Ecofys bv P.O. Box 8408 NL-3503 RK Utrecht Kanaalweg 16-G NL-3526 KL Utrecht The Netherlands www.ecofys.nl tel +31 (0)30 280 83 00 fax +31 (0)30 280 83 01 e-mail
[email protected]
HAALBAARHEID AANSCHERPING EPC-EIS
Ir. Anne-Sophie van der Waart Ir. Martin Mooij Drs. Kees Stap
EIB03052 september 2003
in opdracht van: Wereld Natuur Fonds
Samenvatting
Het energiegebruik van woningen maakt een belangrijk deel uit van het totale energiegebruik in Nederland. Circa 15% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van elektriciteit en aardgas in woningen. Met de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) wordt een energieverbruiksnorm gedefinieerd voor woningen. Een scherpe EPC-eis is daarmee een belangrijk instrument voor het bereiken van de CO2reductiedoelstellingen. De CO2-reductiedoelstelling (2008-2012) bedraagt 2 Mton voor de woningbouw. De EPC-eis lag aanvankelijk op 1,4. In 2000 is de EPC-eis aangescherpt naar 1,0. Door de stimulerende werking die uitging van de scherpe energienorm is een kostendaling van energiebesparende maatregelen tot stand gebracht. Sinds 2000 hebben de technische ontwikkelingen niet stil gestaan. Kosteneffectieve woningbouwprojecten met een EPC van 0,8 zijn op grote schaal gerealiseerd. Momenteel is het reeds haalbaar om met bewezen technologieën woningen te realiseren die een EPC opleveren van 0,5-0,6. Afhankelijk van het gekozen pakket aan maatregelen en de soort woning is dit te realiseren tegen jaarlijkse meerkosten van minder dan 200 Euro per woning. Geconcludeerd kan worden dat het aanscherpen van de EPC-eis naar een waarde van 0,8 of lager per 1 januari 2004 haalbaar, effectief en wenselijk is. Het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) heeft desondanks recentelijk de aanbeveling gedaan de EPC-eis in 2004 niet verder aan te scherpen. Argumenten die pleiten voor aanscherping van de huidige EPC zijn: 1. Uit het DHV-rapport waarop het OPB zijn conclusies baseert, blijkt dat een EPC van 0,85 kosteneffectief is voor de meeste woningtypologieën. Voor het meest voorkomende type -de rijtjeswoning- bedraagt deze waarde zelfs 0,80. Door de EPC van 1,0 niet aan te scherpen wordt 0,15-0,20 EPC-punt aan kosteneffectieve energiebesparing niet benut. Hierdoor wordt circa 0,25 Mton CO2-emissiereductie niet gerealiseerd. 2. Het verschil in kosteneffectiviteit tussen een woning met EPC van 0,80 of lager en EPC 0,85 is zeer klein in verhouding tot de absolute kosten. De berekeningsresultaten zijn bovendien gevoelig voor kleine wijzigingen in investeringsniveau en energietarieven. Een scherpe EPC-eis beïnvloedt het investeringsniveau van energiebesparende maatregelen in gunstige zin. 3. Woningen met een EPC van 0,80 en lager worden al op grote schaal gerealiseerd in Nederland. Dit toont aan dat de gemeenten, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en bewoners het kunnen, het willen en het doen. 4. Nalaten van een scherpere EPC is in twee opzichten een gemiste kans: er wordt meer CO2 uitgestoten en de duurzame innovatie in de bouw stokt.
