N U M M E R
3
GROTES TEDEN
GSB blad J U N I
20 0 5
Wij waken over u In Den Bosch
De nieuwe bezems
Waarom je je
Dublin:
wil nog steeds
van Alexander
voor grondbeleid
studiereis of
niemand praten
Pechtold
zou interesseren
boboborrel?
Inhoudelijk Een lezer reageert op een aantal artikelen uit het GSB|blad. Deze keer Fred Schoorl, directeur van NIROV, het Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Het ‘systeem’ grotestedenbeleid moet zich wat hem betreft overbodig maken. ‘Voor meer creativiteit bij de steden én meer eigen initiatief.’
Foto: Paul Voorham
Bit more Fred Schoorl: ‘Bij ons in de buurt had je vroeger altijd wel een buurvrouw of –man die iets opruimde, repareerde, of kwajongens als ik achter de broek zat. Het is een tijdverschijnsel dat daar nu speciale vrijwilligers voor nodig zijn. Buurtinterventieteams (BIT) proberen de verloren gegane sociale structuren nieuw leven in te blazen. Ik heb altijd grenzeloze bewondering voor de mensen die zich daarvoor inzetten. Mensen als Piet de Niet. Of we het met BIT’s redden is de vraag. Het moet namelijk wel iets van de straat worden. En je moet uitkijken dat het geen
5
geüniformeerde hobbyisten worden. Het is georganiseerde kwetsbaarheid. Maar wel mooi.’
Buurtpreventie waakt over u
Bemoeizucht
Fred Schoorl: ‘Minister Pechtold is op de daadkrachtige toer. Hij toont zich zogezegd in zijn eentje een sociale, fysieke en economische pijler. Na de aarzelende Thom de Graaf zit hier een soort populist die graag wat afroept. Ambtenaren publiceren te veel papier! Er wordt te veel gehotemetoot en geboboot! Exit met die term GSB! En, ministers moeten af en toe een tik uitdelen! Dat werk. Ondertussen blijft hij zelf vooral enthousiasmeren en overtuigen. Dat kan Pechtold wel. In het kabinet en daarbuiten. Hij toont ambitie en heeft een valkuil. Want deze minister moet
10
coachen en loslaten, maar wil zich toch graag overal mee bemoeien. Tja, dan heb je zo weer
veel Haags papier, gehotemetoot, geschermutsel en weinig tijd voor de praktijk. En hij komt zo graag bij de praktijk op de koffie.’
Interview: Alexander Pechtold
Grondbeleid Fred Schoorl: ‘Grondbeleid is een onderwerp dat steeds meer belangstelling trekt, nu de touwtjes aan elkaar geknoopt moeten worden. De Vinex-euforie is voorbij. Voor nieuwe locaties, maar ook voor de herstructureringswijken. Daar zitten de corporaties met hun problematische
13
overmaat aan vermogen. En gemeenten die nogal eens spelen met vuur en al te grijpgrage
handen. Gek dat bij de tips een heel belangrijke ontbreekt: werk aan een ontwikkelprogramma
voor je eigen ambtenaren. Want de kennis en deskundigheid in de praktijk valt vies tegen.’
Grondbeleid voor dummies
Colofon
2
Ook in dit nummer
Jaargang 6, nummer 3 (juni 2005)
Contact ook voor abonnementen
Haan, Leonie Hage, Ellen Weber, Noël
(kosteloos)
Houben, Hein Goeyens, Sigrid van Iersel Koninkrijksrelaties en verschijnt vijf
E
[email protected]
Beeldredactie: Mascha Baarda
keer per jaar. Overname van artikelen is
T 070 4266142 (Hank Hendriks)
Fotografie: Steef Meyknecht, Paul
toegestaan met bronvermelding en na
Hoofdredactie: Marieke Klösters
Voorham, Ton Toemen, Hollandse
goedkeuring van de redactie. De artike-
Redactie: Els Beimers, Jeanne Derks,
Hoogte
len in het GSB|blad weerspiegelen niet
Raymon Nijstad, Hank Hendriks
Illustraties: Casper Gijzen
per se de opvattingen van het kabinet.
Eindredactie: Marije van den Berg
Vormgeving: Maarten Balyon grafische
[Maters & Hermsen Journalistiek,
vormgeving bv, Zoeterwoude [Martijn
Leiden]
van der Nat]
Artikelen: Marije van den Berg, Rody
Druk: Quantes, Rijswijk
van der Pols, Caroline Togni, Bart de
Het GSB|blad is een uitgave van het
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
ministerie van Binnenlandse Zaken en
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
4
Vliegwiel: vertrouw de buurt
16
Benchmark: provinciaal stedenbeleid
18
Dublin: studiereis of boboborrel?
19
Kostdat? Nora Storm
20
Plein: Huiswerk voor Pechtold
Nummer 30
Den Bosch zwijgt ‘Dadoedegenie.’ Praten met buitenstaanders is taboe in de Graafsewijk in Den Bosch.
Onveilig? De voordeuren staan wagenwijd open. A-sociaal? De buren doen hier alles voor elkaar. Racisme? Bestaat hier niet. De paar allochtonen die er wonen zijn Bosschenaren als iedereen. Onvriendelijk? ‘Jong, ga zitten en pak een bier.’ Toch lukt het ons niet om hier een ‘nummer 30’ (de rubriek waarin we aanschuiven bij een willekeurige wijkbewoner) te produceren. De ontvangst is allervriendelijkst, maar het gebrek aan medewerking volhardend. ‘Pak ’m, pak ’m.’ In de Kastanjelaan vermaakt een peroxideblonde en bruingeblakerde dame de buurt met haar keffertje. De vrouw heeft een grote spiegel en de Jack Russell vliegt telkens zijn evenbeeld aan. Haar publiek, gezeten in een partytentje dat oogt als permanente bebouwing, lacht zich blauw. Of ze wat willen vertellen over de buurt? ‘Tuurlijk. Kom d’r gezellig bij. Als je maar niets opschrijft.’ Even verderop biedt
De Graafsewijk in Den Bosch: zwijgzaam
het Lariksplein de aanblik van een westerndorpje. De deuren
Foto: Hollandse Hoogte
zijn op de helft doormidden gezaagd. Het onderste schotje zit dicht, het bovenste staat open. Zo hangt iedereen in de deuropeningen. Zo ook de vrouw op nummer dertig. ‘Praten
zijn. ‘Het is soms niet makkelijk om bewoners met elkaar en
met een krantje? Ach nee jongen, zo werkt dat hier niet.’ Een
met instanties in gesprek te brengen’, erkent opbouwwerker
stamgast van Ons Kafee kijkt daar niet van op. ‘Het is een geslo-
Wim Smeets van Stichting Divers.
ten buurt’, zeggen ze in de buurtkroeg van Marijke en Toiny aan de Graafseweg. Het Grote Zwijgen verbaast niemand. ‘Ge
Speelplaats
lult niet over de buren. Zeker niet tegen een onbekende die
Toch gaat het al weer wat beter. Peter Willekens van de
aanbelt. Buitenstaanders zien altijd problemen die er helemaal
gemeente: ‘We gaan nu met GSB-geld, zo’n 50 duizend euro,
niet zijn.’
een sociale speelplaats maken. Een speeltuin voor 0 tot 99-jarigen. En weet je, dat pleintje zelf vind ik niet eens zo belangrijk.
