BELEIDSPLAN MAATSCHAPPELIJKE STAGE VMBO ZORG & WELZIJN
MaS
ROSA BEROEPSCOLLEGE AMSTERDAM
Almere, 10 januari 2012
INHOUDSOPGAVE:
Inleiding. 1. Opdracht en zienswijze MaS 1.1 Algemeen. 1.2 Ontwikkeling van talenten op sociaal maatschappelijk vlak. 1.3 Wettelijke kaders met betrekking tot de MaS
2. Doelstelling van Lintstage. 2.1 Vormingsgericht versus beroepsgericht. 2.2 De MaS en de Arbo-wet. 2.3 Beroepsgerichte stages op de Rosa. 2.4 Keuzeprestaties
3. Plaats van het MaS in curriculum van de Rosa 3.1 Wat vooraf ging aan de MaS. 3.2 Doel van de Lintstage. 3.3 Structuur van de stage. 3.4 Koppeling vakken en leergebieden. 3.5 Opbrengsten en toetsing 3.6 Evaluatie 4. Communicatie met stageaanbieders 4.1 Taken en begeleiding 4.2 Oefenplaats voor burgerschapsvorming 4.3 Onderhouden van contacten 5. Ontwikkelingen m.b.t. de maatschappelijke stage.
Literatuuroverzicht
2
Inleiding. Het Rosa Beroepscollege (vanaf nu genoemd: de Rosa) is een VMBO school met basis en kader beroepsgerichte leerwegen. In het schoolplan is de ambitie opgenomen om de maatschappelijke stage te laten aansluiten bij de ervaringswereld en capaciteiten van haar leerlingen. Sinds 2006 is het wettelijk bepaald dat scholen een concrete bijdrage moeten leveren aan de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie.1 Vanaf augustus 2011wordt de maatschappelijke stage (vanaf nu MaS genoemd) een verplicht onderdeel van het schoolprogramma. De MaS wordt opgenomen in het examenbesluit en moet met een voldoende worden afgesloten. Dit heeft consequenties voor het PTA van de Rosa. De leerling krijgt geen diploma als de MaS niet is afgerond. De duur van de stage is vastgesteld op 30 uur voor alle onderwijssoorten. De uitvoering van de MaS valt onder de verplichte onderwijstijd en de keuze voor de verdeling van uren vindt bij de Rosa plaats in het 3de leerjaar. Scholen hebben de vrijheid om de MaS naar eigen inzicht onder te brengen in het onderwijscurriculum. Sommige scholen kiezen ervoor om in de vrije ruimte in het onderwijsprogramma leerlingen individueel te laten kiezen. De Rosa kiest ervoor om een geïntegreerde stage aan te bieden, dat heeft geleid tot het ontwikkelen van een estafette/lintstage, vanaf nu lintstage genoemd. Leerlingen werken elkaar in op een stageplaats en zo is de continuïteit voor de stageaanbieder gewaarborgd. Dit alles betekende dat er stappen gezet moesten worden om tot een goede en zinvolle invulling van de MaS te komen. Vragen als: a. hoe organiseer je de stages; b. hoe organiseer je de contacten met de externe partners en c. hoe organiseren we de begeleiding van de leerlingen, kwamen naar voren. Duidelijk was wel dat het stellen van doelen en het volgen van de stageprestaties kan helpen om de talenten van leerlingen tot ontwikkeling te brengen. De stageprestaties zijn beschreven en verankerd in de begeleidende stagemap die elke leerling meekrijgt tijdens de stageperiode. (zie bijlage 1) Een proces waar we nog volop mee bezig zijn.