AANSCHERPING
EPC
september 2003
II
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1
2
Energiezuinige woningen in Nederland
2
2.1 2.2 2.3
3
WNF- en Zonnewoningen Demonstratieprojecten met EPC=0,80 Grootschalig project met EPC 0,70
Aanscherping EPC 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
Financiële uitgangspunten Stimulerende werking Bestaande bouw Woningkwaliteit EPC-rekenmethodiek CO2- emissiereductie
Conclusies
EPC
5 5 7 7 7 8 8
9
Literatuur
AANSCHERPING
2 4 4
10
september 2003
III
1 Inleiding
Het energiegebruik van woningen maakt een belangrijk deel uit van het totale energiegebruik in Nederland. Circa 15% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van elektriciteit en aardgas in woningen. Met de zogenaamde Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) wordt een energieverbruiksnorm gedefinieerd voor woningen. Een scherpe EPC-eis is daarmee een belangrijk instrument voor het bereiken van de CO2reductiedoelstellingen. De CO2-reductiedoelstelling (2008-2012) bedraagt 2 Mton voor de woningbouw. De EPC-eis lag aanvankelijk op 1,4. Door zowel technische als marktgerelateerde ontwikkelingen zijn steeds meer energiebesparende maatregelen, waaronder de HR-ketel die tegenwoordig standaard wordt toegepast, kosteneffectief geworden. Op grond hiervan is de EPC in de loop van de tijd aangescherpt naar 1,2 in 1998 en uiteindelijk naar 1,0 in 2000. De kostendaling van energiebesparende maatregelen is voor een belangrijke deel veroorzaakt door de stimulerende werking die uitging van de scherpe energienorm. Sinds 2000 hebben de technische ontwikkelingen niet stilgestaan. Kosteneffectieve woningbouwprojecten met een EPC van 0,8 en lager zijn op grote schaal haalbaar gebleken. Het aanscherpen van de EPC-eis naar 0,8 of lager in 2004 ligt daarom voor de hand. Het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) heeft desondanks recentelijk de aanbeveling gedaan de EPC-eis in 2004 niet verder aan te scherpen. Dit rapport laat zien waarom een EPC-aanscherping haalbaar, effectief en wenselijk is.
AANSCHERPING
EPC
september 2003
1
2
Energiezuinige woningen in Nederland
Energiezuinige woningen met een EPC lager dan de huidige wettelijke norm worden nu al op grote schaal, gebruikmakend van bewezen technieken en onder marktconforme omstandigheden gebouwd in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat de gebruikte maatregelen robuust en effectief zijn (ECN 2001). Verbeterde isolatie en beglazing reduceren de warmtevraag sterk. Aangevuld met duurzame en efficiënte installaties zoals warmteterugwinning, zonneboilers, stadsverwarming en HR-ketels wordt een lage EPC-waarde behaald. De theoretische energiebesparing blijkt ook in de praktijk behaald te worden. Bewoners oordelen positief op de energiezuinigheid en het comfort van hun energiezuinige woning (Rigo 2002). 2.1
WNF- en Zonnewoningen
In Nederland zijn enkele duizenden woningen gebouwd met een certificaat van het WNF (Wereld Natuur Fonds). Dit certificaat stelt hoge eisen aan de duurzaamheid van de woning. Het vervolg op dit WNF-project is het certificaat Zonnewoning. Een Zonnewoning is een woning die voldoet aan een aantal heldere kwaliteitseisen. Deze eisen zijn goed werkbaar en toetsbaar gemaakt en uitgebreid beschreven. Het Certificaat Zonnewoning biedt de gemeenten en projectontwikkelaars bovendien de mogelijkheid zich met Zonnewoningen te profileren op de markt als ondernemend en maatschapelijk bewust. Het Certificaat Zonnewoning toont aan dat energiezuinige woningen marktconform kunnen worden gerealiseerd. 19 Marktpartijen hebben binnen dit project het initiatief genomen om tussen 2002 en 2004 minimaal 1.500 Zonnewoningen te realiseren. Ruim 800 woningen zijn inmiddels gepland en de bouw is in 2002 gestart. Voor het realiseren van een EPC van 0,75 in de WNF-woningen en Zonnewoningen is een breed scala aan technieken ter beschikking. De eerste stap in een energiezuinig woningontwerp is het terugdringen van de energievraag, door betere isolatie en beglazing, tochtwering, warmteterugwinning uit ventilatielucht en oriëntatie op de zon. De volgende stap is het duurzaam en efficiënt opwekken van de resterende warmtevraag. Zonneboilers, stadsverwarming en HR-ketels zijn bewezen technieken die tot een laag energiegebruik leiden. Alternatieve systemen zoals zonnecellen, warmtepompen, micro-warmte/kracht en brandstofcellen zijn sterk in opkomst.
