Haagse aanpak Statushouders Sociaal Domein
“Snelle integratie en participatie”
Gemeente Den Haag
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
Inhoudsopgave
pagina
1. 2. 3. 4. 5. 6.
4 5 6 14 19 20
Inleiding Achtergrond statushouders De Haagse aanpak: wat gaan we doen? Financiën Vervolgtraject Bijlage: Basisdienstverlening sociaal domein
2
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
1
Inleiding
De grote toename van vluchtelingen en asielzoekers is vrijwel dagelijks in het nieuws. Het College van Den Haag kiest er voor een bijdrage te leveren door het duurzaam huisvesten van extra statushouders. Naast de wettelijke taakstelling vanuit het Rijk heeft zij besloten om 700 statushouders extra te zullen huisvesten in 2016. De verwachte opgave voor 2016 komt daarmee in totaal op 2150 statushouders:
1250 (verwachte wettelijke taakstelling 2016) 700 (extra bovenop de wettelijke taakstelling) 169 (restant wettelijke taakstelling 2015)
Dat statushouders in Den Haag komen wonen is op zich geen nieuw fenomeen: sinds jaar en dag verhuizen asielzoekers die een verblijfsvergunning ontvangen (en zo ‘statushouder’ worden) van een asielzoekerscentrum naar een eigen woonruimte in een gemeente. Nieuw zijn de aanzienlijk grotere aantallen en de huisvesting van groepen in grotere wooneenheden. De opgave is om de dienstverlening in het sociaal domein zo in te richten dat we deze grotere aantallen nieuwe inwoners goed kunnen opvangen en zo snel mogelijk kansen bieden op integreren en participeren. Uit het recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR), ‘geen tijd verliezen: van opvang naar integratie’ blijkt het belang van gelijktijdig werken aan huisvesting, taal, opleiding en werk. In deze notitie, deels gebaseerd op de bevindingen uit het WRR rapport, presenteren we de aanpak waarmee we de opgave in het sociaal domein willen realiseren. Het vormt samen met de onderdelen huisvesting, communicatie en veiligheid de totaalaanpak voor statushouders. We hebben ons gebogen over alle aspecten waar een statushouder mee te maken krijgt binnen de gemeente: het inschrijven bij de gemeente, het inrichten van de woning, het leren van de taal, het vinden van (vrijwilligers)werk, volgen van onderwijs en scholing, regelen van inkomen en geldzaken, zorgvoorzieningen, integratie en inburgering. Het gaat om dienstverlening waar een groot aantal verschillende organisaties bij betrokken is, zowel binnen als buiten de gemeente. In dit plan doen we voorstellen om op onderdelen aanpassingen te doen met als doel een snelle integratie gericht op preventie. De notitie is als volgt opgebouwd: korte achtergrondschets van de statushouders de kern van de Haagse aanpak toelichting op de basiszaken die geregeld worden in de aanpak de kosten van de aanpak vervolgstappen
3
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
2
Achtergrond statushouders
De volgende tabellen, gebaseerd op ervaringen en een actuele inschatting van het COA in de opvang, schetsen het volgende beeld1:
Land van herkomst
Syrië
Eritrea
Irak
Ethiopië
Afganistan
Overig
De eerste indicatie is dat veel statushouders afkomstig zullen zijn uit Syrië en Eritrea. De meerderheid is tussen de 18 en 39 jaar. Wat betreft man-vrouw verdeling in de AZC’s is dat op dit moment ca. 70% mannen, 30% vrouwen. Hoe de samenstelling van de grote groep statushouders in 2016 eruit zal komen te zien is nog niet exact te bepalen. Dit is mede afhankelijk van hoe de toewijzing van het COA zal verlopen. Uit het huidige gemeentelijke bestand (huisvesting) zijn op dit moment de volgende gegevens bekend voor Den Haag: 35% (jong ) alleenstaand 35% alleenstaand voorafgaand aan gezinshereniging 30% gezinnen van 2 of meer personen
1
Bron: https://www.coa.nl/nl/over-coa/cijfers op 4 jan 2016.
4
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
3
De Haagse aanpak: wat gaan we doen ?