1
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, invoering en instemming MaS door de Eerste Kamer op 05-07-2011
3
1. Opdracht en zienswijze MaS.
1.1 Algemeen. De Rosa is een school voor VMBO met basis en kader beroepsgerichte leerwegen. Het is een overzichtelijke school waar respectvolle omgangsvormen belangrijk zijn en leerlingen worden opgeleid tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen. Er heerst een prettige sfeer, waarbij respect voor elkaars culturele achtergrond, met de daaruit voortvloeiende waarden en normen, belangrijk wordt gevonden. Integratie is hierbij een kernbegrip en tal van activiteiten dragen bij aan het voorkomen van intolerantie en vervreemding. Op de Rosa draait het in meer dan één opzicht om de praktijk. De school kent een leerlingenpopulatie die divers is samengesteld. Om die reden is het van belang blijvend aandacht te besteden aan de basiswaarden van de democratische rechtstaat. Zo worden leerlingen aangesproken op gedrag dat hiermee in strijd is. Door het bieden van een uitdagende en leerzame schoolperiode wordt de leerling begeleid naar het MBO. Theorie- en praktijkvakken worden zoveel mogelijk afgewisseld en door leerlingen te binden en te boeien worden ze gestimuleerd het hoogst haalbare uit zichzelf te halen. Kenmerkend en passend bij onze leerlingen is het feit, dat zij willen leren maar ook graag met de handen bezig willen zijn. De school is erop gespitst leerlingen die extra kansen te bieden. Daarvoor is het creëren van een veilig en stimulerend klimaat een voorwaarde. Op de Rosa worden de leerlingen gemotiveerd om op eigen benen te staan en verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen ontwikkeling.
1.2 Ontwikkeling van talenten op sociaal maatschappelijk vlak. In de MaS die de leerlingen van de Rosa volgen, komen bovenstaande elementen samen. Tijdens de maatschappelijke stage zullen: * Talent ontwikkeling; * Belangeloze inzet en * Zich kunnen redden in de maatschappij, voorop staan. In een veilig klimaat wordt wederzijds begrip en respect bevorderd door iets te doen voor een ander in een niet schoolse omgeving. De stagetijd wordt van te voren bepaald én de doelen worden gesteld. Ook worden de contactmomenten tijdens de stage van te voren geregeld.
4
De leerlingen zijn tijdens de stageperiode buiten de Rosa, werkzaam bij nonprofitorganisaties als Zorginstellingen en Basisscholen. Door duidelijkheid wordt de MaS voor de beide partijen (stagenemer en stageaanbieder) een effectieve tijdsbesteding. De MaS heeft een hoofdzakelijk sociaal karakter en is gericht op de organisatie en begeleiding van activiteiten met kinderen of ouderen. De mentoren vertellen de leerlingen over wat de stage kan brengen, wat er gedaan kan worden en wat we van de leerlingen vragen. VMBO leerlingen leren vaak op een oppervlakkige manier2. Ze herhalen de lesstof en werken graag in voorgestructureerde stapjes. Onderzoek wijst uit dat als leerlingen zelf op zoek moeten naar relaties tussen onderwerpen en begrippen, de leerlingen dieper leren en meer gemotiveerd raken. Door de MaS aan te bieden op een uitdagende, voor de leerlingen duidelijke en geïntegreerde manier, wordt bijna spelenderwijs het draagvlak voor de MaS vergroot. Op deze manier levert de MaS voor de leerlingen, vaardigheden, kennis en inzicht in de maatschappij op. Ook worden eigen, soms ongekende talenten ontdekt. Enerzijds door een beroep te doen op de leerling of anderzijds door uitdagende opdrachten mee te geven. Zo heeft een leerlinge voor een Zorginstelling een dierenquiz ontwikkeld waarmee zij een groep ouderen een middag lang veel plezier heeft laten beleven.(zie bijlage 2) Leerlingen reflecteren de betekenis van de activiteiten onder begeleiding op school na het maken van de opdrachten in het stageboek.
1.3 Wettelijke kaders van de MaS. Vanaf schooljaar 2010-2011 heeft de MaS, door de bijstelling op de Wet op het Voortgezet Onderwijs, een vaste plek in het curriculum gekregen binnen de scholen voor voortgezet onderwijs. De nieuwe wettelijke bepaling verplicht scholen aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. De maatschappelijke stage is een vorm van binnen of buitenschools leren, waarbij leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis kunnen maken met en een bijdrage kunnen leveren aan allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving3.
