Bijlage bij raadsvoorstel nr. 11-102
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012 A. Inleiding De regering vindt dat er meer mensen aan het werk moeten. Werk is de basis voor zelfstandigheid, het benutten en ontwikkelen van talenten en vaardigheden en de beste manier om uit de armoede te komen. Het wetsvoorstel “Wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ) gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden” omvat een aantal maatregelen die de tijdelijke vangnetfunctie van de WWB nog meer voorop stelt en de verplichtingen waaraan uitkeringsgerechtigden voldoen aanscherpt. De maatregelen kennen vier verschillende doelstellingen om die zelfstandigheid te bevorderen: 1. De WIJ laat teveel ruimte voor afwachtende en vrijblijvende houding jongeren. Eigen verantwoordelijkheid jongere wordt wettelijk verankerd. Jongere is verplicht eerst zelf vier weken naar werk te zoeken, alvorens aanspraak op ondersteuning ontstaat. 2. Het activerende karakter versterken door de toets op het partnerinkomen te vervangen door een toets op het huishoudinkomen. 3. De verplichtingen van mensen met een WWB-uitkering. Tegenover de uitkering staan verplichtingen bijv. de tegenprestatie naar vermogen. Vervolgens past in dat kader de maatregel als de beperking van de duur van het verblijf in het buitenland. 4. De WWB blijft gericht op mensen die het nodig hebben. In dat kader passen maatregelen als de normering van het gemeentelijk minimabeleid tot 110%, de verordeningsplicht t.a.v. de categoriale bijzondere bijstand voor huishoudens met schoolgaande kinderen. In het kader daarvan heeft het kabinet de volgende voorstellen gedaan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
de aanscherping van voorwaarden en sancties voor jongeren. de aanscherping van gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets. de tegenprestatie naar vermogen. de beperking verblijfsduur in het buitenland. een nieuwe inkomstenvrijlating voor alleenstaande ouders in de WWB. de normering van de inkomensgrens van het gemeentelijk minimabeleid op 110%. de verordeningsplicht participatie van schoolgaande kinderen. de verrekening van inkomen uit studiefinanciering.
Hoewel de wetswijziging weinig beleidsruimte biedt, heeft het forse gevolgen voor de verordeningen en de beleidsregels. Die worden ten gevolge van de wetswijziging aangepast. In deze bijlage staan de veranderingen, de overgangsmaatregelen en de invulling van de beleidsruimte op hoofdlijnen naar de stand per 11 oktober 2011 (besluit Tweede Kamer).
1
B. De voorstellen nader beschouwd. Hieronder volgen per voorstel de veranderingen en de overgangsmaatregelen. 1. Aanscherping voorwaarden en sancties voor jongeren Wat verandert er: a) De WIJ wordt samengevoegd met de WWB en de WIJ komt te vervallen. Een jongere (tot 27) die zich meldt bij het UWV krijgt een zoektijd van 4 weken. De focus ligt op de mogelijkheden van de jongere binnen het uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs, of werk. b) Na 4 weken mag de jongere een aanvraag indienen voor ondersteuning en een eventuele uitkering. Het college toetst of er aantoonbare inspanningen zijn gedaan om werk te vinden, en stelt vast of er nog mogelijkheden zijn binnen het regulier onderwijs (startkwalificatie). De jongere overlegt hiervoor zelf de nodige documenten. Het college weigert ondersteuning en uitkering als er nog mogelijkheden zijn binnen het regulier onderwijs en deze onvoldoende zijn benut. c) De gemeente maakt een plan van aanpak waarin vastgelegd is hoe de ondersteuning eruit ziet, welke verplichtingen gericht op arbeidsinschakeling betrokkene heeft en wat er van hem wordt verwacht. Hoe vullen we het lokaal in: d) Invullen van het nieuwe werkproces in overleg met het UWV. e) Aanpassen maatregelenbeleid als jongere niet of onvoldoende aan de voorwaarden voldoet. Overgangsmaatregelen: f) Alle door het college genomen besluiten op grond van de WIJ gelden als door het college genomen besluiten op grond van de WWB zoals die geldt vanaf 1 januari 2012. g) Dat geldt ook voor een werkleeraanbod dat eerder is ingegaan. h) Binnen 6 maanden na 1 januari 2012 brengt het college de besluiten in overeenstemming met de WWB (voor zover de besluiten afwijken van de WWB); 2. Aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomentoets Wat verandert er: a) Nu is het zo dat alleen gehuwden of samenwonenden de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan delen. Vanaf 1 januari 2012 is hiervan ook sprake bij meerderjarige bloed- en aanverwanten in de eerste graad en die bij elkaar wonen in dezelfde woning. Alle volwassen familieleden die op hetzelfde adres wonen worden voortaan beschouwd als één gezin en krijgen het recht op de bijstandsnorm van 100% van het netto referentieminimumloon. b) Bij de bijstandsverlening houden we volledig rekening met alle inkomens- en vermogensbestanddelen van de bloed en aanverwanten in de eerste graad. c) Uitzonderingen zijn: 1. een meerderjarige bloed- of aanverwant in de eerste graad die studeert en aanspraak kan maken op studiefinanciering.
