Impressie ICT BENCHMARK BVE 2014

Impressie

ICT BENCHMARK BVE 2014

Sparrenheuvel 32, 3708 JE Zeist | (030) 2 270 500 | [email protected] | www.mxi.nl

Project ICT Benchmark BVE Versie 1.0 / 20 oktober 2014

VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN M&I/Partners voert in 2014 voor de vijfde keer de ICT Benchmark Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (hierna BVE) uit. Het model van de benchmark gaat uit van het principe van ‘Total Cost of Ownership’ met betrekking tot ICTkosten: alle kosten die verbonden zijn aan of samenhangen met ICT. Naast de ICT-kosten gaat de benchmark ook in op de ICT-volwassenheid, de mate van ‘ICT Dienstverlening’, Dekkingsgraad Applicaties’ en kenmerkende elementen van de ICT-infrastructuur.

INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3

ICT BENCHMARK BVE Het verhaal achter de cijfers Waarom benchmarken? Leeswijzer

4 4 5 6

2 2.1 2.2

SAMENVATTING ICTBVE2 014 Belangrijkste conclusies Toelichting M&I/Partners uitkomsten ICTBVE2014

8 9 11

3 3.1

ICT KOSTEN PER DEELN EMER ICT-kosten per deelnemer

13 13

Bijlage 1

Deelnemers ICT Benchmark BVE

16

4/16

1

ICT BENCHMARK BVE Dit document is bedoeld om de lezer een indruk te geven van de informatie die de ICT Benchmark BVE oplevert. Overname gegevens en teksten zijn toegestaan met bronvermelding.

1.1

HET VERHAAL ACHTER DE CIJFERS

In 2009 nam M&I/Partners samen met enkele onderwijsinstellingen het initiatief tot de ICT Benchmark BVE. Dit jaar is deze benchmark voor de vijfde keer uitgevoerd. De ICT Benchmark BVE is gebaseerd op het principe van ‘Total Cost of Ownership’ (TCO); dat wil zeggen alle kosten die verbonden zijn aan of samenhangen met ICT. Ook spreken we wel van de ICT-kosten als gevolg van het in eigendom hebben van, gebruiken en beheren van ICT. Bij de ICT Benchmark BVE staat ‘het verhaal achter de cijfers’ centraal. Het doel is om op basis van inzicht in kosten van ICT - en de volwassenheid / effectiviteit van ICT - te komen tot het delen van inzichten en best practices. In de voorgaande jaren hebben we de ICT Benchmark BVE zien ontwikkelen van een vergelijking op TCO-objecten naar een inzicht op verschillende dimensies; waaronder TCO, ICT-volwassenheid en kwaliteit van de geleverde dienstverlening.

Impressie ICT Benchmark BVE 2014 Versie 1.0 / 20 oktober 2014

5/16

De objecten van de ICT-kosten die zijn geïnventariseerd en geanalyseerd in de ICT Benchmark zijn weergegeven in figuur 1.

figuur 1: scope ICT Benchmark BVE M&I/Partners

De ICT Benchmark richt zich echter niet alleen op de ICT-kosten; ook de ‘kwaliteit van ICT’ komt aan bod in de ICT Benchmark, waaronder:  De ICT-volwassenheid, aan de hand van 22 ICT-besturings en -beheerprocessen.  De mate van ‘ICT Dienstverlening’  De dekkingsgraad voor onderwijs specifieke applicaties  De ICT-trends die op de agenda’s hebben gestaan of komen te staan de komende jaren en het verwachte kosteneffect van deze ICT-trends.  Kenmerken van de ICT-organisatie/ICT-infrastructuur, die een (mogelijk) effect hebben op de ICT-kosten.  De kosten van het Triple A onderwijsapplicatielandschap.

1.2

WAAROM BENCHMARKEN?

