handboek aanpak meerderjarige veelplegers fryslân
handboek aanpak meerderjarige veelplegers fryslân
Colofon Tekst Anneke Trinks Redactie Rieneke Kamminga, Veiligheidshuis Fryslân Vormgeving Van Kelckhoven bno, Groningen
inhoud 1 inleiding
4
2 inleiding
5 5 6 6 6
2.1 2.2 2.3 2.4
Landelijk beleid De aanpak van meerderjarige veelplegers in Fryslân Peilers Doelstelling veelplegeraanpak
3 definities
7
4 organisatie
8
5 uitgangspunten veelplegeraanpak fryslân 6 taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Regiopolitie Fryslân Openbaar Ministerie Reclasseringsorganisaties DJI Betrokkenheid gemeenten
7 totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst 7.1 7.2
Werkwijze wijzigen van de veelplegerslijst Werkwijze plaatsing op de ISD-lijst
10
13 13 13 14 15 15
16 16 18
8 opsporing
19
9 vervolging
20
10 advisering en toezicht
21
11 detentie en nazorg
22 22 22
11.1 11.2
Detentie Nazorg
12 viadesk
24
bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
lijst met afkortingen organisatie en werkwijze van het casusoverleg veelplegers (cov) richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers procesbeschrijving veelplegers fryslân brief aan veelpleger bij plaatsing op lijst brief aan veelpleger bij afvoer van lijst concrete beschrijving werking viadesk viadesk: scherm na inloggen viadesk: het persoonsdossier convenant gegevensuitwisseling oersoonsgerichte aanpak veelplegers arrondissement leeuwarden
26 27 30 41 44 45 46 47 48 49
1
inleiding Het Veiligheidshuis Als je je vroeger lelijk had misdragen Werd je hardhandig in de kraag gevat En je moest dan, bestemd voor galg en rad, Meteen de cel in met de boevenwagen. Daar werd je in de ketenen geslagen Tot je je straftijd uitgezeten had, Maar daarna wachtte weer het slechte pad – Heel anders dus dan nu in onze dagen: De ketenen van toen zijn nu een keten Van partners die tezamen alles weten En borg staan voor ons aller veiligheid. Wie nu een misstap doet, wordt hier op tijd Rechtlijnig naar zijn eigen maat gemeten Hetgeen tot de vereiste aanpak leidt.
Driek van Wissen, op dat moment dichter des vaderlands, heeft tijdens de opening van het Veiligheidshuis Groningen op 7 november 2008 op deze wijze het Veiligheidshuis verwoord. Zijn woorden zijn zeker ook van toepassing op de aanpak van meerderjarige veelplegers in Fryslân.
4
voorwoord
2
inleiding
2.1 Landelijk beleid De overheid onderneemt actie om Nederland veiliger te maken en de aanpak van veelplegers is daar onderdeel van. De intensieve aanpak van veelplegers hangt samen met het beleidsprogramma ‘Naar een veiliger samenleving’ (Veiligheidsprogramma) van het Kabinet van oktober 2002. In de beleidsbrief van 20 mei 2003 en in het beleidskader isd staat het landelijke beleid nader omschreven. De groep veelplegers is verantwoordelijk voor een onevenredig groot deel van de criminaliteit in ons land en vormt daarmee een belangrijke bron voor (gevoelens van) onveiligheid. Het Kabinet heeft gekozen voor een doelgerichte integrale aanpak van de veelplegers. Veelplegers zijn personen die veelvuldig strafbare feiten plegen, die volharden in hun criminele gedrag en daardoor stelselmatig met de politie in aanraking komen. Hoewel het om een beperkte groep criminelen gaat en doorgaans om relatief lichte delicten, veroorzaken die delicten door hun veelheid grote overlast voor de burger en voor bedrijven. Aangezien er sprake is van weliswaar veel, maar relatief lichtere criminaliteit worden veelplegers over het algemeen tot korte vrijheidsstraffen veroordeeld. Dat leidt tot een vicieuze cirkel van opsluiten-vrijlaten-aanhouden-veroordelen-opsluiten. Die vicieuze cirkel kan worden doorbroken met een persoonsgerichte aanpak, waarbij het totale criminele verleden van de veelpleger in beeld wordt gebracht, en waarbij niet alleen afzonderlijke delicten worden berecht. Dat moet leiden tot langere vrijheidsbeneming. Deze persoonsgerichte aanpak concentreert zich op zeer actieve veelplegers, degenen die in het recente verleden het meest frequent delicten hebben gepleegd. De aanpak heeft de volgende doelstellingen: – voorkomen dat risicojongeren uitgroeien tot veelpleger; – via effectieve sancties stoppen van het veelplegen door jeugdigen; – een langere vrijheidsbeneming van meerderjarige veelplegers. De doelstellingen worden ten uitvoer gebracht in een trajectmatige benadering, bestaande uit de volgende elementen: – registratie en indicatie door de politie; veelplegers moeten zo vroeg mogelijk als zodanig worden herkend; – casusoverleg met betrekking tot jeugdige veelplegers; – screening van meerderjarige veelplegers in het huis van bewaring, onder meer om vast te stellen of het zinvol is in gedragsverandering te investeren; – penitentiaire en andere voorzieningen voor meerderjarige veelplegers; – (na)zorg: gezorgd moet worden voor een goede aansluiting tussen justitiële en maatschappelijke voorzieningen.
5
inleiding
2.2 De aanpak van meerderjarige veelplegers in Fryslân Op basis van de landelijke uitgangspunten heeft het Openbaar Ministerie in 2004, in samenwerking met ketenpartners en de gemeente Leeuwarden, een veelplegeraanpak ontwikkeld. Deze aanpak is op 1 april 2004 in Leeuwarden gestart en per 1 november 2004 provinciebreed uitgerold. De veelplegeraanpak is sinds januari 2008 in het Veiligheidshuis Fryslân geïntegreerd.
2.3 Peilers De aanpak van meerderjarige veelplegers richt zich met name op twee peilers: Preventie Het beleid is gericht op een intensieve begeleiding van de veelpleger met als doel het structureren van het leven van de veelpleger in de brede zin van het woord en daarmee het verminderen van recidive. Dit gebeurt door middel van programma’s gericht op gedragsverandering, doorverwijzing naar (ambulante of klinische) zorg en interventies ten behoeve van inkomen, arbeid en sociale leefomgeving. Repressie Het beleid is erop gericht het criminele gedrag feitelijk onmogelijk te maken door middel van langdurige vrijheidsbeneming. Tegelijkertijd biedt deze langdurige vrijheidsbeneming de mogelijkheid om, daar waar er aanknopingspunten zijn, programma’s aan te bieden die gericht zijn op gedragsverandering teneinde het risico op recidive te beperken.
2.4 Doelstelling veelplegeraanpak Een gezamenlijke inspanning (beschikbaar stellen van voldoende menskracht, deskundigheid en informatie) leveren aan een persoonsgerichte aanpak van meerderjarige veelplegers, die leidt tot: – vermindering van criminaliteit en overlast voor burgers in de provincie Fryslân; – vermindering van recidive. De inspanningen zijn enerzijds gericht op een sluitende aanpak binnen de politie- en justitieketen (gericht op preventie en repressie) en anderzijds op een effectieve samenwerking tussen de politie- en justitieketen en de gemeenten/sociale teams, die een bijdrage kunnen leveren aan een succesvolle reïntegratie van de veelpleger. Bij de ketenpartners bestaat behoefte aan een handboek voor de dagelijkse praktijk. Het voorliggende handboek heeft de titel ‘handboek aanpak meerderjarige veelplegers fryslân’ en is van toepassing op de geselecteerde zeer actieve veelplegers.
6
inleiding
3
definities Wanneer is er nu sprake van een veelpleger? Landelijk zijn definities van veelplegers vastgesteld voor zowel minderjarigen als meerderjarigen. Dit handboek heeft betrekking op meerderjarige veelplegers. In het arrondissement Leeuwarden wordt, conform het omveelplegersbeleid meerderjarigen, de definitie van zeer actieve veelpleger gehanteerd voor het opstellen van de veelplegerslijst. Dus waar wordt gesproken over veelpleger wordt qua definitie de zeer actieve veelpleger bedoeld. Aangezien de veelplegerslijst twee keer per jaar, in juni en december, wordt vastgesteld, kan het peiljaar ook betrekking hebben op de periode juni-mei. Zeer actieve veelpleger (ZAV) Een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste één in het peiljaar (het afgelopen kalenderjaar) of in het lopende kalenderjaar.
Het Openbaar Ministerie heeft de mogelijkheid om voor stelselmatige daders een isd-maatregel te eisen. Hieronder zijn de definities van stelselmatige dader en de isd-maatregel opgenomen. Stelselmatige dader Een zeer actieve veelpleger die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, die in de vijf jaren voorafgaand aan het gepleegde feit ten minste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende straf of maatregel dan wel een taakstraf, die ook ten uitvoer zijn gelegd. Deze personen kunnen in aanmerking komen voor toepassing van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (cf. de Wet ISD artt. 38m t/m 38u WvSr).
isd-maatregel De isd (voluit: Inrichting Stelselmatige Dader) is een strafrechtelijke maatregel, die het mogelijk maakt om veelplegers voor de duur van maximaal twee jaar de vrijheid te ontnemen. In die tijd wordt het plegen van delicten dus feitelijk onmogelijk gemaakt. Deze definities zijn terug te vinden in de ‘Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (waaronder vordering van de maatregel isd bij stelselmatige daders)’. In deze richtlijn worden regels gesteld omtrent de strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers en stelselmatige daders. Deze richtlijn is opgenomen in bijlage 3.
7
definities
4
organisatie Bij de veelplegeraanpak in het arrondissement Leeuwarden zijn drie gremia betrokken. In figuur: Arrondissementaal Justitieel Beraad
Kerngroep Veelplegers
Casusoverleg Veelplegers
Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) Het ajb fungeert, onder voorzitterschap van de hoofdofficier van justitie, als stuurgroep. Binnen het ajb worden strategische beslissingen genomen en worden de hoofdlijnen van de veelplegeraanpak vastgesteld. Het ajb maakt jaarlijks bindende afspraken over de aard en omvang van de inzet van ketenpartners. Concreet stelt het ajb de beschikbare capaciteit voor veelplegers vast. Ook stelt het ajb, tweemaal per jaar, de veelplegerslijst definitief vast. Samenstelling Openbaar Ministerie, Regiopolitie Fryslân, Reclassering NoordNederland, Verslavingszorg Noord-Nederland, Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, Dienst Justitiële Inrichtingen, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg Friesland, Het Poortje Jeugdinrichtingen, Slachtofferhulp Nederland (regio Noord) en de Rechtbank Leeuwarden. Het overleg vindt 4 maal per jaar plaats. Kerngroep Veelplegers De kerngroep is verantwoordelijk voor de praktische uitwerking van de in het ajb gemaakte afspraken. In de kerngroep worden tactische beslissingen genomen en vindt beleidsvoorbereiding plaats. Op basis van een voorstel van het casusoverleg veelplegers toetst de kerngroep de veelplegerslijst, inclusief periodieke aanpassingen, en legt dit ter definitieve vaststelling voor aan het ajb. De kerngroep bereidt de vergaderingen van het ajb met betrekking tot het onderwerp veelplegers voor. De kerngroep veelplegers wordt voorgezeten door de accountmanager ajb. Samenstelling Openbaar Ministerie, Regiopolitie Fryslân, Reclassering NoordNederland, Verslavingszorg Noord-Nederland, Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, Dienst Justitiële Inrichtingen en de gemeente Leeuwarden. Het cjib is agendalid. Het overleg vindt 4 maal per jaar plaats.
8
organisatie
Casusoverleg Veelplegers (COV) Tijdens het casusoverleg veelplegers wordt per veelpleger besloten wat de beste aanpak is om ervoor te zorgen dat een veelpleger zowel op korte als op langere termijn voor minder criminele overlast zorgt. In het cov worden afspraken gemaakt over de plannen van aanpak van de veelplegers die op de veelplegerslijst staan. Samenstelling Openbaar Ministerie (OvJ-veelplegers), Regiopolitie Fryslân (coördinatoren veelplegers), reclasseringswerkers van Reclassering Noord-Nederland, Verslavingszorg Noord-Nederland, Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, Dienst Justitiële Inrichtingen (De Marwei en De Grittenborgh), sociaal team van de gemeente Leeuwarden en de informatiemakelaar van het Veiligheidshuis Fryslân. Het overleg vindt maandelijks plaats. De organisatie en werkwijze van het casusoverleg zijn nader uitgewerkt in bijlage 2. Betrokkenheid gemeenten De gemeenten voeren de regie in het lokale veiligheidsbeleid en zijn verantwoordelijk voor nazorg na detentie. Gemeenten zijn derhalve een belangrijke speler in de veelplegeraanpak. Dit geldt met name voor de gemeente Leeuwarden, waar de meeste veelplegers wonen of verblijven. De gemeente Leeuwarden is vertegenwoordigd in de kerngroep veelplegers. De kerngroep veelplegers heeft expliciet de wens uitgesproken om de nazorg van veelplegers door Friese gemeenten verder te concretiseren en professionaliseren. Het onderwerp veelplegers kan geagendeerd worden voor de lokale driehoeksoverleggen.
9
organisatie
5
uitgangspunten veelplegeraanpak fryslân In dit hoofdstuk staan de uitgangspunten van de ketenbrede aanpak van zeer actieve veelplegers centraal. Het levert het kader voor de samenwerking en de ketenprocesbeschrijving. De stapsgewijs uitgewerkte procesbeschrijving is opgenomen in bijlage 4.
Uitgangspunten Lijst zeer actieve veelplegers 1 Er is een (dynamische) lijst van veelplegers. Op deze lijst staan de veelplegers, die voldoen aan de landelijk vastgestelde definitie van zeer actieve veelpleger én die volgens de ketenpartners de meeste overlast veroorzaken. De lijst wordt twee keer per jaar, in juni en in december, vastgesteld door het Arrondissementaal Justitieel Beraad (ajb) op voordracht van het casusoverleg veelplegers (cov) en na toetsing door de kerngroep veelplegers. 2 De drie reclasseringsorganisaties stellen per veelpleger een persoonsdossier samen, waarin een overzicht wordt gegeven van de delictcarrière, relevante interventies van de ketenpartners, en het meest recente plan van aanpak. Deze informatie vormt, samen met de risc1, de basis voor reclasseringsrapportages (bijvoorbeeld ten behoeve van een voorgeleiding of terechtzitting). Toezicht en begeleiding 3 De geselecteerde veelplegers hebben een brief gekregen met de strekking dat ze moeten ophouden met het plegen van strafbare feiten en dat ze daartoe extra scherp in de gaten zullen worden gehouden. Daarnaast krijgen ze, als ze dat willen en er realistische mogelijkheden zijn, begeleiding aangeboden bij het veranderen van hun leven. 4 Als een veelpleger begeleiding wil, kan hij zich melden bij een van de drie reclasseringsorganisaties. Daar wordt een intake gedaan, een risc afgenomen en bekeken wat er moet gebeuren. Dit kan leiden tot een plan van aanpak, uit te voeren door Verslavingszorg Noord-Nederland (vnn), Reclassering Nederland of Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. 5 In alle gevallen wordt niet alleen vastgesteld wat er aan begeleiding nodig is, maar ook wat van de veelpleger gevraagd wordt.