3.1 Context De beste manier om te integreren is door deel te nemen aan de samenleving. Dat doen Nederlanders door te werken, door lid te zijn van verenigingen, door onderwijs te volgen, vrijwilligerswerk te doen etc. Statushouders zijn zonder enige voorbereiding naar Nederland gekomen waardoor ze nog geen kennis hebben van de Nederlandse normen en waarden en wet- en regelgeving. Zij hebben vaak jaren doorgebracht in een asielzoekerscentrum, waardoor ze niet de mogelijkheden hadden om te integreren. De taal hebben ze nog niet of onvoldoende kunnen leren en het ontbreekt hen vaak aan werk, dagbesteding en een sociaal netwerk. Ook hun financiële positie is van begin af aan kwetsbaar omdat basisvoorzieningen op het gebied van inkomen vaak nog geregeld moeten worden terwijl er al wel uitgaven voor levensonderhoud en het inrichten van de woning moeten worden gedaan. Veel statushouders hebben ook een hoger risico op lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen vanwege de situatie in de landen waar ze vandaan komen en de gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt tijdens de vlucht naar Nederland2. Met spreekt dan van het zogenaamde Post Traumatische Stressstoornis (PTSS). Met tijdige indicatie en de juiste psychische signalering en begeleiding is dit goed op te lossen. De recente publicatie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)3 wijst uit dat slechts één op de drie statushouders van 15-64 jaar in Nederland een betaalde baan heeft. Velen van hen zijn duurzaam afhankelijk van een bijstandsuitkering. De belangrijkste aanbeveling van de WRR is om zo min mogelijk kostbare tijd te verliezen bij de start van de integratie. Dat betekent meteen vanaf het begin tegelijkertijd ondersteuning bieden bij het leren van de Nederlandse normen en waarden, de taal, het zoeken van werk, het volgen van een opleiding of andere vormen van dagbesteding. Zo krijgen statushouders direct kansen om snel een zinvolle bijdrage aan de samenleving te leveren en worden problemen op de langere termijn voorkomen. Want statushouders brengen ook veel kennis, kunde en kwalificaties mee die zij graag willen inzetten om snel te participeren in de Nederlandse samenleving en een bijdrage te leveren aan onze stad.
2
Zo blijkt uit een Briefadvies van de Gezondheidsraad (publicatienr. 2016/01) dat van de vluchtelingen die naar Nederland komen naar schatting 13 tot 25 procent een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) of depressie heeft (respectievelijk 2,6 en 6 procent in de totale Nederlandse bevolking). 3
Engbersen (WRR), Godfried, Jaco Dagevos (SCP), Roel Jennissen (WODC), Linda Bakker (SCP/EUR) en Arjen Leerkes (WODC) m.m.v. Jeanine Klaver en Arend Odé (Regioplan) (2015) ‘Geen tijd verliezen: van opvang naar integratie van asielmigranten’, WRR-Policy Brief 4, Den Haag: WRR.
5
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
3.2 De Haagse aanpak Gezien de uitkomsten van de WRR publicatie en de grotere toename binnen Den Haag vraagt de specifieke situatie van statushouders een andere aanpak dan tot nu toe, investeren aan de voorkant gericht op preventie voor grotere aantallen. De Haagse aanpak voor het sociaal domein is geïnspireerd op de aanbevelingen van de WRR en gaat uit van ondersteuning en begeleiding direct na de vestiging van de statushouders, gericht op snelle participatie en integratie, met aandacht voor de menselijke maat. Extra investeringen ‘aan de voorkant’, die je op lange termijn terugverdient in maatschappelijke baten omdat je zo langdurige afhankelijkheid van de bijstand, inactiviteit en maatschappelijke overlast door gebrekkige integratie voorkomt. Een aanpak dus die ten goede komt aan de statushouders maar ook aan de overige Haagse inwoners.
De Haagse aanpak:
Basiszaken goed en snel geregeld. Een sluitende aanpak voor werk, taal/inburgering en participatie. en taalbuddy. Sociaal beheer bij groepshuisvesting, samen met de wijk. Monitoren effectiviteit en rendement van de inspanningen.
