N U M M E R
5
GROTES TEDEN
GSB blad D E C E M B E R
20 0 5
Reportage:
Onderaan de woonladder Het nieuwe welzijnswerk is geitenwollen zakelijkheid
Lokaal drugsbeleid: te veel ieder voor zich
Steun van de stad is soms verboden staatssteun
Wereldse fotograaf domweg gelukkig in Utrecht
Inhoudelijk
Een lezer reageert op de inhoud van dit nummer. Arco Verburg is stadsdeelwethouder voor de PvdA in de Amsterdamse wijk De Baarsjes. Foto: Steef Meyknecht
Erbij blijven ‘In de reportage over de laatstekans-woningen herkende ik me niet. Outcasts buiten de stad laten wonen, daar voel ik niets voor. In de Baarsjes zeggen wij: nóg meer investeren in die mensen, en zorgen dat ze erbij blijven. En natuurlijk, ik begrijp dat de buren van mensen die
6
ernstige overlast geven, óók geholpen moeten worden. Maar in mijn optiek doe je er geen goed
aan deze verslaafden op te geven. Trommel alle hulpverlening bij elkaar en doe er iets aan.’
Onderaan de woonladder
Veegactie ‘In De Baarsjes was het tien jaar terug bar en boos. Georganiseerde drugsoverlast was aan de orde van de dag. Door de wijk grondig op te knappen, is die overlast teruggedrongen. Maar je kunt natuurlijk niet aan het opknappen blijven. Verbieden op plekken waar de overlast maar niet verdwijnt, is dan een optie. Blowen op straat willen we in De Baarsjes dus kunnen verbieden, daarvoor ligt nu een voorstel bij de gemeenteraad. Want blowen op zich, daar is niet veel mis mee. Maar als het overlast gaat geven, moet je ter plekke iets doen. Binnen de stadsdelen van Amsterdam-West hebben we overleg over het lokale drugsbeleid; hiermee hopen we het waterbed-effect te voorkomen. Of dat lukt? In elk geval is het niet meer zo manifest als jaren
10
geleden, toen er bij elke veegactie op het ene metrostation, bij het andere station daarna de rotzooi weer naar boven kwam.’
Lokaal drugsbeleid mist samenhang
Burgerschap bouwen ‘Mij heb je aan je zij als je zegt: het welzijnswerk moet professioneler. Vaker op resultaat sturen, minder op de inzet op zich. De welzijnswerker moet er zijn om de vrijwilligers in de wijk te ondersteunen, hen te helpen het zélf te doen. Dat betekent níet dat we minder geld voor welzijn in de wijk pompen. Maar wél dat dat geld niet automatisch naar de welzijnsorganisatie gaat. In De Baarsjes beschikken vrijwilligersorganisaties over dat geld. En de welzijnswerker moet
13
hen ondersteunen om dat op een verantwoorde en zinnige manier te besteden. In De Baarsjes noemen we dat “bouwen aan burgerschap”.’
Welzijnswerk: geitenwollen zakelijkheid
Colofon
2
Ook in dit nummer
Jaargang 6, nummer 5 (december 2005)
Contact ook voor abonnementen
Pols, Caroline Togni, Ellen Weber,
Het GSB|blad is een uitgave van het
(kosteloos) E
[email protected]
Carolien Groeneveld
ministerie van Binnenlandse Zaken en
T 070 4266142 (Hank Hendriks)
Beeldredactie: Mascha Baarda
Koninkrijksrelaties en verschijnt vijf
Hoofdredactie: Marieke Klösters
Fotografie: Jeroen van den Broek
keer per jaar. Overname van artikelen is
Redactie: Els Beimers, Jeanne Derks,
(Hollandse Hoogte), Ferdinand van der
toegestaan met bronvermelding en na
Hank Hendriks, Gerlant Kooistra
Duin, Merlijn Doomernik (Hollandse
goedkeuring van de redactie. De artike-
Eindredactie: Marije van den Berg
Hoogte), Steef Meyknecht, Stipo
len in het GSB|blad weerspiegelen niet per se de opvattingen van het kabinet.
Tilburg Leeuwarden – aastricht Zaanstad – M hede – Utrecht Alkmaar – Ensc n Sittard-Gelee
[Maters & Hermsen Journalistiek,
Consult, Jeroen Voolstra
4
Evelien Tonkens
Leiden]
Illustraties: Casper Gijzen, Sandra Thie
5
Buitenspelen
Artikelen: Arjan Berben, Marije van
Vormgeving: Maarten Balyon grafische
16
Stadssteun is soms staatssteun
den Berg, Robbert-Jan Gorgels, Bart de
vormgeving bv, Zoeterwoude [Martijn
Haan, Sigrid van Iersel, Job Janssens,
van der Nat]
Deborah Lo-Fo-Wong, Rody van der
Druk: Quantes, Rijswijk
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
18
Loslaten, wat kost dat?
19
Een wereldfotograaf over Utrecht
20
Kerst in de stad
Nummer 30
‘Ik vind het gewoon eng’
‘Als we getrouwd zijn, gaan we terug naar Dokkum’ Foto: Ferdinand van der Duin
Ineke Mennema (20) woont samen met haar vriend Klaas Prosje op Sontdwarsstraat 30 in de Zeeheldenbuurt van Oud-Oost Leeuwarden. Er gebeurt veel aan de leefbaarheid in de wijk, maar veilig voelt ze zich toch niet. Leuke wijk, de Vlietzone?
deel van de buurt is pasgeleden aangepakt. Maar eigenlijk weet
‘Vooral lekker rustig. Ik woon hier nu bijna een jaar – ik kom
ik dus verder niet zo goed wat er speelt, óf er iets speelt.’
van Dokkum – maar ken de wijk eerlijk gezegd niet zo goed. Mijn vriend is stuurman op de binnenvaart. Hij is alleen in het
Hoe is het met de overlast in Vlietzone? Is daar wel eens sprake van?
weekend thuis. Zelf ga ik niet zo veel op stap. Hier wonen is
‘Nou, als Cambuur speelt, het stadion is hier vlakbij, dan trek-
voor mij vooral handig, nu ik stage loop bij het ziekenhuis in
ken ze hier schreeuwend door de straten. Dan zeggen we tegen
Leeuwarden. Een nadeel van zo’n grote stad vind ik wel dat je
elkaar: há, de supporters, ze zijn er weer. Verder gebeurt hier
elkaar niet kent.’
eigenlijk weinig. Geen last van rondhangende jongeren. Wel eens een ruzie op straat. Ja, ik hoor genoeg. De huizen zijn
En is de minister nog op bezoek geweest bij jullie, vanwege ‘Gluren bij
sowieso heel gehorig. Niet dat ik er last van heb, hoor.’
de buren’? ‘Dat hebben we vast gemist! Waar ging dat over?’
Klopt het dat Leeuwarden een onveilige stad is? Voel jij je wel eens
Bewoners konden een kijkje nemen in het woonhuis van een
‘Vaak zat. Ik heb altijd alle deuren op slot. Niet dat hier nou zo
buurtgenoot, om elkaar beter te leren kennen en de onderlinge
veel aan de hand is. Ik vind het gewoon eng. Ik ga niet alleen het
onveilig?
betrokkenheid te bevorderen. In oktober kwam de minister van
centrum in, da’s mij te groot en te druk. ’s Avonds ga ik alleen
grotestedenbeleid, Alexander Pechtold, tijdens zijn werkbezoek
met de bus ergens naar toe als het echt moet. Liever niet!’
aan Leeuwarden langs bij een van de opengestelde huizen. ‘Daar hebben we hier in de Sontdwarsstraat helemaal niets van
Dus eigenlijk wil je misschien liever terug naar Dokkum?
gemerkt!’
‘Ja, wie weet. Zodra we geld genoeg hebben gespaard om te kun-
Weet je wel wat er speelt in jouw buurt?
ken. Misschien naar een dorp, of toch naar Dokkum. Het zal
‘We krijgen een nieuwsbrief over de wijk, één keer in de drie
volgend jaar worden, of misschien pas zelfs in 2007…’ |CT
nen trouwen, zullen we waarschijnlijk uit Leeuwarden vertrek-
maanden. Ik weet dat we met bewoners uit de straat en de omringende straten een financieel potje hebben, waaruit we nu bijvoorbeeld de schilders hebben betaald. Het speeltuintje
In deze rubriek bellen we aan bij een bewoner van huisnummer 30 in
hier om de hoek is pas opgeknapt en ook de bestrating in dit
een typische GSB-wijk met de vraag: wat speelt er in uw buurt?
