Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
Voorwoord De Reeuwijkse Plassen, een uniek veenweidelandschap in het Groene Hart. Het bestuur van het Natuur & Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving heeft de belangrijke taak om in dit gebied de belangen van recreatie, natuur en landschap zo goed mogelijk te behartigen en onderling af te stemmen.
Aanbod van voldoende groene ontspanningsmogelijkheden in en rond dorp en stad is van belang voor de leefbaarheid, het welzijn en de gezondheid van de bewoners. Voor recreanten uit de regio vervullen de recreatiegebieden van de Reeuwijkse Plassen hierin een belangrijke rol. Jaarlijks recreëren veel mensen in de acht deelgebieden van het Schap. Deze deelgebieden nemen ieder afzonderlijk een unieke plaats in binnen de Provincie Zuid-Holland. De combinatie van plassen en sloten, het veenweidelandschap, de gras- en moeraslanden, de verschillende bospercelen tezamen met cultuurhistorie biedt talloze mogelijkheden voor een gevarieerd en aansprekend recreatieaanbod.
Dit voorliggende gebiedsplan Reeuwijkse Plassen is een middel voor bestuur om kaders te stellen voor het duurzaam beheren en ontwikkelen van de openbare natuur- en recreatiegebieden die deel uitmaken van het schap.
Een intensief traject van samenwerking met gebiedspartners en (vertegenwoordigers van) het bestuur is vooraf gegaan aan het opstellen van het eerste concept gebiedsplan.
Het bestuur meent dat met gestelde kaders en de voorgestelde ontwikkelingen het voorliggende plan recht doet aan de aanwezige en bijzondere waarden op het gebied van recreatie, natuur en landschap, de aangepaste ambities van het bestuur en de nieuwe financiële situatie.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
2
Inhoud Voorwoord
2
Samenvatting
4
1.
Inleiding
1.1
Het Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen e.o.
7
1.2
Werkingsgebied en beheergebieden
8
1.3
Recreatie als spel van vraag en aanbod
9
1.4
Totstandkoming gebiedsplan
10
1.5
Leeswijzer
10
2.
De Reeuwijkse Plassen, Waar Holland leeft
2.1
Karakteristiek Reeuwijkse Plassen
12
2.2
Ligging Reeuwijkse Plassen
12
2.3
Externe ontwikkelingen
12
2.4
Zonering Recreatie en Natuur
13
2.5
Hoofdopgaven
14
3.
De ontwikkeling van de Reeuwijkse Plassen
3.1
Inleiding
16
3.2
Gouwebos
17
3.3
´t Weegje
20
3.4
Reeuwijkse Hout
23
3.5
Goudse Hout
27
3.6
Twaalfmorgen
30
3.7
Elfhoeven
33
3.8
Routestructuren en overige zaken
36
4.
Financiën
4.1
Algemeen
39
4.2
Meerjaren Investerings Plan
39
Bijlagen:
A.
Externe beleidsprogramma’s
B.
Recreatiemotieven en activiteiten
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
3
Samenvatting De Reeuwijkse Plassen, een uniek veenweidelandschap in het Groene Hart. Het karakteriserende Hollandse landschap contrasteert in toenemende mate met de oprukkende verstedelijking. Het boeiende landschap vormt een afwisselend decor voor veel verschillende recreatievormen. Het Natuur & Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving heeft tot taak om in dit gebied de belangen van recreatie, natuur en landschap zo goed mogelijk te behartigen en onderling af te stemmen. Dit voorliggende gebiedsplan Reeuwijkse Plassen is een middel voor het schapsbestuur om kaders te stellen voor het duurzaam beheren en ontwikkelen van de openbare natuur- en recreatiegebieden die deel uitmaken van het schap. De belangen tussen natuur & recreatie worden hierin zorgvuldig afgewogen en afgezet tegen de ambities van het bestuur en de beschikbare (financiële) middelen. Het gebiedsplan vormt zo het inhoudelijke en financiële kader voor het bestuur bij beslissingen omtrent het beheer en omvorming van bestaande gebieden en investeringsvoorstellen voor nieuwe ontwikkelingen. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen binnen de beheergebieden van het Schap, zoals het aantrekken van commerciële voorzieningen en het vergroten van de natuurwaarden, is per deelgebied een zoneringskaart opgesteld. De zoneringskaart is er niet alleen op gericht om zones aan te geven die zich lenen voor intensieve vormen van recreatie en commerciële ontwikkeling, maar ook -vanwege de dubbeldoelstelling (recreatie en natuur) van het Schap- om zones aan te geven die zich juist niet lenen voor intensieve vormen van recreatie en commerciële ontwikkeling. Deze zones zijn bedoeld voor extensieve vormen van recreatie en natuurwaarden. De zoneringskaart is richtinggevend voor het beleid van het Schap inzake werving van commerciële voorzieningen, natuurbeheer, aanpassingen van de inrichting en alle andere aspecten van het beheer van het gebied. De uitwerking ervan gebeurt in de inrichtings- en beheerplannen van het Schap. De planologische borging van nieuwe ontwikkelingen in bestemmingsplannen is een gemeentelijke taak, het Schap zal als dat nodig is hiertoe vroegtijdig in overleg treden met de betrokken gemeente(n). Een intensief traject van samenwerking met gebiedspartners en (vertegenwoordigers van) het bestuur is vooraf gegaan het opstellen van het gebiedsplan. Het inhoudelijke deel kon hiermee ter inzage worden gelegd en afgerond. Wat betreft het financiële deel kwamen er eind 2011 een drietal zaken om de hoek kijken. Ingevolge het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) moet het schap begrotingstechnisch kunnen garanderen dat de duurzame instandhouding van de natuur- en recreatiegebieden inclusief recreatieve voorzieningen wordt gewaarborgd. Tot en met de begroting 2012 zijn in de beheerbegroting de reserveringen voor vervangingsinvestering niet meegenomen. Dit heeft het bestuur bij de begroting 2013 in het kader van een Packagedeal geregeld door de (financiële) invoering van Terrein Beheer Model in combinatie met de herijking van de deelnemersbijdragen. Verder heeft het bestuur besloten om bezuinigingen door te voeren als reactie op de economische crisis. Ten slotte heeft de rijksoverheid haar beleid gewijzigd en trekt zij zich terug op de dossier van ruimtelijke ordening en natuur met alle financiële en programmatische consequenties van dien. Deze drie ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de ambities opnieuw afgezet moesten worden tegen de nieuwe financiële situatie binnen het schap. Deze herijking is eind 2011 op bestuurlijk niveau uitgevoerd in samenwerking met de deelnemers van het schap. Uitgangspunten hierbij waren: heldere prioritering in investeringen, focus op de bovengemeentelijke meerwaarde, invulling geven aan noodzakelijke omvormingen en het generen van meer inkomsten uit bestaande en nieuwe exploitaties. Bij de Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
4
voorbereiding van dit gebiedsplan is een scan gedaan op het potentiële verdienvermogen van de gebieden van het schap. Binnen het schap vormen de routestructuren voor wandelen en fietsen een zeer belangrijk onderdeel van de voorzieningen en kennen samen met het Reeuwijkse Hout een (boven) regionaal gebruik. De routestructuren verbinden de deelgebieden onderling en met de steden en groengebieden buiten het schap. Het Reeuwijkse Hout heeft een goede ontsluiting vanaf de A12 en is hierdoor ook het gebied met de grootste verdiencapaciteit. De Goudse Hout volgt met afstand op een tweede plaats. De overige deelgebieden, inclusief het water, hebben nagenoeg geen verdiencapaciteit en/of worden interlokaal gebruik. Het voorliggende plan doet recht aan de aanwezige en bijzondere waarden op het gebied van recreatie, natuur en landschap, de aangepaste ambities van het bestuur en de nieuwe financiële situatie. Het is een ontwikkelingsplan op hoofdlijnen. De ambities van het bestuur zijn geformuleerd in 3 hoofdopgaven. Deze opgaven komen voort uit de gedachte dat het gebied door de unieke ligging op de overgang tussen de Zuidvleugel en het Groene Hart als “Poort naar het Groene Hart” fungeert en er jaarlijks honderdduizenden recreatieve bezoeken worden gebracht aan de diverse deelgebieden. Om deze bezoeken te blijven faciliteren en de poortfunctie verder vorm te geven zijn de volgende opgaven geformuleerd: A. Het duurzaam in stand houden van de beheergebieden, verbinden en ontwikkelen van recreatiemogelijkheden en natuurwaarden in aansluiting op de hedendaagse behoefte van recreanten. B. Aansluiten bij externe ontwikkelingen in en rond het schapsgebied en samenwerking zoeken c.q. kennis delen met andere partijen (inclusief “werk met werk maken”). C. Ambities en de financiële middelen zodanig herschikken dat hoofdopgave A en B op korte en lange termijn haalbaar zijn. De hoofdopgaven zijn uitgewerkt in ontwikkelingsrichtingen voor de zes deelgebieden en routestructuren binnen het werkingsgebied. Deze uitwerkingen vormen het inhoudelijke en financiële kader voor het bestuur voor uitvoering van haar ambities én vormen het afwegingskader voor nieuwe investeringsvoorstellen van derden. Bij alle ontwikkelingsrichtingen geldt het uitgangspunt dat het beheer en de investeringen zich richten op de bovengemeentelijke taken die het schap in haar gemeenschappelijke regeling heeft vastgelegd. Daarnaast is het belangrijk om de recreatieve vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen. Informatie is gehaald uit eerder in het schap uitgevoerde recreantenonderzoeken. Daarnaast worden zogenaamde recreatiemotieven en leefstijlen als uitgangspunt genomen. De ontwikkelingsrichtingen zijn in verband met de financiële herijking door het bestuur opgebouwd uit de onderdelen Omvormen, Duurzaam beheren en Investeren. Concreet betekent dit dat dit gebiedsplan zich in volgorde van prioriteit richt op: 1. 2. 3. 4. 5.
Het vergroten van de bovenregionale functie van de Reeuwijkse Hout; Versterken van de routestructuren (wandelen en fietsen) als verbindend element en belangrijkste voorziening in het gebied (o.a. fietspad Wiericke); Versterken van de functie als verblijfspark van de Goudse Hout met ruimte voor nieuwe (commerciële) voorzieningen; Voorsorteren op de verbinding van de Oostpolder en ’t Weegje tot een groengebied met regionale betekenis; Het versterken van Elfhoeven en de Reeuwijkse Hout als de weinige openbare plekken waar recreanten aan de plassen kunnen recreëren;
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
5
6.
Voorsorteren op de verbinding van het Gouwebos met het Bentwoud tot een groengebied met regionale betekenis.
Het natuur- en recreatieschap heeft bestaande projectlijsten opnieuw op haalbaarheid bezien en alleen voor die projecten gekozen die binnen de financiële kaders en hoofdopgaven invulling geven aan het: • • • •
afronden van lopende projecten met veelal cofinanciering van derden; uitvoeren van noodzakelijke omvormingen die voorzien in een verlaging van de beheerlasten; waarborgen dat alle gebieden voldoen aan het basisniveau ‘schoon, heel en veilig’; anticiperen op potentiële investeringen van private partijen met potentieel verdienvermogen voor het schap.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
6
1
Inleiding
1.1
Het gebiedsplan Reeuwijkse Plassen e.o.
