Titel project
NOVIA, een nieuwe weg van vmbo naar mbo
Aanvrager
IA04029
Contactpersoon
D. van Bennekom
Begin- en einddatum van het project
01-04-2005 tot 15-03-2008
A. Uitgangspunten voor project 1. Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie die wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen Met ‘NOVIA’ willen de samenwerkende partners de volgende problemen aanpakken: 1. het te lage rendement en de te hoge voortijdige schooluitval binnen het onderwijs in de beroepskolom. Deze voortijdige schooluitval heeft een meerledig karakter: een grote groep leerlingen stroomt voortijdig uit het vmbo en stroomt niet door naar het ROC om een startkwalificatie te behalen. Bovendien is er een groep vmbo-leerlingen die gediplomeerd het vmbo verlaat, maar bij de overstap naar het mbo uit beeld raakt. En er is een groep leerlingen die ongekwalificeerd uitstroomt uit het mbo. 2. de onbekendheid met de mogelijkheden van het onderwijs in de beroepskolom ten opzichte van onderwijs in de avo/vwo-route; 3. de teruglopende belangstelling voor vmbo en de ongelijke populariteit van de verschillende leerwegen daarbinnen: de theoretische leerweg krijgt meer aanmeldingen, terwijl de aanmeldingen voor de kaderberoepsgerichte leerweg dalen; 4. een groeiend aantal zorg- en risicoleerlingen (waaronder een toenemend aantal leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs) in het vmbo; 5. de negatieve publiciteit rondom / het negatieve imago van het vmbo-onderwijs en de eenzijdige profilering in de beeldvorming op de onderkant. Bovengenoemde problemen doen zich voor op alle vmbo-scholen van de samenwerkende partners in NOVIA en op het ROC Nijmegen. De problemen komen bovendien voor in alle sectoren van de betrokken vmbo-scholen en ROC Nijmegen, namelijk: techniek, zorg en welzijn en economie.
2. Beschrijf de doelen specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden. Omschrijf het draagvlak voor de doelen binnen het samenwerkingverband. Beschrijf de doelen / het doel van het project Met NOVIA willen de samenwerkende partners de volgende doelen bereiken: 1. Verlaging van de voortijdige schooluitval en verhoging van het rendement van het onderwijs in de beroepskolom Specifiek: dit betekent dat: a. meer vmbo-leerlingen een diploma moeten behalen in het vmbo b. minder gediplomeerde vmbo-leerlingen bij de overstap van vmbo naar mbo buiten beeld mogen raken c. meer mbo-leerlingen een startkwalificatie moeten behalen. Meetbaar: De samenwerkende partners willen bereiken dat alle genoemde vormen van voortijdige schooluitval dalen. Realisatie hiervan zal door de samenwerkende partners worden 1
beschouwd als een signaal dat de innovaties die worden ontwikkeld in het kader van NOVIA werken. In de komende maanden zullen – mede in het kader van de vraagstelling van de staatssecretaris in het kader van transparante regionale ambities met betrekking tot aanval op de uitval (koers BVE) – de ambities worden geoperationaliseerd. 2. Verbetering van het imago van de route vmbo – mbo richting hbo (i.c. de beroepskolom) ten opzichte van het imago van de avo/vwo-route Specifiek: Dit betekent dat leerlingen, ouders, basisscholen en intermediairs een gelijk positief oordeel hebben over de mogelijkheden van de route in de beroepskolom als van de avo/vwo route. Meetbaar: Realisatie van dit doel zal door de samenwerkende partners worden beschouwd als een signaal dat de innovaties die worden ontwikkeld in het kader van NOVIA werken. In de komende maanden zal – zo mogelijk in samenwerking met studenten van hbo en mbo – een onderzoeksproject worden opgezet teneinde de beginsituatie in kaart te brengen en de wijzingen te monitoren. 3. Verhoging van de belangstelling voor beroepsonderwijs (zie lid 2) en versterking van de populariteit van alle leerwegen daarbinnen Specifiek: Dit betekent dat de populariteit van de gemengde en de kaderberoepsgerichte leerweg zal worden versterkt. Meetbaar: Het is de ambitie om − Leerlingen in de theoretische leerweg tevens een beroepsgericht vak te laten volgen en de aantallen leerlingen in de gemengde leerweg te laten stijgen. − Het aantal leerlingen in de kaderberoepsgericht leerweg te laten stijgen. Uitgedrukt in percentages volgde in schooljaar 2003-2004 37,18 % van alle 3e- en 4e-jaars vmbo-leerlingen onderwijs in de theoretische leerweg, 1,55 % onderwijs in de gemengde leerweg en 24,64 % onderwijs in de kaderberoepsgerichte leerweg (en 37,18 % onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg). Realisatie van dit doel zal door de samenwerkende partners worden beschouwd als een signaal dat de gekozen maatregelen werken. Het project NOVIA is onderdeel van een breed strategisch samenwerkingsverband. De bovenomschreven doelen worden in het project NOVIA door middel van verschillende subprojecten nagestreefd. In het kader van het onderhavige projectplan zijn de volgende subprojecten van belang: “Programma Arrangement Leerwegen” – PAL (doorlopende leerroutes), “FC Nijmegen” (bovenschoolse risicovoorziening) en de”Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt” (lokaal beleidsplatform)
3. Thema’s van het project Het project is gericht op versterking van de relatie onderwijs – bedrijfsleven: verbetering van rendement van het beroepsonderwijs verhoging van de kwaliteit en professionaliteit van de output innovatie van pedagogiek en didactiek
Ja
Nee
4. Beschrijf de samenstelling, inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband
2
Naam partner samenwerkingsverband Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs (waaronder ressorterend het Maaswaal College)
Omschrijving inhoudelijke inbreng
Omschrijving deskundigheid
Docenten van de vier leerwegen uit het vmbo zullen participeren in ontwikkelgroepen ten behoeve van het bedenken, voorbereiden, uitvoeren en evalueren experimenten en pilots.
Docenten zijn deskundig in pedagogisch-didactische vaardigheden, theoretische kennis en praktische vaardigheden op hun vakgebied, ontwikkelingen binnen hun sector, leerlingbegeleiding, portfolio. Docenten die leidinggeven aan een ontwikkelgroep beschikken tevens over de hiertoe benodigde vaardigheden.
Schoolleiders participeren in de projectgroep van NOVIA. werkzaamheden van de ontwikkelgroepen op elkaar af te stemmen. Op hun eigen school c.q. binnen hun eigen sector fungeren ze als aanjagers van de experimenten en pilots en dragen ze de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie van deze experimenten/pilots.