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
3
Vliegwiel
‘Surinaamse vrouwen thuis opzoeken’ Hoe bewoners bij de samenleving te betrekken? Daar draait het om bij de UvA-leerstoel Actief Burgerschap, die voormalig Groen-Links Tweede-kamerlid Evelien Tonkens sinds 1 augustus bekleedt. ‘Burgerschap
Evelien Tonkens: ‘Het beleid in de steden kan dus zeker
kun je wel degelijk stimuleren, ook als overheid.’
beter, om burgerschap mogelijk te maken.’ Foto: Merlijn Doomernik (HH)
voor hun demente moeder? Hier zou het steunpunt voor man-
‘D
telzorgers een rol kunnen spelen, die voor zo’n avond een vere overheid bereikt niet altijd de groepen die we zouden
vanger regelt om de zorg over te nemen.
moeten bereiken. Dat gebeurt zelfs niet bij een goed
Burgerschap kun je dus wel degelijk stimuleren, ook als over-
grotestedenbeleid-project als Onze Buurt Aan Zet. Op zich een
heid. De gemeente zou meer rekening moeten houden met
uitstekend initiatief, maar ook hier stuit je toch op hetzelfde
andere vormen van inspraak. Bij een inspraakavond voor een
probleem als bij andere vormen van buurtwerk. Daar komen
nieuw ruimtelijke-ordeningsplan zal van tevoren nagedacht
steeds dezelfde type bewoners op af. Gaat het om een medezeg-
moeten worden over wie daar naar toe gaan. Die mantelzorgers
genschapsorgaan, dan staan er altijd wel een paar oudere man-
en alleenstaande Surinaamse moeders zullen in ieder geval
nen uit de buurt klaar om mee te praten. Die hebben tijd en
niet komen. Daar kun je dus op inspelen.
doen dat graag. Gaat het om het echte vrijwilligerswerk, dan zie je dat vaker vrouwen zich daarvoor aanmelden. Jongeren en
Bureaucratie
tweeverdieners zijn lastig te bereiken. Zij hebben het te druk
Actief burgerschap moet niet gefrustreerd worden door teveel
en vinden het vaak te veel gedoe. En voor allochtone buurtbe-
bureaucratische rompslomp. Dat zie je nog wel eens bij organi-
woners is het blijkbaar minder vanzelfsprekend actief mee te
saties die volledig draaien op vrijwilligers. Houd de administra-
doen in onze samenleving.
tie simpel. De meeste mensen vinden dit niet leuk om te doen.
Mantelzorgers We moeten de groep die zich makkelijk inzet voor de buurt, de beroepsburgers, zeker koesteren, maar bij “actief burgerschap” gaat het er juist om de groep te verbreden. Om dat te
Jongeren en tweeverdieners zijn lastig te bereiken
bereiken moet je het voor deze mensen zo aantrekkelijk mogelijk maken. Voor Onze Buurt Aan Zet heeft
Of zorg voor een of twee betaalde medewerkers die dit overnemen. Helaas is er flink gesnoeid in de subsidies voor maatschappelijke organisaties, waardoor dit voor hen bijna onmogelijk wordt gemaakt. Niet slim om hierop te bezuinigen. Houd ook niet te strikt vast aan kwantificeerbare doelstellin-
gen. Het is nu eenmaal lastig om resultaten bij vrijwilligers-
het weinig zin om een avond voor alleenstaande Surinaamse
organisaties vast te stellen. Al begrijp ik dat je dat ook weer
moeders te organiseren als je weet dat ze daar niet snel op af
niet helemaal kunt loslaten. Maar geef zo’n organisatie in ieder
komen, omdat ze dat niet gewend zijn. Terwijl hun mening wel
geval de ruimte voor een creatieve invulling van hun taken.
belangrijk kan zijn voor woningbouwverenigingen, voor scho-
Het beleid in de steden kan dus zeker beter, om zo burgerschap
len en maatschappelijke instellingen. Op die manier bereik je
mogelijk te maken. En dan zullen er zeker meer mensen zich
als organisatie dus niets. Ze moeten anders worden benaderd,
actief inzetten. Daar ben ik van overtuigd. Van de groep die nu
dat kan door ze eerst thuis op te zoeken.
nog thuis voor de tv zit, is er een deel dat wel wat wil doen.’
Nog een voorbeeld: de mantelzorgers, de mensen die de zorg voor een hulpbehoevende kennis of familielid op zich hebben genomen. Deze groep doet op zich natuurlijk al goed werk voor
Wat brengt het grotestedenbeleid teweeg? Een commentaar op de
de samenleving, maar voor de buurt zijn moeilijk benaderbaar.
resultaten, doelen en spin-off’s van het GSB.
Op een wijkvergadering ontbreken ze, want wie zorgt er dan
4
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Rode pen
Buitenspelen Het GSB|blad belt een krantenbericht na voor het
het economisch belang van parkeerplaatsen, wonin-
verhaal achter de quote. Dit keer Rolf Oosterbaan,
gen, winkelcentra en bedrijventerreinen. Jammer, we
directeur van de NUSO, de landelijke organisatie
willen toch dat mensen in de stad blijven wonen?
voor speeltuinwerk en jeugdrecreatie.
De SP kwam in 2001 met het idee, dat al gauw werd ondersteund door Jantje Beton, 3VO en de NUSO. Het Initiatiefwetsvoorstel Buitenspeelruimte werd in de Tweede Kamer behandeld en wordt mogelijk bijgesteld. Het is nog de vraag of het politiek haalbaar is. Wat er verandert met een landelijke norm? Het garan-
Buitenspelen is voor kinderen in de steden niet
deert voldoende speelruimte. Het is een instrument
langer de gewoonste zaak van de wereld. Kinderen
voor gemeenten, om bij nieuwbouw en herstructu-
zijn immers geen partij waarmee moet worden
rering rekening mee te houden. De gemeente Tilburg
onderhandeld. Het is hoog tijd speelruimte op te
doet dat al. Nu speelt één op de vijf kinderen niet meer
eisen door een norm voor het aantal vierkante
op straat. Zorgwekkend, want buiten spelen leidt tot
meters per woongebied.
gezondere kinderen en is van invloed op het gezin en de leefbaarheid van de buurt. Op langere termijn leidt het tot lagere gezondheidskosten en minder vanda-
‘We streven naar driehonderd vierkante meter speel-
lisme.’ |EW
ruimte per hectare woningen. Dat is drie procent van de bebouwde oppervlakte. Plattelandsgemeenten halen die norm meestal wel, maar in de grote steden is openbare ruimte een schaars goed. Veel grond is in handen van particulieren en projectontwikkelaars. Zij bouwen in grote dichtheden en hebben niet altijd het algemeen belang voor ogen. Speelruimte legt het vaak af tegen
‘Eén op de vijf kinderen speelt niet meer op straat’
Vooraf en achteraf
Stadsgesprek Zaanstad Wat? Het jaarlijkse gesprek tussen Rijk en stad over het GSB Wie? Herman Swen, GSB-coördinator van Zaanstad Waar? De Sultan Ahmet-moskee in Zaandam Zuidoost Wie nog meer? Vertegenwoordigers van het Rijk en ambtenaren van Zaanstad
Vooraf
Achteraf
‘Ik wil dat het Rijk een goed beeld krijgt
‘We zaten in de moskee in de wijk en hebben uitgebreid
van de herstructurering in Zaandam
stilgestaan bij de problemen hier, én onze oplossingen. Ik
Zuidoost. Commitment zoek ik, over
denk dat de accountmanagers bij het Rijk voortaan onze
en weer, voor waar we hier in Zaan-
stukken over Zuidoost met andere ogen bekijken. Inderdaad
stad voor staan. Verder wil ik knelpun-
was het verhaal over de huisartsen er een van “dat nemen
ten aan de orde stellen. Bijvoorbeeld
we op met VWS”. We spraken ook over de bureaucratie van
dat we hier moeilijk huisartsen kun-
de Impulsgelden van de 56 wijken van VROM. En met Jus-
nen krijgen omdat VWS geen hogere
titie hebben we gesproken over onze integratieplannen en
tarieven wil betalen aan huisartsen in
hoe zij dat kunnen ondersteunen. Om nu te zeggen dat we
moeilijke wijken. Maar ja, VWS komt
concrete deals hebben gesloten? Niet echt. Wij zullen zelf
helaas niet, dus dat zal wel een bood-
de follow up moeten doen – de contacten zijn in elk geval
schappenbriefje via BZK worden.’
