Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 en de Verordening outplacement gewezen wethouders 2006. Nummer: 5b.
AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 24 oktober 2006
Aanleiding Bij brief van 17 mei 2006, kenmerk MARZ/CvA/U200600890, biedt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een geactualiseerde versie van de voorbeeldverordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden aan. Bij brief van 7 juli 2006, kenmerk MARZ/CvA/U200601086, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ons op de hoogte van enkele wijzigingen in de eerder bij brief van 17 mei 2006 toegezonden voorbeeldverordening. Bovendien maakt de VNG van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de voorbeeldverordening outplacement gewezen wethouders. Omdat onze verordeningen nog uit 1998 dateren en er sindsdien zowel op rechtspositioneel terrein als op het vlak van belastbaarheid van voorzieningen wijzigingen hebben plaatsgevonden wordt voorgesteld om een nieuwe verordening naar het model van de VNG vast te stellen. Tevens wordt voorgesteld om een verordening outplacement gewezen wethouders vast te stellen. Nadere toelichting In de rechtspositiebesluiten van de wethouders en de raads- en commissieleden zijn de voorzieningen opgenomen, waarop zij aanspraak kunnen maken. In die besluiten is geregeld dat de gemeenteraad een verordening moet vaststellen voor het verkrijgen van deze aanspraken. De huidige verordeningen, de Verordening vergoeding raads- en commissieleden en de Verordening onkostenvergoeding wethouders, stammen nog uit 1998 en zijn nadien niet meer aangepast. Wel heeft uw raad recentelijk nog een besluit genomen tot vaststelling van de vergoeding voor burgerraadsleden. Verder zijn er de afgelopen jaren aparte besluiten genomen over het beschikbaar stellen van computers aan wethouders en raadsleden en de toepassing van de kinderopvangregeling van het gemeentepersoneel op wethouders. In de model-verordening van de VNG zijn alle voorzieningen opgenomen die aan wethouders, raads- en commissieleden verstrekt kunnen worden. Voor een aantal daarvan geldt dat de gemeente verplicht is die te verstrekken. Wel heeft de gemeenteraad daarbij soms de vrijheid om de hoogte of de wijze van verstrekking binnen grenzen zelf te bepalen. Verder geldt voor een aantal voorzieningen dat de gemeenteraad vrij is om die wel of niet te verstrekken. Pagina 1 van 8
In bijgevoegde concept-verordening is zoveel mogelijk aangesloten bij de model-verordening van de VNG. Niet overgenomen zijn de bepalingen over het gebruik van een dienstauto door wethouders en de mogelijkheid om aan commissieleden/burgerraadsleden op kosten van de gemeente een computer en internetverbinding beschikbaar te stellen. Verder wordt vanwege de voordelen die dat zowel voor de gewezen wethouders als de gemeente kan opleveren voorgesteld om de aanbeveling van de VNG tot vaststelling van een verordening outplacement gewezen wethouders over te nemen. Rol van de gemeente Beslisser. Alternatieven en afwegingen Bijgaande concept-verordening is op basis van de volgende overwegingen tot stand gekomen. Vergoeding werkzaamheden raadsleden. In het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. De hoogte van die vergoeding wordt door de gemeenteraad bepaald. De vergoeding mag echter niet minder bedragen dan 80% van het maximale vergoedingsbedrag dat door de minister is vastgesteld. Bij het bepalen van de hoogte van deze vergoeding heeft de raad de volgende keuzemogelijkheden: 1. Vergoeding vaststellen op maximale vergoedingsbedrag; 2. Vergoeding vaststellen op een percentage tussen 80 en 100 van het maximale vergoedingsbedrag; 3. Een deel van de vergoeding (maximaal 20%) uitbetalen als presentiegeld; 4. Een combinatie van optie 2 en 3. Omdat de huidige verordening uitgaat van de uitbetaling van het maximale vergoedingsbedrag is in de nieuwe verordening gekozen voor optie 1. Vaste onkostenvergoeding voor raadsleden en wethouders De hoogte van deze onkostenvergoeding wordt door de gemeenteraad bepaald. De vergoeding mag echter niet minder bedragen dan 80% van het maximale bedrag dat door de minister is vastgesteld. Omdat de huidige verordeningen uitgaan van de uitbetaling van de maximale onkostenvergoeding aan zowel wethouders als raadsleden is in de nieuwe verordening gekozen voor de maximale onkostenvergoeding. Vergoeding voor bijwonen commissievergaderingen/vergoeding burgerraadsleden De hoogte van deze vergoeding wordt door de gemeenteraad bepaald. Wel is de raad in principe gebonden aan het maximale vergoedingsbedrag dat door de minister is vastgesteld. De raad heeft wel de mogelijkheid om in bepaalde gevallen een hoger bedrag aan presentiegeld toe te kennen dan het maximum-bedrag. De huidige verordening gaat ervan uit dat de commissieleden het maximale vergoedingsbedrag ontvangen. Voor de leden en de voorzitter van de commissie BBS is een uitzondering gemaakt. Zij ontvangen gelet op de zwaarte van hun taak 2 maal resp. 2,5 maal het maximale vergoedingsbedrag. Verder heeft uw raad onlangs besloten om de vergoeding voor burgerraadsleden vast te stellen op een vast bedrag per maand overeenkomende met het maximum-bedrag dat als presentiegeld mag worden uitbetaald. In de nieuwe verordening is met het vorenstaande rekening gehouden.
