Visienota Maatschappelijke Ondersteuning Wonen, Welzijn en Zorg Westerkwartier-gemeenten Grootegast Leek Marum Zuidhorn versie 24 augustus 2005
September 2005 Redactie i.s.m. het Samenwerkingsverband Wonen, Welzijn, Zorg
Inhoud VASTGELEGD BELEID GEORDEND NAAR WONEN EN PRESTATIEVELDEN WMOVoorwoord.................................................................2 Voorwoord ....................................................................................................................3 1. Visie op Maatschappelijke achtergronden ............................................................5 Als de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 1 juli 2006 van kracht wordt: ............................................................................................................................6 2. Gemeentelijke aanpak .............................................................................................7 2.1 Integrale aanpak ...................................................................................................7 2.2. Inventariseren, ordenen en opbouwen ................................................................7 2.4. Coördinatie met ander gemeentelijk beleid ........................................................8 2.5. Adviescommissie Wonen, Welzijn, Zorg (WWZ) .............................................8 2.6. Communicatie, verslaglegging en verantwoording ............................................9 2.7. Prioriteiten...........................................................................................................9 2.8. Welzijn..............................................................................................................10 2.9. Tijdpad ..............................................................................................................10 3. Prestatieveld Sociale Samenhang en Leefbaarheid ............................................11 3.1. Doelstellingen ...................................................................................................11 3.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................11 3.3. Prioriteit ............................................................................................................12 4. Prestatieveld Preventieve ondersteuning van jeugdigen en hun ouders...........13 4. Prestatieveld Preventieve ondersteuning van jeugdigen en hun ouders...........13 4.1. Doelstellingen ...................................................................................................13 4.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................13 4.3. Prioriteit ............................................................................................................14 5. Prestatieveld Informatie en advies .......................................................................15 5.1. Doelstellingen ...................................................................................................15 Het loket zal zowel een fysiek als een telefonisch en digitaal loket zijn.................15 5.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................15 5.3. Prioriteit ............................................................................................................15 6. Prestatieveld Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.......................17 6.1. Doelstellingen ...................................................................................................17 6.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................17 6.3. Prioriteit ............................................................................................................18 7. Prestatieveld Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren van gehandicapten en mensen met psychische (psychosociale) problemen;..................................................................................................................19 7.1. Doelstellingen ...................................................................................................19 7.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................19 7.3. Prioriteit ............................................................................................................20 8. Prestatieveld Voorzieningen voor gehandicapten en mensen met psychische (psychosociale) problemen. .......................................................................................21 8.1. Doelstellingen ...................................................................................................21 8.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ................................................................22 8.3. Prioriteit ............................................................................................................22 9. Prestatieveld Maatschappelijke opvang ..............................................................23 9.1. Doelstelling .......................................................................................................23 9.2. Huidig beleid.....................................................................................................23 9.3. Prioriteit ............................................................................................................23
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
1
10. Prestatieveld Openbare Geestelijke gezondheidszorg......................................24 10.1. Doelstellingen .................................................................................................24 10.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ..............................................................24 10.3 Prioriteit ...........................................................................................................25 11. Prestatieveld Verslavingsbeleid ..........................................................................26 11.1 Doelstellingen .................................................................................................26 11.2. Huidig beleid...................................................................................................26 11.3. Prioriteit ..........................................................................................................26 12. Prestatieveld Aangepast wonen en wonen met zorg .........................................27 12.1. Doelstellingen .................................................................................................27 12.2. Huidig beleid en huidige activiteiten ..............................................................27 12.3. Prioriteit ..........................................................................................................28 13. Financiën...............................................................................................................29 13.1. Landelijke cijfers en financiële randvoorwaarden..........................................29 13.2. AWBZ-subsidieregelingen .............................................................................30 13.3. Provinciale cijfers ...........................................................................................30 13.4. Lokale cijfers ..................................................................................................31 13.5. Aangepast wonen en wonen met zorg ............................................................31 GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN...................................................................32 AFKORTINGENLIJST/VERKLARENDE WOORDENLIJST ..........................33
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
2
Voorwoord Namens het voltallige college van B&W van de gemeente Marum presenteren wij u onze visienota Maatschappelijke Ondersteuning – Wonen, Welzijn en Zorg. Met deze nota geven wij onze visie op de taken die met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) aan de gemeente zijn toebedeeld en die voortvloeien uit de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen. Wij geven niet alleen onze visie op de taken als zodanig maar ook op de manier waarop wij die willen uitwerken en organiseren. Integraal Het gaat om een integrale visie, waarmee wij het gehele complexe terrein van maatschappelijke ondersteuning en wonen, welzijn, zorg bestrijken en hun onderlinge samenhang. Wij hebben de belangen van onze inwoners en die van ons als gemeente als uitgangspunt genomen. In die zin staat deze nota als vertrekpunt boven de partijen. Dat neemt niet weg, dat er bij de uitwerking, met name bij de fasering en bij het toekennen van financiering de nodige politieke knopen moeten worden doorgehakt. Waar het onze burgers dient, is onze wens samen te werken op Westerkwartierniveau. Dat hebben wij in deze nota ook tot uiting laten komen. Wonen Het was buitengewoon nuttig deze exercitie uit te voeren omdat door het formuleren van de doelstellingen expliciet wordt gemaakt hoeveel in en door de gemeente al wordt gedaan op de verschillende terreinen. De Wmo valt niet op onontgonnen terrein maar is voor een groot deel vooral een vernieuwende manier van omgaan met bestaande beleidsonderwerpen. De Wmo gebruikt het begrip prestatievelden om nader invulling te geven aan het gemeentelijke beleid inzake maatschappelijke ondersteuning. Wij hebben er voor gekozen, het thema aangepast en verzorgd wonen integraal mee te nemen als één van de prestatievelden. Wij zien dit als een natuurlijk vervolg op een al lopend traject integraler aandacht te schenken aan de thema’s wonen, welzijn en zorg. Wij geven daarmee uitdrukking aan de inhoudelijke samenhang van dit thema met de andere thema’s van de Wmo. Huishoudelijke verzorging Inhoudelijk nieuw maar principieel niet, is de overheveling van de huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de Wmo. Naar verwachting zal in het najaar van 2005 landelijk het besluit vallen of de gehele huishoudelijke verzorging over komt of alleen de enkelvoudige. Van enkelvoudige huishoudelijke verzorging is sprake als de cliënt alleen die zorg krijgt en niet ook nog andere AWBZ-zorg. Onder de voorwaarde dat met de taak ook het geld meekomt, brengen wij die taak onder in de bestaande uitvoering van Wvg-verstrekkingen. Niettemin gaan wij ook op dit terrein, met het oog op de toekomst, een begin maken met het opzetten van interactieve beleidsontwikkeling.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
