Handleiding Financiering en Registratie 2013 Forensische Zorg
Datum Status
1 augustus 2012
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Colofon
Afzendgegevens
Directie Forensische Zorg Kwantitatieve en Financiële Analyse Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.forensischezorg.nl
Ons kenmerk
5735991/12
Auteurs
Directie Forensische Zorg
Pagina 3 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Inhoud
Colofon - 3 1
Inleiding - 7
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3
Financiering - 9 Inleiding - 9 Algemeen - 9 Bekostigingssystematiek Forensische Zorg - 9 Ontwikkelingen - 11 Diagnose Behandel & Beveiliging Combinatie (DBBC) - 12 Inleiding DBBC - 12 Ontwikkelingen in de bekostiging - 13 Relevante documenten over DBBC - 16 ZorgZwaartePakketten (ZZP) - 17 Inleiding ZZP - 17 Ontwikkelingen - 18 Relevante documenten over ZZP - 18 Extramurale AWBZ-parameters - 19 Inleiding Extramurale AWBZ-parameters - 19 Ontwikkelingen - 20 Relevante documenten over Extramurale AWBZ-parameters - 20
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Registratie - 21 Inleiding - 21 Algemeen - 21 Registratieplicht - 22 Verantwoordingsinformatie - 23
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.5
Indicatiestelling en plaatsing - 26 Inleiding - 26 Indicatiestelling - 26 Plaatsing - 27 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen - 29 Tbs met dwangverpleging - 30 Tbs met voorwaarden - 30 Gedetineerden - 31 Overige forensische zorg - 32 Ontwikkelingen - 32
5 5.1 5.2 5.3 Bijlage 1
Informatie voor niet-justitiële FPC’s - 33 Inleiding - 33 Financiering - 33 Registratie - 34 Forensische Zorgtitels (strafrechtelijke maatregelen) - 35
Pagina 5 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
1
Inleiding
De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de inkoop van forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Deze verantwoordelijkheid is belegd bij de directeur Forensisch zorg van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Voor de uitvoering van deze taak wordt onder andere de Handleiding Financiering & Registratie 2013 opgesteld. Zoals reeds in het eerder gepubliceerde Inkoopplan 2013 vermeld is, is de naamgeving van de inkoopdocumenten ten opzichte van voorgaande jaren gewijzigd. De Handleiding Forensische Zorg is vervangen door de Offerteaanvraag en de Handleiding Financiering & Registratie. In de Offerteaanvraag wordt de inkoopprocedure beschreven. De Handleiding Financiering & Registratie biedt u informatie over de bekostiging-, registratie- en verantwoordingsystematiek van (overige) forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Tevens biedt dit document informatie over het proces van indicatiestelling en de plaatsing. Deze handleiding is bestemd voor: Instellingen voor Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) Instellingen voor Verslavingszorg (VZ) Instellingen voor Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VG) Instellingen voor beschermd wonen (RIBW) en ambulante begeleiding Niet-justitiële Forensisch Psychiatrische Centra (FPC) Voor de Forensische Psychiatrische Centra zijn de Handleidingen Planning & Control opgesteld voor Rijksinrichtingen en Particuliere inrichtingen. Deze en de overige documenten voor de zorginkoop 2013 zijn gepubliceerd op de website www.forensischezorg.nl. Leeswijzer Deze handleiding is opgesteld voor drie categorieën zorgaanbieders, te weten: nieuwe zorgaanbieders, bestaande zorgaanbieders en daarbinnen nog een specifieke doelgroep de niet-justitiële FPC’s. Voor de nieuwe aanbieders geldt dat in principe alle informatie in hoofdstuk 1 tot en met 4 relevant is, zij het dat hierin wel gekeken dient te worden naar de bekostigingsvorm die voor de zorgaanbieder van toepassing is. Voor de bestaande zorgaanbieders zijn de wijzigingen in financiering en registratie ten opzichte van het voorgaande jaar vermeld in de paragraaf “Ontwikkelingen” van elk hoofdstuk. Voor de niet-justitiële FPC’s is een apart hoofdstuk opgesteld, hoofdstuk 5 Informatie voor niet-justitiële FPC’s. In hoofdstuk 2 Financiering vindt u informatie over de bekostigingssystematiek binnen de forensische zorg. In hoofdstuk 3 Registratie vindt u informatie over de richtlijnen voor registratie en verantwoordingsinformatie binnen de forensische zorg. In hoofdstuk 4 Indicatiestelling en plaatsing wordt kort stilgestaan bij de processen van indicatiestelling en plaatsing inclusief de regeling voor crisisplaatsing en afwezigheidsdagen. In hoofdstuk 5 Informatie voor niet-justitiële FPC’s wordt ingegaan op de verschillen in de aanvraag, registratie en verantwoording over de tbs met dwangverpleging ten opzichte van de overige FPK-capaciteit.
Pagina 7 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
2
Financiering
2.1
Inleiding In dit hoofdstuk vindt u informatie over de bekostigingssystematiek van de forensische zorg. Paragraaf 2 is een algemene paragraaf over de bekostigingssystematiek van de Forensische Zorg. In paragraaf 3 wordt ingegaan op de bekostigingsvorm Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinatie (DBBC). In paragraaf 4 wordt ingegaan op de bekostigingsvorm Zorgzwaartepakketten (ZZP). In paragraaf 5 wordt ingegaan op de bekostigingsvorm Extramurale AWBZparameters.
2.2
Algemeen
2.2.1
Bekostigingssystematiek Forensische Zorg Achtergrond Het ministerie van Veiligheid en Justitie is in 2006 gestart met het programma “Vernieuwing Forensische Zorg” (VFZ). De aanleiding voor het programma was de constatering dat er onvoldoende aansluiting bestond tussen justitie en de zorg. Per 1 januari 2007 is het budget voor de forensische zorg in een strafrechtelijk kader overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Met deze overheveling is de minister van Veiligheid en Justitie direct verantwoordelijk voor de inkoop van geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijke gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel. Het programma VFZ is gestart met de ontwikkeling van een bekostigingssystematiek voor de forensische zorg die zo goed mogelijk aansluit op de DBC-systematiek van de ggz om zo de afstemming en continuïteit van zorg in de zorgketen te verbeteren. Dit heeft geleid tot de DBBC-systematiek zoals deze nu stapsgewijs wordt ingevoerd in de forensische zorg. Naast een nieuwe bekostigingssystematiek is er in het kader van Vernieuwing Forensische zorg een procedure voor indicatiestelling en plaatsing in de forensische zorg ontwikkeld (zie hoofdstuk 4). Afbakening DBBC, ZZP en ambulante AWBZ parameters De DBBC-systematiek is van toepassing op de klinische forensische zorg en ambulante behandeling in een strafrechtelijk kader, plus de bijzondere zorg in detentie. De overige zorg, verblijfszorg (zonder behandeling), dagactiviteiten en ambulante begeleiding valt onder de invoering van de ZZP-bekostiging of extramurale parameters. De forensische zorgtitels (strafrechtelijke maatregelen) is een van de grondslagen voor bekostiging (declaratie of facturatie) van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Deze lijst met forensische zorgtitels staat opgenomen bijlage 1 van deze handleiding. Als het Interim-besluit Forensische zorg formeel in werking is gesteld is de NZa ook bevoegd voor het vaststellen van prestaties en tarieven voor de forensische zorg. Voor de specifieke en actuele afbakening van het domein waarvoor de DBBCsystematiek dan wel de ZZP-bekostiging of extramurale AWBZ-parameters van toepassing is, wordt u verzocht de beleidsregels van de NZa te volgen op www.nza.nl. Pagina 9 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
De bekostiginggrondslagen voor de forensische zorg De volgende twee bekostiginggrondslagen dienen voor de financiering van de forensische zorg aanwezig te zijn: 1. Er is sprake van één van de 22 forensische zorgtitels. Zie bijlage 1 voor de lijst met forensische zorgtitels. 2. Er is een plaatsingbesluit(nummer) vanuit IFZO nodig, op basis waarvan DForZo de zorg financiert. Alleen in uitzonderlijke gevallen is een voorgenomen indicatiebesluit en een plaatsingsbesluit, indicatiebesluit of verwijsbrief (of Bevel Observatie) nog van toepassing. De bekostigingsgrondslagen hoeven niet van toepassing te zijn indien: - forensische zorg die wordt geleverd binnen twee weken na een contraire beëindiging van de TBS met dwangverpleging of; - in geval van het onverwacht aflopen van een gemaximeerde TBS met dwangverpleging. Herschikking In september 2013 zal de herschikking plaatsvinden. Hierbij wordt de productie van de zorgaanbieders over de eerste zes maanden (januari t/m juni 2013) geanalyseerd en kan er een bijstelling op de reeds gemaakte productieafspraken plaatsvinden. DForZo kan bepalen om de (eventueel) beschikbare middelen in te zetten voor de oplossing van een op dat moment gesignaleerd knelpunt in het gecontracteerde zorgaanbod. Zorgaanbieders kunnen hier een voorstel voor indienen. Voorafgaand aan het herschikkingmoment worden de zorgaanbieders geïnformeerd over de inhoud en nadere procedure. Tevens kan DForZo bij de herschikking de uitkomsten van het beoordelingskader van de inkoop 2013 meenemen in haar eventuele toekenning van overproductie van de inkoopafspraken van 2013. Bij de herschikking toetst DForZo ook op een tijdige en volledige maandelijkse verantwoording van de productiecijfers via de applicatie RePaD en de registratie van de prestatie-indicatoren over verslagjaar 2012. Indien de zorgaanbieder dit niet tijdig en/of volledig aanleveren, dan behoudt DForZo zich het recht voor een boete op te leggen. Substitutie De zorgaanbieder kan tot 10% substitueren binnen de budgetparameters. Substitutie kan alleen plaatsvinden binnen de reeds gecontracteerde budgetparameters. Hierbij dient de zorgaanbieder binnen het totaal van de afspraak op budgetparameterniveau te blijven. In de DBBC systematiek kan ook sprake zijn van substitutie. De substitutie heeft dan betrekking op substitutie naar niet gecontracteerde productgroepen. Facturen die worden ingediend voor geleverde zorg buiten de afgesproken productgroepen worden afgewezen. Het is daarom van belang om vooraf goed in te schatten binnen welke productgroep productie zal worden gerealiseerd. Indien toch wijzigingen optreden dan dient de zorgaanbieder, voordat de factuur wordt ingediend, de wijziging schriftelijk aan DForZo door te geven. Het verzoek dient dan ook in de DBBC-sheet te worden gewijzigd, ondertekend en opgestuurd naar DForZo. Ook hierbij geldt dat het totaalbudget na wijziging binnen het afgesproken budget dient te blijven. Bij niet-justitiële FPC’s bestaat, in overleg met DForZo, de mogelijkheid om TBScapaciteit te substitueren naar FPK-capaciteit.