2 3
Maaike Koopman Eindhoven School of Education Pressure Cooker beleidsplan MaS van het CPS bij Chris Zwart via
[email protected]
5
In het beleidsplan van het CPS4 worden de volgende vier hoofddoelen gesteld, namelijk: 1. De persoonlijke ontwikkeling van de leerling (sociale vaardigheden) 2. De Maatschappelijke betrokkenheid van de leerling. (iets doen voor een ander) 3. Continuïteit van stageplaatsen voor de leerlingen 4. Het versterken van vrijwilligerswerk door een nieuw en ander imago Hierbij wordt getracht: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Jongeren op te voeden tot betrokkenheid in en met de samenleving De ander centraal te stellen Actief burgerschap te bevorderen Nastreven van continuïteit Een goede ervaring is essentieel voor jongeren En daarbij is juiste begeleiding noodzakelijk.
2. Doelstelling van de Lintstage. 4
Pressure Cooker beleidsplan MaS van het CPS bij Chris Zwart via
[email protected]
6
2.1 Vormingsgericht versus beroepsgericht. De maatschappelijke stage mag niet verward worden met een beroepsgerichte stage. Om die reden zijn de belangrijkste verschillen tussen een beroepsgerichte en maatschappelijke of vormingsgerichte stage op een rij gezet 5. Soms is het niet zo gemakkelijk om de verschillen tussen een vormingsgerichte of beroepsstage te zien: Toch is de stageplaats al een belangrijk gegeven om het verschil te kunnen duiden. Bij een beroepsstage loopt een leerling meestal bij een commercieel bedrijf of een maatschappelijke organisatie dat is aangewezen als erkend leerbedrijf. Bij een MaS loopt de leerling bij een maatschappelijke organisatie of bij een maatschappelijk project van burgers of van een bedrijf. (dus niet gericht op winst, maar op nut voor de samenleving) De MaS moet zinvol zijn. Voor de leerling, die merkt dat haar inzet er toe doet en voor de ander die merkt dat er leuke dingen gebeuren. De stagebieder krijgt hulp bij een activiteit en maakt kennis met jongeren. De winst is dus niet direct voor de organisatie. Bij een MaS voert de leerling een opdracht uit die waarde heeft. Het is mooi mee genomen als leerlingen competenties ontwikkelen tijdens het uitvoeren van de opdracht. De beroepsstage heeft vaak een grote omvang. Daarentegen varieert de stageduur van de MaS van 30 tot 60 uur. Bij een beroepsstage is beroepsdeskundigheid een vereiste bij de begeleiding. De begeleiding is gericht op het helpen ontwikkelen van beroepsvaardigheden bij de leerling. Bij de MaS betekent de begeleiding: uitleg geven over de opdrachten, wegwijs maken in de organisatie en vragen beantwoorden die meer op een sociaal maatschappelijk terrein liggen, met als doel de maatschappelijke betrokkenheid van de leerlingen te bevorderen. De leeftijd voor de leerling die de MaS ligt tussen de 15 en 17 jaar.
2.2 De MaS en de ARBO-Wet. De arbeidsomstandighedenwet én de arbeidstijdenwet zijn beide van toepassing op de MaS.
5
Drs. R.C.(Ruud) Duvekot is als onderzoeker en adviseur betrokken bij het kenniscentrum EVC
7
Om jongeren te beschermen zijn er een aantal regels opgesteld waar werkgevers maar ook stagebiedende partijen, zich aan dienen te houden. Een totaaloverzicht van de regels voor jeugdige medewerkers zijn te vinden in het kennisdossier op de site van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook kan gekeken worden op www.arbo.nl zoek op jeugdarbeid. De arbeidsduur per niet-schooldag bedraagt maximaal 6 uur achter elkaar, met een maximum van 5 dagen.