Pagina 2 van 8
Vergoeding reis- en verblijfkosten raadsleden en commissieleden/burgerraadsleden. De basis voor het toekennen van een reis- en verblijfkostenvergoeding aan raads- en commissieleden/burgerraadsleden is neergelegd in artikel 97 van de Gemeentewet. Het gaat hierbij om de vergoeding van zakelijke reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente. De raad is in beginsel vrij in het bepalen van de hoogte van deze vergoeding. Wel dient rekening te worden gehouden met de maximale vergoedingsbedragen die voor het rijkspersoneel zijn vastgesteld. Verder kan de raad regels vaststellen over de vereiste bewijsstukken voor het verkrijgen van deze vergoeding. Vergoed kunnen worden de kosten van openbaar vervoer of bij gebruik van een eigen vervoermiddel de kilometervergoeding die voor het rijkspersoneel geldt (op dit moment 28 eurocent bij gebruik van de eigen auto). De vergoeding voor verblijfkosten bestaat uit een vergoeding van de noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten. De huidige verordening gaat uit van een vergoeding van de kosten van openbaar vervoer of de kilometervergoeding die voor het rijkspersoneel geldt en een vergoeding van de werkelijk gemaakte verblijfkosten. In de nieuwe verordening is hiermee rekening gehouden. Vergoeding reiskosten woon-/werk en kosten dienstreizen wethouders. De raad kan bij verordening bepalen dat de wethouder in aanmerking komt voor een vergoeding van de reiskosten woon-/werkverkeer en zakelijke reiskosten. De vergoeding woon/werkverkeer bedraagt bij gebruik van de eigen auto 14 eurocent per kilometer. Bij gebruik van openbaar vervoer worden de kosten van het openbaar vervoer vergoed. De vergoeding voor de zakelijke reiskosten bedraagt bij gebruik van een eigen auto 28 eurocent per kilometer en bij gebruik van openbaar vervoer de kosten van het openbaar vervoer. De vergoeding voor verblijfkosten bestaat uit een vergoeding van de noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten. In de huidige verordening is met het vorenstaande rekening gehouden, zodat deze vergoedingen ook in de nieuwe verordening opgenomen zijn. In de nieuwe verordening is tevens een zg. salderingsregeling opgenomen. Dit is nieuw in vergelijking met de huidige verordening. De fiscus staat toe de reiskostenvergoedingen voor woon-/werkverkeer en dienstreizen te salderen, hetgeen een fiscaal voordeel op kan leveren. Buitenlandse dienstreizen. In de huidige verordeningen is niets geregeld over de vergoeding van buitenlandse dienstreizen. Wel zijn in de gedragscode integriteit voor het college de volgende gedragsregels opgenomen voor het maken van een buitenlandse dienstreis door leden van het college. 1. Een lid van het college van B&W die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, ter uitoefening van zijn functie, heeft toestemming nodig van het college van B&W. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld. 2. Een lid van het college van B&W dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten. 3. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van
Pagina 3 van 8
belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. 4. Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag. 5. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een lid van het college van B&W is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken. 6. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken. 7. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het lid van het college van B&W. 8. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht. In de nieuwe verordening is de mogelijkheid van het vergoeden van kosten i.v.m. buitenlandse dienstreizen in het gemeentelijk belang aan zowel wethouders als raads- en commissieleden opgenomen. Ten aanzien van wethouders is daarbij uitdrukkelijk aangegeven dat daarbij de gedragsregels gelden die in de gedragscode integriteit voor het college zijn opgenomen. Wij nodigen uw raad uit soortgelijke gedragsregels op te stellen voor buitenlandse dienstreizen door raads- en commissieleden. Vergoeding kosten deelname cursussen, congressen, seminars of symposia door raadsleden, wethouders en commissieleden/burgerraadsleden. In de huidige verordeningen is alleen geregeld dat wethouders een vergoeding krijgen voor de kosten van deelname aan cursussen, congressen waarmee een gemeentelijk belang wordt gediend. In de nieuwe verordening is ervoor