3
Vrijheid en medezeggenschap Wat werkelijk vernieuwend is, is de beleidsvrijheid die wij als gemeente krijgen. Die vrijheid gaat gepaard met de verplichting om burgers, belanghebbenden en betrokkenen te betrekken in het proces van beleidsontwikkeling. We noemen dat medezeggenschap. Die medezeggenschap zien we als de verplichting tot voortdurende ontwikkeling en evaluatie van de Wmo-beleidsterreinen in interactie met de doelgroepen en de betrokkenen. Door zo te werken ontstaat in feite een groei- en ontwikkelingsmodel op het gehele Wmo-terrein. Om de medezeggenschap mogelijk te maken moeten we in de gemeente een aantal overleg- en vertegenwoordigingsgremia inrichten. Wij zijn van plan dat zo snel mogelijk te doen. Aansluitend zullen wij met betrokkenen overleggen over pragmatische en doelmatige werkwijzen, opdat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat er een bureaucratisch praatcircuit ontstaat. Een begin hebben we al gemaakt door de conferentie van 13 april 2005 met als thema Lokaal loket Wmo. Prioriteiten In de visienota die voor u ligt beschrijven we per prestatieveld onze doelen, het huidige beleid, huidige activiteiten en de ons inziens noodzakelijke prioriteitsstelling. Als de gemeenteraad instemt met deze nota liggen de prioriteiten in ons beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning vast. Deze werken wij uit in werkplannen waarin wij de opzet, de organisatie en de benodigde financiering presenteren. Wij maken daarbij gebruik van de faciliteiten en de ondersteuning die worden aangeboden door het WWZ projectbureau van de samenwerkende Groningse gemeenten. Op de prestatievelden die nu niet zijn geprioriteerd zal sprake zijn van voortzetting van huidig beleid. Marum, september 2005
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
4
1. Visie op Maatschappelijke achtergronden “De Wet maatschappelijke ondersteuning is één van de antwoorden van de regering op de vergrijzing.” Zo schrijft het kabinet in de memorie van toelichting bij de wet. Wij zijn van mening dat er meer aan de hand is dan het louter reageren op demografische ontwikkelingen. Verzorgingsstaat In de afgelopen vijftig jaar zijn wij gewend geraakt aan de verworvenheden van de door de centrale overheid georganiseerde verzorgingsstaat: bestaanszekerheid, inkomensgaranties voor individuele burgers gebaseerd op wettelijk vastgelegde rechten en nagenoeg volledige verzekering van ziektekosten voor iedereen. Wij zijn tot op zekere hoogte ook gewend geraakt aan de mechanismen en aan de averechtse effecten van verzorgingsstaat, zoals: − de professionalisering van zorgzaamheid en zorg; − de afwenteling van individuele verantwoordelijkheid naar de collectiviteit; − de juridisering van zorgaanspraken; − de individualisering van de samenleving. Beperkte houdbaarheid De verzorgingsstaat bracht door verbeterde leefomstandigheden en betere zorg met zich mee, dat wij met zijn allen steeds ouder worden. Dankzij de verbeterde medische technologie bereiken ook gehandicapte en chronisch zieke mensen een hogere leeftijd. In verhouding daalde het aantal mensen dat actief is op de arbeidsmarkt. Bovendien deden relatief veel – meer dan verwacht – mensen een beroep op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De verhouding tussen het ‘producerende’ deel van de bevolking en degenen die daarvan afhankelijk zijn is ongunstiger geworden. Deskundige instanties zoals het Sociaal Cultureel Planbureau, de Sociaal Economische Raad en de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg vragen al enige tijd aandacht voor deze ontwikkelingen en voor de beperkte houdbaarheid van de sociale verzorgingsstaat. Trendbreuk Wij zijn van mening dat met de invoering van de Wmo de trend van de verzorgingsstaat met zijn nadruk op de rechten de burgers wordt gekeerd. Daarvoor in de plaats wordt de nadruk gelegd op ten eerste de eigen verantwoordelijkheid van de burger en vervolgens op de microgemeenschap van het dorp of de wijk. Zelfredzaamheid en gemeenschapsdenken, ondersteund door gemeentelijk beleid moeten voorzien in de basisbehoeften aan zorg, welzijn en aangepast wonen. Met de Wmo worden de gemeentelijke taken uitgebreid met onderdelen uit de zorg die tot nu toe landelijk was geregeld in de AWBZ, te beginnen met de (enkelvoudige) huishoudelijke hulp. De Wmo schept de mogelijkheid dat op korte of lange termijn ook andere onderdelen van de AWBZ, met name ondersteunende en activerende begeleiding naar de gemeente worden overgebracht. Lokale gemeenschap Met de wet wordt nagestreefd de grootschalige anonieme solidariteit van de verzorgingsstaat aan te vullen met de persoonlijke en herkenbare solidariteit van de lokale gemeenschap. De maatschappelijke rol en betekenis van de gemeente worden uitgebreid en versterkt. Dat is een risico, met name in financiële zin. Anderzijds biedt het ons als gemeente en als plaatselijke politiek de kans zaken te regelen die er toe doen.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
5
Kansen In de komst van de Wmo zien wij een aantal kansen en uitdagingen: − Er komt een grotere nadruk op de verantwoordelijkheid van de burger om in geval van beperkingen zelf oplossingen te vinden − De Wmo ondersteunt de wens van de meeste van onze burgers zo lang mogelijk zelfstandig te blijven − Het bieden van maatwerk aan onze kwetsbare burgers wordt gemakkelijker − Als gemeente krijgen wij een grote beleidsvrijheid en capaciteit (door overheveling naar het gemeentefonds) om effectief regie te voeren − Op lokaal niveau krijgen wij meer ruimte voor het voeren van integraal beleid en het bevorderen van samenhang − Aan onze jarenlang gekoesterde wens om lokaal de (financiële) vruchten te kunnen plukken van de lokaal gemaakte keuzes wordt beter tegemoetgekomen − De betrokkenheid van burgers en organisaties wordt op lokaal niveau beter gegarandeerd. Bedreigingen Maar de Wmo herbergt in onze ogen ook een aantal bedreigingen: − De vraag is of de aanname dat mantelzorgers en de civil society een groter aandeel kunnen hebben in de ondersteuning van kwetsbare burgers staande gehouden kan worden − De algemeen geuite vrees dat onderlinge solidariteit afneemt, delen wij − Primair oogmerk van het rijk is de houdbaarheid van het (AWBZ-)zorgstelsel. Naar onze inschatting blijft er schaarste in voorzieningen en zorg. Ook de gemeente ziet zich voor de opgave gesteld de kosten beheersbaar te houden − Het ontbreken van het recht op zorg en het ontbreken van een brede zorgplicht voor de gemeente kan leiden tot veel weerstand bij de burgers − Ook bij private partijen, zoals de zorgaanbieders, kan veel weerstand ontstaan tegen de toename van concurrentie. Grotere partijen zullen inzetten op dominantie in de markt waardoor de keuzevrijheid van burgers afneemt − Voorkomen moet worden dat door de veranderingen in het systeem cliënten in de knel raken. − Gezien de breedte van de wet zal het voor ons als gemeente niet eenvoudig zijn effectief invulling te geven aan de rol van regisseur. Als de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 1 juli 2006 van kracht wordt: − vervalt de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg) − vervalt de Welzijnswet − komt de huishoudelijke verzorging vanuit de AWBZ over naar de Wmo − komt een aantal AWBZ-subsidieregelingen over naar de Wmo − moet de gemeente beschikken over een lokaal loket wonen, welzijn, zorg − dient de gemeente haar beleid voor maatschappelijke ondersteuning te formuleren aan de hand van 9 prestatievelden. In het Westerkwartier voegen de gemeenten daaraan een tiende prestatieveld ‘Aangepast wonen’ toe.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
6
2. Gemeentelijke aanpak In deze paragraaf zetten wij uiteen hoe wij in onze gemeente het beleidsproces en de uitvoering inzake maatschappelijke opvang en wonen, welzijn en zorg willen vormgeven. 2.1 Integrale aanpak De introductie van de Wmo in onze gemeente is een opgave waarbij veel onderdelen, diensten, instellingen en organisaties in en van de gemeente betrokken zijn. De reikwijdte, de omvang en de complexiteit van die opgave vragen om de speciale aandacht van ons College van B&W. Dat geldt temeer waar naast de maatschappelijke ondersteuning ook de combinatie van wonen en zorg in het beleid wordt betrokken. Waar mogelijk willen we samenwerken op Westerkwartier-niveau. Om die reden hebben we voor de volgende bestuurlijke en ambtelijke organisatie gekozen in het Westerkwartier: − Elk college heeft de wethouder zorg aangewezen als coördinerend wethouder Wmo. Ook ambtelijk beschikt elke gemeente over een ambtenaar die aanspreekpunt is voor de Wmo. − Op Westerkwartier-niveau hebben we een stuurgroep Wonen, welzijn, zorg ingesteld waaraan voor elke gemeente deelnemen de portefeuillehouder zorg en de portefeuillehouder wonen. Deze stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep wonen, welzijn, zorg. 2.2. Inventariseren, ordenen en opbouwen De taken en verantwoordelijkheden die met de Wmo aan elke gemeente worden opgedragen zijn niet helemaal nieuw. Via de Welzijnswet en via de Wet voorzieningen gehandicapten hebben we al veel lopende activiteiten en verplichtingen die vallen onder de maatschappelijke ondersteuning. Wij hebben de ambitie, betreffende de onderscheiden prestatievelden van de Wmo inclusief het thema aangepast wonen, uiteindelijk te beschikken over een samenhangend geïntegreerd beleid. Daartoe zullen we per prestatieveld afwegen of wij het staande beleid kunnen continueren of dat we tot nieuw te ontwikkelen beleid met nieuwe prioriteiten moeten komen. Conform het projectplan WWZ van het Samenwerkingsverband WWZ waaraan wij deelnemen werken we volgens de volgende methode: 1. Inventarisatie van het huidige beleid 2. Strategische inventarisatie: gemeentelijke visie, ambities, plannen en doelen m.b.t. wonen en de Wmo-prestatievelden 3. Werkplan: hoe komen we van de huidige naar de gewenste situatie? 4. De uitvoering van het werkplan. Stap 1 hebben we een jaar geleden al afgerond. De resultaten daarvan hebben wij bij elk prestatieveld kort samengevat onder huidig beleid en huidige activiteiten. Waar relevant hebben wij onderscheid gemaakt in gezamenlijk beleid voor het Westerkwartier en lokaal beleid. Met deze visienota zijn we bij stap 2 aangeland. Eind 2005 zijn de werkplannen voor de geprioriteerde beleidsvelden (stap 3) klaar. We gaan tot uitvoering van de werkplannen over zodra de wet van kracht wordt (stap 4).