Stichting Scholengroep Rijk van Nijmegen Stichting Voortgezet Montessori Onderwijs ROC Nijmegen
Bestuursmanagement participeert in de stuurgroep. De stuurgroep vormt samen met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven Nijmeegse Raad voor het Beroeponderwijs en Arbeidsmarkt. Idem Idem
Schoolleiders beschikken over het benodigde onderwijskundige leiderschap om de beoogde innovaties breed te kunnen invoeren binnen hun scholen. Leden bestuursmanagement beschikken over bestuurlijke en beleidsvormende deskundigheid.
Idem Idem
Docenten uit de 3 sectoren van het Docenten zijn deskundig in ROC zullen participeren in pedagogisch-didactische ontwikkelgroepen. vaardigheden, theoretische kennis en praktische Sectordirecteuren en/of vaardigheden op hun teamleiders participeren in de vakgebied, ontwikkelingen projectgroep van NOVIA. binnen hun sector, werkzaamheden van de leerlingbegeleiding, portfolio. ontwikkelgroepen op elkaar af te Docenten die leidinggeven aan stemmen. Op hun eigen school een ontwikkelgroep beschikken c.q. binnen hun eigen sector tevens over de hiertoe fungeren ze als aanjagers van de benodigde vaardigheden. experimenten en pilots en dragen ze de verantwoordelijkheid voor Schoolleiders beschikken over voorbereiding, uitvoering en het benodigde onderwijskundige evaluatie van deze leiderschap om de beoogde experimenten/pilots. innovaties breed te kunnen invoeren binnen hun scholen. De voorzitter van het CvB De CvB-voorzitter en de beide participeert tezamen met twee sectordirecteuren in de stuurgroep. sectordirecteuren beschikken over bestuurlijke en De stuurgroep vormt samen met beleidsvormende vertegenwoordigers uit bedrijfsleven Nijmeegse Raad voor deskundigheid. het Beroeponderwijs en Arbeidsmarkt 3
Bedrijven
De medewerkers van de bedrijven participeren in de ontwikkelgroepen, denken mee over de opzet en inrichting van de experimenten en pilots. Zij nemen deel aan werkconferenties, organiseren bedrijfsbezoeken en (helpen bij het) ontwikkelen van praktijkopdrachten. Zij helpen mee aan experimenten waarin het ontwikkelde wordt uitgetest en begeleiden en leiden leerlingen op in de praktijk en werken mee aan de evaluatie. Vertegenwoordigers uit bedrijfsleven vormen samen met stuurgroep de Nijmeegse Raad voor het Beroepsonderwijs.
De medewerkers zijn experts in hun vakgebied, zijn ervaren leermeesters en zijn uitstekend op de hoogte van de ontwikkelingen binnen hun vakgebied en branche. Ze hebben inzicht in de toepasbaarheid van innovaties in opleidingsmogelijkheden van het bedrijfsleven. Ze beschikken over bestuurlijke en beleidsvormende deskundigheid
5. Beschrijf de innovatie in het project Beschrijf de innovatie in het project: De samenwerkende partners willen met NOVIA de volgende innovatie(s) bereiken: 1. Creëren van doorlopende leerroutes Voor de vier leerwegen uit het vmbo zullen voor de sectoren techniek, zorg en welzijn en economie doorlopende leerroutes naar het mbo worden ontwikkeld. Deze leerroutes worden ontwikkeld door docententeams uit vmbo en mbo. De teams worden gezamenlijk verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een doorlopend programma van vmbo tot en met het moment van kwalificatie in het mbo. Hierdoor wordt tevens een meer eenduidige aanpak en (sociaal-emotionele) begeleiding van leerlingen mogelijk (integrale leerlingbegeleiding) als doorlopende lijn van vmbo naar ROC. Door de huidige bestaande (grote) verschillen hierin haken nogal wat leerlingen af in het mbo. Deze leerroutes gelden – met respect voor de eigenheid van de school – voor alle vmbo-scholen en alle mbo-opleidingen van de samenwerkende partners. In principe behalen vmbo-leerlingen hun diploma binnen het vmbo. Waar dit niet mogelijk blijkt, krijgen leerlingen de mogelijkheid hun vmbo-diploma te behalen in het mbo. 2. Ontwikkelen van een methode voor doorlopende leerlingbegeleiding Dit behelst drie invalshoeken: a. Een systeem voor studie- en beroepskeuzevoorlichting. Doel is ervoor te zorgen dat leerlingen een duidelijk beroepsbeeld kunnen ontwikkelen. Zoals bekend is dit een belangrijke voorwaarde / indicator dat leerlingen gemotiveerd zijn om een startkwalificatie te behalen. De methode sluit aan bij / borduurt voort op de resultaten van het project Leersaam. b. Een doorlopende zorglijn, waarin de in vmbo en mbo gehanteerde zorgstructuur en leerlingbegeleiding op elkaar zijn afgestemd. Het gaat hier onder andere om het inregelen van de zogenoemde warme overdracht opdat in het mbo een adequate begeleiding van zorgleerlingen kan worden voortgezet. c. Een systeem voor specifieke opvang en begeleiding van leerlingen die in het regulier onderwijs en met de geboden reguliere zorg niet tot het behalen van een kwalificatie in staat zijn. Voor deze leerlingen voor wie verder gaande vormen van begeleiding nodig zijn, wordt de FC Nijmegen ontwikkeld. Dit is een bovenschoolse, Nijmegen brede voorziening waar risicoleerlingen (tijdelijk) kunnen worden opgevangen, onderwijs kunnen volgen met routes richting diplomering vmbo bbl-kbl c.q. niveau 1 4
mbo arbeidsmarktgerichte assistentenkwalificatie inclusief plaatsing en begeleiding op de arbeidsmarkt. Het gaat om individuele trajecten, die in groepsverband vorm krijgen. In het programma zal aandacht zijn voor sociaal-emotionele groei, sociale vaardigheden, identiteitsontwikkeling en dergelijke. Maatschappelijke oriëntatie en buitenschools leren zijn vaste onderdelen van de leerroutes. Praktisch leren, leren door doen met ondersteunende theorie, projectonderwijs, leren op afstand, werkplaats- en studiehuisachtige leeromgevingen en het gebruik van individuele opleidingsplannen kenmerken de werkwijze. Leerlingen worden bij dit alles terzijde gestaan door een eigen coach en een mentor vanuit het bedrijfsleven voor de arbeidsmarkt gerelateerde trajecten. 3. Ontwikkelen van een nieuwe didactiek en pedagogiek voor het (voorbereidend) beroepsonderwijs in vmbo en mbo Voor alle leerroutes geldt dat het onderwijs wordt gegeven m.b.v. realistische praktijkopdrachten vanuit bedrijven. Het onderwijsprogramma binnen de leerroutes wordt toegesneden op de beroepspraktijk waarvoor leerlingen worden opgeleid. Theorie volgt praktijk. Het doel is een inspirerende didactiek en pedagogiek te ontwikkelen waarin de beroepspraktijk/-context leidend is. Het geheel zal worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. De pedagogiek en didactiek zullen nauw aansluiten bij de principes van Natuurlijk Leren. Waar mogelijk worden gelegenheden voor flexibele examinering benut. 4. Het ontwikkelen van een platform voor regionaal bestuurlijk draagvlak ten aanzien van de beroepskolom in de vorm van een Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt. Hierin vindt structureel afstemming plaats tussen vertegenwoordigers van de arbeidsmarkt, de lokale en regionale overheid en het beroepsonderwijs. Overzicht van projecten in de basis- en breedte strategie binnen het samenwerkingsverband: Naam partner Naam project Korte omschrijving Basis Breedte strategie strategie Platform VMBO – BVE Leersaam Er zijn diverse (waarin opgenomen alle deelprojecten, gericht op vmbo scholen, ROC de verbetering van de Nijmegen, AOC Helicon en aansluiting vmbo – mbo. de vakopleidingsinstituten De projecten zijn onder BORN en Metaal te verdelen in de volgende categorieën: doorlopende leerlijnen; loopbaanontwikkeling (inclusief portfolio); kenniskringen docenten; gezamenlijke voorlichting Samenwerkende scholen Centrum voor opvang Creëren van een voor V.O. in het kader van en onderwijs (COO) bovenschoolse het samenwerkingsverband voorziening voor VO Nijmegen risicoleerlingen V.O Montessori College en ROC ICT leerroute VMBO Experiment binnen de Nijmegen vmbo gemengde leerweg en doorstroming naar mbo Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op vergelijkbare innovatieve projecten?
