AANSCHERPING SPECIFICATIES INDICATOREN LANDELIJKE BENCHMARK 2014
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
1/18
COLOFON Titel
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014
Datum
17 juli 2015
Versie
1.0
Status
Definitief
Opdrachtgevers
InEen Zorgverzekeraars Nederland
Uitvoering
Projectgroep ontwikkeling integraal toetsinstrument - Meetpunt Kwaliteit - Kenniscentrum Ketenzorg - SHL Groep - Insights Zorg (
[email protected])
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
2/18
INHOUD 1
Algemeen ..........................................................................................................................................4
2
Populatie-indicatoren ......................................................................................................................5
3
Proces- en uitkomstenindicatoren .................................................................................................9
Bijlage 1 - Grenzen extreme waarden ............................................................................................... 13 Bijlage 2 - Omzetten alfanumerieke waarden .................................................................................. 14 Bijlage 3A - Flowchart bepaling NOEMER INDICATOREN DM ......................................................... 15 Bijlage 3B - Flowchart bepaling NOEMER INDICATOREN COPD ..................................................... 16 Bijlage 3C - Flowchart bepaling NOEMER INDICATOREN HVZ ........................................................ 17 Bijlage 3D - Flowchart bepaling NOEMER INDICATOREN VVR ........................................................ 18
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
3/18
1 ALGEMEEN Dit document definieert de aangescherpte specificaties van de indicatoren voor de landelijke benchmark voor DM, COPD, HVZ en VVR voor meetperiode 2014. Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark Tijdens het project ontwikkeling integraal toetsinstrument databewerking heeft een aanscherping plaatsgevonden van de specificaties van de indicatoren voor de landelijke benchmark voor de aandoeningen DM, COPD, HVZ en VVR. Doel van deze aanscherping is om tot een meer eenduidige interpretatie te komen van de manier waarop de indicatoren in de praktijk worden bepaald. De aanscherpingen zoals beschreven in dit document zijn aanvullend op de specificaties van de indicatoren die door de Stuurgroep benchmark Ketenzorg zijn vastgesteld en die zijn gepubliceerd op de website van InEen. De aanscherpingen op de specificaties zijn naar voren gekomen tijdens het ijkingsproces van het toetsingsinstrument. Tijdens dat ijkingsproces hebben de drie bij het project betrokken RDC's (Meetpunt Kwaliteit, Kenniscentrum Ketenzorg en SHL Groep) de indicatorenrapportages voor DM, COPD en HVZ op basis van praktijkgegevens van verschillende praktijken en acht verschillende HIS typen (Mira, Medicom, Promedico ASP, Promedico VDF, OmniHis, MicroHIS, Zorgdossier en TetraHIS) met elkaar vergeleken. De verschillen in de rapportages zijn doorgesproken en "weggewerkt" door de systemen aan te passen. Interpretatievragen zijn voorgelegd aan bij het project betrokken externe experts. De volgende experts zijn voor consultatie betrokken geweest bij het project T.R. (Tjeerd) van Althuis, arts, MPH - NHG Dr. M.C.J. (Marion) Biermans - MIMS, Radboud UMC Dr. R.M.C. (Ron) Herings - op persoonlijke titel Prof. dr. J. (Johan) van der Lei - IPCI, Erasmus MC Dr. R.A. (Robert) Verheij - Nivel De aangescherpte specificaties worden in de volgende twee hoofdstukken beschreven: Populatie-indicatoren en Proces- en uitkomstenindicatoren. Elk hoofdstuk wordt ingeleid met een aantal algemene aanwijzingen. Vervolgens worden de aanscherpingen gedefinieerd. Daarbij wordt het format van onderstaande tabel gebruikt. Nummer
Naam
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
... Korte toelichting die aangeeft waarom de aanscherping noodzakelijk is...
#
#
#
Aanscherping
... Definitie van de aanscherping ...
#
In deze kolommen de nummers van de tellers en noemers voor de desbetreffende aandoening waarvoor de aanscherping relevant is
De aangescherpte specificaties vormen de basis voor de toetsing van de indicatoren voor DM, COPD en HVZ.