1 risc: een door de reclasseringsorganisaties te gebruiken diagnostisch instrument met een analyse rondom twaalf leefgebieden, om te bepalen of een persoon beïnvloedbaar is in de zin van gedragsverandering en wat het risico is op recidive. De risc is geen eindrapport, maar de resultaten kunnen worden gebruikt voor de, door de reclassering, op te stellen rapportages.
10
uitgangspunten veelplegeraanpak fryslân
6 De inhoud van de begeleiding is afhankelijk van de problematiek van de veelpleger, diens mogelijkheden en de beschikbaarheid van voorzieningen. Te denken valt aan plaatsing in een imc of een andere (intramurale) voorziening, schuldsanering en inkomensbeheer, aandacht voor huisvestingsproblematiek, werk(gewenning), etc. 7 Naast begeleiding van de reclassering krijgt de veelpleger altijd aandacht van de politie. De intensiteit daarvan kan variëren. 8 Als een veelpleger geen hulp accepteert, beperkt de aanpak zich tot het repressieve deel: extra aandacht van politie, hoge(re) strafeisen van het om en het zo lang mogelijk uit roulatie nemen. 9 De veelplegeraanpak veronderstelt goede samenwerking tussen ketenpartners. 10 Alle partners gebruiken het programma viadesk en vullen tijdig de afgesproken gegevens in. 11 Aan elke veelpleger die op de veelplegerslijst staat vermeld, is een reclasseringswerker, de casusregisseur, gekoppeld. De casusregisseur zorgt er – in overleg met anderen – voor dat het plan van aanpak uitgevoerd wordt. 12 Indien er redenen zijn het plan van aanpak aan te passen, doet de casusregisseur een voorstel aan het casusoverleg. 13 Op alle relevante stukken wordt (door politie en om) door middel van een zichtbaar waarmerk ‘veelpleger’ aangegeven dat het om een persoon van de veelplegerslijst gaat. Detentie 14 Uitgangspunt is dat veelplegers bij detentie in pi De Marwei worden geplaatst en bij isd in pi De Grittenborgh. 15 Tijdens de detentie is er – zo vaak als nodig is – contact tussen de pi en de casusregisseur. Binnen de pi worden, vanuit het programma Terugdringen Recidive (tr) en nazorg ex-gedetineerden, de eventueel noodzakelijke activiteiten ontplooid. 16 De vestigingen van pi Noord wijzen contactpersonen veelplegers aan (mmd’ers). isd 17 ‘Stelselmatige daders’ komen – indien zij opnieuw een delict plegen – in aanmerking voor de maatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (isd). 18 Op het moment dat een veelpleger op de ‘isd-lijst’ wordt geplaatst, wordt door de reclasseringsorganisaties geen enkel ‘hulpaanbod’ meer gedaan. 19 Het om bepaalt bij welke stelselmatige daders de isd-maatregel gevorderd wordt; zij doet dat na overleg met politie en de reclasseringsorganisaties (in het casusoverleg). 20 De tenuitvoerlegging van de isd-maatregel is de verantwoordelijkheid van het gevangeniswezen (pi De Grittenborgh). De aanpak zal per veroordeelde worden afgestemd in het casusoverleg veelplegers, zowel de aanpak tijdens detentie als tijdens een eventuele extramurale fase van de tenuitvoerlegging van de maatregel. 21 Na éénmaal isd hanteert de OvJ-veelplegers een afwijkend strafvorderingbeleid, waarbij bij een volgend delict gevangenisstraf van zes maanden tot vier jaar wordt geëist. Hierbij vindt bij elk delict een verdubbeling van de strafvordering plaats: eerste keer zes maanden, tweede keer één jaar, derde keer twee jaar, vierde keer vier jaar.
11
uitgangspunten veelplegeraanpak fryslân
Resocialisatie 22 In het kader van nazorg ex-gedetineerden inventariseert de mmd’er in de pi of er knelpunten zijn rondom identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. De casusregisseur van de reclasseringsorganisatie is verantwoordelijk voor het opstellen (in overleg met de pi) en realiseren van een resocialisatieplan. De casusregisseur kan hierbij gebruikmaken van de kennis en vaardigheden van de ketenpartners. 23 Is er sprake van een detentie van meer dan vier maanden, dan komt de gedetineerde in aanmerking voor het programma Terugdringen Recidive (tr). 24 Veelplegers krijgen, indien van toepassing, een (bijstands)uitkering via de sociale dienst van de gemeente waar ze ingeschreven staan. 25 De desbetreffende gemeente draagt ten behoeve van de (tijdelijke) huisvesting van veelplegers zorg voor voldoende capaciteit van relevante woonvoorzieningen. Einde veelplegerstatus 26 Als een veelpleger een jaar lang, terwijl hij niet in een penitentiaire inrichting of intramurale voorziening verbleef, niet met de politie in aanraking is gekomen, wordt hij van de veelplegerslijst gehaald. Concreet betekent dit dat de veelpleger een jaar lang niet in verzekering mag zijn gesteld voor een strafbaar feit. 27 Op het moment dat de veelpleger van de lijst wordt gehaald ontvangt hij/zij hierover een brief. Registratie 28 Ketenpartners gebruiken viadesk voor de registratie van alle activiteiten die worden ontplooid rondom de veelplegers op de veelplegerslijst. 29 De informatiemakelaar van het Veiligheidshuis heeft hierbij een signalerende én coördinerende rol. Arrondissementaal Justitieel Beraad (ajb) 30 Het ajb bespreekt twee keer per jaar de stand van zaken met betrekking tot de veelplegeraanpak aan de hand van een door de kerngroep veelplegers opgestelde rapportage.
12
uitgangspunten veelplegeraanpak fryslân
6
taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners In dit hoofdstuk worden de taken en verantwoordelijkheden per deelnemende organisatie weergegeven. Het geeft inzicht welke afspraken, per organisatie, over de veelplegeraanpak zijn gemaakt.
6.1 Taken en verantwoordelijkheden van de politie 1
2
3 4 5 6 7
8 9 10 11
Onderwerp Twee keer per jaar (juni en december) wordt een voorstel aan de partners gedaan m.b.t. de samenstelling van de veelplegerslijst. Hierbij wordt de definitie van zeer actieve veelpleger gehanteerd: ‘Een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste één in het peiljaar (het afgelopen kalenderjaar) of in het lopende kalenderjaar’. Aangezien de veelplegerslijst twee keer per jaar, in juni en december, wordt vastgesteld, kan het peiljaar ook betrekking hebben op de periode juni-mei. Samen met de betrokken reclasseringsorganisatie wordt de veelpleger verteld dat hij/zij op de veelplegerslijst staat. Tijdens dit gesprek wordt tevens een brief (namens het OM) uitgereikt waarin dit staat vermeld. Veelplegers worden gemarkeerd in het politieregistratiesysteem BVH (Basis Voorzieningen Handhaving). Veelplegers worden in BVH–AMAZONE geplaatst. Er is aandacht voor veelplegers bij elke briefing. De processen-verbaal worden voorzien van een zichtbaar waarmerk ‘VEELPLEGER’. Aan iedere veelpleger wordt een adoptieagent ‘gekoppeld’. De organisatie en omvang van de opsporing is zodanig dat veelplegers geen kans krijgen veel feiten te plegen. Er zijn afspraken op casusniveau met de OvJ-veelplegers en betrokken reclasseringswerker. De politie voert de afgesproken gegevens tijdig in in VIADESK. De politie (coördinatoren veelplegers) is aanwezig bij het casusoverleg. Er worden in het AJB afspraken gemaakt over de gewenste menskracht en noodzakelijke inzet van de politie.
6.2 Taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie 1 2
Onderwerp Er is een Officier van Justitie, speciaal belast met de veelplegeraanpak. Deze officier is tevens voorzitter van het casusoverleg (COV). De politie wordt op casusniveau aangestuurd.
13
taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners
3 4
5
6 7 8 9
10 11
Beoordelen of de door de politie voorgestelde veelplegers op de lijst moeten komen (twee keer per jaar). De OvJ-veelplegers doet een voorstel over de veelplegerslijst aan het COV ter bespreking, de kerngroep ter toetsing en aan het AJB ter besluitvorming. Door de politie en de betrokken reclasseringsorganisatie wordt de veelpleger verteld dat hij/zij op de veelplegerslijst staat. Tijdens dit gesprek wordt tevens een brief (namens het OM) uitgereikt waarin dit staat vermeld. De veelplegers worden geregistreerd in VIADESK. De informatiemakelaar voert de afgesproken gegevens tijdig in in VIADESK. Het OM is aanwezig bij het casusoverleg. Het OM toetst of politie en de reclasseringsorganisaties hebben voldaan aan de afgesproken zaken rondom de registratie (bijvoorbeeld toetsing kwaliteit processen-verbaal, stempels aanwezig, rapportages aanwezig). Het OM past de richtlijnen m.b.t. strafvordering toe (bijvoorbeeld wie wanneer ISD) en motiveert afwijkingen. Het OM heeft afspraken gemaakt met de rechtbank met betrekking tot veelplegers (bijvoorbeeld PR-plus op vrijdag).
6.3 Taken en verantwoordelijkheden van de reclasseringsorganisaties 1
2
3 4 5 6 7 8
9
10 11 12
Onderwerp Beoordelen of de door de politie voorgestelde veelplegers op de lijst moeten komen (twee keer per jaar). Op verzoek van het casusoverleg voorstellen doen om een veelpleger van de veelplegerslijst te verwijderen . Samen met de politie wordt de veelpleger verteld dat hij/zij op de veelplegerslijst staat. Tijdens dit gesprek wordt tevens een brief (namens het OM) uitgereikt waarin dit staat vermeld. Veelplegers worden gemarkeerd in het cliëntvolgsysteem (CVS). Aan elke veelpleger wordt een casusregisseur gekoppeld. Bij elke nieuwe veelpleger wordt een RISc afgenomen. Bij een voorgeleiding aan de Rechter-Commissaris wordt altijd een vroeghulp (inclusief vroeghulpinterventie) uitgevoerd. Bij vervolging, respectievelijk de terechtzitting, wordt altijd een voorlichtingsrapport uitgebracht binnen de afgesproken termijn. De rapporteur is altijd aanwezig bij een terechtzitting waar ISD gevorderd zal worden. De casusregisseur is, eventueel op verzoek van het OM, aanwezig bij een terechtzitting waar ISD gevorderd zal worden. De casusregisseur is aanwezig bij andere terechtzittingen als het OM of de rechtbank dat nodig achten. Er zijn afspraken op casusniveau met de OvJ-veelplegers en de politie met betrekking tot de aard en omvang van het toezicht. Deze afspraken zijn vastgelegd in een plan van aanpak en sluiten aan bij de methodiek ‘werken in een gedwongen kader’. De casusregisseurs voeren de afgesproken gegevens tijdig in in VIADESK. De casusregisseurs, danwel vertegenwoordigers, zijn aanwezig bij het casusoverleg. De casusregisseurs zorgen voor een actueel plan van aanpak en doen periodiek voorstellen voor aanpassing of continuering.
14
taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners
13
De drie reclasseringsorganisaties stellen de genormeerde tijd beschikbaar om het justitieel casemanagement en de toezichten conform de afspraken uit te voeren.
6.4 Taken en verantwoordelijkheden van Dienst Justitiële Inrichtingen 1 2
3 4
5 6 7
8
9 10
Onderwerp Alle veelplegers worden geplaatst in PI De Marwei (regulier) of de PI De Grittenborgh (ISD-maatregel). Binnen tien dagen wordt er binnen de PI door de MMD’er een screening gedaan op de onderwerpen identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. Hiervoor geldt een vastgesteld format. Indien de screening leidt tot specifieke actiepunten, dan wordt dit door de MMD’er in gang gezet. De vertegenwoordiger, namens PI Noord, in het Veiligheidshuis Fryslân draagt zorg voor communicatie van en naar betrokken ketenpartners. Hiervoor wordt VIADESK gebruikt. De PI’s bieden de programma’s aan, die nodig zijn om het plan van aanpak te kunnen uitvoeren. De PI’s voeren de afgesproken gegevens tijdig in in VIADESK. De PI’s zijn aanwezig bij het casusoverleg. Vanuit PI Noord is De Marwei vertegenwoordigd bij het casusoverleg. De Grittenborgh is een keer per twee maanden aanwezig bij het casusoverleg. De Grittenborgh onderhoudt tijdens de ISD-periode nauwe contacten met de casusregisseur. PI De Grittenborgh zorgt voor een plan van aanpak voor de veelplegers met een ISD-maatregel (basisregime of trajectregime). Indien een veelpleger onder het basisregime valt wordt minimaal maandelijks besproken of overgang naar een trajectregime mogelijk is. PI De Grittenborgh draagt er zorg voor dat er voldoende programma’s aangeboden kunnen worden aan de veelplegers met een ISD-maatregel. Op de dag van invrijheidstelling van de veelpleger is duidelijk welke organisatie/persoon wat doet. Afspraken zijn mede gebaseerd op een actuele inschatting van de kans op recidive en op het plegen van een geweldsdelict. De PI informeert via het Veiligheidshuis betrokken ketenpartners over de invrijheidstelling.
6.5 Taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten 1 2
3
4
Onderwerp Elke gemeente heeft een contactpersoon met betrekking tot de aanpak (inclusief nazorg na detentie) van veelplegers. Elke gemeente heeft interne afspraken en afspraken met externe partijen met betrekking tot identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. De gemeente Leeuwarden draagt er – mede in het kader van het Grote Steden Beleid – zorg voor dat er voldoende capaciteit is voor veelplegers op het gebied van wonen, woonbegeleiding, (toeleiding naar) werk, schuldhulpverlening en inkomensbeheer. Bij veel veelplegers is sprake van meervoudige problematiek (psychische problemen, relatieproblemen, geen werk, schulden, verslavingsproblemen, woonproblemen etc.). Bij de aanpak van deze problematiek kunnen gemeenten gebruikmaken van sociale teams.
15
taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners
7
totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst Nadat in de vorige hoofdstukken is stilgestaan bij de taken en verantwoordelijkheden van de samenwerkende ketenpartners en de uitgangspunten van de veelplegeraanpak wordt in dit hoofdstuk de totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst beschreven. Het aantal veelplegers op de lijst is afhankelijk van de financiële ruimte en de capaciteit bij de ketenpartners. Het aantal personen op de veelplegerslijst kan jaarlijks fluctueren.