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
7
2.3. Organisatie in projecten Als onze visie op maatschappelijke ondersteuning en op de implementatie van de Wmo door de gemeenteraad wordt overgenomen, zullen wij voor de prestatievelden in een werkplan nieuw te ondernemen activiteiten uitwerken. We zullen waar nodig bezien in welke structuur we willen werken: passend binnen de huidige gemeentelijke organisatie, waar relevant projectmatig en waar mogelijk regionaal. 2.4. Coördinatie met ander gemeentelijk beleid De vraagstukken en de opgaven die aan de orde zijn op het gebied van Wonen, Welzijn en Zorg zijn zeer breed en hebben tal van relaties en overlap met ander gemeentelijk beleid. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan sociaal beleid, economisch beleid, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, milieubeleid en niet in de laatste plaats gezondheidsbeleid. De aandacht voor de onderlinge samenhang is niet nieuw, wel is nieuw de onderbrenging van zoveel uiteenlopende terreinen binnen één kaderwet. We zetten expliciet in op aandacht voor de coördinatie met andere beleidsterreinen en op samenhang, doelmatigheid, doeltreffendheid en het voorkomen van overlap. De overkoepelende en coördinerende invalshoek heeft hoge prioriteit in de stuurgroep Wmo. 2.5. Adviescommissie Wonen, Welzijn, Zorg (WWZ) De Wet legt ons ten eerste op belanghebbende burgers en rechtspersonen te betrekken bij de voorbereiding van ons beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning. Ten tweede zijn wij verplicht ons ontwerpplan voor advies voor te leggen aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Het betrekken van belanghebbende burgers en rechtspersonen en het verplicht inwinnen van advies bij vragers zien wij als vormen van medezeggenschap zoals wij in ons voorwoord al hebben aangegeven. Wij hechten hieraan veel belang en willen voortbouwen op de ervaring die we al hebben met adviescommissies. In de eerste plaats streven we er naar per gemeente een adviescommissie Wonen, Welzijn en Zorg in te stellen. De commissie adviseert het gemeentebestuur gevraagd en ongevraagd op hoofdlijnen over de inhoud van het geplande en het uitgevoerde beleid betreffende de Wmo prestatievelden en wonen met zorg. Daarvan kan evaluatieonderzoek ook deel uitmaken. Wij beogen een kleine, deskundige en krachtdadige commissie die los staat van de lokale politieke partijen en kan bogen op vertrouwen en draagvlak onder de bevolking. De werkzaamheden van de commissie zijn in principe openbaar. Dat geldt tenminste voor de adviesaanvragen van de gemeente, de plenaire vergaderingen en de uitgebrachte adviezen. Maatschappelijke ondersteuning is niet nieuw, we beginnen niet op onontgonnen terrein zoals we al eerder opmerkten. Bij de vormgeving en uitvoering van ons beleid zijn we in de tweede plaats afhankelijk van de inbreng, ervaring en betrokkenheid van veel partijen. Dan gaat het niet alleen om patiënten- en consumenten(organisaties) maar ook andere organisaties en instellingen die actief zijn binnen wonen en alle prestatievelden. We constateren dat de Wmo breed leeft. Zij leidt ook bij anderen tot initiatieven en beleidsvorming zoals bij de partijen die deelnemen aan het Platform Sociale Structuur Westerkwartier. Die inbreng achten wij onmisbaar in de voorbereiding en uitvoering van ons beleid. Verder staan burgers en organisaties natuurlijk alle gebruikelijke democratische wegen open om ons beleid te beïnvloeden. De afstemming en samenwerking op Westerkwartier-niveau laten we lopen via de stuurgroep WWZ.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
8
2.6. Communicatie, verslaglegging en verantwoording De plannen en processen in het kader van de maatschappelijk ondersteuning c.q. het brede terrein van wonen, zorg en welzijn zullen de komende jaren gepaard gaan met een veelheid van (nieuwe) activiteiten en bijbehorende informatie- en communicatievragen in de richting van de burgers en belanghebbenden. Daarnaast moet omwille van sturing en beheersing een goede en betrouwbare structuur voor verslaglegging en verantwoording worden ingericht. Voor de informatievoorziening naar en de communicatie met de burgers, wordt gebruik gemaakt van de media die wij al hebben op dat gebied. Anderzijds wordt aansluiting gezocht bij de ontwikkeling van de informatie- en adviesfunctie (het loket) waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de expertise, de technologie en de faciliteiten die in dat project worden ontwikkeld. 2.7. Prioriteiten Ook voor ons geldt dat wij niet alles kunnen en zeker niet alles tegelijkertijd, al was het maar omdat ook de ambtelijke capaciteit van de gemeente beperkt is. Wij vinden het belangrijk dat prioriteiten in acht worden genomen bij het aanpakken van de onderscheiden prestatievelden en de activiteiten die daaruit voortvloeien. Daarmee willen we bereiken dat wij op tijd voorbereid zijn op de taken die wij direct in uitvoering moeten nemen bij inwerkingtreding van de Wmo. Continuïteit voor de burger is daarbij de rode draad. Prestatievelden prioriteit geven, betekent dat wij die prestatievelden het eerst tegen het licht gaan houden met de vragen: − Hoe staat het er nu voor binnen de geprioriteerde prestatievelden? − Kan dat zo blijven of moet dat veranderen? − Betekent veranderen ook uitbreiden en versterken? − Wat moeten we daarvoor doen? − Wat zijn daarvan de financiële consequenties? Wij leggen prioriteit bij de volgende prestatievelden: − Informatie en advies; − Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; − Voorzieningen voor gehandicapten en mensen met psychische beperkingen en − Wonen met zorg. Concreet zal dat in ieder geval tot uiting komen door: − het inrichten van het lokaal loket wonen, welzijn en zorg dat rond 1 januari 2006 operationeel moet zijn; − voorbereiding op de overheveling van de huishoudelijke verzorging per 1 juli 2006; − voorbereiding op de consequenties van de overheveling van de AWBZsubsidieregelingen per 1 juli 2006; − organiseren van het gesprek met de burgers, belanghebbenden en cliënten, waaronder het inrichten van de gemeentelijke adviescommissie WWZ. Wij zijn al begonnen met de voorbereidingen voor de inrichting van het lokaal loket. Verder heeft het projectbureau WWZ reeds een inventariserende notitie over de huishoudelijke verzorging en over de AWBZ-subsidieregelingen opgesteld. Planvorming en voorbereiding voorafgaand aan 1 juli 2006 is van belang vanwege de continuïteit voor de burgers.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
9
Bij de andere prestatievelden gaat het vooreerst om inventariseren, ordenen en evalueren wat er is en daarop voortbouwen in overleg met de betrokkenen en belanghebbenden dan wel om continueren van al lopend beleid. Al moeten wij prioriteiten leggen, er zal geen sprake zijn van stilstand binnen de overige prestatievelden. 2.8. Welzijn De combinatie wonen – welzijn –zorg is ons in de loop van de tijd vertrouwd in de oren gaan klinken. Met de komst van de Wmo onderstreept het rijk het grote belang van de versterking van welzijn. Tenslotte gaat het niet om een wet die uitgaat van hulpbehoevende, zorgafhankelijke burgers. De Wmo bedoelt het zelfstandig, en het maatschappelijk functioneren van burgers te ondersteunen, ook als zij zich geconfronteerd zien met beperkingen. Verrassend is dan dat het begrip welzijn nergens in de omschrijving van de prestatievelden (zie de hoofdstukken 3 – 12) terug te vinden is. Gaan we dan niets doen aan welzijn zodra de Wmo van kracht wordt? Het tegendeel is waar: zo hebben we al ons huidige welzijnsbeleid en de bijbehorende activiteiten toe kunnen delen aan de prestatievelden en streven we naar samenhangend integraal beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Wij zien het eerder zo: in vrijwel elk prestatieveld komen welzijnsaspecten aan bod. De prestatievelden helpen om het globale, overkoepelende begrip welzijn concreter in te vullen en doelgerichter te formuleren zodat preciezer is aan te geven welke welzijnsactiviteiten gewenst zijn om de geformuleerde doelen te bereiken. 2.9. Tijdpad Voor onze planning zijn wij sterk afhankelijk van het landelijke tijdpad. De bedoeling is dat de Wmo op 1 juli 2006 van kracht wordt. Voorlopig tijdpad september 2005 bespreking en instemming door de 4 colleges B&W oktober 2005 bespreking visienota door gemeenteraad NB in dit tijdvak zal ook gewerkt moeten worden aan de gekozen prioriteiten november 2005 bespreken visienota met cliënten-/patiëntenorganisaties; andere partijen najaar 2005 opstellen concept-werkplan; opstellen concept communicatieplan inspraak eind 2005 vaststelling visienota inclusief werkplan 1 januari 2006 start lokaal loket (aangepast tijdpad volgt) 1 juli 2006 inwerkingtreding Wmo 1 juli 2006 start verstrekking Wmo-voorzieningen inclusief huishoudelijke verzorging 1 januari 2007 nieuwe besteding AWBZ-subsidies uit de overgehevelde AWBZ-subsidieregelingen
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
10