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
4/18
2 POPULATIE-INDICATOREN Voor alle aandoeningen worden de eerste indicatoren gebruikt voor het bepalen van de populatie. Voor DM zijn dat de eerste 10, voor de andere aandoeningen de eerste 8. Een juiste bepaling van de populatie is van groot belang voor de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de indicatoren. Daar wordt ook de "noemer" bepaald die de basis vormt voor de meeste proces- en uitkomsten indicatoren die volgen. In de praktijk blijkt dat in het bepalen van de populatie grote verschillen kunnen optreden. Hieronder volgt eerst een aantal algemene opmerkingen, vervolgens wordt een aantal aanscherpingen in detail uitgewerkt. Algemene opmerkingen voor populatie-indicatoren: Daar waar gesproken wordt over episodes worden actieve episodes bedoeld, d.w.z. episodes met een startdatum en zonder einddatum. Als er meerdere episodes zijn dan geldt de laatste, d.w.z. met de laatste startdatum. Voor die bepalingen waarvoor geldt peildatum en dan de laatste uitslag OOIT gemeten geldt de laatste registratie OOIT. Specifieke aanscherpingen van populatie-indicatoren Hieronder een aantal specifieke aanscherpingen ten aanzien van de populatie-indicatoren. P01
Bepaling praktijkpopulatie
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Bij de bepaling van de praktijkpopulatie worden verschillende interpretaties gehanteerd
1
1
1
Aanscherping
De praktijkpopulatie bestaat uit de bij de praktijk ingeschreven patiënten met een inschrijfdatum voor peildatum plus de patiënten zonder inschrijfdatum minus tijdelijke patiënten passanten niet op naam ingeschreven patiënten (noni) patiënten met een uitschrijfdatum voor peildatum (overleden of verhuisd)
P02
Bepaling praktijkpopulatie, ontbreken geldige geboortedatum
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Bij de bepaling van de praktijkpopulatie kan het 1 zijn dat bepaalde gegevens ontbreken of geen geldige waarde hebben. Het komt voor dat er geen of geen geldige geboortedatum meekomt. Dat kan zijn: leeg veld, dag ontbreekt, datum in toekomst of ver verleden etc. Daar wordt bij het verwerken verschillend mee omgegaan.
1
1
Aanscherping
De patiënt wordt meegenomen in de praktijkpopulatie, ook bij ontbreken van
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
1
1
5/18
geboortedatum of bij geen geldige geboortedatum. De meetwaarden tellen mee bij de proces- en uitkomstenindicatoren behalve bij de indicatoren waar een leeftijdscriterium speelt (bv. <70 of <80 jaar); in dat geval telt de meetwaarde niet mee. In de tabel met grenswaarden zijn ook grenswaarden voor leeftijd opgenomen.
P03
Bepaling praktijkpopulatie, ontbreken geslacht
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Bij de bepaling van de praktijkpopulatie kan het 1 zijn dat bepaalde gegevens ontbreken of geen geldige waarde hebben. Het komt voor dat er in de extractie van het HIS bij een patiënt geen geslacht meekomt. Daar wordt bij het verwerken verschillend mee omgegaan door databewerkers.
1
1
Aanscherping
De patiënt wordt meegenomen in de praktijkpopulatie. De informatie omtrent het geslacht ontbreekt en blijft "leeg". Geslacht speelt bij de bepaling van de indicatoren geen rol.
P04
Startdatum episode
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Bij de bepaling van de populatie gaan we bij de selectie op ICPC (T90.01, T90.02 etc.) uit van actieve episodes. Sommige databewerkers excluderen patiënten als er geen startdatum is voor de episode, anderen doen dat niet. Dat leidt tot grote verschillen in de populatie die wordt meegenomen.
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Aanscherping
Bij selectie op ICPC op basis van actieve episodes is het ontbreken van een startdatum geen reden om patiënten te excluderen. Dat betekent: ook zonder startdatum worden patiënten geïncludeerd.
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
P05
Hoofdbehandelaar huisarts
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Bij de bepaling van de populatie vindt selectie plaats op hoofdbehandelaar huisarts. Bv. voor diabetes gaat het om DMHB TZ (2206) = 48. Sommige databewerkers includeren ook patiënten waarvoor de hoofdbehandelaar niet is ingevuld. Andere databewerkers includeren die patiënten niet. Dat leidt tot grote verschillen in de populatie die wordt meegenomen.
6, 7, 9, 10
4, 5, 7, 8
4, 5, 7, 8
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
1
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
4, 5, 7, 8
6/18
Aanscherping
Bij selectie op hoofdbehandelaar huisarts worden alleen patiënten waar daadwerkelijk huisarts is ingevuld geïncludeerd. Dat betekent: patiënten waarbij geen hoofdbehandelaar is ingevuld worden geëxcludeerd.
P06
Ruiters en labels
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Ruiters en labels komen in de specificaties van de populatie-indicatoren niet (meer) voor. Als zorggroepen ook ICPC en hoofdbehandelaarschap invullen is dat geen probleem. Maar als dat niet het geval is kan er uitval optreden. Dat is een reden waarom databewerkers in de praktijk kunnen besluiten toch gebruik te maken van ruiters en labels bij het bepalen van de populatie. Het al of niet gebruik maken van ruiters en labels leidt tot verschillende resultaten.