AANSCHERPING
EPC
september 2003
2
Eisen Zonnewoning: de woning is goed geïsoleerd en de EPC is maximaal gelijk aan 0,75 voldoende (bouwkundige) maatregelen om oververhitting in de zomerperiode te voorkomen toepassing van minimaal twee van de vier vormen van duurzaam energie: zonneboiler, PV, passieve zonne-energie, warmtepomp toepassing van het Nationaal Dubo-pakket optimaal gebruik van daglicht gebruik van FSC-gecertificeerd hout opstellen van een bewonersinstructie
Figuur: Locaties van WNF projecten en gerelateerde projecten
Tabel: Gerealiseerde WNF-woningen Locatie
EPC
Kenmerken
Aantal woningen
Lelystad
0,75
stadsverwarming op biomassa, isolatie
1600
Oegstgeest
0,75
stadsverwarming, isolatie
1000
Nieuwegein
0,69
stadsverwarming, warmteterugwinning, isolatie, zonnecellen
77
Tilburg
0,76
stadsverwarming, warmteterugwinning, isolatie, zonnecellen
36
Nijkerk
0,75
zonneboiler, isolatie
37
Almere
0,75
zonneboiler, HR-ketel, isolatie
40
Apeldoorn
0,75
zonneboiler, HR-ketel, LTV, isolatie, warmteterugwinning
40
Harderwijk
0,75
lokale
warmte/krachtkoppeling,
zonneboiler,
zonnecellen,
isolatie,
23
zonnecellen,
15
warmteterugwinning Leeuwarden
0,70
stadsverwarming,
warmtepomp,
zonneboiler,
warmteterugwinning, isolatie
AANSCHERPING
EPC
september 2003
3
2.2
Demonstratieprojecten met EPC=0,80
Novem heeft in achttien demonstratieprojecten binnen het programma Tender Woningen aangetoond dat een EPC van 0,80 of lager zonder siginificante meerkosten te realiseren is. In verschillende steden waaronder Zoetermeer (90 woningen), Soest (74 woningen) en Culemborg (47 woningen) zijn honderden woningen gerealiseerd met een EPC van 0,80 of lager. Door de woningen op de zon te oriënteren wordt de warmtebehoefte verkleind. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van verbeterde isolatie, warmteterugwinning uit ventilatielucht, zonneboilers en HR-ketels.
Energiezuinige woningen in Culemborg: EPC 0,65-0,75 Zoetermeer: EPC 0,75-0,80
Soest: EPC 0,61-0,77
(bron: Novem, Nationaal Dubo Centrum)
2.3
Grootschalig project met EPC 0,70
Gemeenten kiezen er steeds vaker voor om bij aanbesteding van de energievoorziening van een nieuwbouw- of renovatielocatie milieu-eisen te stellen die verder gaan dan wettelijk verplicht. Door marktpartijen in concurrentie aan te laten bieden, kunnen scherpe en innovatieve maatregelpakketten tegen aantrekkelijke prijzen worden gerealiseerd. Zo worden in een project in Noord-Brabant 2.400 nieuwe woningen gebouwd met een EPC van 0,70 zonder extra kosten voor de bewoners. Het energieconcept dat hier wordt toegepast is in concurrentie aangeboden. Dit heeft geresulteerd in het toepassen van warmteterugwinning en zonneboilers.