3. Prestatieveld Sociale Samenhang en Leefbaarheid Centraal staat het bevorderen van sociaal, vreedzaam en zorgzaam samenleven van verschillende (groepen) mensen in de wijken en de buurten. Dat kan reiken van ‘elkaar met rust laten’ tot ‘zorgen voor elkaar’. Het kabinet verwijst naar het begrip ‘civil society’. Daarmee doelt het op de netwerken van organisaties die op particulier initiatief zijn gebaseerd en een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de samenleving. Dit prestatieveld raakt ook sectoren als wonen, ruimtelijke ordening, integratiebeleid, veiligheid en economie. 3.1. Doelstellingen Als gemeente streven we in elke wijk en buurt naar een basisniveau van orde, rust, veiligheid en een gezond leefmilieu. Ook koersen we in alle dorpen en buurten naar een veilige, gezonde en rustige wijze van samenleven van de burgers met respect voor elkaar en voor elkaars privacy. Naast deze kwaliteiten van de micro-samenleving hebben burgers belangstelling voor elkaars wel en wee en zijn zo nodig bereid tot hulpvaardigheid. 3.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Minder dankzij vast omschreven gemeentelijk beleid maar meer door een bloeiend verenigingsleven vindt dit prestatieveld zijn invulling in het Westerkwartier. Westerkwartier: accommodatiebeleid Beleidsmatig schonken alle vier Westerkwartier-gemeenten in het programma Gebiedsgericht werken Sociale duurzaamheid 2002 - 2004 in een inventarisatie aandacht aan de centrumfunctie van accommodaties. Lokaal: accommodatiebeleid Via de methodiek Werken aan wensen bracht de gemeente Grootegast de wensen van 55-plussers over het leefbaar houden van hun leefomgeving in de diverse kernen in beeld. De uitkomsten werden vervolgens in het Visiedocument wonen, zorg en welzijn 2004 – 2010 meegenomen, met als eerste aandachtspunt de wens van mensen zo lang mogelijk in hun eigen kern te kunnen blijven wonen. In het voorjaar van 2005 heeft de gemeente Leek een conceptnotitie accommodatiebeleid opgesteld. Later in 2005 zal de besluitvorming hierover plaatsvinden. De gemeente Zuidhorn koos eerder in 2001 in haar Dorpshuizennotitie al voor financiële steun bij het bouwkundige onderhoud van de dorpshuizen. Westerkwartier: vrijwilligersbeleid Elke gemeente kent een subsidiebeleid voor verenigingen die in de sfeer van sport, spel, cultuur, recreatie actief zijn, maar ook in de sfeer van gezondheid en zorg. Dankzij de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk formuleerden de gemeenten Grootegast, Marum en Zuidhorn de knelpunten in het vrijwilligerswerk. Lokaal: vrijwilligersbeleid De gemeenten Grootegast en Marum beschikken over het tijdelijke project Vrijwilligerscentrale. De projectfinanciering is afgelopen op 1 januari 2005 met een uitloop tot 1 januari 2006. In Leek is sprake van structureel vrijwilligersbeleid. Daarnaast doet zij ook een beroep op de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk. In het kader van deze regeling wordt geprobeerd meer jongeren te betrekken bij de Dorpsverenigingen. Voor Zuidhorn voert de Stichting Welzijn het project De Vrijwillige Inzet Zuidhorn (VIZ) uit, voorlopig tot 1 januari 2006.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
11
Lokaal: lokaal gezondheidsbeleid Ook de nota Lokaal gezondheidsbeleid waarin het algemene gedeelte de situatie voor het Westerkwartier gezamenlijk beschrijft, legt in elke gemeente doelen vast ter versterking van de leefomgeving. Lokaal: leefbaarheid dorpen Verder bezoekt het college van B&W van elke Westerkwartier-gemeente volgens een vast schema de dorpen in zijn gemeente met als vast agendapunt het behoud van leefbaarheid. 3.3. Prioriteit Als gemeenten hechten wij zeer aan dit thema. Zoals blijkt uit de beschrijving van onzs huidige beleid laten wij dat vooral tot uiting komen in ons vrijwilligersbeleid, gezondheidsbeleid en de uitvoering van ons gebiedsgericht programma Sociale duurzaamheid. Waar mogelijk trekken wij gezamenlijk op in de versterking van de sociale samenhang en leefbaarheid in het Westerkwartier. Waar nodig leggen wij lokale accenten, zoals in ons accommodatiebeleid. Ongeacht de komst van de Wmo continueren we het reeds ingezette beleid.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
12
4. Prestatieveld Preventieve ondersteuning van jeugdigen en hun ouders Bij het preventieve jeugdbeleid dragen we als gemeente de verantwoordelijkheid voor de invulling van vijf functies: − informatie en advies; − signaleren van problemen; − toegang tot het hulpaanbod; − (licht) pedagogische hulp; − lokale coördinatie van zorg. Dit prestatieveld is aanvullend op taken die al staan in ondermeer de Wcpv (Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid) en de Leerplichtwet. Het moet een beroep op de jeugdzorg proberen te voorkomen. 4.1. Doelstellingen Wij streven ernaar dat voor jeugdigen en hun ouders voor wie dat noodzakelijk of gewenst is, op hun specifieke situatie afgestemde vormen van preventie, ondersteuning en hulp beschikbaar en toegankelijk zijn. Binnen het kader van het preventief jeugdbeleid en de aansluiting tussen dat beleid en jeugdzorg dient elke gemeente haar doelstellingen te formuleren. Dat gebeurt in een aparte beleidsnota. Het gaat om preventief jeugdbeleid waarbij de gemeente de verantwoordelijkheid draagt voor de invulling van de bovengenoemde vijf functies 4.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Westerkwartier: integraal lokaal jeugdbeleid Gezamenlijk namen de Westerkwartier-gemeenten in het programma Gebiedsgericht werken Sociale duurzaamheid 2002 – 2004 het project Integraal Lokaal Jeugdbeleid op met als doel versterking, verdieping en kwaliteitsverbetering van − de voor- en vroegschoolse educatie. Dat traject is in ontwikkeling − samenwerking tussen basisonderwijs, voorschoolse voorzieningen, jeugdzorg. In Marum loopt een pilotproject inzake samenwerking tussen JGZ/GGD, Thuiszorg en de gemeente voor 0-12 jarigen; Zuidhorn heeft dat ondergebracht in het zorgnetteam − de vorming van een (regionaal) zorgadviesteam. Gemeenten hebben besloten dat verschillend te organiseren: in Leek is het zorgadviesteam van start gegaan; Marum maakt gebruik van bestaande structuur/netwerken en Zuidhorn beschikt over een zorgnetteam; − een sluitende aanpak voor het traject van startkwalificatie tot werk. Die aanpak is opgenomen in het Gebiedsgericht werken. Recent heeft het CMO samen met het Bureau Jeugdzorg in opdracht van de provincie en de gemeenten geïnventariseerd welke knelpunten en witte vlekken er bestaan in invulling van de vijf gemeentelijke taken. Lokaal: integraal jeugdbeleid In het rapport Ontbrekende schakels luidt voor de gemeente Marum de conclusie dat zij grosso modo al invulling geeft aan de uitvoering van de taken die nu ook wettelijk verplicht zijn geworden. Verbetering behoeft de coördinatie van de zorg. Dit kan gebeuren op geleide van de te verwachten aanbevelingen van de GGD en de Thuiszorgorganisatie in het kader van het lokaal gezondheidsbeleid. Zeven jaar geleden, in 1998, legde de gemeente Leek haar integraal jeugdbeleid vast in een jeugdnota. In 2005 heeft de evaluatie van deze nota plaatsgevonden. De komende periode werkt de gemeente aan de actualisatie.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
13
De gemeente Zuidhorn legde in 1999 al voor vier jaar in een beleidsnota haar doelen vast op het gebied van Integraal jeugdbeleid. Eén van de concrete uitwerkingen is terug te vinden in het Actieplan bestrijding overlast en vandalisme. Een evaluatie van beide notities is in voorbereiding. Zuidhorn legt een sterke nadruk op preventie. Daarin vinden een plaats de sluitende aanpak voor de leeftijdsgroep 0 – 12 jaar; basisvoorzieningen voor de jeugd op het gebied van welzijn; jeugd- en jongerenwerk onder de vlag van de Stichting Welzijn; vindplaatsgericht werken voor jongeren; veiligheidsbeleid en voorkomen van vandalisme; en voorlichting over de risico’s van genotmiddelen. De gemeente Grootegast legde in 2001 een Nota integraal jeugdbeleid vast en dit jaar zal de nota worden geactualiseerd. De doorgaande lijn van voorschools tot startkwalificatie staat hierin centraal. Lokaal: lokaal gezondheidsbeleid In de Nota gemeentelijk gezondheidsbeleid van elk van de gemeenten vormen de bevordering van gezond gedrag bij jeugdigen en versterking van de leefomgeving twee van de drie terreinen waarop actief beleid gevoerd wordt en moet worden. 4.3. Prioriteit Elke Westerkwartier-gemeente heeft haar beleid vastgelegd in de Nota Jeugdbeleid en continueert haar inspanningen om samenhang en afstemming te bereiken tussen het gemeentelijk jeugdbeleid en de jeugdzorg ongeacht de komst van de Wmo. Dit is van belang gezien het karakter van het gemeentelijk jeugdbeleid, namelijk zorgen voor coördinatie, samenhang en afstemming in de voorliggende voorzieningen vóór de jeugdzorg.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
14
5. Prestatieveld Informatie en advies Dit prestatieveld betreft de gemeentelijke activiteiten die zijn bedoeld om de burger (individueel en collectief) de weg te wijzen in het veld van de maatschappelijke ondersteuning. Het gaat om algemene voorzieningen zoals voldoende informatiepunten (lokale loketten) en om specifieke voorzieningen zoals individueel advies en vraagverheldering. 5.1. Doelstellingen Het ontwikkelen van een infrastructuur voor dienstverlening op de terreinen wonen, welzijn en zorg, laagdrempelig en bereikbaar, die het voor kwetsbare inwoners1 mogelijk maakt zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren. Concreet gaat het om − de ontwikkeling van een Lokaal loket (fysiek, telefonisch en digitaal (INVIS)). − de ontwikkeling van een dekkend systeem van cliëntondersteuning. − strategische samenwerking wonen, welzijn en zorg. Daarnaast is er een sprake van een optioneel doel, namelijk: − de ontwikkeling van één of meerdere dorpsloketten. Het loket zal zowel een fysiek als een telefonisch en digitaal loket zijn. 5.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Westerkwartier: lokaal loket Het huidige programma Gebiedsgericht werken Sociale duurzaamheid 2005 heeft als belangrijk speerpunt de vormgeving van het Lokale loket wonen, welzijn, zorg. Wegens de grote regionale samenhang in informatie, advies en organisaties en instellingen op genoemde beleidsterreinen gaat het om een gemeenschappelijk Westerkwartierproject met de naam ‘De kunst van het verbinden’. Hoewel gemeenschappelijk zal het project als eindresultaat hebben dat elke gemeente een eigen variant van het lokale loket heeft. Qua informatietechnologie zullen de vier loketten gebruikmaken van INVIS (INVIS staat voor INteractief Vraaggestuurd Informatie Systeem). Het CMO (Centrum van Maatschappelijke Ontwikkeling) tekent voor de realisatie van cliëntondersteuning in het loket en de procesbegeleiding bij de uitvoering van het plan van aanpak. Met de realisatie van het loket kan elke gemeente inzetten op het coördineren van nu vaak versnipperde informatie- en adviesfuncties waarbij zij betrokken is, zoals die van de ouderenadviseur, Wvg-consulenten, het algemeen maatschappelijk werk, OGGz, lokaal gezondheidsbeleid, gemeentelijke informatie, jeugden jongerenwerk. Lokaal: lokaal loket Grootegast heeft een apart visiedocument voor het lokaal loket opgesteld. 5.3. Prioriteit Aan dit prestatieveld kennen we hoge prioriteit toe. Door de mogelijkheden tot informatie en advies op maat vormt het een belangrijk instrument om burgers zo lang mogelijk zelfredzaam en zelfstandig te laten blijven. Daarbij kiezen wij voor een groeimodel.