2
2. wanneer sprake is van een zorgbehoevend gezinslid. Iemand is zorgbehoevend wanneer hij beschikt over een geldig indicatiebesluit o.g.v. de AWBZ voor 10 of meer uren zorg per week en deze zorg voor minstens dat aantal uren door een ander gezinslid wordt verleend. Dit zorgbehoevend lid heeft zelfstandig recht op bijstand, overige gezinsleden blijven aangemerkt als gezin. 3. Gezinsleden met een Wajong-uitkering. d) Stiefkinderen en aangetrouwde kinderen zijn ook meerderjarige kinderen. e) Zakelijke relaties zoals onderhuurschap, kostgangerschap of andere woonvormen en bloed - en aanverwanten in de tweede graad vallen niet onder de reikwijdte van dit wetsvoorstel. De reden is dat naarmate de zakelijkheid toeneemt, de financiële verstrengeling vermindert. f) Gezinsleden kunnen niet ieder voor zich een individuele bijstandsuitkering aanvragen; het gezin als zelfstandig subject doet dit gezamenlijk. g) Inkomsten voor kinderen tot 16 jaar worden volledig vrijgelaten. Gevolgen voor meldings- en aanvraagprocedures: h) Gezinsleden kunnen niet ieder voor zich een aanvraag doen, dit moet gezamenlijk gebeuren. Thuiswonende jongeren tot 27 jaar moeten gezamenlijk met de ouders een gezinsuitkering aanvragen. i) Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders van 27 jaar en ouder verandert er niets. Zij melden zich bij UWV en mogen meteen een aanvraag indienen. j) Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar, en gezinnen waarvan alle gezinsleden jonger zijn dan 27 jaar, geldt na melding bij het UWV een zoektijd van 4 weken voordat zij een aanvraag mogen indienen. k) Voor gezinnen waartoe gezinsleden behoren die zowel jonger zijn dan 27 jaar als 27 jaar en ouder geldt dat zij bij melding bij het UWV meteen een aanvraag mogen indienen. Wel geldt voor alle gezinsleden jonger dan 27 jaar de zoektijd van 4 weken. Na 4 weken onderzoekt het college de inspanningen, wat kan leiden tot uitsluiting van de jongere van het recht op bijstand, of een maatregel op de gezinsbijstand. l) Voor personen van 65 jaar en ouder verandert er niets. Zij melden zich bij de SVB. m) Voor een gezin waarvan één van de gezinsleden jonger is dan 27 jaar, niet zijnde de partner van de persoon van 65 jaar of ouder, geldt melding en aanvraag bij het college. Hoe vullen we het lokaal in: n) Controle op adreswijzigingen voor of na 1 januari 2012 om te voorkomen dat deze maatregel wordt ontdoken. Overgangsmaatregelen: o) Voor bloed- en aanverwanten in de eerste graad, waarvan één of meerdere een uitkering ontvangen op grond van de WWB en WIJ, blijft het recht en/of de hoogte van die uitkering 6 maanden ongewijzigd. p) Om hieronder te vallen dient men op de peildatum een uitkering te ontvangen o.g.v. WWB en WIJ en hoofdverblijf te hebben in dezelfde woning.