De Reeuwijkse Plassen, een uniek veenweidelandschap in het groene hart. Het karakteriserende Hollandse landschap contrasteert in toenemende mate met de oprukkende verstedelijking. Aanbod van voldoende groene ontspanningsmogelijkheden in en rond dorp en stad is van belang voor de leefbaarheid, het welzijn en de gezondheid van de bewoners. Voor recreanten uit de regio vervullen de recreatiegebieden van de Reeuwijkse Plassen hierin een belangrijke rol. Jaarlijks recreëren veel mensen in de acht deelgebieden van het Schap. Deze deelgebieden nemen ieder afzonderlijk een unieke plaats in binnen de Provincie Zuid-Holland. De combinatie van plassen en sloten, het veenweidelandschap, de gras- en moeraslanden, de verschillende bospercelen tezamen met cultuurhistorie biedt talloze mogelijkheden voor een gevarieerd en aansprekend recreatieaanbod. Het Natuur & Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving heeft tot taak om in dit gebied de belangen van recreatie, natuur en landschap zo goed mogelijk te behartigen en onderling af te stemmen. In de gemeenschappelijke regeling van het schap is de volgende doelstelling opgenomen: “Het natuur- en recreatieschap heeft binnen de grenzen van het werkingsgebied tot doel in onderlinge samenhang: • het behartigen van de bovengemeentelijke belangen van de openluchtrecreatie; • de behartiging van de belangen van de natuurbescherming; • en het bewaren en bevorderen van het natuur- en landschapsschoon.” Het Algemeen Bestuur van het Natuur en Recreatieschap, hierna te noemen schap, heeft in december 2006 de schapsvisie 2007-2010 vastgesteld. Onderliggend gebiedsplan is een op uitvoering gerichte uitwerking van de schapsvisie en een middel voor het schapsbestuur om kaders te stellen voor het duurzaam beheren en ontwikkelen van de openbare natuur- en recreatiegebieden die deel uitmaken van het schap. Het schap als eigenaar van de deelgebieden en belangenbehartiger van de recreatie op bovengemeentelijk niveau bevind zich in de positie om keuzes en prioriteitstellingen te kunnen en in deze tijd van economische crisis ook te moeten maken. De belangen tussen natuur & recreatie worden hierin zorgvuldig afgewogen en afgezet tegen de ambities van het bestuur en de beschikbare (financiële) middelen. Het gebiedsplan vormt zo het inhoudelijke en financiële kader voor het bestuur bij beslissingen omtrent het beheer en omvorming van bestaande gebieden en investeringsvoorstellen voor nieuwe ontwikkelingen. In het gebiedsplan worden de ambities en doelen uit de schapsvisie vertaald naar een ontwikkelrichting per deelgebied. Voor de gewenste ontwikkelingsrichting is per recreatiegebied een realisatiestrategie geformuleerd en zijn op uitvoering gerichte projecten en acties benoemd. Acties zijn de activiteiten die ondernomen worden op basis van reguliere dienstverlening, voor projecten is additioneel budget nodig.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
7
1.2
Werkingsgebied en beheergebieden
Het schap maakt onderscheid tussen het werkingsgebied en de beheergebieden. Het werkingsgebied van het Schap omvat de buitengrenzen van de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling te weten Boskoop,Gouda, Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen.
Kaart 1: werkingsgebied en beheergebieden Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o.
Binnen de grenzen van het werkingsgebied geeft het natuur- en recreatieschap invulling aan haar doelstelling. Dit gebeurt met name in de zes natuur- en recreatiegebieden die bij het schap in beheer zijn: de Reeuwijkse Hout, het Gouwebos, ’t Weegje, de Goudse Hout, Elfhoeven en Twaalfmorgen. Daarbuiten beheert het schap enkele routestructuren verspreid over het werkingsgebied. Het natuur- en recreatieschap voert met toestemming van de deelnemende gemeenten toezicht en handhaving uit in haar hele werkingsgebied. In het beheergebied is het natuur- en recreatieschap ook actief als initiator en ontwikkelaar van gebiedsontwikkelingen ten behoeve van recreatie. Tevens verzorgt het recreatieschap het beheer binnen de beheergebieden.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
8
1.3
Recreatie als spel van vraag en aanbod
Het gebiedsplan beoogt een optimale afstemming te zijn tussen vraag en aanbod naar recreatiemogelijkheden. De vraagzijde wordt bepaald door de recreanten en de aanbodzijde door recreatiemogelijkheden en ruimtelijke kwaliteit die de gebieden bieden. Vraagzijde: recreatiemotieven Het recreatiegedrag van de Nederlander wordt steeds diverser. Demografische en sociaaleconomische kenmerken zeggen steeds minder over de vrijetijdsbesteding van Nederlanders. Om goed grip op de recreatievraag van (potentiële) recreanten te krijgen onderscheidt het schapsplan zogenaamde recreatiemotieven. Deze recreatiemotieven vormen een belangrijke peiler onder de analyses, visie en deeluitwerkingen van onderliggend schapsplan. Een omschrijving van de recreatiemotieven is opgenomen in onderstaand kader. De onderverdeling van deze hoofdmotieven wordt gegeven in bijlage B.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
9
Aanbodzijde Het aanbod worden gevormd door het werkingsgebied Reeuwijkse Plassen e.o. en in het bijzonder de beheergebieden. Het aanbod van de gebieden wordt in de deelgebiedsuitwerkingen in hoofdstuk 3 omschreven. Hierbij wordt bij de gebiedstypering gekeken naar de ruimtelijke kwaliteit en naar de aanwezige voorzieningen en recreatie mogelijkheden. Aan de hand hiervan kan per gebied vastgesteld worden welke recreatiemotieven op het betreffende gebied van toepassing zijn. Samen met de overige aspecten als de hoofdopgaven van het schap, de financiële kaders en externe ontwikkelingen kan per deelgebied een gewenste ontwikkeling en realisatiestrategie worden bepaald.
1.4
Totstandkoming gebiedsplan
De eerste versie van het gebiedsplan uit 2010 is in samenwerking met gebiedspartners en het schapsbestuur tot stand gekomen. Bij de ontwikkeling van het plan is in 2008/2009 een interactief traject gevolgd met veel aandacht voor ambities en gebiedsinvesteringen. De resultaten uit het interactieve traject zijn vastgelegd in het concept gebiedsplan dat in 2010 ter inzage heeft gelegen. De inspraakreacties zijn beantwoord in een nota van beantwoording. Het gebiedsplan kon echter niet in 2010 worden vastgesteld omdat zich in die tijd diverse ontwikkelingen voordeden die diepgaande invloed hadden op hetgeen wat was opgetekend in het concept gebiedsplan 2010 (zie kader): budgetten voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen moesten in het kader van het Besluit Begrotings Verantwoording in de begroting van het schap worden opgenomen. Dit heeft het bestuur geregeld door de (financiële) invoering van Terrein Beheer Model in combinatie met de herijking van de deelnemersbijdrage. Ambities in het concept-Gebiedsplan zijn beter in overeenstemming gebracht met het beschikbare investerings- en beheerbudget. Er is gezocht naar besparingen en naar mogelijkheden om de eigen inkomsten van het schap te verhogen. Dit geheel aan oplossingen is aangeduid als Packagedeal. Één van de besparingsmaatregelen zijn omvormingen van beheertypen in de recreatiegebieden. Door functiewijziging worden minder beheerkosten gemaakt (zie beschrijvingen per deelgebied). Deze drie ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de ambities uit 2010 opnieuw afgezet moesten worden tegen de nieuwe financiële situatie binnen het schap. Deze herijking is eind 2011 uitgevoerd in samenwerking met de deelnemers van het schap. Uitgangspunten hierbij waren: heldere prioritering in investeringen, bovengemeentelijke meerwaarde, invulling geven aan noodzakelijke omvormingen en de noodzaak tot het verkrijgen van meer verdiencapaciteit.
1.5
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op het werkingsgebied van het natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o. Hierbij wordt ingegaan op de identiteit en de ligging van het gebied en de belangrijkste ontwikkelingen en trends die op het gebied af komen worden geduid. Hoofdstuk 2 sluit af met de hoofdopgaven waar het schap voor staat. In hoofdstuk 3 zijn voor de zes recreatiegebieden en de routestructuren in het gebied de kaderstellende ontwikkelingsrichtingen geschetst die invulling geven aan de hoofdopgaven waar het schap voor staat. Hierbij is tevens een realisatiestrategie opgenomen. In hoofdstuk 4 is de financiële paragraaf opgenomen.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
10
Drie ontwikkelingen rond 2010 die herijking concept gebiedsplan noodzakelijk maakten
Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) Ingevolge het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) moet het schap begrotingstechnisch kunnen garanderen dat de duurzame instandhouding van de natuur- en recreatiegebieden inclusief recreatieve voorzieningen (kapitaalgoederen) wordt gewaarborgd. Oftewel, het regulier onderhoud is op orde, het groot onderhoud wordt op basis van inspecties uitgevoerd en bij het verstrijken van de technische levensduur van de betreffende voorziening zijn er voldoende middelen om de voorziening te vervangen (vervangingsinvestering).Ondanks dat dit sinds de inwerkingtreding van het BBV in 2004 wettelijk verplicht is, zijn tot op heden in de beheerbegroting de reserveringen voor vervangingsinvestering niet meegenomen. Dit omdat de gedachte was dat deze vervangingsinvesteringen gefinancierd zou kunnen worden uit commerciële inkomsten, m.n. op de Reeuwijkse Hout. Het is bekend dat dit geen bewaarheid is gebleken.
In 2005 is door G.Z-H het Terrein Beheer Model (TBM) ontwikkeld dat voorziet in het door de BBV gevraagde beheerbeleid van kapitaalgoederen en een begrotingssystematiek welke voorziet in regulier- en groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Invoering van het TBM betekent voor het beheer van het natuur- en recreatiegebied dat de huidige recreatievoorzieningen duurzaam in stand gehouden kunnen worden en daarmee te voldoen aan de BBV. In 2009 en 2010 zijn de consequenties van het voldoen aan de BBV door de invoering van het TBM voor natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o. in beeld gebracht. Toepassing van de begrotingssystematiek van het Terrein Beheer Model (TBM) op het huidige en toekomstige beheerareaal wijst op een structureel begrotingstekort op de beheergelden. Daarom zijn de investeringen inclusief de daaraan gekoppelde toekomstige beheerlasten uit het concept gebiedsplan 2010 herzien. Economische crisis De tweede ontwikkeling die zich voordeed, waren de economische omstandigheden die in zeer korte tijd drastisch wijzigden. Er moet rekening worden gehouden dat de komende jaren substantieel minder financiële middelen beschikbaar zijn voor de ontwikkeling en het beheer van de groengebieden. Daarmee kwamen de mogelijkheden voor investeringen van het natuur- en recreatieschap zoals vastgelegd in het concept gebiedsplan 2010 onder druk te staan. Doorgaan met het daarin opgenomen investeringsprogramma is onmogelijk, er moesten prioriteiten worden aangebracht. Daarom is het investeringsprogramma uit 2010 herzien en in balans gebracht met de naar beneden bijgestelde ontwikkeling- en beheerbudgetten.
Gewijzigde beleidscontext Tot slot is er een enorme verschuiving opgetreden rond 2010 in beleid en beleidsvoornemens. Dit is mede een gevolg van de crisis maar heeft ook nadrukkelijk te maken met een terugtrekkende rijksoverheid op het dossier van ruimtelijke ordening en natuur met alle financiële en programmatische consequenties van dien. De nieuwe beleidscontext maakt dat veel van de externe ontwikkelingen waarop het concept gebiedsplan anticipeerde niet, later of in afgeslankte vorm worden uitgevoerd. Daarom zijn de ontwikkelrichtingen uit 2010 waar nodig herzien en aangepast op de gewijzigde beleidscontext.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
11
2.
De Reeuwijkse Plassen e.o., ‘Waar Holland leeft’
2.1
Karakteristiek Reeuwijkse Plassen e.o.