Zonneboiler geïntegreerd in een pannendak. De zonneboiler levert warm tapwater, maar kan ook bijdragen aan ruimteverwarming. Een zonnesysteem levert 50% van de warmte voor warm tapwater (Bron: Ecofys)
AANSCHERPING
EPC
september 2003
4
3
Aanscherping EPC
Het Overlegplatform Woningbouw (OPB) heeft de mogelijkheden van EPC-aanscherping naar 0,8 laten onderzoeken door DHV Huisvesting en Vastgoed. DHV constateert dat de maximaal haalbare EPC voor verschillende typen woningen in de range van 0,8-0,9 ligt (DHV 2003). Het OPB concludeert hieruit dat een aanscherping tot 0,8 niet kostendekkend uitgevoerd kan worden (OPB 2003). DHV noemt ook de randvoorwaarden en aannames, zoals rekenmethodiek en financiële kentallen, op grond waarvan het tot bovenstaande conclusie is gekomen. De gevoeligheid van de eindconclusie voor deze uitgangspunten is groot en de eindconclusie staat daarom ter discussie. De gevoeligheden worden hieronder kort besproken.
type woning
3.1
maximaal haalbare EPC
een-gezinswoning met kap
0,80
Maximaal haalbare EPC
een-gezinswoning met plat dak
0,85
waarbij de jaarlijkse
Galerijwoning
0,86
exploitatielasten gelijk
Portiekwoning
0,91
zijn aan een woning
seniorenwoning met kap
0,83
met EPC-waarde 1,0.
seniorenwoning met plat dak
0,85
Bron: DHV
twee-onder-een-kap
0,83
urban villa
0,83
vrijstaande woning
0,91
Financiële uitgangspunten
Het exploitatienadeel dat DHV constateert bij een EPC van 0,80 woningen is zeer klein ten opzichte van de totale energie-gerelateerde kosten en vertoont grote gevoeligheid voor de gekozen uitgangspunten. Aanscherping van de EPC-eis naar 0,80 vereist het treffen van verdergaande energiebesparende maatregelen. Van deze maatregelen kan vastgesteld worden wat de jaarlijkse extra exploitatiekosten zijn ten opzichte van EPC 1,0. Een maatregel is kosteneffectief als de jaarlijkse exploitatiekosten niet toenemen ten opzichte van een EPC 1,0 woning. De exploitatiekosten van alle energie-gerelateerde onderdelen (zoals isolatie en HR-ketel) van een woning in Nederland liggen gemiddeld rond 2000 euro per jaar. De toename in de exploitatiekosten bij aanscherping naar EPC 0,8 die DHV constateert, ligt in de range van 0-170 euro per jaar. Op een jaarlijkse bedrag van 2000 euro is dit slechts een kleine toevoeging (0-8,5%). Het zal duidelijk zijn dat kleine wijzigingen in de financiële uitgangs-
AANSCHERPING
EPC
september 2003
5
punten, zoals investeringsniveau en energietarieven, grote gevolgen hebben voor het berekende resultaat. Een gevoeligheidsanalyse maakt dit inzichtelijk. DHV veronderstelt dat de EPC-waarde waarop investeringen kostenneutraal kunnen plaatsvinden, ergens tussen de 0,8 en 0,9 blijft, onafhankelijk van een daling in prijs van de energiebesparende maatregelen. Dit is niet aannemelijk. Zonneboilers en warmtepompen zijn systemen met een hoog investeringsniveau die grote invloed hebben op de EPCwaarde. Prijsdalingen als gevolg van hogere toepassingsgraad zijn te verwachten en hebben grote invloed op de netto exploitatielasten. Verlagen van de EPC-eis beïnvloedt het prijsniveau van energiebesparende maatregelen sterk. In het verleden is dit ook al gebeurd met de HR-ketel en met isolatiemaatregelen. In aanvulling op de DHV-informatie over kosteneffectiviteit heeft Ecofys een verdere EPC-aanscherping in kaart gebracht. In onderstaande figuur is voor een aantal woningtypologieën de meerkosten per jaar gegeven bij verschillende EPC-waarden. Duidelijk wordt dat een EPC verlaging naar 0,6 mogelijk is voor additionele kosten van 0 tot 200 Euro per jaar ten opzichte van de EPC= 1,0 situatie. Deze gegevens zijn gebaseerd op huidige investeringskosten en huidige energieprijzen. Naar verwachting zullen bij een EPCaanscherping de jaarlijkse meerkosten snel afnemen als gevolg van prijsreductie.