Pagina 10 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
2.2.2
Ontwikkelingen Invoering Wet Forensische Zorg en de rol van de NZa Naar verwachting gaat per 1 januari 2013 de Wet Forensische Zorg (verder afgekort als Wfz) in. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is na ingang van het Interim-besluit Forensische Zorg bevoegd om voor de forensische zorg prestaties en tarieven vast te stellen. Om een goede invulling hieraan te kunnen geven zal de NZa conform de bevoegdheden in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) beleidsregels, nadere regels en tariefsbeschikkingen opstellen. De artikelen van de Wmg waarin de bevoegdheden van de NZa tot het nemen van handhavingmaatregelen (aanwijzing, boete, bestuursdwang, last onder dwangsom) zijn vastgelegd, blijven voor wat betreft de forensische zorg vooralsnog buiten beschouwing. Pas bij inwerkingtreding van de nieuwe wet Forensische Zorg (naar verwachting op 1 januari 2013), wordt de gehele Wmg integraal van toepassing op de forensische zorg, inclusief het handhavinginstrumentarium. De NZa is voornemens om de voorgenomen tarieven voor 2013 medio augustus te publiceren. De NZa zal de tarieven voor 2013 pas formeel bekrachtigen als zij hiertoe een formele aanwijzing heeft ontvangen. De voorhangprocedure bij het parlement die aan het geven van een aanwijzing vooraf gaat, is bij het schrijven van de inkoopdocumenten nog niet afgerond. De verwachting is dat dit in het laatste kwartaal van 2012 plaatsvindt. DForZo hanteert de voorgenomen tarieven als uitgangspunt voor de zorginkoop 2013 In dit kader zal de NZa met inachtneming van bovenstaand voorbehoud de volgende regels voor de forensische zorg opstellen: Beleidsregel Overgang naar DBBC-bekostiging (transitiemodel) Beleidsregel DBBC tarifering FZ Beleidsregel Tarifering ZZP en ambulante begeleiding FZ Beleidsregel Overige producten FZ Beleidsregel Tarifering onderlinge dienstverlening Beleidsregel Toetsingskader FZ Beleidsregel Kapitaallasten FZ (NHC en overgang) Nadere regel Declaratiebepalingen DBBC FZ Nadere regel Declaratiebepalingen ZZP en ambulante begeleiding FZ Nadere regel MDS FZ Nadere regel Instructie DBBC-registratie FZ Deze beleidsregels en nadere regels zijn niet opgenomen in de handleiding. U wordt hiervoor verwezen naar de site van de NZa, www.nza.nl Bezuinigingen Zoals ook in het Inkoopplan forensische zorg van 2013 is aangegeven, staat de forensische zorg een aantal forse taakstellingen te wachten dat onafwendbaar zal leiden tot (oplopende) bezuinigingen voor de komende jaren. Deze bezuinigingen zullen zowel de tbs met dwangverpleging raken als de inkoop van de (overige) forensische zorg. Bij het opstellen van de inkoopdocumenten voor 2013 is nog niet duidelijk hoe wordt bezuinigd. Ingrepen in tarief en/of volume en reductie van klinische en tbs capaciteit behoren tot de mogelijkheden. Een generieke korting op specifieke segmenten van de forensische zorg is daarbij ook niet uitgesloten. DForZo streeft er Pagina 11 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
naar bij de start van de inkoopgesprekken duidelijkheid over de bezuinigen te verschaffen. Indexatie tarieven (budgetparameters) In beginsel volgt DForZo de indexatie van de NZa in het geval van loon- en prijsbijstellingen. Echter gelet op de huidige financiële ontwikkeling is het vooralsnog niet geheel duidelijk of de tarieven voor de budgetparameters in 2012 worden geïndexeerd op basis van de indexatiecijfers van de NZa. In 2013 zal DForZo wederom moeten bekijken of de indexatie al dan niet kan worden toegepast. Indien de financiële situatie daartoe aanleiding geeft, behoudt DForZo zich het recht voor de indexering niet door te voeren.
2.3
Diagnose Behandel & Beveiliging Combinatie (DBBC)
2.3.1
Inleiding DBBC De DBBC bestaat uit twee componenten: de zorgvraag en het zorgprofiel. In de typering staat de zorgvraag van de patiënt beschreven. Op basis van de samenhangende activiteiten en verrichtingen (zorgprofiel) die op de DBBC zijn geregistreerd, wordt de DBBC afgeleid naar een productgroep voor behandeling en naar het aantal verblijfsdagen per verblijfssoort. Aan deze productgroepen en verblijfsoorten zijn tarieven verbonden. In een overzicht ziet dat er als volgt uit:
De volgende opmerkingen zijn voor het DBBC-model van toepassing: - Het resultaat van de procedure indicatiestelling (zie tevens hoofdstuk 4), is een onafhankelijke indicatiestelling over de aard van de zorg en de verblijfssoort (combinatie van het ‘beveiligingsniveau’ en de ‘verblijfsintensiteit’). Dit laatste alleen in het geval van klinische opname; - Op basis van de indicatiestelling wordt de cliënt bij een zorgaanbieder geplaatst onder verantwoordelijkheid van de Directie Forensische Zorg (DForZo); - De zorgaanbieders leveren de (geïndiceerde) forensische zorg, die vooraf ingekocht is door DForZo; - De zorgaanbieder verantwoordt de geleverde zorg in termen van DBBC’s aan DForZo.
Pagina 12 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
DBBC spelregels Met het formeel inwerking treden van het Interim- Besluit Forensische zorg is de NZa bevoegd voor het vaststellen van prestaties en tarieven voor de forensische zorg. Voor een algemene toelichting op de DBBC-registratie wordt verwezen naar de “Regeling Instructie DBBC-registratie FZ”, die van toepassing was op het moment van openen van de DBBC. In de “Spelregels DBBc-registratie FZ” worden de voorwaarden genoemd voor onder meer om een DBBC af te sluiten, parallelle DBBC en Forensisch Psychiatrisch Toezicht. Zie voor meer informatie www.nza.nl.
2.3.2
Ontwikkelingen in de bekostiging In 2013 wordt voor het derde jaar zorg ingekocht op basis van DBBC’s. De basis hiervoor wordt de DBBC-productstructuur 2013. De DBBC’s zijn de basis van de facturatie van forensische zorg, waarbij de productieafspraak in budgetparameters bepalend is voor het budget 2013. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DBBC’s en het inkoopgesprek is de Profielengids DBBC’s 2013 opgesteld (deze verschijnt per 1 september 2012). Voor de DBBC geldt in 2013 het volgende: - de systematiek van bevoorschotting zal niet wijzigen en blijft gehandhaafd op 50%; - de vangnetconstructie (transitiemodel) wordt uitgewerkt in een beleidsregel van de NZa; - de materiële beveiliging wordt vanaf 2013 opgenomen in de DBBC’s en zal tot uitdrukking komen in de Normatieve Huisvestingscomponent. Zie hiervoor de beleidsregel van de NZa; - de productgroep Overige producten zal in 2013 worden opgenomen in de productstructuur. Zie hiervoor de beleidsregel van de NZa; - door de bezuinigingen kan een korting (al dan niet generiek) op de tarieven en het volume van de afspraak worden toegepast.
Bevoorschotting DBBC’s DForZo heeft besloten het percentage met betrekking tot het voorschot voor 2013 niet te verlagen. Dit blijft in 2013, net als in 2012, 50% van de waarde van de productieafspraak in DBBC’s. In 2013 zal DForZo het voorschot van 50% uitbetalen in de maanden januari en april. Het overgebleven percentage dat niet wordt bevoorschot dient door de zorgaanbieder worden verkregen middels het indienen van DBBC facturen. Aangezien DForZo ervoor heeft gekozen de zorginstellingen al vroeg in het jaar te bevoorschotten, worden geen rentelasten vergoed voor het aantrekken van vreemd vermogen. Gelet op het in te voeren transitiemodel (zie beleidsregel van de NZa) is de zorgaanbieder verplicht om te factureren in DBBC’s in 2013. Het transitiemodel gaat uit van (een stapsgewijze) afbouw van het vangnet in Budgetparameters. Voor de zorgaanbieders wordt hiermee de noodzakelijkheid (en verplichting) van factureren in DBBC’s verder benadrukt.