De Reeuwijkse Plassen zijn ontstaan tussen de 10e en de 14e eeuw door de grote ontginningen van het natuurlijke landschap van rivieren, kreken, oeverwallen en uitgestrekte veengebieden. Ontwatering, ontginning, turf- en zandwinning, bodemdaling en bemaling maakten van het natuurlijk landschap een agrarisch cultuurlandschap. Het landschap van de Reeuwijkse Plassen en haar omgeving bestaat uit dertien plassen, van elkaar gescheiden door smalle weggetjes. De plassen en haar oevers zijn grotendeels particulier bezit. De beheergebieden Twaalfmorgen, Elfhoeven en de Reeuwijkse Hout behoren tot de weinige openbare plekken waar je als recreant aan de plassen kunt recreëren. Het karakteristieke Hollandse landschap van de Reeuwijkse Plassen contrasteert in toenemende mate met de oprukkende verstedelijking. Bedrijven en infrastructuur vestigen zich tussen de schapen en koeien in de wei. Snelwegen en spoorlijnen dooraderen het gebied. Deze overgang tussen stad en veenweidelandschap levert een boeiend landschap op. Het vormt een afwisselend decor voor veel verschillende recreatievormen en het landschap heeft hier een hoge belevingswaarde. Binnen het schap zijn met afstand de belangrijkste recreatievormen fietsen en wandelen. De routestructuren voor wandelen en fietsen vormen dan ook een belangrijk onderdeel van de voorzieningen in de gebieden en verbinden de deelgebieden onderling met de steden en de gebieden buiten het schap. Naast de routestructuren kent ook het Reeuwijkse Hout een bovenregionaal gebruik. Het is het grootste deelgebied binnen het schap en wordt met name bij mooi weer erg druk bezocht. Dit komt mede door de goede ontsluiting vanaf de A12. Het Reeuwijkse Hout is hierdoor ook het gebied met de grootste verdiencapaciteit. De Goudse Hout volgt met afstand op een tweede plaats. De overige deelgebieden, inclusief het water, hebben nagenoeg geen verdiencapaciteit en worden hoofdzakelijk (inter)lokaal, door de bewoners binnen het werkingsgebied van het schap, gebruikt.
2.2
Ligging Reeuwijkse Plassen e.o.
Het werkingsgebied van de Reeuwijkse Plassen valt landschappelijk gezien gedeeltelijk in het Zuidvleugellandschap én gedeeltelijk in het Groene Hart Landschap. De gebieden Twaalfmorgen en Elfhoeven liggen in het Groene Hart, de Reeuwijkse Hout en de Goudse Hout zijn gelegen op de overgang van het Groene Hart naar de Zuidvleugel en ’t Weegje en het Gouwebos zijn geheel gelegen in de Zuidvleugel. In het Zuidvleugellandschap is de stedelijke druk relatief hoog en worden intensieve vormen van landbouw bedreven, zoals sierteelt in de omgeving van Boskoop. In het Groene Hart is er minder stedelijke druk en worden extensievere vormen van landbouw bedreven, zoals melkveehouderijen op veenweidegrond.
2.3
Externe ontwikkelingen
Onderliggend gebiedsplan wil waar (financieel) mogelijk en passend binnen de doelstelling van het schap actief (mede) uitvoering geven aan recreatieve beleidsvoornemens van gebiedspartijen, afgestemd op de ontwikkelingen in de Zuidvleugel. De belangrijkste en meest relevante beleidsprogramma’s voor de Reeuwijkse Plassen zijn Randstad Urgent (Groene Ruggengraat en Zuidplaspolder) Zuidvleugel Zichtbaar Groener (Bentwoud, Groenzone Noordwest, het Middengebied,
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
12
de Groenblauwe Zone Zuidoost en de Oostpolder), het Veenweideconvenant Gouwe Wiericke, de Gebiedsvisie Plassengebied en de Provinciale Structuurvisie. Doel van deze programma’s is het verbeteren van het vestigingsklimaat en de leefkwaliteit van het gebied onder andere door de kwaliteit en vitaliteit te behouden en versterken. In de deelgebiedsuitwerking zijn de concrete aspecten en projecten uit deze stukken meegenomen. Een samenvatting van deze beleidsprogramma’s treft u aan in bijlage A. De gewijzigde economische situatie is zowel rechtstreeks van invloed op het schap als indirect via bovenstaande programma’s. De veranderingen zijn deels conjunctureel van aard maar ook deels structureel. Er moet daarom rekening worden gehouden met het feit dat de komende jaren substantieel minder investeringen beschikbaar zijn voor de ontwikkeling van groengebieden. Dat geldt voor zowel publieke investeringen, al dan niet in de vorm van subsidies, als voor private investeringen. Daarmee staan ook de mogelijkheden voor investeringen van het natuur- en recreatieschap onder druk. Dit geldt voor zowel de huidige beheergebieden en routestructuren als voor nieuw te ontwikkelen gebieden door derden zoals het Bentwoud. Dit noodzaakt tot het maken van heldere keuzen door het schap wat betreft investeringen in zowel kwaliteitsimpulsen als bezuinigingen op het beheer door omvormingen. Bij het maken van deze keuzes spelen ook nadrukkelijk de huidige en toekomstige beheerkosten van gebieden een rol. Uitgangspunt is dat zowel kwaliteitsimpulsen als omvormingen moeten leiden tot lagere lasten voor het schap.
2.4
Zonering Recreatie en Natuur
Naast het bevorderen van recreatie heeft het schap ook het beschermen van natuur tot doel. Naast de intrinsieke waarden die natuur heeft is de aanwezige natuur ook erg waardevol ten aanzien van de recreatieve functies. De natuurelementen zorgen voor een aantrekkelijk decor en vergroten de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. De aanwezige natuurwaarden verschillen van gebied tot gebied in kwaliteit en verschijningsvorm. Met name het deelgebied ’t Weegje heeft hoge ecologische waarden en herbergt bijzondere soorten als de roerdomp, het woudaapje en de kleine watersalamander. Per deelgebied zijn de natuurwaarden in hoofdstuk 3 verder uitgewerkt. Veel vormen van recreatie gaan prima samen met natuurbescherming, andere iets minder. Daarom werkt het schap met een ruimtelijke zonering. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen binnen de beheergebieden van het Schap, zoals het aantrekken van commerciële voorzieningen en het vergroten van de natuurwaarden, is per deelgebied een zoneringskaart opgesteld. De zoneringskaart is er niet alleen op gericht om zones aan te geven die zich lenen voor intensieve vormen van recreatie en commerciële ontwikkeling, maar ook -vanwege de dubbeldoelstelling (recreatie en natuur) van het Schap- om zones aan te geven die zich juist niet lenen voor intensieve vormen van recreatie en commerciële ontwikkeling. Deze zones zijn bedoeld voor extensieve vormen van recreatie en natuurwaarden. De zoneringskaart is richtinggevend voor het beleid van het Schap inzake werving van commerciële voorzieningen, natuurbeheer, aanpassingen van de inrichting en alle andere aspecten van het beheer van het gebied. De uitwerking ervan gebeurt in de inrichtings- en beheerplannen van het Schap. De planologische borging van nieuwe ontwikkelingen in bestemmingsplannen is een gemeentelijke taak, het Schap zal als dat nodig is hiertoe vroegtijdig in overleg treden met de betrokken gemeente(n).
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
13
2.5
Hoofdopgaven
Het schap moet de komende jaren uitvoering geven aan haar doelstelling in een tijd waarin rekening moet worden gehouden met minder financiële armslag dan in het recente verleden. Er zullen de komende jaren minder investeringsmiddelen beschikbaar zijn voor groenontwikkeling en ook de beheerbudgetten staan onder druk. De ambities van het bestuur zijn geformuleerd in 3 hoofdopgaven. Deze opgaven komen voort uit de gedachte dat het gebied door de unieke ligging op de overgang tussen de Zuidvleugel en het Groene Hart als “Poort naar het Groene Hart” fungeert en er jaarlijks honderdduizenden recreatieve bezoeken worden gebracht aan de diverse deelgebieden. Om deze bezoeken te blijven faciliteren en de poortfunctie verder vorm te geven zijn de volgende opgaven geformuleerd:
A. Het duurzaam in stand houden, verbinden en ontwikkelen van recreatiemogelijkheden en natuurwaarden in aansluiting op de hedendaagse behoefte van recreanten. B. Aansluiten bij externe ontwikkelingen in en rond het schapsgebied en samenwerking zoeken c.q. kennis delen met andere partijen (inclusief “werk met werk maken”) C. Ambities en de financiële middelen zodanig herschikken dat hoofdopgave A en B op korte en lange termijn haalbaar zijn.
Uitwerking hoofdopgaven: A. De vraag naar recreatie is divers en aan constant aan veranderingen onderhevig. Om te kunnen blijven aansluiten op de maatschappelijke vraag is het zaak om te blijven ontwikkelen. Immers; het schap moet kunnen anticiperen op nieuwe recreatieve ontwikkelingen en trends en moet kunnen anticiperen op ruimtelijke initiatieven van overheden, private partijen en burgers die kansen opleveren voor het schap. Dit houdt in de inrichting en voorzieningen aanpassen, het accentueren van de verschillen en uniciteit van de verschillende deelgebieden, het verbinden van de deelgebieden onderling en met de omgeving, het opwaarderen van de programmering inclusief jaarrond voorzieningen. De laatste jaren is de vraag naar recreatieve voorzieningen verschoven van passieve vormen (zonnen/luieren) naar meer actieve vormen en beleving (wandelen, fietsen, watersport). De routestructuren voor fietsen en wandelen vormen de komende jaren een van de belangrijkste voorzieningen. Verder is het borgen van de sociale veiligheid een belangrijk zorggebied van het schap (toezicht en handhaving). Om de bruikbaarheid en aantrekkelijkheid van gebieden te vergroten en om te voorkomen dat bepaalde gebieden door recreanten gemeden worden is het van belang om maatregelen te nemen die de sociale veiligheid in bepaalde gebieden verbeteren. Daarnaast is het belangrijk dat inwoners de recreatiegebieden kennen en weten wat er te doen is. Met de inzet van nieuwe media wil het schap de recreant hierover informeren. Gezien de eerder genoemde economische en financiële aspecten die binnen het schap spelen is het van belang bij het beheer en ontwikkelingen van de gebieden expliciet aandacht te hebben voor het verdienvermogen: realiseren opbrengsten en/of lagere beheerskosten. B. Om de gebieden actueel te houden en te verbinden met andere gebieden is het van belang om aan te sluiten bij externe ontwikkelingen die gaande zijn in en nabij het werkingsgebied. De uitbreiding van groengebieden in de regio, waaronder het Bentwoud, de Groene Ruggengraat en landschapspark Oostpolder, biedt kansen voor het schap.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
14
Voor gebiedsontwikkeling, promotie & marketing, de ontwikkeling van routestructuren en de bescherming van natuur en landschap zet het schap in op samenwerking en kennisdeling met andere recreatieschappen, agrariërs, platforms en bestuurlijke samenwerkingverbanden in het Groene Hart. C. Het schap hanteert het uitgangspunt dat voor een duurzame ontwikkeling van het werkingsgebied nieuwe toekomstige gebiedsinvesteringen nodig blijven. Het schap heeft een beperkt investeringsvermogen en beheerbudget beschikbaar voor uitvoering van (gezamenlijke) projecten. Nieuwe gebiedsinvesteringen moeten per saldo altijd leiden tot een verhoging van de (natuur en/of recreatieve) gebiedskwaliteit. Verder gelden hier de uitgangspunten een heldere prioritering in investeringen en een bovengemeentelijke meerwaarde van de projecten. Tevens zal het schap alleen investeren indien er sprake is van cofinanciering en/of zicht op nieuw inverdienvermogen. De stijging van de beheerslasten als gevolg van het opnemen in de begroting van budgetten voor groot onderhoud & vervangingsinvesteringen en het in beheer nemen van nieuwe gebieden en overige investeringsvoorstellen moet (gedeeltelijk) worden opgevangen door het omvormen van gebieden om tot lagere beheerskosten te komen. Uitgangspunt hiervoor is de Packagedeal.