Angst
Het gaat om het proces om er te komen.’ Smeets vult aan: ‘Dit is
Wijkmanager Peter Willekens kijkt evenmin op. ‘De buurt kent
een mooi project, niet bedreigend. Door de wijk iets te bieden
een stille meerderheid die er liever het zwijgen toe doet. Uit
en bewoners uit te nodigen om mee te doen, kunnen we mis-
angst voor de veel kleinere, maar dominante groep die het niet
schien weer samen optrekken. Wel jammer dat we pas na de
eens is met ons veiligheidsbeleid.’ Een steen des aanstoots is
zomer beginnen.’ Het is de bedoeling dat kinderen tekeningen
de aanpak van wiettelers. Die worden hard aangepakt en uit
maken over hun droomspeeltuin. Met hun ouders formeren we
hun huis gezet. Dit zet kwaad bloed en iedereen die praat met
een beheersgroep. De hangjongeren denken ook mee. ‘Die plek
welke autoriteit dan ook kan als verrader worden bestempeld.
komt er alleen als de jongeren hun eigen plek kunnen “verko-
Wijkwinkel De Kiek wordt door mensen die er niet komen ‘De
pen” aan de buurt’, belooft de wijkmanager. |BdH
Kliek’ genoemd. Dezelfde onderhuidse spanningen leiden tot een uitbarsting nadat in het SBS-programma Probleemwijken een onthutsend beeld was geschetst over de wijk. Woedende amokmakers, het merendeel afkomstig van buiten de wijk, speelden eigen rechter en verjoegen een pleger van een zeden-
In deze rubriek bellen we aan bij een bewoner van huisnummer 30
misdrijf. Eerder was het goed raak in 2000, toen rellen ontston-
in een typische GSB-wijk met de vraag: wat merkt u van het grote-
den na een uit de hand gelopen politieoptreden. Dat de relatie
stedenbeleid?
tussen de wijk en de buitenwereld moeilijk is, mag duidelijk
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
3
Vliegwiel Buurtbudgetten blijken een succesvol middel om betrokkenheid te kweken bij elkaar en bij de eigen leefomgeving. Maar dan moet ook de gemeente vertrouwen blijven geven.
Vertrouw de buurt Schuttingen zijn opgeknapt, jeu-de-boulesbanen aangelegd en
echt het voortouw gaven bij het uitvoeren van ideeën. En als
brandgangen verlicht. De gemeente Breda is zeer tevreden over
de bewoners zelf daar geen initiatieven voor nemen, moeten
de resultaten van de campagne ‘Hart voor je buurt’, waarbij
ze daartoe worden aangespoord. De professionals in de buurt
burgers een financiële bijdrage krijgen voor eigen projecten in
hebben daarmee een andere opdracht gekregen: de bewoners
hun wijk. Het aantal aanvragen was vorig jaar overweldigend.
niet meer pamperen, maar te empoweren. Alleen op die manier
De gemeente is enthousiast over het resultaat en heeft de cam-
krijgt de invulling van buurtbudgetten meer om het lijf dan
pagne daarom voor vijf jaar verlengd.
alleen maar het plaatsen van een tafeltennistafel of alweer een buurtfeest.
Vertrouwen Met Onze Buurt aan Zet en andere participatieprogramma’s
Twijfelzone
hebben gemeenten ervaring op kunnen doen met buurtbud-
Nu Onze Buurt Aan Zet afgelopen is, gaan diverse gemeenten
getten. Het is een goed middel om bewoners in beweging te
door met eigen projecten. Zwolle gaat bijvoorbeeld aan de slag
krijgen, blijkt uit diverse landelijke evaluaties. Zo concludeert
met experimentele wijkbudgetten. Onze Buurt aan Zet lijkt
de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in het
daarmee het beoogde vliegwieleffect te hebben.
recente rapport ‘Vertrouwen in de buurt’ dat hiermee alle-
Maar keerzijde is dat de buurtbudgetten bij de toedeling van
daagse leefbaarheidsvraagstukken kunnen worden opgelost.
financiën in een aantal gemeenten nu moeten concurreren met
Als burgers hun eigen verantwoording nemen, voelen ze zich
andere maatschappelijke vraagstukken, waarvan de effecten
ook werkelijk betrokken.
veel duidelijker meetbaar zijn. Projecten op het gebied van ver-
Uit projecten van Onze Buurt aan Zet bleek bovendien dat
slaafdenzorg, psychiatrische patiënten en dak- en thuislozen
het effect het grootst was bij gemeenten die buurtbewoners
leveren bijvoorbeeld een zichtbare bijdrage aan de leefbaarheid op. Wat buurtprojecten teweeg brengen, is veel lastiger in beeld te brengen. Bewonersparticipatie is al helemaal moeilijk meetbaar. Politici die graag zelf de stoeptegels en de lantaarnpalen in de gaten blijven houden, zorgen in die twijfelzone voor forse tegenwind. Net als ambtenaren, die onzeker zijn op wat voor soort resultaten ze uiteindelijk afgerekend worden. Zo vormen buurtbudgetten een kwetsbare prooi voor gemeenten, die toch liever terugvallen op de oude cultuur van ‘u vraagt, wij draaien’. Maar de kracht van buurtbudgetten schuilt in het herstel van vertrouwen van buurtbewoners in elkaar en in maatschappelijke organisaties. Wie dat prille vertrouwen wil behouden, moet zelf ook de burgers vertrouwen. Durven loslaten, is dus het motto. Om de buurt aan zet te houden, moet de gemeente daarom nu zelf een duidelijke voorzet geven. |Sigrid van Iersel
Wat brengt het grotestedenbeleid teweeg? Een commentaar over de resultaten, doelen en spin-off’s van het GSB. Illustratie: Casper Gijzen
4
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Rode pen
Files maken Amsterdam aantrekkelijk Het GSB|blad belt een krantenbericht na voor het
genheid, veel culturele activiteiten en er valt altijd wel
verhaal achter de quote. Ferry Houterman, voorzitter
wat te beleven. Geen last van files om de stad binnen te
van de MKB Amsterdam, reageert op een bericht in
komen, speelt zeker mee. Toch wil ik bij de stelling over
Het Financiële Dagblad over de bereikbaarheid van
de bereikbaarheid van Amsterdam een kanttekening
Amsterdam.
plaatsten. Er is volgens mij een belangrijk verschil tussen de bereikbaarheid van Amsterdam die redelijk tot goed is, en de doorstroom van het verkeer in de stad. Voornamelijk deze laatste is behoorlijk tijd consumerend. Het gebrek aan voldoende parkeerplaatsen speelt hierbij
De onderzoekers hebben dit jaar extra veel
een belangrijke rol.
aandacht besteed aan de factor bereikbaarheid.
Parkeergelegenheid aan de rand van de stad zoals in de
Daaruit komt naar voren dat Amsterdam en een
buurt van de Arena, is te ver. Het vormt een psychologi-
aantal van de randgemeenten zeer goed scoren
sche grens waardoor mensen minder snel geneigd zijn
als woonlocatie. Dit komt doordat vanuit deze
om naar het centrum te gaan. Wanneer er voldoende
regio een grote verscheidenheid aan banen mak-
parkeerplaatsen aan de rand van het centrum zijn, dan
kelijk te bereiken is. Volgens onderzoeker Gerard
bevordert dat de toestroom naar het centrum.
Marlet doet het vreemde fenomeen zich voor dat
Een stad als Amsterdam blijft afhankelijk van forenzen.
Amsterdam, en hetzelfde geldt voor Den Haag, juist aantrekkelijker wordt om te wonen dankzij het groeiende aantal files. ‘Van de andere kant geldt ook dat deze twee steden door de files voor mensen van buitenaf steeds moeilijker te bereiken
‘Geen last van files om de stad binnen te komen’
zijn’, aldus Gerard Marlet. De aanleg van de tweede Coentunnel is ongetwijfeld bevorderlijk voor de bereikbaarheid vanuit het NoorFerry Houterman: ‘Dat Amsterdam een aantrekkelijke
den van de provincie. Maar als dit gepaard gaat met
woonlocatie is, verbaast me niet. Wonen in de hoofdstad
een extra heffing, is dit nadelig voor de Amsterdamse
biedt veel voordelen zoals een uitgebreide werkgele-
werkgevers.’ |HG
Nationale Wijkbeurs 2005 Wie? Trisca de Palm, inwoonster van Hoogvliet (Rotterdam) Wanneer? 23 april 2005 Waar? ROC Midden Nederland in Utrecht Wie nog meer? Bewoners uit andere steden, vertegenwoordigers van woningbouwverenigingen, vrijwilligersorganisaties, gemeentes et cetera
Vooraf en achteraf
Vooraf:
Achteraf:
‘Ik wil graag de sfeer in de buurt
‘Een heerlijke dag! ’s Ochtends was er een discussie met bewoners over
verbeteren.
problemen in wijken. Het was zo fijn om eens van anderen te horen
Feesten
organiseren,
activiteiten. Ik ben nieuw in mijn
hoe zij bijvoorbeeld met hangjongeren omgaan. Oók in rijke buurten
wijk, dus wat ik ga doen weet ik nog
speelt dat. In de middag heb ik veel geleerd over een huiskamerpro-
niet precies. Ik ga naar de beurs voor
ject. Strekking was: als je activiteiten in de buurt organiseert, zorg dan
inspiratie. Vorig jaar kon je allerlei
dat iedereen iets te doen heeft. Ouderen, jongeren, voor iedereen
spelletjes doen en ik heb gehoord dat
moet wat te doen zijn. Het debat aan het eind met minister Donner
je er veel nieuwe ideeën kunt opdoen.