weer aangehaald en dat is winst.’ |MB
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
5
Reportage:
Onderaan de woonladder
6
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Laatstekans-woningen zijn geen panacee voor alle problemen van mensen die extreme overlast geven. Toch huisvesten ze in Maastricht vier verslaafden in ‘blueboxes’. Als veroorzakers van extreme overlast bij elkaar op een afgezonderde plek wonen, leveren ze anderen geen hinder meer op. Op papier een goed idee, maar hoe werkt het in de praktijk? In welzijnsjargon heten ze laatstekans-woningen voor moeilijk plaatsbaren, de volksmond spreekt over hufterhutten. Maastricht doet ervaringen op met de huisvesting van vier psychiatrische drugsverslaafden op een terrein van het Leger des Heils. In Maastricht hebben ze de gedaante aangenomen van betonnen dozen, even groot als een stacaravan. Hun kleur is al net zo helblauw als het gebouw van het Leger des Heils, waarbij ze een plaats hebben gekregen. Het pleintje waar de vier woonunits omheen gebouwd zijn, heeft veel weg van een surrealistisch theater. De bewoners komen om en om naar buiten, alsof ze beurtelings een optreden verzorgen. In rap tempo vertellen ze flarden van hun treurige levensverhalen, vol drugs, manisch-depressiviteit, aids, zwerftochten door verre landen, kwijtgeraakte familieleden. Muziek is de enige rode draad. Bewoner Tim zet zijn geluidsapparatuur buiten en laat Riders in the Storm van de Doors klinken. Als hij zijn pillen moet gaan innemen, neemt buurman Jos het stokje over met verhalen, die doorspekt zijn met liedteksten van Bob Marley en Bob Dylan. André wil best zijn woonunit laten zien, maar pas na een grondige schoonmaak. Hij gaat ijverig aan de slag met grote vuilniszakken en veegt tot slot zelfs de gevallen herfstbladeren van zijn stoep weg. Later blijkt dat hij nóg een reden heeft om bezoekers niet meteen binnen te laten, want André heeft zichzelf ontpopt als huisbaas. Zijn onderhuurder sluit zich op in de kleine badkamer en laat zich twee uur lang niet meer zien. Ook in een andere woonunit trekken twee schichtige personen zich schielijk tussen de coulissen terug. Op de eettafel blijven velletjes aluminiumfolie met heroïne onberoerd achter.
Geen illusies André bewoont in Maastricht een laatstekans-woning. ‘Ik woon prima in mijn bluebox’ Foto’s: Steef Meyknecht
Maastricht heeft eerder geëxperimenteerd met huisvesting van overlastplegers op een bedrijventerrein, ver van de bewoonde
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
7
Reportage: Onderaan de woonladder
Kijk op de website www.sev.nl onder Keer de verloedering. Zie ook www.hetvierdehuis.nl, een organisatie met expertise op het gebied van deze woonproblematiek.
wereld vandaan. Dat is op een volledige mislukking uitgelo-
psychiatrische hulp en houden op allerlei andere manieren het
pen. De plek groeide uit tot een vrijstaat, waar drugsdealers af
gehavende bestaan van de verslaafden een beetje bij elkaar.
en aan liepen. ‘Hulpverleners werden agressief bejegend met
‘We hebben geen enkele illusie dat we hen van de drugs kun-
honden en durfden er niet meer heen’, vertelt beleidsmedewer-
nen afhelpen’, zegt begeleider Dimitri Muitjes van het Leger
ker Karin Martens van de gemeente Maastricht. ‘Ondanks hun
des Heils. ‘Wel proberen we het leefbaar te houden, maar dat
uitzonderlijke gedrag is er toch wat sociale controle nodig om
is lastig genoeg. Ze mogen drugs gebruiken, maar dat betekent
deze mensen erbij te houden. Té grote afzondering is ook niet
natuurlijk ook dat er aanloop van dealers is. En die geven weer
goed. Deze mensen worden al zo vaak als outcast gezien. Op
veel overlast.’
zo’n akelige afgelegen plek bevestig je nog eens die marginale
Tralies
positie.’ Afgelopen voorjaar vond Maastricht een nieuwe plek binnen de
De bewoners zelf lijken de buurt nu geen problemen te bezor-
bebouwde kom, namelijk op het eigen terrein van het Leger des
gen, maar het omgekeerde is wel het geval. Een groep buurtjon-
Heils. Omdat daar al een sociaal pension was gevestigd, waren
geren kiepert flessen met urine naar binnen en pleegt regelma-
er geen extra procedures nodig op het gebied van ruimtelijke
tig vernielingen. De badkamer van de woonunit is zo gebouwd
ordening. Door de koppeling met het sociaal pension is er boven-
dat hij wel tegen een stootje kan. Behalve dan het raampje waar
dien toezicht op de bewoners. Hulpverleners van het Leger en
pestende buurjongens stenen doorheen gegooid hebben. ‘Dat
een reeks van andere instanties beheren de financiën van de
raam hebben we daarom nu ook van tralies voorzien’, wijst
bewoners, zorgen dat de boel een beetje schoon blijft, verlenen
Dimitri.
In tien minuten tijd knoopt Jos losse flarden van zijn levensverhaal
Het pleintje is een vorm van beschermd wonen voor oudere verslaafden,
aan elkaar, met de liedteksten van Bob Marley en Bob Dylan als
die al menige periode achter de tralies hebben doorgebracht. Deze tralies
verbindingsstukken
moeten beschermen, tegen treiterende jongeren uit de buurt
8
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Reportage: Onderaan de woonladder
Raar wonen voor rare mensen Volgens Jeroen Singelenberg van de SEV is de tijd rijp voor meer laatstekans-woningen. ‘In Denemarken zijn Het omringende hekwerk is inmiddels versterkt met een betonnen muur en er zijn camera’s geplaatst. Binnenkort
ze hier al veel verder mee.’
zal er ook nog prikkeldraad op gelegd worden. Zo wordt het pleintje een vorm van beschermd wonen voor oudere
Samen met Kampen is Maastricht vooralsnog de enige gemeente met laat-
verslaafden, die al menige periode achter de tralies heb-
stekans-woningen. Toch bestaat er veel bredere belangstelling voor woon-
ben doorgebracht.
vormen voor mensen die grote overlast veroorzaken, heeft de SEV gemerkt.
Achter het hek kan het er juist gemoedelijk aan toe gaan,
Samen met Kampen, Maastricht en nog vijf andere gemeenten verkent dit
laat André weten. ´Laatst hebben we een hele nacht hier
‘Innovatieplatform voor maatschappelijke woonvraagstukken’ de moge-
met zijn tienen gezeten. Biertje erbij, een lijntje coke,
lijkheden voor kleinschalige experimenten met woonunits, slaapboxen en
een beetje barbecueën. Ik woon prima in mijn bluebox.
andere woonvormen.
Meer dan dit heb ik niet nodig. Er zouden in Maastricht
Rare woningen voor rare mensen, noemt de SEV het. Projectleider Jeroen
veel meer van dit soort units moeten komen. Mensen
Singelenberg van de SEV denkt dat de tijd er rijp voor is. ‘Voorheen was de
met aids, die verdienen toch gewoon een dak boven hun
gedachte: als deze mensen overal geweigerd worden, hebben ze het aan zich-
hoofd.´
zelf te wijten. Nu is het uitgangspunt meer: als veroorzakers van extreme
Zijn honden Lady en Joey springen stoeiend om hen heen
overlast uit huis gezet worden, veroorzaken ze nóg meer overlast. Uit de
en happen her en der naar uitgestoken handen. ´Ze heb-
ervaringen van Kampen blijkt dat het een redelijk stabiele en bevredigende
ben gewoon een beetje aandacht nodig. Een beetje liefde.
oplossing is.’