Ja
Nee
Zo ja, omschrijf de wijze van oriëntatie de resultaten van de oriëntatie hoe gebruik is gemaakt van deze resultaten en waarin het eigen project onderscheidend is.
5
Het samenwerkingsverband heeft kennis van de Nijmeegse projecten Co-innovators en I CliCQ. Daarnaast is kennis genomen in landelijke overlegsituaties en via informatie van andere innovatiearrangementen. NOVIA onderscheidt zich van de andere initiatieven door de brede aanpak op meerdere terreinen. Verwacht wordt dat van andere projecten wel geleerd kan worden bij onderdelen van NOVIA (zie punt 9, evaluatie)
Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken. Uitgaande van de in het projectplan geformuleerde doelen vormen pilots en experimenten de twee hoofdstromen in NOVIA. De pilots moeten de voorlopers worden van de wijze waarop de doorlopende leerlijn vmbo-mbo in de nabije toekomst in de regio Nijmegen wordt vormgegeven, zodanig dat de in NOVIA geformuleerde doelen worden bereikt. Leeromgeving, wijze van leren en leerinhouden worden vanuit een geheel nieuw, fundamenteel ander perspectief vorm gegeven. Kenmerkend voor de pilots is de aanvankelijk kleinschalige, maar tegelijkertijd integrale aanpak. Dat betekent dat leerlingen die aan een pilot deelnemen, dit ‘fulltime’ doen. Experimenten hebben (meestal) betrekking op slechts een deel van het leerproces, zijn gericht op een beperkt aantal leerlingen, hebben een relatief korte duur en leveren in ieder geval waardevolle informatie op voor de pilots (en wellicht ook voor de huidige vormen van leren op alle betrokken scholen). In het oorspronkelijke projectplan is sprake van enkele deelprojecten, op het gebied van doorlopende leerlijnen (PAL), imagoverbetering (IMAGINE), risicoleerlingen (FC Nijmegen) en huisvesting (HUIS). Juist omdat de kracht van NOVIA ligt in de integrale aanpak is besloten om deze niet meer als zodanig te beschouwen. Aspecten van alle vier zullen in nagenoeg alle experimenten en pilots een rol spelen. Om te benadrukken – en op geen enkel moment uit het oog te verliezen – dat NOVIA zich richt op verbeteringen in de loopbaan van de leerling, zal bij elke (voorgenomen) actie expliciet worden aangegeven wat de betekenis hiervoor is. Pilots Er worden, onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken besturen, minimaal twee pilots gestart (w.o. in elk geval een eerste jaar vmbo), die erop gericht zijn te onderzoeken hoe een volledig vernieuwde doorlopende leerlijn vmbo-mbo kan worden ontwikkeld. In de aanloop naar de pilots wordt een aantal scenario’s ontwikkeld, waarbij de denkkracht, expertise en ervaring van zowel leerlingen/deelnemers als docenten en management van scholen en medewerkers van bedrijven en andere instellingen worden benut. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: vmbo biedt een starttraject voor een perspectiefvolle loopbaan in het beroepsonderwijs voor iedere leerling, met veel praktijk (in en buiten de school) en gelegenheid tot oriëntatie (maar geen beroepsvoorbereiding); waarmee benadrukt wordt dat vmbo geen beroepsonderwijs en geen eindonderwijs is, voor geen enkele leerling; gedurende de eerste drie leerjaren vmbo hebben de leerlingen een leeromgeving waarin ze worden uitgedaagd om telkens opnieuw hun volgende stap te verkennen, te onderzoeken en te zetten: zichzelf leren kennen, hun omgeving leren kennen, hun perspectieven (leren) verkennen; . alle vragen waar leerlingen mee rondlopen zijn van belang voor de stappen die ze zetten; . de verschillen tussen leerlingen worden erkend en optimaal benut; de leerling die op de eerste schooldag al weet dat hij banketbakker of loodgieter wil worden, de leerling die na drie jaar nog steeds sterk zoekende is naar een perspectief, de leerling die door problematische thuissituatie nauwelijks aan leren op school toekomt: zij allen krijgen alle ruimte om zich, ieder op passende wijze, te ontwikkelen; . leren in en aan de praktijk (de buitenwereld de school in, de leerlingen de buitenwereld in) staat voorop; 6
.