Algemeen 1 Het ajb stelt jaarlijks de beschikbare capaciteit voor de veelplegeraanpak vast. 2 Deze capaciteit wordt, na vaststelling, doorgegeven aan de kerngroep veelplegers en het casusoverleg veelplegers (cov). 3 De (aangepaste) veelplegerslijst wordt twee maal per jaar, in juni en december, vastgesteld. 4 Binnen het arrondissement wordt de definitie van zeer actieve veelpleger gehanteerd. Personen die voldoen aan die criteria kunnen op de veelplegerslijst worden geplaatst. 5 De conceptveelplegerslijst wordt besproken in het casusoverleg. 6 Het casusoverleg doet een voorstel aan de kerngroep veelplegers. 7 De kerngroep veelplegers toetst het voorstel van het casusoverleg en legt de lijst voor aan het ajb, die de lijst definitief vaststelt.
7.1 Werkwijze wijzigen van de veelplegerslijst Hoewel de processen feitelijk tegelijkertijd plaatsvinden wordt de werkwijze van het afhalen van de lijst én het toevoegen aan de lijst separaat beschreven. Afhalen van de lijst 1 Uitgangspunt is de bestaande lijst van geprioriteerde – zeer actieve – veelplegers. 2 Het Openbaar Minister, de Regiopolitie Fryslân en de reclasseringsorganisaties kunnen twee maal per jaar voorstellen doen om veelplegers van de veelplegerslijst af te halen. 3 De informatiemakelaar controleert de justitiële documentatie van deze personen. 4 In juni en december wordt tijdens het casusoverleg besproken welke veelplegers (na stap 2 en 3) van de veelplegerslijst kunnen worden verwijderd. Redenen: – een veelpleger heeft, voor zover bekend bij de politie, de laatste 12 maanden geen (veelplegers)delicten gepleegd, terwijl hij niet was gedetineerd of in een gesloten instelling verbleef.
16
totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst
–
een veelpleger is (permanent) naar een ander arrondissement verhuisd. – een veelpleger zal gedurende langere tijd gedetineerd zijn of in een tbs-inrichting verblijven. De veelpleger wordt dan van de lijst afgehaald en zijn gegevens worden in een aparte map in viadesk gearchiveerd. Toevoegen aan de lijst 1 In mei/juni en november/december wordt door de politie een groslijst aangeleverd met potentiële kandidaten voor de veelplegerslijst. 2 Van de potentiële kandidaten met de status zeer actieve veelpleger wordt de justitiële documentatie uitgedraaid door de informatiemakelaar. 3 Er wordt maatwerk geleverd met betrekking tot de minderjarige veelplegers die 18 jaar worden. 4 Binnen het Veiligheidshuis controleren de informatiemakelaar, OvJ-veelplegers én afgevaardigde van de politie de groslijst en de justitiële documentatie op basis van de criteria van zeer actieve veelpleger. Delicten die wel ‘meetellen’ Voor plaatsing op de lijst wordt gekeken naar delicten waar burgers persoonlijk last van hebben, zoals vermogenscriminaliteit, geweldsmisdrijven in brede zin en andere delicten die leiden tot maatschappelijke onrust. Daarnaast moet er, in het peiljaar, een gevangenisstraf zijn opgelegd en ‘uitgezeten’. Delicten die niet ‘meetellen’ Misdrijven waar de maatschappij in brede zin geen last van heeft. Hierbij valt te denken aan overtredingen vallend onder Opiumwet en Wegenverkeerswet, valsheid in geschrifte en eetpiraterij. 5
Na bovengenoemde check doet het om een voorstel aan het casusoverleg. 6 De voorgestelde kandidaten worden binnen het Veiligheidshuis door vnn, namens de drie reclasseringsorganisaties, gecontroleerd in het cliëntvolgsysteem (cvs) en User (zorgprogramma). Tegelijkertijd wordt gekeken aan welke reclasseringsorganisatie de veelpleger toebedeeld zou kunnen worden. 7 Na bespreking van de personen die van de lijst verwijderd kunnen worden is bekend hoeveel veelplegers aan de lijst kunnen worden toegevoegd. Op basis van het voorstel van het om wordt bekeken welke personen aan de lijst zullen worden toegevoegd. 8 In ieder geval worden ook die veelplegers toegevoegd, die in een ander arrondissement op de veelplegerslijst staan en sinds de vorige vaststelling naar het arrondissement Leeuwarden zijn verhuisd. Een en ander dient overlegd te zijn tussen beide arrondissementsparketten. 9 In het casusoverleg wordt het definitieve voorstel geformuleerd en met een toelichting voorgelegd aan de kerngroep veelplegers. 10 De kerngroep veelplegers toetst het voorstel en legt het ter vaststelling voor aan het ajb.
17
totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst
Veelplegers informeren – Veelplegers die op de veelplegerslijst zijn geplaatst, worden daarover, mede namens de politie en de reclasseringsorganisaties, schriftelijk geïnformeerd door het om. – In de brief wordt aangegeven wat het voor de veelpleger betekent om op de veelplegerslijst te staan. – De brief wordt uitgereikt door de medewerker van de politie, bij voorkeur samen met de casusregisseur van de reclasseringsorganisatie. Als een veelpleger op het moment van plaatsing op de veelplegerslijst is gedetineerd wordt de brief uitgereikt door dji. De veelpleger die de brief ontvangt tekent hiervoor een ‘akte van uitreiking’. De ondertekende ‘akte van uitreiking’ wordt ingeleverd bij de informatiemakelaar van het Veiligheidshuis. Pas na het overhandigen van de brief worden de nodige acties/interventies uitgewerkt. Een voorbeeld van de brief is opgenomen in bijlage 5. – Veelplegers die van de lijst worden afgehaald worden daarover schriftelijk geïnformeerd door het Openbaar Ministerie. Deze brief wordt, bij voorkeur, uitgereikt door de adoptieagent. Een voorbeeld van de brief is opgenomen in bijlage 6.
7.2 Werkwijze plaatsing op de ISD-lijst 1
2 3
4
5
18
Voor plaatsing op de ISD-lijst wordt de definitie van stelselmatige dader gehanteerd: ‘Een stelselmatige dader is een zeer actieve veelpleger die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, die in de vijf jaren voorafgaand aan het gepleegde feit ten minste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende straf of maatregel dan wel een taakstraf, die ook ten uitvoer zijn gelegd’. Deze ‘screening’ is een continu proces. Op het moment dat de OvJ–veelplegers overweegt om een veelpleger op de isd-lijst te plaatsen, controleert de informatiemakelaar de justitiële documentatie. Het om kan de isd-maatregel uitsluitend vorderen bij stelselmatige daders. De maatregel kan niet samen met een gevangenisstraf worden gevorderd. De vordering tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde (deel voorwaardelijke vrijheidsstraf in combinatie met een vordering isd-maatregel voor het nieuwe feit is mogelijk maar niet wenselijk. Bij de vordering wordt voorts rekening gehouden met de volgende twee uitgangspunten: a Er is capaciteit voor de tenuitvoerlegging beschikbaar. b De stelselmatige dader is niet ontoerekeningsvatbaar als bedoeld in art 39 WvS. (Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (waaronder vordering van de isd-maatregel) (2009R004): Wanneer de OvJ-veelplegers, na overleg met de casusregisseur, heeft besloten de veelpleger op de isd-lijst te plaatsen doen de reclasseringsorganisaties geen hulpaanbod meer.
totstandkoming en aanpassing van de veelplegerslijst
8
opsporing De politie is één van de cruciale partners in de veelplegeraanpak. Van de politie wordt verwacht dat er verscherpte aandacht is voor alle veelplegers die niet gedetineerd zijn of in een murale voorziening verblijven. De politie houdt de veelpleger in de gaten, zodat deze snel kan worden opgepakt, zodra hij een misdrijf pleegt. De taak van de politie met betrekking tot de veelplegeraanpak kan als volgt worden samengevat: – intensieve aandacht voor iedere veelpleger van de lijst; – aan iedere veelpleger is een adoptieagent ‘gekoppeld’; – centrale registratie in viadesk en bvh-amazone; – dagelijkse briefing; – reageren op elk strafbaar feit, hoe gering ook. Hieronder is weergegeven hoe de politie binnen de veelplegeraanpak is geïntegreerd.
infomakelaar
officier van justitie infomakelaar ketenpartners
teamchef
coördinator veelplegers
aansturing
schrijfrechten
adoptieagent
gemeente Leeuwarden Reclassering Politie
VIADESK
persoonlijke plannen van aanpak Amazone
BVH
19
opsporing
Recherche BPZ Crimeteam enzovoort
9
vervolging In dit hoofdstuk staat het strafvorderingbeleid van het om met betrekking tot de veelplegers centraal. Het om baseert zich bij veelplegers op de landelijke ‘Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (2009R004)’. Het beleid ten aanzien van veelplegers is erop gericht het criminele gedrag feitelijk onmogelijk te maken door middel van langdurige vrijheidsbeneming. Inverzekeringstelling Wanneer een veelpleger die op de veelplegerslijst staat wordt aangehouden wegens een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis kan worden toegepast, wordt deze in verzekering gesteld en wordt voorlopige hechtenis gevorderd. In overleg met de reclassering/ Veiligheidshuis beslist de OvJ-veelplegers of de veelpleger een dagvaarding krijgt voor de politierechter, voor de meervoudige kamer, of er een isd-vordering volgt of dat er een schorsingsverzoek komt met bijzondere voorwaarden. Het om zorgt ervoor dat op het voorgeleidingformulier en op het dossier duidelijk staat aangegeven dat het om een veelpleger gaat. Voorgeleiding aan Rechter-Commissaris Voor de voorgeleiding aan de Rechter-Commissaris vraagt het om bij de reclassering een vroeghulpinterventie (vhi) aan, waarin wordt geschetst welk hulpverleningsperspectief er op dat moment is voor de veelpleger. Sinds de taakscheiding bij de reclasseringsorganisaties zijn rapportage en toezicht gescheiden. Om in de vroeghulpfase een goed beeld van verdachte te kunnen vormen is afstemming tussen rapporteur en casusregisseur essentieel. Schorsing Binnen de veelplegeraanpak is het uitgangspunt: niet schorsen, tenzij. In die situaties waar toch schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden wordt gevorderd en de Rechter-Commissaris het toewijst, wordt de schorsingsbeschikking (inclusief de bijzondere voorwaarden) bekendgemaakt aan de ketenpartners. Dagvaarding Indien het om besluit de veelpleger te dagvaarden, wordt een voorlichtingsrapportage (inclusief diagnose recidiverisico) aan de reclassering gevraagd. De officier eist ter zitting conform de landelijke richtlijn en dat is aanmerkelijk hoger dan bij een niet-veelpleger. isd-traject Als wordt besloten tot een isd-traject vraagt het om een voorlichtingsrapportage (inclusief diagnose recidiverisico) aan bij de reclassering. In de rapportage wordt aandacht besteed aan het recidiverisico en de mogelijkheden tot behandeling of begeleiding die de kans op recidive structureel verminderen.
20
vervolging
10
advisering en toezicht De reclasseringsorganisaties vervullen een belangrijke rol in de veelplegeraanpak. Binnen deze aanpak is ervoor gekozen om de reclasseringswerker die toezicht houdt op de veelpleger casusregisseur te noemen. De casusregisseur weet op elk moment van elke veelpleger wat zijn/haar status is. De casusregisseur is de verbindende schakel tussen de reclasseringsinterventies die het toezicht en de begeleiding vormgeven. Hij is het vaste aanspreekpunt voor de veelpleger en zijn omgeving. Binnen het casusregisseurschap kan hij collega’s inschakelen of doorverwijzen naar andere instellingen. De casusregisseur heeft regelmatig contact met de ketenpartners om ervoor te zorgen dat de veelplegeraanpak sluitend is. Na de invoering van de taakspecialisatie bij de reclassering in 2007 zijn advies/diagnose en toezicht definitief uit elkaar gehaald. Eén medewerker mag niet een advies/diagnose opstellen en daarna nog een toezicht uitvoeren. Deze taken zijn gescheiden en mogen alleen door twee verschillende medewerkers worden uitgevoerd. Dit betekent concreet dat de casusregisseur (degene die toezicht houdt) geen advies/diagnose kan opstellen, maar dit moet ‘uitbesteden’ aan een collega. Nadat, op basis van de risc, een diagnose is opgesteld maakt de casusregisseur een plan van aanpak. Hij bepaalt welke interventies noodzakelijk zijn en zet vervolgens het traject in werking. Het concept plan van aanpak wordt besproken tijdens het casusoverleg. Na overeenstemming over het plan van aanpak wordt dit toegevoegd aan het persoonsdossier in viadesk. De casusregisseur houdt vervolgens het hele traject voortdurend in de gaten: hij ziet erop toe dat de veelpleger zich aan de afspraken houdt, bewaakt of de geformuleerde doelstellingen worden gerealiseerd, ondersteunt en motiveert de veelpleger en evalueert het plan van aanpak en de werking van de interventies. De casusregisseur neemt zijn beslissingen altijd in overleg met collega’s en/of werkbegeleider. Als het gaat om opstellen of aanpassen van het plan van aanpak wordt dit besproken met de collega’s tijdens het casusoverleg. De casusregisseur is verantwoordelijk voor: a opstellen plan van aanpak b uitvoeren plan van aanpak c tussentijds evalueren en bijstellen plan van aanpak d afsluiten van een traject e verantwoorden van het traject Een collega is verantwoordelijk voor de diagnostiek en rapportages.
21
advisering en toezicht
11
detentie en nazorg
11.1 Detentie Veelplegers van de veelplegerslijst worden in principe geplaatst in pi De Marwei, of indien er sprake is van isd in pi De Grittenborgh. Medewerkers van pi De Marwei en pi De Grittenborgh zijn vertegenwoordigd in het casusoverleg veelplegers. Hierdoor zijn de inrichtingen op de hoogte van de actualiteit en het plan van aanpak van een gedetineerde veelpleger. Een medewerker van pi De Marwei is gedeeltelijk werkzaam in het Veiligheidshuis en geautoriseerd voor viadesk. Wanneer er sprake is van detentie moet onderscheid worden gemaakt tussen kortgestraften en langgestraften. Kortgestraften Van gedetineerde veelplegers met een korte straf (korter dan vier maanden) worden de leefgebieden: identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg geïnventariseerd. Op het moment dat interventies noodzakelijk zijn, neemt de mmd’er contact op met de gemeente waar gedetineerde na vrijlating zal terugkeren. Ook neemt de mmd’er contact op met de casusregisseur om de terugkeer in de maatschappij af te stemmen. Langgestraften Gedetineerde veelplegers met een straf langer dan vier maanden komen in aanmerking voor het programma Terugdringen Recidive (tr). tr is een vrijwillig traject, waar een gedetineerde niet aan mee hoeft te werken. Binnen dit traject stelt de reclassering een diagnose en een daaraan gekoppeld reïntegratieplan op. Wanneer een gedetineerde besluit om niet mee te werken aan tr, worden de leefgebieden: identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg door de mmd’er geïnventariseerd. De mmd’er maakt hierbij gebruik van de reeds aanwezige kennis bij de casusregisseur en het plan van aanpak in viadesk.