Net als ik.´ |SvI
In de gemeente Den Haag probeert VVD-raadslid Anne Mulder ook een dergelijke voorziening van de grond te krijgen. Zijn voorstellen vinden echter tot nu toe weinig gehoor bij andere fracties en het college van B&W. ‘Er rust een soort taboe op’, stelt Mulder vast. ‘Men is bang dat het bij elkaar plaatsen van extreme overlastgevers leidt tot stigmatisering en tot het maatschappelijk afschrijven van deze mensen. Ik ben het er mee eens dat je mensen nooit definitief moet afschrijven. Maar zo lang er niets mee te beginnen valt, kun je ze beter afzonderen op een plek waar ze weinig kunnen uitrichten. En dan bij voorkeur op een afgelegen plek waar ze geen andere omwonenden kunnen lastig vallen. In de discussie over stigmatisering schaar ik me uiteindelijk liever aan de zijde van mensen die nu extreme overlast ondervinden van buren.’ De SEV en de zeven gemeenten bekijken hoe een goede locatie voor laatstekans-woningen gevonden kan worden. ‘Dat kan bijvoorbeeld door een plek aan te wijzen waar echt niemand last heeft van deze mensen’, zegt Singelenberg. ‘Dan zijn er mogelijkheden, want bewoners die zelf geen aantoonbare hinder ondervinden, worden op grond van de WRO-procedure niet ontvankelijk verklaard. Ook willen we kijken hoe een gemeente het beste kan communiceren met bezwaarmakers. Een woord als hufterhut moet je niet gebruiken, want dat valt slecht in politiek correct Nederland.’ Maastricht en Kampen hebben gekozen voor woonunits, maar er kan ook gedacht worden aan woonarken of geïsoleerd staande bedrijfswoningen. ‘De Denen zijn hier al veel verder mee’, weet Singelenberg. ‘Daar staan 400 units,
Tim: ‘Mijn vader en moeder zijn hier laatst op bezoek geweest.
terwijl zij veel minder inwoners hebben. Een grote gemeente in Nederland
Welke ouders zouden dat doen voor een zoon die al zo lang
heeft gemiddeld behoefte aan enkele tientallen onderkomens. Dus landelijk
verslaafd is’
zouden hier wel een paar duizend woningen nodig zijn.’ |SvI
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
9
Lokaal drugsbeleid
De weerstand bij het Rijk tegen legalisering van wiet brokkelt langzaam af en lokale bestuurders fungeren als katalysator daarvoor. Foto: Joost van den Broek (HH)
10
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Lokaal drugsbeleid
mist samenhang De sympathie voor lokaal drugsbeleid neemt toe. Alleen: elke stad voor zich werkt niet. Kunnen wij blowen op straat eigenlijk verbieden? Zomaar een
die spanning niet verdwenen. Zo reageerden gemeenten hevig
vraag van een gemeentelijke ambtenaar ergens uit het land in
teleurgesteld op de Cannabisbrief van het kabinet. ‘De brief
de mailbox van Jaap Kappers. Zijn antwoord: ‘Ja, dat kan. In een
geeft oplossingen voor problemen die gemeenten niet ervaren,
Algemene Plaatselijk Verordening en in een bepaald gebied.’ Bij
maar biedt géén oplossingen voor problemen die gemeenten
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
wél hebben’, reageerde de VNG in 2004. Als belangrijke tekort-
helpt Kappers gemeenten bij de ontwikkeling van drugsbeleid.
koming noemden zij de bevoorrading van coffeeshops. Verkoop
Dat is nodig, zegt Kappers. ‘De materie, de jurisprudentie: het
blijft gedoogd, de aanvoer verboden.
is al ingewikkeld genoeg, zeker voor een ambtenaar uit een
Maar toch verandert het beeld. De lokalo’s vinden veel meer
kleine gemeente die niet zo vaak met het onderwerp te maken
weerklank. Okay, het kabinet is nog steeds vierkant tegen lega-
heeft.’ De kenner van lokaal drugsbeleid durft wel te stellen
lisering aan de achterdeur. Maar de weerstand tegen legalise-
dat het Nederlandse model (hoge mate van lokale beleidsvrij-
ring brokkelt langzaam af en ‘lokalen’ fungeren als katalysator.
heid binnen landelijke kaders) succesvol is. Hij citeert cij-
‘Open de Achterdeur’ heette een manifest van de PvdA-fractie
fers van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en
in Amsterdam die de discussie opnieuw aanzwengelde. Vanuit
Drugsverslaving. ‘Nederland hoort in Europa bij de landen met
Maastricht laat burgemeester Leers een ander geluid horen dan
de minste gebruikers van roesmiddelen. Het aantal heroïnever-
zijn partijgenoten binnen het CDA. De Tweede-Kamerfractie
slaafden is al jaren het allerlaagst in Europa en mede door de
van de VVD wijzigde haar standpunt in november en oordeelt
goede opvangmogelijkheden veroorzaken zij relatief weinig
positief over een proef. En zo groeit de adhesie. In Venlo sprak
overlast. Voor wat betreft de gebruikers van cannabis zitten we – ondanks of dankzij 737 coffeeshops – in de middenmoot.’
de prille minister (en ex-lokaal bestuurder in Wageningen) Pechtold positief over wietverkoop vlakbij de Duitse grens waardoor de overlast van drugstoerisme vermindert.
Lokalo’s Lang leve het plaatselijke drugsbeleid. De internationale waar-
Eigen stoepje eerst
dering neemt toe, maar ook in ‘Den Haag’ verandert iets. De
De sympathie voor lokaal drugsbeleid neemt dus toe. Daarbij
warmte neemt toe. Heel langzaam, maar toch. In 1994 stapten
blijft er wel een probleem onderbelicht. De samenhang is soms
ministers Sorgdrager en Dijkstal nog boos op uit een bespre-
ver te zoeken. Dat probleem speelt bijvoorbeeld hulpverle-
king met hun 26 korpsbeheerders. De politiemensen vonden dat
ners aan verslaafde prostituees parten. ‘Men veegt het eigen
het kabinet te veel lokale drugsprojecten naar de prullenbak
stoepje schoon’, zegt Paula Bezemer, directeur bij de Stichting
verwees. En die klaagzang schoot weer in het verkeerde keel-
Hulpverlening Opvang Prostituees in Den Haag. ‘Veranderingen
gat van de bewindslieden en die beenden weg. Elf jaar later is
in de ene stad hebben altijd hun weerslag op andere steden. Na
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
11
Lokaal drugsbeleid
Informatiedealers
Pssst! Drugsbeleid nodig? Vijfenzeventig procent van de Nederlandse gemeenten moet het stellen zonder een coffeeshop en is ook niet van plan om er één te gedogen. Maar mochten ambtenaren toch worstelen met vragen over een lokaal drugsbeleid, dan kunnen de sluiting van de Keileweg doken veel Rotterdamse vrouwen
ze goed terecht bij deze informatiedealers.
op in Den Haag en Utrecht. We hebben het over interlokale problematiek en lokaal beleid schiet per definitie tekort. We
www.hetccv.nl
dringen vanaf 2002 al aan op samenwerking tussen de grote
Het project lokaal drugsbeleid van het Centrum van
steden en hebben eind 2004 nog geprobeerd om de landelijke
Criminaliteitspreventie en Veiligheid ondersteunt
politiek voor dit probleem te interesseren, maar helaas zon-
gemeenten bij de ontwikkeling van beleid en de
der resultaat.’ Soortgelijke kritiek uitte politie-inspecteur Rob
uitvoering. Hun site staat vol informatie over de
Coster, leider van een werkgroep prostitutie en mensenhandel.
landelijke kaders en de invulling van lokale beleids-
‘De steden schuiven zonder overleg problemen naar elkaar toe.’
vrijheid. Verder zijn er praktijkvoorbeelden en bevat
Drukken op het waterbed, daar lijkt het op. Alleen tegelijk druk-
de site handige overzichten van jurisprudentie. Ook
ken helpt. Al kan het daarbij gebeuren dat de ene gemeente de
kunnen ambtenaren hier gerichte vragen stellen.