2.3 De beroepsgerichte stages op de Rosa. Op de Rosa is er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de MaS en de beroepsgerichte stage. In meerdere leerjaren worden verschillende type stages aangeboden. Voor een betere participatie in onze samenleving wordt al in de onderbouw in het mentoraatprogramma gewerkt met de methode Leefstijl, waarin omgangsvormen en basiswaarden klassikaal aan de orde komen. In het 3de leerjaar is de MaS. Deze vindt plaats in een maatschappelijke context, waarbij de waarde ligt in het vormende karakter van de opdrachten. Het zijn praktische leerervaringen gedurende een van te voren bepaalde tijd. In het 4de leerjaar wordt het LeerWerkTraject (LWT) aangeboden. Dit is een praktische variant van de basisberoepsgerichte leerweg. Bedoeld voor de echte doeners, leerlingen die het beste vanuit de praktijk leren. Het LWT is geen afgeronde beroepsopleiding. Doel is dat leerlingen na het LWT verder leren voor een startkwalificatie via MBO niveau 2. De stage is beroepsgericht. Ook in het 5de leerjaar, VM2 wordt stage gelopen, gericht op het beroep. Vm2 is een OCW/LNV6 experiment in het kader van de leergang VMBOMBO2. In VM2 wordt de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO samengevoegd met een opleiding MBO niveau 2.
2.4 Keuzeprestaties Buiten de MaS en de beroepsgerichte stages moet worden vermeld, dat de Rosaleerlingen in het 3de en 4de leerjaar keuzeprestaties moeten uitvoeren. Daarvoor doen zich binnen school talrijke mogelijkheden voor. Hierbij gaat het om de koppeling tussen vakken en vaardigheden. Niet zelden gaat het hier om vrijwilligerswerk binnen school. 6
8
Te denken valt hier ondermeer aan: Kerstactiviteiten zoals kerstmaaltijd verzorgen en kerstmandjes ronddelen bij oudere mensen in de buurt Participatie bij meetingpoint-activiteiten als kinderkookcafe (basisschoolleerlingen), activiteitenmiddag voor ouderen etc. Rosa show (5 december) voorbereiding en jurering Klassenassistentie bij praktijkblokken Serveren van koffie / thee bij vergaderingen Bij het open huis: rondleidingen verzorgen van ouders en leerlingen Hapjes en drankjes verzorgen bij het open huis Verzorgen van lunch / maaltijden bij vergaderingen of speciale bezoeken Assisteren bij de wendagen van nieuwe leerlingen Actief betrokken zijn bij het “maatjes”project Incidentele kinderopvang verzorgen voor kinderen van docenten
9
3. Plaats van het MaS in het curriculum.
3.1 Wat er vooraf ging aan de MaS. In het verleden werd door een docent (en soms door leerlingen zelf) een plek gezocht om een “snuffelstage” te volgen van 60 uren, verdeeld over 2 weken. Deze snuffelstage was gericht op een beroepskeuze en gekoppeld aan de leerwegen die op dat moment op de Rosa gegeven werden. De stageplekken werden gekoppeld aan de leerling. Gedurende de stage bezocht een willekeurige docent van de school de leerling op de stageplek. Maar het vinden van stageplekken werd steeds moeilijker. Bedrijven en instellingen wilden niet meer mee werken en leerlingen kregen zo niet de kans om over de muren van school heen te kijken en werk/leerervaring op te doen. Dit was de reden dat er een andere invulling voor de stages werd gezocht. Hiervoor is dit plan ontworpen met het doel om de uitgangspunten van de stage vast te leggen en de posities van leerlingen en stageaanbieders te verduidelijken door het opstellen van afspraken en protocollen. Het plan is bovendien zodanig geformuleerd, dat het ruimte biedt aan nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. Uit oogpunt van relatiebeheer is gekozen om in dit proces zorgvuldig met de nieuwe stagebieders om te gaan. De makelaarsrol komt bij de docent te liggen om vanuit die hoedanigheid het contact tussen leerling en stageaanbieder tot stand te brengen en vast te houden.
