ongeveer 5.500 vmbo-ers die jaarlijks doorstromen naar het mbo, haken er velen af omdat ze niet op de juiste plek blijken te zitten. Rob van Rooij
”I
n het schooljaar 2003-2004 heeft de projectgroep bepaald aan welke richtlijnen het portfolio moet voldoen en welke onderwerpen erin aan de orde moeten komen”, vertelt Rob van Rooij, projectleider doorstroomportfolio binnen de deel-nemende vmbo-scholen en werkzaam bij het Stedelijk College Eindhoven. ”Het komt erop neer dat de leerlingen tijdens hun opleiding drie vragen moeten beantwoorden: ’wie ben ik?’, ’wat kan ik?’ en ’wat wil ik?’.”
Van keuzemoment naar keuzeproces ”Met het porfolio willen we de leerlingen een werkinstrument in handen geven dat hen helpt kritisch naar zichzelf te kijken, waarmee ze kunnen laten zien wat ze in huis hebben en waarmee ze een reëel beroepsbeeld kunnen ontwikkelen, zodat ze uiteindelijk de voor hen beste vervolgopleiding kunnen kiezen. Werken met een portfolio dwingt leerlingen ertoe veel vaker en over een langere periode na te denken over wat ze willen gaan doen als ze van deze school af komen. Hierdoor is er geen sprake meer van een keuzemoment wanneer de aanmelding plaatsvindt, maar van een keuzeproces dat begint op de eerste schooldag.”
Verantwoordelijkheid bij de leerling In het afgelopen schooljaar zijn op vier vmbo-scholen pilotprojecten van start gegaan. Om ook ROC Eindhoven zo snel mogelijk met het doorstroomportfolio aan de slag te kunnen laten gaan, namen vmbo Zorg & Welzijn
6
zowel derde als vierde-jaars leerlingen deel. Binnen de sector Zorg & Welzijn van het Stedelijk College Eindhoven werd onder meer geëxperimenteerd in het derde jaar van de opleiding Zorg Welzijn Sport. ”Het portfolio moet een beeld geven van de leerling als persoon en de vorderingen die hij maakt”, stelt Jennifer Smit, die als docent lichamelijke opvoeding bij het project is betrokken. ”Er zijn onderdelen zoals een cijferlijst waarop de leerling geen invloed heeft. Maar bij de uitwerking van opdrachten leggen we de verantwoordelijkheid bij de leerling neer. Een mooie opdracht waarin de leerlingen zich konden uitleven, was het organiseren van een sportdag op een basisschool. Sommige leerlingen bleken echt heel creatief en hadden een presentatiefilmpje of een fotoverslag gemaakt.”
Toekomstperspectief Dit schooljaar zijn er nog meer pilotprojecten van start gegaan en werkt circa twintig procent van alle bovenbouwklassen van de deelnemende vmbo-scholen met het portfolio. Naar verwachting werken over twee jaar alle vmbo-leerlingen met het portfolio. Van Rooij: ”De eerste lichting heeft zich nu bij het mbo aangemeld. We zijn benieuwd of er al enig effect te merken is. Hoe het ook zij, we blijven ervoor vechten om zoveel mogelijk leerlingen van het vmbo te laten doorstromen naar de best passende vervolgopleiding. We willen onze leerlingen een zo goed mogelijk toekomstperspectief bieden.”
najaar 2005
Forum
‘Individueel maatwerk leveren’ Is een digitaal portfolio onmisbaar voor een goede overgang van het vmbo naar het mbo? Drie mensen uit de onderwijspraktijk binnen de sector Zorg & Welzijn geven hun mening.