was interessant, maar door de lange dag dommelde ik eerlijk gezegd
Ik hoop ook vooral dat het een leuke,
een beetje weg. Wat nu? Onze buurt heeft veel plannen. Begin juni is
gezellige dag wordt.’
er een wijkfeest en we gaan zeker iets doen met het huiskamerproject. Ik ben helemaal geïnspireerd geraakt!’ |LH
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
5
Attentie! Buurtpreventie! 6
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Reportage: buurtpreventie
Buurtinterventieteams
zijn
doorgeefluik:
kapotte ramen zijn voor de woningbouw, zwerfvuil is voor de milieudienst, voor ‘verdacht hangen’ bellen ze de politie. Gemeente en politie zijn blij met de vrijwilligers. ‘Hallo, mijn naam is de Piet de Niet en ik wil graag een steentje bijdragen aan het woonklimaat van de wijk.’De Hagenees bijt het spits af tijdens het voorstelrondje. Samen met nog ongeveer vijftien bewoners van de wijken Rustenburg-Oostbroek en Leijenburg is hij op deze maandagavond naar het buurthuis gekomen om meer te leren over buurtinterventieteams. En hun motivatie om aan deze cursus mee te doen, is nagenoeg gelijkluidend. Keer op keer klinken woorden als ‘leefbaarheid’ en ‘veiligheid’. Een van de aanwezigen: ‘Ik woon hier nu ongeveer vijfentwintig jaar. Altijd met plezier. Maar de laatste tijd gaat het toch wel bergafwaarts met de buurt. Ik ben hier om te kijken wat we daar met zijn allen aan kunnen doen.’
Blanke middenstandswijken Betrokken buurtbewoners dus. Ze vormen de basis van de bewonersteams waarmee de gemeente Den Haag nu al enkele jaren experimenteert om de leefbaarheid van de wijken te bevorderen. Onder verschillende benamingen: buurtpreventieteam, nachtpreventieteam en buurtinterventieteam. Vooral die laatste aanpak is bezig aan een opmars door de Haagse buurten. En zeker niet alleen maar in notoire achterstandsbuurten, om meteen maar een vooroordeel uit de weg te ruimen. ‘Ook in overwegend blanke middenstandswijken worden goede resultaten geboekt. Maar in plaats van rondhangende alcoholisten gaat het dan bijvoorbeeld om het voorkomen van inbraken’, zegt Marten van Harten van Stichting Boog, drijvende kracht achter de opzet van verschillende teams. Het buurtinterventieteam – kortweg BIT – is ontstaan in de Schilderswijk. Hier slaan in 2002 vrijwilligers van de nachtpreventie – bewoners die ’s nachts de straat op gaan om inbraken te voorkomen – en de multiculturele buurtvaders de handen ineen. Het blijkt een formule om een breed scala aan problemen aan te pakken die allemaal leiden tot gevoelens van sociale onveiligheid. Het concept is eenvoudig: vrijwilligers gaan op vaste tijdstippen de straat op om overlast en criminaliteit te signaleren, om mensen aan te spreken op hun gedrag en om zelf aanspreekbaar te zijn. Het concept van het buurtinterventieteam is eenvoudig: vrijwilligers
‘Iets’ met leefbaarheid
gaan op vaste tijdstippen de straat op om overlast en criminaliteit te
In 2003 krijgt de Stichting Boog van de gemeente Den Haag
signaleren, om mensen aan te spreken op hun gedrag en om zelf aan-
het verzoek ‘iets’ met de bewoners te doen aan de veiligheid
spreekbaar te zijn. Foto’s: Steef Meyknecht
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
7
Reportage: buurtpreventie
BIT’s zijn er niet alleen tegen overlast van alcoholisten, maar ook om bijvoorbeeld zwerfvuil te bestrijden
in de wijk Morgenstond. De combinatie van mensen die elkaar
sie over de vraag: wat kunnen we aan de veiligheidsbeleving
niet meer kennen, de instroom van nieuwe bewoners en de
in de wijk doen? Een presentatie van de vrijwilligers van het
onderzekerheid over sloop en nieuwbouw hebben in deze wijk
buurtinterventieteam uit de Schilderswijk trekt de bewoners
gezorgd voor gevoelens van onveiligheid. Een buurtinterven-
vervolgens over de streep ook in Morgenstond een team op te
tieteam lijkt dé oplossing. Maar de vraag waarmee Boog wor-
richten.
stelt, is: hoe zet je zo’n team uit het niets op? Inmiddels zijn we twee jaar verder en is dit buurtinterventieOm het animo onder de bewoners te peilen, organiseert de
team nog steeds actief. Afgelopen april ontvingen de leden
stichting rondetafelgesprekken. ‘Daartoe hebben we vereni-
zelfs de Haagse Heldenprijs uit handen van burgemeester
gingen van huiseigenaren, migrantenorganisaties, kerken,
Deetman, een onderscheiding waarmee de gemeente Den
moskeeën, enzovoort, aangeschreven. En jongeren benaderd
Haag initiatieven op het gebied van veiligheid wil stimuleren.
in het wijkcentrum. Om draagvlak te creëren, moet je pro-
Volgens Anneke du Chatinier, BIT’er van het eerste uur, heeft
beren om de ‘sleutelfiguren’ in zo’n wijk te pakken te krijgen’,
het team Morgenstond zonder meer bijgedragen aan de leef-
legt Van Harten uit. Op deze manier krijgt Boog een groot aan-
baarheid van de wijk. ‘We hadden hier veel last van rondhan-
tal bewoners rond de tafel en ontstaat er een verhitte discus-
gende jeugd en alcoholisten. Door het buurtinterventieteam – maar ook door effectief optreden van de politie – is de over-
En de politie dan?
last minder geworden.’
Bewoners die ‘op patrouille’ gaan in hun eigen wijk: zitten ze daarmee niet in
Verdacht hangen
het vaarwater van de politie? Of nog scherper gesteld: laat je op deze manier niet
‘Groep drie, waar bevindt u zich nu, over.’ Eens per week trek-
het werk van agenten door burgers opknappen? Geenszins, vindt Frank Masten,
ken de vrijwilligers voorzien van herkenbare jassen met logo
wijkteamchef in Bouwlust/Vrederust, een van de Haagse wijken dat ook met een
de wijk in. Eén persoon blijft achter in het buurthuis dat als
buurtinterventieteam werkt. ‘De BIT’ers letten op veel meer zaken dan waar de
uitvalsbasis dient. Via portofoons geven de teamleden door
politie verantwoordelijk voor is. Kijk, de veiligheid in de wijk is een taak voor ons.
wat ze allemaal tegenkomen. De contactpersoon voert dit in
Maar met een scheefstaand paaltje of een omgekieperde vuilniszak kunnen we
de computer, waarna de meldingen worden doorgemaild aan
ons niet bezighouden. Dat is iets voor andere instanties. En die kunnen de BIT’ers
de juiste instanties. Kapotte ramen zijn voor de woningbouw,
prima inseinen.’
zwerfvuil voor de milieudienst, enzovoort. En mocht dat
Bestaat het gevaar niet dat de BIT’ers eigenhandig politieagentje gaan spelen?
nodig zijn, dan kunnen de BIT’ers rechtstreeks contact opne-
‘Nou, wij hebben het nooit meegemaakt dat die mensen als rambo’s door de wijk
men met de politie. ‘Dat is wel eens gebeurd toen een aantal
lopen. Ze hebben een cursus gedaan, waar ze precies leren wat ze wel en niet mo-
jongeren heel verdacht voor een juwelierszaak rondhingen’,
gen doen’, reageert Masten. In zijn eigen wijk zijn goede resultaten geboekt met
zegt Du Chatinier.
het buurtinterventieteam, die tijdens hun ronde regelmatig door een wijkagent worden vergezeld. ‘De bewoners beschikken over een uitstekend netwerk; ze we-
Drugsrunner
ten heel goed wat er in de wijk speelt. Als je alles wilt signaleren wat zij signaleren,
Om ervoor te zorgen dat de vrijwilligers niet geheel onvoor-
kun je op iedere straathoek wel twee agenten neerzetten.’