3.2 Doel van de Lintstage. In een periode van 1 1/2 jaar voorbereiding is door een klein comité van docenten en directie de MaS voorgelegd aan het team en ingevoerd. Het doel van de stages is in eerste instantie een praktische leerervaring op doen. Waarbij servicegerichtheid, bevorderen van gemeenschapszin en vergroten van sociale competenties in de Nederlandse samenleving voorop staan. In de vernieuwde opzet lopen leerlingen een MaS en een beroepsstage, elk van één week. Tijdens schooluren doen leerlingen praktische ervaringen op in vrijwilligerswerk bij zorginstellingen en basisscholen in Amsterdam-Noord. Er is gekozen voor een lintstage met een estafette element. De lintstage loopt als een lint van weken door het derde schooljaar heen, maar niet alleen koppelen de weken aan elkaar, ook geven de leerlingen als in een estafetteloop ervaringen, ideeën, werkzaamheden en het ontwikkelen van eigen initiatieven, aan elkaar door. Deze lintstage heeft tot doel het bevorderen van inzicht in en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen in de samenleving. 10
De contacten en werkzaamheden zullen vooral plaats vinden met oudere mensen en jongere kinderen. Het bevorderen van gemeenschapszin gebeurd ondermeer door ondersteuning bij het serveren van eten en drinken, het meehelpen en verzorgen van seizoensgerelateerde activiteiten zoals het organiseren van een herfstwandeling voor ouderen of een bezoek aan de kinderboerderij met een groep kleuters. Ook de gesprekken met oudere mensen of door mee te helpen bij een creatieve activiteit, een bezigheid waar zij zonder de MaS niet aan toe zouden komen, vergroot hun sociale vaardigheid en het geeft inzicht in en respect voor de ander. Een bijkomend effect is, dat leerlingen niet zelden een gevoel van zelfvertrouwen ontwikkelen, omdat wat zij doen door anderen gewaardeerd wordt. Zo levert de leerling onbetaald een bijdrage aan de samenleving en wordt de burgerschapszin bevorderd. Op de stageplekken gaan leerlingen soms letterlijk en figuurlijk over eigen grenzen en vooroordelen heen. Voorbeelden daarvan zijn: Hanan (dagbesteding voor ouderen): “Ik vond het daar heel leuk vooral omdat ik die mensen had onderschat. Zelf dacht ik aan oude zeurpieten, maar dat was helemaal niet zo, ze waren heel erg vrolijk. Ik vond ze heel bijzonder.” Een leerlinge schreef: dat oudere mensen slecht horen en soms niet alles verstaan is me nu pas duidelijk. Ik heb geleerd dat je rustig moet herhalen en niet moet zeggen: bent u doof of zo… Chanel (dagbesteding voor ouderen): “Ik zag er eerst tegenop omdat m’n oma daar zat en ze daar gestorven is. Eerlijk gezegd had ik geen tijd om daaraan te denken. Ik vond het leuk om met de cliënten te praten en om naar ze te luisteren, mensen met verschillende levensverhalen, mensen die zelf niet meer alles kunnen” Tiffany (dagbesteding voor ouderen): Ík kijk nu anders naar oude mensen en dat heb ik geleerd door mijn stage. Bedankt ervoor, want heel veel oudere mensen hebben problemen maar als je ze op straat ziet zie je dat niet aan hen.” Melissa (stagiaire op een basisschool): “Van deze stage heb ik geleerd dat het moeilijk is om kinderen onder controle te houden. Als je zelf in de klas zit als leerling heb je daar geen besef van, maar het is zwaarder dan ik dacht.”