5, 6, 7, 8, 9, 10
3, 4, 5, 6, 7, 8
3, 4, 5, 6, 7, 8
Aanscherping
Ruiters en labels worden niet meegenomen bij de populatiebepaling.
P07
Aantal patiënten in ouderenzorg
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Het gaat hier in principe over de patiënten die in 8 het programma ouderenzorg zitten en in dat geval niet in één van de andere zorgprogramma's (diabetes, COPD, HVZ, VVR) moeten worden meegenomen. Nu zijn er patiënten met ICPC A05 en OZHB AZ=48 waarbij de zorggroep geen ouderzorg gecontracteerd heeft en de patiënten in dat geval dus ook niet onder een ander zorgprogramma meegenomen worden en in die zin niet geëxcludeerd moeten worden van de populatie.
6
6
Aanscherping
Het gaat hier over patiënten waarvan de huisarts hoofdbehandelaar is, dus OZHB AZ=48. Voor de toetsing worden patiënten die voldoen aan de criteria ICPC A05 en OZHB AZ=48 in alle gevallen geëxcludeerd van de populatie. Er wordt bij de toetsing dus geen onderscheid gemaakt op basis van het gegeven of een zorggroep ouderenzorg wel of niet gecontracteerd heeft.
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
3, 4, 5, 6, 7, 8
6
7/18
P08
Bepaling gedurende heel jaar (12 maanden) in zorgprogramma
DM
Toelichting
In de praktijk blijken er in praktische uitwerking van 10 de bepaling "12 maanden in zorg" verschillen mogelijk te zijn die leiden tot grote verschillen tussen de databewerkers ten aanzien van de populatie die meegenomen wordt.
Aanscherping
Gedurende heel jaar (12 maanden) in zorgprogramma is iedereen die op peildatum 31 december jaar x in zorg is minus: Datum eerste meting huisarts hoofdbehandelaar in meetjaar Startdatum eerste episode (van betreffend programma) in meetjaar Laatste datum meting hoofdbehandelaar voorafgaand aan meetjaar was niet huisarts (specialist/overig) Meting hoofdbehandelaar specialist in meetjaar (kan kortstondige wisseling van hoofdbehandelaar zijn geweest) Patiënten die voorafgaand of tijdens de meetperiode een meting “Reden geen programmatische zorg” of Controlebeleid met uitslag “Geen programmatische zorg” hebben die gedurende de meetperiode ongedaan is gemaakt door de meting Controlebeleid met uitslag “x maal per x jaar”
P09
Bepaling van "aantal patiënten gedurende heel jaar in zorgprogramma", de populatie die de noemer vormt waarover wordt gerapporteerd
Toelichting
In de praktijk blijkt het voor databewerkers lastig 10 om tot een eenduidige interpretatie te komen van de manier waarop de populatie van patiënten wordt bepaald die een heel jaar in het zorgprogramma zit en die de noemer vormt waarover de meeste indicatoren worden gerapporteerd.
Aanscherping
De manier waarop de populatie bepaald wordt is voor DM, COPD, HVZ en VVR uitgewerkt in een stroomschema dat is weergegeven in respectievelijk bijlage 3A voor DM, bijlage 3B voor COPD, bijlage 3C voor HVZ en bijlage 3D voor VVR
DM
COPD HVZ
VVR
8
8
8
COPD HVZ
VVR
8
8
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
8
8/18
3 PROCES- EN UITKOMSTENINDICATOREN De volgende indicatoren zijn de proces- en uitkomstenindicatoren. Voor DM zijn er 29 tellers en noemers, voor COPD 12, voor HVZ 22 en voor VVR 20. Alhoewel er grote verschillen in indicatoren zijn voor de verschillende aandoeningen blijkt dat afwijkingen vaak veroorzaakt worden door vergelijkbare mechanismen. Dat is te herkennen aan de aanscherpingen die hieronder weergegeven zijn en die vaak voor meerdere indicatoren en aandoeningen relevant zijn. Algemene opmerkingen voor proces en uitkomstenindicatoren: Voor de uitslagen wordt in de principe de laatste meting in de meetperiode (1-1-2014 tot 1-12015) genomen tenzij anders aangegeven. Afwijkingen van de 12 maandenperiode (let op de precieze specificatie): DM: fundusmeting (24 maand), labcode retinopathie (24 maand), episode (ICPC) retinopathie (OOIT)) en roken met uitslag nooit (OOIT) COPD: roken met uitslag nooit (OOIT) HVZ: lipidenprofiel (5 jaar), nierfunctie (5 jaar), glucosebepaling (5 jaar), alcoholgebruik (5 jaar) VVR: lipidenprofiel (5 jaar), roken met uitslag nooit (OOIT), nierfunctie (5 jaar), glucosebepaling (5 jaar), alcoholgebruik (5 jaar) Voor die metingen waarvoor geldt peildatum en dan de laatste uitslag OOIT gemeten geldt de laatste registratie OOIT. Indicator griepvaccinatie wordt niet meegenomen in de toetsing Een bijzonder geval is de indicator Griepvaccinatie (DM indicator 33, COPD indicator 17 en HVZ indicator 24); besloten is om die dit jaar niet mee te nemen in de toetsing. In dit geval zijn ruiters nog onderdeel van de specificatie (alle patiënten met ICPC R44 of Ruiter G+ of ATC J07BB02 in 2014). Het probleem is dat ruiters geen betrouwbare informatie opleveren bv. doordat ze niet altijd meekomen in de extractie of omdat ze niet gedateerd zijn. Databewerkers maken hier verschillende keuzes hetgeen leidt tot verschillende resultaten. In overleg met de betrokken experts is besloten om de indicator Griepvaccinatie dit jaar buiten de toetsing te laten. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat ruiters een volgend jaar niet meer terugkomen in de specs. voor de indicatoren. Specifieke aanscherpingen van proces- en uitkomstenindicatoren I01
Grenzen extreme meetwaarden bij uitkomstenindicatoren
DM
Toelichting
Voor uitkomstenindicatoren zijn er grenzen (ondergrens, bovengrens) waartussen de reële uitkomsten zullen liggen. Uitkomsten die buiten deze grenzen liggen worden beschouwd als extreme waarden die mogelijk het gevolg zijn van een onjuiste registratie. Als bij de bepaling van de indicatoren extreme waarden voorkomen worden deze door de databewerkers verwijderd en dus niet meegenomen. In de praktijk gaan databewerkers uit van verschillende onder- en bovengrenzen hetgeen zal leiden tot verschillen in resultaten.
13, 14, 17, 20, 24, 26
COPD HVZ
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
11, 14, 15, 19
VVR 11, 14, 15, 19
9/18
Aanscherping
Waarden voor indicatoren die buiten bepaalde vastgestelde grenzen liggen worden niet meegenomen. Voor indicatoren worden onder- en bovengrenzen gehanteerd die zijn weergegeven in de tabel in de bijlage 1 van dit document.
I02
Omzetten alfanumerieke meetwaarden bij uitkomstenindicatoren
Toelichting
Voor bepaalde uitkomstenindicatoren worden in 17, soms alfanumerieke meetwaarden meegegeven 20 die niet passen binnen het bereik van te verwachten numerieke uitkomsten. In de praktijk worden die waarden vaak door de databewerkers omgezet naar waarden die wel passen binnen het te verwachten numerieke bereik. Bv. Albumine (micro)urine portie (ALB U) waarde <2 wordt omgezet naar 1. LDL-cholesterol (LDL-B) waarde NTB of ntb wordt omgezet naar 2,4.
DM
COPD HVZ 14, 15
VVR 14, 15
In de praktijk gaan databewerkers daar op verschillende manieren mee om hetgeen zal leiden tot verschillen in resultaten. Aanscherping
Alfanumerieke waarden voor bepaalde indicatoren die niet passen binnen het te verwachten numerieke bereik worden volgens vaste afspraken omgezet naar waarden die wel passen binnen het numerieke bereik. In de tabel in bijlage 2 is een overzicht gegeven van de indicatoren waarvoor dit geldt en welke omzettingen gehanteerd worden.
I03
Extreme uitkomst bij procesindicator (1)
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Extreme uitkomsten (uitkomsten die liggen buiten bepaalde afgesproken grenzen) worden niet meegenomen bij de uitkomstenindicatoren. De vraag is of in dat geval de meting wel meegenomen moet worden bij de desbetreffende procesindicator. Deze vraag is relevant voor zowel 1. labgegevens (voorbeeld 1) als voor 2. levensstijl, anamnese, biometrie gegevens (voorbeeld 2). Databewerkers maken hier verschillende keuzes hetgeen leidt tot verschillende resultaten.