11.2 Nazorg Nazorg voor ex-gedetineerden (incl. veelplegers) is een gemeentelijke taak. Iedere gemeente moet formeel een nazorgcoördinator benoemen. mmd’ers in de pi onderhouden contact met de gemeente waar een gedetineerde na vrijlating zal terugkeren. In het arrondissement Leeuwarden wonen de meeste veelplegers van de veelplegerslijst in Leeuwarden of zij vestigen zich daar na detentie. Vanuit elke pi wordt informatie over gedetineerden overgedragen aan gemeenten: de datum van binnenkomst, de verwachte datum van ontslag en de probleempunten voor reïntegratie. De nazorgcoördinator van de meente is verantwoordelijk voor identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. De nazorgcoördinator van de gemeente Leeuwarden heeft zijn werkplek binnen het Veiligheidshuis.
22
detentie en nazorg
Indien er sprake is van een veelpleger uit een gemeente, die niet vertegenwoordigd is in het Veiligheidshuis, neemt de mmd’er contact op met de desbetreffende gemeente. Deze gemeente kan gebruikmaken van de expertise van de sociale teams die gemeentelijk of intergemeentelijk opereren. Boetes veelplegers Op het vlak van de inkomenssituatie is de afgelopen jaren gestart met de aanpak van de schuldenproblematiek waar veel gedetineerden mee kampen. Er is een convenant gesloten met de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (nvvk) dat afbetaling van cjib-boetes over een langere termijn mogelijk maakt. Dit biedt vaak ruimte om de afbetaling van cjib-boetes mee te nemen in een minnelijke schuldregeling tussen een gedetineerde en zijn schuldeisers. Voor isd’ers geldt daarenboven dat hun cjib-boetes kwijtgescholden worden als ze twee jaar recivide-vrij zijn. (bron: Ministerie van Justitie, datum 29 augustus 2008, onderwerp: maatregelen recidivereductie: nadruk op nazorg, kenmerk: 5549574/08/dsp)
23
detentie en nazorg
12
viadesk De registratie van een veelpleger gebeurt aan de hand van viadesk. viadesk stelt ketenpartners in staat eenvoudig samen te werken en werkzaamheden op elkaar af te stemmen. Alle betrokken partijen krijgen inzicht in de laatste handeling van de partner(s). Hieronder staat aangegeven wat de verschillende rollen zijn van de ketenpartners bij het actueel houden van viadesk. Beheer Het beheer van viadesk ligt bij de informatiemakelaar van het Veiligheidshuis. De informatiemakelaar voegt nieuwe veelplegers toe aan de lijst en verwijdert de namen van de veelplegers die van de lijst af kunnen. De veelplegers die van de lijst af kunnen, worden in een aparte map binnen viadesk gearchiveerd. De informatiemakelaar maakt twee maal per jaar een persoonskaart aan van de nieuw op de lijst geplaatste veelplegers. Door het invullen van de persoonskaart wordt een dossier op de naam van de veelpleger aangemaakt. Vervolgens koppelt de informatiemakelaar hieraan per veelpleger een blanco plan van aanpak én een blanco actualiteitenoverzicht. De informatiemakelaar voegt tevens de verslagen van het casusoverleg toe aan viadesk. Deze verslagen worden per kalenderjaar gearchiveerd. Muteren/ toevoegingen aanbrengen Alle jep-gecertificeerde deelnemers aan het casusoverleg veelplegers (cov) én de casusregisseurs van de drie reclasseringsorganisaties die niet deelnemen aan het casusoverleg veelplegers hebben een wachtwoord voor viadesk en zijn geautoriseerd om op persoonsniveau mutaties aan te brengen en/of om informatie toe te voegen. Het is de verantwoordelijkheid van een ieder om gegevens actueel te houden en informatie in te voeren, zodra deze bekend is. De concrete werkwijze in viadesk is bijgevoegd als bijlage 7. De schermen na het inloggen en een voorbeeld van het scherm persoonsdossier zijn respectievelijk bijgevoegd als bijlage 8 en 9.
24
viadesk
bijlagen
25
bijlagen
bijlage 1 lijst met afkortingen a-g A-G afpn AFP ajb AJB AMAZONE amazone bvh BVH cjib CJIB cov COV cvs CVS dji DJI imc IMC isd ISD ivs IVS ldhj&r LdHJ&R mmd’er MMD’er nvvk NVVK om OM OvJ OvJ pi PI pva PVA rc RC risc RISc rn RN tr TR VIADESK viadesk vhi VHI vnn VNN UserUser zav ZAV zm ZM 3ro 3RO
Advocaat-Generaal Ambulante Forensische Psychiatrie Arrondissementaal Justitieel Beraad Doelgroepregistratiesysteem politie Basis Voorzieningen Handhaving (basis politieregistratiesysteem) Centraal Justitieel Incasso Bureau Casusoverleg Veelplegers Cliëntvolgsysteem reclasseringsorganisaties Dienst Justitiële Inrichtingen Intramuraal Motivatie Centrum Inrichting voor Stelselmatige Daders Inverzekeringstelling Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (van een pi) Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet Openbaar Ministerie Officier van Justitie Penitentiaire Inrichting Plan van Aanpak Rechter-Commissaris Risico Inventarisatie Schalen (diagnostisch instrument Reclassering) Reclassering Nederland Terugdringen Recidive Registratiesysteem voor veelplegers Vroeghulpinterventie Verslavingszorg Noord-Nederland Zorgprogramma Verslavingszorg Noord-Nederland Zeer actieve veelpleger Zittende Magistratuur 3 reclasseringsorganisaties (vnn, rn en ldhj&r)
26
bijlage 1
bijlage 2 organisatie en werkwijze van het casusoverleg veelplegers (cov) Doel van het casusoverleg Het doel van het casusoverleg veelplegers (cov) is ervoor te zorgen dat de ketenpartners het eens zijn over de aanpak van veelplegers. Die aanpak is vastgelegd in een plan van aanpak en is onder te brengen in een scenario. Tijdens het cov komen alle veelplegers aan de orde waarvoor het scenario (mogelijkerwijs of wenselijkerwijs) veranderd moet worden. Het casusoverleg is geen vervanging van het bilaterale contact dat er hoort te zijn tussen de casusregisseur en de adoptieagent. Het casusoverleg vindt plaats in het Veiligheidshuis Fryslân. Samenstelling van het cov Aan het cov nemen medewerkers van de volgende organisaties deel: – Regiopolitie Fryslân – drie reclasseringsorganisaties – Openbaar Ministerie – Dienst Justitiële Inrichtingen De politie zorgt ervoor dat er bij ieder overleg een coördinator veelplegers aanwezig is vanuit de teams waarvan een veelpleger op de lijst staat. Van elk van de drie reclasseringsorganisaties is minimaal één persoon aanwezig. Het gevangeniswezen is vertegenwoordigd vanuit pi De Marwei en pi De Grittenborgh. Met pi De Grittenborgh is afgesproken dat zij, in ieder geval, eens per twee maanden een vertegenwoordiging afvaardigen. De OvJ-veelplegers is vanuit het om aanwezig. Het casusoverleg wordt administratief ondersteund door de informatiemakelaar van het Veiligheidshuis. Frequentie Het overleg vindt maandelijks plaats op de tweede dinsdag van de maand. De OvJ-veelplegers is voorzitter. Voorbereiding van het cov 1 Deelnemers melden minimaal drie dagen voor het cov via de mail/viadesk aan de informatiemakelaar welke veelpleger ze willen bespreken. Daarbij wordt kort de reden aangegeven. 2 De afspraak is dat minimaal eens per jaar het plan van aanpak per veelpleger wordt aangepast én geëvalueerd. Op het moment dat een plan van aanpak in viadesk is aangepast, wordt dit plan van aanpak door de informatiemakelaar op de agenda voor het cov geplaatst.
27
bijlage 2
3
4
De informatiemakelaar stelt de agenda samen naar aanleiding van 1 en 2 en verstuurt deze per mail/viadesk uiterlijk twee dagen voor het cov. Alle uitvoerend werkers zorgen ervoor dat de gegevens in viadesk actueel zijn.
Het verloop van het cov 5 Er wordt gewerkt met een vaste agenda. 6 Alle ingebrachte casussen worden separaat besproken. Tijdens de vergadering wordt gebruikgemaakt van een beamer, zodat alle aanwezigen kunnen ‘meekijken’. 7 Eventueel licht de aanmelder de casus toe en doet een voorstel. Na bespreking wordt een besluit over de aanpak genomen. Daarbij wordt gestreefd naar consensus. 8 Als het cov knelpunten van meer structurele aard constateert, informeert het de kerngroep veelplegers daarover. De informatiemakelaar stuurt (namens de voorzitter van het cov) een kort bericht aan de voorzitter van de kerngroep veelplegers. 9 De informatiemakelaar legt de conclusies en afspraken vast in het verslag én viadesk en verstuurt het verslag binnen drie dagen per mail. 10 Elk van de leden van het cov is verantwoordelijk voor een adequate terugkoppeling binnen zijn/haar eigen organisatie. Evaluatie Het functioneren van het cov wordt jaarlijks geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie worden voorgelegd aan de kerngroep veelplegers. Scenario’s Voor de veelplegeraanpak is het van belang dat alle ketenpartners dezelfde ‘taal spreken’ en weten welke aanpak op dat moment voor een bepaalde veelpleger geldt. Het gaat hierbij om de hoofdlijnen. Binnen de veelplegeraanpak wordt gewerkt met scenario’s. Bij elk scenario horen verschillende taken en werkzaamheden. Hiernaast zijn de mogelijke scenario’s weergegeven. De codes van de scenario’s worden verwerkt in de individuele plannen van aanpak in viadesk. De scenario’s zijn niet statisch; zij kunnen elkaar opvolgen. Het werken met de scenario’s in de plannen van aanpak biedt een aanvullende mogelijkheid tot het genereren van beleids- en managementinformatie.
28
bijlage 2
Nr. Naam 1 Politietraject Code Pol
2
3
4
5
6
7
8
Toelichting De politie is proactief en houdt de veelpleger nauwlettend in de gaten. Dit houdt onder meer in: – Betrokkene regelmatig aanspreken – Alles wat mogelijk relevant is vastleggen – Altijd proces-verbaal opmaken, niet alleen bij misdrijven, maar ook bij overtredingen. De gemeente is verantwoordelijk voor de basisvoorzieningen als identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. De casusregisseur is passief aanwezig. Preventief Veelpleger De veelpleger zit preventief gedetineerd, Code Prev zit preventief in afwachting van behandeling van zijn zaak. gedetineerd De politie zorgt voor een afgerond procesverbaal en de reclassering voor een voorlichtingsrapport. DetentieVeelpleger zit Casusregisseur is proactief aanwezig en traject gevangenisstraf stelt i.o.m. met de medewerker van de PI een gericht op uit en hij volgt plan van aanpak op dat kan worden resocialisatie een resocialisatie- uitgevoerd in de vorm van PP, artikel 43, ET Code Reso programma schorsing van de preventieve hechtenis etc. Rapportage wordt gedaan door rapporteurs van de reclasseringsorganisatie. Klinisch traject Veelpleger 24-uursvoorziening in gecontroleerde Code Kli verblijft in omgeving (bijvoorbeeld kliniek). De casusintramurale regisseur is actief aanwezig en bereidt het voorziening scenario ambulant traject op tijd voor. Ambulant Veelpleger is vrij De casusregisseur en de politie zijn proactief traject en krijgt aanwezig. Voor de casusregisseur valt te Code Amb ambulante denken aan: ambulante woonbegeleiding, begeleiding door wonen in woonpensions, zelfstandig wonen, reclassering contacten bij AFP, dagbestedingsprogramma's en inkomensbeheer. Voor de politie betekent het o.a. betrokkene regelmatig even aanspreken (m.n. adoptieagent). Alles wat maar enigszins relevant kan zijn, wordt vastgelegd. ISD-maatregel Veelpleger heeft De veelpleger begint het verblijf op de ISDsober ISD-maatregel en afdeling altijd onder het basisregime. Code Isds komt (nog) niet in Casusregisseur en trajectmedewerker van aanmerking voor de PI bekijken samen of deelname aan een een traject gericht traject tot de mogelijkheden behoort. Indien op resocialisatie, dat ook tijdens de hele maatregel niet het c.q. hij wil niet geval is, zorgen zij er samen voor dat voor het meewerken aan eind van de maatregel in elk geval de voorgesteld traject basisvoorzieningen zijn geregeld. ISD-maatregel Binnen de PI wordt door de PI en de casusregisseur een actief aanbod gedaan gericht op resocialisatie. Dit kan ook betekenen dat iemand onder de noemer ISD buiten de PI (kliniek) geplaatst wordt. Op ISD-lijst Er is besloten Na plaatsing op de ISD-lijst wordt vanuit de om de veelpleger reclasseringsorganisaties geen ‘hulpaanbod’ op de ISD-lijst te meer gedaan. Mocht de veelpleger daar plaatsen. in deze fase om vragen, dan onderneemt de casusregisseur geen actie.
29
Wanneer Veelpleger is vrij
bijlage 2
bijlage 3 richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers Categorie Rechtskarakter Afzender Adressaat Registratienummer Datum vaststelling Datum inwerkingtreding Geldigheidsduur Publicatie Vervallen
Strafvordering Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO College van Procureurs-Generaal Hoofden van de parketten 2009R004 11-05-2009 01-07-2009 30-06-2013 PM Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (2007R006) Relevante beleidsregels OM Handleiding werkwijze ten aanzien van meerderjarige zeer actieve veelplegers (2009H003) Aanwijzing formulier risicoprofiel en executie-indicator (2008A014) Aanwijzing OM-afdoening (2008A028) Bijlage -
Samenvatting Deze richtlijn regelt het strafvorderingsbeleid bij meerderjarige stelselmatige daders en overige veelplegers. ISD-maatregel Het beleid ten aanzien van meerderjarige stelselmatige daders is erop gericht het criminele gedrag feitelijk onmogelijk te maken door middel van langdurige vrijheidsbeneming, als maatregel opgelegd. De artikelen 38m t/m u van het Wetboek van Strafrecht maken het mogelijk om stelselmatige daders maximaal twee jaar van hun vrijheid te beroven door plaatsing in een zogeheten Inrichting voor Stelselmatige Daders (isd). Als er aanknopingspunten zijn voor gedragsverandering (gemeten met behulp van het diagnoseinstrument risc), biedt langdurige vrijheidsbeneming tegelijkertijd de mogelijkheid programma’s aan te bieden die gericht zijn op gedragsverandering, om daarmee het risico van recidive te beperken. Ook kan doorplaatsing naar de geestelijke gezondheidszorg plaatsvinden of kan plaatsing volgen in een bijzondere zorgvoorziening binnen het gevangeniswezen. Daarvoor moeten wel aanknopingspunten aanwezig zijn op grond van indicatiestelling door een gedragskundige, onder regie van het nifp.