het vierde leerjaar vmbo wordt getransformeerd in een soort propedeutisch jaar mbo: leerlingen die daaraan toe zijn kiezen voor een sector, leerlingen die daar nog niet aan toe zijn doen dat nog niet. De pilots vragen een intensieve voorbereiding in het schooljaar 2005/2006, alvorens in augustus 2006 gestart kan worden met minimaal 1 groep vmbo-1 en minimaal 1 groep vmbo4/propedeutisch jaar mbo. Experimenten Het gaat bij NOVIA om een innovatiearrangement: experimenteren staat voorop. Inherent aan een experiment is de onzekere uitkomst. Bepalend voor het succes van NOVIA is de mate waarin we leren uit de experimenten die we ontwikkelen en uitvoeren (en niet: de mate waarin experimenten slagen). Van daaruit wordt bijgedragen aan voortgaande verbetering en verbreding van de pilots. Iedere school/sector kan op ieder moment gedurende de looptijd van NOVIA voorstellen voor experimenten bij de procesmanager indienen. Besluiten hierover worden door de procesmanager en de projectgroep gezamenlijk genomen. Belangrijkste criterium bij toekenning is, dat het gaat om een daadwerkelijk innovatief experiment dat past binnen de projectdoelen en waarvan de leeropbrengst een bijdrage levert aan verbetering van de pilots. Bij een experiment zijn altijd minimaal één vmbo-school en één sector van het ROC betrokken en – indien mogelijk – één of meer bedrijven/instellingen. De aanvragende partij (school, sector of bedrijf/instelling) benadert partners. Ieder experiment wordt beknopt beschreven op de (nog te vervaardigen) website van NOVIA geplaatst, zodat alle anderen hiervan kennis kunnen nemen (en in de gelegenheid worden gesteld om eventueel aan te sluiten). Experimenten kunnen sterk van elkaar verschillen voor wat betreft omvang, looptijd, thema, aantal betrokken partijen, aanlooptijd/ontwikkeltijd en startmoment. Docenten Docenten vormen ontwikkelgroepen (altijd minimaal in de combinatie vmbo-mbo, bij voorkeur aangevuld met bedrijfsleven) die de experimenten (samen met projectgroepleden) bedenken, voorbereiden en uitvoeren. Daarnaast worden ze nauw betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de op te zetten pilots. Management Het management is vertegenwoordigd in de stuurgroep en in de projectgroep. De stuurgroep zet samen met de procesmanager van NOVIA de hoofdlijnen van het project uit en evalueert de uitvoering ervan. De projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de sectordirecties en teamleiders van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven. De schoolleiders die participeren in de projectgroep zijn de projectleiders per school/sector: op hun eigen school c.q. binnen hun eigen sector fungeren ze als aanjagers van de experimenten en pilots en dragen ze de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie van deze experimenten/pilots. • In de projectgroep wordt gewerkt in tandems: ieder lid van de projectgroep (projectleider per school/sector) heeft een maatje in de eigen school/sector. Dit bevordert de continuïteit en betrokkenheid. • De projectgroep komt eenmaal per maand bijeen van circa 15.30 tot 20.00 uur. Kennisdeling staat tijdens deze bijeenkomsten centraal: uitwisselen van opgedane ervaringen en genereren en delen van creatieve denkkracht, op zoek naar verdergaande innovaties. • Iedere projectleider: . draagt de verantwoordelijkheid voor actieve participatie van haar/zijn school op basis van de in NOVIA geformuleerde doelen en ambities; . bevordert het opzetten van experimenten c.q. ontwikkelgroepen in de eigen school/sector, in samenhang met andere scholen/sectoren en bedrijven; . krijgt een passend budget per experiment waaraan wordt deelgenomen; . registreert en verantwoordt maandelijks de aan NOVIA bestede uren van haar/zijn eigen medewerkers conform de eisen die de projectadministratie hieraan stelt (en ontvangt op basis hiervan de overeengekomen betalingen per experiment waaraan wordt deelgenomen). 7
B. Operationaliseren van aanpak 5. Beschrijf de operationele activiteiten Beschrijf de samenhang en planning van fasering, (operationele) activiteiten en mijlpalen in het project (zoals de tussenrapportage). In fase 1 wordt het project ingeregeld. Zowel de projectstructuur en de projectadministratie als de inhoudelijke uitgangspunten worden nader geconcretiseerd. Relevante thema’s voor experimenten en principes voor pilots worden geformuleerd In fase 2 ligt de nadruk op het uitvoeren en evalueren van experimenten en het bedenken en voorbereiden van de pilots. Het bedrijfsleven wordt nu nadrukkelijk bij het project betrokken. Aan het eind van deze fase kan de tussenrapportage plaats hebben. Deling van de verworvenheden (kennis, ervaringen) vindt plaats, zowel binnen de groep aan NOVIA deelnemende scholen als daarbuiten. In fase 3 ligt de nadruk op verder experimenteren en ervaring opdoen met de pilots, die in augustus 2006 van start gaan. Daarnaast verdergaande deling van de verworvenheden (kennis, ervaringen), zowel binnen de groep aan NOVIA deelnemende scholen als daarbuiten. Activiteit 1.1: inrichten projectstructuur Fase 1 looptijd: maart tot juli 2005 mijlpaal: inrichten, starten
Activiteit 1.2: opstarten projectgroep en stuurgroep Activiteit 1.3: formuleren van relevante thema’s voor experimenten en principes voor pilots Activiteit 1.4: formuleren en beoordelen van eerste ideeën voor uit te voeren experimenten Activiteit 1.5: coördinatie, afstemming en procesmanagement
Fase 2 looptijd: aug. 2005 tot juli 2006
Activiteit 2.1: bedenken, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van experimenten Activiteit 2.2: aanloop naar de pilots Activiteit 2.3: instelling Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt
Activiteit 2.4: instelling Critical Friends mijlpaal: experimentere Activiteit 2.5: kennisdeling intern n, pilots voorbereiden Activiteit 2.6: kennisdeling extern Activiteit 2.7: coördinatie, afstemming en procesmanagement Fase 3
Activiteit 3.1: bedenken, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van experimenten
looptijd: aug. 2006 tot okt 2007
Activiteit 3.2: starten, uitvoeren en tussentijds evalueren van de pilots Activiteit 3.3: uitvoering beleidsplan Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt
mijlpaal: Activiteit 3.4: kennisdeling intern experimentere n, pilots Activiteit 3.5: kennisdeling extern starten en Activiteit 3.6: coördinatie, afstemming en procesmanagement uitvoeren
8
Activiteit 1.1: inrichten projectstructuur. Omschrijving: Voor NOVIA wordt een projectstructuur ingericht naar het model dat wordt uitgewerkt in paragraaf 7. Tijdplanning: 1 mei 2005 – 31 mei 2005 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Eind mei wordt de herziene aanpak en opzet door de stuurgroep vastgesteld. Dit stuk bevat bovendien een uitwerking van de in hoofdstuk 7 beschreven projectstructuur. De begroting, waar nodig, in het verlengde hiervan aangepast. • Projectadministratie en –secretariaat worden ingericht.