Truus van Ravenstein
Monique Thiel
Pieter Brandwijk
vmbo-docent Zorg & Welzijn en
onderwijscoördinator Zorg & Welzijn
Afdelingscoordinator vmbo 3/4 basis/
onderwijsontwikkelaar Christelijk Lyceum Delft
Vlaardingse Openbare Scholengemeenschap
kaderberoepsgerichte leerweg, daarnaast praktijkdocent Zorg & Welzijn Christelijke Scholengemeenschap Prins Maurits Middelharnis
"Niet alles even geschikt voor digitalisering"
"Ook inzicht in stages en praktijkopdrachten"
"Individueel maatwerk leveren"
”Wij werken al met een portfolio, maar dat is niet digitaal. Vorig jaar zijn we gestart met werkpleksimulaties binnen school, en we hebben ook twee werkplekken buiten school. Op elke werkplek werken de leerlingen vier weken lang aan de uitwerking van casuïstiek. Ter afsluiting maken ze een toetswerkstuk waarin alle onderwerpen waarmee ze op de werkplek hebben kennisgemaakt, aan de orde komen. Dat werkstuk gaat in de portfoliomap. Eigenlijk zijn we hiermee begonnen, omdat leerlingen die doorstroomden naar het mbo daar dezelfde EHBO-toets moesten afleggen als ze bij ons al hadden gedaan. Wanneer leerlingen met hun portfolio kunnen aantonen dat ze bepaalde kennis en vaardigheden al bezitten, kunnen ze vrijstellingen krijgen. Op dit moment zitten we nog in een groeifase. Het portfolio kan inzichtelijker en compacter. En ja, we zouden graag overstappen op een digitale vorm. Scholenwerk, een samenwerkingsverband van middelbare scholen en ROC’s binnen de Haagse regio, is met de ontwikkeling daarvan bezig. Daarbij wil ik wel aantekenen dat niet alles even geschikt is voor opname in een digitaal portfolio. Een van mijn leerlingen maakt bijvoorbeeld prachtige tekeningen die in digitale vorm toch minder goed uit de verf komen.”
”Ja, ik denk inderdaad dat je voor een goede doorstroming van vmbo naar mbo niet zonder een digitaal portfolio kunt. Zeker nu de nadruk steeds meer komt te liggen op competentiegericht onderwijs. Wanneer een leerling theoretisch niet zo sterk is, maar wel uitblinkt in stages en praktijkopdrachten zie je dat op een cijferlijst niet, maar in een portfolio wel terug. We zijn voorbereidingen aan het treffen om met een portfolio te gaan werken en lopen over van de ideeën. In eerste instantie hadden we wat moeite om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. En dat is wel nodig, want we willen één portfolio voor de hele school ontwikkelen. Daar is de afdeling multimedia nu mee bezig. Sommige vakgroepen zijn al wat aan het experimenteren geslagen. Wanneer we officieel met het portfolio aan de slag kunnen, weet ik nog niet. Als het zover is, zullen zowel docenten als leerlingen eerst aardig wat tijd moeten investeren om ermee te leren werken. Maar daarna zal iedereen er de vruchten van plukken, daarvan ben ik overtuigd.”
”Bij competentiegericht leren via werkpleksimulaties is een portfolio onmisbaar. Enerzijds voor de overdracht van kennis en kunde en anderzijds voor het volgen van het leerproces van de leerling. Door de leerling zelf deels de inhoud te laten bepalen, leg je een stuk verantwoordelijkheid bij hem neer. De leerling krijgt dan het gevoel echt aan zijn eigen toekomst te werken en dat kan hem extra motiveren. Bij de doorstroming naar het mbo geeft het portfolio inzicht in wat een leerling kan en wat hem het meest aanspreekt. Zo kan worden gekeken welke vervolgopleiding het beste bij hem past en zo kan er individueel maatwerk worden geleverd. Op dit moment werken we samen met ROC Zeeland aan de ontwikkeling van een digitaal doorstroomportfolio. Het moet een handzaam en gebruiksvriendelijk product worden. Maar alleen daarmee ben je er nog niet. Wanneer leerlingen doorstromen naar het mbo is vaak de persoonlijke aandacht weg, terwijl die juist zo belangrijk is. In onze samenwerking met ROC Zeeland vestigen we ook daar de aandacht op door een stuk intervisie, waarbij we bij elkaar ‘in de keuken kijken’ en daadwerkelijk lessen geven bij elkaar op het mbo en vmbo.”
najaar 2005
7
vmbo Zorg & Welzijn
Achtergrond
Website Ik zorg er wel voor houdt kennis en informatie up-to-date Bij de herziening van Ik zorg er wel voor stond vast dat een deel van de stof voor zowel leerlingen als docenten digitaal aangeboden zou worden. Waarom daarbij is gekozen voor een website in plaats van een cd-rom en over de inrichting van deze site vertelt Amarens Bakker, adviseur ICT-concepten bij ThiemeMeulenhoff.