1
Met kwetsbare inwoners worden bedoeld: zelfstandig wonende ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en mensen met een psychiatrische achtergrond.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
15
We zien het bestaande aanbod van het project ‘De kunst van het verbinden’ als een basisfunctie die in de toekomst kan en moet worden uitgebreid naar een breder bereik van informatie- en publieksdiensten. Omdat de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is uitgesteld tot 1 juli 2006 en er daarom nog geen zicht is op de financiële middelen vanuit de Wmo, zal de gemeente mogelijk eerst eigen financiële middelen beschikbaar moeten stellen voor de realisatie van het plan van aanpak (afweging wordt gemaakt bij de begrotingbehandeling 2006). Ondanks uitstel van de invoering van de Wmo zijn de gemeenten in het Westerkwartier drukdoende met het plan van aanpak en ook in gesprek met de partijen in het veld.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
16
6. Prestatieveld Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Dit betreft in de regel algemene, door de gemeente te treffen voorzieningen ter ondersteuning en facilitering van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het is echter ook mogelijk dat we als gemeente in voorkomende gevallen individuele voorzieningen treffen. Mantelzorg bestaat uit langdurige, informele zorg aan een hulp- of zorgvrager door personen uit diens directe omgeving op basis van de onderlinge sociale relatie. Mantelzorg overstijgt de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar en is geen voorliggende voorziening voor professionele zorg. Vrijwilligerswerk omvat georganiseerde en ongeorganiseerde inzet van burgers voor een bepaald maatschappelijk doel. De vrijwilliger levert om niet een bijdrage aan het functioneren van de samenleving en aan het functioneren van anderen daarin. 6.1. Doelstellingen We stellen ons tot doel: − te komen tot informatie over beschikbaar aanbod via het lokale loket; − te komen tot een gestructureerd overleg met de diverse partijen; − te komen tot een sluitend netwerk van organisaties en instellingen; − waar mogelijk en nuttig vrijwilligers en professionals te stimuleren samen te werken en te komen tot ketenzorg. 6.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Westerkwartier: ondersteuning mantelzorg Grootegast, Leek en Marum profiteren van een gezamenlijk steunpunt mantelzorg. De projectperiode loopt op 1 mei 2006 af. Gelden voor deze ondersteuning komen uit de de CVTM-regeling (Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorgondersteuning). Dit is één van de AWBZsubsidieregelingen die overkomen naar de Wmo. We verwachten dat we bij de inwerkingtreding van de Wmo of op zijn laatst op 1 januari 2007 zeggenschap over die gelden krijgen. Lokaal: ondersteuning mantelzorg Leek kent ook een centraal meldpunt vrijwillige thuishulp. Ook Zuidhorn heeft een meldpunt vrijwilligershulp en mantelzorg gefinancierd met incidenteel geld met het oogmerk te komen tot structurele middelen wanneer beschikbaar. Provinciaal: ondersteuning mantelzorg Bovendien is het intergemeentelijke Samenwerkingsverband Wonen, welzijn, zorg aangewezen als proeftuin in het kader van de invoering van de Wmo. Onderwerp is ondersteuning mantelzorg en vrijwilligerswerk. Dat betekent dat extra aandacht zal zijn voor innovatie op dit terrein. Landelijk Medio juni 2005 is de notitie Mantel-zorger in beeld verschenen van het ministerie van VWS. Kernpunt is de versterking van de lokale ondersteuning van de mantelzorg. Daarvoor heeft het rijk aangekondigd met in gang van 2006 vijf miljoen extra toe te voegen van het budget mantelzorg en dat in 2007 te verhogen tot tien miljoen. Hoe de verdeling van de middelen zal plaatsvinden is nog onduidelijk, in de notitie wordt gesproken over ‘toekenning van (een deel van de) extra middelen aan de gemeenten (van vestiging)….’ (pg. 15, bijlage 1 bij de notitie Mantel-zorger in beeld).
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
17
Westerkwartier en lokaal: vrijwilligerswerk Bij het eerste prestatieveld Versterken van de sociale samenhang en leefbaarheid is reeds de inzet van de gemeenten genoemd in het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk. 6.3. Prioriteit Voor de bovenregionaal opererende organisaties die nu actief zijn op dit terrein en de projecten is het belangrijk dat wij voorafgaand aan juli 2006 bepalen wat onze ambities en standpunten zijn. De belangrijkste pijlers onder de Wmo is de zelfzorg door de burger en het gebruik van persoonlijke netwerken en maatschappelijke organisaties ter ondersteuning. Mantelzorg is de meest nabije zorg en de zorg die bij ziekte of blijvende beperkingen meestal het eerst, het meest intensief en langdurig verleend wordt. Wij achten als gemeente dit prestatieveld van groot belang. Wij beogen niet alleen continuering maar wij willen ook onze inspanningen om vorm te geven aan mantelzorgondersteuning intensiveren. Wij nemen aan dat overheveling van de gelden van de CVTM-regeling en de extra gelden van het rijk ons daartoe zonder meer in staat zal stellen.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
18
7. Prestatieveld Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren van gehandicapten en mensen met psychische (psychosociale) problemen; Hier gaat het om algemene maatregelen die ten goede kunnen komen aan iedereen, zonder dat men zich daartoe specifiek tot de gemeente hoeft te wenden. De bedoeling is dat de maatregelen in het voordeel zijn van mensen met beperkingen en met chronische (psychosociale) problemen. Dat anderen daar ook baat bij kunnen hebben, is meegenomen. We koersen op inclusief beleid, kortweg samen te vatten in de stelregel ‘algemeen wat kan, specifiek wat moet’. 7.1. Doelstellingen Als gemeente stellen we ons ten doel dat mensen met lichamelijke en geestelijke beperkingen en mensen met een psychische of een psychosociale stoornis zoveel mogelijk op hun eigen manier en zelf gekozen: − kunnen wonen en leven op een manier die bij hen past; − gebruik kunnen maken van de openbare ruimte; − kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Mits er voldoende financiële middelen zijn om die doelen te realiseren willen wij dat in de gemeente: − er voldoende aangepaste woningen en woningen met zorg zijn; − mantelzorgers en het vrijwilligerswerk worden ondersteund en gefaciliteerd; − openbare gebouwen en gebouwen waar veel mensen komen (waaronder sportaccommodaties), voldoende toegankelijk zijn; − waar het gemeentelijke bevoegdheden raakt wij uitvoering van de Wet gelijke behandeling Gehandicapten en Chronisch Zieken bevorderen. De wet heeft tot strekking dat mensen met een functiebeperking niet mogen worden gediscrimineerd op het gebied van arbeid en beroepsopleiding. Naar verwachting komt wonen daar in 2006 bij. Ook moet het openbaar vervoer op den duur toegankelijk worden gemaakt. 7.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Westerkwartier: ouderenbeleid De Westerkwartier-gemeenten trekken al jaren gezamenlijk op in het vormgeven van het ouderenbeleid. Dat komt ondermeer tot uiting in een gezamenlijke subregiovisie ouderenbeleid. Lokaal: ouderenbeleid Ook per gemeente is er veel aandacht voor het ouderenbeleid. Zo beschikken Grootegast, Leek en Zuidhorn over een recente lokale nota ouderenbeleid en heeft Grootegast ook haar integrale visie vastgelegd op wonen, zorg en welzijn tot 2010. Westerkwartier: integraal beleid kwetsbare groepen De omvorming van de Stuurgroep Regiovisie Ouderenzorg in het Westerkwartier naar het Platform Sociale Structuur Westerkwartier heeft tot doel integraal aandacht te kunnen besteden aan de brede doelgroep ouderen en mensen met verstandelijke, lichamelijke en psychische beperkingen. Lokaal: gehandicaptenbeleid In Leek is het project sociale integratie van mensen met een verstandelijke handicap goed van de grond gekomen. Zuidhorn heeft via haar Nota Beleid voor mensen met een handicap vastgelegd hoe zij mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap zo lang mogelijk zelfstandig wil laten functioneren.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
19
7.3. Prioriteit Wij erkennen dat dit prestatieveld zich leent tot integraal beleid en onze continue aandacht behoeft. Er valt winst te boeken maar wij zijn tevens van mening dat er al veel is bereikt, zoals blijkt uit de beschrijving van ons huidige beleid. De focus heeft daarbij vooral gelegen op invulling van beleid voor ouderen en andere kwetsbare groepen met bijzondere aandacht voor wonen, welzijn en zorg en dat zal onder de Wmo niet veranderen.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
20
8. Prestatieveld Voorzieningen voor gehandicapten en mensen met psychische (psychosociale) problemen. Dit prestatieveld zou aanvullend moeten zijn op het vorige prestatieveld dat zich richt op bevordering van maatschappelijke deelname door mensen met een handicap. Het betreft aan individuen te verlenen voorzieningen die aan hun individuele behoefte zijn aangepast. Het verstrekken van voorzieningen aan individuen beoogt het bevorderen van zelfredzaamheid en van deelname aan het maatschappelijk verkeer. De vorm van de voorziening kan individueel zijn (bijvoorbeeld een rolstoel of een huisaanpassing) maar ook collectief (bijvoorbeeld groepsvervoer of een wooncomplex). De toegang tot een dergelijke voorziening hangt af van de individuele kenmerken van de gehandicapte. De omschrijving van ‘gehandicapte’ is breder dan die in de Wvg en luidt: ‘een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervindt’. Bij AmvB (artikel 4 van de wet) zal door de minister een (beperkt) aantal voorzieningen worden aangewezen die door de gemeente moeten worden verstrekt. De regering denkt thans aan rolstoelen, scootmobielen en huishoudelijke verzorging. Betreffende die voorzieningen heeft de gemeente een zorgplicht. De zorgplicht is van beperkte duur, de regering denkt aan twee jaar. 8.1. Doelstellingen Als gemeente stellen wij ons ten doel aan alle inwoners die dat nodig hebben en er een beroep op doen, voorzieningen te verstrekken die bijdragen aan hun zelfredzaamheid en aan hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. Die voorzieningen worden verstrekt ter compensatie van bij die personen ontbrekende capaciteiten, vaardigheden of mogelijkheden van fysieke of van mentale aard. De doelstelling op het niveau van de betreffende persoon is, het zoveel mogelijk compenseren of opheffen van het ervaren gebrek of tekort met behulp van technische of organisatorische maatregelen en middelen. Wij willen aansluiten bij de uitgangspunten van ons Wvg-beleid waarmee we tenslotte al tien jaar ervaring hebben. Ons uitgangspunt is adequaat, sober en doelmatig. Wij willen zoveel mogelijk door middel van collectieve arrangementen voorzien in de individuele behoeften van mensen. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan groepsvervoer, welzijnsactiviteiten (voorlichting; opvang; ontmoeting; activering; sociale participatie), maaltijdverzorging, klussendienst en alarmering. Waar mogelijk wordt voor het realiseren van dat type voorzieningen een beroep gedaan op de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Daarnaast streven wij naar een laagdrempelige, pragmatische aanpak van de toekenning en de verstrekking van voorzieningen, met zo min mogelijk bureaucratie. Eenvoudige voorzieningen moeten op een eenvoudige manier worden verstrekt. Ingewikkelde zaken moeten zorgvuldig en deskundig worden behandeld. Wij zullen hergebruik van hulpmiddelen overwegen. Het voorzien in huishoudelijke hulp zal in eerste instantie worden uitgevoerd op dezelfde manier als dat nu onder de AWBZ gebeurt. Dat wil zeggen, op indicatie en levering in natura of een persoonsgebonden budget (PGB). Met het oog op de toekomst zullen wij in overleg met betrokkenen werken aan andere oplossingen voor dit vraagstuk.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
21
8.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Elke gemeente, ook die in Westerkwartier, voert sinds 1994 de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg) uit. Tot 1 januari 2005 was elke gemeente bovendien verantwoordelijk voor de uitvoering van de indicatiestelling voor de AWBZ via het Regionaal Indicatieorgaan. Per die datum is de gemeentelijke verantwoordelijkheid overgeheveld naar het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) 8.3. Prioriteit De invulling van dit prestatieveld heeft absolute prioriteit. Het gaat hier om voorzieningen die direct te maken hebben met het dagelijks leven van onze inwoners en waarvan zij afhankelijk zijn. Op dit moment gaat het nog om de Wvg-voorzieningen (wonen, rolstoelen, vervoer). Met de komst van de Wmo verwachten we dat onder de zorgplicht komen te vallen huishoudelijke verzorging, rolstoelen en scootmobielen. De regering heeft zich daar nog niet op vastgelegd en zal daarvoor een aparte AmvB opstellen. Bij de inwerkingtreding van de Wmo zullen wij bovendien de wettelijke bepaalde overgangsregelingen voor de Wvg-voorzieningen en de AWBZ volgen.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
22
9. Prestatieveld Maatschappelijke opvang Dit betreft de activiteiten ten behoeve van personen die door problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en die niet in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Het gaat om: − het tijdelijk bieden van onderdak; − begeleiding; − informatie en advies. Onder de maatschappelijke opvang wordt ook begrepen de vrouwenopvang, speciaal voor vrouwen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met relationele problemen of geweld. Vrouwenopvang wordt wel apart gefinancierd en georganiseerd. 9.1. Doelstelling De gemeente Groningen als centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang werkt met een regiovisie waarin de ketenvisie centraal staat. Daarin zijn doelstellingen: − meer aandacht voor preventie en snelle interventie om een beroep op maatschappelijke of vrouwenopvang te voorkomen − meer aandacht voor nazorg om terugval tegen te gaan. − stichten van kleine woonvoorzieningen in het kader van de nazorg − in de vrouwenopvang verleggen van het het accent verschoven van alleen hulp aan slachtoffers naar signalering en snelle actie in geval van huiselijk geweld, aandacht voor het gezin als systeem en goede nazorg. Ook bevat de regiovisie een afbakening met de OGGz-doelgroep. 9.2. Huidig beleid Westerkwartier: maatschappelijke opvang Op dit terrein wordt al geruime tijd beleid gevoerd op grond van bestaande wetgeving en in goed overleg tussen centrumgemeente Groningen en de gemeenten in de regio. De gemeente Leek is voor dit thema voorwerk aan het verrichten voor de vier gemeenten in het Westerkwartier in overleg met de corporatie Wold&Waard. Dit thema is opgenomen in het concept-convenant wonen. 9.3. Prioriteit De gemeente Groningen is als centrumgemeente verantwoordelijk voor beleid en uitvoering van maatschappelijke opvang. Nadere prioritering in het Westerkwartier zal plaatsvinden na afronding van de oriëntatie op dit thema zoals aangeduid in 9.2.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
23
10. Prestatieveld Openbare Geestelijke gezondheidszorg Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) richt zich op mensen die niet zelf om hulp kunnen of willen vragen, maar deze wel nodig hebben. Het gaat om langdurig zorgafhankelijke mensen die vaak op verschillende leefgebieden met problemen kampen. Zij bevinden zich in een neerwaartse spiraal of dreigen daarin terecht te komen. OGGz vraagt om de gezamenlijke inzet van gemeenten, diverse zorgpartijen en andere maatschappelijke organisaties. 10.1. Doelstellingen Doel van het gemeentelijke OGGz-beleid is beleid te ontwikkelen op het gebied van de OGGz en de regie te voeren. OGGz raakt immers veel gemeentelijke terreinen, waaronder openbare orde en veiligheid, (preventief) jeugdbeleid, ouderenbeleid, onderwijs, welzijnsbeleid, huisvestingsbeleid, algemeen maatschappelijk werk, lokaal gezondheidsbeleid. Gemeentelijke OGGz-taken zijn: − zorgdragen voor het formuleren van een OGGz-beleid als onderdeel van het lokale gezondheidsbeleid (opstellen van een nota volksgezondheid) − vervullen van de regierol in de OGGz, onder andere door het instellen en instandhouden van samenwerkingsverbanden gericht op het organiseren van de uitvoering van OGGz-beleid en het regelen van ketenverantwoordelijkheid − als onderdeel van de regierol met alle betrokken partijen plannen van aanpak opstellen waarin de uitvoering van OGGz-activiteiten en de verantwoordelijkheid daarvoor worden vastgelegd. OGGz-activiteiten zijn: crisisopvang, dak- en thuislozenzorg, 'bemoeizorg', preventie, psychosociale hulpverlening na rampen, sociale kaart, onderlinge consultatie en signalering/beleidsadvisering aan overheden. Bij de uitvoering van deze activiteiten speelt de GGD een belangrijke rol. 10.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Provinciaal: OGGz-beleid Op 5 oktober 2001 hebben 42 partijen, dat wil zeggen alle 25 gemeenten, 13 zorg/hulpverleningsinstellingen, het GGz-Cliëntenplatform Groningen, het Zorgkantoor Groningen en de provincie Groningen, het convenant voor de OGGz in de provincie Groningen ondertekend. Hiermee is een basis gelegd voor de hulpverlening gericht op mensen met complexe problemen en vaak zonder expliciete hulpvraag. Het gaat daarbij niet alleen om mensen die als lastig worden ervaren, maar ook om mensen met ‘stille problematiek’. OGGz-problematiek betreft sociaal kwetsbare mensen die: − Niet of niet voldoende in staat zijn in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien; − Meerdere problemen tegelijkertijd hebben; − Zelf geen (op de reguliere hulpverlening passende) hulpvraag stellen; − Niet de zorg krijgen die ze nodig hebben om zich in de samenleving te handhaven. Doel van het convenant is dat partijen door onderlinge afspraken een integrale aanpak van de problemen en knelpunten op het terrein van de OGGz bereiken. Westerkwartier: OGGz-beleid De gemeente Leek beschikt sinds 2001 over een OGGz-meldpunt/netwerk. De overige gemeenten starten per 1 oktober 2005 met een gemeentelijk OGGz-netwerk. In 2004 hebben de gemeenten Grootegast, Marum en Zuidhorn een onderzoek laten ver-
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
24
richten naar de problematiek in deze gemeenten. Naar aanleiding daarvan hebben genoemde gemeenten gekozen voor aansluiting bij het OGGz-netwerk van Leek. Zij beginnen met een pilot-project van een jaar. Vervolgens zal dit project geëvalueerd worden en met het oog op de WMO zal gekeken worden naar een vervolgtraject. Inzet is bovendien de VNN (Verslavingszorg Noord-Nederland) te betrekken bij het OGGz-netwerk. 10.3 Prioriteit Het prestatieveld OGGz heeft voor de gemeente Grootegast, Marum en Zuidhorn hoge prioriteit om per 1 oktober 2005 te kunnen beginnen. De gemeente Leek heeft al veel geïnvesteerd in het OGGz-netwerk, heeft daar goede resultaten mee geboekt en zal het ingezette beleid continueren.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
25
11. Prestatieveld Verslavingsbeleid Dit betreft de activiteiten die zich enerzijds richten op de verslaafde en anderzijds op het tegengaan van de effecten van de verslaving en de verslaafde op anderen, door: − ambulante hulpverlening aan verslaafden gericht op verslavingsproblemen en op preventie van verslavingsproblemen; − bestrijding van overlast door verslaving. 11.1 Doelstellingen Als samenleving zien we ons voortdurend geconfronteerd met de sociale en maatschappelijke gevolgen van problematisch drugsgebruik en overmatig alcoholgebruik. We zien criminaliteit, hoge kosten in de gezondheidszorg, huiselijk geweld, echtscheidingen, arbeidsverzuim, verkeersongevallen en uitgaansoverlast. De oorzaken van problematisch gebruik van drugs en genotmiddelen liggen ondermeer in de opvoedingssituatie (opvoeders en omgeving), experimenteergedrag, onvrede, groepsdruk en aanleg. Als doelstellingen voor verslavingsbeleid streven we naar: − voorkomen of beperken van gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen die voortvloeien uit het gebruik van alcohol en drugs; − meer aandacht voor preventie, in het bijzonder bij de jeugd; − voorrang voor alcoholproblematiek, onder meer door verbetering van signalering en vroeginterventie; − zorgdragen voor een sluitend aanbod van maatregelen primair gericht op herstel en, wanneer dat niet mogelijk, het bieden van opvang. 11.2. Huidig beleid Provinciaal: verslavingsbeleid De gemeente Groningen is als centrumgemeente voor verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang verantwoordelijk voor het verslavingsbeleid in de provincie Groningen. Uitvoering van verslavingsbeleid is niet alleen een taak voor instellingen van verslavingszorg. Zij vereist een integrale aanpak vanuit verschillende terreinen waaronder zorg, jeugdbeleid, onderwijs. Als 25 gemeenten in de provincie Groningen zullen we moeten samenwerken om beleid en uitvoering te kunnen bepalen. GGD-Groningen en VNN vervullen een belangrijke functie met betrekking tot verslavings-beleid, met name als het om preventie gaat. Verslavingsbeleid is een onderdeel van openbaar gezondheidsbeleid en een verantwoordelijkheid van gemeenten. Op 13 mei 2004 zijn Ambulante Verslavingszorg Groningen (AVG), het CAD Drenthe en de Dr. Kuno van Dijk Stichting samen gegaan in Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). VNN adviseert gemeenten bij een preventieve aanpak van verslavingsproblemen bij jongeren. Door middel van een quick scan wordt een actueel beeld verkregen over het gebruik van uitgaansdrugs en nieuwe trends in het gebruik onder jongeren. Lokaal: verslavingsbeleid De gemeente Leek richt zich vooral op voorlichting met het oogmerk van preventie. Sinds enige tijd houdt een medewerker van VNN (Verslavingszorg Noord-Nederland) een spreekuur in de gemeente waar iedereen terecht kan met vragen over alcohol en drugs. 11.3. Prioriteit Verslavingsbeleid kent voor de Westerkwartiergemeenten geen hoge prioriteit.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