Pagina 13 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
DBBC tarieven en productstructuur Voor de forensische zorg is een (kosten)homogene en medisch herkenbare productstructuur DBBC FZ in ontwikkeling, die bestaat uit de zogenaamde productgroepen en verblijfssoorten. De productgroepen bestaan uit DBBC’s met een vergelijkbaar zorgprofiel. Om de tarifering van DBBC’s vast te stellen is een kostprijsonderzoek uitgevoerd. De NZa bepaald onder meer op basis van het kostprijsonderzoek de DBBC tarieven De DBBC tarieven en de eventueel gewijzigde productstructuur worden door de NZa via een beleidsregel kenbaar gemaakt. De DBBC tarieven en de (nieuwe) productstructuur zijn op het moment van schrijven nog niet bekend. De tarieven 2013 worden onder voorbehoud in augustus 2012 als voorlopige tarieven door de NZa gepubliceerd. DForZo hanteert deze voorlopige tarieven als uitgangspunt voor de inkoop 2013. Voor de (voorlopige) DBBC tarieven wordt u verwezen naar de beleidsregels voor de forensische zorg NZa op www.nza.nl. De productiesheets voor het productievoorstel in DBBC’s worden na de publicatie van de NZa door DForZo opgesteld. Er wordt gestreefd deze op 1 september 2012 op de website www.forensischezorg.nl te plaatsen. Onderhandenwerk DBBC’s Een onderdeel van de DBBC cyclus is het bepalen van het onderhandenwerk. Dit houdt in dat op twee momenten in het lopende jaar de reeds lopende DBBC’s dienen te worden getotaliseerd op basis van gemiddeld uurtarief en de prijs per dag per verblijfsoort. De momenten voor het bepalen van het onderhanden werk zijn medio en ultimo het lopende jaar. Een verdere toelichting en een uitwerking van het Onderhandenwerk is terug te vinden in de uitvoeringsregels DBBC’s. Zie ook de website www.forensischezorg.nl Uitvoeringsregels DBBC’s Het aantal uitvoeringsregels dat door DForZo wordt gepubliceerd is verminderd ten opzichte van 2012. Dit komt omdat de NZa voor een aantal van deze uitvoeringsregels een beleidsregel zal opstellen. DForZo stelt voor 2013 nog de volgende uitvoeringsregels op: Onderhandenwerk bepaling DBBC Tender- en aanbestedingscontract(en) Kaderregeling AO/IC Vangnet/verrekenbedrag (voor zover de beleidsregel van de NZa hierin niet voorziet)
Pagina 14 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Tijdslijn facturatie DBBC Hieronder ziet u een overzicht met data wanneer welke informatie opgeleverd dient te worden in het kader van DBBC’s. DBBC’s 1 DBBC factuur, voor FPC en forensische zorgaanbieders
Inhoud DBBC factuur op aantallen.
Wanneer Bij afsluiting van de DBBC.
2 DBBC’s die op 30-6-2013 nog Onderhanden werk niet zijn afgesloten. Conform ultimo juni 2013. uitvoeringsregels DBBC’s.
1 augustus 2013
3 DBBC's die op 31-12-2013 nog niet zijn afgesloten. Conform uitvoeringsregels DBBC's.
1 februari 2014
Onderhanden werk ultimo 2013.
Transitiemodel In 2013 zal naar alle waarschijnlijkheid de invoering van de prestatiebekostiging, de overgang van Budgetparameters naar DBBC’s) worden doorgevoerd. Dit geschiedt conform het transitiemodel van de NZa. De NZa zal hiervoor een beleidsregel opstellen waarin de werking en de wijze van invoering van het transitiemodel staat beschreven. DForZo moet op nog een voorbehoud maken voor de invoering van het transitiemodel. Dat is op het moment van schrijven van dit document nog niet bekend. Beveiligingsniveaus In september 2011 hebben gesprekken tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie instellingen plaatsgevonden om de definities van alle DBBCbeveiligingsniveaus nader te specificeren. De vastgestelde definities worden gehanteerd bij de uitvraag van de gegevens voor kostprijzen van 2013 en verder. Er hebben wijzigingen plaatsgevonden in de definitie van de DBBC-beveiligingsniveaus. In de definitie van de DBBC-beveiligingsniveaus worden materiële (gebouwelijke) aspecten onderscheiden van immateriële aspecten. De immateriële aspecten zijn opgenomen in de DBBC tarievenstructuur. Het materiële effect wordt vanaf 2013 vertaald in de Normatieve Huisvestingscompontent (NHC). De invoering van de NHC in de forensische zorg vindt gelijktijdig aan de invoering van de NHC in de GGZ plaats . Aanpassing beveiligingsniveaus FPA Samen met het forensisch psychiatrisch veld is geconstateerd dat er sprake is van grote gebouwelijke verschillen tussen de forensisch psychiatrische afdelingen (FPA’s). Dit leidt tot een aanpassing van de indeling van het beveiligingsniveau 2 van de verblijfsmatrix in het Informatiesysteem forensische zorg (Ifzo). De NZa heeft op basis van een kostprijsonderzoek vastgesteld dat er geen sprake is van een significant tariefsverschil tussen de twee vormen binnen het beveiligingsniveau 2 in het FPA segment. Dit geldt voor zowel het DBBC tarief als in het NHC tarief. Dit betekent dat er geen aanpassing van de DBBC-productstructuur gaat plaatsvinden in 2013. DForZo zal de NZa verzoeken een onderzoek naar te doen. Indien toch een verschil in het tarief wordt vastgesteld dan zal een eventuele wijziging van de productstructuur niet eerder dan 2014 worden doorgevoerd. Pagina 15 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Voor de plaatsing en indicatiestelling blijft het onderscheid binnen beveiligingsniveau 2 wel van belang. Bij de plaatsing van forensische patiënten wordt door de plaatsende instanties rekening gehouden met het beveiligingsniveau van de instelling. Een aanpassing in de verblijfssoorten heeft gevolgen voor de toeleiding van patiënten. Dit dient in het Informatiesysteem forensische zorg (Ifzo) te worden aangepast. Dit betekent dat de FPA’s per 2013 worden onderverdeeld in een 2-hoog en 2-laag beveiligingsniveau. Deze indeling zal mede op basis van de inventarisatie geschieden die in 2011 door DForZo en afdeling Huisvesting van DJI is uitgevoerd. Hierover worden de betreffende zorgaanbieders tijdens de inkoopgesprekken nader geïnformeerd. Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) In 2012 kwam in de bekostiging van instellingen enkel de immateriële beveiliging tot uitdrukking in de DBBC’s. In 2013 wordt de materiële beveiliging echter ook opgenomen in de DBBC’s en zal deze tot uitdrukking komen in de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). Het proces van de invoering van de NHC staat beschreven in de NZa beleidsregels. De invoering van de NHC in de forensische zorg vindt alleen doorgang als deze gelijktijdig in de (reguliere) GGZ wordt doorgevoerd.
2.3.3
Relevante documenten over DBBC De volgende documenten in het kader van DBBC’s zijn terug te vinden op de website www.forensischezorg.nl: Uitvoeringsregel DBBC Forensische Zorg; Kaderregeling AO/IC DBBC; Productieafsprakensheets 2013 (Budgetparameters, DBBC, ZZP); Profielengids DBBC 2013. Overige documenten Beleidsregels NZa (www.nza.nl)
Pagina 16 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
2.4
ZorgZwaartePakketten (ZZP)
2.4.1
Inleiding ZZP Achtergrond Met de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek in de forensische zorg heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie geconstateerd dat de zorgproducten begeleiding, Beschermd Wonen en ondersteunende zorg aan verstandelijk gehandicapten, niet aansluiten bij de DBBC-systematiek. Daarom is er besloten om deze vormen van zorg niet middels de DBBC-systematiek, maar middels ZZP’s en/of ambulante AWBZ-parameters te financieren. De daadwerkelijke invoering van bekostiging in ZZP’s is echter voorlopig uitgesteld tot 1 januari 2014. Tot die tijd wordt nog ingekocht op basis van budgetparameters en wordt er nog een jaar schaduw gedraaid met inkoop en registratie in ZZP’s. Spelregels ZZP Een ZZP is een volledig pakket van zorg met verblijf dat aansluit op de kenmerken van de justitiabele en de zorg die deze nodig heeft. Een ZZP bestaat uit een beschrijving van het type cliënt (een cliëntprofiel), het aantal uren zorg dat bij dit cliëntprofiel beschikbaar wordt gesteld en een beschrijving van die zorg. DForZo heeft een keuze gemaakt in de ZZP’s die worden ingekocht. Voor de geestelijke gezondheidszorg (GGz) is dit de C-reeks ZZP’s, voor de verstandelijk gehandicaptenzorg (VG)worden de ZZP’s VG ingekocht. De GGZ-B reeks is uitgesloten, omdat binnen deze ZZP’s tevens behandeling wordt geleverd. De ZZP SGLVG-behandeling wordt niet door DForZo ingekocht, de SGLVG-behandeling wordt ingekocht en bekostigd in DBBC’s. Een aantal ZZP’s omvat tevens somatische zorg, dit valt echter buiten het inkoopkader van de forensische zorg. DForZo koopt dus twee soorten ZZP’s in. Het betreft de volgende ZZP’s: GGz C 1 tot en met 7 (exclusief dagbesteding) VG 1 tot en met 7 (inclusief dagbesteding)
Tarieven ZZP De zorg wordt in 2013 nog niet daadwerkelijk bekostigd in ZZP’s, deze dienen als schaduwadministratie. Daarmee zal de rol van de NZa zich beperken tot het vaststellen van de tarieven en prestatiebeschrijvingen voor de ZZP’s. Deze (voorlopige) tarieven verschijnen in augustus 2012. In 2014 zal DForZo naar verwachting overgaan tot het daadwerkelijk inkopen van ZZP’s en zal ook de rol van de NZa hieromtrent wijzigen zoals deze in het Interim-besluit Forensische zorg en de Wet FZ staat vermeld. De voorlopige ZZP Tarieven worden gepubliceerd op de website van de NZa (www.nza.nl).