Basiszaken goed en snel geregeld In de eerste periode nadat een statushouder zich in Den Haag vestigt moeten er veel praktische en administratieve zaken worden geregeld: inschrijvingen bij gemeente, huisarts, school voor de kinderen, zaken in en rondom de woning, inkomensvoorzieningen, afsluiten zorgverzekering etc. Verder kunnen zij (net als alle andere inwoners van Den Haag) in aanmerking komen voor de basisdienstverlening in de stad op het gebied van onderwijs, gezondheid, zorg, welzijn en werk. Het betreft maatschappelijke taken die de gemeente veelal uitvoert in het kader van wettelijke regelingen. Ook vanuit preventief beleid biedt de gemeente op een aantal van deze terreinen voorzieningen aan voor Haagse inwoners. In de bijlage (hoofdstuk 6) wordt nader beschreven om welke basisdienstverlening het gaat in het sociaal domein. Een zeer belangrijk onderdeel hierin is onderwijs. Om de huidige toename van statushouders te kunnen opvangen en van onderwijs te voorzien, hebben de schoolbesturen en de gemeente vorig jaar reeds de handen ineen geslagen om tot maatwerk te komen. Om een goede start te kunnen maken en problemen later te voorkomen is het essentieel dat al deze basiszaken direct na vestiging snel geregeld worden en waar nodig de juiste voorzieningen in één keer goed worden ingezet. Het gaat om dienstverlening van een groot en divers aantal organisaties met veel onderlinge afhankelijkheden. De grote toename van het aantal te ontvangen statushouders maakt deze processen extra kwetsbaar, zeker bij de huisvesting van grotere groepen statushouders tegelijk. De gemeente zal daarom in samenwerking met de partners in de stad een stevige regierol op zich nemen op het goed en gestroomlijnd
6
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
functioneren van de betrokken dienstverleningsprocessen. Dat vraagt van de betrokken gemeentelijke diensten en partners flexibiliteit om zaken waar nodig anders, slimmer en efficiënter te organiseren. We bieden de statushouder een heldere ‘handleiding/wegwijzer’ bij ontvangst in de stad. Daarnaast wordt elke statushouder bij vestiging in Den Haag gedurende 3 maanden bijgestaan door een vrijwilliger van VluchtelingenWerk die hen (onder verantwoordelijkheid van een beroepskracht) helpt met het regelen van alle praktische zaken. Communicatie in eigen taal Momenteel is het gemeentelijk beleid om naar bewoners alleen in het Nederlands te communiceren. Juist het ontbreken van kennis van de Nederlandse taal is voor nieuwe statushouders een belangrijke barrière voor het goed regelen van de basiszaken. Je kunt hen dat in de ontvangstfase ook niet aanrekenen omdat zij nog onvoldoende kans hebben gehad om zich het Nederlands eigen te maken. De basisinformatie in de ontvangstfase gaan we daarom ook in de eigen taal verstrekken. Ook maken we waar nodig en mogelijk meer gebruik van gekwalificeerde tolken. Dit bevordert de snelheid en efficiency van alle zaken die bij de start geregeld moeten worden. Basisinrichting huisvesting Statushouders die in de gemeente aankomen hebben vaak nog niets en moeten hun nieuwe huis volledig zelf inrichten met vloerbedekking, gordijnen, meubels etc. Voor de inrichting moeten zij individueel leenbijstand aanvragen. Gezien de forse toename en het gebruik van huisvesting in groepslocaties is het niet efficiënt als statushouders dit ieder voor zich blijven organiseren. Daarom gaan we de woningen van statushouders voortaan met een basisinrichting opleveren. Dat leidt tot een besparing op de leenbijstand en ontlast de statushouders bij het regelen van alle basiszaken. Door er bovendien een werkgelegenheidsproject van te maken (in het kader van social return) snijdt het mes aan twee kanten. De implicaties voor de wijze van financiering via de leenbijstand worden nog uitgewerkt. Sluitende aanpak voor werk, taal/inburgering of participatie Naast het regelen van alle praktische zaken is het van belang dat statushouders een snelle start kunnen maken met de integratie en participatie in de samenleving. Daarom wordt met alle statushouders een programma gemaakt waarin in ieder geval vier onderwerpen specifiek aandacht krijgen:
kennismaking met de Nederlandse normen, waarden en gewoonten werk, opleiding of andere vormen van dagbesteding, zoals vrijwilligerswerk opstarten verplichte inburgering en het leren van de taal financiële situatie en voorkomen van schulden
7
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
. De mate van zelfredzaamheid bepaalt welke inzet we doen en wat we van de statushouder zelf verwachten. Individueel wordt gekeken of, en zo ja, wat er nodig is aan ondersteuning, ook op het gebied van zorgvoorzieningen. Net als bij andere Haagse burgers gaan we daarbij zoveel mogelijk uit van de eigen kracht en verantwoordelijkheid. Voor de één betekent dit geen of alleen wat lichte ondersteuning, een ander zal meer of snellere inzet van zorg en begeleiding nodig hebben. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande instrumenten, zoals de brede intake van SZW, Advies op Maat (Wmo) en de zelfredzaamheidsmatrix. Eventuele voorzieningen worden snel en waar mogelijk tegelijkertijd ingezet. Een ‘dedicated’ sociaal team met professionals (gemeente) en vrijwilligers (Vluchtelingenwerk) zorgt dat de uitvoering en opvolging door de hele keten nauwlettend gemonitord wordt zodat er voor iedereen een sluitende aanpak op het gebied van integratie en participatie is. Werk of dagbesteding In de zoektocht naar werk is het zaak om zo vroeg mogelijk de arbeidskansen van statushouders in kaart te brengen. Op dit moment loopt er in Den Haag een pilot om competenties en arbeidspotentieel van statushouders in kaart te brengen. Op basis van landelijke cijfers is de verwachting dat circa 70% van de groep arbeidsgerechtigd is, waarmee de verwachte extra opgave voor de dienstverlening naar (vrijwilligers-)werk op 1.500 personen komt. De aanname is dat:
10 % met beperkte inzet van voorzieningen direct aan het werk kan 30 % via een traject van het Werkgeverservicepunt aan het werk kan 60 % (voorlopig) niet bemiddelbaar naar werk is
Gegeven de achtergrondsituatie van de statushouders is het effectief om in de route naar werk specifieke dienstverlening aan te bieden, zodat mensen die een hoog arbeidspotentieel hebben zo snel mogelijk aan de slag kunnen in betaald werk. Om de krachten te bundelen werken klantmanagers van het Werkgeversservicepunt, (gespecialiseerd in de doelgroep) intensief samen met Vluchtelingenwerk, hulpverlenende instanties en werkgevers met specifieke initiatieven voor vluchtelingen. Statushouders in de leeftijdscategorie 18-27 jaar zullen naar verwachting extra aandacht behoeven wat betreft taal en aansluiting op de arbeidsmarkt. Zij die nog niet in staat zijn tot betaald werk worden in contact gebracht met voorzieningen op het gebied van participatie. Zo kan vrijwilligerswerk een goede dagbesteding zijn die het leren van de taal en integratie bevordert en waarmee tegelijkertijd de tegenprestatie voor de bijstandsuitkering wordt ingevuld. Net als voor andere Haagse burgers is voor statushouders de vrijwilligersvacaturebank beschikbaar op www.denhaagdoet.nl en www.volunteerthehague.nl. Op dit moment zijn er in Den Haag al veel initiatieven die op het gebied van werk en/of dagbesteding een waardevolle bijdrage leveren. Een voorbeeld hiervan is ‘Fast way to work, naar een zelfredzame toekomst richting werk met zo min mogelijk belemmeringen. Een particulier initiatief van werkgevers, vluchtelingenwerk en onderwijsinstellingen waar de gemeente Den Haag aan meewerkt. Andere voorbeelden zijn initiatieven die wonen en werken combineren, of mogelijkheden van dagbesteding als vrijwilliger.