26
12. Prestatieveld Aangepast wonen en wonen met zorg De behoefte aan aangepast wonen en wonen met zorg zal in de komende decennia toenemen, ook in onze gemeente, als gevolg van: − de vergrijzing en de dubbele vergrijzing; − de extramuralisering in de AWBZ-sector van de verzorgingshuizen en de verpleeghuizen, van de gehandicaptensector en van de geestelijke gezondheidszorg. Wij verwachten dat het scheiden van wonen en zorg voort zal gaan en dat mensen ondanks toenemende beperkingen en verzorgingsbehoefte steeds vaker zorg thuis geleverd zullen krijgen. Voor een deel van die mensen zullen aangepaste woningen en zorgsteunpunten in de wijken nodig zijn. Goed en adequaat wonen vormt de eerste voorwaarde om mensen in staat te stellen ook bij afnemende fysieke mogelijkheden zo lang mogelijk zelfredzaam en zelfstandig te blijven. Het opnemen van aangepast wonen en wonen met zorg in deze visienota betekent de voortzetting van door ons reeds in gang gezet beleid tot een integralere benadering van wonen, welzijn en zorg. 12.1. Doelstellingen Wij streven ernaar − dat in onze gemeente tenminste plaats is voor de senioren, inclusief de senioren van zeer hoge leeftijd, die in onze gemeenten wonen of komen wonen. − om tenminste voldoende gelegenheid voor aangepast, beschermd en verzorgd wonen te realiseren voor onze eigen burgers met gebreken, handicaps en psychische en psychosociale stoornissen. Het is moeilijk op grond van landelijke cijfers prognoses te maken voor de behoefte aan aangepast en verzorgd wonen in onze gemeente. Maken wij de landelijke cijfers2 een beetje hanteerbaar voor onze gemeente dan komt het er op neer − dat wij tot 2015 per 10.000 inwoners circa 200 aangepaste woningen waarvan 1/3 met zorg moeten realiseren. Maar per gemeente kunnen die cijfers verschillend liggen. Nadere studie moet hieraan richting geven via de pilot Wonen met zorg Regiovisie Groningen – Assen 2030 (zie § 12.2). − dat zulke woningen moeten worden gerealiseerd via nieuwbouw en verbouw en door het inrichten van steunpunten van waaruit verpleging, verzorging, ondersteuning en begeleiding kunnen plaatsvinden. − dat daarnaast ook de nabijheid van voorzieningen zoals winkels, een activiteitencentrum of andere ontmoetingsplaatsen van belang is. 12.2. Huidig beleid en huidige activiteiten Westerkwartier: wonen met zorg Al jaren lang houdt het wonen door senioren de Westerkwartier-gemeenten bezig. Als doelgroep van beleid worden senioren genoemd in het Woonplan. Ook houden gemeenten samen met de corporaties Wold&Waard en Vredewold vinger aan de pols door via gemeenschappelijk woningmarkt-onderzoek zicht te houden op de ontwikkelingen op de regionale woningmarkt.
2
Volgens minister Dekker (VROM) en staatssecretaris Ross (VWS) moeten landelijk tot 2010 circa 250.000 en tot 2015 circa 400.000 aangepaste woningen waarvan circa 1/3 met zorg worden bijgebouwd. Voor de provincie Groningen gaat het om 5200 en 10700 woningen in 2010 respectievelijk 2015.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
27
Lokaal: wonen met zorg Elke gemeente heeft in een convenant afspraken vastgelegd over de inspanningen door corporaties en gemeente bij herstructurering. De gemeente Grootegast in haar eerder vermelde visiedocument Wonen, zorg en welzijn een samenhangende visie op wonen met zorg neergelegd tot 2010. De via Werken aan Wensen verzamelde wensen van inwoners van de diverse kernen zijn daarin meegenomen. Zij is nu bezig met een haalbaarheidsonderzoek naar woonzorgzones in de dorpen Grootegast en Niekerk. Hierbij zal een zorg-conglomoraat van verpleegunits, zorgwoningen ontstaan (eventueel aangevuld met huisartsen, fysiotherapeuten en jeugdgezondheidszorg). Samen met Stichting Ouderenvoorzieningen Leek is de gemeente Leek bezig met diverse woonzorgontwikkelingen rond het verzorgingshuis Vredewold. Marum heeft plannen om een woonzorgzone te realiseren in Marum tussen het (vernieuwde) zorgcentrum "De Hoorn" en het nieuwe winkelconcentratiegebied. Zuidhorn kent geen breed visiedocument. Wel is de gemeente Zuidhorn bezig met de ontwikkeling van een zone voor het centrum en de Oostrand nabij het nieuwe woonzorgcentrum en voor de kernen Grijpskerk en Oldehove. Daarnaast wil de gemeente toe naar steunpunten. Provinciaal: quick scan wonen met zorg In samenwerking met de gemeenten heeft de provincie een quick scan uitgevoerd naar de knelpunten die diverse partijen, waaronder de gemeenten, de corporaties, de welzijnsinstellingen en de zorgaanbieders ervaren op het gebied van wonen met zorg. Naast een groot aantal knelpunten en kennishiaten die de partijen signaleren in het proces van samenwerking hechten de gemeenten groot belang aan nader onderzoek naar de opgave wonen met zorg voor ouderen en andere kwetsbare groepen. Regiovisiegebied Groningen – Assen 2030: pilot wonen met zorg Aansluitend op de resultaten van de quick scan beogen alle gemeenten in het Regiovisiegebied Groningen – Assen 2030 samen met de gemeenten Grootegast en Marum afstemming en samenwerking inzake wonen met zorg. Daarom zullen zij een pilot Wonen met zorg starten gefaciliteerd door de ministeries VROM en VWS. Naast genoemd onderzoek naar de opgave wonen met zorg maken van de pilot deel uit vertaling van onderzoeksresultaten in strategisch beleid en mogelijk een experiment. Lokaal: bevordering van toegankelijkheid Grootegast schenkt aandacht aan het aspect van toegankelijkheid in een Leefbaarheidsplan dorpskern. In de gemeente Leek functioneert hete Platform gehandicapten. Het Platform besteedt structureel aandacht aan de toegankelijkheid in de meest brede zin van het woord. Zuidhorn heeft in 2002 een Plan van Aanpak opgesteld voor de bevordering van de toegankelijkheid van de bebouwde en de te bebouwen omgeving, en dan primair de gebouwen met een publieke functie of nauw gelieerd aan de gemeente. 12.3. Prioriteit Wonen en maatschappelijke ondersteuning raken steeds meer met elkaar verbonden. Wij onderschrijven de stelling dat een adequate woonsituatie ook bij afnemende fysieke mogelijkheden het behoud van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid vergemakkelijkt en een voortijdig beroep op maatschappelijke ondersteuning kan voorkomen. Nieuwbouw en herstructurering op grote schaal doen zich in onze gemeenten niet voor. Juist daarom is het van groot belang continue aandacht te schenken aan het wonen door (toekomstige) kwetsbare groepen en zetten wij het in gang gezette beleid voort.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
28
13. Financiën Ten tijde van het schrijven van deze nota (september 2005) is het niet mogelijk voor elke gemeente een overzicht op te stellen van de financiën die beschikbaar komen voor de uitvoering van nieuwe taken. Wat weten we op dit moment wel? 13.1. Landelijke cijfers en financiële randvoorwaarden Geschatte landelijke bedragen Vanaf het verschijnen van de contourenbrief over de Wmo op 23 april 2004 rekenen we met een aantal landelijke cijfers. Het gaat om schattingen van landelijke bedragen die voor de uitvoering van de Wmo reeds beschikbaar zijn dan wel beschikbaar moeten komen: € 3 miljard wordt nu besteed aan welzijn, en zit al in het Gemeentefonds € 1 miljard wordt besteed aan de Wvg en zit al in het Gemeentefonds € 1 miljard wordt besteed aan huishoudelijke verzorging € 250 miljoen aan AWBZ-subsidieregelingen zal worden overgeheveld3 € p.m. financiering OGGZ-beleid4 € 45 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor implementatiekosten (toezegging). Financiële randvoorwaarden Op 14 maart 2005 hebben VWS en VNG overeenstemming bereikt over de financiële randvoorwaarden voor de Wmo. De belangrijkste staan hieronder genoemd: − De indexering van de nieuwe middelen wordt gebaseerd op het aantal extramurale 75-plussers, mogelijke andere inhoudelijke indicatoren en een adequate prijsindex. − Een onafhankelijke derde adviseert elk jaar op grond van de realisatie van het afgelopen jaar over de hoogte van het macro-budget voor het volgende jaar. Er vindt geen nacalculatie plaats. Het CPB zal deze rol van onafhankelijke derde invullen. − De raming van het macro-budget houdt rekening met ontwikkeling van de doelgroepen ( o.a. de dubbele vergrijzing) en met de gevolgen van het rijksbeleid ( o.a. de extramuralisering). − Financieringswijze: de middelen voor nieuwe taken worden verdeeld middels een integratieuitkering. De overgang van de integratieuitkering naar de algemene uitkering duurt 20 jaar. − Wanneer de middelen eenmaal deel uitmaken van de algemene uitkering, kennen zij een apart verdeelmodel, een eigen indexeringssystematiek en een eigen systeem voor ijking (onafhankelijke derde, zie boven). − Hoogte macro-budget: overheveling geschiedt "schoon aan de haak". Cijfers over realisatie 2005, met indexatie, dienen als basis voor het over te hevelen bedrag in 2006. − De verdeling van de middelen in de integratie-uitkering geschiedt in 2006 op historische grondslag. Daarna wordt geleidelijk toegegroeid naar een verdeling volgens het objectieve verdeelmodel.