L
eren door te doen, in een omgeving die de werkelijkheid zo dicht mogelijk benadert. Dat is de nieuwe ontwikkeling binnen het vmbo. Want door handelingen en vaardigheden waar te nemen en in de praktijk bezig te zijn, leren vmbo-leerlingen sneller en makkelijker dan met hun neus in de boeken. ”Daarom hebben we in de herziening bewust gekozen voor multimediaal materiaal met veel ondersteunend beeld en geluid”, legt Amarens uit.
plek snel zijn op te lossen.” Natuurlijk is van tevoren gecheckt hoe de scholen tegenover het werken met een website stonden. ”Bij de ontwikkeling zijn we er vanuit gegaan dat de leerlingen de site alleen tijdens schooluren bezoeken. Een goede internetverbinding is op alle scholen wel aanwezig, maar vaak kunnen
Flexibiliteit
niet alle leerlingen gelijktijdig online werken. De informatie op de website is dan ook uit te printen en vooral bedoeld als ondersteuning bij en controle van handelingen die leerlingen moeten uitvoeren.”
kernwoorden is uit het bronnenboek overgenomen, maar op de site als extraatje voorzien van fotomateriaal en een voice-over. Dat laatste is handig om de correcte uitspraak van moeilijke woorden te oefenen.
Digitaal oefenen
Afgeschermd gedeelte
De website bestaat uit een leerlingendeel en een niet voor leerlingen toegankelijk docentendeel. Het leerlingendeel is verdeeld in drie onderdelen: werkkaarten, hulpkaarten en kernwoorden. Bij het onderdeel werkkaarten zijn voor elk van de veertien werkvelden binnen Zorg & Welzijn diverse handelingen in alfabetische volgorde opgenomen. Bij elke handeling wordt door middel van foto’s, videobeelden of tekstblokken en
In het voor leerlingen afgeschermde gedeelte van de site is al het relevante materiaal voor docenten ondergebracht. ”Daar zijn nu de studiewijzers te vinden en de antwoorden op de vragen in de werkboeken en de werkveldmappen”, weet Amarens. ”Dit najaar gaan we ook in Wintoets ontwikkelde toetsen op de site aanbieden. Docenten kunnen de toetsen downloaden en desgewenst zelf aanpassen. Voor het inloggen op
Bij de afweging of het digitale lesmateriaal op een cd-rom of op een methodesite aangeboden moest worden, zijn alle voor- en nadelen van deze twee informatiedragers op een rijtje gezet. Amarens: ”Voordeel van een cd-rom is, dat je niet online hoeft te zijn om bij de informatie te kunnen. Maar een cdrom is statisch. Als je de informatie wilt aanpassen, moet je een nieuwe cd-rom verspreiden. Met een website ben je veel flexibeler. De informatie kun je op elk gewenst moment updaten en dus heel actueel houden. Eén keer centraal wijzigen en iedereen heeft met een paar muisklikken toegang tot de laatste stand van zaken. Ook voor problemen van technische aard geldt dat deze vanaf één vmbo Zorg & Welzijn
8
gesproken tekst stap voor stap uitleg gegeven. Met de hulpkaarten die ook weer naar werkveld zijn ingedeeld, kunnen de leerlingen zich vaardigheden eigen maken. Na de uitleg gelezen te hebben, kunnen de leerlingen zelf opdrachten uitvoeren en deze ook evalueren. Het overzicht van de
‘Voordeel van een cd-rom is, dat je niet online hoeft te zijn om bij de informatie te kunnen
najaar 2005
Voorbeeld werkkaart van www.ikzorgerwelvoor.nl
het leerlingen- en docentendeel van de site is een online wachtwoordsysteem ontwikkeld. We hebben geprobeerd dit zo simpel mogelijk te houden. In de docentenhandleiding staat een inlogcode, één wachtwoord voor de docent en één wachtwoord voor de leerlingen gegeven. De wachtwoorden kunnen de scholen zelf eenmalig aanpassen.”