bereid de straat op gaan, hebben zij allemaal een cursus gedaan. De methodiek die door de Stichting Boog indertijd
8
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Reportage: buurtpreventie
‘Wij hebben het nooit meegemaakt dat die De BIT’ers krijgen een cursus om ze wegwijs te maken in het labyrint van instanties, zoals de kindertelefoon, de 24-uurcrisisdienst en de jongereninspectieteams.
mensen als Rambo’s door de wijk lopen’
voor de teams in de Schilderwijk en Morgenstond is opgezet,
Vanavond zijn Remco Watzema en Irma Cleijne aanwezig om
wordt nu ook in de andere Haagse wijken toegepast. Dankzij
de cursisten wegwijs te maken in het labyrint van instanties
een bijdrage uit het grotestedenbudget gebeurt dit vooral in
dat achter Bureau Jeugdzorg Haaglanden schuilgaat, zoals de
de naoorlogse wijken van het stadsdeel Escamp. Gedurende
kindertelefoon, de 24-uurcrisisdienst en de jongereninspectie-
vijf avonden krijgen de bewoners les. Ook de verschillende
teams. ‘Maar gebeurt er dan ook iets mee als wij bellen’, wil
migrantengroepen in de wijk komen aan bod. ‘En leren ze ook
een dame weten. ‘Ik heb namelijk altijd het idee: het wordt
van elkaars ervaringen, bijvoorbeeld hoe ze een drugsrunner
ergens door iemand genoteerd en vervolgens blijft het liggen.’
moeten herkennen’, zegt Van Harten.
Watzema beaamt dat er ‘helaas af en toe zaken over meer-
Du Chatinier was indertijd een van de ‘proefkonijnen’ voor
dere schijven gaan’. Maar, zo voegt zijn collega Cleijne eraan
deze cursus. ‘Ik heb er heel veel van opgestoken’, vertelt ze.
toe: ‘Wij hebben voor dit vak gekozen, omdat we ontzettend
‘Vooral de avonden waarop we les kregen over de verschil-
veel van kinderen houden. Dus geloof ons als we zeggen dat
lende bevolkingsgroepen in de wijk – Surinamers, Antillianen,
we graag met problemen aan de slag willen.’ De dame knikt
Marokkanen en Turken – vond ik heel nuttig. Je krijgt toch
begripvol.
iets meer begrip voor bepaalde jongelui. En je beseft ook dat
Piet de Niet is in ieder geval vol enthousiasme na afloop van de
ouderen soms misschien te snel bang zijn’, zegt Du Chatinier.
cursusavond. ‘Ik vond het heel nuttig wat we allemaal gehoord
‘Niet iedereen is trouwens even enthousiast. Ik heb ook wel
hebben’, zegt hij. ‘Nu loop ik me constant te ergeren aan aller-
eens commentaren gehoord in de trant van: wat interesseert
lei zaken die ik op straat tegenkom, maar weet ik niet waar ik
mij het nou uit welke streek die Marokkaan komt en hoe het
met mijn klachten naartoe moet. Straks kan ik in ieder geval
gebergte heet.’
actief iets ondernemen en daarmee iets voor de wijk doen. Want je kunt natuurlijk wel blijven klagen, maar dan veran-
Ziektes naar je hoofd
dert er nooit iets.’ |RvdP
De BIT’ers in opleiding zijn op hun eerste cursusavond in buurtcentrum Leyenburg in ieder geval één en al oor. Hoe spreek je de mensen die overlast veroorzaken aan, is een vraag die al snel boven komt drijven. ‘Bij ons rijden regelmatig van die lui
Meer weten?
met een noodgang tegen het verkeer in, terwijl er heel vaak
Stichting Boog biedt verkennend onderzoek aan gemeenten die belangstelling
kinderen in die straat spelen. Als je er dan iets van zegt, krijg
hebben voor de oprichting van BIT’s en adviseert over het opzetten van trainingen.
je alle ziektes naar je hoofd’, vertelt een van de flatbewoners.
Inlichtingen, tel. 070-3121212 (Mieke Willemsen). Zie ook www.boog.nl.
Het advies van de aanwezige wijkagent: nummerborden noteren en aan de politie doorgeven. Het illustreert meteen een
Meer lezen?
van de dilemma’s waarmee de teams te maken zullen krijgen:
‘Veiligheid ligt op straat - Informatiemap bewonersteams veiligheid’ van de
wanneer houdt de burgerplicht op en hoor je de instanties in
gemeente Den Haag Te bestellen via stichting Boog, www.boog.nl
te schakelen? Marten van Harten: ‘Ogen en oren op straat - ondersteuning van buurtveiligheidsOm die reden wordt er in de cursus veel aandacht besteed aan
initiatieven’ Te bestellen via
[email protected]
alle instanties waarmee de BIT’ers te maken kunnen krijgen.
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
9
Interview: Pechtold
De eigenwijze rol van Alexander Pechtold
‘Ik bemoei me overal mee’ Naar eigen zeggen wil de nieuwe minister van grotestedenbeleid Alexander Pechtold ‘het podium geven aan de steden’. Maar hij gaat dan wel naast de steden op dat podium staan.
Samen met de steden die camera’s trekken? ‘En niet alleen om de successen te vieren, maar ook wel om te voorkomen dat straks al het goede wat er in een stad gebeurt de verdienste van de wethouder is en al het slechte de schuld van de minister…’ Uw voorganger Thom de Graaf zei altijd: minister van grotestedenbeleid ben je niet voor het politiek gewin, de lauwer-
U lijkt een charmante bespeler van de media. Twee maanden na uw aantreden als minister zijn de opgaven van de stad weer nieuws – denk aan de krantenkoppen over Curaçaose criminelen, softdrugs en de digitale overheid. Toeval, die aandacht? ‘Natuurlijk niet. Kijk, Venlo in zijn eentje haalt de landelijke pers niet met het drugsprobleem. En als ik alleen praat over ‘grotestedenbeleid’ in algemene zin zonder dat ik het werkelijk heb over de concrete opgave van een grote stad, luistert er ook niemand. Door de verbinding te leggen tussen de actualiteit in de stad en mijn portefeuille – en dat is dus ook Koninkrijksrelaties en bestuurlijke vernieuwing – wassen de handen elkaar.’ Venlo – softdrugs – en Dordrecht – de digitale overheid – deden dat inmiddels met succes. ‘Ja, en hier op het departement had men zelfs ook zoiets van ‘oh, ja, daar gaan wij ook over’. En natuurlijk, ik gá er niet echt over, maar ik heb wel de coördinerende rol, dus signaleren is wél mijn taak. Onder De Graaf is dat minder uit de verf gekomen, en dat kwam natuurlijk vooral omdat steden en rijk druk waren met het afsluiten van de convenanten. Maar nu is het de tijd van uitvoering – en ik heb daar een eigenwijze rol in, ja.’ Eigenwijs – dat kan ook niet anders na jarenlang wethouder te zijn geweest. Hoe moeilijk is het om niet op die stoel te gaan zitten als u daar op werkbezoek bent? ‘Héél makkelijk, haha. Ik moet me zelfs inhouden om niet steeds tegen mensen te zeggen: daarvoor moet u bij de wethouder zijn! Vroeger vond ik het ook altijd erg vervelend als zo’n hotemetoot even langskwam, alle camera’s op zich gericht had en vervolgens weer in de dienstauto vertrok. Dat wil ik voorkomen.’
10
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Interview: Pechtold
krans gaat naar de wethouders in de grote steden, niet naar de minister. Bent u het daarmee eens?
– men kan mij daarvoor ook gebruiken. En zoals je hebt gemerkt straalt dat ook op de minister af.’
‘Volstrekt niet! Mijn rol is om me zo veel mogelijk te bemoeien met alles wat er in de grote stad speelt.