Benchmarken is een manier om te kunnen verbeteren door te vergelijken met anderen, en op basis daarvan leerpunten te destilleren. In de kern gaat het bij benchmarking, zoals de ICT Benchmark, om drie (cyclische) stappen:  Plaatsbepaling: het vergelijken van de eigen ICT-kosten met die van de andere instellingen.  (Zelf)normering: het analyseren van de verschillen van de ICT-kosten tussen de instellingen door inzicht te bieden en te begrijpen waaruit deze kosten zijn opgebouwd.  Op weg naar verbetering: het ‘verbeteren’ van de ICT-kosten en het verkrijgen van ‘grip’ op de ICT-kosten aan de hand van de informatie verworven tijdens het benchmarkproces.


6/16

Onderwijsinstellingen hebben verschillende redenen om deel te nemen aan de ICT Benchmark. De belangrijkste redenen staan hieronder vermeld. De instellingen willen:  Zicht hebben op kosten en kostenontwikkeling, gerelateerd aan ICT, in een weergave die aansluit op de wijze van sturing op kosten. In de ICT Benchmark worden kosten ingedeeld naar specifieke ICT-objecten, in plaats van (bijvoorbeeld) een indeling op basis van de boekhoudkundige software/hardware.  Zicht hebben op de trendontwikkeling in de eigen ICT-kosten en op de kostenimpact van bepaalde ingrepen op langere termijn.  Zicht hebben op ICT-kosten bij andere instellingen. Dat biedt antwoord op vragen als: ‘Zijn wij op bepaalde punten ‘duurder’ of ‘goedkoper’? Hebben we daar bewust voor gekozen? Sluit dat aan bij onze eigen beleving?’.  Onderdeel zijn van een platform dat gericht is op kosten/batenmanagement van ICT bij instellingen.

ICT Benchmark BVE: verbeteren door te vergelijken

Binnen de ICT Benchmark vindt het vergelijken op een systematische wijze plaats, waardoor de vergelijkbaarheid van gegevens wordt geoptimaliseerd. Dit betekent dat zinvolle vergelijkingen worden gemaakt en de deelnemer een goede inschatting kan maken van de eigen positie op het gebied van ICT-kosten.

1.3

LEESWIJZER

Deze impressie is een verkorte weergave van het eindrapport en geeft u een beeld van de resultaten van de ICT Benchmark BVE 2014. Het volledige rapport is alleen beschikbaar voor de deelnemers. (Individueel) management rapport Naast een (hoofd)rapport ontvangt iedere deelnemer een management rapport (in PowerPoint vorm). Het management rapport is een verkorte weergave van voorliggend rapport. In het management rapport wordt kort en bondig inzicht gegeven in de uitkomsten van de ICT Benchmark, met op de onderwijsinstelling gerichte duiding van de uitkomsten en eventuele aanbevelingen. Protocol geheimhouding De gegevens van de deelnemer zijn geanonimiseerd door in de rapportage de namen van alle deelnemers te vervangen door letters. Conform het afgesproken protocol wordt deze anonimiteit tijdens de eerste kringbijeenkomst opgeheven. Dit rapport heeft een vertrouwelijk karakter. Het mag daardoor niet verder verspreid worden zonder toestemming van de deelnemers en M&I/Partners.


7/16

ICT Benchmark BVE 2014 heeft betrekking op boekjaar 2013 De jaartallen zoals die genoemd worden in het rapport hebben betrekking op het jaar van de ICT Benchmark, tenzij expliciet is vermeld dat het om het boekjaar gaat. De ICT Benchmark BVE 2014 gaat in op boekjaar 2013 (van 1 januari tot en met 31 december 2013).


8/16

2

SAMENVATTING ICTBVE2014 Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste conclusies van de ICT Benchmark BVE van dit jaar. We gaan onder andere in op de basiskengetallen van de ICT-kosten, ICT-volwassenheid, ICT-kosten van het Triple A applicatielandschap en de ICT-trends. In onderstaand figuur zijn de vijf basiskengetallen weergegeven. De uitkomsten zijn de gemiddelde uitkomsten over alle deelnemers van de ICT Benchmark van dit jaar. Het percentage geeft de ontwikkeling weer ten opzichte van de vorige ICT Benchmark (over boekjaar 2011).