1.00 tussenwoning
0.90
appartement 2/1 kap
EPC
0.80
vrijstaand
0.70 0.60 0.50 0.40 0.30 -50
0
50
100
150
200
250
Jaarlijkse meer/ minderkosten Figuur: Jaarlijkse meer- of minderkosten voor een woning als gevolg van een EPC aanscherping tov EPC=1. Getoond zijn de resultaten van diverse energiebesparingspakketten per type woning
AANSCHERPING
EPC
september 2003
6
3.2
Stimulerende werking
Uit het DHV-rapport blijkt dat voor de meeste woningtypen een EPC van 0,85 haalbaar is zonder extra kosten voor de bewoner. Door de huidige EPC-eis van 1.0 niet aan te scherpen wordt een deel kosteneffectieve energiebesparing van 0,15 EPC-punt gemist. De bouwsector en de toeleverende industrie hebben in de afgelopen jaar geanticipeerd op een trend van geleidelijke verlaging van de EPC-eis. Dit heeft geresulteerd in de ontwikkeling van kosteneffectieve oplossingen. Verlaging van de EPC naar 0,80 heeft een stimulerende werking op verdere innovaties en kennisontwikkeling om de energieprestatie van woningen ook de komende jaren te verbeteren. Handhaven van de EPC-eis op 1.0 vormt een rem op innovatie.
3.3
Bestaande bouw
Een gevolg van een keuze om de EPC niet verder aan te scherpen zal er op dit moment toe leiden dat de noodzakelijke energiebesparing in de gebouwde omgeving vooral in de bestaande voorraad zal worden gezocht. Energiebesparing in bestaande woningen is zeker een optie die moet worden nagevolgd om aan de langere termijn Kyoto-verplichtingen te voldoen. Maar maatregelen direct in de nieuwbouw opnemen is uiteraard kosteneffectiever dan het later toevoegen. Bovendien heeft een EPC-aanscherping in de nieuwbouw een positieve uitstraling op de mogelijkheden in de bestaande bouw. Veel innovaties worden eerst in de nieuwbouw toegepast en vinden daarna hun weg naar de bestaande bouw.
Zonneboiler toegepast in de bestaande bouw. Toepassing van energiebesparende maatregelen is bij nieuwbouw altijd kosteneffectiever (Bron: Ecofys)
3.4
Woningkwaliteit
Onderzoek onder bewoners van nieuwbouwwoningen toont aan dat bewoners van energiezuinige woningen over het algemeen zeer tevreden zijn met hun woning en zelfs meer tevreden dan bewoners van normale woningen. Met name de verbetering van het wooncomfort wordt als belangrijk voordeel gezien. Ook de milieubijdrage en besparing op energie en energiekosten wordt als een voordeel ervaren (Rigo 2002).
AANSCHERPING
EPC
september 2003
7
3.5
EPC-rekenmethodiek
De EPC-rekenmethodiek is in de afgelopen jaren versoepeld waardoor hetzelfde energiebesparende maatregelenpakket een gunstiger EPC-waardering krijgt. Het ligt voor de hand om deze versoepeling te compenseren met een zwaardere EPC-eis. De EPC van een woning wordt berekend volgens de norm NEN 5128. In de afgelopen jaren zijn er diverse wijzigingen geweest in de norm die ertoe hebben geleid dat een bepaald maatregelenpakket anders (vaak gunstiger) beoordeeld wordt. Recent is dit op 1 januari 2003 weer gebeurd. Het EPC-voordeel van 2003 ten opzichte van 2002 ligt in de range van 0,06 tot 0,12 punten. In feite komt dit neer op een kostenbesparing bij de investering omdat met minder maatregelen nog steeds aan de EPC-eis van 1,0 kan worden voldaan. De jaarlijkse energiekosten en de CO2-emissie gaan uiteraard omhoog. Op 1 januari 2004 komt weer een nieuwe versie van NEN 5128 uit. Ook hiervan wordt verwacht dat energiemaatregelen minder streng zullen worden beoordeeld dan in 2003. Een EPC-aanscherping zou de versoepeling in de rekenmethodiek kunnen compenseren. In het DHV-rapport waarop het OPB haar aanbeveling baseert, wordt aangetoond dat een EPC van 0,9 al kosteneffectief is (rekenmethodiek volgens de norm uit 2003). Rekening houdend met de extra versoepeling in de rekenmethodiek in 2004, is het te verwachten dat een nog lagere EPC kosteneffectief zal blijken. Het OPB houdt hiermee in haar aanbeveling geen rekening, alhoewel bepaalde leden van het platform hebben aangegeven te willen aanscherpen op basis van de herziene norm in 2004.