11, 12, 15, 16, 19, 21, 22, 23, 25, 27, 34
11, 12, 15, 18
9, 10, 12, 13, 16, 18, 20, 21, 28
9, 10, 12, 13, 16, 18, 20, 21, 30
Voorbeeld 1: Bij DM indicator 11 "HbA1C - bepaald" wordt een
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
10/18
waarde gevonden van 120 (boven de bovengrens van bv. 108). Bij DM indicator 14 "HbA1C>69" wordt deze waarde niet meegenomen. Moet die meting bij indicator 11 wel worden meegenomen? M.a.w. is de meting wel gedaan? Voorbeeld 2: Bij DM indicator 27 "Roken bepaald" is roken bepaald vastgelegd maar er is geen waarde aan toegevoegd. Moet die meting wel meegenomen worden? Aanscherping
Als er een waarde staat dan is er iets gemeten en dan telt de meting mee voor de procesindicator ook als de uitkomst een extreme waarde is.
I04
Extreme uitkomst bij procesindicator (2)
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
Deze vraag is aanvullend aan aanscherping I03 "Extreme uitkomst bij procesindicator (1)" hierboven. Situatieschets: Er zijn meerdere metingen binnen een meetperiode (bv. gedurende het jaar 2014 als de toetsing plaatsvindt over 2014) en de uitkomst van de laatste meting is een extreme waarde (d.w.z. dat de uitkomst ligt buiten bepaalde afgesproken grenzen). Vraag: Moet in het geval er meerdere metingen zijn binnen de meetperiode en de laatste meting is een extreme waarde, de voorlaatste meting meegenomen worden bij het bepalen van de indicatoren (proces- en uitkomstenindicatoren) of geldt de laatste meting bij de bepaling van de indicatoren?
11, 12, 15, 16, 19, 21, 22, 23, 25, 27, 34
11, 12, 15, 18
9, 10, 12, 13, 16, 18, 20, 21, 28
Aanscherping
De laatste meting telt, ook bij een extreme uitkomst (zie aanscherping I03).
I05
Leeftijd definitie bij leeftijdscriterium
DM
COPD HVZ
Toelichting
Bij een aantal indicatoren geldt een leeftijdscriterium en wel "patiënten < (jonger dan) 70 jaar" en "patiënten < (jonger dan) 80 jaar". Afgesproken is dat voor de definitie van leeftijd de NHG definitie wordt gebruikt. In de praktijk blijkt dat die definitie op verschillende manieren geïnterpreteerd wordt.
12, 13, 16, 17, 23, 24
Aanscherping
Er zijn twee rekenregels die beide leiden tot hetzelfde resultaat, de ene regel is gekoppeld aan
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
9, 10, 12, 13, 16, 18, 20, 21, 30
10, 11, 13, 14, 15
VVR 10, 11, 13, 14, 15
11/18
datums, de andere aan jaren. Beide regels kunnen gebruikt worden. Leeftijdscriterium rekenregel 1 (gebaseerd op kalenderjaar). Patiënten worden geïncludeerd indien "(rapportagejaar - (minus) geboortejaar) <70 resp. < 80 Leeftijdscriterium rekenregel 2 (gebaseerd op datum). Leeftijd aan het eind van de meetperiode is einddatum van de meetperiode - (minus) geboortedatum. Leeftijd NIET afronden op hele jaren. Patiënten worden geïncludeerd indien leeftijd aan het eind van de meetperiode<70 resp. <80 is.
I06
BMI, gebruik van lengte en gewicht
DM
COPD HVZ
Toelichting
Voor de indicator BMI (b.v. voor DM indicator 25) 25, staat voor de operationalisatie van de teller 26 beschreven: "indien geen BMI is geregistreerd maar lengte (LNGPAO) en gewicht (GEWAO) in meetjaar zijn wel bekend, dan is BMI berekend". Het gaat dus over meetwaarden in het meetjaar. In de praktijk blijkt dat soms andere meetwaarden dan in het meetjaar worden gebruikt. Dat wijkt af van de specificatie en wordt als onjuist verondersteld.
Aanscherping
Bij de bepaling van de BMI geldt dat indien geen BMI geregistreerd is, BMI bekend verondersteld mag worden als lengte (LNGPAO) en gewicht (GEWAO) in het meetjaar bekend zijn, anders niet.
I07
Gebruik medicatie
DM
COPD HVZ
VVR
Toelichting
In de praktijk blijken er verschillen te zitten in de manier waarop het gebruik van medicatie in de meetperiode wordt vastgesteld, m.n. wanneer de startdatum buiten de meetperiode valt. Bijvoorbeeld in geval van DM indicator 18 "Gebruik statines".