Pagina 17 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Bekostiging ZZP De bekostiging van de geleverde zorg vindt plaats door middel van bevoorschotting van 1/12 deel van de met de zorgaanbieder gemaakte productieafspraak in budgetparameters. De ZZP’s vormen in 2013 een schaduwadministratie en hierop wordt dus niet bevoorschot dan wel afgerekend. Substitutie De zorgaanbieder kan tot 10% per afgesproken prestatie zelf substitueren binnen de productieafspraak. Behoudens toestemming zal de zorgaanbieder niet meer dan 10% per prestatie substitueren. Uitgesloten is substitutie tussen intramurale en extramurale zorg. Registratie ZZP In 2013 moeten instellingen via registratiesysteem RePaD de productie tevens registreren in ZZP’s. De geregistreerde zorg moet daadwerkelijk geboden zijn en de cliënt moet recht hebben op forensische zorg. Daarvoor heeft de cliënt een van de 22 forensische zorgtitels (zie bijlage 1) en moet er sprake zijn van een plaatsingsbesluit. Zie voor de registratieverplichtingen ook hoofdstuk 3 Registratie. Kaderregeling AO/IC ZZP’s en extramurale parameters Forensische Zorg Uw organisatie dient te voldoen aan de (kaderregelingen) AO/IC richtlijn(en), deze worden gepubliceerd op de website www.forensischezorg.nl. 2.4.2
Ontwikkelingen Wijziging ZZP AWBZ De lichte categorieën ZZP 1,2 en 3 worden geëxtramuraliseerd in de AWBZ. Dat betekent dat patiënten die voorheen onder deze ZZP’s zouden vallen, geen verblijfsindicatie meer ontvangen in de AWBZ maar een indicatie in (ambulante zorg) functies en klassen. Begeleiding voor deze groep gaat uiteindelijk over naar de Wmo. Dit geldt in 2013 alleen nog voor nieuwe zorgvragers. In de begroting 2013 (Prinsjesdag) zal dit nader worden uitgewerkt. Deze maatregel wordt in de forensische zorg niet toegepast. Dit kan gevolgen hebben voor de continuïteit van zorg na einde van de forensische zorgtitel.
2.4.3
Relevante documenten over ZZP De volgende documenten met betrekking tot de ZZP-systematiek zijn van toepassing voor 2013 en vanaf september 2012 terug te vinden op de website www.forensischezorg.nl : - Uitvoeringsregel Prestaties ZZP en ambulante begeleiding Forensische Zorg; - Uitvoeringsregel Kaderregeling AO/IC ZZP; - Productieafsprakensheet 2013. Overige documenten: - Beleidsregels NZa (www.nza.nl)
Pagina 18 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
2.5
Extramurale AWBZ-parameters
2.5.1
Inleiding Extramurale AWBZ-parameters Achtergrond Naast de ZZP’s voor de bekostiging van verblijf (zonder behandeling) worden ook ambulante AWBZ-parameters gebruikt om bepaalde vormen van zorg te financieren. De extramurale parameters zijn niet nieuw, middels deze parameters wordt nu nog de forensische zorg gefinancierd. Deze blijven bestaan als de prestatiebekostiging definitief wordt ingevoerd, dus naast de DBBC en ZZP. Wel lopen de huidige forensische parameters en de AWBZ-parameters op onderdelen uit elkaar omdat niet alle ontwikkelingen (zoals de overgang van vormen van begeleiding naar de WMO) voor het forensische veld zijn doorgevoerd. Spelregels Extramurale AWBZ-parameters De extramurale begeleidingsprestaties worden geregistreerd op prestatieniveau. Dit betekent dat de registratie bestaat uit een overzicht van het totaal aantal eenheden dat per prestatie door de zorgaanbieder is geleverd. De volgende extramurale AWBZ parameters worden door DForZo ingekocht: H300 H150 H152 H153
Begeleiding Begeleiding extra Begeleiding speciaal 1 (nah) Gespecialiseerde begeleiding (psy)
F125 Dagactiviteiten (educatief, recreatief en arbeidsmatig) H811 Dagbesteding VG licht H812 Dagbesteding VG midden H813 Dagbesteding VG zwaar Zie voor een nadere toelichting de uitvoeringsregel Prestaties Zorgzwaartepakketten en ambulante begeleiding Forensische Zorg, zie website www.forensischezorg.nl Registratie De geleverde zorg wordt geregistreerd in RePad. Er moet sprake zijn van één van de 22 forensische zorgtitels (zie bijlage 1). Voor de ambulante zorg is een indicatiestelling en daarmee plaatsingsbesluit voor ambulante zorg van een van de drie reclasseringsorganisaties noodzakelijk. Wanneer het ambulante zorg in het Gevangeniswezen betreft (de zorgaanbieder levert zorg in de PI of het Huis van Bewaring (HvB), wordt de indicatiestelling en het plaatsingssbesluit afgegeven door het Psycho Medisch Overleg (PMO)van het Gevangeniswezen. Zie voor de registratieverplichtingen hoofdstuk 3: Registratie. Tarieven Extramurale AWBZ-parameters Per 1 april 2012 is de NZa verantwoordelijk geworden voor het vaststellen van prestaties en tarieven voor de forensische zorg. Voor de tarieven voor de extramurale AWBZ-parameters wordt u verzocht de beleidsregels van de NZa te volgen op www.nza.nl.
Pagina 19 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Bevoorschotting Extramurale AWBZ-parameters De financiering van de geleverde zorg vindt plaats door middel van bevoorschotting. De bevoorschotting vindt maandelijks plaats door het overmaken van 1/12 deel van de met de zorgaanbieder gemaakte productieafspraak in budgetparameters conform het afgesloten inkoopcontract. Substitutie De zorgaanbieder kan tot 10% per afgesproken prestatie zelf substitueren binnen zijn productieafspraak. Behoudens toestemming zal de zorgaanbieder niet meer dan 10% per prestatie substitueren. Uitgesloten is substitutie tussen intramurale en extramurale zorg. Kaderregeling AO/IC ZZP’s en extramurale parameters Forensische Zorg Uw organisatie dient te voldoen aan de (kaderregelingen) AO/IC richtlijn(en), welke zijn vermeld op de site www.forensischezorg.nl. 2.5.2
Ontwikkelingen De NZa bepaalt onder het voorbehoud van het inwerking treden van het Interimbesluit FZ en de wet FZ de tarieven voor de Extramurale AWBZ-parameters. DForZo hanteert voor de inkoop 2013 de (voorlopige) tarieven van de NZa als uitgangspunt. De inkoop, financiële spelregels en de bekostiging van de Extramurale parameters zijn niet gewijzigd ten opzichte van het jaar 2012.
2.5.3
Relevante documenten over Extramurale AWBZ-parameters De volgende documenten met betrekking tot de extramurale ABWZ parameters zijn van toepassing voor 2013 en terug te vinden op de website www.forensischezorg.nl - Uitvoeringsregel Prestaties ZZP en ambulante begeleiding Forensische Zorg; - Uitvoeringsregel Kaderregeling AO/IC ZZP; - Productieafsprakensheet 2013. Overige documenten: - Beleidsregels NZa (www.nza.nl)
Pagina 20 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
3
Registratie
3.1
Inleiding In dit hoofdstuk vindt u informatie over de richtlijnen voor registratie en verantwoordingsinformatie binnen de forensische zorg. In paragraaf 2 vindt u meer algemene informatie gericht op nieuwe zorgaanbieders. In paragraaf 3 worden de verplichtingen ten aanzien van de registratie behandeld. In paragraaf 4 vindt u informatie over de op te leveren verantwoordingsdocumenten en een overzicht van de data waarop de verantwoordingsinformatie opgeleverd dient te worden.
3.2
Algemeen DForZo heeft een drietal ondersteunende systemen/applicaties waaruit informatie wordt gehaald, te weten: Repad IFZo FCS Dienstenportaal en Uzi-pas Indien u, als nieuwe zorgaanbieder, voor 2013 een overeenkomst sluit met DForZo dient via het dienstenportaal toegang te krijgen tot het Informatiesysteem Forensische Zorg (IFZO) en registratiesysteem Realisatie en Patiëntstromen DForZo (Repad). Het Dienstenportaal is een beveiligde omgeving waar diverse systemen/applicaties van het ministerie van Veiligheid en Justitie staan. Om toegang te krijgen tot het Dienstenportaal is een UZI-account en –pas nodig. Dit houdt onder meer in dat voor iedere medewerker die in IFZO en/of RePaD gaat werken een op naam gestelde UZI-pas dient te worden aangevraagd bij het UZI-register http://uziregister.nl/. U kunt met dezelfde UZI-pas registeren in zowel RePaD als in Ifzo. Een uitgebreide beschrijving van het aanvragen van een Uzi-pas staat op de website www.forensischezorg.nl. Repad De verantwoording over de productie en de patiëntstromen dient door aanbieders met een regulier contract maandelijks te worden aangeleverd in het systeem Registratie Patiëntenstromen Directie Forensische Zorg (RePaD). Zorgaanbieders met een licht contract dienen deze gegevens per kwartaal te registreren. Voor beide verantwoordingsgegevens is een handleiding digitaal beschikbaar via www.forensischezorg.nl. Repad is ontworpen voor de registratie van 2 soorten gegevens: De door een zorginstelling gerealiseerde zorg per prestatie (zorgcode); De in een zorginstelling verblijvende patiënten met een strafrechtelijke titel Voor iedere medewerker die in Repad gaat werken dient apart autorisatie te worden aangevraagd. Informatie en het aanvraagformulier Autorisatie Repad kunt u vinden op de website www.forensischezorg.nl Mocht u daarnaast nog vragen hebben over de registratie in RePaD kunt u deze ook stellen via de mailbox:
[email protected].