ICT-KOSTEN

per deelnemer per ICT- per account per mede- als % van de werkplek werker (in fte) begroting

€ 508,- € 1.583,(+12,7%) (+24,1%)

€ 362,(-13,9%)

€ 6.382,(+0,1%)

Impressie ICT Benchmark BVE 2014 Versie 01-00 / 20 oktober 2014

6,3%

ICT-volwassenheid

‘Hulp voor eindgebruikers’ meest volwassen proces

9/16

2.1

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES

 De gemiddelde totale ICT-kosten van een instelling zijn afgenomen ten opzichte van de ICT Benchmark BVE 2012.  De ICT-kosten per deelnemer zijn gestegen ten opzichte van de vorige benchmarkronde: een stijging van 12,7% tot € 508,-.  Een stijging van de ICT-kosten per ICT-werkplek en een daling van de ICT-kosten per gebruikersaccount, tot respectievelijk € 1.583,- (+24,1%) en € 362,- (-13,9%).  ICT-kosten per medewerker (in fte) zijn met 0,1% gestegen tot € 6.382,-.  ICT-kosten als percentage van de totale begroting zijn gelijk gebleven op 6,3%.  ICT-volwassenheid: ‘Hulp voor eindgebruikers’ is gemiddeld het meest volwassen ICT-proces.  De ICT-trends waar de instellingen in de afgelopen jaren (2013 of eerder) in het bijzonder aandacht op hebben gevestigd zijn “Virtualisatie (servers & applicaties)”, “Nieuw besturingssysteem (Windows 7 of 8)”, “Mobiliteit/Plaats-onafhankelijk werken”, “Gecentraliseerde dataopslag”, “Business Intelligence” en “Breedbandige ontsluiting van de locaties (bijv. glasvezel)”. ICT-kosten per deelnemer zijn gestegen tot € 508,De ICT-kosten per deelnemer zijn gestegen ten opzichte van de vorige ICT Benchmark van € 451,- in 2012 tot € 508,- dit jaar (een stijging van 12,7%). Over de periode 2009 – 2014 zijn de ICT-kosten per deelnemer met gemiddeld 6,8% gestegen (binnen een bandbreedte van € 379,- en € 508,- ICTkosten per deelnemer). Hoewel het kengetal ICT-kosten per deelnemer de afgelopen jaren is gestegen, wil dit niet automatisch zeggen dat de totale ICT-kosten van de instellingen ook in absolute zin zijn gestegen. Er heeft namelijk de afgelopen jaren een daling van het aantal deelnemers plaatsgevonden in de BVE-sector. Bij de instellingen die deelnamen aan de ICTBVE2014 Benchmark constateren we in de periode 2010 – 2013 een daling van het aantal deelnemers van gemiddeld 7,7 % per jaar. De stijgende ICT-kosten per deelnemer hangen samen met het feit dat het deelnemeraantal sterker afneemt dan de totale ICT-kosten van een instelling. ICT-kosten per ICT-werkplek zijn gestegen tot € 1.583,-, ICT-kosten per gebruikersaccount zijn gedaald tot € 362,De gemiddelde ICT-kosten per ICT-werkplek zijn over de periode 2009 tot en met 2014 jaarlijks met 9,3% gestegen. Ten opzicht van de ICT Benchmark van 2012 zijn de ICT-kosten per ICT-werkplek met 24,7% gestegen van € 1.276,- tot € 1.583,- dit jaar. De aanwezigheid van flexwerkplekken, gevirtualiseerde werkplekomgevingen en ‘Bring Your Own Device’ maakt het interessant om naast de ICT-kosten per ICT-werkplek óók de ICT-kosten per gebruikersaccount weer te geven. De ICTkosten per gebruikersaccount zijn dit jaar met 13,9% gedaald van € 421,- tot € 362,-. Het aantal ICT-werkplekken per medewerker (in fte) is afgenomen ten opzichte van vorig jaar door de afname van het aantal devices, de inzet van persoonlijke laptops en het verminderen van het aantal ICT-werkplekken voor deelnemers. De afname van het aantal ICT-werkplekken is de reden dat de ICT-kosten per ICT-werkplek zijn gestegen. Dat de ICT-kosten per gebruikersaccount zijn gedaald ten opzichte van de vorige benchmarkronde komt door een relatieve toename van het aantal gebruikersaccounts. Wellicht speelt hier een minder goed toezicht op het beheer van accounts en daardoor meer ‘vervuiling’. ICT-kosten per medewerker (in fte) zijn nagenoeg gelijk gebleven op € 6.382,De gemiddelde ICT-kosten per medewerker (in fte) komen voor 2014 op € 6.382,- (een toename van 0,1%). Uit onderzoek blijkt dat er over de periode 2010 – 2013 bij de deelnemende instellingen