De hoofdopgaven zijn uitgewerkt in ontwikkelingsrichtingen voor de zes deelgebieden en routestructuren binnen het werkingsgebied. Deze uitwerkingen vormen het inhoudelijk en financieel kader voor het bestuur voor uitvoering van haar ambities én vormen het afwegingskader voor nieuwe investeringsvoorstellen van derden. Bij alle ontwikkelingsrichtingen geldt het uitgangspunt dat het beheer en de investeringen zich richten op de bovengemeentelijke taken die het schap in haar gemeenschappelijke regeling heeft vastgelegd. Concreet heeft het schapsbestuur gekozen voor de volgende prioritering ten behoeve van het gebiedsplan: 1. Het vergroten van de bovenregionale functie van de Reeuwijkse Hout; 2. Versterken van de routestructuren (wandelen en fietsen) als verbindend element en belangrijkste voorziening in het gebied (o.a. fietspad Wiericke); 3. Versterken van de functie als verblijfspark van de Goudse Hout met ruimte voor nieuwe (commerciële) voorzieningen; 4. Voorsorteren op de verbinding van de Oostpolder en ’t Weegje tot een groengebied met regionale betekenis; 5. Het versterken van Elfhoeven en de Reeuwijkse Hout als de weinige openbare plekken waar recreanten aan de plassen kunnen recreëren; 6. Voorsorteren op de verbinding van het Gouwebos met het Bentwoud tot een groengebied met regionale betekenis.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
15
3.
De ontwikkeling van de Reeuwijkse Plassen e.o.
3.1
Inleiding
Voor alle deelgebieden zijn de hoofdopgaven uit het vorige hoofdstuk uitgewerkt naar ontwikkelingsrichtingen. Het is belangrijk om de recreatieve vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen. Hiervoor worden de zogenaamde recreatiemotieven als uitgangspunt genomen. De ontwikkelingsrichtingen zijn opgebouwd uit de bouwstenen Omvormen, Duurzaam beheren en Investeren. Acties en projecten
Verandering structurele baten
Aangepast beheer
Besparing beheerkosten
Nr
Bouwsteen
Strategie
1
Omvormen
Beheergebied op onderdelen omvormen door het treffen van beheermaatregelen
2
Duurzaam beheren
Beheergebied beheren conform Eventueel huidige inrichting op minimaal achterstallig kwaliteitsniveau: schoon, heel en veilig onderhoud
Beperkt
3
Te overwegen investeringen
Beheergebied ontwikkelen door uitvoering investeringsprojecten
Kansrijk
Projecten
Per beheergebied wordt eerst de huidige situatie beschreven, voor zowel recreatie als natuur. Vervolgens komen de opgaven van het gebied aan bod, gevolgd door relevante externe ontwikkelingen. De ontwikkelingsrichting beschrijft de ambities voor het deelgebied voor de komende jaren, de realisatiestrategie hoe deze ambities vorm krijgen. Ook wordt per deelgebied de gewenste zonering aangegeven. Tot slot wordt de ontwikkelingsrichting vertaald in concrete acties en projecten. Acties vinden plaats in het kader van de reguliere dienstverlening. Voor projecten is additionele financiering noodzakelijk. Het natuur- en recreatieschap heeft voor een aanzienlijk aantal projecten (zie investeringsplan) kredieten beschikbaar gesteld. Voor deze projecten zijn de noodzakelijk financiële middelen voor zowel de investeringen als het beheer opgenomen in de begroting 2013 en in de meerjarenraming van het schap. Het natuur- en recreatieschap heeft bestaande projectlijsten opnieuw op haalbaarheid bezien en alleen voor die projecten gekozen die binnen de financiële kaders en hoofdopgaven invulling geven aan het: • afronden van lopende projecten met veelal cofinanciering van derden; • uitvoeren van noodzakelijke omvormingen die voorzien in een verlaging van de beheerlasten; • waarborgen dat alle gebieden voldoen aan het basisniveau ‘schoon, heel en veilig’; • anticiperen op potentiële investeringen van private partijen met potentieel verdienvermogen voor het schap.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
16
3.2
Het Gouwebos
‘Stadspark met potentie’ Oppervlak: 40 hectare Startjaar van inrichting: 1972 Functie: (inter)lokaal Recreatiemotief bezoekers: “er even tussen uit” Hoofdactiviteit: toerfietsen/wandelen Duur verblijf: kort
Gebiedstypering Het Gouwebos is een recreatiebos dat is aangelegd in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Het gebied fungeert als een groene buffer tussen Boskoop en Waddinxveen. Doordat het Gouwebos in noord-zuid richting wordt doorkruist door de spoorlijn tussen Boskoop en Waddinxveen, valt het gebied in twee delen uiteen. Het is een afwissend bos met open delen (ruigte en grasland). In het Gouwebos zijn braamstruiken aangeplant om kleine zangvogels een nestel- en schuilgelegenheid te bieden. In het ruigere grassengebied in het oosten van het Gouwebos bevindt zich een groot aantal wilde planten, waaronder zeldzame gele en oranje klaprozen. Naast watervogels, zangvogels en enkele uilen, komen ook roofvogels, zoals de torenvalk, sperwer en buizerd voor in het gebied. De padenstructuur van het bos is niet optimaal. Fietspaden en wandelpaden zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ook sluiten de in het gebied aanwezige paden slecht aan op de omgeving van het Gouwebos in oostelijke en westelijke richting. Het voorzieningenniveau van het Gouwebos is laag. Er zijn geen commerciële voorzieningen. Recreatiemotieven
Het park wordt vooral gebruikt om te wandelen, te fietsen of de hond uitlaten. Vanwege de ligging midden in de woonwijk is het ideaal voor het maken van een ommetje. Belangrijkste recreatiemotief is daarom ‘er even tussen uit’. Recreanten met motief sportieve uitdaging komen ook aan hun trekken en kunnen gebruik maken van het hardloopparcours.
Externe ontwikkelingen Bentwoud Een belangrijke en kansrijke ontwikkeling voor het Gouwebos zijn de plannen voor de aanleg van het Bentwoud. Als het Bentwoud gerealiseerd wordt zal er een grootschalig aaneengesloten groengebied ontstaan dat direct aansluit op het Gouwebos. Het Gouwebos zal daarmee in verbinding staan met onder andere de Rottemeren en de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam. In de Provinciale Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
17
Structuurvisie is het Gouwebos zelfs aangewezen als onderdeel van het Provinciaal Landschap Rottemeren-Bentwoud. Door het wegvallen van een groot deel van de financiering ligt de aanleg van het Waddinxveense deel van het Bentwoud (i.e. het deel dat direct aansluit op het Gouwebos) momenteel stil. Zwarte Pad Het Zwarte Pad is een nieuw natuur- en recreatiegebied van de gemeente Boskoop dat aansluit op het noordelijk deel van het Gouwebos. Het recreatiegebied zal uit drie delen komen te bestaan, ieder met een eigen thema. Het noordelijkste deel krijgt als thema ‘natuurpark’, het centrale deel krijgt als thema ‘cultuurhistorie en (natuur)educatie’ en het zuidelijkste deel ‘sport en spel’. De uitvoering vindt plaats in drie fases. In 2010 is de eerste fase afgerond, waarbij de bestaande paden en entrees zijn opgeknapt, natuurlijke oevers zijn aangelegd en bruggen zijn vernieuwd. De planning van de uitvoering van de tweede en derde fase is nog onbekend en onder meer afhankelijk van de grondverwerving.
Zonering Door clustering van een aantal intensieve recreatieve voorzieningen in het Gouwebos wordt de lokale functie van het gebied geoptimaliseerd en zal de sociale veiligheid verbeteren. Hierbij wordt gedacht aan de verplaatsing van het aanwezige basketbalveldje en speeltoestellen naar een te ontwikkelen sport- en spelbaan, gekoppeld aan een horeca die past binnen het karakter van het gebied. Op kaart 2 is de gewenste gebruikszonering aangegeven.
Kaart 2: Zonering Gouwebos
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
18
Ontwikkelingsrichting Het Gouwe Bos is een relatief klein gebied met een (inter)lokale functie en doelgroep. De verwachting is niet dat deze functie door keuze voor één van de bouwstenen wezenlijk verandert. Ten aanzien van de bouwsteen ‘omvormen’ kan er wel op beheerkosten worden bespaard zonder verlies aan recreatieve waarden. Voor de bouwsteen ‘investeren’ geldt dat een bedrijfseconomisch verantwoorde private investering, bijvoorbeeld in de vorm van horeca, die zowel rendement oplevert voor de investeerder als de grondeigenaar niet realistisch lijkt. Slechts indien sprake is van daadwerkelijke ontwikkeling van het (aangrenzende) Bentwoud kan dit gebied – echter afhankelijk van de dan te kiezen ontsluiting en verbinding – een zodanige “boost” krijgen dat het voor private partijen aantrekkelijk wordt in het gebied te investeren. Nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande exploitaties die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen, worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid door het bevoegde gezag en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied.
Realisatiestrategie
Reeds opgenomen in begroting
Bouwsteen
Maatregel
Omvormen
Geleidelijk omvormen bruggen naar dammen en duikers
Vanaf 2035
Verwijderen steigers en vlonders
Vanaf 2025
Omvormen diverse grasvegetaties naar bloemrijk grasland Ontwikkeling commerciële sportvoorziening
Vanaf 2012
Te overwegen investeringen
Realisatie
pm
Lopende projecten Nr.
Deelgebied
Maatregel
Het Gouwebos
Wilgenlaantje Gouwebos (onderzoek)
Het Gouwebos
Asfalteren fietspad
Uitvoering in
Beheer vanaf
2011/2012
nvt
Vanaf 2012
2013
1 Omvormen 2 Duurzaam beheren 3 Investeren
Acties -
Verkennen mogelijkheden horeca Gouwebos.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
19
3.3
’t Weegje
‘Natuurparel aan de Gouwe’ Oppervlak: 55 hectare Startjaar van inrichting: 1973 Functie: (inter)lokaal Recreatiemotief bezoekers: “er even tussen uit” Hoofdactiviteit: wandelen Duur verblijf: middellang
Gebiedstypering ‘t Weegje is een waterrijk recreatie- en natuurgebied, dat in de jaren ’60 en ’70 is aangelegd rond een voormalige veenontginning. Het gebied wordt omringd door infrastructuur waaronder de A12, de N207 en de spoorbaan Rotterdam – Utrecht en is gelegen aan de rivier de Gouwe. ‘t Weegje is gebied met hoge ecologische waarden. Verschillende trekvogels doen ‘t Weegje aan. Een bijzondere, terugkerende overwinteraar is de roerdomp (rode lijst soort). De afwisseling tussen oeverriet en moerasriet maakt de rietvegetaties waardevol voor het woudaapje, een in Nederland zeer zeldzame soort. Verder komen de gewone en de ruige dwergvleermuis voor. Sinds de aanleg van speciale uittredeplaatsen in de Gouwe zijn ringslangen in vrijwel het gehele beheergebied en de omgeving (Oostpolder) aanwezig. Ook amfibieën, waaronder de bruine kikker, verschillende soorten groene kikkers, de gewone pad en de kleine watersalamander zijn in het gebied goed vertegenwoordigd. De droge, hoge spoorbaan met verschillende grassoorten in combinatie met struweel vormt een geschikte biotoop voor vlinders. Vanuit ’t Weegje is de Gouwe niet zichtbaar. Het is ook niet duidelijk hoe de kade vanuit ‘t Weegje is te bereiken. Hierdoor wordt de potentie van de ligging aan de Gouwe onvoldoende benut. Door de ligging omsloten met infrastructuur is het gebied goed bereikbaar per auto, maar niet per fiets of te voet. De infrastructuur vormt een barrière tussen ‘t Weegje en de aangrenzende woonwijken waardoor het gebied in de huidige situatie een geïsoleerde ligging kent. ‘t Weegje heeft een relatief laag voorzieningenniveau. Er is een horeca aanwezig.