gekozen om de kosten van cursussen, congressen, e.d. waaraan wethouders en raads-en commissieleden in het gemeentelijk belang deelnemen rechtstreeks voor rekening van de gemeente te laten komen. Er is een onderscheid gemaakt tussen cursussen e.d. die door of vanwege de gemeente worden georganiseerd en cursussen die het raadslid, de wethouder en het commissielid op eigen initiatief volgt. In het eerste geval komen de kosten zonder meer voor rekening van de gemeente. In het tweede geval worden er voorwaarden gesteld aan het voor rekening van de gemeente nemen van de kosten. Mobiele telefoon wethouders. Bij besluit van 11 oktober 2005 is door het college de regeling "Mobiele telefonie ten behoeve van de gemeente Boxmeer" vastgesteld. Die regeling gaat ervan uit dat o.m. aan de wethouder als onderdeel van de bedrijfsvoering een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld voor overwegend zakelijk gebruik (90% of meer). In de bruikleenovereenkomst is opgenomen dat
Pagina 4 van 8
de wethouder verklaart de mobiele telefoon overwegend (90% of meer) voor zakelijk verkeer te gebruiken. In de nieuwe verordening is met het vorenstaande rekening gehouden. Computer en internetverbinding. Wethouders en raadsleden hebben op grond van hun rechtspositiebesluit recht op vergoeding van de kosten van een computer, bijbehorende apparatuur en software en de aanleg- en abonnementskosten van een internetverbinding. In de huidige verordeningen is hierover niets geregeld. Wel is in 2001 besloten om aan wethouders en raadsleden een computer in bruikleen te verstrekken. Hiervoor is destijds gekozen omdat het toen volgens de VNG niet mogelijk was om aan wethouders en raadsleden een vergoeding te verstrekken voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer. In de nieuwe model-verordening van de VNG is die mogelijkheid wel opgenomen. Vanwege de mindere administratieve rompslomp en de wens vanuit de raad zelf is in de nieuwe verordening gekozen voor de mogelijkheid om een vergoeding te verstrekken voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer. Voorgesteld wordt om bij het bepalen van de hoogte van deze tegemoetkoming uit te gaan van de aanschafwaarde van de computer (met toebehoren) die de gemeente anders in bruikleen zou geven. Momenteel is dat een bedrag van 1400 euro. Omdat deze tegemoetkoming belast wordt is verder geregeld dat de wethouder en het raadslid gedurende een periode van maximaal drie jaar jaarlijks een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde ontvangen. Ook de aanleg-en abonnementskosten van een internetverbinding dienen door de gemeente te worden vergoed. Voorgesteld wordt om hiervoor een normbedrag van 100 euro als aanlegkosten en een bedrag van 20 euro per maand als abonnementskosten aan te houden. In de model-verordening van de VNG is ook de mogelijkheid opgenomen om aan commissieleden/burgerraadsleden een vergoeding te verstrekken voor de aanschaf of het gebruik van een computer resp. internetverbinding. De gemeente is daar niet toe verplicht. Gelet hierop en de kosten die daarmee gemoeid zijn wordt voorgesteld om af te zien van het verstrekken van een vergoeding aan commissieleden/burgerraadsleden voor de aanschaf en het gebruik van een computer en internetverbinding. Kinderopvang. De gemeenteraad kan bepalen dat wethouders en raadsleden een tegemoetkoming krijgen in de kosten van kinderopvang conform de regeling die voor het gemeentepersoneel is vastgesteld. In de huidige verordeningen is hierover niets opgenomen. Wel is in het verleden besloten om aan wethouders een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang te verstrekken. In de nieuwe verordening is zowel voor wethouders als voor raadsleden de mogelijkheid van toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang opgenomen conform de regeling die voor het gemeentepersoneel geldt. Vergoed wordt een zesde deel van de kosten van kinderopvang op dagen/dagdelen waarop de wethouder/het raadslid feitelijk zijn werkzaamheden uitvoert. Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van opvang en verzorging van een kind in een geregistreerd kindercentrum of gastouderbureau. Spaarloonregeling De gemeenteraad kan bepalen dat wethouders en raadsleden, die gekozen hebben voor een fictief werknemerschap, deel kunnen nemen aan de gemeentelijke spaarloonregeling conform de regeling die voor het gemeentepersoneel is vastgesteld.