3
3. Tegenprestatie naar vermogen Wat verandert er: a) Het college kan een plicht om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten invoeren, ook als die niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. Maar er mag geen verplichte samenloop zijn met een re-integratietraject. b) De nuttige maatschappelijke werkzaamheden mogen acceptatie van arbeid of reintegratie niet in de weg staan. Omvang en duur van de werkzaamheden dienen dus beperkt zijn. c) Additionele werkzaamheden mogen niet tot verdringing van regulier werk leiden. d) Werkzaamheden moeten door uitkeringsgerechtigde kunnen worden gedaan (passen binnen vermogen bijstandsgerechtigde). Hoe vullen we het lokaal in: e) De invoering van de tegenprestatie naar vermogen is een bevoegdheid in het wetsvoorstel. Wij gaan daar uitvoering aan geven. Dit standpunt sluit aan op de in “Scherper aan de wind” opgenomen inspanningsverplichting. De nadere uitwerking volgt in beleidsregels en uitvoeringsafspraken. 4. Beperking verblijfsduur in het buitenland Wat verandert er: a) Tot 65 jaar is het toegestaan om maximaal vier weken per kalenderjaar in het buitenland te verblijven. b) Voor 65 jaar en ouder is dat maximaal 13 weken. Deze personen hoeven zich nl. niet beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt, hetgeen een langere periode rechtvaardigt. Overgangsmaatregelen: c) Voor personen met een ontheffing van de arbeidsvoorwaarde, die jonger zijn dan 65 jaar en die voor 1 januari 2012 13 weken met behoud van uitkering in het buitenland verblijven, geldt een overgangstermijn van 3 maanden. d) Voor personen met een ontheffing van de arbeidsvoorwaarde, die ouder zijn dan 65 jaar en die voor 1 januari 2012 26 weken met behoud van uitkering in het buitenland verblijven geldt een overgangstermijn van 6 maanden. 5. Alleenstaande ouders in de WWB Wat verandert er: a) Alleenstaande ouder met een kind tot 12 jaar kan in aanmerking komen voor vrijlating van 12,5% van de netto-arbeidsinkomsten, tot max. € 120 per maand, voor max. 3 jaar. b) Deze nieuwe vrijlatingsregeling kan aansluitend aan de huidige vrijlatingsregeling worden verstrekt indien de nieuwe vrijlating bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van de alleenstaande ouder.
4
6. Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% Wat verandert er: a) Er geldt een maximale inkomensgrens van 110% van het van toepassing zijnde sociaal minimum voor alle categoriale voorzieningen, zoals de langdurigheidstoeslag, de categoriale bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten of ouderen, mensen met schoolgaande kinderen of de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. b) Kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen vallen niet onder het regiem van de inkomensnormering. Hoe vullen we het lokaal in: c) We stellen de inkomensgrens voor de bijzondere bijstand, de langdurigheidstoeslag en het minimabeleid (inclusief collectieve verzekering) op 110%. d) Bij verwijtbaar gedrag vervalt het recht op een langdurigheidstoeslag. 7. Verordeningsplicht participatie van schoolgaande kinderen Wat verandert er: a) De gemeenteraad stelt een verordening op m.b.t. het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. b) Ook hier geldt de inkomensnorm van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Hoe vullen we het lokaal in: c) Ons lokale beleid ten aanzien van de participatie van schoolgaande kinderen nemen we op in de nieuwe verordening maatschappelijke participatie. De hoogte van de vergoedingen staan in de (bestaande) beleidsregels die door het college zijn vastgesteld. 8. Inkomen uit studiefinanciering Wat verandert er: a) De WWB houdt rekening met het inkomen uit studiefinanciering van de partner van de studerende. Door wijziging van de WSF 2000 sluiten de bedragen genoemd in artikel 33, tweede lid, van de WWB per abuis niet meer aan bij het bij de WSF 2000 gehanteerde normbudget voor levensonderhoud, waardoor er bij de bijstandsverlening rekening wordt gehouden met een te laag bedrag. Het onderhavige wetsvoorstel corrigeert deze onbedoelde discrepantie. Overgangsmaatregelen: a) Voor degenen die voor 1 januari 2012 algemene bijstand op grond van de WWB ontvangen, waarbij op een onjuiste wijze rekening is gehouden met inkomen uit studiefinanciering, geldt een overgangstermijn van 6 maanden.
Barneveld, november 2011 Afdeling Werk, Zorg en Inkomen 5