Recreatiemotieven
Het gebied is vooral geschikt voor recreanten met het motief ‘er even tussen uit’. De belangrijkste activiteiten die ondernomen worden zijn korte en lange wandelingen en de hond uit laten. Het gebied is ook aantrekkelijk om te vissen. De meeste bezoekers komen met de auto.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
20
Externe ontwikkelingen. Oostpolder Dit gebied wordt in 2012 met subsidie van de provincie door Gouda ingericht als recreatiegebied. Vervolgens zal de Oostpolder vanaf 2013 in beheer worden genomen door het Schap. De Oostpolder ligt ten zuidoosten van ’t Weegje, gescheiden door een spoorlijn. Het is de ambitie van het Schap om de recreatieverbinding tussen de Oostpolder en ’t Weegje de komende jaren te verbeteren zodat, in de beleving van de recreant, een aaneengesloten groengebied van enige omvang ontstaat.
Zonering Op kaart 3 staat de gewenste gebruikszonering weergegeven. Het gebied rondom de centrale veenplas blijft vanwege de aanwezige natuurwaarden extensief in gebruik. Het gebied grenzend aan de Gouwe biedt kansen om meer intensievere vormen van recreatie te ontwikkelen.
Kaart 3: Zonering ‘t Weegje
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
21
Gewenste ontwikkelingsrichting ’t Weegje is in de huidige situatie een geïsoleerd en relatief klein gebied met een (inter)lokale functie en doelgroep. Voor de bouwsteen ‘duurzaam beheren’ is het noodzakelijk onderhoud uit te voeren aan paden, bruggen en beplanting. Bouwsteen ‘investeren’ telt twee bescheiden investeringen die de kwaliteiten van het gebied verhogen. Het betreft het realiseren van een observatiescherm en het versterken van de horecafunctie. Daarnaast kent de bouwsteen ‘investeren’ maatregelen die de ligging van ’t Weegje nabij de Gouwe en de te ontwikkelen Oostpolder willen benutten. Een koppeling van waterrecreatie met horecavoorziening lijkt voor de hand te liggen maar vereist allereerst een heldere visie op de functie en mogelijkheden van de rivier de Gouwe, goede planologische afstemming en duidelijkheid over de civieltechnische haalbaarheid van directe aantakking op de rivier. Nader onderzoek, ook naar de dan noodzakelijke investeringen in het gebied, is hiervoor nodig. Op basis van een eerste ambtelijke verkenning kan dan bepaald worden in hoeverre synergie mogelijk is met een te versterken horecavoorziening en in hoeverre het kansrijk en zinvol is deze locatie actief in de markt te zetten. Afhankelijk van de mate waarin een waterrecreatieve invulling haalbaar is, is enige verhoging van de inkomsten uit het gebied te verwachten. Alleen versterking van de horeca in het gebied zonder een koppeling met waterrecreatie kan slechts in zeer beperkte mate tot inkomstenverhoging leiden. Nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande exploitaties die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied.
Realisatiestrategie
Bouwsteen
Maatregel
Omvormen
Verwijderen steigers en vlonders
Duurzaam beheren
In beheer nemen Oostpolder
Reeds opgenomen in begroting
Realisatie 2012 Vanaf 2013
ja
Observatiescherm Te overwegen investeringen
Doortrekken wandelpaden Visie en nieuwe impuls Praathuis Visie jachthaven en horeca
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
22
3.4
Reeuwijkse Hout
‘Ontspanning door actie’ Oppervlak: 135 hectare Startjaar van inrichting: 1976 Functie: (boven) regionaal Recreatiemotief bezoekers: “gezelligheid” Hoofdactiviteit: luieren/zonnen/surfen/duiken/fietsen Duur verblijf: middellang
Gebiedstypering De Reeuwijkse Hout is een van de weinige grote (145 ha) openbare groengebieden direct gelegen aan één van de Reeuwijkse Plassen. Met de inrichting van het gebied is in de jaren ’70 begonnen rond een voormalige zandwinput die nu bekend staat als de surfplas. De Reeuwijkse Hout is goed bereikbaar en centraal gelegen ten opzichte van het Groene Hart en de Randstad. Het gebied bestaat uit boskavels afgewisseld met open ruimtes. In het noordelijke deel is het karakteristieke verkavelingspatroon grotendeels gehandhaafd. De vele bruggetjes in de wandel- en fietspaden accentueren dit. De kavels zijn zo beplant dat de beplanting richting het noord-oosten steeds ijler wordt en overgaat in het weidegebied naar de Wiericke. De Reeuwijkse Hout heeft in het Groene Hart een belangrijke transferiumfunctie en daarmee ook een icoonfunctie. Er moet voldoende parkeerruimte en informatie zijn om bezoekers te verleiden tot een bezoek aan de achterliggende gebieden. Hiertoe wordt in 2012 een TOP geplaatst. Verder zal de informatiefunctie vorm krijgen door samenwerking met ondernemers en met behulp van internet. De Reeuwijkse Hout kent als enige deelgebied een (boven)regionaal gebruik. Dit komt mede door de goede ontsluiting vanaf de A12 en de landelijke entreefunctie voor het Groene Hart. De Reeuwijkse Hout is hierdoor ook een gebied met een hoge (deels potentiële) verdiencapaciteit. Natuurwaarden zijn het hoogst in het oostelijke deel van de Reeuwijkse Hout. In de sloten in het oostelijk deel van het gebied groeit Krabbenscheer en ook de bijbehorende libellensoort de Groene glazenmaker komt hier voor. Het zuidwestelijke deel van de Reeuwijkse Hout is bosrijk en parkachtig en heeft relatief minder natuurwaarden. In de Reeuwijkse Hout komen verschillende soorten vleermuizen voor en ook broedvogels, waaronder de grauwe gans, havik, sperwer, rietzanger en kleine karekiet. De Reeuwijkse Hout en de directe omgeving (Lecksdijk, Polder Reeuwijk) vormt een belangrijk gebied voor de Ringslang. De plas Broekvelden en Vettenbroek, waaraan de Reeuwijkse Hout ligt, is aangewezen als Natura2000 gebied. De plas maakt daardoor deel uit van een door de Europese Unie aangewezen samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden door heel Europa. Op warme dagen in de zomer is het erg druk in het gebied en is er sprake van ondercapaciteit. Buiten de mooie dagen heeft het gebied echter minder aantrekkingskracht. Het gebied wordt dan veel gebruikt voor ongewenste activiteiten (contactzoekende mannen). Doordat de entree naar de camping aan de buitenrand van het gebied ligt, lijkt het of de camping niet bij het gebied hoort.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
23
Recreatiemotieven
De Reeuwijkse Hout is voornamelijk in trek bij mooi weer als mensen er komen om te luieren, zonnen, zwemmen en fietsen. ‘gezelligheid’ en ‘er even tussen uit’ zijn de belangrijkste motieven om de Reeuwijkse Hout te bezoeken. Recreanten met motief ‘uitdaging’ kunnen terecht bij de surfclub en de duikclub. Omdat de ontsluiting goed is, komen veel mensen met de auto. Het horecapaviljoen Reeuwijkse Hout en de Camping Reeuwijkse Hout zijn de belangrijkste commerciële voorzieningen in het gebied. Externe ontwikkelingen Herstructurering camping De exploitant van camping Reeuwijkse Hout streeft naar transformatie van de camping in een vakantiepark met bungalows, inclusief het verplaatsen van de ingang naar de noordzijde. Provinciale Structuurvisie In de Provinciale Structuurvisie (PSV) is de Reeuwijkse Hout (indicatief) aangewezen als locatie voor een recreatietransferium. De PSV omschrijft een recreatietransferium als een ondersteunende voorziening in het groenblauwe netwerk, waar diverse recreatieve verbindingen bijeenkomen. Een recreatietransferium is bij voorkeur ontsloten door openbaar vervoer en vormt een centrale entree voor de beleving van het achterliggende (recreatieve) landschap. Ruimtelijke ontwikkelingen die in dit gebied plaatsvinden zijn gericht op deze ontsluitende- en knooppuntfunctie. Ook is een zone voor verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken en dergelijke) opgenomen. De realisatie van dit transferium wordt momenteel (2012) ter hand genomen (aanleg en renovatie parkeer- en evenementen terrein en realisatie TOP). Zonering De natuurlijke functie van het gebied kan gecombineerd worden met de ontwikkeling van recreatief transferium door het treffen van voldoende (zonerings)maatregelen. Op kaart 4 staat de gewenste gebruikszonering weergegeven. Het zuidelijk deel van het gebied is bestemd voor intensieve vormen van (verblijfs)recreatie. Dit is de meest logische plek, vanwege de goede ontsluiting, de huidige aanwezigheid van de hoofdentree van het gebied met parkeerplaatsen en intensieve recreatieve voorzieningen, zoals de horeca, de hockey- en surfclub en het strand. Het noordoostelijk deel van het gebied is vanwege de aanwezige natuurwaarden bestemd voor extensief recreatief gebruik.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
24
Kaart 4: Zonering Reeuwijkse Hout
Ontwikkelingsrichting De combinatie van een goede directe (auto-)ontsluiting en reeds aanwezige voorzieningen maken dit gebied kansrijk en in potentie van een bovenregionaal niveau. Schap en gemeente BodegravenReeuwijk zijn reeds jaren doende om de verdienpotentie van het intensieve gedeelte van het Reeuwijkse Hout tot ontwikkeling te brengen. Zowel gemeente als schap hebben hiertoe een (stedenbouwkundige c.q. ruimtelijke) visie vastgesteld. Het is begin 2010 niet gelukt om deze visies te verenigen in een gezamenlijk Masterplan. Ontwikkelingen worden nu, stapsgewijze, in goede onderlinge samenwerking met initiatiefnemers en gemeente, opgepakt. Maar wel met in acht name van de eigen taak en rol van het schap en de vastgestelde beleidskaders. Nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande exploitaties die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied. Door zittende ondernemers zijn plannen ontwikkeld tot transformatie (van de camping), waarvoor echter nog planologische vertaling door de gemeente noodzakelijk is. Daarnaast is versterking van het gebied te verwachten door het inrichten en faciliteren van een robuuste, centrale entreezone (“poortfunctie”, “recreatieboulevard”), waar mogelijk ook ruimte is voor een (nieuw) multifunctioneel centrum en nieuwe commerciële voorzieningen gericht op de recreant. Wellicht is profilering als evenementenlocatie haalbaar. Hierbij moet in de komende periode een evenementenbeleid worden ontwikkeld.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
25
Nieuwe en uitbreiding van bestaande initiatieven moeten geconcentreerd worden bij de ingang van het gebied. In de rest van het gebied is ruimte voor de recreant, die naast vertier ook rust en ruimte zoekt (openluchtrecreatie). De kansrijkheid van het gebied neemt toe naarmate de routestructuren naar de omliggende omgeving op orde zijn (zoals de aanleg van fietspad Wiericke dat voorziet in een verbinding van de Reeuwijkse Plassen met Fort Wierickeschans). Voor het slagen van deze ontwikkelingen is het van eminent belang dat er met het gemeentelijk bevoegd gezag vooraf afspraken worden gemaakt omtrent het planologisch-jurische kader over de ruimtelijke ontwikkelingen rondom het gebied van de Reeuwijkse Hout.