18, 35, 36, 37, 38, 39
20
15
Aanscherping
Medicatie wordt alleen geteld als het voorschrift (recept) uitgeschreven is in de meetperiode (2014). Dat wil zeggen als de receptdatum ligt in de meetperiode. In alle andere gevallen telt de medicatie niet mee.
18, 19
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
15, 22
VVR 18, 19
12/18
BIJLAGE 1 - GRENZEN EXTREME WAARDEN Grenzen extreme waarden - afwijkende waarden verwijderen Afwijkende uitslagen (bv tekst in plaats van numeriek) worden verwijderd. Genoemde waarden wordt gehandhaafd, waarden eronder of erboven worden verwijderd. Criterium
NHG-labcode
Ondergrens
Bovengrens
Alb/kreat. Ratio
ALBK U MI
-
100
Albumine (micro-) /kreatinine urine
ALB U
-
-
BMI
QUET AQ
16,00
70,00
Chol/HDL ratio
CHHD B MI
-
12.00
Cholesterol Totaal
CHOL B MT
-
14,00
Cockcroft
KREA O FB
0,00
200,00
Diastolische RR
RRDI KA
40
115
Diastolische RR 24 uur
RRGD KA MH
40
115
Diastolische RR thuismeting
RRDI KA MH
40
115
FEV1 post-BD
FVNB RL
<1
>5
FEV1 pré-BD
FVPB RL
<1
>5
FEV1 reversibiliteit
FVRV RL
<5
> 25
FEV1/FVC ratio post-BD
FRNB RL MI
< 0,4
> 1,0
FEV1/FVC ratio pré-BD
FRPB RL MI
< 0,4
> 1,0
FVC post-BD
FCNB RL
< 40
> 100
FVC pré-BD
FCPB RL
< 40
> 100
Gewicht
GEW AO
30
170
Glucose nuchter
GLUC B NU
-
-
Glucose nuchter
GLUC BC NU
-
-
HbA1c
HBAC B
18
108
HDL
HDL B
0,50
5,00
Kalium
KB
3,0
6,0
Kreatinine
KREA B
-
200,00
Kreatinine klaring
KREA O MK
-
200,00
LDL
LDL B
0,80
7,30
LDL
LDLD B
0,80
7,30
0
120
Leeftijd Lengte
LNGP AO
50
220
MDRD
KREM O FB
>0
200
Middelomtrek
OMVA DH
60
150
Systolische RR
RRSY KA
70
250
Systolische RR 24 uur
RRGS KA MH
70
250
Systolische RR thuismeting
RRSY KA MH
70
250
Triglyceride
TRIG B
-
8,00
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
13/18
BIJLAGE 2 - OMZETTEN ALFANUMERIEKE WAARDEN Alfanumerieke waarden i.p.v. numerieke waarden - afwijkende waarden wijzigen Indien ALBU teruggegeven wordt als <5 en vervolgens geen ALBKUMI wordt berekend, dan mogen beide waarden als "1" genoteerd worden Criterium NHG-labcode input output Albumine (micro-) urine portie
ALB U
<2
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
< 2,0
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
<3
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
< 3,0
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
< 10
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
< 10,0
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
NTB
1
Albumine (micro-) urine portie
ALB U
ntb
1
Albumine (micro-) /kreatinine urine
ALBK U MI
< 0,01 t/m < 1,50
1
Albumine (micro-) /kreatinine urine
ALBK U MI
NTB
1
Albumine (micro-) /kreatinine urine
ALBK U MI
ntb
1
LDL-cholesterol
LDL B
NTB
2,4
LDL-cholesterol
LDL B
ntb
2,4
MDRD
KREM O FB
> 60
61
MDRD
KREM O FB
> 90
91
MDRD
KREM O FB
> 99
100
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
14/18
BIJLAGE 3A - FLOWCHART BEPALING NOEMER INDICATOREN DM Start Bepaal de NOEMER
Alle patiënten ingeschreven bij de aan de zorggroep deelnemende huisartsenpraktijken
ICPC T90 ICPC T90.XX
nee
Excludeer alle patiënten die geen ICPC T90 of T90.XX hebben
ja Patiënten met ICPC T90 of T90.XX
nee
ICPC T90.02
Excludeer alle patiënten die ICPC T90, T90.00 of T90. 01 hebben
ja
Patiënten met ICPC T90.02
nee DMHB TZ = 48
Excludeer alle patiënten die geen hoofdbehandelaar huisarts hebben maar specialist [DMHB TZ = 49] of anders [geen]
ja Patiënten met hoofdbehandelaar huisarts
DMRZ TZ (1789) OF DMCB TZ (1775) = 55
ja