8
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
Taal en inburgering Voor volwassen nieuwkomers vanaf 18 jaar geldt een inburgeringsplicht. Sinds 1 januari 2013 behoort dit tot de eigen verantwoordelijkheid van de statushouders. Nieuwkomers moeten de taal leren spreken en de Nederlandse samenleving leren kennen4. Het voltooien van een (taal)opleiding zorgt voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Door de komst van grotere groepen statushouders wil de gemeente een meer regisserende rol gaan spelen om de inburgering van statushouders goed in gang te zetten. Dit vraagt enerzijds uitbreiding van de uitvoeringscapaciteit en de diverse vormen van vervolgonderwijs en taallessen, anderzijds zoeken we binnen de volwasseneneducatie naar mogelijkheden voor vernieuwing van het aanbod. Denk aan integrale trajecten voor taalles, taalmaatjes, inburgering, participatie, opleiding en toeleiding naar de arbeidsmarkt. Financiën De financiële situatie van veel statushouders is bij aankomst in de stad vaak kwetsbaar. Om schulden te voorkomen is inzet van budgetbeheer en ondersteuning bij het omgaan met geld vanaf de start belangrijk. De Consulenten Maatschappelijke Ondersteuning (CMO) van de gemeente vervullen hierin een belangrijke rol (zij brengen inkomsten en uitgaven van burgers in kaart en ondersteunen waar nodig). Sluitende aanpak voor AMV-ers die 18 worden Door Parnassia en Jeugdformaat worden alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMV-ers) opgevangen. Het overgrote deel is afkomstig uit Eritrea of Syrië. Zodra deze AMV-ers 18 zijn worden ze geacht op eigen benen te staan en zelfstandig eigen huisvesting te zoeken. De reguliere begeleiding van de coördinatoren van de campus en de voogden van het NIDOS valt dan weg. Naast het zoeken naar nieuw onderdak krijgen deze jongeren tegelijkertijd met allerlei nieuwe regels, voorzieningen en rechten en verplichtingen te maken o.a. in de studiefinanciering, Jeugdwet, Wmo, Participatiewet en zorgverzekeringswet. Deze overgang naar het 18e jaar levert in de praktijk voor veel AMV-ers problemen op. Zij vormen een zeer kwetsbare groep jongeren, veelal met psychosociale problemen en onvoldoende zelfredzaam om alle zaken zelf in goede banen te leiden. Het risico is groot dat ze zonder begeleiding van instanties uit beeld raken, in de noodopvang belanden of gaan zwerven, met alle gevolgen voor overlast en criminaliteit van dien. Om te voorkomen dat deze jongeren op hun 18e tussen wal en schip vallen richten we ons in de Haagse aanpak specifiek op de continuïteit van de begeleiding van deze jongeren, totdat zij daadwerkelijk in staat zijn op eigen benen te staan. Daarvoor is nodig: 4
In de Participatiewet geldt per 1 januari 2016 tevens een verplichte Taaleis. De statushouder die al een inburgeringscursus volgt, verricht een inspanning om de taal te leren en voldoet daarmee aan de Taaleis. Het inburgeringsdiploma is gelijk gesteld met het niveau dat de verplichte Taaleis stelt.
9
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
het organiseren van tijdelijke vervolghuisvesting een warme overdracht vanuit de AMV-campus naar een vaste begeleider/casemanager die de jongere intensief begeleidt bij de overgang naar 18 jaar (en zo lang als nodig is daarna) de sluitende aanpak voor jongeren in de bijstand uitbreiden naar AMV-ers die 18 worden.
De operationalisering van de aanpak vraagt nog verdere uitwerking, de gemeente is hierover in overleg met de betrokken samenwerkingspartners in de stad. Iedere statushouder een (taal)buddy In de eerste periode van 3 maanden ondersteunt Vluchtelingewerk de statushouders bij de vestiging in Den Haag (zie hiervoor). Daarna volgt een periode van 6 tot 9 maanden waarin zij de zelfredzaamheid van de statushouder bevorderen door begeleiding te bieden bij taal, inburgering en participatie. Denk aan het onderhouden van contacten met de buurt, de school, de huisarts, de zorg- en welzijnsvoorzieningen en cursussen op het gebied van werk en opleiding, omgaan met geld, gezondheid en dagbesteding. De ervaringen in de afgelopen jaren wijzen uit dat de begeleiding van statushouders door VluchtelingenWerk veel toegevoegde waarde heeft. Door de grotere aantallen statushouders groeit de behoefte aan extra vrijwilligers die aanvullend op de begeleiding van Vluchtelingenwerk kunnen fungeren als (taal)buddy voor de statushouders. Het Nederlands dat op een cursus wordt geleerd, zakt soms weer weg omdat de statushouder geen of weinig mogelijkheden heeft om de taal te oefenen. De gemeente financiert al taalmaatjesprojecten en zal dit verder uitbreiden met als uiteindelijk doel dat iedere statushouder een vrijwilliger als (taal)buddy heeft. Sociaal beheer bij groepshuisvesting Bij groepshuisvesting van statushouders is het belangrijk dat er naast het (sec) technische beheer van het pand een vorm van ‘sociaal beheer’ wordt geregeld. Hiermee beogen we de leefbaarheid in en om de huisvestingslocaties op peil te houden door:
statushouders wegwijs te maken in de wijk (hulp)vragen van statushouders en bewoners te signaleren statushouders en andere bewoners in de omgeving met elkaar in contact te brengen de veiligheid te borgen en eventuele escalaties te voorkomen
De grootte van de locatie, de omgeving en de samenstelling van de groep bepaalt de intensiteit van het sociaal beheer. Op kleinschalige locaties (10-20 wooneenheden) kan waarschijnlijk worden volstaan met een huismeester-plus die het technisch beheer van het gebouw uitvoert, toezicht houdt (o.a. brandveiligheid, hygiëne) en zichtbaar is voor de nieuwe bewoners en omwonenden zodat contacten makkelijk gelegd en problemen snel verholpen worden. Op grootschalige locaties fungeert een bredere, multidisciplinaire ‘beheergroep’, waarin naast de huismeester-plus ook professionals zitten op het gebied van veiligheid, maatschappelijke begeleiding, relatiebeheer en communicatie met de wijk. Afhankelijk van de locatie wordt de beheergroep desgewenst uitgebreid met andere professionals. De beheergroep fungeert voor
10
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
de locatie als ‘spin in het web’ met korte lijnen naar de 2e lijnsvoorzieningen van de gemeente, partnerorganisaties in het sociaal domein en de bewoners in de omgeving. Knelpunten en signalen kunnen hierdoor snel bij de juiste persoon of instantie worden belegd. Samen met de wijk We hebben oog voor de zorgen die er leven onder delen van de bevolking. De stadsdelen zorgen voor het relatiebeheer met de wijk, goede communicatie met bewoners en aansluiting bij activiteiten van bewoners- en vrijwilligersorganisaties. We zijn daarbij transparant en duidelijk over de aanpak die ons voor ogen staat en over het ‘wat, wanneer, waar, voor wie, met wie en hoe’. We zorgen daarbij dat bij iedere locatie een vast aanspreekpunt is en dat het bewonersoverleg/omgevingsoverleg vormgegeven wordt. Het sociaal beheer heeft onder andere tot doel om het draagvlak voor de komst van statushouders onder de huidige bewoners van Den Haag te behouden en voldoende gelegenheid te bieden voor kennismaking en integratie. Naast Vluchtelingenwerk spelen buren, buurtgenoten, levensbeschouwelijke en maatschappelijke instellingen een directe rol bij de maatschappelijke begeleiding van statushouders. We gebruiken en faciliteren de energie en betrokkenheid van inwoners, instellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven (de ‘Haagse Kracht’) maximaal. Zij maken hen, waar nodig, bekend met de Haagse praktijk van alledag. Gelukkig zien we nu al dat veel Hagenaars bereid zijn om nieuwkomers op allerlei manieren te ondersteunen bij het opbouwen van een nieuw leven. Na de bekendmaking van het besluit van het college om naast de reguliere taakstelling nog 700 extra statushouders in Den Haag op te nemen is er een enorme toename geweest in de aanmelding van vrijwilligers. Er zijn ook al vele initiatieven in de stad waarbij vrijwilligers zich inzetten (denk aan taalmaatjes, het bieden van een luisterend oor, hulp bij administratie). Om het vrijwilligerswerk optimaal in te kunnen zetten is het belangrijk om dit goed te stroomlijnen. Er is een uitgebreide vrijwilligersvacaturebank beschikbaar op www.denhaagdoet.nl. Via deze site worden organisaties die vrijwilligers zoeken gekoppeld aan vrijwilligers die zich via een profielaanmaak aanmelden. Ook het Rode Kruis en STEK zijn organisaties die zich specifiek inzetten voor vluchtelingen.
Monitoring effectiviteit en rendement Het hoofddoel van de Haagse Aanpak voor het sociaal domein is een snelle integratie en participatie van de statushouders. De extra inzet in de aanpak beoogt maatschappelijk rendement door een snelle integratie en participatie. Daarnaast zullen we relevante indicatoren opstellen waarmee we de effectiviteit van de aanpak op lange termijn kunnen monitoren en waar nodig kunnen bijsturen. Hoe pakken de acties in het sociaal domein uit en wat levert het op? Is er een doorlopend proces? Waar is extra aandacht nodig? Hoe zit het met de onderlinge verbindingen? Zijn er financiële consequenties ? Ook wordt gekeken of een opzet voor monitoring per locatie kan worden opgezet.