Realisatiestrategie Bouwsteen
Omvormen
Te overwegen investeringen
Maatregel
Reeds opgenomen in begroting
Realisatie
Verlanden watergangen
Vanaf 2013
Opheffen gedeelte wandelpaden
Vanaf 2035
Opheffen bruggen binnen op te heffen wandelpaden
Vanaf 2035
Verwijderen steigers en vlonders
Vanaf 2025
Correctie zwemwaterbenoeming
Vanaf 2012
Verplaatsing entree camping
pm
Commerciële voorzieningen
pm
Multifunctioneel bezoekerscentrum
pm
Lopende projecten Nr.
deelgebied
Maatregel
Reeuwijkse Hout
Parkeerplaats
Reeuwijkse Hout
Verkenning ecologie en beplanting
Reeuwijkse Hout
Faciliteren commerciële functie Reeuwijkse Hout.
Reeuwijkse Hout
Informatievoorziening, poortfunctie
Uitvoering in
Beheer vanaf
vanaf 2011
2013
2008
2009
vanaf 2010 2012
2013
1 Omvormen 2 Duurzaam beheren 3 Investeren
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
26
3.5
Goudse Hout
'Natuurbeleving dicht bij de stad’ Oppervlak: 92hectare Startjaar van inrichting: 1976 Functie: (inter)lokaal Recreatiemotief bezoekers: “er even tussen uit” Hoofdactiviteit: toerfietsen, wandelen Duur verblijf: kort
Gebiedstypering De Goudse Hout is een is circa 114 hectare groot recreatiegebied gelegen aan oostkant van Gouda en aan de zuidoever van het Reeuwijkse Plassengebied. Met name door deze ligging vervult het gebied een belangrijke strategische functie in de recreatieve en toeristische verbinding Bodegraven-ReeuwijkGouda. In het gebied zijn functies ondergebracht die typerend zijn voor stadsranden. In de Goudse Hout gaat het om functies die vooral de lokale bevolking bedienen zoals volkstuinen, een wielerbaan, een manege, een heemtuin en in de nabije toekomst waarschijnlijk een horecagelegenheid. Deze functies zijn gebundeld aan de westkant van het gebied, gekoppeld aan de stedelijke rand van Gouda. De oostkant van het gebied is extensief ingericht. Hier zijn de natuurwaarden het hoogst. Door een duurzaam gevoerd verschralingsbeheer is op de oostelijke graslanden een beginnende ontwikkeling naar bloemrijk grasland waarneembaar. De sloten bevatten naast Krabbenscheervegetaties waardevolle vegetaties van ondergedoken waterplanten. De Goudse Hout biedt plaats aan veel algemene broedvogels, zoals vink en pimpelmees en algemene soorten van amfibieën en dagvlinders. In het gebied zijn verschillende libellensoorten aanwezig, zoals de groene glazenmaker, gewone oeverlibel, viervlek en de grote roodoogjuffer. Het gebied wordt veel bezocht door jonge kinderen, maar speelvoorzieningen ontbreken. Recreatiemotieven
Maar liefst 80% van de bezoekers komt uit Gouda. Daarmee heeft het gebruik van de Goudse Hout vooral een lokale functie. ‘Er even tussen uit’ is een belangrijk recreatiemotief, het gebied leent zich goed voor het maken van een ommetje en er wordt er veel gefietst in de Goudse Hout. Ook recreëren met het motief ‘Opgaan in de natuur’ is hier goed mogelijk. De Goudse Hout wordt vooral bezocht vanwege de rust en stilte en het genieten van de natuur. Ook de in het gebied gelegen heemtuin zal deze motiefgroep bijzonder aanspreken. Recreanten die sportieve ‘uitdaging’ zoeken kunnen gebruik maken van de wielerbaan, die ook geschikt is om te skeeleren. Daarnaast is er een manege en een herdershondenvereniging.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
27
Externe ontwikkelingen Er zijn geen grootschalige ontwikkelingen gaande die van invloed zijn op de ambities voor de Goudse Hout. Zonering Op kaart 5 staat de gewenste gebruikszonering weergegeven. Het zuidwestelijk deel van de Goudse Hout, gelegen tegen de bebouwing van Gouda, leent zich voor intensiever recreatief gebruik. Het oostelijk en noordelijk deel van het gebied is vanwege de aanwezige natuurwaarden bestemd voor extensief recreatief gebruik.
Kaart 5: Zonering Gouds Hout
Ontwikkelingsrichting De Goudse Hout heeft met name een lokale functie (beleven en verblijven) met een mix van voorzieningen, waaronder tuincentrum, sportvoorzieningen, volkstuinen, een heemtuin en horeca aan de rand van het gebied. Een deel van deze voorzieningen valt echter buiten het beheergebied van het schap. Enerzijds maakt deze mix de Goudse Hout tot een afwisselend gebied; anderzijds schuilt hierin het gevaar dat er geen eenduidige profilering mogelijk is. Tussen Gouda en het schap is in 2012 afgesproken om op initiatief van de betreffende ondernemer mee te werken aan de vestiging van een horecapunt gekoppeld aan de bestaande onderneming. Door de toevoeging van horeca aan het tuincentrum kan een voor de recreant meer aantrekkelijke situatie ontstaan. De centrale ligging van het gebied maakt het potentieel interessant voor investeerders. Een quick scan naar de commerciële waarde en ruimtelijke mogelijkheden (inclusief herinrichting / herverkaveling) van de west- en zuidrand van het gebied is op termijn de moeite waard.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
28
Nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande exploitaties die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied. Uit het gebruikersoverleg voor de Goudse Hout is de wens naar voren gekomen om te verkennen of er mogelijkheden zijn voor het creëren van meer ruimte voor bloemrijk grasland en een smulbos.
Realisatiestrategie
Bouwsteen
Maatregel
Omvormen
Omvormen grasvegetaties naar bloemrijk grasland
Te overwegen investeringen
Reeds opgenomen in begroting
Realisatie 2012
Voorziening Natuurlijk spelen
pm
Realiseren natuurlijke verlandingssloten
pm
Realiseren paddenpoelen
pm
Verwijderen struweel/hout op eilanden
pm
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
29
3.6
Twaalfmorgen
‘Oase aan het water’ Oppervlak: 5 hectare Startjaar van inrichting: 1970 Functie: (inter)lokaal Recreatiemotief bezoekers: “opgaan” Hoofdactiviteit: varend publiek, fietsen, wandelen, zeer extensief, zonnen Duur verblijf: middellang/kort
Gebiedstypering Twaalfmorgen is een kleinschalig (5 ha) extensief recreatiegebied gelegen aan de oever van de Reeuwijkse plassen (plas Kalverbroek). Twaalfmorgen bestaat uit drie langgerekte eilanden die aan de vervening ontsnapt zijn. De eilanden zijn onderling verbonden door bruggen. De buitenste eilanden zijn dicht beplant met bos, het middelste eiland heeft een speel- en ligweide. Het gebied heeft geen parkeerplaats en wordt daarom vooral door fietsers en per boot te bezocht. Twaalfmorgen is een van de weinige locaties waar de varende recreant aan wal kan komen. Een deel van de oevers is ingericht als rietoever voor de grote karekiet. De goede waterkwaliteit van de in het gebied aanwezige poel resulteert in de aanwezigheid van minder algemene libellensoorten, zoals oeverlibel en blauwe glazenmaker. Ook zijn de meer algemene soorten amfibieën en dagvlinders in het gebied vertegenwoordigd. De bodem in het gebied is zeer drassig. De natuurpaden zijn daardoor vaak slecht toegankelijk. Er is overlast van recreanten die hun behoefte doen in de bosjes. De drassige bodem maakt het plaatsen van een toiletvoorziening echter moeilijk. De Oeverbeschoeiing, de bruggen en het daghaventje zijn in slechte staat. Het opknappen van deze voorzieningen is zeer kostbaar. Vanwege de slechte bodemgesteldheid moeten de materialen namelijk via het water worden aangevoerd. Bij de speel- en ligweide vindt al jaren naaktrecreatie plaats. Omdat dit planologisch niet is geregeld is de gemeente in bestuursrechtelijk opzicht het bevoegd gezag. Het schap ondersteunt dit in de vorm van signaaltoezicht. Gemeente Bodegraven Reeuwijk is voornemens deze situatie te legaliseren door het gedeelte dat reeds gebruikt wordt voor naaktrecreatie als zodanig aan te wijzen. Recreatiemotieven
Twaalfmorgen is bij uitstek geschikt voor recreanten met motief opgaan in de natuur. In dit extensieve gebied dat slecht per auto bereikbaar is kan de recreant in alle rust geniet van de natuur en het water. Er zijn diverse aanlegsteigertjes, een speel- en ligweide en een daghaventje, zodat ook varende recreanten aan wal kunnen gaan om van het gebied te genieten. Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
30
Externe ontwikkelingen Provinciale Structuurvisie In de PSV ligt Twaalfmorgen binnen de grenzen van het indicatieve tracé voor de Groene Ruggengraat (een van de projecten van Randstad Urgent). Binnen dit tracé is de ontwikkeling en bescherming van natte natuur in combinatie met recreatie van groot belang. Het huidige gebruik en inrichting van Twaalfmorgen sluit goed aan bij deze doelstelling. Zonering Op kaart 6 staat de gewenste gebruikszonering weergegeven. Het hele gebied is vanwege de aanwezige natuurwaarden bestemd voor extensief recreatief gebruik.