Excludeer alle patiënten die niet in het zorgprogramma zitten vanwege DMRZ TZ (Reden geen geregelde zorg DM2) of DMCB TZ = 55 (Controlebeleid DM2= geen geregelde zorg)
nee
Patiënten met geregelde zorg in zorgprogramma
Optioneel*) ICPC A05 EN OZHB AZ (3015) = 48
ja
Optioneel *). Excludeer alle patiënten in zorgprogramma ouderenzorg [ICPC A05 (Algehele achteruitgang) EN OZHB AZ =48 (Huisarts is hoofdbehandelaar ouderenzorg)]
nee Patiënten niet in programma ouderenzorg
In zorg op 31-12-2013 EN op 31-12-2014 EN Huisarts hoofdbehandelaar gedurende 12 maanden ja
nee
Excludeer alle patiënten die niet het gehele jaar in het zorgprogramma zijn geweest, d.w.z. die gedurende de meetperiode nieuw in het zorgprogramma zijn gekomen of die tijdelijk in de 2de lijn waren
ja Patiënten die 12 maanden in het zorgprogramma zijn geweest
*) Dit
NOEMER Aantal diabetespatiënten gedurende heel 2014 in het zorgprogramma
is een extra filter. Feitelijk behoren deze patiënten een code DMRZ te krijgen met als uitslag “opname ander zorgprogramma” of DMCB met uitslag “reden geen geregelde zorg”
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
15/18
BIJLAGE 3B - FLOWCHART BEPALING NOEMER INDICATOREN COPD Start Bepaal de NOEMER
Alle patiënten ingeschreven bij de aan de zorggroep deelnemende huisartsenpraktijken
ICPC R95
nee
Excludeer alle patiënten die geen ICPC R95 (COPD) hebben
nee
Excludeer alle patiënten die geen hoofdbehandelaar huisarts hebben maar specialist [COHB RZ = 49] of anders [geen]
ja Patiënten met ICPC R95
COHB RZ = 48
ja Patiënten met hoofdbehandelaar huisarts
CORZ RZ(1818) OF COCB RZ (1785) = 55
ja
Excludeer alle patiënten die niet in het zorgprogramma zitten vanwege CORZ RZ (Reden geen geregelde zorg (COPD)) of COCB RZ = 55 (Controlebeleid COPD= geen geregelde zorg)
nee Patiënten met geregelde zorg in zorgprogramma
Optioneel*) ICPC A05 EN OZHB AZ (3015) = 48
ja
Optioneel*). Excludeer alle patiënten in zorgprogramma ouderenzorg [ICPC A05 (Algehele achteruitgang) EN OZHB AZ =48 (Huisarts is hoofdbehandelaar ouderenzorg)]
nee
Patiënten niet in programma ouderenzorg
In zorg op 31-12-2013 EN op 31-12-2014 EN Huisarts hoofdbehandelaar gedurende 12 maanden ja
nee
Excludeer alle patiënten die niet het gehele jaar in het zorgprogramma zijn geweest, d.w.z. die gedurende de meetperiode nieuw in het zorgprogramma zijn gekomen of die tijdelijk in de 2de lijn waren
ja Patiënten die 12 maanden in het zorgprogramma zijn geweest
*) Dit
NOEMER Aantal COPD patiënten gedurende heel 2014 in het zorgprogramma
is een extra filter. Feitelijk behoren deze patiënten een code CORZ te krijgen met als uitslag “opname ander zorgprogramma” of COCB met uitslag “reden geen geregelde zorg”
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
16/18
BIJLAGE 3C - FLOWCHART BEPALING NOEMER INDICATOREN HVZ Start Bepaal de NOEMER
Alle patiënten ingeschreven bij de aan de zorggroep deelnemende huisartsenpraktijken
ICPC K74, K75, K76, K89, K90.03, K92.01, K99.01 (één of meerdere) EN GEEN T90.02
Excludeer alle patiënten die geen CPC K74 (Angina pectoris) K75 (Acuut myocardinfarct) K76 (Andere/chron. ischemische hartziekte) K89 (Passagere cerebrale ischemie) K90.03 (Cerebraal infarct) K92.01 (Claudicatyio intermittens) K99.01 (Aneurysma aorta) hebben, of die dat wel hebben maar ook T90.02 (Diabetes Mellitus type 2)
nee
ja
Patiënten met ICPC behorende bij HVZ en geen T90.02
Excludeer alle patiënten die geen hoofdbehandelaar huisarts hebben maar specialist [CVHB KZ = 49] of anders [geen]
nee CVHB KZ = 48
ja Patiënten met hoofdbehandelaar huisarts
HVRZ KZ (2414) OF HVCB KZ (2413) = 55