Pagina 5 van 8
Wethouders zijn sinds de dualisering van het gemeentebestuur in openbare dienst aangesteld. Dit houdt in dat zij voor de toepassing van de fiscale wetgeving als werknemers worden aangemerkt en uit dien hoofde kunnen deelnemen aan de gemeentelijke spaarloonregeling of de wettelijke levensloopregeling. Raadsleden zijn niet in dienstbetrekking bij de gemeente, maar kunnen wel opteren voor de loonbelasting. Raadsleden die gekozen hebben voor dit zg. fictief werknemerschap kunnen evenals de wethouders deelenemen aan de gemeentelijke spaarloonregeling of de wettelijke levensloopregeling. In de nieuwe verordening is met de mogelijkheid van deelname door wethouders en raadsleden aan de gemeentelijke spaarloonregeling rekening gehouden. Verlaging vergoeding werkzaamheden raadsleden bij arbeidsongeschiktheid en compensatie raadsleden bij korting werkloosheidsuitkering. De gemeenteraad kan bepalen dat aan een raadslid op aanvraag een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt verstrekt om te voorkomen dat die vergoeding tot een verlaging van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid leidt. Ook kan de gemeenteraad bepalen dat aan het raadslid die als gevolg van het ontvangen van de vergoeding van de werkzaamheden te maken krijgt met een korting op zijn werkloosheidsuitkering compensatie geboden wordt. Om drempels voor het aanvaarden van het raadslidmaatschap weg te nemen zijn beide opties in de nieuwe verordening opgenomen. Vergoeding waarneming voorzitterschap gemeenteraad. Het raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, heeft op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden recht op een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt 8% van de vergoeding voor de werkzaamheden als raadslid en 8% van de vaste onkostenvergoeding voor raadsleden. In de nieuwe verordening is hiermee rekening gehouden. Vergoeding reis- en pensionkosten en verhuiskosten wethouders. Sinds de dualisering kunnen personen van buiten de gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Op grond van de Gemeentewet zijn zij verplicht om in de gemeente te gaan wonen waar zij wethouder zijn. De gemeenteraad kan bepalen dat de wethouder in dat geval een verhuiskostenvergoeding ontvangt en eventueel een vergoeding voor gemaakte reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing naar de gemeente. Om drempels voor het aanvaarden van het wethouderschap weg te nemen is deze mogelijkheid in de nieuwe verordening opgenomen. Dienstauto wethouders. De model-verordening van de VNG kent de mogelijkheid van het beschikbaar stellen van een dienstauto met chauffeur aan de wethouder voor het maken van dienstreizen. Deze mogelijkheid is niet in bijgaande concept-verordening opgenomen, omdat dit voor onze gemeente niet opportuun is.
Wettelijke basis/referendabiliteit Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Pagina 6 van 8
Financiën Met dit voorstel is voor 2006 een extra uitgave gemoeid van 20.500 euro op de post facilteiten raadsleden en van 6.300 euro op de post kosten college. Voor 2007 en volgende jaren moet rekening gehouden worden met een structurele verhoging van deze posten met resp. 13.700 euro en 3.300 euro. In de BERAP is deze uitgavenstijging meegenomen.
Voorstel Overgaan tot vaststelling van de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 en de verordening outplacement gewezen wethouders conform bijgaande concepten.
Burgemeester en wethouders van Boxmeer, de loco-secretaris, de burgemeester,
I.M.A.M. van Zeeland
K.W.T. van Soest
Pagina 7 van 8
Bij het onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 en de Verordening outplacement gewezen wethouders 2006.
Liggen de volgende stukken ter inzage: 1. VNG-brieven d.d. 17 mei 2006, kenmerk MARZ/CvA/U200600890 en 7 juli 2006, kenmerk MARZ/CvA/U200601086.
Pagina 8 van 8