Pagina 21 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
IFZo DForZo bepaalt het inkoopbeleid mede op basis van de geaggregeerde zorgbehoefte die kan worden bepaald op basis van het totaal aantal indicatiestellingen. Het proces van indicatiestelling en plaatsing wordt ondersteund door de centrale registratie en vastlegging van gegevens in Ifzo. Op basis van deze gegevens kan tevens inzicht worden verkregen in de actuele vraagontwikkeling en de mogelijkheden van plaatsing bij het gecontracteerde zorgaanbieders. Het is daarom van essentieel belang en derhalve verplicht voor zorgaanbieders om de gegevens over het gecontracteerde zorgaanbod in Ifzo actueel te houden gedurende de looptijd van de overeenkomst. De productieafspraken worden in DBBC- en ZZP-termen gemaakt. Ook bij de indicatiestelling en plaatsing worden deze termen gehanteerd. Om een juiste aansluiting tussen vraag en aanbod mogelijk te maken, wordt u gevraagd om uw zorgaanbod in Ifzo ook in DBBC of ZZP termen te specificeren. Om te komen tot een optimale aansluiting tussen de indicatiestelling en plaatsing in het gecontracteerde zorgaanbod, verplicht DForZo de Zorgaanbieders de informatie over de beschikbaarheid van het gecontracteerde zorgaanbod voor alle zorglocaties tijdig en volledig in te voeren en te onderhouden via Ifzo. Een handleiding Ifzo is digitaal beschikbaar via www.forensischezorg.nl. Voor iedere medewerker die in Ifzo gaat werken dient net als Repad apart via een autorisatieformulier voor IFZO worden aangevraagd. Informatie en het aanvraagformulier Autorisatie Ifzo kunt u vinden op de website www.forensischezorg.nl Mocht u daarnaast nog vragen hebben over de registratie in Ifzo kunt u deze ook stellen via de mailbox:
[email protected]. FCS De geleverde forensische zorg in DBBC’s dient digitaal gefactureerd en gedeclareerd bij DForZo. Hiertoe dient uw registratie-, validatie- en facturatiesysteem middels de externe integratie standaard Vektis via VECOZO te kunnen communiceren met het factuur controle systeem (FCS) van DForZo. Uw instelling moet hiervoor de beschikking hebben over een AGB-code en een contractnummer. Dit (jaargebonden) contractnummer ontvangt u na het afsluiten van het inkoopcontract. 3.3
Registratieplicht Realisatie productie en patiëntstromen De realisatie van productie in budgetparameters en patiëntstromen (bij klinische en verblijfszorg) dient maandelijks tijdig en volledig door alle zorgaanbieders te worden geregistreerd en geaccordeerd in Repad. Onder tijdig wordt verstaan dat de zorgaanbieder met een regulier contract over maand (t) uiterlijk de 28e dag van de daaropvolgende maand (t+1) de realisatiegegevens heeft opgeleverd. Onder volledig wordt verstaan dat op alle parameters waarmee met DForZo een afspraak is gemaakt en waar realisatie op heeft plaatsgevonden wordt geregistreerd. De zorgaanbieders met een licht contract zijn verplicht om gegevens niet maandelijks, maar 28 dagen na het einde van elk kwartaal in Repad te registreren. Desalniettemin stelt DForZo het op prijs als ook zorgaanbieders met een licht contract maandelijks de productie willen registreren Deze gegevens dienen in de applicatie Repad te worden ingevoerd (zie paragraaf 3.2).
Pagina 22 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Hieronder ziet u een overzicht van de gegevens waarover en de frequentie waarop zorgaanbieders dienen te registreren. Repad 1 Rapportage RePaD (P*Q) (exclusief justitiële en rijksFPC) 2 Rapportage RePaD patiëntenstromen (exclusief (niet)justitiële en rijksFPC)
Inhoud - Gerealiseerde productie maal prijs - Aantal eerste opnames - Instroom - Uitstroom
Contract type Regulier
Wanneer
Licht
28 dagen na einde kwartaal
28 dagen na einde maand
Regulier Dagelijks na een mutatie Dagelijks na een mutatie
Licht
Realisatie in ZZP De zorgaanbieder is verplicht de geleverde ZZP’s te registreren (declareren) in Repad en verstrekt deze gegevens omtrent ook binnen 28 dagen na afloop van elke maand voor reguliere contracten en 28 dagen na afloop van elke kwartaal voor lichte contracten. DForZo volgt en controleert de gedeclareerde ZZP’s en maakt hierbij aansluiting tussen de aantallen gedeclareerde ZZP’s en de aantallen afgesproken ZZP’s in de productieafspraak. Hieronder ziet u een overzicht van de gegevens waarover en de frequentie waarop zorgaanbieders dienen te registreren. ZZP’s 1 Rapportage RePaD (P*Q)
2 Rapportage RePaD patiëntenstromen
Inhoud
Contracttype
Wanneer
- Gerealiseerde productie maal prijs - Aantal eerste opnames
Regulier
28 dagen na einde maand
Licht
28 dagen na einde kwartaal
Regulier
Dagelijks na een mutatie
Licht
Dagelijks na een mutatie
- Instroom - Uitstroom
Realisatie ambulante zorg in de PI De zorg die in de PI wordt geleverd dient separaat te worden geregistreerd om de productie van de ambulante zorg in de PI te kunnen monitoren. Zorgaanbieders die ambulante zorg leveren in de PI worden verzocht dit in een apart invoerveld in Repad te registreren.
3.4
Verantwoordingsinformatie Jaarverslag en jaarrekening In het kader van de verantwoording 2013 wordt u gevraagd kwantitatieve en kwalitatieve informatie aan te leveren. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke informatie dat betreft. Deze informatie wordt voor verschillende doeleinden gebruikt, waaronder: - het bewaken van het (macro)budget; - het bewaken van de realisatie op gemaakte productieafspraken; Pagina 23 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
- het verzamelen van informatie ten behoeve van tussentijdse herschikking; - het verzamelen van informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg; - het verzamelen van informatie ten behoeve van plaatsing en zorgtoeleiding in de forensische zorg. De eisen voor de jaarverslaglegging voor instellingen in de forensische zorg zijn conform de WTZi. Daarom wordt voor de jaarverslaglegging gebruik gemaakt van het document Jaarverantwoording zorginstellingen 2013. Het document bestaat uit drie onderdelen: het jaarverslag, de jaarrekening en de informatie die moet worden ingevuld via DigiMV. In het jaardocument 2013 zijn enkele onderdelen toegevoegd die specifiek voor de forensische zorg dienen te worden ingevuld. Indien met u aanvullende specifieke afspraken gemaakt zijn over het aanleveren van informatie dient u deze ook in het jaarverslag op te nemen. De eisen met betrekking tot het opstellen van de jaarrekening zijn niet aangepast. Prestatie-indicatoren kwaliteit forensische zorg Het ministerie van VWS stopt per 2013 met het beheer en de ontwikkeling van de prestatie-indicatoren van Zichtbare Zorg. DForZo neemt in overleg met GGZ Nederland de verdere ontwikkeling van de forensische prestatie-indicatoren over. In 2013 kunnen de zorgaanbieders rapporteren over de prestaties in 2012. Zorgaanbieders worden eind 2012 nader geïnformeerd over dit onderwerp. Protocol Controleverklaring en Onderhandenwerk-bepaling Het onderhandenwerk per 31 december van het lopende jaar dient door de accountant te worden vastgesteld. Het onderhandenwerk wordt naar analogie van de GGZ in de forensische zorg als volgt gedefinieerd: het voortschrijdend totaal van de waarde van geleverde zorg met betrekking tot DBBC vanaf de startdatum tot de einddatum. De zorgaanbieder dient een OHW sheet op te stellen op persoonsniveau met daarin opgenomen de clienten die op die datum nog in zorg waren en waarvoor de DBBC nog niet is gefactureerd. Het protocol met daarin de aanwijzingen voor de controlerende accountant zal in het jaar 2013 worden opgesteld. Het protocol zal te zijner tijd ook op de website www.forensischezorg.nl staan. Protocol Controleverklaring Het controleprotocol dat de accountant dient te volgen bij het uitvoeren van de controle op de productieverantwoording is gebaseerd op onder meer de Regeling AO/IC AWBZ-instellingen, maar zal ook worden gebaseerd op de uitvoeringsregels DBBC. Deze regeling is noodzakelijkerwijs aangepast op de specifieke situatie bij de inkoop van zorg in een strafrechtelijk kader. Hierbij gaat het inhoudelijk vooral om twee toevoegingen, namelijk de aanwezigheid van een strafrechtelijke titel en de toeleiding door de juiste instanties. U dient een door de accountant getekend Controleverklaring mee te sturen met een gewaarmerkte productieverantwoording(en). Deze verantwoording dient na afloop van het afgesloten boekjaar ingediend te zijn bij DForZo. Op basis van de door uw accountant gewaarmerkte en door DForZo goedgekeurde productieverantwoording(-en) over jaar t wordt in het jaar t+1 het definitieve budget vastgesteld. Een eventuele nabetaling wordt zo spoedig mogelijk na vaststelling apart betaalbaar gesteld. Indien een deel van het voorschot dient te worden terugbetaald zal dat middels een vordering worden geïncasseerd.
Pagina 24 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
De uitkomsten van het beoordelingskader van de inkoop 2013 kunnen betrokken worden bij de eindafrekening van 2013. Het controleprotocol in het kader van de productieverantwoordingen is te zijner tijd te vinden op www.forensischezorg.nl.