3
waarvan € 22 miljoen CVTM-regeling =Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorgondersteuning, te verhogen met € 5 miljoen in 2006 en € 10 miljoen in 2007
4
Het kabinet heeft besloten om in het kader van het plan van aanpak verloedering en overlast 2005 – 2007 AWBZ-middelen voor de OGGz en middelen uit de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (Wcpv) over te hevelen naar de Wmo. Dat bedrag moet nog berekend worden.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
29
− Middelen voor dure Wvg-woningaanpassingen worden de eerste 2 jaar gebruikt om lopende declaraties te voldoen. Het restant wordt verdeeld volgens een objectief verdeelmodel. − Voor de eenmalige invoeringskosten komt € 45 miljoen beschikbaar. − Uitvoeringskosten: vertrekpunt zijn de vrijvallende kosten in de huidige uitvoeringsstructuur (AWBZ/rijk). Onafhankelijk onderzoek onder gemeenten moet vervolgens uitwijzen "wat nodig is voor een doelmatige uitvoering van de Wmo", op basis waarvan macro verrekening zal plaatsvinden. − In dit bedrag is niet begrepen de kosten die het Rijk maakt voor de WMO pilots. 13.2. AWBZ-subsidieregelingen AWBZ-subsidieregelingen die zullen worden overgedragen aan de gemeenten zijn: − Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ); − Zorgvernieuwing GGZ; − Coordinatie Vrijwillige Thuiszorg en mantelzorg (CVTM) exclusief palliatieve zorg (= zorg voor terminale cliënten); − Diensten bij wonen met zorg. Deze 4 subsidieregelingen worden als eerste fase overgedragen naar de gemeenten. De 2 onderstaande AWBZ-subsidieregelingen volgen in een latere fase: − Aanpassingen ADL clusters; − MEE-organisaties en integrale vroeghulp. Een aantal scenario’s is denkbaar, maar het meest voor handliggend lijkt dat in materieel opzicht de gemeenten op zijn vroegst vanaf 1 januari 2007 de overgedragen financiële middelen vrij zullen kunnen inzetten voor het door hen gewenste beleid. Over de overdracht van de AWBZ-regelingen heeft het projectbureau WWZ in mei 2005 een notitie opgesteld, met in de bijlage de overzichten van subsidies die het Zorgkantoor Groningen in 2004 heeft toegekend. In deze notitie worden de 2 AWBZsubsidieregelingen (ADL-clusters; MEE-organisaties) die op een later moment zullen worden overgedragen buiten beschouwing gelaten. 13.3. Provinciale cijfers Alleen voor de over te dragen AWBZ-subsidieregelingen is een overzicht op provinciaal niveau te geven van de bedragen die het Zorgkantoor als beherend orgaan toegezegd/toegekend heeft als subsidies. Het gaat om: Regeling OGGz Zorgvernieuwing GGZ CVTM Diensten bij wonen met zorg * **
Besteed in Beschikbaar in Ingediend 2004 2004 voor 2005 € 67.499 € 221.000 Jan Kruit € 174.775 geen gegevens over *€ 483.555 **€ 500.000 € 922.370 € 1.844.741
exclusief subsidie voor palliatieve (=terminale) zorg € 500.000 voor projecten en provinciale stuurgroep; € 250.000 vanuit gemeentelijke middelen voor ondersteuningsstructuur in eigen gemeente of regio
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
30
13.4. Lokale cijfers Er zijn nog geen financiële gegevens op lokaal niveau beschikbaar behalve een overzicht van begrote bedragen voor huidig beleid opgenomen in de eigen gemeentebegroting. Deze zijn eventueel opnieuw te ordenen per prestatieveld. Verder zijn eventueel te gebruiken de door het Zorgkantoor geschatte bedragen voor de enkelvoudige huishoudelijke verzorging zoals die nu wordt verstrekt. Voor de invoeringskosten van de Wmo staat een bedrag van 45 miljoen euro gereserveerd. Toch bevat de meicirculaire niet de gehoopte verdeelsleutel. Het ministerie van Binnenlandse Zaken deelt mee dat dat niet kan omdat de wet niet op 1 januari 2006 ingaat. Daarom zijn per die datum ook nog geen financiële consequenties aan de orde. Mogelijk biedt de septembercirculaire meer informatie. Consequentie kan zijn dat voor activiteiten die in 2006 tot uitvoering komen, (incidenteel) eigen middelen beschikbaar moeten worden gesteld. 13.5. Aangepast wonen en wonen met zorg Zodra de visienota is vastgesteld en er inzicht is in de toekomstige vraag openen wij het overleg met relevante vertegenwoordigers uit de vastgoedwereld, de zorgaanbieders en het zorgkantoor over het afsluiten van convenanten betreffende bouw- en verbouwprojecten. Het is de bedoeling dat op die manier voldoende gewone woningen, aangepaste woningen en woningen met zorg worden gerealiseerd, in samenhang met noodzakelijke infrastructurele en commerciële voorzieningen. Indien en voorzover nodig en mogelijk zullen wij als gemeente voor het realiseren van bepaalde behoeften of wensen, financieel bijspringen. Als dat aan de orde is gebeurt dat via concrete bouwplannen, begrotingen en bijbehorende dekkingsvoorstellen.
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
31
GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN Afspraak is dat niets wordt gedaan wat al gedaan is. Bij de opstelling van de nota is daarom gebruik gemaakt van: − Beleidsinventarisatie Wonen, welzijn, zorg RCG waarbij de schematische overzichten van vastgelegd beleid wonen, welzijn, zorg omgezet zijn in vastgelegd beleid Wonen en prestatievelden WMO en opgenomen in Bijlage 3 van onderhavige nota − Presentatie Werkgroep Wonen/Welzijn/Zorg Westerkwartier d.d. 4 februari 2005 − Visiedocument wonen, zorg, en welzijn gemeente Grootegast 2004 - 2010 − Stappenplan WMO Grootegast, mei 2005 − Notitie ‘Wonen, welzijn en zorg in het Westerkwartier’ van Woonzorgcentra Westerkwartier en Thuiszorg Groningen, maart 2005 − Concept-Rapportage Quick scan Wonen met zorg, provincie Groningen, juni 2005 − Voorstel Pilot wonen en zorg Regiovisiegebied Groningen – Assen 2030, mei 2005 − Concept visienota Maatschappelijke Ondersteuning Wonen, Welzijn en Zorg gemeente Veurdewind, projectbureau WWZ, maart 2005 − Plan van Aanpak Lokaal loket (INVIS, projectbureau WWZ en CMO), Gebiedsprogramma Samen werken aan sociale duurzaamheid 2005 – 2008 − Inventarisatie subsidieregelingen, projectbureau WWZ, mei 2005 − Notitie overheveling huishoudelijke verzorging, projectbureau WWZ, juni 2005
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
32
AFKORTINGENLIJST/VERKLARENDE WOORDENLIJST ADL Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (persoonlijke verzorging) AMvB Algemene Maatregel van Bestuur AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg CMO Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling CPB Centraal Planbureau CVTM Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorgondersteuning INVIS INteractief Vraaggestuurd Informatie Systeem JGZ Jeugdgezondheidszorg MEE-organisatie een onafhankelijke organisatie die informatie, advies en ondersteuning biedt aan mensen met een beperking OGGz Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Palliatieve zorg Terminale zorg PGB PersoonsGebonden Budget VIZ Vrijwillige Inzet Zuidhorn VNN Verslavingszorg Noord-Nederland VROM (ministerie van ) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu VWS (ministerie van ) Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wvg Wet Voorzieningen Gehandicapten WWZ Wonen, Welzijn, Zorg
concept Visienota Wmo-WWZ, Westerkwartier, versie 24 augustus 2005
33