Als wethouder hebt u vaak ongezouten kritiek gehad op de
Namens de andere ministeries kan ik signaleren en
bureaucratie van het GSB. Wat staat er op uw ministersa-
in de peiling te houden: loopt het, is er meer hulp
genda om daar iets aan te doen?
nodig? Ik kan in Den Haag de problemen benoemen en
‘Iedere dag weer: zorgen dat de reflexen wegblijven om
doorvertellen aan de vakcollega’s in de ministerraad
steeds maar weer meer papier te produceren. Iets kleins
‘Als minister van grotestedenbeleid mag ik me overal mee bemoeien. En dat doe ik dus ook.’ Foto: Hollandse Hoogte
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
11
Interview: Pechtold
maar wel basaal: een brief aan de kamer van de club
De cyclus van MOP’s schrijven en verantwoorden lijkt uitge-
van GSB op het ministerie. Van dertig kantjes. Omdat
werkt. Heeft het grotestedenbeleid toekomst?
er negen ministeries aan hadden meegeschreven en
‘Kijk, het interesseert met echt niets hóe het gaat
er allemaal compromisteksten in stonden. Dertig! Dat
heten, maar dat het GSB herdoopt moet worden, staat
leest geen mens. Nooit, never.’
voor mij wel vast. Het woord heeft zijn élan wel verloren, ik zal het dan ook niet vaak gebruiken. En zo
En nu? ‘Is hij vijftien kantjes.’
hoort het ook, met zaken die een tijd succes hebben. Maar ik blijf een enorme fan van direct zaken doen met de steden. Misschien moeten we wel minder met
En daar moeten we het dan van hebben? ‘Natuurlijk, dit is een heel plat voorbeeld, maar dat
zijn 31’en tegelijk optrekken, meer de afzonderlijke kansen van steden pakken.’
zijn wel de dingen die je die eerste weken meteen storen. En ze stáán wel voor iets groters.’
U wilt meer inzetten op de buurt en participatie van bewoners. Indachtig het rapport van de Wetenschappelijke Raad
Wat staat het grotestedenbeleid nog te wachten?
voor het Regeringsbeleid ‘Vertrouwen in de buurt’?
‘Vorige week was de eerste brainstormsessie over 2005
‘Dat is een leuk rapport – met meteen de kanttekening
en verder van de GSB’ers bij het ministerie. Ik heb
dat ik vind dat er al héél veel gebeurt op dat vlak. De
daar even bij gezeten en ik merk daar zo’n ongelofe-
ambitie, ook die in het WRR-rapport, is maximaal,
lijk enthousiasme om het aan de steden over te laten,
maar de praktijk is weerbarstig. We zijn er niet alleen
om verantwoordelijkheden daar neer te leggen.’
met buurtbudgetten, met een tonnetje “wipkip” hier en daar.’
‘Ik blijf een enorme fan van direct
Buurtbudgetten kunnen ook een middel zijn om vrijwilligers
zaken doen met de steden’
‘Inderdaad heeft zo’n budget een afgeleid doel, name-
in een wijk samen te brengen. lijk dat je er mensen mee hun huis uit lokt en met elkaar in contact brengt. Maar vanuit mijn achter-
Steden zeggen: het probleem zit hem meestal niet bij die
grond als democraat krab ik me soms ook achter de
club, maar bij de vakdepartementen. Verkokering en te veel
oren over de democratische legitimiteit van bewoners
inhoudelijke inmenging is er nog steeds.
die het voor het zeggen krijgen. De goeden niet te na
‘Daarvoor heb je dan een minister die eens een schop
gesproken, maar ‘buurtkoninkjes’, daar komen we
en een tik kan uitdelen. Maar natuurlijk nog belang-
ook niet verder mee. De uitdaging is: loslaten waar
rijker: die goede contacten onderhoudt met de andere
dat kan. Lokaal én bij het rijk.’
ministers.’ Mag ik tot slot uw mobiele nummer noteren voor al die De sociale departementen zijn daarentegen onzichtbaar. BZK is daarom inhoudelijk verantwoordelijk geworden voor
steden die gebruik willen maken van uw netwerk bij het kabinet?
de sociale pijler. Wat kunnen we van u verwachten?
‘Haha, volgens mij wordt dat nummer inmiddels per
‘Ik heb het probleem van de sociale pijler ook gezien,
opbod verkocht. Maar even serieus: ik wil gráág langs
maar ik ga niet nu na een paar weken al zeggen: zo
komen. Nodig mij uit. Maar alsjeblieft, ga niet de
gaan we het doen. Blijven enthousiasmeren en over-
agenda van de burgemeester, alle wethouder en de
tuigen lijkt vooralsnog de weg. Bij VROM zie je name-
ambtelijke top schoonvegen voor een bobo-ontvangst.
lijk hoe het óók kan: minister Sybilla Dekker die het
Ik ga liever meteen met iemand van de vloer de straat
beleid omarmt en ermee wegloopt.’
op.’ Meer zoals Máxima, ’s ochtends bellen dat u ’s middags komt? ‘Dat lijkt me nou geweldig!’ |MvdB
12
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Grondbeleid voor dummies
Steden kunnen slimmer handelen op de grondmarkt. Draai aan de knop van het grondbedrijf om meer te realiseren. En dat is echt niet alleen voorbehouden aan de boekhouders. Daarom: grondbeleid voor dummies. Foto: Hollandse Hoogte
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
13
Grondbeleid voor dummies
Waarom grondbeleid je zou m Wat is er zo bijzonder aan grond? Waarom voeren gemeen-
de ligging: een stuk grond in het centrum is duurder
ten grondbeleid en hoe doen zij dit?
dan eenzelfde stuk op het platteland. Volgens de ‘resi-
Grond is schaars. Je kunt het niet verplaatsen, niet
duele grondwaardeberekening’ bepaalt de marktsitu-
(of nauwelijks) vermeerderen en maar voor één func-
atie de grondwaarde: worden de woningen naar ver-
tie gebruiken. Het gebruik van het ene stuk grond
wachting duur verkocht, dan is de bouwgrond duur.
beïnvloedt het grondgebruik in de omgeving. Steden moeten dus goed afwegen wát ze met de grond willen
Steden investeren vaak miljoenen in het bouwrijp maken
en hóe ze dat kunnen realiseren. Het grondbedrijf,
van herstructureringsgrond. Het lijkt alsof projectontwik-
het financiële en markttechnische centrum van de
kelaars er met de winst vandoor gaan.
gemeente, kan gewenst grondgebruik afdwingen.
Als gemeente en corporaties hun werk goed orga-
Om beleidsdoelen te bereiken, de kwaliteit van de
niseren, is die kans klein. In principe staan er
inrichting te verbeteren of het besteedbare budget
grondopbrengsten tegenover de investeringen. In
te verhogen.
uitleggebieden zijn opbrengsten vaak hoger dan de
Het grondbedrijf kan een actief of faciliterend
kosten. Bij herstructurering is het meestal andersom:
(passief) grondbeleid voeren. Bij actief grondbeleid
gemeente en corporaties leggen er geld op toe.
zorgt de gemeente zelf voor verwerving, bouw- en
Wanneer zij een projectontwikkelaar bij de herstruc-
woonrijp maken en uitgifte van grond. De aankoop
turering betrekken, is er geen ruimte en geen enkele
en exploitatie laat zij over aan private partijen. Dit
reden voor meer dan een normale winstvergoeding.
kan alleen als de gemeente grond bezit of verwerft.
Projectontwikkelaars bezitten meestal geen grond in
Wanneer een projectontwikkelaar de grond bezit, is
herstructureringsgebied, en hebben dus geen positie
de gemeente aangewezen op faciliterend grondbe-
om méér te claimen.
leid. Met een meer afwachtende houding: kaders stellen. In de praktijk zijn er steeds meer publiekprivate
Is binnenstedelijke herstructurering echt zo duur of kun je er
samenwerkingsconstructies, vanuit het oogpunt van
ook winst op maken?
expertise, efficiency en risicodeling.