koers van de andere overneemt. Bezemer kapittelt de verlate ‘Rotterdamse’ aanpak van haar Haagse straatprostituees. In
VNG-Net onderhoudt ook een site over lokaal drugs-
op slot. Op 1 maart sluit tegelijk de ‘huiskamer’ van SHOP haar
beleid. Via de knoppen ‘beleidsvelden’ en ‘drugsbe-
deuren. De gebruikende vrouwen kunnen dan terecht in een
leid’ stuiten surfers op cijfermateriaal en een paar
24-uursopvang. ‘De ervaring leert echter dat de vrouwen blij-
praktijkvoorbeelden (‘Wiet in de rozenstad’, het cof-
ven werken’, meldt Bezemer. ‘De sluiting bant straatprostitutie
feeshopbeleid van Winschoten).
niet uit en uit ons zicht verslechteren de werkomstandigheden enorm. Dan wordt het inhumaan en mensonterend.’ En hoe het zit met de intergemeentelijke afstemming? Jaap Kappers van het CCV: ‘Ik constateer dat de regionale samenwerking toeneemt. In Maastricht overlegt het gemeentebestuur altijd intensief met haar buurtgemeenten voordat ze wat roepen over coffeeshops. Het succesvolle project Courage in WestBrabant is een mooi voorbeeld. Dat is een erg succesvol, interlokaal samenwerkingsverband van Roosendaal en Bergen op Zoom.’ Waar de grote vier steden elkaar slecht vinden als het gaat over prostitutie en junks, lijken kleinere gemeenten elkaar dus wel steeds vaker op te zoeken. Om tegelijk op het waterbed te drukken. Wellicht dat die invloed van onderaf ‘Den Haag’ noopt tot samenhangend beleid. |BdH
12
www.vng.nl.
Den Haag gaat de tippelzone aan de Waldorpstraat volgend jaar
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Welzijnswerk
Welzijnswerk als broodnodige verbinder
Geitenwollen zakelijkheid De welzijnsbranche zit midden in een verbouwing: een verzakelijking van de sector gaat gepaard met een inhoudelijke omslag. Minder idealistisch partij kiezen, meer ‘makelen’ tussen partijen, is het devies. Het Nederlandse buurtwerk kan rellen als die in Frankrijk hel-
tegen zijn bijvoorbeeld sinds 2002 de wijkteams van agenten
pen voorkomen. Dat was één van de conclusies in het Nederlandse
die contact onderhielden met de bevolking ontmanteld, waar
publieke debat na de onlusten in de voorsteden van Frankrijk.
Nederland koos voor de buurtregisseur. De Franse repressie ont-
En hoewel er in Rotterdam auto’s in brand stonden, verschilt de
beert met andere woorden een tweede spoor van ‘soft’ beleid.
Nederlandse situatie erg van die in Frankrijk. Aandacht schen-
De fijnmazige welzijnsinfrastructuur voor de buurt ontbreekt
ken aan de buurt is iets dat de Nederlandse overheden van na de
in de banlieues.
Tweede Wereldoorlog nooit hebben vergeten. Zo publiceerde de
Maar nu achterover leunen mag gerust onverstandig worden
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dit voorjaar
genoemd. De recente onlusten bewijzen dat er doorlopend
nog het rapport ‘Vertrouwen in de buurt’. In Frankrijk daaren-
voorwaarden moeten worden aangelegd om een wisselwerking
Buurtregisseur Ton Smakman van Overtoomse Veld in Amsterdam overlegt met buurtvader. In Frankrijk werden wijkteams van de politie opgeheven Foto Roger Dohmen/Hollandse Hoogte
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
13
Welzijnswerk
Ontwikkeling gaat op dit pad rustig door. Lokale welzijnsorganisaties worden daardoor gedwongen veel aandacht te besteden hun interne administratieve processen.’ De Wit voelt helemaal niets voor een terugkeer naar de klassieke welzijns- of opbouwwerker. ‘Maar wijk- en buurtgebonden welzijnswerk is daarmee niet overbodig. Ik zie het zelfs als een noodzakelijk instrument om sociale samenhang te bewerkstelligen. Er zijn talrijke burgerinitiatieven die met een steun in de rug tot mooie resultaten kunnen komen.’ Annelie Stevens werkt als directeur van de welzijnsorganisatie Cumulus in Utrecht en is voorzitter van Verdiwel (Vereniging directeuren lokale welzijnsorganisaties). Zij is het helemaal eens met haar Goudse collega De Wit. Het welzijnswerks anno Vroeger koos de opbouwwerker partij, nu niet meer
2005 heeft geen behoefte aan mensen die als ‘redders in nood’
Foto: Hollandse Hoogte
te werk gaan. ‘We moeten ondersteuning bieden en beslist niet terug naar een toestand van pamperen.’ Een recent project dat de mening van beide welzijnsdirecteuren
tussen overheid en burgers in leven te houden. Dat roept de
illustreert, wordt uitgevoerd door de Stichting Experimenten
vraag op naar de status quo van het Nederlandse welzijnswerk.
Volkshuisvesting. Zij pogen onder de naam ‘Kàn wel’ hon-
Schiet de verzakelijking in die sector niet te veel door? Moeten
derdtwintig bewonersinitiatieven te starten door, zo meldt de
we niet weer terug naar de klassieke welzijnswerkers uit het
website: ‘(…)“alledaagse doeners” te lokaliseren, te mobiliseren
buurtopbouwwerk? De branche denkt van niet.
en (financiële) hulp te bieden bij het tot stand brengen van hun ideeën’.
Kan wèl De Nederlandse welzijnssector zit middenin een verbouwing.
Professionals
Zakelijker werken én ophouden met het pamperen van bewo-
De Eindhovense wethouder Jacqueline Kuppens (GroenLinks)
ners vormen de nieuwe uitgangspunten. Directeur De Wit van
herkent de nieuwe manier van werken binnen het Nederlandse
de stichting Welzijn Gouda bestrijdt een negatieve uitwerking
welzijnswerk. ‘In het verleden is er zakelijk te weinig verant-
van de verzakelijkingstrend in ‘welzijnsland’. Hij laat het wel-
woord. En als reactie daarop schiet je als overheid door. Je wilt
zijnsidealisme graag achter zich en bestempelt de huidige
alles verantwoord en teruggerapporteerd hebben. Dat hebben
trend eerder als een professionalisering. ‘Als er sprake zou zijn
wij hier ook gehad. Gedetailleerd sturen verschafte ons de
van het doorschieten van de verzakelijking, dan ligt de oorzaak
illusie volledig “in control” te zijn, terwijl het in de praktijk
daarvan bij gemeenten. Zij willen voor de meest eenvoudige
alleen maar onze professionals frustreerde in hun feitelijke
en kleinschalige opdrachten een aanbestedingsprocedure,
opdracht.’
bij voorkeur Europees. De komende Wet Maatschappelijke
Die constatering leidde dit jaar in Eindhoven tot een nieuwe aanpak. Kuppens: ‘Ja, we zijn afgestapt van die minutieuze verantwoording. De uitvoerende organisaties moeten vrijheid krij-
Meer weten?
gen binnen hun opdracht. Die opdracht moet wel duidelijk zijn
www.xs-2.nl over de verzakelijking van de sector
ingekaderd. De verzakelijking zit hem in het helder aangeven
www.wrr.nl voor de publicatie ‘Vertrouwen in de buurt’
van kader en doel. De organisatie legt verantwoording af over
www.verdiwel.nl
het behalen van het doel. Men hoeft zich niet uitputtend te ver-
www.goedeburen.nl met links naar burenprojecten
antwoorden voor de middelen.’
www.sev.nl met publicaties over buurtprojecten
Het modern ‘empoweren’ van de buurtbewoners verloopt vol-
www.wijkaandelen.nl
gens Kuppens via de inzet van professionals die vrijwilligers
www.wijkalliantie.nl is een landelijk netwerk van praktische
ondersteunen bij het in kaart brengen en oplossen van de meest
mensen, actief in vele maatschappelijke (buurt)initiatieven:
uiteenlopende problemen op wijkniveau. De problemen wor-
van drugsprotest tot festival, van interculturele dialoog tot
den daar uiteindelijk door de vrijwilligers zélf opgelost. ‘Dat
buurtvoetbaltoernooi
lijkt mij de goede weg, de klassieke welzijnswerker hoeft van mij niet terug te keren.’ |JJ/AB
14
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Welzijnswerk
Stadssocioloog Hortulanus:
Moderne welzijnswerker denkt ‘kommersjeel’ Een nieuwe wet, een nieuwe aanpak. Als per 2006 de Wet
‘Ik zie ondertussen wel een duidelijk verschil met de opbouw-
Maatschappelijke Ontwikkeling in werking treedt, zal dat
werker in de buurt van toen en van nu. Vroeger koos de opbouw-
verschillende trends in de welzijnsbranche versterken. Roelof
werker partij en steunde de bewoners in hun strijd tegen de
Hortulanus, die als stadssocioloog verbonden is aan de faculteit
gemeentelijke overheid of projectontwikkelaars. Nu stelt de
sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht, constateert
opbouwwerker zich onafhankelijker op. Er wordt nu meer
om te beginnen dat de gemeenten nog meer lokale regietaken
gedacht vanuit een ruilmodel, waarbij verschillende belangen
krijgen toebedeeld. ‘Dat vraagt van maatschappelijke instel-
samenwerking niet uitsluiten. En dat is beter voor de buurt.’