Team van specialisten Bij de ontwikkeling van de website is een team van zowel in- als externe specialisten betrokken geweest. Amarens: ”Nadat de inhoud en de functionaliteiten waren vastgesteld door de uitgever
en marketingmanager, heb ik het projectplan en de eerste opzet voor het functionele ontwerp gemaakt. Een externe ontwikkelaar heeft dit ontwerp in overleg met een softwarebedrijf verder uitgewerkt. Het softwarebedrijf heeft vervolgens de technische specificaties vastgesteld en de ontwikkeling van de software voor zijn rekening genomen. Daarna hebben diverse freelance auteurs teksten aangeleverd die door een webeditor in de software zijn geplaatst. En dan zijn er natuurlijk nog filmpjes en foto’s gemaakt en teksten ingesproken. De scripts hiervoor zijn door een van onze eigen redacteuren aangeleverd. Al met
al hebben we ongeveer een jaar aan de ontwikkeling van de site gewerkt. Op 1 augustus, precies op tijd voor het nieuwe schooljaar, is de eerste versie opgeleverd. Hiermee is de herziening van Ik zorg er wel voor compleet.”
najaar 2005
9
vmbo Zorg & Welzijn
Methode-informatie Ik zorg er wel voor
Herziene Ik zorg er wel voor klaar voor het nieuwe schooljaar! In 2000 kwam ThiemeMeulenhoff op de markt met de methode Ik zorg er wel voor. In deze eerste versie was de theorie leidend. In de vernieuwde editie is de praktijk als uitgangspunt genomen. Met de vernieuwde Ik zorg er wel voor kunt u nu daarom op het gebied van leren binnen werkpleksimulaties prima uit de voeten.
aangeboden. Deze kunnen niet alleen direct op de computer gemaakt, maar ook automatisch door de computer verwerkt worden.
Eén bronnenboek als naslagwerk
S
teeds meer scholen kiezen ervoor hun leerlingen binnen een werkpleksimulatie (WPS) voor te bereiden op hun toekomstige beroep. De vernieuwde Ik zorg er wel voor is een methode die op deze ontwikkeling inspeelt. Om optimaal werkpleksimulatie te kunnen toepassen, is voor elk van de veertien werkvelden binnen Zorg & Welzijn een werkveldmap ontwikkeld. Deze unieke methode is volledig afgestemd op de casuïstiek van het KPC die is ontwikkeld in het kader van het Impulsproject 2. Voor de werkveldmappen zijn de casuïstieken van het KPC herschreven en daardoor toegankelijker gemaakt voor de leerlingen.
Zelfstandig aan de slag De werkveldmappen zijn bestemd voor alle leerwegen. Duidelijke icoontjes geven aan welke opdracht bij welke leerweg hoort. Elke werkveldmap begint met een situatieomschrijving van het betreffende werkveld. Via verdiepende vragen vindt oriëntatie op de beroepen plaats. Daarnaast bestaat elk werkveld uit een aantal casussen. Elke casus bevat zowel theoretische als praktische opdrachten die soms individueel en soms in groepsverband uitgevoerd moeten worden. De studiewijzer verwijst naar theorie, werkkaarten, hulpkaarten en eventuele andere bronnen. Met behulp
vmbo Zorg & Welzijn
10
van plannings- en evaluatieformulieren kunnen leerlingen binnen de werkpleksimulatie efficiënt en zelfstandig aan de slag. Dankzij het handige formaat en losbladige systeem kunnen de leerlingen de werkveldmappen in hun eigen map bewaren en zo een portfolio opbouwen.
Digitale ondersteuning voor leerling en docent Naast de werkveldmappen is ook de website www.ikzorgerwelvoor.nl nieuw. Hierop zijn onder meer alle werkkaarten opgenomen die in de vorige uitgave onder andere via het Praktijkboek Werkkaarten werden aangeboden. Een aantal werkkaarten wordt ondersteund door foto’s, filmpjes en een voice-over, wat vooral een uitkomst is voor minder taalvaardige leerlingen. Met de op de website aanwezige hulpkaarten kunnen leerlingen algemene vaardigheden zoals het afnemen van een interview of het schrijven van een verslag of brief leren. Ook bevat de website de kernbegrippen uit het bronnenboek met audio- en soms beeldondersteuning. Op het uitsluitend voor docenten toegankelijke deel staan de uitwerkingen van de vragen en opdrachten uit de werkboeken en werkveldmappen. Verder zijn er toetsen bij de werkboeken. Bij de werkveldmappen worden dit najaar in Wintoets ontwikkelde toetsen
najaar 2005
Om de theorie zo toegankelijk mogelijk te maken, is er nu één bronnenboek voor beide leerjaren. Waar vroeger het boek bepalend was voor het aan te bieden onderwijs, is dat nu de beroepspraktijk. Het boek doet nu veel meer dienst als naslagwerk. Leerlingen moeten van voor naar achter en andersom door het boek kunnen gaan. Door de verbeterde layout is het boek overzichtelijker en gaat het opzoeken van bepaalde begrippen en/of teksten nu makkelijker en sneller. De teksten zijn vereenvoudigd door het gebruik van kortere zinnen en minder moeilijke woorden. De moeilijke woorden die er in staan, worden direct in de kantlijn uitgelegd. De vele illustraties van voorbeelden uit de praktijk, tabellen en opsommingen maken de leerstof nog toegankelijker voor de leerlingen.