10/16

aan de ICTBVE2014 een daling heeft plaatsgevonden van het aantal fte van gemiddeld 5,7% per jaar. Omdat de ICT-kosten ook dalen is dit een verklaring voor het gelijkblijven van de ICT-kosten per medewerker (in fte). De gemiddelde ICT-kosten per medewerker (fte) zijn in de periode 2009 tot en met 2014 met gemiddeld 5,6% per jaar gestegen van € 4.977,- in 2009 tot € 6.382,- in 2014. Deze stijging wordt veroorzaakt door een daling van het gemiddeld aantal medewerkers (in fte) en daarbij gelijkblijvende of dalende gemiddelde ICT-kosten in de voorgaande jaren. ICT-kosten als percentage van de begroting zijn gelijk gebleven op 6,3% De gemiddelde omvang van begroting over boekjaar 2013 van de instellingen in de ICTBVE2014 is ten opzichte van ICTBVE2012 gedaald met 6,3%. Het kengetal ICT-kosten als percentage van de begroting is echter gelijk gebleven ten opzichte van de vorige benchmarkronde. Hieruit kunnen we dus concluderen dat de gemiddelde totale ICT-kosten van een instelling dus zijn gedaald ten opzichte van ICTBVE2012. Een verklaring voor de daling van de gemiddelde begroting per instelling zijn de bezuinigingen, maar ook een verandering in het aanbod van opleidingen doordat deze worden samengevoegd of zelfs opgeheven. Dit heeft een effect op de instellingsbegroting die niet noodzakelijkerwijs hetzelfde effect heeft op de ICT-kosten van een instelling. Kostentoerekening Triple A applicatielandschap Binnen de ICTBVE2014 bedragen de gemiddelde softwarekosten voor het Triple A applicatielandschap en de bedrijfsvoeringapplicaties € 1.121.795 waarbij de ondersteuning van het primaire proces met 38% het grootste aandeel heeft. ICT-volwassenheid Het proces ‘hulp voor eindgebruikers’ staat weer bovenaan als meest georganiseerde ICTvolwassenheidproces. Daarna volgt op nummer twee het proces ‘Operationele ICT-planning en samenwerkingscultuur’. Als nummer 3 en 4 staan respectievelijk ‘Governance’ en ‘Configuratiebeheer’. Het proces ‘hulp voor eindgebruikers’ heeft een gemiddelde score van 4,0 (op een schaal van 5 niveaus; beginnend vanaf niveau 1). De mate van ‘ICT Dienstverlening’ De ‘dienstverlening algemeen’ geeft eenzelfde beeld als de vorige jaargang: ‘centrale software distributie’ en ‘inrichting beveiligingsbeleid’ scoren relatief hoog, terwijl de instellingen voornamelijk ICT diensten tijdens kantooruren leveren en niet ’s avonds en in het weekend. De doelgroep waaraan ondersteuning geboden wordt is ook dit jaar breed: zowel medewerkers, docenten als studenten worden geholpen door de ICT afdeling. Ook valt dit jaar op dat meerdere ROC’s ook ondersteuning bieden op laptops van deelnemers. Verder zien we dat alle instellingen een wireless netwerk aanbieden aan medewerkers en deelnemers. Verder zien we een toename in het aantal instellingen dat de studentenadministratie en medewerkers administratie ingericht hebben als een basisregister. Dekkingsgraad applicaties Alle instellingen beschikken over tenminste 1 applicatie voor ELO/DLWO, Deelnemer Volg Systeem, Digitale aanwezigheidsregistratie, BPV ondersteuning en Resultatenbeheer. Drie instellingen hebben daarnaast ook een portfolio systeem. Slechts 1 instelling geeft aan over een applicatie te beschikken waarin de leervraag gearrangeerd kan worden.