lingen een opstelling als een sterke lokale partij. Naast het
‘Daarbij wordt tegenwoordig meer initiatief verwacht van de
organiseren van allerlei buurtactiviteiten zal de opbouwwer-
mensen zelf om de eigen problemen op te lossen. Dat is een
ker ook een verbindende rol moeten spelen tussen organisaties.
ontwikkeling die je overal ziet. Er is wel een keerzijde. Een
Dat vraagt andere kwaliteiten dan de “klassiek” geschoolde
groeiende kwetsbare groep redt dat niet en heeft hulp nodig
welzijnswerker. Hij moet naast vakinhoudelijke kennis ook
van mensen die wel weerbaar zijn. Wanneer volgend jaar de
beschikken over sterke relationele en zakelijke competenties.’
nieuwe welzijnswet ingaat en de gemeente de regie krijgt over
Inperken
duidelijk gaan merken.’
Hortulanus voorspelt ook een toename van de uitbesteding
Gemeenten moeten oppassen met onnadenkende bezuinigings-
het welzijnsbudget zal ze de consequenties van die nieuwe visie
van het welzijnswerk door gemeenten, omdat de welzijnsorga-
rondes op het welzijnswerk, stelt Roelof Hortulanus. ‘Door eer-
nisatie niet langer uit de eigen gemeente afkomstig hoeft te
dere kortingen konden we de laatste tijd minder konden reke-
zijn. ‘Dat vraagt van welzijnsinstellingen om meer kritische
nen op, wat ik noem, secundaire preventie, voorzieningen die
zelfreflectie dan ze tot nu toe lieten zien. Van de gemeenten
voorkomen dat mensen bijvoorbeeld met Justitie in aanraking
verwacht ik een verstandige keuze tussen prijs en kwaliteit.
komen en in de fout gaan. De welzijnswerker is er om risico’s te
Goedkoop hoeft niet altijd de beste keus te zijn. Als stad zou ik
signaleren en door te verwijzen. En juist niet om erbij te wor-
bijvoorbeeld kijken naar de extra’s die een welzijnsorganisatie
den gehaald als iemand al helemaal is ontspoord, wat nu vaak
kan bieden. Zich voor langere tijd binden aan een project vind
het geval is. Dit geldt voor welzijnswerk in het algemeen, maar
ik een belangrijke voorwaarde.’
zeker ook voor de opbouwwerker in achterstandswijken.’
‘Ik heb dus niets tegen het aanbesteden van welzijnswerk. Er zijn wel gevaren. Dat er vooral gekozen wordt om eenvoudig
Sociaal isolement
op te lossen problemen als informatie- en adviesactiviteiten en
Als Hortulanus in de nabije toekomst blikt, ziet hij mogelijk-
goed afgrensbare schuldhulpverleningstrajecten aan te bieden,
heden voor de opbouwwerker om nieuwe wegen te bewande-
in tegenstelling tot iets complex als de hulp aan zwerfjongeren,
len die de civil society, voor zover die betrekking heeft op de
waar minder eer te behalen is.’
buurtgemeenschap, te versterken. ‘Door nieuwe vormen van
Ook de onmiskenbare verzakelijking in het welzijnswerk en
burenzorg te stimuleren, zoals door aan bewoners te vragen
opbouwwerk hoeft niet per se negatief te zijn volgens de stads-
nieuwkomers in de buurt te introduceren of door aantrekke-
socioloog. ‘Daar heb ik niets op tegen, als het betekent dat aan-
lijke informele buurtactiviteiten te stimuleren. Extra aandacht
gegeven moet worden waarom we bepaalde diensten verlenen,
verdienen bedreigingen van de buurtgemeenschap, zoals een
hoe we die verantwoorden en dat we ons bewust zijn van de
toenemend aantal bewoners dat zich sociaal isoleert. Of buurt-
noodzakelijke randvoorwaarden om succes te hebben. Maar
groeperingen die zich tegenover elkaar opstellen of zich van de
we schieten er natuurlijk weinig mee op, wanneer door uit-
buurtgemeenschap afzonderen, of de buurtgemeenschap over-
voeringsrichtlijnen de professionele bewegingsruimte te veel
heersen. Voorwaarde is wel dat de gemeente een lokale basale
wordt ingeperkt. Het doel moet blijven: het versterken van de
sociale infrastructuur kan garanderen. Alleen projectmatige
eigen regie en maatschappelijke participatie van de burger, de
afspraken geeft maatschappelijke organisaties te weinig duide-
cliënt of de bewoner.’
lijkheid.’ |CG
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
15
Staatssteun
Stadssteun?
Staatssteun!
Samenwerken met een private partij? Waak dan voor oneerlijke concurrentie. Want doet ú het niet, dan doet Brussel het wel vóór u. Over problematische staatssteun in de grote stad. ‘De botte bijl van Neelie.’ Zo luidde de kernachtige kop boven
als zodanig zijn vastgelegd. En dat is nog niet gebeurd.’
een column in Het Financieele Dagblad van afgelopen septem-
Daarnaast is het een misvatting dat corporaties geen commer-
ber. De schrijfster wond zich daarin op over de kritiek van de
ciële activiteiten mogen ondernemen. Goris: ‘Dat mogen ze wel
eurocommissaris Mededinging op de Nederlandse staatssteun
degelijk, zolang ze die maar gestrikt gescheiden houden van de
aan corporaties. En daarin stond ze niet alleen. ‘Waar bemoeit
activiteiten die ze met overheidsgeld ondernemen. Dat is in de
Brussel zich mee?’, klonk het verontwaardigd in de media. Vaak
praktijk vaak lastig.’
gevolgd door: ‘Zo doen we het al decennialang.’
16
Hoe je ook tegen deze discussie aankijkt, feit blijft dat Brussel
Breedbandinternet
in strikte zin gelijk heeft dat de hybride constructie van de
Informatie is alles in onze huidige kenniseconomie. Dus dat
Nederlandse woningbouwcorporaties niet strookt met Europese
een gemeente investeert in een razendsnelle breedbandver-
normen. De activiteiten die de corporaties ondernemen met
binding voor internet om zo de economische en sociale aan-
staatssteun, zoals de bouw en verhuur van dure appartemen-
trekkingskracht te vergroten, is niet zo vreemd. Vonden ze
ten, kunnen leiden tot oneerlijke concurrentie met commer-
in Appingedam ook, waar de gemeente druk doende was met
ciële woningbouwers. En dus heeft Brussel het recht om in te
het aanleggen van een glasvezelnetwerk. Kabelbedrijf Essent
grijpen.
dacht er echter anders over en stapte naar de rechter. Die ver-
Nu moet hier natuurlijk ook bij gezegd worden dat corporaties
plichte de gemeente om het project in Brussel te melden. De
meer doen dan alleen huizen verhuren. Ze voorkomen ook get-
hamvraag: maakt het Groningse stadje zich schuldig aan onge-
tovorming in grote steden, juist door zowel ‘arm’ als ‘rijk’ te
oorloofde staatssteun? De komende maanden moet de Europese
huisvesten. Ook deze spreiding kan als een publiek taak worden
Commissie uitsluitsel geven.