Activiteit 1.2: opstarten projectgroep en stuurgroep Omschrijving: Er worden drie stuurgroepbijeenkomsten en drie projectgroepbijeenkomsten gehouden. Afspraken worden gemaakt over werkwijze, verdeling verantwoordelijkheden en bevoegdheden en beoogde resultaten. Tijdplanning: 1 mei 2005 – 15 juli 2005 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Gemaakte afspraken over werkwijze, verdeling verantwoordelijkheden en bevoegdheden en beoogde resultaten worden schriftelijk vastgelegd. Activiteit 1.3: formuleren van relevante thema’s voor experimenten en principes voor pilots Omschrijving: Tijdens de projectgroepbijeenkomsten worden thema’s geformuleerd die, gegeven de doelstelling van NOVIA, aanknopingspunten bieden voor het opzetten van experimenten. Tevens worden de uitgangspunten vastgesteld waaraan de pilots, die in het schooljaar 2005/2006 nader zullen worden ontwikkeld, moeten voldoen. Tijdplanning: 1 mei 2005 – 1 juli 2005 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Overzicht van relevante thema’s, waarbinnen experimenten zullen worden opgezet. • Beschrijving van de principes die ten grondslag zullen liggen aan de op te zetten pilots. Activiteit 1.4: formuleren en beoordelen van eerste ideeën voor uit te voeren experimenten Omschrijving: Op basis van de geformuleerde thema’s en met behulp van een ontwikkeld format worden lopende innovaties in kaart gebracht en ideeën voor nieuwe experimenten beschreven. Deze worden besproken in en beoordeeld door de projectgroep. Tijdplanning: 1 juni tot 15 juli 2005 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Beschrijvingen van een aantal ideeën voor experimenten a.d.h.v. een format. Activiteit 1.5: coördinatie, afstemming en procesmanagement Omschrijving: Elke maand komt de projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sectordirecties van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven, bijeen. Kennisdeling staat tijdens deze bijeenkomsten centraal: uitwisselen van opgedane ervaringen en genereren en delen van creatieve denkkracht, op zoek naar verdergaande innovaties. De stuurgroep komt circa eenmaal per twee maanden bijeen en bewaakt de grote lijn. De procesmanager ondersteunt de projectgroep en de stuurgroep bij de activiteiten en draagt zorg 9
voor de dagelijkse voortgang. Bovendien is het projectmanagement belast met de participatie in en uitvoering van de landelijke activiteiten voor monitoring en evaluatie. Langs elektronische weg – d.m.v. een website - wordt bericht over de voortgang gedaan. De projectadministratie draagt zorg voor een adequate projectadministratie. Tijdplanning: maart 2005 – juli 2005 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Adequate voortgang uitvoering project NOVIA, blijkend uit het conform planning opleveren / realiseren van de hier en bij de andere activiteiten genoemde prestatie-indicatoren of uit het nemen van bijstellingsmaatregelen indien het verloop van het project hiertoe aanleiding geeft • Communicatie en informatieverspreiding • Participatie in landelijke monitoring en evaluatie
Activiteit 2.1: bedenken, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van experimenten Omschrijving: Op basis van de geformuleerde thema’s en met behulp van een ontwikkeld format worden ideeën voor nieuwe experimenten beschreven. Deze worden besproken in en beoordeeld door de projectgroep. Wanneer deze zijn goedgekeurd vindt verdere voorbereiding en uitvoering ervan door ontwikkelgroepen plaats. Hierin participeren minimaal docenten van zowel vmboscholen als van het ROC, bij voorkeur aangevuld met vertegenwoordigers uit de bedrijven. De experimenten worden geëvalueerd. De opbrengsten van deze evaluatie dragen bij aan de vormgeving van de per augustus 2006 te starten pilots. Tijdplanning: augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Beschrijvingen van een aantal ideeën voor experimenten a.d.h.v. een format. • Schriftelijke neerslag van tussentijdse evaluatie en eindevaluatie. Activiteit 2.2: aanloop naar de pilots Omschrijving: In de periode september-oktober 2005 vinden brainstorm- en meeting works sessies plaats met leerlingen, docenten en schoolleiders/management van de betrokken scholen, gericht op verdergaande ideeënvorming omtrent per augustus 2006 te starten pilots. De opbrengst vormt input voor te vervaardigen scenario’s, die als basis gaan dienen voor de pilots. Er wordt een procesmanagement voor de pilots gevormd, bestaande uit een vertegenwoordiger uit vmbo, een vertegenwoordiger uit mbo en de procesmanager van NOVIA. In de periode november-december worden de scenario’s verder uitgewerkt en wordt gekozen volgens welk scenario gestart gaat worden. Voorbereidingen voor werving van leerlingen voor de pilots worden gestart. De feitelijke werving van leerlingen vindt in het voorjaar 2006 plaats. Tegelijkertijd vindt werving van docenten, die de pilots zullen gaan uitvoeren, plaats. Keuzes worden gemaakt ten aanzien van de leeromgeving (gebouw) en inrichting hiervan. Verdere uitwerking van het gekozen scenario vindt plaats, zodat per augustus 2006 daadwerkelijk gestart kan worden met de pilots. Tijdplanning: augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Schriftelijke neerslag van de opbrengst van brainstorm- en meeting works sessies. • Beschrijving van enkele scenario’s voor de pilots • Nadere uitwerking gekozen scenario • Wervingsplan • Ingerichte leeromgeving Activiteit 2.3: instelling Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt Omschrijving: In Nijmegen bestaan langdurige en intensieve samenwerkingsrelaties tussen individuele scholen voor beroepsonderwijs en bedrijven. In het kader van Novia willen de samenwerkende partners het beroepsonderwijs gezamenlijk en in nauwe onderlinge afstemming 10
versterken. Passend bij deze ambitie om samen de schouders te zetten onder het beroepsonderwijs willen de samenwerkende partners (scholen en bedrijven) ook de samenwerking onderwijs – bedrijfsleven op een hoger plan tillen. Hiertoe willen zij een Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt vormen. De Raad zal worden samengesteld uit vertegenwoordigers uit het onderwijsveld en het bedrijfsleven, gemeentelijke overheid, et cetera. De vorming van de Raad vervult meerdere functies: symbolisch – de deelnemende partners onderstrepen dat versterking van het beroepsonderwijs in gedeelde verantwoordelijkheid van scholen en bedrijven belangrijk is; afstemming: onderwijs en bedrijfsleven (breed bedoeld) maken lokale en regionale samenwerkingsafspraken die fungeren als kaders voor individuele scholen en bedrijven. Ter voorbereiding van de Raad zal de stuurgroep NOVIA een besloten brainstormsessie beleggen met de voorzitters van de regionale organisaties van VNO-NCW, MKB Nederland en de Industriële Kring. In deze bijeenkomst wordt geconcretiseerd op welke terreinen en voor welke beleidszaken zal worden samengewerkt. Op grond van (de uitkomsten van) de bijeenkomst wordt een kadernotitie (inclusief reglement) opgesteld.Omschrijving: De Nijmeegse Raad