11/16

ICT-trends / ICT-aandachtsgebieden De ICT-trend daar waar de instellingen in het bijzonder aandacht op hebben gevestigd bestond in 2013 uit ‘Virtualisatie (servers & applicaties)’, ‘Nieuw besturingssysteem (Windows 7 of 8)’, ‘Mobiliteit/Plaats-onafhankelijk werken’, ‘Gecentraliseerde dataopslag’, ‘Business Intelligence’ en ‘Breedbandige ontsluiting van de locaties (bijv. glasvezel). Deze aandachtsgebieden heeft bij alle instellingen in 2013 op de agenda gestaan. Het aandachtsgebied ‘Virtualisatie (servers & applicaties)’ staat ook de komende periode hoog op de agenda bij de instellingen; gevolgd door de focus op ‘Application Service Providing (ASP)/Software as a Service (SaaS)’, ‘Gebruik van webservices/SOA’, ‘Inzet Document Management Systeem (DMS)’, ‘Unified Communications (UC)’ en ‘Workflow management’.

2.2

TOELICHTING M&I/PARTNERS UITKOMSTEN ICTB VE2014

Zonder ICT zou de dienstverlening aan deelnemers en docenten er heel anders hebben uitgezien

De ontwikkeling van de inzet en het belang van ICT ICT vervult een steeds belangrijkere rol binnen onderwijsinstellingen. Zonder ICT zou de dienstverlening aan deelnemers en docenten er heel anders hebben uitgezien. Veel aspecten van de digitale onderwijs (ondersteunende) voorzieningen zouden niet eens mogelijk zijn geweest. ICT is daarnaast een essentieel onderdeel van de interne bedrijfsvoering van een instelling (net zoals in andere sectoren). Des te opmerkelijker is dan ook de in paragraaf 2.1 genoemde daling van de totale ICT-kosten van een instelling. Over de periode 2009 – 2014 zijn de ICT-kosten per deelnemer wel gestegen, maar lijken deze met name te worden veroorzaakt door de sterker dalende deelnemers aantallen. Ditzelfde zien we terug bij de ICT-kosten per medewerker (in fte) en als percentage van de totale begroting. De ICT kosten lijken dus niet evenredig of meer gestegen met het belang en gebruik van ICT binnen de instelling. De conclusie is dan ook dat ICT de investeringsruimte voor innovatie en vernieuwing binnen haar eigen begroting heeft gevonden door een effeciëntere inzet van de ICT functie. De kosten voor hardware en de kosten voor (technisch) personeel zijn de afgelopen jaren gedaald. Door bijvoorbeeld de inzet van Software-as-a-Service wordt deze dienstverlening in toenemende mate buiten de deur gezet. Hierdoor zullen de softwarekosten nog verder gaan stijgen. Het merendeel van de ICT kosten zitten nu al in software en het beheer van die software. Met name het aandeel van de software- en beheerkosten voor de ondersteuning van secundaire processen als Financiën, P&O en Facilitair beheer is relatief hoog (samen ruim 25%). Daar zijn besparingen te realiseren.