Kaart 6: Zonering Twaalfmorgen
Ontwikkelingsrichting Twaalfmorgen kampt met een aantal problemen. De bodem in het gebied is zeer drassig. De natuurpaden zijn daardoor vaak slecht toegankelijk. Er is overlast van recreanten die hun behoefte doen in de bosjes en/of daar hun chemisch toilet legen. De drassige bodem maakt het plaatsen van een toiletvoorziening echter moeilijk. De oeverbeschoeiing en de daghaven zijn in slechte staat. Het opknappen van deze voorzieningen is zeer kostbaar. Gezien de lokale functie van Twaalfmorgen en de hoge investeringskosten die nodig zullen zijn voor herstel van de oeverbeschoeiing en de daghaven 00) wordt herstel afgeraden. Omvormen tot natuur met te zijner tijd vogelkijkschermen is (circa € een goede optie. Daarmee vervalt tevens de noodzaak tot het realiseren van een stortplaats voor een chemisch toilet. Nieuwe initiatieven die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied. Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
31
Realisatiestrategie Bouwsteen
Maatregel
Omvormen
Omvormen daghaven
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
Reeds opgenomen in begroting
Realisatie 2012
ja
32
3.7
Elfhoeven
‘Lopen over water’ Oppervlak: 15 hectare Startjaar van inrichting: 1978 Functie: bovenlokaal Recreatiemotief bezoekers: “gezelligheid” Hoofdactiviteit: zonnen, zwemmen Duur verblijf: middellang/kort
Gebiedstypering Elfhoeven is een relatief kleine langgerekte recreatiestrook (15 ha), omgeven door de plassen Elfhoeven, Gravenbroek en Vrijhoef. De Elfhoevenstrook is één van de weinige openbare plekken waar je als recreant aan de oever van de Reeuwijkse Plassen kunt recreëren. De noordoever van de plas Elfhoeven is open en heeft een wandelpad langs de oever, de oostelijke oever van de plas Elfhoeven is gedeeltelijk beplant, daarachter bevindt zich een open speel- en ligweide met toiletvoorziening. Aan de oostelijke oever bevinden zich twee aanlegsteigers voor boten, bij de omvormingen zal als maatregel de kleine vissteiger worden verwijderd. In het extensieve deel van Elfhoeven, langs de Groene Ree, bevindt zich zeer waardevolle vegetatie. Hier worden honderden rietorchissen, koningsvaren, zeegroene zegge, ratelaar en dotterbloem aangetroffen. In het gebied bevindt zich een poel met helder, kwalitatief goed water en een goed ontwikkelde onderwatervegetatie. De meest opvallende broedvogels van de houtopstanden in het gebied zijn de bosuil en de grote bonte specht. In de riet / rietruigte vegetatie zijn broedgevallen van rietgors en kleine karekiet bekend. Verder komt op de strook de ringslang voor, evenals de groene glazenmaker. In het gebied zijn regelmatig hangjongeren aanwezig die vandalisme veroorzaken. Het toiletgebouw is al een aantal keer gesloopt. Het halfverharde wandelpad wordt regelmatig kapot gereden door de bewoners van de vakantiehuisjes aan de Groene Ree. Recreatiemotieven
Elfhoeven is een aantrekkelijk recreatiegebied dat vooral geschikt is voor recreanten met motief ‘gezelligheid’. Er zijn speel- en ligweiden, een zwemsteiger en er is voldoende parkeercapaciteit. Vooral op mooie zomerdagen wordt de Elfhoevenstrook zeer intensief gebruikt. Er wordt jaarlijks een vergunning toegekend om op zomerse dagen een rijdende snackbar te plaatsen bij de Elfhoevenstrook. Buiten het seizoen wordt het gebied veel minder druk bezocht en is het ook aantrekkelijk voor recreanten met motief ‘er even tussen uit’ en ‘opgaan’ in de natuur. Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
33
Externe ontwikkelingen Zonering Ondanks het feit dat Elfhoeven voor een groot deel bestaat uit speel- en ligweide, is het gebied bestemd voor extensief recreatief gebruik (zie kaart 7).
Kaart 7: Zonering Elfhoeven
Ontwikkelingsrichting Geconcludeerd kan worden dat dit gebied door haar unieke ligging een klein, maar zeer waardevol openbaar recreatiegebied is. De hoge natuurwaarden worden niet verstoord door de periodiek hoge bezoekersaantallen, vanwege een goede inrichting. De kwaliteiten van het gebied dienen behouden te blijven en waar nodig geoptimaliseerd. De unieke ligging van het gebied, namelijk midden in het water van de Reeuwijkse Plassen, wordt beter beleefbaar gemaakt. De in het gebied aanwezige natuurwaarden worden behouden en verhoogd. De huidige mogelijkheden voor oeverrecreatie en de sociale veiligheid in het gebied moeten worden verbeterd. Elfhoeven is één van de weinige openbare toegankelijke oeverstroken en functioneert als zodanig goed met name bij mooi weer. Rondom het toiletgebouw zijn maatregelen nodig in verband met vandalisme. Nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande exploitaties die het maatschappelijk nut en de belevingswaarde van het gebied en/of het verdienvermogen verhogen worden verwelkomd. Randvoorwaarden zijn de planologische inpasbaarheid en aansluiting bij de schapsdoelstellingen en karakteristiek van het gebied.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
34
Realisatiestrategie Reeds opgenomen in begroting
Bouwsteen
Maatregel
Omvormen
Verwijderen deel steigers en vlonders
2025
Verwijderen beplanting bij toiletgebouw
2012
Duurzaam beheren Te overwegen investeringen
Onderzoek grondpositie en kansen
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
Realisatie
ja
pm
35
3.8
Routestructuren en overige zaken
‘Actieve recreatie’
Huidige situatie Het afwisselende landschap binnen het werkingsgebied van de Reeuwijkse Plassen is aantrekkelijk voor routegebonden vormen van recreatie. Het gebied kent een uitgebreide padenstructuur die grotendeels wordt gekenmerkt door smalle (auto)wegen die druk bereden worden. Recreatiemotieven Fietsen en wandelen zijn met afstand de meest ondernomen recreatieactiviteiten en worden met verschillende recreatiemotieven beoefend, van ‘gezelligheid’, ‘er even tussen uit’ tot sportieve ‘uitdaging’. Fietsen De Reeuwijkse Plassen wordt intensief gebruikt door recreatieve fietsers uit de omliggende dorpen en steden. In de beheergebieden van het schap is de dichtheid van het fietspadennetwerk het hoogst. Het gaat hier om vrijliggende fietspaden. Buiten de beheergebieden is dat niet het geval. Wandelen Ook is het wandelpadennetwerk zeer uitgebreid binnen de beheergebieden van het schap. Het gaat hier, net als bij de fietspaden, om vrijliggende verbindingen, veelal in de vorm van onverharde paden en graspaden. Buiten de beheergebieden van het schap is slechts een klein aantal vrijliggende wandelpaden aanwezig. Het gaat dan vooral om wandelpaden over kades. De meeste wandelroutes maken, gebruik van smalle (auto)wegen. De padenstructuur is voor langeafstandswandelingen meer geschikt. Op de meeste plaatsen is het niet mogelijk om wandelend korte ommetjes te maken. Dit vanwege het agrarisch gebruik en de vaak langgerekte veenweideverkaveling. Paardrijden Paardrijden is een routegebonden recreatievorm waar de huidige verbindingenstructuur niet goed op is afgestemd. In de beheergebieden van het schap liggen geen officiële ruiterpaden en -routes. Paardrijden vindt dan ook plaats op eigen terrein van de maneges en/of stallen en op c.q. naast de openbare weg. Varen De beheergebieden Reeuwijkse Hout, Twaalfmorgen, Elfhoeven en ‘t Weegje zijn bereikbaar via het water, namelijk vanaf de Reeuwijkse Plassen en vanaf de Gouwe. Elfhoeven kan direct vanaf de plassen bereikt worden. De Reeuwijkse Hout is vanaf de plassen bereikbaar via de sluis ‘Reeuwijkse Verlaat’ en de Breevaart. Dezelfde sluis is ook onderdeel van de verbinding tussen de Reeuwijkse Plassen en Gouda. ’t Weegje ligt aan de rivier de Gouwe. Deze rivier is een belangrijke route voor de binnenvaart, maar wordt ook voor de recreatievaart gebruikt. Binnen het werkingsgebied van het schap zijn twee kanoroutes aanwezig. Vanaf de plas in ’t Weegje kan de recreant via overdraagplaatsen voor kano’s naar de Gouwe en de Ringvaart. Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
36
Opgaven Vooral het snelrijdend (auto)verkeer wordt door fietsers, wandelaars en ruiters als onprettig ervaren. De padenstructuur buiten de beheergebieden van het schap leent zich daardoor maar in beperkte mate voor recreatief fietsen, wandelen en paardrijden. Over de bestaande wegenstructuur lopen een flink aantal recreatieve fietsroutes. Deze routes zijn niet onderling met elkaar verbonden en vormen daardoor geen gebiedsdekkend netwerk. Om de ontsluiting van het plassengebied te verbeteren heeft het schap daarom een gebiedsdekkend fietsknooppuntensysteem gerealiseerd. Een mogelijkheid om de toegankelijkheid van het Reeuwijkse Plassengebied voor wandelaars te verbeteren, is door gebruik te maken van het agrarisch gebied. Het agrarisch gebied is aantrekkelijk voor wandelaars, maar is slecht ontsloten. Het realiseren van wandelroutes over boerenland is echter niet eenvoudig omdat bij de aanleg de medewerking van veel verschillende grondeigenaren vereist is en niet mogen leiden tot verstoring van de natuur. Een eerder initiatief van Struinen en Vorsen heeft helaas niet tot het gewenste resultaat geleid en is gestopt. Omdat er binnen het werkingsgebied geen ruiterpaden zijn maken ruiters vooral gebruik van de openbare wegen. Vanwege de smalle wegen en het aanwezige autoverkeer levert dit egelmatig gevaarlijke situaties op. De veenbodem van de beheergebieden leent zich echter niet voor de aanleg van ruiterpaden. Waar de padenstructuur toch gebruikt wordt voor paardensport zal bij constatering handhavend optreden volgen. Externe ontwikkelingen In de gehele provincie Zuid-Holland is er een groot tekort aan aantrekkelijke paden en routes voor wandelaars en fietsers. Gegeven de grote groei van de bevolking en vergrijzing is een verbetering van deze situatie meer dan gewenst. De bereikbaarheid van recreatievoorzieningen vanuit de stad is daarbij van groot belang. Ontwikkelingsstrategie In Zuid-Holland is een groot tekort aan aantrekkelijke paden en routes voor wandelaars, fietsers en recreatievaart. Mede met het oog op nog verdere bevolkingsgroei en vergrijzing is verbetering van deze situatie wenselijk. Het gaat hierbij niet alleen om het onderling verbinden van de verschillende groen- en watergebieden maar ook om het verbinden van stad en land. Dit is bij uitstek een bovengemeentelijke opgave. De verdere ontwikkeling van routestructuren zal een aantrekkend vermogen hebben op bezoekersaantallen en daarmee ook een positief effect hebben op het inverdienvermogen in het gehele schapsgebied. In het kader van de omvormingen worden diverse wandelpaden die zich qua gebruik en verkeersveiligheid hiervoor lenen samengevoegd met fietspaden. Het schap is één van de vele actoren die zich bezig houdt met de optimalisatie van het routenetwerk in het Groene Hart. Als beleidskader hiervoor is te overwegen het routestructuurplan uit 2005 te actualiseren (kader voor ambitie). Op verzoek van de provincie regisseert ISMH de ontwikkeling van routestructuren in het werkingsgebied van het schap.
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
37
Realisatiestrategie
Bouwsteen
Maatregel
Omvormen Te overwegen investeringen
Update Routestructuurplan en agendering routes
Lopende projecten Nr.
Deelgebied
Maatregel
Routestructuren
Fietspad Wiericke
Uitvoering in
Beheer vanaf 2012
2013
1 Omvormen 2 Duurzaam beheren 3 Investeren
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
38
4
Financiën
4.1
Algemeen
Zoals in de inleiding al verwoord vormen de financiën van het recreatieschap voor de komende jaren een rode draad in dit gebiedsplan. De ambities van het schap zijn in dit gebiedsplan opnieuw afgezet tegen de nieuwe financiële situatie binnen het schap. Het in de begroting opnemen van budgetten voor groot onderhoud & vervangingsinvesteringen en het in beheer nemen van nieuwe gebieden en overige investeringsvoorstellen heeft financiële consequenties voor het schap. Deze kosten worden opgevangen door een totaal pakket (de zogenaamde package-deal) dat gebaseerd is op vier pijlers, te weten: • Verlagen van uitgaven door de omvorming van beheerpercelen in de gebieden, waarbij de recreatieve waarde van het gebied als geheel zo min mogelijk wordt aangetast; • Structurele verhoging van inkomsten uit erfpacht (bestaand en nieuw); • Besparen op de reservering voor vervangingsinvesteringen door het in de toekomst bundelen van wandel- en fietspaden; • Verhoging van inkomsten door herziening van de deelnemersbijdrage (sluitpost).