11
Claudia (stagiaire op een basisschool): “In het begin was ik wel zenuwachtig, omdat ik kinderen niets verkeerd wil aanleren. Dus leerde ik er ook zelf van. Je moest er ook altijd op letten met wat je zei en met wat je doet, omdat de kinderen het natuurlijk heel snel overnemen.” Asmaa (stagiaire op een basisschool): “Er kwamen een paar moeders om te helpen bij de kerstversiering in school. Het duurde wel lang voordat de kerstboom was gemaakt maar dat was nu net het leuke, de ene minuut zag je dat er alleen een onderkant was en de andere minuut was hij al klaar. Nadat de boom klaar was kwamen de kerstlichtjes erin. Het was heel leuk omdat het mijn 1e keer was dat ik een kerstboom heb versierd.”
3.3 De structuur van de MaS De structuur van de MaS ziet er als volgt uit: In het 2de leerjaar krijgen de leerlingen 6 weken vóór de grote vakantie een sociale vaardigheidstraining als voorbereiding op de stageperiode in het 3 de leerjaar. Bij de start van het derde leerjaar geeft de coördinator van de MaS de mentoren een rooster voor het eerste semester. Daarop is aangegeven welke leerling, wanneer en waar één week stage loopt. De mentoren nemen klassikaal het rooster met de stages door. De leerlingen worden over het doel en de inhoud van de stages klassikaal geïnformeerd. Elke leerling loopt in het 3de jaar twee keer één week stage. Ook de ouders worden geïnformeerd en ondertekenen het stagecontract, zo ook de stageaanbieder en als laatste partij de school. In een persoonlijk begeleidingsmoment op de woensdag, vóórdat voor de leerling de stageweek start, worden leerlingen ingesproken door de coördinator van de MaS. De leerlingen worden geïnformeerd over de gewoonten, gebruiken en bijzonderheden op de werkplek. Ook het stageboek en leerdoelen worden besproken. Veel elementen komen tijdens dit gesprek aan de orde: wat verwacht de leerling, wat zijn de leerpunten, maar ook komen werktijden, werkzaamheden, activiteiten, begeleiding, zelfwerkzaamheid en absentie aan de orde. Elke donderdagmiddag tijdens de stageweek bezoekt de stagecoördinator van de Rosa de leerlingen op hun stageplekken. Er is kortstondig overleg met de begeleider en leerlingen. Eventuele knelpunten worden doorgenomen, dit kan betrekking hebben op de opdrachten, of de werkzaamheden en ervaringen op de stageplek. 12
Op de vrijdagmiddag vindt op de stageplek de overdracht van leerling op leerling plaats. De ene leerling gaat maandagmorgen weer naar school, de andere leerling loopt daarna een week stage. De vrijdagmiddag is belangrijk want dat is ook het moment waarop de begeleider(ster) van de stageplek de beoordelingslijst gaat invullen. Tijdens dit afsluitende gesprek wordt het functioneren van de leerling gedurende de stageweek geëvalueerd. Het evaluatieverslag dat door de leerling in het weekend tussen stage en school wordt geschreven, wordt na besproken te zijn op school, gestuurd naar de stageaanbieder. Zo krijgt de stageaanbieder van elke leerling een beeld van het effect van de week ervaringsleren. Op de maandagmorgen wordt de lintstagemap afgegeven aan de stagecoördinator ter beoordeling. Zo nodig volgt nog een gesprek. Na een jaar proefdraaien, waar het probleem van afwezigheid van telkens vier derdejaars leerlingen, het inhalen van lesstof en/of proefwerken en het activeren/stimuleren van de leerlingen centraal stond, is de stage nu een geaccepteerd onderdeel geworden van het onderwijscurriculum. Binnen de Rosa is één docent belast met de organisatie van de stage en deze persoon is als ook als stagecoördinator aangesteld. Ouders, docenten en leerlingen kunnen bij de coördinator terecht met vragen of suggesties.