Binnenstedelijke herstructurering is duurder dan bouwen in uitleggebieden. Het planproces is ingewik-
Op grond zijn grote winsten te behalen. Hoe kan het dat een
kelder: je hebt te maken met belangen van bewoners,
grondbedrijf soms verlies loopt?
dure parkeeroplossingen, sloopkosten, de kans op
Actief grondbeleid brengt financiële risico’s met
bodemverontreiniging is groter. De grootste kosten-
zich mee. Vroege verwerving van de grond geeft
post is de aankoop of inbreng van bestaande opstal-
zekerheid over het grondeigendom. Als het plan niet
len. Herstructurering is alleen winstgevend bij hoge
doorgaat, zit de gemeente met de dure grond en lijdt
opbrengsten, zoals bij koopappartementen in hoge
renteverliezen. Late verwerving heeft het risico dat
dichtheden. Op de meeste plannen maak je geen
andere partijen de gemeente voor zijn. Waardoor de
winst, omdat je nieuwe, goedkope huurwoningen
gemeente moet onderhandelen en uiteindelijk een
bouwt. Die herstructurering wordt alleen uitgevoerd
hoge prijs betaalt.
omdat gemeenten – en vooral corporaties – bereid zijn het verlies te dekken. |EWr
De prijs van woningbouwgrond is gemiddeld vier à vijf keer zo groot als landbouwgrond. Hoe kan dat? De bestemming heeft invloed op de waarde. De
Het ministerie van VROM legt de laatste hand aan een nieuwe
Nederlandse grondmarkt is gesegmenteerd: voor
Wet op de Grondexploitaties. Voor de zomer zou die de mi-
landbouwgrond geldt een andere vraagaanbodver-
nisterraad moeten bereiken en vervolgens komt de Tweede
houding en evenwichtsprijs dan voor het woning-
Kamer erover te spreken. Op www.vrom.nl staat tegen die tijd
bouwgrond. Daarnaast beïnvloeden eigenschappen,
meer (zoekterm: grondbeleid).
zoals infrastructuur of voorzieningen, de waarde. En
14
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Grondbeleid voor dummies
moeten interesseren George de Kam is hoogleraar maatschappelijk ondernemen met grond en locaties aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Hij tipt de stad.
Zes tips voor goed grondbeleid 1. Schrijf een goede nota grondbeleid. Evalueer het beleid van de afgelopen jaren. Zet uiteen wat het belang van grondbeleid voor de verschillende soorten locaties en beleidsdoelen is. Maak keuzes: welke koers wil je varen en welke maatregelen wil je treffen? Wijs gebieden aan waar je actief grondbeleid wil voeren, en je alleen faciliterend bezig wilt zijn. 2. Werk binnen de gemeente aan de gecoördineerde inzet van ruimtelijke ordening, grond- en welzijn/woon/zorgbeleid. Dat vergt discipline, maar vergroot de kans van slagen in mogelijke conflicten met marktpartijen. 3. Maak consequent gebruik van bestaande instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG). Pas de wet toe op de gebieden die je wilt herstructureren. 4. Het ruimtelijk beleid is een gemeentelijke verantwoordelijkheid, maar de oplossingen van de gemeente zijn niet de énige goede. Betrek andere partijen in een vroeg stadium. Zorg voor een wisselwerking tussen het ruimtelijk programma en de grondexploitatie. Vaak zit er nog speelruimte en kun je voorkomen dat plannen geblokkeerd worden omdat ze niet haalbaar zijn. Door slim te schuiven met dichtheden, is er meer mogelijk dan je denkt. 5. Investeer in een goede relatie met corporaties. Zij zijn best bereid tot samenwerking. Handig, want corporaties zijn slim in de aankoop van panden op binnenstedelijke locaties. Maak daar gebruik van: werk gezamenlijk aan goede condities voor investeringen in de bestaande stad en maak prestatieafspraken. 6. Maak een gemeentelijk investeringsprogramma voor de bestaande stad, waaruit blijkt welke middelen naar bepaalde wijken gaan (subsidies, middelen die het grondbedrijf op andere locaties verdient, onderhoudsbudgetten, etc). Dat kan een hefboom zijn voor investeringen van corporaties en marktpartijen.
Hugo Priemus:
‘Benut je grondpositie’ Gemeenten kunnen slimmer handelen op de grondmarkt.
delijk leidt herstructurering tot waardestijging, die beter ten goede kan komen aan gemeente en corporatie. Als het goed is, ploegen zij het geld terug in de wijk. Bijvoorbeeld door verbetering van openbare ruimte en groenvoorzieningen. Dat levert op zich geen geld op, maar zorgt ervoor de wijk als geheel verbetert.
Hugo Priemus, decaan van de TU Delft: ‘Wanneer je met een wijk
Waar je als gemeente geen grondpositie hebt: probeer de her-
aan de slag gaat: kijk eerst wie de grond bezit. Is dat de gemeente
structureringsgrond in handen te krijgen. Eigendom is belang-
of corporatie? Pas op! Geef de grond niet meteen weg. Benut
rijk om de waardevermeerdering te incasseren. De gemeente kan
je grondpositie. Herstructurering levert niet direct geweldige
dit doen door toepassing van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten
opbrengsten. Eerst kost het veel: investeringen in infrastructuur,
(WVG). Die wet schrijft voor dat de grond bij verkoop eerst aan de
ontsluiting en stedenbouwkundige aanpassingen. Maar uitein-
gemeente wordt aangeboden.’
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
15
Benchmark: provincies en GSB
‘Steden bewegen soepel dankzij de prov Provincies gaan heel verschillend om met grotestedenbeleid. Noord-Brabant en Limburg langs de meetlat.
Noord-Brabant: alle kaarten op BrabantStad Wat doet Noord-Brabant voor de grote stad?
te bestrijden. Deze initiatieven waren
ciale verantwoordingsstructuur. Daar
Pieter van Ree, programmamanager BrabantStad:
zonder onze steun niet van de grond
hebben de steden geen werk aan.’
gekomen.’ Waar ligt de meerwaarde van provincies?
‘De provincie ondersteunt negentien sociale veiligheidsprojecten in de vijf
Hoeveel investeert de provincie in het grote-
‘Steden zijn meestal vooral bezig met hun
stedenbeleid?
eigenbelang. De provincie is bij uitstek
Eindhoven, Tilburg, Breda en Helmond.
‘We steken 6,4 miljoen euro in projecten
de partij die hen bij elkaar kan brengen
Zo vullen we het landelijke beleid aan.
om de sociale veiligheid te vergroten. De
zodat één en één drie wordt. De discussie om de provincies maar op te heffen, vind
Brabantse
grote
steden
Den
Bosch,
Daarnaast werken provincie en B5-ste-
provincie investeert daarnaast tijdens
den nauw samen binnen stedelijk net-
deze collegeperiode nog 200 miljoen
ik daarom onzinnig. Ik denk dat ze over
werk BrabantStad. Met elkaar brengen
euro in BrabantStad. Een hoop geld,
honderd jaar nog steeds bestaan. Om te
we onder andere infrastructuur, open-
maar er wonen maar liefst 900 duizend
lopen heb je botten en spieren nodig,
baar vervoer en culturele voorzienin-
mensen in de vijf grote steden en 1,4 mil-
maar het kraakbeen zorgt ervoor dat je
gen op een hoger peil. Verder verzorgt
joen in de stedelijke agglomeraties.’
soepel beweegt. De provincies vormen
Leidt dit niet tot een extra verantwoordings-
dat de boel bij elkaar houdt.’
BrabantStad de promotie van de steden in binnen- en buitenland. Het grotestedenbeleid is dus echt een joint venture
circus voor de steden?
van steden en provincie.’
‘Nee. Voor de sociale veiligheidsprojecten
Waarom
kiest
Noord-
Brabant voor sociale veiligheid? ‘Om
versnippering
voorkomen,
te
concentre-
ren we ons deze collegeperiode op één thema. Dat is sociale veiligheid geworden. vonden
16
het kraakbeen van bestuurlijk Nederland
De
‘Deze initiatieven waren zonder onze steun niet van de grond gekomen’
steden
namelijk
dat
Hoe beoordeelt u de manier waarop andere
sluiten we aan op
provincies het grotestedenbeleid aanpakken?
de
verantwoor-
‘Er zijn er maar drie met een groteste-
ding
op
denbeleid
rijksni-
in
hun
bestuursakkoord:
veau. Wel willen
Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant.
we eenmaal per
Gelderland vind ik erg interessant.
jaar een praktijk-
Deze provincie richt zich bewust niet
gerichte themadag
alleen op Arnhem en Nijmegen, die al
organiseren. Hier
in het landelijke GSB-beleid zitten. Veel
presenteren
de
aandacht gaat juist uit naar plaatsen
projecten zichzelf
als Apeldoorn, Doetinchem en Tiel.
en vertellen over
Vergelijkbare middelgrote steden vallen
het rijk hiervoor te weinig middelen
hun ervaringen en resultaten. Daar kun-
in Brabant helaas net buiten de boot. In
vrijmaakt. De provincie ondersteunt
nen andere grote en kleinere steden hun
Limburg lijkt het grotestedenbeleid wat
onder andere projecten om criminele
voordeel mee doen. Een eerste themadag
versloft. Ik heb het idee dat steden en
jongeren te begeleiden bij hun terugkeer
dit voorjaar was een succes. Voor onze
provincie een beetje met de rug naar
in de maatschappij, discriminatie in de
investeringen binnen BrabantStad grij-
elkaar toe staan. Net zoals dat in de jaren
horeca tegen te gaan en huiselijk geweld
pen we terug op de gebruikelijke provin-
negentig in Brabant het geval was.’