Overzicht opleveringsdata verantwoordingsinformatie Hieronder ziet u een overzicht van de verantwoordingsinformatie en de data waarop dit opgeleverd dient te worden. Verantwoordingsinformatie Inhoud 1 Jaarverslag en jaarrekening Zie Jaardocument MV zorginstellingen 2013 2 Prestatie-indicatoren kwaliteit Zie Jaardocument forensische zorg MV zorginstellingen 2013/DigiMV 3 Controleverklaring Totale gerealiseerde (Productieverantwoording) en productie OHW-bepaling
Wanneer 1 juni 2014
1 juni 2014
1 juni 2014
Pagina 25 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
4
Indicatiestelling en plaatsing
4.1
Inleiding In hoofdstuk Indicatiestelling en plaatsing wordt kort stilgestaan bij de processen van indicatiestelling en plaatsing. Indicatiestelling is nodig om onafhankelijk de zorgbehoefte en de beveiligingsnoodzaak van de justitiabele vast te stellen en moet leiden tot tijdige en adequate plaatsing in de juiste zorg. Dit wordt formeel bekrachtigd met een plaatsingsbesluit dat namens DForZo door een van de indicerende instanties wordt afgegeven. In paragraaf 2 vindt u informatie over het proces van indicatiestelling. In paragraaf 3 over het proces van plaatsing. In paragraaf 4 wordt ingegaan op de regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheiddagen. Als laatste vindt u in paragraaf 5 de wijzigingen in de indicatie- en plaatsingsystematiek. In het Handboek Forensische Zorg staat een complete uitwerking van indicatiestelling en plaatsing. Deze is te vinden op website www.forensischezorg.nl.
4.2
Indicatiestelling Er zijn drie categorieën bevoegde instanties die de indicatiestelling voor de forensische zorg uitvoeren: - het Nederlands Instituut Forensische Psychiatrie (NIFP); - de drie reclasseringsorganisaties (3RO): Leger des Heils, Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) en Reclassering Nederland (RN); - het Psycho Medisch Overleg (PMO) van de penitentiaire inrichtingen en de Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC’s). Schematisch ziet de verdeling van bevoegdheden er als volgt uit: Ambulante Zorg Beschermd wonen Klinische Zorg NIFP/IFZ X X 3RO X X PMO X X X Hieronder wordt per type zorg (klinisch, ambulant, beschermd wonen, gevangeniswezen) een toelichting gegeven. Voor Tbs-gestelden geldt vanwege de gedwongen plaatsing een andere systematiek. Indicatiestelling klinische zorg Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is verantwoordelijk voor alle indicatiestellingen buiten het gevangeniswezen die leiden naar klinische zorg. Hieronder valt tevens indicatiestelling ten behoeve van behandeling in de SGLVG(+) instellingen. Ook de indicatiestelling voor klinische verslavingszorg wordt sinds 2011 uitgevoerd door het NIFP, waarbij dezelfde werkwijze en format worden gehanteerd als voor de overige klinische zorg. Indicatiestelling voor ambulante zorg De 3RO voert de indicatiestelling voor de ambulante zorg voor voorwaardelijk gestraften uit. In 2012 is ook de 3RO aangesloten waarmee nu landelijk op uniforme wijze kan worden geïndiceerd.
Pagina 26 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Indicatiestelling voor beschermd wonen De indicatiestelling voor beschermd wonen, waaronder ook (SGL)VG verblijf kan door meerdere instanties worden uitgevoerd. De herkomst van de justitiabele bepaalt door welke organisatie de indicatiestelling wordt gedaan. De indicatiestelling geschiedt als volgt: - het NIFP/IFZ indien sprake is van doorstroom vanuit klinische zorg; - het PMO indien het een uitplaatsing betreft vanuit de PI; - de 3RO indien het zorg voor voorwaardelijk gestraften betreft. Voor het indiceren van de verblijfszorg in ZZP’s wordt toegewerkt naar een indicatiestelling in drie categorieën ZZP’s (Licht, Midden en Zwaar). De zorgaanbieder bepaalt zelf, mede aan de hand van de in de AWBZ gehanteerde HHM-webtool, welke ZZP op een specifieke cliënt van toepassing is. Deze tool kunt u vinden op www.zorgzwaartebekostiging.nl. Indicatiestelling voor zorg in de PI Het PMO van de PI, en in een uitzonderlijke situatie de behandelcoördinator van de PPC, kan op basis van een indicatiestelling in Ifzo ambulante zorg voor een gedetineerde organiseren. Met ambulante zorg in de PI en PPC wordt bedoeld dat een behandelaar in de PI of PPC de gedetineerde opzoekt en de behandeling daar kan plaatsvinden. Bij zorg in de PI/PPC dienen ook de procedures van indicatiestelling en plaatsing te worden doorlopen. Een definitief plaatsingsbesluit is ook bij zorg in de PI/PPC noodzakelijk voor het factureren/declareren van de zorg bij DForZo. Uitgangspunt is dat alle ambulante zorgtrajecten in de PI of PPC worden geregistreerd in Ifzo.
4.3
Plaatsing Plaatsing omvat het gehele proces van de afgeronde indicatiestelling van een justitiabele met een zorgbehoefte tot aan de feitelijke opname of de start van de zorg. Dit proces wordt formeel bekrachtigd door afgifte van een plaatsingsbesluit. De verantwoordelijkheid voor tijdige plaatsing van een cliënt op de juiste plaats ligt primair bij de eerder omschreven indicatie organen. DForZo houdt echter de eindverantwoordelijkheid voor iedere individuele plaatsing. Om dit proces goed te ondersteunen en te borgen wordt het Forensisch Plaatsingsloket (FPL) ingericht, dat aanspreekpunt is bij probleemsituaties en in die gevallen kan interveniëren. In uiterste gevallen kan het FPL plaatsing bij een zorgaanbieder afdwingen, mits deze plaatsing valt binnen de gemaakte contractafspraken. Het plaatsingsbeleid voor Forensische zorg is omschreven in het Beleidskader Plaatsing (te vinden op www.forensischezorg.nl ) en gaat uit van de volgende criteria: - de zorg moet passen bij de zorgbehoefte en beveiligingsnoodzaak uit de indicatiestelling; - de locatie van de te bieden zorg moet bereikbaar zijn voor de justitiabele; - uitvoering van de zorg moet tijdig plaatsvinden. Normen worden gesteld ten aanzien van de bereikbaarheid van zowel klinische als ambulante zorg, waarbij zorgverlening in de regio leidend is (met uitzondering van plaatsing in een FPK/FVK). Er wordt geplaatst binnen vastgestelde termijnen die aansluiten op de eisen die het strafrechtsproces stelt.
Pagina 27 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Op basis van de indicatiestelling wordt de matching tussen zorgvraag en aanbod gefaciliteerd door IFZO. Dit leidt tot een overzicht van de zorgaanbieders, die passen bij de indicatiestelling op basis van enkele harde criteria (o.a. geslacht, klinisch/ambulante zorg/beschermd wonen). Naast deze harde criteria worden door de indicerende instanties overwegingen meegenomen die leiden tot passende zorg, zoals bijvoorbeeld de continuïteit van de zorg (duur van de titel en het vervolgtraject), eerdere behandelervaringen en de cultuur/identiteit van de patiënt. Om te komen tot een optimale aansluiting tussen de indicatiestelling en plaatsing in het gecontracteerde zorgaanbod, zijn de Zorgaanbieders verplicht de informatie over de beschikbaarheid van het gecontracteerde zorgaanbod tijdig en volledig aan te leveren via IFZO.
Ifzo DForZo heeft het Informatiesysteem forensische zorg (Ifzo) ontwikkeld. Ifzo ondersteunt het totale proces van forensische zorg; van indicatiestelling tot en met plaatsing bij een gecontracteerde zorginstelling. Patiënten kunnen alleen worden geplaatst bij een door DForZo gecontracteerde zorginstelling. Het gecontracteerd zorgaanbod van deze instellingen staat geregistreerd in Ifzo. Voorafgaand aan de plaatsing wordt het proces van indicatiestelling, matching en toeleiding doorlopen door de uitvoeringsorganisaties NIFP/IFZ, 3RO en GW/PMO. Ifzo ondersteunt al deze processen. De indicerende organisatie maakt in Ifzo de indicatiestelling aan. Op grond van deze indicatie zoekt de plaatsende instantie via Ifzo de meest geschikte zorgplek voor de patiënt zoekt bij een gecontracteerde zorgaanbieder. Ifzo toont met behulp van de matchingsmodaliteit welke gecontracteerde zorginstellingen zorg bieden die past bij de zorgbehoefte van de patiënt. De plaatsingsfunctionaris beslist uiteindelijk bij welke gecontracteerde zorgaanbieder de patiënt geplaatst wordt. Zorgaanbieders en Ifzo De gecontracteerde zorgaanbieder dient, zoals tevens gesteld in hoofdstuk 3, aangesloten te zijn op Ifzo om het gecontracteerde zorgaanbod en beschikbaarheid per zorglocatie in te voeren en te onderhouden. In Ifzo zijn voor de zorgaanbieder ondermeer de toeleidingspogingen naar de diverse zorglocaties zichtbaar. Ook de facturatie van de zorg geschiedt aan de hand van informatie uit Ifzo. Daarbij is het plaatsingsbesluitnummer van belang. Het plaatsingsbesluitnummer, staat rechtsboven in de definitieve plaatsingsbesluitbrief en is een noodzakelijk nummer om te kunnen factureren. Deze brief wordt via Ifzo verstuurd. Plaatsingsbesluit De verwijsbrief is komen te vervallen en wordt niet meer gehanteerd in de forensische zorg. Het plaatsingsbesluit is daarvoor in de plaats gekomen en wordt via Ifzo verstuurd met daarin alle benodigde informatie voor het leveren, factureren en/of declareren van de geïndiceerde zorg. Zonder geldig plaatsingsbesluit wordt de forensische zorg niet vergoed. Opnamedatum en Ifzo De opnamedatum (startdatum zorg) is een belangrijk invulveld binnen Ifzo omdat vanaf die datum de procedure rondom de plaatsing volledig is afgesloten. De zorgaanbieder dient deze datum per cliënt te melden bij de organisatie die de betreffende cliënt heeft geplaatst. Zo lang de procedure van de plaatsing niet formeel is afgerond, is er ook geen rechtmatige grond voor het factureren c.q. declareren van de geleverde zorg.
