Wet van 18.07.1991- Bescherming van de goederen van de meerderjarige onbekwamen
VERZOEKSCHRIFT TOT AANSTELLING VAN EEN VOORLOPIGE BEWINDVOERDER - ART. 488 bis b) B.W. – 1034bis Ger.W. (in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn) Aan de Vrederechter van het kanton Herne-Sint-Pieters-Leeuw, met zetel te
Ondergetekende, verzoekende partij :
Naam:………………………………………………………………………………………………………… Voornaam :………………………………………………………………………………………………..... Geboren te:……………………………………………….op………………………………………………… Beroep :……………………………………………………………………………………………………… Woonplaats :………………………………………………………………………………………………… Postnummer : ………………………………… te: ………………………………………………………… dat de te beschermen persoon (graad van verwantschap of de aard van de van betrekkingen die er bestaan tussen de verzoeker en de te beschermen persoon)
………………………………...………………………..………………………….is van de verzoekende partij.
vraagt om op basis van artikel 488bis, b) B.W. een voorlopige bewindvoerder toe te voegen aan:
Naam:………………………………………………………………………………………………………… Voornaam :…………………………………………………………………………………………………… Geboren te:……………………………………………….op………………………………………………… Verblijvende ………………………………………………………………………………………………… Postnummer:………………………………………te:……………………………………………………… Woonplaats:…………………………………………………………………………………………………… Postnummer:…………………………………….te:…………………………………………………………. RIJKSREGISTER NUMMER : .............................................................. Hierna genoemd te beschermen persoon
1
Het verzoek wordt gedaan op grond van volgend motief:
- de te beschermen persoon kan *tijdelijk / blijvend - *geheel / gedeeltelijk niet meer zelf instaan voor het beheer van zijn goederen, zoals blijkt uit de hierbijgevoegde omstandige geneeskundige verklaring van ten hoogste vijftien dagen oud, van dokter……………………………………….…………………………………………………………………… te……………………………………………………………….d.d.……………………………………… waaruit blijkt dat de te beschermen persoon zich * wel/niet kan verplaatsen, in bevestigend geval, gelet op zijn toestand, de verplaatsing niet aangewezen is.
Naam, voornaam, verblijf- of woonplaats van de personen opgesomd in art. 488bis b) § 5 – 4 van het Burgerlijk Wetboek :
-
de vader…………………………………………………………………………………………………
en/of -
de moeder………………………………………………………………………………………………
-
de echtgenoot…………………………………………………………………………………………
-
de wettelijke samenwonende ………………………………………………………………………
-
de persoon met wie de te beschermen persoon een feitelijk gezin vormt:
…………………………………………………………………………………………………………………
Voor zover mogelijk: - De aard en de samenstelling van de te beheren goederen.
2
- De naam, de voornaam en de woonplaats van de meerderjarige familieleden in de dichtste graad niet verder dan de tweede graad (kinderen – kleinkinderen, ouders grootouders, broers en zusters)
........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................
Eventuele suggesties betreffende de keuze van de aan te stellen voorlopige bewindvoerder, alsook betreffende de aard en de omvang van diens bevoegdheid.
Plaats en datum:……………………………………………………………….
Handtekening
Bijlage : -
omstandige geneeskundige verklaring
-
attest van verblijfplaats, of, bij ontstentenis, van de woonplaats van de te beschermen persoon (ten hoogste 15 dagen oud)
*doorhalen wat niet past
3
OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Inzake Voorlopige Bewindvoering Ondergetekende, dokter in de geneeskunde, .......................................... ………………………………………(naam,voornaam), met praktijk gevestigd te.............................................................. …………………………………………………………………..(volledig adres), legt hierbij de verklaring af bedoeld bij art. 488bis,b, par 6. B.W. met betrekking tot: Naam:............................................. Voornaam:..................................... Geboorteplaats en datum:.............………………../………../…………. Gedomicilieerd te:........................……………………………………… …………………………………………………………………………. (in voorkomend geval toevoegen), doch feitelijk verblijvende te......................... ....................................................... Ondergetekende: 1. stelt vast dat de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon kan beschreven worden als volgt: .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. 2. is de mening toegedaan dat deze persoon *tijdelijk/blijvend en *geheel/gedeeltelijk onbekwaam is zijn goederen te beheren. 3. meent dat de betrokkene *wel/geen kennis kan nemen van de rekenschap van het beheer 4. meent dat voormelde persoon zich *niet/wel kan verplaatsen om te worden gehoord door de vrederechter in de raadkamer van het vredegerecht, en dit, gelet op diens toestand *niet/wel aangewezen is. ..................................../………/ ……….(plaats en datum) ............................................…………(handtekening)
………………………………. (stempel met RIZIV nummer) Aandacht: dit verslag mag niet worden opgesteld door een geneesheer die een bloed- of aanverwant is van de te beschermen persoon, of op enigerlei wijze verbonden is aan de instelling waar de persoon zich bevindt. (*) doorhalen wat niet past.
Toelichting betreffende de medische verklaring WETTEKST: Art.488bis b),§3 Burgerlijk Wetboek bepaalt : “Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt, behoudens in spoedeisende gevallen, een omstandige geneeskundige verklaring bij het verzoekschrift gevoegd, die ten hoogste vijftien dagen oud is, en de gezondheidstoestand van de te beschermen persoon beschrijft. Deze verklaring vermeldt of de te beschermen persoon zich kan verplaatsen, en in het bevestigend geval, indien zulks gelet op zijn toestand, aangewezen is. Tevens vermeldt deze verklaring of de te beschermen persoon nog kennis kan nemen van de rekenschap van zijn beheer. De geneeskundige verklaring mag niet worden opgesteld door een geneesheer die een bloed- of aanverwant van de te beschermen persoon of van de verzoeker is, of op enigerlei wijze verbonden is aan de instelling waar de te beschermen persoon zich bevindt.”
AANDACHT: Een eenvoudige verklaring van de geneesheer dat zijn patiënt niet in staat is het beheer van de eigen goederen waar te nemen, is géén omstandige geneeskundige verklaring die de gezondheidstoestand van de te beschermen persoon beschrijft, gezien dan iedere medische informatie ontbreekt. PRAKTISCHE AANBEVELING: Het verdient voorkeur dat het medisch attest met méér dan gebruikelijke zorg zou geschreven worden en – bij voorkeur – getypt: onleesbare attesten worden noodzakelijkerwijze voor onbestaande gehouden, met alle risico voor vertraging vandien. Het is ook aangewezen het gebruik van een hermetisch, technisch jargon te vermijden, teneinde aan de vrederechter een reëel inzicht toe te laten. GEEN BEROEPSGEHEIM: De geneesheer kan niet volstaan met te verwijzen naar het beroepsgeheim (Bulletin Nat. Orde van Geneesheren 1992, afl. 1, nr 97, 24; Advies Nat. Raad nr 114, 12/2006).