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Provinciaal stedenbeleid
vincie’
KICK is een boksproject voor jongeren van Noord Brabant Foto Ton Toemen
Limburg: geen specifiek beleid Wat doet Limburg voor grote steden?
cie, steden en regio’s dus direct een pro-
Hoeveel geld gaat om in deze thematische
Maarten Wilbers, senior Ruimtelijk Beleid en Coördinatie:
ject opzetten. Daarbij maakt de provincie
aanpak?
geen onderscheid tussen stad en landelijk
‘In de programmabegroting is deze
‘Met het nieuwe coalitieakkoord uit 2003
gebied. Beiden zijn namelijk sterk met
coalitieperiode ongeveer 180 miljoen
is ons specifieke provinciaal grotesteden-
elkaar verweven. Zo kan meer goedkope
euro beschikbaar voor inzet binnen de
beleid vervallen. We hebben gekozen voor
woningbouw in het landelijke gebied de
thema’s. De besteding hiervan gebeurt
een vernieuwende aanpak, waarbinnen
steden ontlasten. Onze investeringen zijn
interactief. Zowel gemeenten als provin-
vijf thema’s centraal staan: Ondernemend
dan ook vaak gericht op een samenspel
cie kunnen projecten aandragen.’
Limburg,
van stad en land.’
Jong
in
Limburg,
Veilig
Limburg, Ruimte in Limburg en Vitale kernen en buurten. Binnen deze thema’s
Wat vinden de steden ervan?
ondersteunt de provincie uiteenlopende
‘Boekhoudkundig was het
projecten in steden én plattelandsregio’s.
in het verleden makkelijker
Verder beschikt Limburg over een provin-
voor de steden. Er was een
ciaal beleidskader stedelijke vernieuwing.
pot geld bij de provincie aan-
Daarmee geven we uitvoering aan het gro-
wezig, er lagen duidelijke
testedenbeleid van het rijk. Zo dragen we
spelregels: zij hoefden alleen
‘Wij leggen het initiatief primair bij de steden’
Waar ligt de meerwaarde van de provincie Limburg? ‘Economische
ontwik-
kelingen, infrastructuur, zorg, veiligheid en criminaliteit houden niet op bij de gemeentegrenzen. In de samenwerking op
ondermeer bij aan een opknapbeurt van
nog maar de projecten erbij
de wijk Q4 in Venlo.’
te verzinnen om de middelen binnen
internationaal niveau kan de provincie
regionaal, nationaal en
te slepen. Of het doelmatig was, is een
een belangrijke rol spelen. Die rol zal in
Waarom heeft Limburg deze omslag gemaakt?
ander verhaal. Want misschien doken
de toekomst eerder groter dan kleiner
‘In het verleden stelde de provincie een
er wel kansen op voor terreinen die niet
worden.’
zak geld beschikbaar. Aan de hand van
onder die spelregels vielen. Dat zagen de Klopt het dat de grote steden en de provincie
vooraf vastgestelde spelregels werden
steden ook. De bereidheid om op deze
deze middelen verdeeld over de steden.
nieuwe manier met de provincie samen
Deze aanpak leidde tot tijdrovende over-
te werken, is daarom groot. Want er zijn
‘Absoluut niet. De samenwerking van de
legronden en veel bureaucratie. Maar we
genoeg zaken waarbij de steden onze
provincie met bijvoorbeeld het stedelijk
leven in een hoogdynamische samenle-
hulp goed kunnen gebruiken. Zo draagt
netwerk Zuid-Limburg is goed. Het ver-
ving. Je moet snel en flexibel inspringen
de provincie bij aan de ontwikkeling van
schil met BrabantStad is dat de provincie
op maatschappelijke vraagstukken en
chemisch industriecomplex Chemelot in
Brabant daar meer de kar trekt. Wij leg-
kansen. Dat kan beter met een thema-
Sittard-Geleen. Verder investeren we bij-
gen het initiatief primair bij de steden
Limburg met de rug naar elkaar toestaan?
tische aanpak waarin het accent op de
voorbeeld in de binnen- en buitenringwe-
Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht.
uitvoering ligt en niet op de structuur.
gen van Parkstad Limburg. Hier profiteert
Dat is ook conform de Nota Ruimte van
Middelen zijn niet vooraf geoormerkt. Als
onder andere Heerlen van.’
het rijk.’ |NH
kansen zich aandienen, kunnen provin-
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
17
Cité Stadt City GSB-ers naar Dublin
Studiereis of boboborrel? Naar Dublin ging een groep GSB-coördinatoren. Zo’n reis levert wel degelijk veel zinnigs op. En
een grote groep inwoners – waarvan er veel in de sociaal ‘moeilijke hoek’ zitten – kennis maken met allerlei technologische ontwikkelingen. Prijsvragen en opdrachten werken betrokkenheid in de hand. Zo krijgen jongeren bijvoorbeeld program-
inderdaad, ook voor het netwerk.
meeropdrachten en kunnen ze hun audiovisuele presentaties en dergelijke op het internet zetten. Op die manier wordt er
Rianne van ’t Hullenaar, GSB-coördinator gemeente Enschede:
een hele knappe koppeling gemaakt tussen een economisch en
‘Het was een indrukwekkende studiereis, maar je krijgt wel
heid om zich te ontwikkelen. En de bedrijven krijgen misschien
vooral positieve verhalen voorgeschoteld. Van de negatieve
het hooggekwalificeerde personeel dat ze nodig hebben.’
sociaal programma. Je biedt de sociaal zwakkeren de mogelijk-
kanten – die er zeker zijn, zoals de groter wordende tweedeling Leerzaam vond ik om te zien hoe publieke en private partijen
Theo Strijers, projectdirecteur Grotestedenbeleid gemeente Den Haag:
in Ierland samenwerken. Daar kunnen we nog wat van leren.
‘Zo’n reis is natuurlijk altijd goed voor het onderhou-
Dat zie je bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de Docklands,
den van je netwerk. In dat opzicht was het jammer
tussen arm en rijk – zie je in de presentaties veel minder terug.
die volledig ter hand wordt genomen door een ontwikkelings-
dat er maar weinig mensen van de departementen
maatschappij. Behalve dat ze een startkapitaal hebben gekre-
aanwezig waren! Persoonlijk heb ik bijvoorbeeld nog
gen van de overheid, moetzen ze zelf winst genereren voor ver-
met een deelnemer van LNV gesproken over “Groen om de
dere investeringen. En natuurlijk: naast alle presentaties was
Stad”, een beleidsveld waar ik maar zeer indirect bij betrokken
het ook nuttig om de GSB-coördinatoren van
ben, maar wat voor Den Haag wel degelijk
andere steden te ontmoeten en hun verhalen
van belang blijkt.
en ervaringen te horen.’
Jan Hendriks, projectleider gemeente Deventer: ‘Er zit wel degelijk een “netwerkaspect” aan
‘Altijd goed voor
Waar ik zelf het meest van heb opgesto-
het onderhouden
vergelijkbaar met ons grotestedenbeleid.
van je netwerk’
zo’n reis. Ik heb collega’s beter leren kennen en wat strategische informatie opgedaan doordat ik zicht heb gekregen hoe zaken bij ministeries en
ken, is het programma ‘Social Inclusion’, Wat ik heel knap vindt, is dat het ze daar lukt om van meet af aan maatschappelijke partners bij dit programma te betrekken die ook bereid zijn om mee te betalen,
zoals de Kamer van Koophandel, bedrijven, onderwijsinstellin-
provincies liggen. Welke? Concreet kan ik niet worden omdat
gen, enzovoort. Mijn ervaring is dat dergelijke partners alleen
dit mogelijk averechts zou kunnen gaan werken…
willen samenwerken als ze een heel direct eigen belang zien,
Maar het leerzaamst van de reis vond ik de ‘Digital Hub’. Vanuit
bijvoorbeeld een belastingvoordeel. Ik ga uitzoeken hoe ze dat
dit gebouw in het centrum van Dublin wordt een glasvezelnet-
in Dublin voor elkaar krijgen. Wellicht kunnen we daar ook in
werk beheerd, waarop een heel groot aantal scholen en andere
Den Haag ons voordeel mee doen.’ |RvdP
maatschappelijke instellingen zijn aangesloten. Zodoende kan
Foto’s: Deelnemers aan de reis
In deze rubriek: internationaal grotestedenbeleid
18
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
Kost dat?