12/16

Uit de cijfers blijkt ook dat de ICT-kosten slechts beperkt gerelateerd zijn het aantal deelnemers van een instelling. In een ideale situatie zouden de ICT-kosten evenredig dalen of stijgen afhankelijk van het aantal deelnemers waar daadwerkelijk dienstverlening aan geboden wordt. Hier ligt voor de instellingen in komende jaren een uitdaging. De kosten van ICT alleen zeggen niet alles. Het gaat ook om de voordelen van ICT: zowel kwalitatief als kwantitatief. Kwalitatief in de zin van verbeterde dienstverlening aan deelnemers en medewerkers dat mogelijk wordt gemaakt door de toenemende inzet van ICT. Kwantitatief door besparingen aan de kant de interne bedrijfsvoering: ICT als middel voor efficiënter werken. Meer met minder is hierbij het motto van de inzet op ICT. Waar voorheen de focus met name gericht was op ‘kernregistratie deelnemers’ en bedrijfsvoeringsystemen, zal in de toekomst de focus meer komen te liggen bij software voor onderwijs en onderwijsondersteuning. De verwachting is dat deze kosten de komende jaren flink zullen stijgen. Daarbij speelt de vraag van doorbelasting van de onderwijsgerelateerde softwarekosten aan teams en/of deelnemers. Investeren in ICT is financieel gezien gerechtvaardigd als de totale bedrijfsvoeringskosten van de instellingen daardoor dalen of als de ondersteuning voor de deelnemer dermate onderscheidend is dat hier ‘concurrentievoordeel’ mee te behalen is. In de praktijk is dit moeilijk hard te maken. Daarnaast worden ICT-vernieuwingen afgedwongen vanuit de regelgeving Feitelijk ligt hier de kern van een business case: daar waar ICT-kosten stijgen moeten bedrijfsvoeringskosten wat meer dalen of moeten inkomsten (lees: aantal deelnemers) meer stijgen. Het hard maken van deze business case op het gebied van ICT is geen eenvoudige exercitie. Vaak moeten opbrengsten vertaald worden in meer onderwijskwaliteit, tevredenheid of voldoen aan wettelijke verplichtingen. Het gevolg is dat zolang de (financiële) baten van ICT niet goed zichtbaar te maken zijn, men ICT eenzijdig blijft zien als een kostenpost. Stijgingen in de ICT-kosten worden dan als slecht ervaren, omdat er aan de andere kant van de medaille geen kwalitatieve en kwantitatieve baten inzichtelijk zijn gemaakt.


13/16

3

ICT KOSTEN PER DEELNEMER Bij enkele figuren wordt het gemiddelde van de ICT Benchmark van de voorgaande edities van de benchmark (2009 t/m 2012) getoond ter vergelijking met de uitkomsten van de ICT Benchmark van dit jaar. In de betreffende figuren is het gemiddelde van voorgaande jaren weergegeven met een blauwe lijn. De paarse gemiddelde lijn geeft het gemiddelde weer van de ICT Benchmark van dit jaar.

3.1

ICT-KOSTEN PER DEELNEMER

De ICT-kosten per deelnemer bedragen dit jaar € 508. Bij de berekening van het kengetal ‘ICTkosten per deelnemer’ worden de totale jaarlijkse ICT-kosten (kapitaallasten + exploitatiekosten) gedeeld door het aantal deelnemers per instelling.

Figuur 2 ICT-kosten per deelnemer (trend)


14/16

In figuur 3 zijn de uitkomsten van het kengetal ‘ICT-kosten per deelnemer’ weergegeven.