opgevat. ‘Nederland is vrij om dat zelf te bepalen’, zegt Lieneke
In het verleden heeft Brussel al meerdere malen groen licht
Goris, werkzaam op het Coördinatiepunt staatssteun decen-
gegeven voor glasvezelprojecten, maar dat was dan in meer
trale overheden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
landelijk gelegen gebieden, waar breedband nog niet is door-
Koninkrijksrelaties. ‘Alleen moet het dan ook in de woningwet
gedrongen. Kortom, gebieden waar duidelijker sprake is van
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
Staatssteun
Vier voorwaarden voor toegestane steun Bij de beoordeling of compensatie voor een publieke taak ‘staatssteun’ is, speelt het Altmark-arrest een belangrijke rol. Deze uitspraak van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg van 24 juli 2003 betrof stads- en streekvervoer per bus in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt. Een concurrent klaagde dat de vergunninghouder slechts kon overleven met behulp van overheidssubsidie. Het Hof oordeelde dat er geen sprake is van staatssteun bij compensatie voor een publieke taak, mits wordt voldaan aan vier voorwaarden: 1. Er moet sprake zijn van een dienst van algemeen economisch belang en de taak moet duidelijk zijn omschreven. Ook moet de onderneming er daadwerkelijk mee belast zijn. 2. De berekeningswijze voor de overheidscompensatie moet vooraf zijn vastgesteld, op een objectieve en doorzichtige manier. 3. De compensatie mag niet hoger zijn dan nodig om de kosten te dekken voor het uitvoeren van de publieke taak. 4. Als publieke taak niet openbaar wordt aanbesteed, moet de overheid aantonen dat het bedrijf een marktconforme kostprijsberekening hanteert. Voor vragen over staatssteun (maar ook andere Europese onderwerpen als aanbestedingen en milieurichtlijnen), is er het kenniscentrum Overheidsgeld in de stad
www.europadecentraal.nl. En bij het Coördinatiepunt staatssteun decen-
investeren: soms is dat
trale overheden van BZK (070 426 76 13) kunt u terecht met vragen
verboden staatssteun
gericht op het aanmelden van staatssteun bij de Europese Commissie, of
Illustratie: Sandra Thie
bij twijfel of steun al dan niet aangemeld moet worden.
‘marktfalen’. Hoe het zit in de grote steden is nog niet getoetst.
van dat AZ-vastgoed de grond rond het huidige stadion voor een
En de Commissie is op dit punt al kritisch op de Nederlandse
symbolisch bedrag van 1 euro van de gemeente zou overnemen.
situatie. Immers, onder vrijwel geheel ons land ligt al een
Op deze grond konden vervolgens huizen worden gebouwd,
glasvezelnetwerk. De gemeenteprojecten richten zich meestal
waarna AZ – bij wijze van tegenprestatie – het daarmee ver-
alleen maar op het laatste ontbrekende stukje: de verbinding
diende geld zou investeren in de bouw van het nieuwe stadion
tussen de woningen en het netwerk. Gemeenten vinden kabel-
en de infrastructuur er omheen.
bedrijven daarin vaak te afwachtend, zegt Goris.
Zover kwam het echter niet. Althans, wat betreft deze ‘pac-
Een andere reden voor gemeenten om te investeren in een glas-
kage-deal’. De Europese commissie vond dit te veel naar oneer-
vezelnetwerk is de beperkte mate waarin de netwerken van
lijke staatssteun rieken en stelde een onderzoek in. Alkmaar
kabelbedrijven en KPN voor andere bedrijven toegankelijk zijn.
wachtte de uitslag echter niet af en begon met het taxeren van
Via het gemeentelijke glasvezel zouden alle bedrijven die dat
alle stukken grond die bij de transactie zijn betrokken, om zo
willen bijvoorbeeld digitale televisie kunnen aanbieden. En dat
aan te tonen dat AZ niet werd bevoordeeld. Op basis van deze
zou juist marktwerking kunnen aanwakkeren; wellicht een
nieuwe prijzen zijn beide partijen opnieuw aan de onderhan-
argument waar de Commissie gevoelig voor is.
delingstafel gaan zitten en tot een nieuwe overeenkomst geko-
Zelfs als de Commissie straks een streep door de plannen van
men. Formeel voldoet de transactie nu aan staatssteunvoor-
Appingedam haalt, betekent het niet dat gemeentes op geen
waarden (onderhandelingen aan de hand van onafhankelijke
enkele manier geld in glasvezel naar woningen mag steken.
taxaties van de marktwaarde), maar Brussel moet nog met een
Zolang ze het maar op dezelfde manier doen als een bedrijf: met
officiële reactie komen.
dezelfde rendementseisen en afschrijvingsperiodes. ‘Wanneer
‘Wat dit voorbeeld leert, is dat er niets aan de hand is zolang er
een overheid onder dezelfde voorwaarden als een particuliere
maar geen sprake is van een grondtransactie onder de markt-
marktinvesteerder handelt, is er ook geen sprake van voordeel
prijs’, stelt Goris. ‘Gebeurt dat wel, dan is er sprake van ver-
door overheidsmiddelen. En kun je dus niet spreken van staats-
kapte staatssteun.’ Op zichzelf is de subsidie aan de bouw van
steun’, zegt Goris.
een station nog wel voorstelbaar, voegt Goris eraan toe. ‘Maar dan moet zo’n stadion ook een openbare voorziening betreffen.
Voetbalstadions
Het stadion moet vrij beschikbaar zijn voor andere activiteiten,
Ook steun aan voetbalclubs kan een conflict met staatssteun-
zoals lokale markten of de jaarlijkse taptoe.’ |RvdP
regels opleveren. De bekendste case is de bouw van een nieuw stadion voor de Alkmaarse club AZ. Aanvankelijk was er sprake
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
17
Kost dat?
In Enschede is een methodiek ontwikkeld om de sociale samenhang te vergroten in de herstructureringswijk Wesselerbrink. En het werkt. Voorwaarde is wel dat gemeenten in de wijk hun felbegeerde regie wat prijsgeven.
De stad doet een stap terug De wijk Wesselerbrink zit midden in een ingrijpende herstruc-
ten we soms buiten de kaders treden van hoe we normaliter
turering. Zoals bij veel stedelijke vernieuwingen is er veel aan-
werken. Je geeft de investeerder meer beleidsruimte door bij-
dacht voor fysieke investeringen, maar hobbelen de sociale
voorbeeld soepeler om te gaan met vergunningen.’
inzet en voorzieningen er vaak een beetje achteraan. ‘Bij ons liepen er ook minstens zeventig projecten om de wijk te verbe-
Partners bepalen
teren. Wat er ontbrak, was de samenhang tussen deze projec-
En daarmee volgt Enschede de ontwikkeling van Government
ten’, zegt stadsdeelmanager Mark Verhijde.
naar Governance. De gemeente is niet meer leidend in projecten, maar is slechts één van de partijen. ‘Wij geven veel ruimte
Kultuurstraat
aan partners om een eigen invulling te geven aan de uitvoe-
Enschede schakelde het planologisch bureau Stipo Consult in
ring van projecten. In plaats van directe resultaten te eisen
met als opdracht: ontwikkel een methodiek waarin de fysieke
maken we gezamenlijk afspraken over de effecten van het pro-
herstructurering in de pas loopt met de sociale infrastruc-
ject. Namelijk dat het weer goed wonen is in de Wesselerbrink.’
tuur. De aanpak, omgedoopt tot ‘Kultuurstraat Wesselerbrink’,
Volgens Verhijde is dit concept bij elke gemeente toepasbaar,
resulteerde na zeven maanden in een plan met veel concrete
vooral bij gemeenten die al wijkgericht werken. ‘Wijkgericht
uitvoeringsprojecten. Verhijde: ‘Zo brengen we partijen bij
betekent dat je slagvaardig werkt, maar ook een stapje terug
elkaar uit de gezondheidssector. Door verminderde subsidies
doet. En dat is best lastig voor gemeenten, die altijd gewend
raakt de welzijnsorganisatie in financiële problemen en is op
waren de regie in handen te hebben.’
zoek naar investeerders. Tegelijkertijd zoekt de zorginstelling
Er is veel belangstelling vanuit het land voor deze nieuwe aan-
naar nieuwe dienstverlening. Wij zeggen nu gezamenlijk: laat
pak en niet voor niets kreeg Enschede de Ecorys Herstructu-
de welzijnsorganisatie nieuwe producten ontwikkelen, waar-
reringsprijs uitgereikt. Maar zijn er al concrete effecten meet-
van de zorginstelling profiteert. Ander voorbeeld. We gaan het
baar? ‘Veel projecten bevinden zich nog in de planfase. Als je
winkelcentrum Wesselerbrink renoveren. De gemeente wil een
dat echt wilt weten, moet je over 25 jaar nog eens terugkomen.