‘Verslaafden verdienen respect’ Niet iedere stad heeft zoveel mazzel als Rotterdam. Zij hebben Nora Storm, die de stad met haar projecten voor verslaafden een hoop geld bespaart. ‘Kom eens hier kijken, Den Haag, in het echte leven!’
Nora Storm: ‘Voor mijn verslaafden is het werk niet het doel, maar het middel tot terugkeer in de maatschappij’ Foto’s: Steef Meyknecht
’s Morgens om acht uur staan ze op de stoep.
voelde me net Saartje met al die Swiebers
Zo’n 125 harddrugsverslaafden melden
om me heen’, vertelt ze in ‘De belevenissen
zich voor werk bij Uitzendbureau Topscore
van Nora Storm’, het boek dat verscheen
Wat kost dat? ‘Wat bespaar je, zul je
aan de Rotterdamse Saftlevenstraat. Na het
bij Nora’s tienjarig voorzitterschap van
bedoelen.’ Nora rekent voor: met het
opnoemen van de namen, de ploegeninde-
de Rotterdamse Junkiebond. De sluiting
uitzendbureau zijn 125 verslaafden van
ling en het uitdelen van de gele Topscore-
van perron Nul was de aanzet tot Nora’s
de straat. Als zij vast komen te zitten, en
’t Financiële kader
overalls vertrekken de uitzendkrachten
activiteiten, Topscore, maar ook Nora’s
dat gebeurt, kost dat de gemeenschap
naar hun werkplek bij bijvoorbeeld de RET
Nest, het samenwonen met verslaafden
400 euro per man per dag, is 125 x 400 = 50.000 euro. Nora’s Nest biedt kost en
(Rotterdamse openbaar vervoer), de super-
in de Saftlevenstraat en Nora’s Soephuis,
markt of het politiebureau.
waar gekookt en bediend wordt door ver-
inwoning aan tien dak- en thuislozen.
‘Als we hiermee moeten stoppen, dan zal
slaafden.
‘Reken maar uit wat dat de gemeente
ik ze laten zien wat overlast is.’ De woede
Als blijk van waardering voor haar inzet
Rotterdam scheelt.’ De enige subsidie
zit hoog bij Nora Storm, moeder aller ver-
voor
de
waar Nora’s stichting De Stormvogel aanspraak op wil maken (‘meer wil ik
drugsverslaafden
kreeg
Nora
slaafden in Rotterdam en oprichter van
Wolfert van Borselenpenning, uit handen
Topscore, uitzendbureau voor verslaafden.
van burgemeester Opstelten. ‘Met die Fred
niet’, beweert Nora) is de 252.000 euro
Door de nieuwe wet Werk en Inkomen
Flintstone wil ik wel in discussie’, meent
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
is het niet meer toegestaan met behoud
Nora. ‘Hij komt veel in Amerika, waar hij
‘Maar je denkt toch niet dat je voor dat
van uitkering deeltijdwerk te verrichten.
ideeën opdoet voor Rotterdam. De andere
geld dit pand, met 24-uurs zorg voor tien
‘Typisch weer zoiets dat ze in Den Haag
grote steden nemen het over.’ Over de
mensen draaiende kunt houden? Daar
bedacht hebben. Voor mijn verslaafden is
‘Rotterdamse aanpak’ van de verslaafden-
heb je minstens vijftien man personeel,
het werk niet het doel, maar het middel tot
problematiek is Nora niet te spreken. ‘De
HBO-niveau, plus nog een behandelings-
terugkeer in de maatschappij. Als je dat de
jacht op verslaafden is heel erg geopend in
verantwoordelijke, een manager en een
nek omdraait, kunnen we weer van voren
Rotterdam’, verzucht Nora. Verplicht afkic-
psychiater voor nodig.’ Nora houdt het
af aan beginnen.’
ken of de stad uit, daar komt het kortweg
klein; samen met haar zoon Vincent Bolle
op neer. Maar volgens Nora moet je accepte-
en vaste waarde Heidi Geppert draait zij
Fred Flintstone
ren dat iemand gebruikt. ‘Ga daarmee aan
de nodige uurtjes. ‘Maar mij kun je afre-
Nora Storm begon ooit als vrijwilligster
de slag. Praat mét die mensen, niet óver
kenen op resultaat. Daar gaat het om.’
in de Pauluskerk van dominee Visser. ‘Ik
hen. Zij verdienen respect.’ |CT
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005
19
Plein Een benchmark die steden echt gebruiken, geen papieren tijger, daar vraagt Gerard Schouw Pechtold om
Lorna Koenen wil met de minister in gesprek over bewonersparticipatie die verder gaat dan wipkippen
David Jongen hoopt dat Pechtold in het kabinet een dwingend coördinator van stadsbelangen wordt
Huiswerk Bondgenootschap ‘Pechtold heeft in elk geval een flitsende start gemaakt. Hij geeft blijk oog te hebben voor concrete maatschappelijke problemen – drugsoverlast en overlast van sommige Antilliaanse jongeren. Steden weten nu dat zij concrete problemen bij hem kunnen aankaarten. Hulde daarvoor! Het bondgenootschap tussen rijk en steden dat grotestedenbeleid heet, krijgt zo daadwerkelijk vorm. Grotestedenbeleid is immers méér dan prestatieafspraken en monitoren maar gaat juist over het oplossen van concrete maatschappelijke problemen. Zonder al te veel bureaucratie, graag, aandacht dus ook voor het programma Andere Overheid en de commissie Brinkman. Pechtold kan ook bijdragen aan meer consistent gedrag van het rijk ten opzichte van de steden. Zo kiest minister Van der Hoeven te veel voor functionele decentralisatie en minister Verdonk voor marktwerking in het inburgeringbeleid. En ook de keuze voor brede doeluitkeringen wordt niet altijd even consequent volgehouden, ondanks de afspraak daarover in het convenant, zoals de regeling BOS (Buurt, Onderwijs, Sport) van staatssecretaris Ross. Als iedere minister voor zijn of haar eigen sturingsfilosofie kan kiezen, wordt het op lokaal niveau
Wipkippen
een ratjetoe. Ik hoop dat Pechtold zich in het kabinet ont-
‘Wat mij betreft moet Pechtold de burgerparticipa-
wikkelt tot een “dwingende” coördinator.’
tie krachtig oppakken. Bewoners willen niet alleen
David Jongen is de gemeentesecretaris van Den Haag
meedenken over de kleur van een gebouw, of de grootte van de wipkippen in de speeltuin. We willen samenwerken en in een eerder stadium meebeslissen.
Ambassadeur
Nu krijgen we de plannen vaak pas voorgelegd als
‘In hoofdlijnen moet Alexander twee dingen doen. In de eerste plaats zorgen voor een
besluiten niet meer teruggedraaid kunnen worden.
echte, goede, effectieve benchmark tussen de grote steden. Eentje die de steden graag
Thom de Graaf liet veel over aan gemeenten. Dat
gebruiken. Eentje die prestatieverhogend werkt voor de steden. Geen papieren tijger,
gaat in sommige steden beter dan in andere. Daarom
maar praktisch toepasbaar. Ten tweede moet hij zich in het kabinet opstellen als ambas-
zouden een paar richtlijnen vanuit Den Haag prettig
sadeur voor de steden. Andere ministers komen al genoeg op voor versnipperde deelbe-
zijn. Bijvoorbeeld over die beslissingsbevoegdheid.
langen. Alexander moet pal staan voor de samenhangende belangen van de steden.’
Over die richtlijnen zou ik graag eens met Alexander
Gerard Schouw is directeur van het Kenniscentrum Grote Steden en Eerste Kamerlid voor D66
Pechtold in discussie gaan.’
Lorna Koenen is de voorzitter van het bewonersplatform Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken
Ons vaste panel uit de grote stad reageert op een stelling Foto’s: Frank Fahrner, Gemeente Den Haag, Kenniscentrum Grote Steden Illustratie: Casper Gijzen
20
GSB|blad – nummer 3 – juni 2005