voor beroepsonderwijs en arbeidsmarkt wordt geïnstalleerd. Er wordt door de Raad een strategische beleidsconferentie gehouden, waarna een eerste 2 jaarlijks beleidsprogramma wordt opgesteld en in uitvoering wordt gebracht. De Raad komt driemaandelijks bijeen om de voortgang te monitoren. Tijdplanning: augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Geïnstalleerde Raad • Vastgesteld beleidsprogramma 2005 – 2007 • In uitvoering nemen eerste uitvoeringsjaar beleidsprogramma Activiteit 2.4: instelling Critical Friends Omschrijving: Om het proces en daarmee beoogde opbrengt in NOVIA kritisch te volgen wordt er een groep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers uit bedrijven en andere belanghebbenden buiten de deelnemende scholen. Eenmaal per drie maanden vindt een bijeenkomst van deze ‘Citical Friends’ plaats, waarin voortgang, tussentijdse opbrengsten en beoogde resultaten kritisch tegen het licht worden gehouden. Tijdplanning: Augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Formeren Critical Friends, eerste bijeenkomst oktober 2005 • Schriftelijke verslagen van de driemaandelijkse bijeenkomsten
Activiteit 2.5: kennisdeling intern Omschrijving: Tweemaal per jaar wordt een NOVIA-interne kennisdelingsconferentie gehouden. Per conferentie kunnen circa 150 docenten en schoolleiders van de bij NOVIA betrokken scholen en bedrijven deelnemen. Primaire doel is om de verworven kennis en andere opbrengsten met elkaar te delen. Daarnaast zal de creatieve denkkracht van de deelnemers benut worden, door hen actief te betrekken bij de verdere ideeënvorming rond de pilots. Circa vijfmaal per jaar vindt een NOVIA-interne miniconferentie plaats, telkens rond een bepaald thema dat van belang wordt geacht in het kader van de experimenten en pilots. Hieraan nemen gemiddeld 20 docenten, schoolleiders en medewerkers uit bedrijven deel. Tijdplanning: Augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Twee interne kennisdelingsconferenties in resp. najaar 2005 en voorjaar 2006 • Vijf interne mini-conferenties, verspreid over het schooljaar 2005-2006 Activiteit 2.6: kennisdeling extern Omschrijving: In de tweede helft van januari 2006 vindt een conferentie plaats, bestemd voor 11
‘sleutelfiguren’ uit andere regio’s, die nu en/of in de toekomst betrokken (kunnen) zijn bij projecten waarin vmbo, mbo en bedrijfsleven gezamenlijk werken aan innovatie van het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Primaire doel is kennisdeling met betrokkenen uit andere regio’s. Daarnaast zal in het voorjaar een publicatie verschijnen waarin procesgang en voorlopige resultaten van de experimenten en voorbereiding op de pilots op toegankelijke wijze worden beschreven. Tijdplanning: Augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Conferentie in de tweede helft van januari 2006 • Publicatie, voorjaar 2006 Activiteit 2.7: coördinatie, afstemming en procesmanagement Omschrijving: Elke maand komt de projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sectordirecties van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven, bijeen. Kennisdeling staat tijdens deze bijeenkomsten centraal: uitwisselen van opgedane ervaringen en genereren en delen van creatieve denkkracht, op zoek naar verdergaande innovaties. De stuurgroep komt circa eenmaal per twee maanden bijeen en bewaakt de grote lijn. De procesmanager ondersteunt de projectgroep en de stuurgroep bij de activiteiten en draagt zorg voor de dagelijkse voortgang. Bovendien is het projectmanagement belast met de participatie in en uitvoering van de landelijke activiteiten voor monitoring en evaluatie. Langs elektronische weg – d.m.v. een website - wordt bericht over de voortgang gedaan. De projectadministratie draagt zorg voor een adequate projectadministratie. Tijdplanning: Augustus 2005 – juli 2006 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Adequate voortgang uitvoering project NOVIA, blijkend uit het conform planning opleveren / realiseren van de hier en bij de andere activiteiten genoemde prestatie-indicatoren of uit het nemen van bijstellingsmaatregelen indien het verloop van het project hiertoe aanleiding geeft • Communicatie en informatieverspreiding • Participatie in landelijke monitoring en evaluatie
Activiteit 3.1: bedenken, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van experimenten Omschrijving: Op basis van de geformuleerde thema’s en met behulp van een ontwikkeld format worden ideeën voor nieuwe experimenten beschreven. Deze worden besproken in en beoordeeld door de projectgroep. Wanneer deze zijn goedgekeurd vindt verdere voorbereiding en uitvoering ervan door ontwikkelgroepen plaats. Hierin participeren minimaal docenten van zowel vmboscholen als van het ROC, bij voorkeur aangevuld met vertegenwoordigers uit de bedrijven. De experimenten worden geëvalueerd. De opbrengsten van deze evaluatie dragen bij aan de verdere vormgeving van de per augustus 2006 te starten pilots. Tijdplanning: augustus 2006 – oktober 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Beschrijvingen van een aantal ideeën voor experimenten a.d.h.v. een format. • Schriftelijke neerslag van tussentijdse evaluatie en eindevaluatie. Activiteit 3.2: starten, uitvoeren en tussentijds evalueren van de pilots Omschrijving: Per augustus 2006 starten de pilots. Tijdplanning: augustus 2006 – oktober 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: 12
• •
Uitvoering van de pilots. Tussentijdse evaluatie en bijstelling van de pilots, schriftelijke verslaggeving hiervan
Activiteit 3.3: uitvoering beleidsplan Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt Omschrijving: Het eerste 2 jaarlijks beleidsprogramma van de Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt wordt door de betrokken partijen in uitvoering genomen. De Raad komt driemaandelijks bijeen om de voortgang te monitoren. Medio juni 2007 worden het beleidsprogramma en de uitvoeringscondities geëvalueerd en wordt zo nodig een bijstelling van e.e.a. opgesteld. Tijdplanning: augustus 2006 – oktober 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Evaluatierapport werkwijze Raad en eerste uitvoeringsjaar beleidsprogramma 2005 - 2007 • Opstellen en implementatie eventuele wijzigingsvoorstellen Activiteit 3.4: kennisdeling intern Omschrijving: Tweemaal per jaar wordt een NOVIA-interne kennisdelingsconferentie gehouden. Per conferentie kunnen circa 150 docenten en schoolleiders van de bij NOVIA betrokken scholen en bedrijven deelnemen. Primaire doel is om de verworven kennis en andere opbrengsten met elkaar te delen. Daarnaast zal de creatieve denkkracht van de deelnemers benut worden, door hen actief te betrekken bij de verdere ideeënvorming rond de pilots. De tweede conferentie van deze periode, die zal worden gehouden in het najaar van 2007, is tevens de slotconferentie van NOVIA. Tijdens deze sltconferentie zullen convenanten worden afgesloten tussen alle vmbo-scholen, ROC Nijmegen en alle participerende bedrijven, waarin is opgenomen dat de innovaties