30
bijlage 3
Naast de wettelijk vastgelegde vereisten gelden voor het vorderen van de isd-maatregel twee uitgangspunten: – er moet capaciteit voor de tenuitvoerlegging beschikbaar zijn (landelijk zijn 1000 budgettaire plaatsen beschikbaar die sinds de inwerkingtreding van de wet ruim toereikend zijn gebleken; het complexe verdeelsysteem van ‘trekkingsrechten’ per arrondissement is om die reden losgelaten); – de verdachte is niet ontoerekeningsvatbaar in de zin van art. 39 WvSr. Andere eisen aan de vordering van de isd-maatregel, zoals destijds opgenomen in de vervallen Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (2004R004), worden niet meer gesteld. Vervallen zijn dus de volgende aanvullende eisen voor het vorderen van de isd-maatregel: – de verdachte is in voorlopige hechtenis gesteld en deze is niet geschorst of opgeheven; – het nog ‘openstaande’ (nog ten uitvoer te leggen) onherroepelijke strafrestant bedraagt niet meer dan vier maanden (enkelvoudig dan wel cumulatief, en inclusief omrekening naar vervangende hechtenis); – de verdachte is geen illegaal in Nederland verblijvende vreemdeling; – het is aannemelijk dat de rechter een isd-maatregel zal bevelen voor de duur van tenminste één jaar. Op deze onderwerpen wordt in de richtlijn afzonderlijk ingegaan. Nieuw in de richtlijn is een paragraaf over de vordering van de isd-maatregel in voorwaardelijke vorm. Ook wordt bij gebrek aan duidelijkheid hierover in de wet ingegaan op de vraag welk rechterlijk forum (in eerste instantie) bevoegd is tot tussentijdse toetsing van de maatregel. Strafvordering overig Nieuw is dat ook voor ‘gewone’ veelplegers kan worden afgeweken van de algemene richtlijnen voor strafvordering opgenomen in de Aanwijzing Kader voor Strafvordering. Voor zogenaamde ‘overlastveelplegers’, ofwel veelplegers die veelvuldig overlastfeiten plegen in de publieke ruimte (overtredingen), geldt thans geen specifiek strafvorderingsbeleid. Evenmin gelden landelijke definities voor deze veelplegers. In diverse arrondissementen worden inmiddels ‘best practices’ beproefd, die op termijn tot landelijk vastgesteld strafvorderingsbeleid zouden kunnen leiden.
1 Definities In deze richtlijn worden de volgende definities gehanteerd: a Een ‘veelpleger’ is een persoon van 18 jaar of ouder die in zijn gehele criminele verleden meer dan tien processen-verbaal (pv’s)1 tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar (het afgelopen kalenderjaar). b Een ‘zeer actieve veelpleger’ is een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren meer dan tien pv’s tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste één in het peiljaar (het afgelopen kalenderjaar) of in het lopende kalenderjaar.2
31
bijlage 3
c
Een ‘stelselmatige dader’3 is een zeer actieve veelpleger die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, die in de vijf jaren voorafgaand aan het gepleegde feit ten minste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld4 tot een vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende straf of maatregel dan wel een taakstraf, die ook ten uitvoer zijn gelegd. Deze personen kunnen in aanmerking komen voor toepassing van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (cf. de Wet isd, artt. 38m t/m 38u WvSr).5
In deze richtlijn worden regels gesteld omtrent de strafvordering bij meerderjarige veelplegers en stelselmatige daders.
2 Vordering van de ISD-maatregel 2.1 Onvoorwaardelijke ISD-maatregel De isd-maatregel kan alleen worden gevorderd bij stelselmatige daders. De maatregel kan blijkens de parlementaire geschiedenis niet samen met een gevangenisstraf worden gevorderd, zoals bevestigd in een arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2006, LJN AV1161. De vordering tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde (deels) voorwaardelijke vrijheidsstraf in combinatie met een vordering isdmaatregel voor het nieuwe feit is mogelijk, maar niet wenselijk. 2.1.1 Wettelijke vereisten en uitgangspunten bij de vordering Is aan de wettelijk gestelde eisen in artikel 38m WvSr voldaan, dan kan het om de isd-maatregel vorderen. Bij de vordering wordt voorts rekening gehouden met de volgende twee uitgangspunten: a Er is capaciteit voor de tenuitvoerlegging beschikbaar. Toelichting Voor de isd-maatregel is vooralsnog zowel in budget als in (cel)plaatsen beperkte capaciteit beschikbaar. Conform de wens van de wetgever moet worden afgezien van een vordering als de maatregel niet ten uitvoer kan worden gelegd (er is bijvoorbeeld helemaal geen capaciteit), of als het hoogst onwaarschijnlijk is dat de maatregel binnen een redelijke termijn geëxecuteerd kan worden (de beschikbare capaciteit is zodanig bezet dat het niet mogelijk is om binnen een termijn van drie maanden te beginnen met de tenuitvoerlegging). Het systeem van ‘trekkingsrechten’ per arrondissement is echter afgeschaft. Dit betekent dat de beschikbare capaciteit voor het om als geheel toegankelijk is. De isd-inrichtingen hebben een lokale, regionale of landelijke bestemming. In eerste aanleg wordt door de officier van justitie aangegeven of capaciteit beschikbaar is; in tweede aanleg hoeft de advocaat-generaal dit niet nog eens aan te geven. Als in eerste aanleg geen isd is gevorderd en in tweede aanleg wel, gaat de advocaat-generaal via het eerstelijnsparket na of capaciteit beschikbaar is. b De stelselmatige dader is niet ontoerekeningsvatbaar als bedoeld in artikel 39 WvSr. Toelichting Als bij de verdachte sprake is van een zodanige gebrekkige ontwikkeling of stoornis in zijn geestvermogens dat hem op grond van het oordeel van gedragskundigen het strafbare feit
32
bijlage 3
niet kan worden toegerekend, dan zal naar opname in een psychiatrisch ziekenhuis of een andere ggz-instelling moeten worden gestreefd. Het ligt voor de hand om bij ontoerekeningsvatbare stelselmatige daders plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 37 WvSr te vorderen, of een rechterlijke machtiging in het kader van de Wet bopz bij de civiele rechter. Daarmee wordt voorkomen dat de dader later, tijdens de tenuitvoerlegging van de maatregel, alsnog doorgeplaatst moet worden naar de ggz omdat er binnen de penitentiaire inrichting of binnen het gevangeniswezen geen geschikte zorgvoorzieningen voor de veroordeelde zijn. bopz-plaatsing kan ook de voorkeur hebben omdat bij doorplaatsing vanuit de isd-maatregel de rechtspositie van de bopz niet op de veroordeelde van toepassing is; doorplaatsing naar een bopz aangemerkte instelling kan dus alleen op basis van vrijwilligheid plaatsvinden en dwangbehandeling is niet mogelijk. 2.1.2 Aandachtspunten bij de vordering Voorlopige hechtenis Met name vanwege het beveiligingskarakter van de maatregel verdient het de voorkeur dat de stelselmatige dader in voorlopige hechtenis is gesteld en de voorlopige hechtenis niet is geschorst of opgeheven. Als de voorlopige hechtenis wel is geschorst of opgeheven, kan de isd-maatregel toch gevorderd worden.Voorlopige hechtenis is dus geen constitutief vereiste voor de vordering. Ter executie/afdoening openstaande (vrijheidsbenemende) straffen en maatregelen, strafbeschikkingen, transacties en ‘Mulder-zaken’ (Wahv-sancties) Vrijheidsstraffen en vervangende hechtenis (geldboete en taakstraf) De officier van justitie of de advocaat-generaal (a-g) bepaalt bij de voorbereiding van de vordering in overleg met de executie-officier of de executie-a-g of na het onherroepelijk worden van de maatregel éérst bepaalde, door de rechter reeds opgelegde, (vervangende) vrijheidsstraffen ‘uitgezeten’ moeten worden, voordat met de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel wordt aangevangen. Hiervan wordt ter zitting mededeling gedaan aan de verdachte en diens raadsman en aan de rechter. Als uitgangspunt voor zijn beoordeling neemt de officier of a-g het criterium in acht dat van tenuitvoerlegging van de desbetreffende (vervangende) vrijheidsstraf niet kan worden afgezien, gelet op de ernst van de door de rechter bewezen verklaarde feiten en/of de belangen van eventuele slachtoffers. Het ambtshalve indienen van een voorwaardelijk gratieverzoek door het om is dan niet opportuun. Voor eventuele (vervangende) vrijheidsstraffen die niet voorafgaande aan de maatregel ten uitvoer worden gelegd dient het om zo spoedig mogelijk na het onherroepelijk worden van de isd-maatregel ambtshalve een voorwaardelijk gratieverzoek in, met een proeftijd van twee jaar gerekend vanaf de (beoogde) einddatum van de maatregel. Ook de vervangende hechtenis terzake van niet-gratieerbare geldboetes wordt voorafgaande aan de isd-maatregel ten uitvoer gelegd. Hiervoor wordt gekozen omdat er wettelijk geen mogelijkheid
33
bijlage 3
bestaat om voor deze reeds door de rechter opgelegde geldboetes gratie te verlenen. Er rest het om daarom geen andere mogelijkheid dan de reeds bevolen vervangende hechtenis te executeren, alhoewel het in de regel feiten zal betreffen van geringe ernst en zonder slachtofferbelang. Het cjib ziet hier namens het om op toe. Vervangende hechtenis schadevergoedingsmaatregel en lijfsdwang ontnemingsmaatregel De vervangende hechtenis respectievelijk lijfsdwang voor een door de rechter reeds eerder opgelegde schadevergoedingsmaatregel of ontnemingsmaatregel wordt eveneens ten uitvoer gelegd voorafgaande aan de isd-maatregel. Het cjib ziet hier namens het om op toe. Communicatie om-cjib-dji Na de uitspraak waarbij de isd-maatregel is opgelegd geeft de officier of a-g onverwijld aan het cjib door welke ‘zaken’ voorafgaande aan de tenuitvoerlegging van de maatregel moeten worden ‘uitgezeten’; het cjib informeert hierover onverwijld de inrichting waar de verdachte als voorlopig gehechte is gedetineerd. Zodra de maatregel onherroepelijk wordt, worden deze ‘zaken’ aansluitend aan de voorlopige hechtenis ten uitvoer gelegd. Mede afhankelijk van de duur van de nog te ondergane voorafgaande detentie kan de selectiefunctionaris besluiten de veroordeelde alvast over te plaatsen naar de inrichting waar ook de isd-maatregel ten uitvoer gelegd zal worden. Geldboetes die ter inning/incasso openstaan De executie van nog ter inning/incasso openstaande geldboetes wordt opgeschort en hiervoor wordt voorwaardelijke gratie aangevraagd, uiteraard voor zover deze geldboetes bij wet gratieerbaar zijn. Proeftijd Wordt in de proeftijd opnieuw een misdrijf gepleegd waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, dan geeft de officier of a-g het cjib de opdracht om de executie van de voorwaardelijk gegratieerde zaken en de executie van de niet-gratieerbare geldboetes (geheel of gedeeltelijk) te hervatten. Wordt in de proeftijd geen misdrijf begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, dan wordt de gratieverlening daarmee onvoorwaardelijk en wordt eveneens definitief afgezien van de executie van de opgeschorte, niet-gratieerbare geldboetes. De executie van deze geldboetes dient dan geen redelijk doel meer. Schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatrgelen die ter inning/incasso openstaan De inning van nog openstaande (nog niet naar vervangende hechtenis/lijfsdwang omgezette) schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen loopt tijdens de isd-maatregel persoonsgericht door, op basis van een (alsnog met het cjib te treffen) afbetalingsregeling. Transacties inhoudende het betalen van een schadevergoeding Dat geldt ook voor de (verdere) afdoening van een transactievoorwaarde inhoudende het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer: persoonsgerichte executie op basis van een (alsnog met het cjib te treffen) afbetalingsregeling.
34
bijlage 3
Taakstraffen Voor nog niet naar vervangende hechtenis omgezette taakstraffen geeft de officier of a-g ter zitting aan wat moet gebeuren. Daarbij zijn drie mogelijkheden: 1 de taakstraf wordt direct omgezet naar vervangende hechtenis en moet dus worden ‘uitgezeten’ voorafgaande aan de isd-maatregel (gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en/of de belangen van eventuele slachtoffers); 2
er wordt ambtshalve voorwaardelijke gratie aangevraagd;
3
de taakstraf moet na de isd-maatregel alsnog ten uitvoer worden gelegd: de isd-maatregel schort de tenuitvoerleggingstermijn immers op. Nog openstaande taakstraftransacties worden ter zitting gevoegd of geseponeerd.
Straffen (en maatregelen) die onherroepelijk worden ná onherroepelijk worden van de isd-maatregel Het om kan bij zijn ambtshalve verzoek tot voorwaardelijke gratieverlening ook straffen en maatregelen betrekken die ná het onherroepelijk worden van de isd-maatregel alsnog onherroepelijk worden, althans voor zover het gaat om veroordelingen voor feiten met een pleegdatum die ligt vóór het opleggen van de isd-maatregel. Hierbij zal een afzonderlijke beoordeling moeten plaatsvinden. Deze straffen (en maatregelen) waren het om immers nog niet bekend althans deze waren nog niet onherroepelijk ten tijde van de vordering van de isd-maatregel, zodat hiermee nog geen rekening gehouden kon worden (eerst ‘uitzitten’ of niet). Het cjib schort de executie van deze nieuwe zaken automatisch op, tenzij het om eventueel anders gelast, gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten en/of de belangen van eventuele slachtoffers. Desnoods moet de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel daarvoor worden onderbroken (‘uitzitten’). De executie van eventuele nieuwe schadevergoedingsmaatregelen of ontnemingsmaatregelen wordt tijdens de isd-maatregel persoonsgericht opgestart (op basis van een afbetalingsregeling). Ontzegging rijbevoegdheid De tenuitvoerlegging van een onherroepelijke ontzegging van de rijbevoegdheid (opgelegd door de rechter of bij strafbeschikking) wordt na het einde van de isd-maatregel hervat: de isd-maatregel schort de tenuitvoerleggingstermijn op. Wahv-sancties Wahv-sancties worden stopgezet en de afdoening (inning of gijzeling) wordt na de isd-maatregel niet meer hervat. Geldsomtransacties en strafbeschikkingen inhoudende een geldboete Geldsomtransacties en strafbeschikkingen inhoudende een geldboete worden na onherroepelijk worden van de isd-maatregel overgedragen aan het parket van herkomst met de mededeling dat een isdmaatregel is opgelegd. Inning/incasso vindt niet meer plaats, gelet op het verwachte tijdsverloop van meer dan twee jaar (landelijke norm). Het parket beslist over het strafrechtelijke vervolg (dagvaarding of sepot).