Pagina 28 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
De zorgaanbieder wordt verzocht deze datum zo snel mogelijk na start zorg bij de plaatsende instantie aan te leveren. Plaatsing door NIFP In geval van plaatsing door het NIFP/IFZ kan de startdatum worden gemaild naar de gemeenschappelijke mailbox:
[email protected] Plaatsing door 3RO en PMO Voor 3RO en PMO wordt de startdatum zorg gestuurd naar het mailadres van de desbetreffende plaatsende instantie zoals in het plaatsingsbesluit staat weergegeven. De volgende gegevens moeten in de mail ‘melding startdatum zorg’ worden opgenomen: patiënt gegevens (naam en geboortedatum), Strafketen nummer (SKN) de werkelijke opnamedatum van patiënt. Ontslagbrief bij einde klinische opname sturen naar NIFP/IFZ Na beëindiging van de opname bij uw zorginstelling zou het NIFP/IFZ graag een (afschrift van de) ontslagbrief ontvangen. Dit geldt alleen voor de zorginstellingen waar patiënten met een klinische indicatie van het NIFP/IFZ verblijven en niet voor instellingen voor beschermd wonen of ambulante zorg. In deze ontslagbrief is het verloop van het verblijf en behandeling beschreven met de reden(en) voor beëindiging en een eventueel advies ten behoeve van vervolgbehandeling cq nazorgtraject. De ontslagbrief kan worden gestuurd naar het volgende mailadres:
[email protected] Het NIFP-IFZ stuurt u per mail een ontvangstbevestiging. De ontslagbrief wordt opgeslagen en bewaard in het (digitale) NIFP/IFZ dossier van patiënt en kan gebruikt worden voor onderzoeksdoeleinden.
4.4
Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen Recentelijk is het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (aanpassingen tbs met voorwaarden) gewijzigd. Hierbij is geregeld dat tbsgestelden met voorwaarden en tbs-gestelden in de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in geval van crisis tijdelijk kunnen worden opgenomen. De tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen zijn vooralsnog onder voorbehoud. Dit omdat de NZa hiervoor naar alle waarschijnlijkheid een beleidsregel voor gaat opstellen. Tot het moment van invoer zijn de onderstaande regels inzake tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen van toepasssing. Voor de registratie van de verzorgingsdagen in DBBC’s, wordt in de huidige DBBCspelregels een maximum van zes weken gehanteerd. Op basis van de wetswijziging verandert dit in zeven weken. De DBBC’s Bij de eerstvolgende gelegenheid worden de DBBC-spelregels aangepast. In algemene zin geldt dat DForZo de verblijfsdagen en vaste kosten vergoed in geval van afwezigheid voor de (maximale) duur van de afwezigheid zoals hieronder per categorie cliënten wordt beschreven. Pagina 29 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Voor alle categorieën geldt indien een cliënt langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is, het meerdere van 24 uur niet als verzorgingsdagen mogen worden geregistreerd.
4.4.1
Tbs met dwangverpleging Bij vergoeding van afwezigheid van tbs-gestelden kan het gaan om afwezigheid in geval van ziekenhuisopname vanuit een FPC of forensische zorginstelling. Daarnaast kan een FPC patiënten in proefverlof of in de voorwaardelijke beëindiging in geval van crisis tijdelijk opnemen. Vanaf 2011 geschiedt dit voor al deze patiënten in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT). In een crisissituatie kan een patiënt voor en termijn van maximaal zeven weken worden teruggeplaatst in het FPC van herkomst. Het doel van deze tijdelijke crisisopname is de patiënt te stabiliseren en te voorkomen dat klinische behandeling noodzakelijk wordt. Indien in deze periode geen stabilisatie is bereikt, kan de periode met nog eens maximaal zeven weken worden verlengd. Voor de invoering van FPT werd de tijdelijke crisisopname tijdens proefverlof maximaal zes weken vergoed, in 2011 wordt deze periode gelijkgetrokken aan de overige categorieën zoals genoemd, tbs met voorwaarden en bij voorwaardelijke beëindiging. Daarmee wordt ook bij een tbs-gestelde met proefverlof een tijdelijke crisisopname van maximaal zeven weken met zeven weken verlenging vergoed.
4.4.2
Tbs met voorwaarden In de aangepaste wet tbs met voorwaarden wordt een tijdelijke crisisopname voor de duur van zeven weken geregeld, zodat daarmee de omzetting naar tbs met dwangverpleging kan worden voorkomen. Tevens voorziet de tijdelijke crisisopname bij tbs met voorwaarden in de mogelijkheid voor verlenging met maximaal zeven weken als de verwachting is dat stabilisatie binnen deze verlenging zal worden bereikt. Deze verlening is in de wet tevens mogelijk gemaakt bij voorwaardelijke beëindiging van de tbs. Vergoeding aan een FPC - Bij een ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van 7 dagen vergoed. Bij een verblijf langer dan 7 dagen dient er voor vergoeding van de dagen contact op te worden genomen met DForZo. - Als er bij een ziekenhuisopname kosten voor beveiliging zijn gemaakt door inzet van DV&O aan het ziekenhuisbed, dan betaalt Directie Forensische Zorg de kosten voor beveiliging bij opname langer dan 7 dagen. Het FPC komt dan niet in aanmerking voor vergoeding van de verblijfsdagen langer dan die 7 dagen. - Als een FPC in het kader van een time out een tbs-gestelde opneemt, worden deze verblijfsdagen vergoed. Het gaat om een periode van 7 weken die maximaal nog eens met 7 weken kan worden verlengd. Als er sprake is van meerdere niet aaneengesloten crisisperioden per jaar, die korter zijn dan de twee maal zeven weken, dan geldt dat er per tbs-gestelde maximaal 14 weken per kalenderjaar vergoeding plaatsvindt voor afwezigheid in genoemd kader. De verzorgingsdagen worden niet vergoed als het gaat om afwezigheid van een tbsgestelde in verband met een ongeoorloofde afwezigheid langer dan 24 uur, verblijf in Huis van Bewaring/politiecel of verblijf in Pieter Baan Centrum.
Pagina 30 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Vergoeding aan forensische zorginstellingen - Bij een ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van zeven dagen vergoed. - Als een tbs-gestelde vanuit een intramurale setting van een forensische zorginstelling wordt teruggeplaatst naar een FPC, dan mag deze zorgaanbieder voor de duur van de tijdelijke crisisopname de verblijfsdagen in rekening brengen. Het gaat om een periode van zeven weken die maximaal nog eens met zeven weken kan worden verlengd. 4.4.3
Gedetineerden Deze regeling geldt voor gedetineerden die in het kader van een ISD-maatregel, art. 15.5, 43.3 of Penitentiair Programma in een zorginstelling zijn geplaatst en een tijdelijke crisisopname in de PI noodzakelijk is. De terugplaatsing is geen sanctie maar onderdeel van de behandelstrategie als de gestelde voorwaarden zijn overtreden of de behandelrelatie onder druk is komen te staan. In dit kader wordt twee weken de leegstand vergoed en dient het bed beschikbaar te blijven voor de gedetineerde, mits voldaan aan onderstaande voorwaarden en procedure. Randvoorwaarden: 1 Met de kliniek of zorginstelling wordt van te voren afgesproken (schriftelijk) wat de inrichting zelf doet bij overtreding van de voorwaarden en wanneer tijdelijke crisisopname in beeld komt; 2 Een tijdelijke crisisopname (max. 2 weken) is het uiterste redmiddel van het zorgtraject buiten de PI; 3 Ingeval van de laatste fase van de ISD-maatregel heeft de directeur al op grond van art. 44n een waarschuwing gegeven; 4 De directeur van de PI heeft met de zorginstelling afgesproken dat de plaats twee weken gereserveerd blijft, tot nader order. Procedure: 1 De voordracht van de directeur van de PI voor selectie kan telefonisch met de selectiefunctionaris worden besproken, mits de schriftelijke voordracht uiterlijk de eerstvolgende werkdag volgt. Na het opmaken van het selectieadvies wordt de selectiefunctionaris daarover telefonisch geïnformeerd; 2 De beslissing van de selectiefunctionaris wordt zo spoedig mogelijk vastgelegd in een beschikking; 3 De selectiefunctionaris besluit met de goedkeuring van de tijdelijke crisisopname, zowel tot terugplaatsing naar de PI van herkomst, als ook tot de plaatsing terug naar de zorginstelling - binnen twee weken bij goed gedrag; 4 Zodra duidelijk wordt - binnen deze twee weken - dat de gedetineerde niet voor terugplaatsing in aanmerking komt, wordt de zorginstelling hierover geïnformeerd en vervalt een eventuele reservering. Er volgt zo spoedig mogelijk een nieuw inrichtingsadvies aan de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris neemt hierop een besluit. In het voorstel voor tijdelijke crisisopname komt het volgende aan de orde: - de reden voor de tijdelijke crisisopname; - maatregelen om betrokkene in de kliniek te houden; - de reden waarom vooreerst kan worden volstaan met een tijdelijke crisisopname van twee weken; Pagina 31 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
- bevestiging dat de zorgaanbieder toestemming heeft gekregen van de directeur van de PI het bed twee weken te reserveren.