Excludeer alle patiënten die niet in het zorgprogramma zitten vanwege HVRZ KZ (Reden geen geregelde zorg (preventie HVZ)) of HVCB KZ = 55 (Controlebeleid preventie HVZ= geen geregelde zorg)
ja
nee
Patiënten met geregelde zorg in zorgprogramma
Optioneel*) ICPC A05 EN OZHB AZ (3015) = 48
Optioneel*). Excludeer alle patiënten in zorgprogramma ouderenzorg [ICPC A05 (Algehele achteruitgang) EN OZHB AZ =48 (Huisarts is hoofdbehandelaar ouderenzorg)]
ja
nee
Patiënten niet in programma ouderenzorg
In zorg op 31-12-2013 EN op 31-12-2014 EN Huisarts hoofdbehandelaar gedurende 12 maanden ja
Excludeer alle patiënten die niet het gehele jaar in het zorgprogramma zijn geweest, d.w.z. die gedurende de meetperiode nieuw in het zorgprogramma zijn gekomen of die tijdelijk in de 2de lijn waren
nee
ja Patiënten die 12 maanden in het zorgprogramma zijn geweest
*)
NOEMER Aantal HVZ patiënten gedurende heel 2014 in het zorgprogramma
Dit is een extra filter. Feitelijk behoren deze patiënten een code HVRZ te krijgen met als uitslag “opname ander zorgprogramma” of HVCB met uitslag “reden geen geregelde zorg”
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
17/18
BIJLAGE 3D - FLOWCHART BEPALING NOEMER INDICATOREN VVR Start Bepaal de NOEMER
Alle patiënten ingeschreven bij de aan de zorggroep deelnemende huisartsenpraktijken
ICPC K86 met ATC C03, C04, C05, C07, C08 en/of C09, ICPC K87 met ATC C03, C04, C05, C07, C08 en/of ja C09, ICPC T93 met ATC C10, WCIA RH12 KQ (3241) = 409 of 410 EN leeftijd < 70 jaar (één of meerdere) EN niet T90.02
nee
Excludeer alle patiënten die geen ICPC K86 (Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging) met ATC C03, C04, C05, C07, C08 en/of C09, ICPC K87 (Hypertensie met orgaanbeschadiging/secundaire hypertensie) met ATC C03, C04, C05, C07, C08 en/of C09, ICPC T93 (Vetstofwisselingsstoornis(sen)) met ATC C10, WCIA RH12 KQ (3241) (Risico HVZ volgens CVRM richtlijn 2012)= 409 of 410 hebben en een leeftijd <70 jaar of die T90.02 hebben
ja
Patiënten met ICPC en medicatie behorende bij VVR of RH12 KQ =409 of 410 EN leeftijd <70 jaar en geen T90.02
nee CVHB KZ = 48
Excludeer alle patiënten die geen hoofdbehandelaar huisarts hebben maar specialist [CVHB KZ = 49] of anders [geen]
ja Patiënten met hoofdbehandelaar huisarts
HVRZ KZ (2414) OF HVCB KZ (2413) = 55
Excludeer alle patiënten die niet in het zorgprogramma zitten vanwege HVRZ KZ (Reden geen geregelde zorg (preventie HVZ) ) of HVCB KZ = 55 (Controlebeleid preventie HVZ= geen geregelde zorg)
ja
nee Patiënten met geregelde zorg in zorggroep
Optioneel*) ICPC A05 EN OZHB AZ (3015) = 48
ja
Optioneel*). Excludeer alle patiënten in zorgprogramma ouderenzorg [ICPC A05 (Algehele achteruitgang) EN OZHB AZ =48 (Huisarts is hoofdbehandelaar ouderenzorg)]
nee
Patiënten niet in programma ouderenzorg
In zorg op 31-12-2013 EN op 31-12-2014 EN Huisarts hoofdbehandelaar gedurende 12 maanden ja
nee
Excludeer alle patiënten die niet het gehele jaar in het zorgprogramma zijn geweest, d.w.z. die gedurende de meetperiode nieuw in het zorgprogramma zijn gekomen of die tijdelijk in de 2de lijn waren
ja Patiënten die 12 maanden in het zorgprogramma zijn geweest
*) Dit
NOEMER Aantal VVR patiënten gedurende heel 2014 in het zorgprogramma
is een extra filter. Feitelijk behoren deze patiënten een code HVRZ te krijgen met als uitslag “opname ander zorgprogramma” of HVCB met uitslag “reden geen geregelde zorg”
Aanscherping specificaties indicatoren landelijke benchmark 2014 - v1.0 definitief
18/18