35
bijlage 3
In de Handleiding werkwijze ten aanzien van meerderjarige veelplegers wordt de administratieve afhandeling tussen om, cjib en dji omtrent nog openstaande straffen en maatregelen beschreven, met inbegrip van strafbeschikkingen, transacties en ‘Mulder-zaken’ (Wahv-sancties). Daarbij zijn de benodigde formulieren gevoegd voor achtereenvolgens: 1 de handmatige bevraging van het om aan het cjib van de ter executie/afdoening openstaande straffen en maatregelen, strafbeschikkingen, transacties en Wahv-sancties op naam van de verdachte; 2 de opdracht van het om aan het cjib tot tenuitvoerlegging van bepaalde (vervangende) vrijheidsstraffen/lijfsdwang voorafgaande aan de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel; 3 de opdracht van het om tot opschorting van de executie van overige straffen en stopzetting van Wahv-sancties; 4 de opdracht tot (gehele of gedeeltelijke) hervatting van de executie van de voorwaardelijk gegratieerde zaken en de opgeschorte niet-gratieerbare zaken (niet-gratieerbare geldboetes) binnen de proeftijd. Illegale stelselmatige daders Gewijzigde inzichten hebben geleid tot een beleidswijziging ten aanzien van stelselmatige daders die als ‘criminele illegaal’ te typeren zijn. Indien een criminele illegaal feitelijk niet uitzetbaar is of moeilijk uitzetbaar (de illegale vreemdeling keert na uitzetting bij herhaling terug naar Nederland), dan kan de verdachte in aanmerking komen voor de isd-maatregel, gelet op het beveiligingskarakter van de maatregel. In de praktijk zal dit betekenen dat alleen intramurale voorzieningen kunnen worden aangeboden. Op gedragsverandering gerichte programma’s zijn echter ook wel mogelijk; ook aan vreemdelingen bij wie daar aanknopingspunten voor zijn op basis van de risc, kunnen erkende gedragsinterventies en vaardigheidstrainingen worden geboden (tenzij taalproblemen dit beletten). Ook kan een gedragsdeskundige gedurende de tenuitvoerlegging op grond van een indicatiestelling overplaatsing adviseren naar een bijzondere zorgvoorziening binnen het gevangeniswezen of (tijdelijke) overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 15 lid 5 Pbw. Extramurale tenuitvoerlegging is echter niet mogelijk, omdat de illegaal hier verblijvende vreemdeling geen beroep kan doen op reguliere voorzieningen in de Nederlandse samenleving. Wordt tijdens de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel alsnog uitzetting mogelijk van een illegale vreemdeling die tot dan toe feitelijk niet uitzetbaar was, bijvoorbeeld omdat de identiteit van betrokkene komt vast te staan of wordt bevestigd en het land van herkomst een laissezpasser afgeeft, dan zal in beginsel uitzetting volgen voordat de maatregel geheel ten uitvoer is gelegd. De minister van Justitie kan de maatregel daartoe ambtshalve beeïndigen (art. 38 u WvSr). 2.1.3 Overige aspecten De volgende aspecten zijn niet van belang voor het vorderen van een isd-maatregel of voor het afzien daarvan. – Het vooruitzicht op een programma waarmee beoogd wordt de stelselmatige dader ‘op het rechte pad te brengen’ dan wel de benodigde zorg te bieden. Binnen het kader van een bevolen maatregel moet de sector Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële
36
bijlage 3
Inrichtingen (dji/gw) hieraan invulling geven, samen met de reclasseringsorganisaties en de gemeenten. Het karakter van de maatregel is primair de langdurige insluiting; in het kader daarvan zal daar waar zich aanknopingspunten voordoen dji/gw een programma aanbieden. De uitkomst van de risc in combinatie met het professioneel oordeel van de reclasseringsmedewerker vormt het uitgangspunt voor het aanbieden van erkende gedragsinterventies en vaardigheidstrainingen. Bij een bijzondere zorgbehoefte (verstandelijke handicap, psychische stoornis, verslavingsproblematiek) is de onafhankelijke indicatiestelling door een gedragskundige (onder regie van het nifp) de basis voor overplaatsing naar een bijzondere zorgvoorziening binnen het gevangeniswezen, de (tijdelijke) plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 15 lid 5 Pbw. of de doorplaatsing naar een andere ggz-instelling (waaronder verslavingszorginstellingen of instellingen voor verstandelijk gehandicapten). – Het hebben van een vaste woon- of verblijfplaats in gemeente of regio. Juist ook in de (doel)groep zonder vaste woon-of verblijfplaats zullen immers stelselmatige daders aanwezig zijn. – Het vooruitzicht op nazorg. Dit aspect komt aan de orde tijdens de tenuitvoerlegging van de maatregel. dji/gw heeft hier een taak in samenspraak met de reclasseringsorganisaties en de gemeenten van terugkeer. In elk geval aan de grotere gemeenten (g31) zijn middelen beschikbaar gesteld voor het realiseren van nazorg aan de doelgroep zeer actieve veelplegers.
2.2 Voorwaardelijke ISD-maatregel De voorwaardelijke isd-maatregel (art. 38 p WvSr) kan in specifieke omstandigheden voorzien in de behoefte aan maatwerk. Bijvoorbeeld wanneer nooit eerder een ‘drangtraject’ is aangeboden als bijzondere voorwaarde, terwijl een ‘drangtraject’ nu wel beschikbaar is en ook kansen lijkt te hebben. Het vorderen van een voorwaardelijke isdmaatregel is derhalve bedoeld als ultieme poging om gedragsverandering bij de stelselmatige dader te bewerkstelligen, met de onvoorwaardelijke isd-maatregel als stok achter de deur. Op vordering van het om kan de rechter bevelen dat de voorwaardelijke isdmaatregel bij niet nakomen van de voorwaarden alsnog (geheel/deels) ten uitvoer wordt gelegd. De rechtbank beslist in raadkamer over deze vordering (art. 509dd lid 1 WvSv). Beroep tegen deze beslissing is mogelijk bij de penitentiaire kamer van het Hof Arnhem (art. 509 ff lid 1 WvSv). De vordering moet in redelijke verhouding staan tot de aard van het niet naleven van de voorwaarden. Bij overtreding van de algemene voorwaarde kan naast de vordering (gehele/gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke isd-maatregel tevens een gevangenisstraf worden gevorderd voor het nieuwe feit. Dit is echter niet wenselijk gelet op het doel van de maatregel. Bovendien moet bedacht worden dat bij eventueel hoger beroep de zaak wordt ‘gesplitst’: beroep tegen de raadkamerbeschikking bij de penitentiaire kamer van het Hof Arnhem en ‘regulier’ hoger beroep in de hoofdzaak. Als alternatief kan ervoor worden gekozen voor het nieuwe feit een onvoorwaardelijke isd-maatregel te vorderen en af te zien van een vordering tenuitvoerlegging bij de raadkamer.
37
bijlage 3
3 De duur van de gevorderde maatregel De maatregel kan ten hoogste twee jaar duren. In beginsel vordert het om de isd-maatregel onvoorwaardelijk voor de duur van twee jaar, tenzij uit de feiten en omstandigheden aannemelijk is dat het gevaar voor recidive op een aanmerkelijk kortere termijn dan twee jaar zal afnemen. Veel stelselmatige daders leiden een leven waarin criminaliteit een vaste component is, vaak verbonden met een problematiek van verslaving en/of (andere) psychi(atri)sche problematiek. Ook verstandelijke beperkingen komen relatief veel voor bij stelselmatige daders, zoals blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Sanctietoepassing naar de uitvoering van de isd-maatregel (2008). Vanwege het structurele en ‘hardnekkige’ karakter van de criminogene factoren is een echt langdurige vrijheidsbeneming wenselijk. Een periode van twee jaar is nodig om veroordeelden die dat kunnen en willen te behandelen voor hun verslaving en/of hun psychi(atri)sche stoornis. Tegelijkertijd moet worden onderkend dat criminele loopbanen ook een einde kennen: zo blijkt (vooral bij verslaafde criminelen) dat men na enige decennia – zo tussen het 35ste en 40ste levensjaar – minder delicten gaat plegen. Bij delinquenten bij wie het einde van de criminele carrière in zicht komt, is er wel degelijk nog een fors risico van recidive op de kórtere termijn maar een afnemend gevaar op lángere termijn. Als er – in het reclasseringsadvies en in de eventuele gedragskundige rapportage – duidelijk aanwijzingen zijn dat er (mogelijk geholpen door specifieke nazorgvoorzieningen in de sfeer van bed, bad, brood, methadon/heroïneverstrekking en/of psychiatrische vervolgbehandeling) sprake is van een aflopende criminele loopbaan, kan de maatregel voor een kortere duur dan twee jaar worden gevorderd. Een minimumduur van een jaar is echter noodzakelijk, om de maatregel onderscheidend te laten zijn van wat via de weg van de ’gewone’ strafvordering bij overige zeer actieve veelplegers aan straffen kan worden geëist (Zie hierna, onder 5).
4 Tussentijdse toetsing van de maatregel Ingevolge het bepaalde in artikel 38s WvSr kan de rechter de maatregel tussentijds toetsen op vordering van het om, op verzoek van de verdachte of diens raadsman dan wel ambtshalve. De Hoge Raad heeft het standpunt van het College bevestigd dat tussentijdse toetsingen in alle gevallen moeten worden aangebracht bij de rechtbank die in eerste aanleg bevoegd was, ook wanneer het hof de maatregel heeft opgelegd6. Immers uit art. 509ff WvSv blijkt dat het Hof Arnhem is aangewezen als appèlinstantie voor beslissingen met betrekking tot de toepassing van art. 38s WvSr. Door onbevoegdheid van de rechtbank aan te nemen, zou zowel aan verdachte als aan het om een appèlinstantie worden onthouden.
5 Strafvordering overig Als vordering van een isd-maatregel niet mogelijk of wenselijk is, maar wel sprake is van een zeer actieve veelpleger, kan een hogere onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd dan geïndiceerd is op grond van de algemene richtlijnen voor strafvordering (cf. de Aanwijzing Kader voor Strafvordering). Er gelden daarbij de volgende regels, waarbij opnieuw wordt uitgegaan van de hiervoor onder 1 Definities omschreven groepen veelplegers:
38
bijlage 3
a
b
c
Bij stelselmatige daders, dus degenen die aan de wettelijke eisen voor isd voldoen, kan: – ten hoogste drie maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – als sprake is van lichtere feiten (bijvoorbeeld bedreiging, winkeldiefstal, fietsdiefstal, zakkenrollerij / kasgreep, eenvoudige mishandeling en eventueel andere feiten met minder dan tien basispunten in Bos/Polaris). – ten hoogste zes maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – bij zwaardere feiten (bijvoorbeeld inbraak, autokraak, autodiefstal, openlijke geweldpleging en eventueel andere feiten met tien of meer basispunten in Bos/Polaris). Bij overige zeer actieve veelplegers (dus wel meer dan tien pv’s de afgelopen vijf jaar, maar niet driemaal onherroepelijk veroordeeld) kan: – ten hoogste twee maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – bij de lichtere feiten (minder dan tien basispunten in Bos/Polaris). – ten hoogste drie maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – bij de zwaardere feiten (tien of meer basispunten in Bos/Polaris). Bij de ‘gewone’veelplegers kan: – ten hoogste één maand onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – bij de lichtere feiten (minder dan tien basispunten in Bos/Polaris). – ten hoogste twee maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden gevorderd – tenzij de puntentelling van Bos/Polaris hoger uitkomt – bij de zwaardere feiten (tien of meer basispunten in Bos/Polaris).
Hiermee worden maxima gedefinieerd die kunnen worden gehanteerd in een lokaal beleid dat is toegespitst op specifieke (subcategorieën) veelplegers die op de zogenoemde veelplegerslijst staan. Overgangsrecht Deze richtlijn heeft betrekking op de vervolging van misdrijven gepleegd door meerderjarige stelselmatige daders en overige veelplegers op of na 1 juli 2009.
1 In deze definities wordt uitgegaan van hks-antecedenten, d.w.z. wegens misdrijf opgemaakte processenverbaal (pv’s) die zijn ingestuurd naar het om. Wegens misdrijf opgemaakte pv’s die na beoordeling door het om hebben geleid tot technisch sepot wegens onvoldoende bewijs mogen niet worden meegeteld bij de bepaling van de definitie. pv’s kunnen meerdere feiten (misdrijven en overtredingen) bevatten. Een wegens misdrijf opgemaakt pv wordt geteld als één pv, ook als het meerdere misdrijven bevat. 2 Het peiljaar is het afgelopen kalenderjaar. Deze formele definitie van het peiljaar wordt ook door het Korps Landelijke Politiediensten (klpd) gehanteerd bij het opstellen van de jaarlijkse criminaliteitskaart van (zeer actieve)
39
bijlage 3
3 4 5
6
veelplegers. De veelplegerslijst voor lokaal gebruik moet tenminste jaarlijks door de regiopolitie worden opgesteld aan de hand van hks-antecedenten in het afgelopen kalenderjaar. Om de lijst met zeer actieve veelplegers zo actueel mogelijk te houden, en daarmee eveneens de potentiële toeleiding tot de isd-maatregel, mogen aan de veelplegerslijst ook zeer actieve veelplegers worden toegevoegd tegen wie in het lopende kalenderjaar één of meerdere nieuwe misdrijfpv’s worden opgemaakt en ingezonden naar het om, terwijl zij in het áfgelopen kalenderjaar géén hks-antecedent ‘scoorden’. De eis dat tenminste één pv is opgemaakt in het peiljaar wordt dan vervangen door de eis dat tenminste één pv is opgemaakt in het lopende kalenderjaar. Uiteraard moet daarbij wel worden voldaan aan de voorwaarde dat in de vijf jaren voorafgaande aan de pleegdatum in totaal meer dan tien pv’s tegen betrokkene zijn opgemaakt. Voor zeer actieve veelplegers die zijn veroordeeld tot de isd-maatregel geldt dat zij op de veelplegerslijst blijven staan, en daarmee de status van zeer actieve veelpleger behouden, tot één jaar na de einddatum van de isd-maatregel. Indien zij in dat jaar geen misdrijfpv tegen zich zagen opmaken, worden zij van de veelplegerslijst verwijderd. Dit is een omschrijving die aansluit bij de Wet isd, maar die anders luidt dan de definitie die ooit in het Veiligheidsprogramma is gehanteerd. Onder ‘veroordeeld’ wordt mede begrepen een onherroepelijk geworden strafbeschikking. Als de stelselmatige dader na de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel opnieuw een misdrijf pleegt waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, kan opnieuw een isd-maatregel worden gevorderd mede op grond van de eerdere veroordelingen. Het is dus niet zo dat de eerdere veroordelingen slechts één keer mee zouden mogen tellen. Wel geldt dan opnieuw de voorwaarde dat de veroordelingen, waarvan de isd-maatregel er dan één is, dateren van vijf jaar voorafgaand aan het nieuwe feit en deze ook ten uitvoer zijn gelegd. De Hoge Raad heeft dit standpunt van het College bevestigd in zijn uitspraak van 18 november 2008, ljnbg1596.