die in het kader van NOVIA zijn ontwikkeld bij de betrokken scholen worden ingevoerd en voortgezet. Circa vijfmaal per jaar vindt een NOVIA-interne miniconferentie plaats, telkens rond een bepaald thema dat van belang wordt geacht in het kader van de experimenten en pilots. Hieraan nemen gemiddeld 20 docenten, schoolleiders en medewerkers uit bedrijven deel. Tijdplanning: augustus 2006 – oktober 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Twee interne kennisdelingsconferenties in resp. voorjaar 2007 en najaar 2007 (slotconferentie) • Convenanten betreffende implementatie • Vijf interne mini-conferenties, verspreid over de periode augustus 2006 – oktober 2007 Activiteit 3.5: kennisdeling extern Omschrijving: In het voorjaar van 2007 vindt een conferentie plaats, bestemd voor ‘sleutelfiguren’ uit andere regio’s, die nu en/of in de toekomst betrokken (kunnen) zijn bij projecten waarin vmbo, mbo en bedrijfsleven gezamenlijk werken aan innovatie van het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Primaire doel is kennisdeling met betrokkenen uit andere regio’s. Daarnaast zal in het najaar een publicatie verschijnen waarin procesgang en voorlopige resultaten van de experimenten en pilots op toegankelijke wijze worden beschreven. Tijdplanning: januari - oktober 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: • Conferentie in het voorjaar van 2007 • Publicatie, najaar 2007
Activiteit 3.6: coördinatie, afstemming en procesmanagement Omschrijving: Elke maand komt de projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sectordirecties van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele 13
vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven, bijeen. Kennisdeling staat tijdens deze bijeenkomsten centraal: uitwisselen van opgedane ervaringen en genereren en delen van creatieve denkkracht, op zoek naar verdergaande innovaties. De stuurgroep komt circa eenmaal per twee maanden bijeen en bewaakt de grote lijn. De procesmanager ondersteunt de projectgroep en de stuurgroep bij de activiteiten en draagt zorg voor de dagelijkse voortgang. Bovendien is het projectmanagement belast met de participatie in en uitvoering van de landelijke activiteiten voor monitoring en evaluatie. Langs elektronische weg – d.m.v. een website - wordt bericht over de voortgang gedaan. De projectadministratie draagt zorg voor een adequate projectadministratie. Tijdplanning: augustus 2006 – oktober 2007 Beoogde resultaten prestatie-indicatoren: • Adequate voortgang uitvoering project NOVIA, blijkend uit het conform planning opleveren / realiseren van de hier en bij de andere activiteiten genoemde prestatie-indicatoren of uit het nemen van bijstellingsmaatregelen indien het verloop van het project hiertoe aanleiding geeft • Communicatie en informatieverspreiding • Participatie in landelijke monitoring en evaluatie
6. Beschrijf de projectorganisatie Beschrijf de projectorganisatie Er wordt gewerkt met een stuurgroep, een projectgroep en ontwikkelgroepen. • De projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de sectordirecties van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven. De schoolleiders die participeren in de projectgroep zijn de projectleiders per school/sector: op hun eigen school c.q. binnen hun eigen sector fungeren ze als aanjagers van de experimenten en pilots en dragen ze de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie van deze experimenten/pilots. • De stuurgroep zet samen met de procesmanager NOVIA de hoofdlijnen van het project uit en evalueert de uitvoering ervan. • De ontwikkelgroepen bestaan uit de docenten (altijd minimaal de combinatie vmbo-mbo, bij voorkeur aangevuld met bedrijfsleven) die de experimenten (samen met projectgroepleden) bedenken, voorbereiden en uitvoeren. • In de projectgroep wordt gewerkt in tandems: ieder lid van de projectgroep (projectleider per school/sector) heeft een maatje in de eigen school/sector. Dit bevordert de continuïteit en betrokkenheid. • De projectgroep komt eenmaal per maand bijeen van circa 15.30 tot 20.00 uur. Kennisdeling staat tijdens deze bijeenkomsten centraal: uitwisselen van opgedane ervaringen en genereren en delen van creatieve denkkracht, op zoek naar verdergaande innovaties. • Iedere projectleider: o draagt de verantwoordelijkheid voor actieve participatie van haar/zijn school op basis van de in NOVIA geformuleerde doelen en ambities; o bevordert het opzetten van experimenten c.q. ontwikkelgroepen in de eigen school/sector, in samenhang met andere scholen/sectoren en bedrijven; o krijgt een passend budget per experiment waaraan wordt deelgenomen; o registreert en verantwoordt maandelijks de aan NOVIA bestede uren van haar/zijn eigen medewerkers conform de eisen die de projectadministratie hieraan stelt (en ontvangt op basis hiervan de overeengekomen betalingen per experiment waaraan wordt deelgenomen). • Ten behoeve van de pilots wordt een apart procesmanagement ingesteld, bestaande uit een vertegenwoordiger uit de vmbo-scholen, een vertegenwoordiger van ROC Nijmegen en de procesmanager van NOVIA. De procesmanager van NOVIA is belast met de dagelijkse leiding van NOVIA.
14
7. Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten worden gerealiseerd Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd Bij de beschrijving van alle activiteiten is aangegeven hoe de projectresultaten zowel binnen de deelnemende scholen (interne kennisdeling) alsook daar buiten (externe kennisdeling) verspreid worden. De ontwikkelde producten en evaluatierapportages zullen zowel in schriftelijke vorm alsook via downloading van de NOVIA-website te verkrijgen zijn. De NOVIA-partners zijn verder bereid – in onderling overleg – om mee te werken aan conferenties, regiorapportages e.d. en aan het organiseren van werkbezoeken vanuit andere regio’s.
8. Beschrijf de wijze van evaluatie van project Evaluatiemethode De onderstaande evaluatiewijzen worden ingezet: 1. Gedurende de loop van het project worden de experimenten zowel tussentijds als na afronding geëvalueerd met de betrokken docenten en schoolleiders/directieleden. Bij de pilots vindt een doorlopende evaluatie en daaruit voortvloeiende bijstelling plaats. 2. In aanvulling hierop worden korte enquêtes afgenomen bij de in experimenten en pilots participerende leerlingen, hun ouders, docenten van vmbo en mbo, leermeesters in de bedrijven, directeuren, en leden van de Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt. Evaluatiepunten hierbij zijn: • Leerling-, ouder- en docenttevredenheid met betrekking tot de aantrekkelijkheid en efficiency van de leerroutes en leermaterialen/leersituaties;. • Leermeester- en werkgeverstevredenheid met betrekking tot relevantie en afstemming op bedrijfsleven van de leerroutes; • Mate waarin kwalificatiewinst wordt bereikt c.q. verwacht wordt; • Uitvoerbaarheid in de schoolse omgeving en mogelijkheden voor verbetering; • Uitvoerbaarheid in en aansluiting op de buitenschoolse praktijk en mogelijkheden voor verbetering; •
3. 4. 5.