nieuw plein met een ontmoetingsfunctie, de investeerder wil
Want het project loopt tot het jaar 2030’, glimlacht Verhijde.
natuurlijk liever parkeerplaatsen. Wij vragen de investeerder
|MG
wat hij nodig heeft om ondergronds te parkeren. Daarom moe-
Wesselerbrink: minstens zeventig projecten om de wijk te verbeteren. Deze speeltuin is er één van. Foto: Stipo Consult
’t Financiële kader Het plan van aanpak werd in z’n geheel vergoed door VROM (IPSV-subsidie). Het plan kostte 126.000 euro, bureau STIPO 95.000 euro. Wat het project Kultuurstraat Wesselerbrink in totaal kost, is lastig te bepalen vanwege de lange looptijd en de vele investeerders die erbij zijn betrokken. Maar het gaat om een miljoeneninvestering, dat staat vast. Wat gratis is, is het plan van aanpak ‘Hoe word ik een Brinker’ en andere info over het project. Te downloaden vanaf www.enschede.nl. Of contacteer Mark Verhijde: 0534750451 of
[email protected].
18
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
De kracht van mijn stad
De herfstkleuren van Utrecht Tot en met 31 december 2005 exposeert Raymond Rutting in het stadhuis van Utrecht ‘The Art of News’, zijn selectie uit twintig jaar nieuwsfotografie. Bij de opening van deze tentoonstelling ontving Rutting een Koninklijke onderscheiding uit handen van burgemeester Annie Brouwer. Zie ook www.theartofnews.nl. De toegang is gratis. Foto: Jeroen Voolstra
Volkskrantfotograaf Raymond Rutting werd in 2005 voor de tweede keer uitgeroepen tot Fotojournalist van het Jaar. Zijn werk van de gevolgen van de Tsunami op Sri Lanka en van het oorlogsgeweld in Congo maakte wereldwijd indruk. Maar zijn stad is Utrecht. Is Utrecht fotogeniek?
Wat is de kracht van Utrecht?
‘Zeker. Ik ben er geboren en getogen en ben mijn loopbaan
‘De historie. Utrecht is een oude stad met veel geschiedenis. Dat
begonnen bij het lokale fotobureau ’t Sticht. Daardoor heb ik
verleden als een stad met veel aanzien is gelukkig nog steeds
erg veel in de stad gefotografeerd. Zo leer je elk hoekje ken-
heel goed zichtbaar. Denk maar eens aan de Domtoren.’
nen. Utrecht heeft veel mooie wijken, vooral de binnenstad. Pluspunt is dat je de stad ook zó weer uitbent. Vanuit de wijk
Waarover ben je minder enthousiast?
Overvecht ben je zo bij de forten: Fort De Klop, Fort de Gagel. Of
‘Parkeren in Utrecht is gruwelijk duur. De groenvoorziening
bij de Vecht. Maar de binnenstad is toch favoriet. Die heeft een
en het onderhoud zouden beter kunnen. Het duurt veel te lang
bepaalde kleur, door de gebouwen, de grachten en de klinkers
voor er eens iets gedaan wordt aan een verzakte stoep. In een
op straat. Roodachtig, zoals een herfstblad.
rommelige omgeving maken mensen makkelijk méér rommel. In het algemeen moet de gemeente alerter zijn op dingen die
Heb je als nieuwsfotograaf nooit willen verhuizen, naar Amsterdam of
niet door de beugel kunnen. In mijn wijk, Overvecht, schrik ik
New York bijvoorbeeld?
geregeld ’s nachts wakker van straatraces voor mijn deur. Als
‘Nee. Utrecht is echt mijn stad, hier voel ik mij het meest op
de gemeente daar gewoon verkeersdrempels neerlegt, is het
mijn gemak. Daarnaast heb ik een gezin met drie kinderen,
probleem opgelost.’
die hebben hier hun wortels. Voor mijn werk woon ik hier juist heel gunstig. Utrecht ligt centraal, en het nieuws gebeurt net
Wat moet iedereen zien in Utrecht?
zo goed in Limburg of Groningen. En de stad verandert voort-
‘Het stadhuisplein is heel mooi gerestaureerd. In de zomer
durend, ik zie elke keer weer nieuwe dingen. Dat gaat dus niet
wordt er op donderdagavond de tango gedanst, met live muziek.
vervelen.’
Prachtig om te zien. En iedereen die van fotograferen houdt moet een keertje ’s ochtends vroeg foto’s gaan maken in het centrum. Dan zijn er nog niet teveel storende elementen aanwezig: mensen, auto’s, bussen. Dat levert prachtige stadsbeel-
Bekende grotestadsbewoners over hun stad
den op. Dan begrijp je ook meteen wat ik met die herfstkleuren bedoel.’ |RJG
GSB|blad – nummer 5 – december 2005
19
Plein
Kerstwonderen in de grote stad Geboorte en licht Kerstboom in Pendrecht
‘Als ik aan kerst denk, denk ik aan geboorte. Dat past bij onze stad, geboren in januari 2001. Toen werden Sittard, Geleen en Born tot één stad samengevoegd. Als ik aan geboorte
‘De kerstperiode staat in het teken van hoge verwachtingen van gezelligheid en veel consumeren. Het is een scherpe periode: voor sommigen een feest, voor anderen moeilijk door te komen. In de grote stad is die scherpte extra zichtbaar. De stad zou daarom
denk, denk ik aan optimisme, aan vooruit kijken in de richting van het licht. De donkere periode heeft invloed op de mensen, maar dan is daar kerst: het feest van geboorte en het licht. Dat het licht positief mag blijven schijnen en iedereen vol optimisme naar de toekomst kan kijken, dát is mijn wens voor de eigen inwoners en de GSB-familie.’
als warme deken moeten fungeren en mensen met elkaar verbinden. Dat
kan bijvoorbeeld
Theo Hanssen, wethouder gemeente Sittard-Geleen
door creatief om te gaan met de aankleding van de stad. Zo honoreerde vorig jaar de Rotterdamse deelgemeente de wens van de bewoners in Pendrecht: de wijk kreeg een grotere kerstboom dan de Coolsingel. De bewoners waren trots. Maar belangrijker was het sneeuwbaleffect: er ontstonden vanuit de bewoners en ondernemers allerlei andere initiatieven rondom het plein en de wijk. Zo bleek eens te meer dat je met de ondersteuning van lokale initi-
Gratis kerstpakket
atieven enthousiasme, energie, betrokkenheid en het ontstaan vitale verbanden genereert.’
‘In de tijd van Jozef en Maria was er kennelijk een overheid die het nodig vond om iedereen te tellen. Hadden ze prestatiecontracten onder-
Inge Drontmann, senior adviseur en plaatsvervangend directeur, Kenniscentrum Stedelijke Vernieuwing
tekend of waren er zoveel vreemdelingen dat ze het overzicht kwijt waren? Jozef en Maria gingen terug naar hun geboorteplek. Ze kwamen niet terecht in een gebied van overvloed, maar in een achterstandsgebied: een stal. Maar het wonder geschiedde. De geboorte was zo bijzonder dat hooggeplaatsten van heinde en ver op zoek gingen naar die plek. Hieraan denkend, zie ik ook bijzondere dingen in mijn wijk. Zoals het uitdelen van gratis kerstpakketten door een plaatselijke winkelier. Het gezin met de meeste armoede krijgt een extraatje. Niet om goede sier mee te maken, maar vanuit naastenliefde. Twee studenten maken op de wijkraadvergadering reclame voor hun eetcafé, waarvan de opbrengst bestemd is voor minder bedeelden in de wereld. Een initiatief dat goed wordt ontvangen. Ook gingen we met de kinderen uit de wijk naar het
Lezers uit de grote stad reageren in deze rubriek op een stelling of overpeinzing Illustratie: Casper Gijzen
kerstcircus, op kosten van de gemeente. Kortom: elke dag gebeuren er wonderen, als je er maar oog voor hebt.’ |EW
Wijkagent Bennie Beuvink, Enschede
20
GSB|blad – nummer 5 – december 2005