Geactualiseerde werkboeken Voor scholen die nog niet met werkpleksimulatie werken of niet meteen alle werkvelden kunnen aanbieden, zijn er de vertrouwde werkboeken. Elk leerjaar en elke leerweg heeft een eigen werkboek. Uiteraard zijn de werkboeken ook herzien en geactualiseerd. De boeken bevatten nu nog meer gevarieerde en praktische opdrachten die goed aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen. Zo worden er personages opgevoerd met wie de leerlingen zich gemakkelijk kunnen
Herziene Ik zorg er wel voor serie
identificeren, waardoor ze zich de leerstof sneller eigen kunnen maken.
Zo dicht mogelijk bij de klant De vorige editie van Ik zorg er wel voor kende vele enthousiaste gebruikers die graag ook weer met de nieuwe editie aan de slag wilden gaan. Bij het gebruik komen er ongetwijfeld zaken naar boven die voor verbetering vatbaar zijn. Regelmatig bezoeken de accountmanagers van ThiemeMeulenhoff dan ook de scholen om een vinger aan de pols te houden. Zo mogelijk worden suggesties en wensen in volgende uitgaven verwerkt. Op de nieuwe website van Ik zorg er wel voor kunnen direct verbeteringen worden doorgevoerd, wat ThiemeMeulenhoff de mogelijkheid geeft om zo dicht mogelijk bij de klant te opereren.
Educatief adviseurs Voor uitgebreide informatie en persoonlijk advies kunt u rechtstreeks contact opnemen met onze educatief adviseurs. Zij komen graag bij u langs om onze uitgaven toe te lichten. Jan Scholing (regio Noord) T 06 29 09 64 30 E
[email protected] Eveline de Moor (regio Midden) T 06 29 09 64 12 E
[email protected]
Laurens Hompe (regio Zuid) T 06 51 34 38 13 E
[email protected]
najaar 2005
11
vmbo Zorg & Welzijn
m/v
Adres (geen postbus):
Privé-adres:
Adres (geen postbus):
Plaats:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Sector:
Opleiding:
Vak:
ThiemeMeulenhoff gaat zorgvuldig om met uw gegevens. In het privacy statement op www.thiememeulenhoff.nl treft u nadere informatie aan.
Plaats:
Plaats:
ISBN
E-mailadres:
Telefoonnummer:
Plaats:
Postcode:
Privé-adres:
Werkt met (methode):
Naam:
Docentgegevens
ThiemeMeulenhoff gaat zorgvuldig om met uw gegevens. In het privacy statement op www.thiememeulenhoff.nl treft u nadere informatie aan.
Vak:
Opleiding:
Sector:
Postcode:
Postcode:
Postcode:
V1431
Afdeling:
Werkt met (methode):
Afdeling:
Naam school:
Naam:
Locatiegegevens
Docentgegevens
Naam school:
Titel
één beoordelingsexemplaar: ISBN
Locatiegegevens
Titel
meer informatie via een educatief adviseur.
één beoordelingsexemplaar:
Ja, ik ontvang graag
Ja, ik ontvang graag
meer informatie via een educatief adviseur.
Antwoordkaart
Antwoordkaart
V1431
m/v
7200vb1
ThiemeMeulenhoff t.a.v. Docentenlijn Antwoordnummer 1 7200 VB ZUTPHEN
7200vb1
ThiemeMeulenhoff t.a.v. Docentenlijn Antwoordnummer 1 7200 VB ZUTPHEN
Wilt u meer informatie over de uitgaven van ThiemeMeulenhoff? Kijk op www.thiememeulenhoff.nl of neem contact op met: ThiemeMeulenhoff Postbus 19240 3501 DE Utrecht T (030) 239 22 22 F (030) 239 22 93 E
[email protected]
V1431 11 112 2909 0