4.4.4
Overige forensische zorg Voor de overige justitiabelen (niet zijnde gedetineerden, tbs-gestelden met dwangverpleging of tbs met voorwaarden) is ook een regeling opgesteld voor de vergoeding van verblijfsdagen bij afwezigheid van de cliënt. Bij afwezigheid door ziekenhuisopname wordt een vergoeding van de verblijfsdagen en vaste kosten voor een maximum van zeven dagen gehanteerd. Bij afwezigheid anders dan een ziekenhuisopname wordt een onderscheid gemaakt tussen de behandelinstellingen en instellingen voor verblijf zonder behandeling. Instelling voor verblijf zonder behandeling Instellingen met verblijf zonder behandeling (GGz en VG-zorg) die worden gefinancierd op basis van ZZP’s mogen alle afwezigheidsdagen schrijven, zolang de cliënt nog ingeschreven staat in de instelling. Deze mag vanaf de eerste dag dat de cliënt afwezig is worden gedeclareerd. De reden van afwezigheid is hierbij niet van belang. Er geldt een maximum van zeven weken. Een afwezigheid langer dan zeven weken dient te worden gemeld bij de zorginkoper van DForZo. Instelling voor behandeling Voor instellingen voor behandeling die worden gefinancierd op basis van DBBC’s bestaat er bij afwezigheid anders dan een ziekenhuisopname geen mogelijkheid om afwezigheidsdagen te registreren op een DBBC. Dit is naar analogie van de DBCsystematiek in de GGz. Deze twee vergoedingsregelingen gelden dus alleen voor de overige justitiabelen die niet onder 1. en 2. vallen. Dus niet zijnde: tbs-gestelden met een voorwaardelijke beëindiging, tbs-gestelden met voorwaarden, tbs-gestelden met proefverlof of gedetineerden die in een forensische zorginstelling verblijven.
4.5
Ontwikkelingen Verdwijnen verwijsbrief Per 1 oktober 2012 worden geen verwijsbrieven meer gehanteerd en geschieden alle plaatsingen op basis van een plaatsingsbesluit dat via Ifzo wordt verstuurd. Het plaatsingsbesluit is een voorwaarde om een zorgtraject te kunnen starten en te kunnen declareren. NZa beleidsregel voor crisisopname en afwezigheidsdagen De NZa zal naar verwachting een beleidsregel op gaan stellen voor crisisopname en afwezigheidsdagen. De tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen zoals deze zijn opgenomen in deze handleiding zijn vooralsnog onder voorbehoud. Tot het moment van invoer van de beleidsregel van de NZa zijn eerder genoemde regels inzake tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen van toepassing.
Pagina 32 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
5
Informatie voor niet-justitiële FPC’s
5.1
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillen in de aanvraag, registratie en verantwoording over de TBS met dwangverpleging ten opzichte van de overige FPKcapaciteit. De inkoop van forensische zorg voor TBS-met dwangverpleging (hierna tbs-capaciteit) bij niet-justitiële FPC’s maakt in principe integraal onderdeel uit van de inkoop forensische zorg. Voor de FPK-capaciteit dienen de niet-justitiële FPC’s te voldoen aan de overige eisen/richtlijnen in deze handleiding. In paragraaf 2 vindt u informatie over de productieaanvraag, DBBC’s en bevoorschotting. In paragraaf 3 vindt u informatie over de specifieke eisen voor niet-justitiële FPC’s ten aanzien van de registratie.
5.2
Financiering Productie aanvraag De niet-justitiële FPC’s dienen de aanvraag voor tbs-capaciteit met dwangverpleging in een aparte paragraaf in de offerte aan te geven. U geeft het totaal aantal plaatsen voor de te leveren capaciteit aan per 1 januari 2013 en per 31 december 2013. Vervolgens berekent u de gewogen gemiddelde capaciteit over 2013 (berekening op dagbasis). Indien u wijzigingen verwacht in de capaciteit per 1 januari 2013 (ten opzichte van het lopende jaar) en per 31 december 2013 (ten opzichte van 1 januari 2013) verzoekt DForZo u hierop een toelichting te geven. De definitieve productieafspraak wordt in de sheet ‘budgetberekening’ door DForZo aan de instelling kenbaar gemaakt. Deze sheet dient, net zoals de sheet(s) voor overige FZ, door beide contractpartijen te worden getekend en retour gezonden naar DForZo. Voor de tbs-capaciteit dient ook een aparte DBBC inkoopsheet te worden ingediend (de inkoopsheet heeft dan alleen betrekking op de verwachte tbs capaciteit). Uiterlijk 1 oktober 2012 dient u deze sheets, eventueel samen met het reguliere productievoorstel voor de overige FPK-bedden en de daarbij behorende DBBC sheets, in te dienen. Volledigheidshalve wordt hierbij vermeld dat de actuele situatie met betrekking tot de wachtlijst ertoe leidt dat DForZo van de niet-justitiële FPC’s uiterste flexibiliteit verlangt bij het opnemen van tbs-gestelden. DBBC’s Voor de DBBC geldt in 2013 het volgende: - de DBBC offerte vormt de basis voor inkoop en financiering (registratie, validatie en facturatie) van forensische zorg. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DBBC’s en het inkoopgesprek is de ‘Profielengids DBBC 2013’ opgesteld; - de afrekening over het jaar 2013 vindt waarschijnlijk gedeeltelijk plaats op basis van budgetparameters en op basis van de omzet op DBBC (Zie beleidsregel NZa (transitiemodel); - de vangnetconstructie (op basis van de budgetparameters) blijft voor 2013 gedeeltelijk bestaan. Zie ook beleidsregel NZa (transitiemodel). De uitvoeringsregels DBBC 2013 zijn ook van toepassing op de niet-justitiële FPC’s. Pagina 33 van 35
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Bevoorschotting Zie hiervoor paragraaf 2.1 Bekostigingssystematiek van deze handleiding bij subparagraaf Bevoorschotting. 5.3
Registratie Productieregistratie De niet-justitiële FPC’s dienen in 2013 de tbs-productie te registreren in MITS. Daarnaast worden de niet-justitiële FPC’s gevraagd om de prestatie-indicatoren conform de particuliere FPC’s in MITS te registreren. MITS is een registratieverplichting voor de Niet-Justitiële FPC’s, particuliere FPC’s en de Rijks FPC’s. In MITS dienen alle patiëntgegevens omtrent een tbs-gestelde juist, volledig en tijdig worden opgenomen. MITS 1 Registratie productie MITS
Inhoud
Wanneer
Gerealiseerde productie (in dagen) Aantal eerste opnames
28 dagen na einde maand
Prestatie-indicatoren De prestatie-indicatoren DJI hebben betrekking op de tbs met dwangverpleging en gelden al voor de justitiële particuliere en rijks-FPC’s. Deze prestatie-indicatoren zijn uitgewerkt in de handleiding P&C 2013 particuliere Forensisch Psychiatrische Centra. Verantwoording De tbs-productie dient middels de tbs-verantwoordingsheet (anders dan de verantwoordingssheets voor de overige FZ/tenders) te worden verantwoord. Hierbij dienen de gegevens uit MITS als uitgangspunt. Nacalculatie geschiedt conform de systematiek voor de particuliere FPC’s (zie hiervoor de P&C handleiding particuliere FPC 2013). Deze dient voorzien te zijn van een door de accountant af te geven verklaring. De verklaring met de verantwoordingsheet over het jaar 2013 dient voor 1 juni 2014 ontvangen te zijn. De verantwoordingsheet TBS en het daarbij behorende protocol worden gepubliceerd op www.forensischezorg.nl Overzicht data oplevering (verantwoordings)informatie In de onderstaande tabel is beschreven welke (verantwoordings)informatie het nietjustitiële FPC dient aan te leveren en op welk moment. DBBC’s 1 DBBC factuur
Inhoud Aantal DBBC factureren . 2 DBBC’s die op 30-6-2013 nog Onderhanden werk niet zijn afgesloten. Zie ultimo juni 2013. uitvoeringsregels DBBC’s. 3 DBBC’s die op 31-12-2013 Onderhanden werk nog niet zijn afgesloten. Zie ultimo 2013. uitvoeringsregels DBBC’s.
Pagina 34 van 35
Wanneer Bij afsluiting van de DBBC. 1 augustus 2013
1 februari 2014
Handleiding Financiering en Registratie 2013 | 1 augustus 2012
Bijlage 1
Forensische Zorgtitels (strafrechtelijke maatregelen)
Forensische zorg kan worden verleend op basis van de volgende Forensische Zorgtitels (strafrechtelijke maatregelen): 1. strafrechtelijke machtiging (art. 37 jo 39 Sr); 2. tbs met dwangverpleging (art. 37a jo 37b Sr); 3. tijdelijke plaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis (art. 13 Bvt); 4. overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis (art. 14 Bvt) 5. tbs met proefverlof (art. 51 Bvt); 6. plaatsing ten behoeve van pro-justitia rapportage (art. 196/ 317 Sv); 7. voorwaardelijke beëindiging van tbs met dwangverpleging (art. 38g Sr); 8. tbs met voorwaarden (art. 38a Sr); 9. voorwaardelijke veroordeling (art. 14a Sr); 10. sepot met voorwaarden (art. 167/ 244 Sv); 11. schorsing voorlopige hechtenis met voorwaarden (art. 80 Sv); 12. overbrenging van een gedetineerde naar psychiatrisch ziekenhuis (art. 15 lid 5 Pbw); 13. overbrenging van een gedetineerde voor hulpverlening (art. 43 Pbw) ; 14. plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders met voorwaarden (art. 38m Sr jo art. 38p Sr); 15. plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (art. 38m Sr jo art. 44 b t/m 44 q Pm); 16. penitentiair programma met zorg (art. 15 lid 2 Pbw); 17. interne overplaatsing op zorgafdeling in het gevangeniswezen (art. 15 Pbw); 18. poliklinische verrichtingen door GGZ in het gevangeniswezen (art. 42 Pbw); 19. voorwaardelijke invrijheidsstelling met bijzondere voorwaarden (art. 15a Sr); 20. voorwaardelijke gratieverlening (art. 13 Gratiewet jo. 558 Sv); 21. strafbeschikking met aanwijzingen (art. 257a lid 3 Sv.) 22. voorgenomen indicatiestelling1
1 De voorgenomen indicatiestelling is niet een strafrechtelijke titel, maar een bekostigingsgrondslag op basis waarvan de 3RO in uitzonderlijke gevallen kan indiceren voor zorg, wanneer er nog niet sprake is van een van de strafrechtelijke titels.
Pagina 35 van 35