3.4 Koppeling met vakken en leergebieden. De MaS is slechts één van de vele onderdelen van het schoolcurriculum. Het bestaande curriculum wordt gerepresenteerd door twee kernbegrippen: (onderwijs)doelen en inhouden. Doelen hebben betrekking op kerndoelen en exameneisen. Inhouden gaan over kennis en vaardigheden die in of buiten school aan bod komen. De theorievorming bij een vak/leergebied kan direct ingezet en toegepast worden bij de MaS, dit heeft een meerwaarde voor de stage en voor de vakken. Door deze koppeling worden vakonderdelen concreter en praktischer. Veel onderwijsinhoud heeft maatschappelijke relevantie die voor de leerlingen zichtbaar wordt als zij die inhoud inzetten tijdens de MaS. Als vakdocenten een rol toebedeeld krijgen in of na de MaS, wordt de MaS geïntegreerd in het onderwijsprogramma. Het curriculum krijgt meer status wanneer leerlingen zien dat het geleerde ook in de praktijk wordt toegepast.
13
Als de MaS aan bepaalde vakken/leergebieden gekoppeld wordt, dan biedt dat dus de volgende voordelen: a. De theorievorming van een vak kan direct ingezet en toegepast worden in de praktijk, dit kan een meerwaarde opleveren voor de MaS en voor het vak, b. Door de koppeling worden vakonderdelen concreter en praktischer voor de leerlingen, c. Veel onderwijsinhoud heeft maatschappelijke relevantie die voor de leerlingen zichtbaar wordt als ze de inhoud inzetten in de MaS.7
3.5 Opbrengsten en toetsing Door middel van de stagemap wordt gereflecteerd op de werkzaamheden die tijdens de stageweek gedaan zijn. Heel concreet geven leerlingen aan welke bezigheden zijn uitgevoerd, wat leuk is gevonden om te doen en ook de minder leuke dingen komen aan de orde. Omdat er een redelijke grote vrijheid is voor de leerlingen om zelf iets te organiseren of ideeën in te brengen en uit te voeren, is het enthousiasme om stage te lopen over het algemeen groot. Het accent van het leren in de praktijk tijdens de stage ligt op: a. Samenwerken (werkverdeling, luisteren naar opdrachten, planning uitvoeren en afspraken nakomen), b. Opkomen voor eigen mening, aanhoren andermans mening met respect naar elkaar, c. Andere mensen helpen, begrip tonen voor een andere mening, werk zien en zich kunnen verplaatsen in de ander, d. Zorgen voor de leefomgeving. Maar ook jezelf goed verzorgen, rommel opruimen bijvoorbeeld, e. Zelf iets organiseren, dus initiatief nemen en het idee voorleggen beargumenteren en eventueel in de praktijk uitvoeren f. Reflecteren: terugkijken op eigen handelen en resultaten en mogelijkheden en onmogelijkheden leren zien. De Lintstage kan versterkend werken naar het LOB8 maar dat is een bijkomend positief verschijnsel. Bovendien kunnen leerlingen met de verworven beroepsbeelden en stage-ervaringen in hun bagage, beter kiezen voor de vervolgopleidingen. 7 8
Verankeren in de school blz. 30 LOB staat voor loopbaanbegeleiding
14
De MaS is inmiddels een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs op de Rosa. De leerlingen van het derde leerjaar die op de dagbehandelingafdelingen van zorgcentra en basisscholen stage lopen doen een aantal unieke ervaringen op. Het draagvlak is bij docenten en leerlingen in de afgelopen periode toegenomen. De docenten bemerken het enthousiasme van de leerlingen uit de verhalen die zij vertellen over ontdekkingen en ervaringen in een voor hen andere wereld. Op een veilige en informele manier worden de leerlingen tijdens hun stage betrokken bij het voorbereiden en uitvoeren van activiteiten voor ouderen en jonge kinderen en voldoen op deze wijze aan de doelstellingen van de MaS.