6.
Voorts zullen de in paragraaf A2 genoemde kwantitatieve ijkpunten in beeld gebracht worden en gerelateerd worden aan de onder 1 genoemde evaluatiepunten • De mate waarin het beleid van de verschillende in de Nijmeegse Raad vertegenwoordigde partijen op elkaar is afgestemd met betrekking tot de relatie beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Vanuit het project wordt geparticipeerd in de door CINOP-Expertisecentrum in opdracht van Het Platform Beroepsonderwijs uit te voeren monitoring van de tranche 2004 van het Innovatiearrangement Deelname aan door CINOP georganiseerde kenniskringen. Onder het motto ‘bench marking’ zullen schoolleiders, docenten, betrokkenen bij NOVIA twee maal per projectjaar werkbezoeken afleggen naar andere projecten die werken aan de aansluiting vmbo – mbo, de ontwikkeling van een nieuwe didactiek en pedagogiek voor de beroepskolom en nieuwe leerroutes voor de theoretische leerweg. Deze bezoeken hebben nadrukkelijk het karakter van bench mark bijeenkomsten en zullen zo worden vormgegeven dat de participanten in NOVIA kunnen zien hoe hun project zich verhoudt tot het andere project, waar verbetermogelijkheden liggen en dergelijke. Onder het motto kennis halen / kennis delen zullen de NOVIA-partners vanaf voorjaar 2006 hun scholen open stellen voor bezoeken van andere vmbo- en mbo-scholen uit het land. Het doel is meerledig: - kennisverspreiding, d.w.z. andere scholen in de gelegenheid stellen kennis te 15
nemen van de innovaties in het kader van Novia; en feedback krijgen; de bijeenkomsten zullen zo worden vormgegeven dat dat bezoekende scholen feedback wordt gevraagd of wat zij zien en horen van/over de innovaties in het kader van Novia. Getracht wordt de evaluatie van NOVIA mede als afstudeer- c.q onderzoeksproject van HBO- en/of WO-studenten vorm te geven.
16
C. Samenvatting 10. Geef een samenvatting van uw project in maximaal 1 A4 De beroepsonderwijskolom in Nijmegen en omgeving is weliswaar in ontwikkeling, maar kent nog te weinig rendement. Het leren in de beroepskolom (in het bijzonder de route vmbo – mbo) heeft een imagoachterstand ten opzichte van het leren in de route via havo/vwo, onder andere vanwege de aanwezigheid van een hoog opgeleide bevolking en omvangrijke werkgelegenheid in het hoger onderwijs. NOVIA beoogt de krachten van zowel de onderwijsinstellingen voor vmbo als mbo én die van het bedrijfsleven en de lokale overheid te mobiliseren teneinde door middel van een integrale, brede aanpak en samenwerking de positie en het rendement van de beroepsonderwijskolom en de arbeidsmarktpositie van jongeren te versterken. Het project wil: − Doorlopende leerroutes die onder een gezamenlijk Nijmeegse regievoering – over de grenzen van vmbo en mbo heen – worden uitgevoerd. In deze leer/werkzone wordt geëxperimenteerd met een nieuwe opzet van de bovenbouw in het vmbo, waarbij (in de toekomst) het derde en/of vierde jaar en de eerste jaren van het mbo door vmbo en ROC samen en in nauwe verbinding met het bedrijfsleven worden uitgevoerd. − Ontwikkelen van een nieuwe didactiek en pedagogiek voor het beroepsonderwijs in vmbo en mbo. − Het realiseren van een doorlopende leerlingbegeleiding en zorgstructuur. Voor die leerlingen die niet via de reguliere weg tot een kwalificatie worden gebracht, wordt een aparte voorziening voor ‘risicojongeren’ ingericht: de Flex Company (FC Nijmegen). Dit is een gezamenlijke bovenschoolse voorziening voor risicoleerlingen met het motto ‘geen uitvallers en gaan voor een baan´. − Een duurzame strategische samenwerking tussen de onderwijsinstellingen voor VMBO en MBO en tussen de onderwijsinstellingen en de lokale overheid en het bedrijfsleven in de vorm van een Nijmeegse Raad voor Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt. Uitgaande van de in het projectplan geformuleerde doelen vormen pilots en experimenten de twee hoofdstromen in NOVIA. De pilots moeten de voorlopers worden van de wijze waarop de doorlopende leerlijn vmbombo in de nabije toekomst in de regio Nijmegen wordt vormgegeven, zodanig dat de in NOVIA geformuleerde doelen worden bereikt. Leeromgeving, wijze van leren en leerinhouden worden vanuit een geheel nieuw, fundamenteel ander perspectief vorm gegeven. Kenmerkend voor de pilots is de aanvankelijk kleinschalige, maar tegelijkertijd integrale aanpak. Dat betekent dat leerlingen die aan een pilot deelnemen, dit ‘fulltime’ doen. Experimenten hebben (meestal) betrekking op slechts een deel van het leerproces, zijn gericht op een beperkt aantal leerlingen, hebben een relatief korte duur en leveren in ieder geval waardevolle informatie op voor de pilots (en wellicht ook voor de huidige vormen van leren op alle betrokken scholen). In NOVIA werken 3 schoolbesturen voor voortgezet onderwijs in Nijmegen en het ROC samen met een aantal bedrijven in de regio. NOVIA kent de volgende projectstructuur: • Een stuurgroep, bestaande uit de bestuursmanagers van de samenwerkende scholen, die verantwoordelijk is voor de algehele sturing van NOVIA activiteiten • Een procesmanager, die belast is met de dagelijkse leiding van NOVIA • Een projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sectordirecties van alle deelnemende scholen/sectoren, incidenteel aangevuld met enkele vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven. De schoolleiders die participeren in de projectgroep zijn de projectleiders per school/sector: op hun eigen school c.q. binnen hun eigen sector fungeren ze als aanjagers van de experimenten en pilots en dragen ze de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie van deze experimenten/pilots.
17
• De ontwikkelgroepen bestaan uit de docenten (altijd minimaal de combinatie vmbo-mbo, bij voorkeur aangevuld met bedrijfsleven) die de experimenten (samen met projectgroepleden) bedenken, voorbereiden en uitvoeren. Het project loopt van maart 2005 tot november 2007.
18