11
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
3.3 Aanpak sociaal domein concretiseren in pilots De Haagse aanpak voor het sociaal domein doorsnijdt de dienstverlening van meerdere gemeentelijke diensten en verschillende betrokken netwerken en organisaties in de stad. Om te slagen is het essentieel dat we de krachten bundelen en nauw samenwerken om zaken slimmer, anders en efficiënter te organiseren. Een aanpak waarbij we voortdurend samen op zoek gaan naar kansen en waar nodig van de gebaande paden af durven te wijken. Op diverse onderdelen in de aanpak zijn al veel zaken al in voorbereiding om het grote aantal statushouders bij opening van de locaties straks goed op te kunnen vangen. Denk aan draaiboeken voor de ontvangstfase maar ook een pilot die is gestart in samenwerking tussen gemeente, Vluchtelingenwerk, de Haagse Hogeschool en ROC Mondriaan om aan de hand van bestaande dossiers competenties (CV’s) en arbeidspotentieel van statushouders in kaart te brengen. Dat levert waardevolle informatie op over wat er nodig is aan opleiding en begeleiding om statushouders snel aan het werk te krijgen. Bij uitdagingen als deze, met een groot aantal nieuwe en soms complexe processen, is het van belang om wat nu op papier allemaal is ontwikkeld eerst kleinschalig in de praktijk te testen om te zien wat daadwerkelijk nodig is en wat wel en niet werkt. Daarom gaan we de Haagse aanpak verder concretiseren op de eerste groepslocatie die open gaat (de Scheveningseweg 90/92). Die locatie fungeert als pilot. De aanpak stellen we werkende weg bij op basis van monitoring van de effecten en de lessen die we in de praktijk leren.
12
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
4. Vervolgtraject Programmastructuur Vanuit de Taskforce zal een voorstel komen voor vervolg van de programmastructuur met benodigde rollen, taken en verantwoordelijkheden om de grote groep statushouders binnen de gemeente Den Haag goed en veilig te kunnen huisvesten en alle benodigde voorzieningen op een optimale manier in te kunnen zetten. Voor het Sociaal Domein is onderstaande structuur een mogelijk voorstel en zal binnen het brede programma mogelijk aangepast worden.
Voorstel Projectorganisatie implementatiefase Sociaal Domein Statushouders
13
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
6. Bijlage: basisdienstverlening 6.1 Ontvangst in gemeente Bij de ontvangst in de gemeente gaat een proces van start met een groot aantal ketenpartners binnen en buiten de gemeente. Binnen de gemeente liggen er taken bij de diensten DSO (huisvesting), DPZ (BasisRegistratiePersonen), SZW (uitkeringen, toeslagen, schuldhulpverlening, Wmo) en OCW (GGD, onderwijs, integratie). Buiten de gemeente ligt er een belangrijke bijdrage van VluchtelingenWerk maar ook bij de woningcorporaties, het COA en het NIDOS. 6.2 Werk De reguliere dienstverlening van de gemeente (SZW) ‘Direct aan het Werk’ richt zich op werkzoekenden die naar verwachting binnen 3 maanden kunnen uitstromen naar werk. Deze doelgroep is in de regel goed opgeleid (of heeft in ieder geval een goed herkenbaar en in Nederland toepasbaar diploma gehaald in het land van herkomst). Aandachtspunten zijn vaak de taal, het ontbreken van een CV, het leren solliciteren en het leren kennen van de arbeidsmarkt en mogelijkheden in Nederland. Als de statushouder niet in staat is binnen 3 maanden uit te stromen naar werk, maar de verwachting is dat dit wel binnen 18 maanden mogelijk is, krijgt de statushouder dienstverlening aangeboden van het Werkgeversservicepunt (WSP). Die dienstverlening richt zich met name op het ontwikkelen van werknemersvaardigheden, vooral door de inzet van leerwerkplekken (‘leren werken op de werkvloer’) in nauwe samenwerking met de werkgevers. 