15
4. Communicatie met stageaanbieders 4.1 Regels en verantwoordelijkheden. De leerling die stage loopt blijft tijdens de duur van de stage volledig leerling van de school. Er is geen sprake van een leer-of arbeidsovereenkomst. De stageaanbieder stelt de leerling in staat om activiteiten in het kader van de MaS te verrichten. De stageaanbieder conformeert zich aan de uitgangspunten van de lintstage en ondertekent de contracten met de namen van de leerlingen die zullen komen. Tijdens de stage is de leerling verzekerd via Amarantis. De begeleiding van de leerling is een belangrijk onderdeel. Deze kent drie fasen namelijk de begeleiding tijdens de voorbereidingen, de begeleiding tijdens de stage en het beoordelingsgesprek door de stagebegeleider op de stageplek. De stageaanbieder stelt uit zijn personeel een stagebegeleider(ster) aan. Hij/zij begeleidt de leerling bij de uitvoering van het lintstageprogramma en ziet er op toe dat gestelde doelen zo goed mogelijk gehaald kunnen worden. De coördinator van de MaS geeft bij de stagebegeleider(ster) aan welke vaardigheden belangrijk zijn. In de eerste week na de grote vakantie krijgen de stageaanbieders een rooster met de namen van de leerlingen. Tijdens een daarop volgend bezoek van de schoolcoördinator aan de stageaanbieders wordt het rooster besproken en worden de data definitief vastgelegd. De contracten van alle leerlingen die deel zullen nemen worden ter ondertekening aan de stagebieders aangeboden. Elke donderdag, gedurende het opende schooljaar, bezoekt de coördinator de stageplekken en heeft met leerlingen en stage aanbieder kort contact. Bij problemen wordt een nader gesprek ingepland. Het stageverslag is een onderdeel van het examendossier en wordt op school voor de wettelijke periode van twee jaar bewaard.
4.2 Oefenplaats voor burgerschapsvorming Hoewel het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet de afgelopen jaren stabiel blijft, neemt het aantal uur dat men vrijwillig actief is af. (Trendrapportage vrijwillige inzet, 2008) Steeds minder jongeren zijn vrijwillig actief. De MaS is een kans om jongeren (weer) in contact te brengen met het vrijwilligerswerk. De leerling leert buiten de eigen leefwereld te denken en te handelen. Tevens leert de leerling zich in te leven in anderen en kennis te nemen van dat wat in de samenleving speelt. Belangrijk hierbij is dat de leerling wordt
16
gestimuleerd eigen initiatief te ontplooien en verantwoordelijkheid te nemen voor de uitvoering. Door de MaS komen leerlingen in aanraking met nieuwe groepen mensen en vergroot de kennis van de maatschappij door er een bijdrage aan te leveren. Het gaat er ook om dat de opgedane ervaring een eigen plek krijgt. Wat vonden zij leuk, wat niet en wat zegt dat over henzelf. Waar waren zij goed in en wat kunnen ze daar nu of later mee doen.
4.3 Onderhouden van contacten. Elk jaar worden de stageaanbieders voor een lunch uitgenodigd op het Rosa Beroepscollege. Voor de stageaanbieder een uitgelezen kans om de school, docenten en leerlingen op een andere wijze te leren kennen. Het geeft de school de mogelijkheid dank te betuigen voor de samenwerking en gastvrijheid voor de leerlingen. Door elke week de stageplekken te bezoeken worden eventuele problemen tijdens de stage snel onderkend, we hebben per slot van rekening te maken met pubers die niet altijd even gemakkelijk in de omgang zijn. Als dank voor de persoonlijke inzet van de stagebegeleiders wordt ook voor de kerst- en grote vakantie een aardigheid aangeboden aan de begeleiders van de stageaanbieders.
5. Ontwikkelingen m.b.t. de MaS De MaS blijft een voortdurend proces van communicatie en PR. De PR rond de MaS zal als volgt vormgegeven kunnen worden: Intern kan gebruik gemaakt worden van de schoolgids, schoolplan, infobulletin of schoolkrant en extern door folders en infomap. Daarom is dit document nooit af en zal steeds moeten aangevuld en bijgesteld.
17
Literatuuroverzicht. Bruining, M, e.a. 2011 Verankeren in de school CPS, Amersfoort
18