40
bijlage 3
bijlage 4 procesbeschrijving veelplegers fryslân In deze bijlage wordt het werkproces van de keten weergegeven. Er wordt gestart met het moment van aanhouding in verband met verdenking van het plegen van een nieuw strafbaar feit tot en met het einde van de detentie. Per activiteit wordt de te handelen organisatie, de actoren en een korte instructie geschetst. Nr. Activiteit Organisatie Wie 1 Aanhouding Politie Verbalisant veelpleger
2
3
4
Instructie Aanhouding regulier Overbrengen naar politiebureau en voorgeleiding hulpofficier. Check Amazone. Indien het gaat om een veelpleger contact opnemen met OvJ-veelplegers of vervanger. Registratie in BVH en proces-verbaal opmaken. Aanhouding buiten heterdaad Pas na overleg met de OvJ-veelplegers (dus eerst veelplegerslijst checken). Checken Politie Verbalisant – Indien betrokkene niet voorkomt op veelplegersveelplegerlijst: de zaak regulier afdoen lijst door insturen van proces-verbaal, bij voorkeur via Kort-OM. – Check Amazone: indien betrokkene wel voorkomt op veelplegerlijst: de zaak melden aan de coördinator veelplegers in zijn/haar team. Telefonisch Politie/OM Coördinator Op de veelplegerslijst staat aangegeven overleg veelplegers met wie van het OM contact moet worden Officier van gezocht (en wie de vervanger is). JustitieNa overleg wordt het besluit aan de veelplegers verbalisant meegedeeld: – Voorgeleiding – Stapelen (exit). De parketsecretaris verzamelt de processen-verbaal; tijdens het casusoverleg wordt besloten op welk moment de officier overgaat tot vervolging (maximale strafmaat). – Zaak wordt niet aangenomen (exit). Inverzeke- Politie Coördinator De coördinator veelplegers verwerkt ringstelling veelplegers direct na het overleg met het OM de (IVS) informatie in VIADESK. 3RO Reclassering De reclasseringsorganisaties ontvangen via de meldkamer bericht van inverzekeringstelling. Afspraak: reclassering bezoekt veelpleger op bureau en stelt een vroeghulpinterventie op.
41
bijlage 4
5
Rapportage opmaken
3RO
Casusregisseur rapportage inclusief RISc door collegarapporteur reclasseringsorganisatie
6
Procesverbaal opmaken
Politie
Verbalisant/ coördinator veelplegers
7
Opstellen vordering Voorgeleiding
OM
8
Parketsecretaris OM/ZM Rechtercommissaris/ Officier van Justitie
9
Informeren OM politie en reclasseringsorganisatie 10 Heenzending Politie (na 3 dagen of max. 17 dagen) 11 Toezicht 3RO tijdens schorsing preventieve hechtenis
42
bijlage 4
Informatiemakelaar
Coördinator veelplegers
Bij besluit voorgeleiding maakt de organisatie zo spoedig mogelijk een rapportage met zo mogelijk een plan. In de rapportage dient o.a. te worden opgenomen of er een traject kan worden aangeboden en de mate waarin de veelpleger overlast veroorzaakt. Indien het traject intramuraal van aard is, dient te worden aangegeven bij welke instelling de veelpleger kan worden opgenomen. Indien het traject extramuraal van aard is, dient de inhoud daarvan aangegeven te worden. In ieder geval moet iets gezegd worden over financiën, huisvesting, dagbesteding en de vorm van het toezicht. Bij het opmaken van het proces-verbaal dient met name te worden gelet op: – Bewijs, grond en mate van overlast (o.a. woonomgeving) Op het proces-verbaal dient nadrukkelijk – door middel van zichtbaar waarmerk ‘VEELPLEGER’ – te worden aangegeven dat het om een veelpleger gaat. Indien er sprake is van een voorgeleiding dient het proces-verbaal zo spoedig mogelijk te worden ingediend bij het OM.
Indien de reclasseringsorganisatie een traject heeft aangeboden, wordt door de officier gevraagd de voorlopige hechtenis te schorsen onder voorwaarden (tijdens de bewaring – eerste veertien dagen van de voorlopige hechtenis – aan de RC en daarna tijdens de gevangenhouding – maximaal 90 dagen – aan de raadkamer). Alle bewegingen binnen de voorlopige hechtenis en schorsing worden door de informatiemakelaar ingevoerd in VIADESK. Alle betrokkenen worden automatisch via de mail geïnformeerd over mutaties. Politie zorgt voor actualisering in Amazone en zonodig voor extra aandacht bij de dagelijkse briefing.
Casusregisseur – Toezien op de uitvoering van het plan van aanpak inclusief toezicht. – Indien het plan door de veelpleger niet wordt uitgevoerd, zal de officier, op basis van een rapportage van de reclasseringsorganisatie, aan de RC/raadkamer vragen de schorsing op te heffen. – De status van het plan wordt besproken in het casusoverleg.
12 Zitting OM (svoorbereiding)
Parketsecretaris/ Officier van Justitie
3RO
Rapporteur RO/ Casusregisseur
13 Detentie
PI
PI-medewerker
14 Voorbereiding einde detentie
PI
PI-medewerker
15 Einde detentie
Veilig heidshuis
PI-medewerker
43
bijlage 4
Op basis van de aanwijzing van het College van P-G’s wordt de eis vastgesteld. In beginsel is de eis plaatsing in een ISD of verdubbeling ten opzicht van vergelijkbare gevallen bij niet-veelplegers. Opstellen voorlichtingsrapport. Voor zover dat nog niet is gedaan, wordt in dat kader een RISc afgenomen en een advies opgesteld. In het rapport wordt ook aangegeven welke eerdere pogingen zijn gedaan de veelpleger op het goede pad te krijgen en wat het resultaat daarvan was. Nazorg ex-gedetineerden. MMD’er screent de punten: identiteitsbewijs, inkomen, huisvesting en zorg. PI-medewerker neemt contact op met casusregisseur voor afstemming plannen. Bij detentie van meer dan vier maanden komt gedetineerde in aanmerking voor programma Terugdringen Recidive (TR). MMD’er in het Veiligheidshuis registreert mutaties in VIADESK. Nazorg ex-gedetineerden is hierbij van toepassing. Medewerker PI initieert contact met gemeente waarnaar gedetineerde terugkeert én de casusregisseur van de veelpleger. Overleg met derden (m.n. lokale organisaties). Inbrengen in casusoverleg. Registratie in VIADESK dat detentie is beëindigd. Betrokken ketenpartners ontvangen via VIADESK een mutatiemail.
bijlage 5 brief aan veelpleger bij plaatsing op lijst Geachte heer/mevrouw, Politie, Openbaar Ministerie, Reclassering, Gevangeniswezen en gemeenten hebben besloten om extra aandacht te geven aan personen die veel strafbare feiten plegen. Veelplegers zorgen namelijk voor veel schade en overlast voor burgers en bedrijven. Daar willen we van af. Volgens de gegevens van politie en justitie pleegt u veel strafbare feiten en bent u al meerdere keren veroordeeld. Daarom is besloten u op de veelplegerslijst te plaatsen. Wat betekent dat voor u? – De politie zal u extra scherp in de gaten houden en direct tot aanhouding en voorgeleiding overgaan als u weer strafbare feiten pleegt. – Justitie zal u extra hard aanpakken. Daarbij moet u denken aan steeds voorgeleiden en vastzetten tot de zitting. Daarnaast worden tweemaal hogere straffen geëist. – Als u bereid bent uw leven te veranderen en te stoppen met het plegen van strafbare feiten, dan kunnen wij u daarbij helpen. U moet daarbij denken aan begeleiding van de reclassering of Verslavingszorg Noord Nederland. Maar het zal u duidelijk zijn dat juist ook van u het nodige gevraagd zal worden. – De instanties die betrokken zijn bij de veelplegeraanpak zullen informatie over uw persoon uitwisselen en vastleggen in een geautomatiseerd systeem. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen. Met andere woorden: u krijgt vanaf nu een speciale en harde aanpak om te verhinderen dat u zo door blijft gaan met uw crimineel gedrag waarvan anderen de dupe worden. Als u hulp wilt bij uw problemen en dus op die wijze uw crimineel gedrag wilt beëindigen, dan kunt u contact opnemen met de Verslavingszorg Noord Nederland (Tadingastraat 3, Leeuwarden; telefoon (058) 284 76 47)
Namens de samenwerkende instellingen, de officier van justitie
44
bijlage 5
bijlage 6 brief aan veelpleger bij afvoer van lijst Geachte heer/mevrouw, Geruime tijd geleden heeft u van ons een brief ontvangen, waarin werd meegedeeld dat u op de veelplegerslijst Fryslân was geplaatst. De reden daarvoor was dat u regelmatig in aanraking kwam met politie en justitie. Eens per half jaar wordt de veelplegerslijst aangepast: er komen mensen bij en er gaan mensen af. In het laatste geval is dat vooral omdat er aanwijzingen zijn dat die personen het afgelopen jaar geen of veel minder delicten hebben gepleegd. Wij hebben besloten ook uw naam van de veelplegerslijst te halen. We hopen dat u ook in de toekomst op deze weg door zult gaan en dat u niet meer met de politie in aanraking zult komen. Het voorgaande betekent uiteraard niet dat u niet meer ‘in beeld bent’, maar slechts dat de speciale aandacht voor u in het kader van de veelplegeraanpak stopt. We wensen u veel succes toe met uw verdere leven.
Namens de samenwerkende instellingen, de officier van justitie
45
bijlage 6
bijlage 7 concrete beschrijving werking viadesk viadesk - Hoe werkt dat? 1 Klik, na het inloggen in de linkerkolom op: ‘Dossiers Veelplegers Friesland’. Een voorbeeld van dit startscherm is te vinden als bijlage 8. 2 Vervolgens verschijnt er een overzicht van alle veelplegers die op de lijst staan. Dit overzicht is op alfabet. 3 Zoek, door middel van scrollen, de juiste persoon en klik op de naam van de veelpleger. 4 Op dat moment opent het dossier van de gekozen veelpleger. Een voorbeeld ziet er als volgt uit als weergegeven in bijlage 9. 5 Er kunnen nu mutaties in de persoonskaart worden aangebracht. Klik vervolgens op het onderdeel dat men wil wijzigen. (bijvoorbeeld als men weet wanneer de einddatum van detentie is, kan dit bij detentie worden ingevoerd). 6 Klik na het aanbrengen van mutatie op ‘bewaren’. 7 Onderaan de persoonskaart staat het plan van aanpak en het actualiteitenoverzicht. 8 Wil men muteren in het plan van aanpak: open het plan van aanpak en breng de gewenste mutaties aan. 9 Is er recent iets gebeurd waarvan het van belang is dat alle ketenpartners hiervan op de hoogte worden gesteld dan kan dit worden aangegeven in de actualiteit. 10 Wanneer mutaties zijn aangebracht in het plan van aanpak óf de actualiteit moet het aangepaste bestand eerst worden opgeslagen in de eigen mappen van de ‘muteerder’. Dit gaat als volgt: a klik op opslaan b geef het document een naam en een hoger versienummer dan het oorspronkelijke (bijvoorbeeld nu a.test versie 9 hernoem naar a.test versie 10) c klik daarna in viadesk op: nieuwe versie toevoegen d bladeren – zoek in je eigen bestanden e klik vervolgens op opslaan. Alle ketenpartners ontvangen via de mail een viadesk-report met hierin een overzicht van alle mutaties die hebben plaatsgevonden.
46
bijlage 7
bijlage 8 viadesk: scherm na inloggen
Welkom ≫ Casusoverleg Leeuwarden ≫
47
bijlage 8
bijlage 9 viadesk: het persoonsdossier
48
bijlage 9
bijlage 10 convenant gegevensuitwisseling persoonsgerichte aanpak veelplegers arrondissement leeuwarden Ondertekend op 6 december 2007
1 Inleiding Veelplegers zijn personen die veelvuldig strafbare feiten plegen, die volharden in hun crimineel gedrag en die door dit gedrag stelselmatig in contact komen met Justitie. Zij vormen de vaste klanten – in een draaideurproces – van politie, justitie, gemeentelijke diensten en zorginstellingen. De criminaliteit van veelplegers veroorzaakt – ondermeer door de veelheid waarin gepleegd – doorgaans grote overlast voor burgers en bedrijven. Daarbij tast deze criminaliteit en overlast de leefbaarheid in de woongebieden ernstig aan. Om de samenleving te beschermen moet de vicieuze cirkel van opsluiten-vrijlaten-veroordelen-opsluiten worden doorbroken. Om deze criminaliteit en overlast te beperken wordt overgegaan tot een persoonsgerichte aanpak waarbij het totale criminele verleden van de veelpleger in beeld wordt gebracht en waarbij niet alleen afzonderlijke delicten worden berecht maar de historie van de veelpleger wordt meegewogen in de bepaling van de strafmaat. Om een goed beeld te vormen van de veelpleger is het noodzakelijk dat de samenwerking tussen politie, Openbaar Ministerie, justitiële inrichtingen, gemeenten, de reclasseringsorganisaties en zorginstellingen wordt geoptimaliseerd. Hierbij speelt informatieuitwisseling een grote rol. Deze informatie-uitwisseling vindt plaats via het pro-actief casusoverleg. Ondanks het nog niet voldoen aan het vereiste van het aantal delicten in de veelplegerdefinitie kan ook een gewezen jeugdige veelpleger worden besproken in het justitieel casusoverleg veelplegers bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd aangezien de verwachting is dat hij bij het bereiken van deze leeftijd niet zal stoppen met het plegen van delicten. Om een dergelijke doorstromer niet uit het oog verliezen en
49
bijlage 10
reeds beschikbare gegevens niet verloren te laten gaan, kunnen op grond van convenant Justitieel Casus Overleg die gegevens worden overgedragen die noodzakelijk zijn voor de verdere vaststelling van zijn persoonsgerichte aanpak.
2 Overwegingen – Overwegende dat alle partijen zijn betrokken bij de persoonsgerichte aanpak van veelplegers in het arrondissement Leeuwarden, c.q. de provincie Friesland; – Overwegende dat alle partijen streven de werkzaamheden van de organisaties betrokken bij de persoonsgerichte aanpak van veelplegers in het arrondissement Leeuwarden, c.q. de provincie Friesland op efficiënte en effectieve wijze op elkaar aan te laten sluiten; – Overwegende dat het hiervoor noodzakelijk en gewenst is onderling gegevens uit te wisselen; – Overwegende dat partijen zich ervan bewust zijn dat zij bij het uitwisselen van gegevens gehouden zijn aan de op hen van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Partijen realiseren zich hierbij dat gezocht moet worden naar een evenwicht tussen het belang bij gegevensuitwisseling voor de veelplegeraanpak en het belang van de betrokkene bij de bescherming van zijn of haar persoonlijke levenssfeer; – Overwegende dat de Wet bescherming persoonsgegevens eisen stelt aan een zorgvuldige gegevensverwerking; 2.1
komen de volgende partijen overeen a b c d e f g h
2.2
Regiokorps Politie Fryslân, Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Leeuwarden Penitentiaire Inrichting Noord Reclassering Nederland, regio Noord-Nederland Verslavingszorg Noord-Nederland, afdeling Reclassering Leger des Heils, afdeling Reclassering, regio Noord- en Oost Nederland Gemeente Leeuwarden ggz Fryslân
om gelet op hun taken ad a ad b ad c
ad d
ad e
50
de opsporing van strafbare feiten, handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan hen die dit behoeven; de opsporing en vervolging van strafbare feiten en het toezicht op de uitvoering van strafvonnissen; de uitvoering van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen, alsmede de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen; de begeleiding en toezicht van, het verrichten van onderzoek naar en geven van voorlichting over een betrokkene, uitvoering van sancties, de voorbereiding en begeleiding van taakstraffen van een betrokkene; de handhaving van de openbare orde en uitvoering van nazorg waarin ondermeer wordt voorzien in huisvesting, arbeid en dagbesteding van de betrokkene;
bijlage 10
2.3
en met inachtneming van de in het bijzonder op hen van toepassing zijnde Privacywet- en regelgeving ad a ad b
ad c ad d
ad e 2.2
Wet Politieregisters met het daarbij behorende Besluit Politieregisters; Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens met de daarbij behorende Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden; Penitentiaire beginselenwet met de daarbij behorende Penitentiaire Maatregel; Reclasseringsregeling 1995 en een bij de organisatie aanwezig privacyreglement gebaseerd op het privacyreglement Handboek Reclassering; Wet bescherming persoonsgegevens.
samen te werken bij de persoonsgerichte aanpak van veelplegers in het arrondissement Leeuwarden, c.q. de provincie Friesland. Het uitwisselen van bepaalde persoonsgegevens is hierbij onvermijdelijk. De gegevens- en informatie-uitwisseling die voor dit samenwerkingsverband noodzakelijk is, wordt als volgt ingericht.