6.3 Onderwijs Den Haag kent al jaren een regelmatige komst van statushouders en arbeidsmigranten en heeft dus een bestaand onderwijsaanbod voor nieuwkomers voor alle leeftijden. Om de toegenomen vraag naar de diverse vormen van het onderwijs te kunnen opvangen, hebben de schoolbesturen en de gemeente de handen ineen geslagen. Dat betekent dat er voorzieningen zijn in de vroeg- en voorschoolse educatie (voor peuters vanaf 2,5 tot 4 jaar), in het primair onderwijs (van 4 tot 12 jaar) en in het voortgezet onderwijs (van 12 tot 18 jaar), inclusief intensief taalonderwijs. Waar nodig wordt en is de capaciteit van opvanggroepen (po) en internationale schakelklassen (vo) uitgebreid. Financiering van vve en onderwijs voor nieuwkomers wordt betaald uit diverse gemeentelijke en rijksmiddelen, waaronder Onderwijsachterstandsmiddelen (OAM). Beroepsonderwijs Voor leerlingen van 4 tot 16 jaar geld een leerplicht en tot 18 jaar de verplichting om een startkwalificatie (minimaal HAVO of MBO 2 niveau) te halen. De aansluiting van VO naar MBO is een bestaand knelpunt voor jonge statushouders vanwege taal- en leerachterstand. Het MBO krijgt echter geen bekostiging voor NT2 onderwijs. Daarom is het ROC Mondriaan specifiek voor deze groep onlangs een pilot gestart met tijdelijke subsidie van de gemeente. Het betreft een schakelklas MBO/inburgering waarin gedurende 10 weken intensief aan de beheersing van het
14
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
Nederlands wordt gewerkt en ook aandacht is voor oriëntatie op de arbeidsmarkt. Tevens wordt aansluiting gezocht bij het programma Taalmaatjes voor het oefenen van de taal en bij bestaande voorzieningen binnen het MBO gericht op het vinden van een stageplaats. De pilot wordt aan het einde van het schooljaar geëvalueerd om het daarna een vervolg te kunnen geven. Volwasseneneducatie Volwassen statushouders zijn inburgeringsplichtig en moeten het inburgeringsexamen behalen. Voor actieve participatie en kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt is het van groot belang deze doelgroep te stimuleren om het taalniveau te verbeteren. Den Haag zet om die reden vanuit de gemeentelijke Onderwijsmiddelen in op een aanvullend taalaanbod bij Taal aan Zee en Gilde Taalmaatje, aangevuld met Online leren Oefenen.nl. Vanwege de grote groep nieuwkomers ouder dan 18 jaar wordt de haalbaarheid van een geïntegreerd traject via het ROC Mondriaan onderzocht waarin een combinatie van Entreeopleiding en/of een beroepsopleiding MBO met extra taaltraining een optie is. 6.4 Zorg en Welzijn De dienstverlening op het gebied van zorg en welzijn is voor nieuwe statushouders hetzelfde als voor alle inwoners van Den Haag. Bij zorg gaat het om taken in het kader van de Wet publieke Gezondheid (GGD Haaglanden), de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Openbare (Geestelijke) Gezondheidszorg (OGGZ). De behandeling van psychotrauma’s en andere psychische stoornissen bij volwassen statushouders is onderdeel van de verzekerde zorg (zorgverzekeraars). Voor welzijns- en participatieactiviteiten kunnen statushouders net als andere Haagse inwoners terecht bij de 16 Servicepunten XL (wijkcentra) verspreid over de verschillende stadsdelen. Gezondheid en welzijn zijn belangrijke randvoorwaarden voor zelfredzaamheid en een goede inburgering en participatie. De GGD voert in alle fasen van de opvang (preventieve) taken uit om de gezondheid van de bevolking te beschermen en te bevorderen. Denk aan de jeugdgezondheidszorg, screenen en behandelen tuberculose, infectieziektebestrijding, gezondheidsvoorlichting, hygiëne- en veiligheidsinspecties in collectieve woonvoorzieningen en het organiseren van preventienetwerken. Jeugdzorg Ongeveer een derde van de statushouders bestaat uit kinderen. Zij vormen zeker in de eerste jaren een kwetsbare groep. De zorgvoorzieningen voor jeugdigen van 0-18 jaar in Den Haag omvat de jeugdgezondheidszorg en de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Het gaat dan om:
Hulp en ondersteuning vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Gezondheidsscreening en inentingen vanuit de jeugdgezondheidszorg (JGZ, onderdeel van CJG),
15
De Haagse Aanpak Sociaal Domein
Ondersteuning en hulp vanuit de jeugdteams (onderdeel van CJG) Specialistische jeugdhulp, waaronder geestelijke gezondheidszorg (J-GGZ) en hulp voor jeugdigen met een beperking
Naast de zorg voor jeugdigen zet Den Haag in op preventief jeugdbeleid. Hieronder valt het jeugd- en jongerenwerk, gericht op het signaleren en voorkomen van mogelijke problemen en overlast gevende situaties. Voor de preventieve en signalerende taken versterken we het School Maatschappelijk Werk (SMW Plus) zodat een directe lijn naar de Jeugdhulp ontstaat en hulp snel en efficiënt kan worden ingezet.
16