3.6
CO2- emissiereductie
De reductieopgave voor de Nederlandse woningbouw bedraagt 2 Mton per jaar. Het wel of niet aanscherpen van de EPC heeft vanzelfsprekend gevolgen voor het halen van deze reductiedoelstelling. Uitgaande van de bouw van een extra 500.000 nieuwe woningen tot aan het jaar 2010 kan gesteld worden dat het wel of niet doorvoeren van 0,1 EPC-punt overeenkomt met een emissiereductie respectievelijk -uitstoot van circa 0,10-0,15 Mton. Het niet verlagen van de EPC van 1,0 naar 0,8 zal derhalve circa 0,25Mton (12,5% van de doelstelling) CO2-emissie met zich mee brengen.
AANSCHERPING
EPC
september 2003
8
4
Conclusies
Energiezuinige woningen met een EPC lager dan 1,0 worden nu al op grote schaal gebouwd in Nederland. Diverse uitgevoerde woningbouwprojecten tonen aan dat een EPC van 0,8 of lager tegen geen of geringe meerkosten haalbaar, effectief en wenselijk zijn. Zowel gemeenten als projectontwikkelaars spelen een actieve rol in deze initiatieven. Onderzoek toont aan dat bewoners van energiezuinige woningen over het algemeen zeer tevreden zijn met hun woning en zelfs meer tevreden dan andere bewoners. Volgens het OPB is voor de meeste woningtypen een EPC van 0,85 nu al haalbaar zonder extra kosten voor de bewoner. Door de huidige EPC-eis van 1,0 niet aan te scherpen wordt een deel kosteneffectieve energiebesparing van 0,15-0,20 EPC-punt gemist. Dit gaat gepaard met een extra CO2-emissie in het jaar 2010 van circa 0,25 Mton. Het exploitatienadeel dat door OPB geconstateerd wordt bij EPC 0,80 woningen is zeer klein ten opzichte van de totale energie-gerelateerde kosten en vertoont bovendien grote gevoeligheid voor de gekozen uitgangspunten. Nú energiebesparende maatregelen treffen in de nieuwbouw is kosteneffectiever dan over een paar jaar maatregelen treffen in de bestaande bouw. Verlaging van de EPC-eis heeft een stimulerende werking op innovatie en kennisontwikkeling binnen de Nederlandse industrie. De EPC-rekenmethodiek is in de afgelopen jaren versoepeld waardoor hetzelfde energiebesparende maatregelpakket een gunstiger EPC-waardering krijgt. Het ligt voor de hand om deze versoepeling te compenseren met een zwaardere EPC-eis.
AANSCHERPING
EPC
september 2003
9
Literatuur
ECN 2001 Rigo 2002 bouwen DHV 2003 0,8 OPB 2002
AANSCHERPING
Energieverbruik van energiezuinige woningen Gebruikservaringen Voorbeeldprojecten Duurzaam & Energiezuinig Regeleffecttoets Aanscherping van de EPC van te bouwen woningen naar Annotatie Overlegplatform Bouwregelgeving nr.01 Agendapunt 3b
EPC
september 2003
10