Figuur 3 ICT-kosten per deelnemer

ICT-kosten per deelnemer: € 508,ICT-kosten per deelnemer Gewogen gemiddelde Ongewogen gemiddelde Laagste waarde Hoogste waarde

€ 508 € 529 € 290 € 688

Tabel 1 Gemiddelden ICT-kosten per deelnemer

In figuur 3 zien we relatief hogere personeelskosten voor instelling A en B, terwijl C en E relatief lagere personeelskosten hebben.  Het hogere aandeel van de personeelskosten ten opzichte van de totale ICT kosten bij A wordt met name veroorzaakt door een relatief grotere formatie voor (functioneel) applicatiebeheer, met zowel centrale als decentrale medewerkers. Dit bedrag drukt niet in alle gevallen op de ICTbegroting maar wordt vanuit het uitgangspunt ‘Total Cost of ownership’ hier wel opgevoerd.  Het hogere aandeel personeelskosten bij B wordt veroorzaakt door de hogere kosten die gemoeid zijn met het inhuren van extern personeel.  Instellingen C en E maken weinig tot geen ‘extra’ personeelskosten voor het onderdeel ‘projecten’. Daarnaast zien we aan de kengetallen “aantal medewerkers (in fte) per ICTmedewerker” en “aantal ICT-werkplekken per ICT-medewerker” dat de ICT formatie van deze instellingen relatief kleiner is dan die van de overige instellingen. Daarnaast vallen onder meer de hogere werkplekkosten op voor B en E.


15/16

 Bij B worden deze kosten deels veroorzaakt door het hogere aantal ICT-werkplekken per medewerker, de recente investeringen in werkplekken (ca. 400 werkplekken en ca. 350 laptops vervangen in 2013) en de kosten voor onderhoudscontracten voor de ICT werkplekken.  Bij E zijn de hogere kosten te verklaren doordat in de exploitatiekosten ICT-werkplek een bedrag is opgenomen ten behoeve van de laatste termijn leasebetalingen voor desktops ten behoeve van ICT-werkplekken in de jaren voorafgaand aan 2013, terwijl deze in boekjaar 2013 niet operationeel waren binnen de instelling. Verder vallen hier de lagere totale kosten op voor instelling C. Zoals te zien is in de staafdiagram van C zijn de kosten voor alle ICT componenten relatief lager per deelnemer. Dit hangt samen met het feit, dat C in de afgelopen jaren sterk bezuinigd heeft op alle kosten. De instellingsbegroting per deelnemer is met ruim € 6.800 het laagste van alle deelnemende instellingen (zie figuur 4), het aandeel van de ICT begroting als percentage van de instellingsbegroting is bij C is eveneens het laagst van alle deelnemende instellingen. Tabel 1 laat zien dat het gewogen gemiddelde lager is dan het ongewogen gemiddelde. Dit betekent dat de grotere instellingen relatief gezien minder uitgeven aan ICT dan kleinere instellingen. In dit geval betekent dit dat er een schaalvoordeel is voor grotere instellingen. Verder zien we dat er een groot verschil is tussen de hoogste en de laagste waarde.

Figuur 4 Instellingsbegroting per deelnemer

Conclusies ICT-kosten per deelnemer De gemiddelde ICT-kosten per deelnemer bedragen € 508 per jaar. De kosten per deelnemer laten ook een stijgende trend zien. De stijging van de gemiddelde ICT-kosten per deelnemer wordt veroorzaakt door een sterker dalend aantal deelnemer binnen de instellingen. Grotere instellingen hebben lagere ICT-kosten per deelnemer dan kleinere instellingen.


16/16

BIJLAGE 1 DEELNEMERS ICT BENCHMARK BVE De volgende onderwijsinstellingen hebben aan een of meerdere edities van de ICT Benchmark BVE deelgenomen of hebben een individueel onderzoek naar de ICT-kosten laten uitvoeren door M&I/Partners:            

Aeres Groep Albeda College Arcus College Clusius College Da Vinci College Deltion College Friesland College Gilde Opleidingen Graafschap College Helicon Opleidingen ID College Leeuwenborgh Opleidingen


           

Noorderpoort College Onderwijsgroep Tilburg ROC A12 ROC van Amsterdam ROC Aventus ROC Flevoland ROC Leiden ROC de Leijgraaf ROC Midden Nederland ROC Nijmegen SVO Zadkine

Impressie ICT BENCHMARK BVE 2014

Recommend Documents