3 Definities Deelnemer één of meer van de Partijen die deelneemt aan het samenwerkingsverband voor de persoonsgerichte aanpak van veelplegers; Persoonsgegevens elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Bijzondere een persoonsgegeven betreffende iemands godsdienst of levenspersoonsgegevens overtuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging. Alsmede strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag; Veelpleger een meerderjarig persoon die in de afgelopen 5 jaar in het landelijke Herkenningsdienstsysteem meer dan 10 keer voor komt als verdachte van een misdrijf en die tevens in dit systeem in de afgelopen 12 maanden minstens 1 maal als verdachte van een misdrijf voorkomt. Zeer actieve een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van 5 jaren veelpleger (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt), meer dan 10 pv’s tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. Doorstromer jongere die inmiddels de 18-jarige leeftijd heeft bereikt en in het justitieel casusoverleg jeugd is aangemerkt als minderjarige veelpleger en al dan niet aan de definitie van meerderjarige veelpleger voldoet; Betrokkene de veelpleger of doorstromer op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;
51
bijlage 10
Ketendossier het persoonsgebonden dossier dat de persoonsgegevens van de veelpleger veelpleger of doorstromer bevat; Casusoverleg het Overleg Veelplegers waarin de deelnemers gegevens uitwisselen over de betrokken veelpleger en afspraken maken over zijn persoonsgebonden aanpak; Medewerker degene die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een betrokken partij en participeert in het Overleg Veelplegers en toegang heeft tot het Ketendossier Veelpleger; Bronregisteratie het oorspronkelijke bestand van een deelnemer waaruit de persoonsgegevens afkomstig zijn; Verwerking van elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoonsgegevens; Verstrekken van het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens; persoonsgegevens Verzamelen van het verkrijgen van persoonsgegevens; persoonsgegevens Verantwoordelijke de natuurlijke persoon, rechtspersoons of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of te samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgevens vaststelt; Toestemming elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee van de betrokkene de betrokkene aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt; Bewerker degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen.
4 Doel en doelbinding De gegevensuitwisseling bij een persoonsgebonden aanpak in een proactief casusoverleg en de aanleg en het beheer van een persoonsgebonden dossier van veelplegers en doorstromers is noodzakelijk in relatie tot de volgende doelen: – het beter op elkaar aan laten sluiten van de fasen van opsporing, vervolging, detentie, nazorg en hulpverlening voor een veelpleger; – de realisering van een goede handhaving van de openbare orde en daarmee de overlast veroorzaakt door een veelpleger tot een minimum te beperken; – het in kaart brengen van de criminele carrière van een veelpleger in een dossier opdat de rechter een beter beeld krijgt van de persoon van de dader zodat een weloverwogen keuze voor de strafmaat kan worden gemaakt.
52
bijlage 10
5 Geheimhoudingsplicht Voor zover de deelnemers daartoe niet al verplicht zijn, leggen zij aan die medewerkers die inzage hebben of -in overeenstemming met het bepaalde in dit convenant- op andere wijze persoonsgegevens verkrijgen uit het Overleg Veelplegers en/of het Ketendossier Veelpleger, een plicht tot geheimhouding op. Deze plicht strekt tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan de medewerkers kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. Strafrechtelijke persoonsgegevens worden niet doorverstrekt dan na toestemming van de Officier van Justitie.
6 Gegevensset 6.1
Partijen zullen zowel persoonsgegevens als bijzondere persoonsgegevens verwerken. Partijen zullen alleen gegevens verwerken indien en zolang dit noodzakelijk is voor het realiseren van bovengenoemde doelstellingen. Partijen zullen hierbij niet meer gegevens verwerken dan noodzakelijk voor het bereiken hiervan. De gegevens zijn gelet de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig.
7 Het Overleg Veelplegers en het Ketendossier Veelpleger 7.1
Overleg Veelplegers De deelnemers wisselen in het Casusoverleg Veelplegers gegevens uit over de betrokkenen. Zij handelen daarbij conform de bepalingen van dit convenant.
7.2
Ketendossier Veelpleger De deelnemers leggen ten behoeve van de uitwisseling van gegevens in het Casusoverleg Veelplegers en daarmee de persoonsgebonden aanpak een bestand Ketendossier Veelpleger aan. Zij gebruiken daarvoor de door het Ministerie van Justitie beschikbaar gestelde applicatie (ictk Viadesk). Zij handelen daarbij conform de bepalingen van dit convenant.
8 Verantwoordelijke De verantwoordelijke voor de gegevensverwerking Veelplegers is het Openbaar Ministerie Leeuwarden.
9 Bewerker 9.1
De bewerker van het Ketendossier Veelpleger is de 'informatiemakelaar'.
9.2
De bewerker is onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke belast met de dagelijkse zorg voor de verwerking van persoonsgegevens in het Ketendossier Veelpleger.
53
bijlage 10
9.3
De bewerker treft onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke de nodige voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de persoonsgegevens in het Ketendossier Veelpleger.
9.4
Naast de taken van de verantwoordelijke en de bewerker is elke (andere) deelnemende organisatie verantwoordelijk voor het tijdig, volledig en juist in het ketendossier plaatsen van de door deze organisatie te leveren informatie.
10 Beveiliging en rechtstreekse toegang 10.1
De verantwoordelijke beveiligt de persoonsgegevens van de betrokkenen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hij of zij treft daartoe de nodige passende technische en organisatorische maatregelen. Deze maatregelen betreffen onder meer maar niet uitsluitend: a Maatregelen met betrekking tot de toegang tot de persoonsgegevens; b De lees- en schrijfbevoegdheden van de deelnemers; c Het vereiste niveau van beveiliging;
10.2
De verantwoordelijke draagt zorg dat de verplichtingen met betrekking tot de omgang met persoonsgegevens schriftelijk in een overeenkomst met die bewerker wordt vastgelegd.
10.3
De verantwoordelijke, de deelnemers en eventuele bewerker zijn verplicht te handelen in overeenstemming met de beveiligings- en toegangsrichtlijnen zoals opgesteld door de verantwoordelijke en uitgevoerd door de bewerker.
11 Bewaren en verwijderen van opgenomen persoonsgegevens 11.1
De persoonsgegevens in het Ketendossier Veelpleger worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel of de doeleinden van het Ketendossier.
11.2
De persoonsgegevens in het Ketendossier Veelpleger worden in ieder geval uit het Ketendossier verwijderd en vernietigd wanneer de desbetreffende persoonsgegevens uit de bronregistratie van de deelnemer worden verwijderd.
11.3
De persoonsgegevens worden in ieder geval uit het Ketendossier verwijderd en vernietigd 5 jaar nadat de desbetreffende betrokkene voor het laatst strafrechtelijk contact heeft gehad met één van de partijen.
11.4
De persoonsgegevens worden uitsluitend voor statistische of wetenschappelijke doeleinden langer dan 5 jaar nadat de betrokkene voor het laatst strafrechtelijk contact heeft gehad met één van de partijen bewaard.
54
bijlage 10
De verantwoordelijke, het Openbaar Ministerie, beslist voor de afloop van deze periode of de gegevens voor deze doeleinden langer worden bewaard. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat de gegevens uitsluitend voor deze doeleinden worden gebruikt en treft daarvoor de nodige voorzieningen.
12 Informatieplicht 12.1
De verantwoordelijke verstrekt de volgende informatie schriftelijk (veelplegersbrief) aan de Betrokkene: a De doeleinden van het Casusoverleg Veelplegers en het Ketendossier Veelpleger; b De identiteit van de verantwoordelijke,
12.2
Deze informatie wordt verstrekt vóór het moment waarop de verantwoordelijke de persoonsgegevens die in het Ketendossier Veelpleger vastgelegd kunnen worden, van de betrokkene verkrijgt. Deze informatie hoeft niet te worden verstrekt als de betrokkene al op de hoogte is van de informatie.
12.3
Indien de verantwoordelijke de persoonsgegevens buiten de betrokkene om verkrijgt, informeert hij of zij de betrokkene op het moment van eerste vastlegging van de persoonsgegevens door de verantwoordelijke. De informatie hoeft niet te worden verstrekt als de betrokkene al op de hoogte is van de informatie.
13 Rechten van de betrokkene 13.1
De betrokkene kan aan de verantwoordelijke verzoeken: a Informatie te verschaffen over de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens; b Inzage te geven in zijn of haar persoonsgegevens; c Zijn of haar persoonsgegevens te corrigeren (i.e. verbeteren, aanvullen, verwijderen en/of afschermen); d De verwerking van zijn of haar persoonsgegevens te staken op grond van bijzondere omstandigheden.
13.2
De wijze waarop de betrokkene deze rechten kan uitoefenen is in de hierna volgende bepalingen beschreven.
13.3
Voor het uitoefenen van deze rechten kan aan de betrokkene een vergoeding van maximaal € 4,50 worden gevraagd.
14 Recht op inzage 14.1
De betrokkene richt zijn of haar verzoek om inzage aan het Openbaar Ministerie Leeuwarden, ter attentie van de hoofdofficier van justitie.
14.2
De verantwoordelijke beantwoordt het verzoek zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken naar ontvangst van het verzoek. De verantwoordelijke kan in het belang van de betrokkene het verzoek in een andere dan schriftelijke vorm beantwoorden.
55
bijlage 10
14.3
Het antwoord omvat in elk geval een overzicht met informatie over a Het doel of de doeleinden van het Overleg Veelplegers en het Ketendossier Veelplegers; b De gegevens en categorieën van gegevens die in de worden vastgelegd; c De ontvangers of categorieën van ontvangers van de gegevens; d De herkomst van de gegevens; e Indien de verzoeker dat wenst informatie over de (elektronische) systematiek van de geautomatiseerde gegevensverwerking.
14.4
De verantwoordelijke kan slechts weigeren aan een verzoek om inzage te voldoen, indien en voor zover dit noodzakelijk is in verband met a De veiligheid van de staat; b De voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten; c Gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen; d Het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c; e De bescherming van betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.
14.5
De verantwoordelijke motiveert in het eventuele geval zijn of haar beslissing om niet of niet geheel aan het verzoek te voldoen. De verantwoordelijke bericht dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk aan de betrokkene.
15 Recht op correctie (i.e. verbetering, aanvulling, verwijdering en/of afscherming) 15.1
De betrokkene richt zijn of haar verzoek om correctie aan het Openbaar Ministerie Leeuwarden, ter attentie van de hoofdofficier van justitie. De betrokkene geeft in het verzoek aan welke correcties hij of zij uitgevoerd wil zien en om welke reden.
15.2
De verantwoordelijke voldoet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, aan het verzoek, indien en voor zover de persoonsgegevens betreffende de Betrokkene a Feitelijk onjuist zijn; b Voor het doel van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn; c Anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt.
15.3
De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering en/of afscherming in ieder geval uiterlijk binnen vier weken na deze beslissing wordt uitgevoerd.
15.4
De verantwoordelijke motiveert in het eventuele geval zijn of haar beslissing om niet of niet geheel aan het verzoek te voldoen. De verantwoordelijke bericht dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk aan de betrokkene.
56
bijlage 10
16 Recht van verzet 16.1
De betrokkene kan bij de verantwoordelijke te allen tijde verzet aantekenen tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens in het Ketendossier Veelplegers in verband met bijzondere persoonlijke omstandigheden.
16.2
Binnen vier weken na ontvangst van het verzet beoordeelt de verantwoordelijke of dit verzet gerechtvaardigd is.
17 Melding 17.1
Op de uit deze samenwerkingsovereenkomst voortvloeiende gegevensverwerking(en) is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De verantwoordelijke draagt zorg voor de melding van deze gegevensverwerking(en) bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
17.2
Indien de verstrekking van gegevens aan dit samenwerkingsverband consequenties heeft voor eventuele reeds bestaande meldingen bij het College Bescherming Persoonsgegevens draagt iedere organisatie zelf de verantwoordelijkheid om deze melding op correcte wijze aan te passen.
18 Wijzigingen en aanvullingen van het convenant 18.1
Wijzigingen in de doeleinden van de gegevensverwerkingen als bedoeld in dit convenant en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens, dienen te leiden tot wijziging dan wel aanvulling van dit convenant.
18.2
Wijzigingen en aanvullingen van dit convenant behoeven de instemming van alle partijen. De wijziging in de gegevensverwerking die hieruit voortvloeit dient te worden gemeld aan het College Bescherming Persoonsgegevens.
19 Overdracht Ketendossier Veelpleger bij verhuizing 19.1
Indien de betrokkene verhuist naar een andere regio kan gelet de doeleinden van het Ketendossier Veelpleger – zoals neergelegd in artikel 4 – de verantwoordelijke besluiten dat overdracht van het Ketendossier Veelpleger plaatsvindt naar het Casusoverleg Veelplegers in de desbetreffende regio.
19.2
Overdracht van het Ketendossier Veelpleger is alleen mogelijk indien deze gebaseerd is op een rechtmatige grondslag en deze regio een passend beschermingsniveau ten aanzien van de persoonsgegevens van de veelpleger heeft geregeld zodat ook hier een zorgvuldige gegevensverwerking in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens is gewaarborgd.
57
bijlage 10
20 Voor akkoord namens de partijen (AJB Fryslân) (AJB Fryslân) Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Leeuwarden Mr. A.H. Bronsvoort Hoofdofficier Regiokorps Politie Fryslân M. Sitalsing Plaatsvervangend korpschef Penitentiaire Inrichting Noord Th. Westerhout directeur Reclassering Noord Nederland M. Goedings Regiomanager Noord Nederland Verslavingszorg Noord Nederland S. Reinsma Regiomanager Friesland Leger des Heils Noord en Oost Nederland J.C. Nieuwland Regiomanager Raad voor de Kinderbescherming L. Duijn regiodirecteur Bureau Jeugdzorg Friesland J.D. Sprokkereef Directeur JJI Het Poortje J. van der Vlugt Directeur Gemeente Leeuwarden F. Crone Burgemeester GGZ Fryslân R. Smeets Raad van bestuur
58
bijlage 10