4.2
Meerjaren Investerings Plan
In hoofdstuk 3 zijn voor alle recreatiegebieden en voor de routestructuren kaderstellende ontwikkelingsrichtingen opgenomen inclusief wenselijke projecten. Bij de vaststelling van het gebiedsplan heeft het Algemeen Bestuur voor een deel van de benoemde projecten reeds kredieten beschikbaar gesteld (zie lopende projecten). Voor deze projecten zijn de noodzakelijk financiële middelen voor zowel de investeringen als het beheer opgenomen in de begroting 2013 en in de meerjarenraming van het schap. Het bestuur heeft voor deze projecten gekozen omdat deze binnen de financiële kaders invulling geven aan het: • afronden van lopende projecten met veelal cofinanciering van derden; • uitvoeren van noodzakelijke omvormingen die voorzien in een verlaging van de beheerlasten; • waarborgen dat alle gebieden voldoen aan het basisniveau ‘schoon, heel en veilig’; • anticiperen op potentiële investeringen van private partijen met potentieel verdienvermogen voor het schap.
Dekking beheerlasten vanuit deelnemersbijdragen Beheerlasten zijn structurele jaarlijkse lasten voor het schap. De structurele lasten mogen niet gedekt worden vanuit de reserves. De beheerlasten worden dan ook opgenomen in de begroting waarbij de structurele inkomsten in de begroting dienen ter dekking van deze lasten. Structurele inkomsten betreffen de deelnemersbijdrage van deelnemende partijen in het schap en inkomsten uit huren, pachten en renteopbrengsten. Inverdienvermogen Met de investeringen zoals vastgelegd in onderliggend gebiedsplan neemt de recreatieve kwaliteit binnen het werkingsgebied van de Reeuwijkse Plassen toe. Hiermee wordt adequaat ingespeeld, binnen de financiële mogelijkheden, op de huidige ontwikkelingen en trends die zich voordoen in het gebied. Hiermee wordt ook geanticipeerd op verhoging van inkomsten voor het schap. Het daadwerkelijk verzilveren van het inverdienvermogen voor het schap is echter afhankelijk van enerzijds ondernemende investeerders en de markt en anderzijds van de juridisch-planologische medewerking van het (veelal gemeentelijke) bevoegde gezag. Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
39
Toekomstige gebiedsinvesteringen Uitgangspunt bij een duurzame ontwikkeling van het gebied is dat ook in de toekomst gebiedsinvesteringen nodig blijven. Immers; het schap moet kunnen anticiperen op nieuwe recreatieve ontwikkelingen en trends en moet kunnen anticiperen op ruimtelijke initiatieven van overheden, private partijen en burgers die kansen opleveren voor het schap. Bij nieuwe gebiedsinvesteringen van het schap is het uitgangspunt dat de (natuur en/of recreatieve) gebiedskwaliteit per saldo altijd toeneemt én dat er sprake is van cofinanciering en/of zicht op nieuw inverdienvermogen. Onderaan dit hoofdstuk is een groslijst opgenomen van projecten die het schap in overweging heeft. Deze groslijst bevat projecten waarvan het schap meent dat deze (natuur en/of recreatieve) kwaliteit toevoegen aan het werkingsgebied. Het schap heeft ook beperkt investeringsvermogen beschikbaar voor uitvoering van deze projecten maar zoekt voor daadwerkelijke uitvoering cofinanciering en/of marktinitiatieven die de belofte van inverdienvermogen hebben. Voorstellen voor investeringen door derden zullen door het schapsbestuur individueel worden afgewogen binnen de kaders van onderliggend gebiedsplan.
Meerjareninvesteringsplan Reeuwijkse Plassen e.o. Lopende projecten Nr.
deelgebied
Maatregel
Het Gouwebos
Wilgenlaantje Gouwebos (onderzoek)
Uitvoering in
Beheer vanaf
2011/2012
nvt
vanaf 2011
2013
Reeuwijkse Hout Verkenning ecologie en beplanting
2008
2009
Routestructuren
Fietspad Wiericke
2012
2013
Het Gouwebos
asfalteren fietspad
2013
2014
vanaf 2010
nvt
Reeuwijkse Hout Parkeerplaats
Faciliteren commerciële functie
Reeuwijkse Hout Reeuwijkse Hout.
1 Omvormen 2 Duurzaam beheren 3 Investeren
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
40
Nieuwe projecten Nr
deelgebied
Maatregel
Het Gouwebos
Geleidelijk omvormen bruggen naar dammen en duikers
2035
2013
Het Gouwebos
Verwijderen steigers en vlonders
2025
2013
Het Gouwebos
Omvormen diverse grasvegetaties naar bloemrijk grasland
2012
2013
Het Gouwebos
Omvormen diverse grasvegetaties naar bloemrijk grasland
2012
2013
Reeuwijkse Hout
Verlanden gedeelte watergangen
2012
2013
Reeuwijkse Hout
Opheffen gedeelte wandelpaden
2035
2013
Reeuwijkse Hout
Opheffen bruggen binnen op te heffen wandelpaden
2035
2013
Reeuwijkse Hout
Verwijderen steigers en vlonders
2025
2013
Reeuwijkse Hout
Correctie zwemwaterbenoeming
2012
2013
t Weegje
Verwijderen steigers en vlonders
2012
2013
Twaalfmorgen
Afstoten daghaven
2012
2013
Elfhoeven
Verwijderen deel steigers en vlonders
2035
2013
Elfhoeven
Verwijderen beplanting bij toiletgebouw
2012
2013
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
Uitvoering in
Beheer vanaf
41
In overweging te nemen projecten Nr. Deelgebied
Maatregel
Elfhoeven
Nieuw toiletgebouw
Elfhoeven
Onderzoek grondpositie en kansen
Goudse Hout
Voorziening Natuurlijk spelen
Goudse Hout
Realiseren natuurlijke verlandingssloten
Goudse Hout
Realiseren paddenpoelen
Goudse Hout
Verwijderen struweel/hout op eilanden
Het Gouwebos
Ontwikkeling commerciële sportvoorziening
Reeuwijkse Hout
Verplaatsing entree camping
Reeuwijkse Hout
Multifunctioneel bezoekerscentrum
Routestructuren
Update Routestructuurplan en agendering routes
Routestructuren
Opstellen watersportactieplan en agendering
t Weegje
Observatiescherm
t Weegje
Doortrekken wandelpaden
t Weegje
Visie en nieuwe impuls Praathuis
t Weegje
Visie jachthaven en horeca
Twaalfmorgen
Open plek
1 Omvormen 2 Duurzaam beheren 3 Te overwegen investeringen Investeren
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
42
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
43
Bijlage A Ontwikkeling/ beleid Gevolg Uitvoeringsprogramma Groene Recreatief Routenetwerk: Hart: icoonprojecten Om de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het Groene Hart systematisch te versterken, moet gewerkt worden aan een samenhangend netwerk van recreatieve routes op het niveau van het Groene Hart als geheel. Een fijnmazig netwerk rond de steden behoort daar evenzeer toe als routes die het hele landschap doorkruisen. Ook de aansluiting met de toeristisch-recreatieve voorzieningen en attracties in het gebied maakt er deel van uit.
Venster Bodegraven Woerden (en Oude Rijnzone): Het doel van dit project is om vanaf de rijksweg A12, de spoorweg en de Wierickerschans uitzicht te bieden op het Groene Hart. Dit gebied moet open (groen) blijven om de zgn. vensterfunctie te kunnen vervullen, maar toegankelijk voor recreanten.
Belang schap Rol schap Icoonprojecten zijn essentieel zijn Aanleggen fietsknooppuntsysteem voor het Groene Hart-beleid, vanwege Reeuwijkse Plassen en omgeving hun ruimtelijke betekenis of vanwege en deze aan laten sluiten op reeds het mobiliseren van het netwerk dat bestaande en/ of toekomstige nodig is voor de uitvoering. fietsknooppuntensystemen Icoonprojecten hebben een aangelegd door derden. voorbeeld- of aanjaagfunctie voor het hele Groene Hart. Op icoonprojecten ligt extra bestuurlijke druk en vaak zijn extra middelen beschikbaar. Bereikbaarheid van het werkingsgebied van en naar het noorden (o.a. fort Wierickerschans)
Uitvoeringsprogramma Groene Veenweidepact Gouwe-Wiericke: Aanhaken op het gebied van Hart: project in voorbereiding recreatieve mogelijkheden Het gezamenlijk vastleggen van doelen (in 2008) door diverse partijen op het gebied van water, landbouw, natuur, behoud van veenweidelandschap en recreatieve mogelijkheden. Streekplan Zuid-Holland Oost - Zowel Goudse Hout als Reeuwijkse Hout zijn als Regionaal Recreatieknooppunt aangemerkt; (november 2003) - De oostrand van de plassen inclusief het noordelijk deel van de plassen valt onder (inter)nationale Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
Aanhaken bij het project i.v.m. het aanleggen van een recreatieve (fiets-) verbinding.
Uitvoeren van diverse ‘geen-spijt’ maatregelen.
44
natuurbescherming (Natura 2000). Hieronder vallen met name de gebieden van Staatsbosbeheer, maar ook de Reeuwijkse Hout grenst hieraan; - Nabij zowel ‘t Weegje als de Reeuwijkse Hout is de PEHS gepland. Ook het Gouwebos wordt als groene verbinding aangemerkt (zie ook hierna: realisatie groengebieden ZZG). Realisatie nieuwe Uitbreiding recreatiegebied, vergroting Aanleg groengebieden die een groene Volgen van de ontwikkelingen en het tot stand brengen van routes en groengebieden in het kader van recreatiemogelijkheden in de omgeving van de grote steden: schakel kunnen vormen tussen de verbindingen tussen Zuidvleugel Zichtbaar Groener Goudse Regio, 200 ha (incl. 100 ha PPS); Bentwoud, 1300 zuidvleugel en het groene hart. beheergebieden van het schap en ha (incl. 125 ha PPS). deze nieuw groengebieden. Realisatie Robuust Ecologische Tussen het Lauwersmeer en de Zeeuwse delta komt een Mogelijkheden voor groene ontsluiting Volgen van de ontwikkelingen en Verbinding (‘Natte As’) robuuste ecologische verbinding voor natte natuur. Deze is van het gebied ten oosten van de het tot stand brengen van routes en opgenomen in de Nota Ruimte van het rijk. De aanleg van Reeuwijkse Plassen. verbindingen tussen de natuur kan tegelijk andere perspectieven in het gebied beheergebieden van het schap en versterken, zoals recreatie, het waterbeheer en deze nieuw groengebieden. plattelandsverbreding. Volgens planning is de Natte As in 2018 volledig aangelegd. Voorlopig is de Natte As gepland in het landbouwgebied ten oosten van de Reeuwijkse Plassen. Woningbouw, nieuwe Groeiende vraag naar kwalitatieve leefomgeving met Op peil houden/brengen leefomgeving Rekening houden met eventuele recreatieve mogelijkheden, rekening houdend met: infrastructuur en en recreatieve mogelijkheden verhoging van het aantal bedrijventerrein - Zuidplaspolder: 15.000 – 30.000 nieuwe woningen; (bovenlokale) recreanten. - Westergouwe: ca. 3.800 nieuwe woningen nabij ’t Weegje; - Triangel: ca. 2.600 woningen nabij ’t Weegje; - Boonstoppel: ca. 40 woningen praktisch ín ’t Weegje; - Boskoop: ca. 800 nieuwe woningen nabij Gouwebos; Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
45
-
Landschapspark Oostpolder
Stolwijkersluis
Verbetering waterkwaliteit (Kader Richtlijn Water)
RijnGouwelijn: mogelijke halte nabij ’t Weegje; Zuidwestelijke Randweg: aanleg provinciale weg ten zuiden van Gouda; - Herstructurering bedrijventerrein Goudse Poort: in 2015 is dit bedrijventerrein een rustige, parkachtige omgeving met hoogwaardige, moderne kantoorgebouwen en royale bedrijfsruimten. De Oostpolder in Schieland wordt ontwikkeld tot waterrijk Grenst aan de oostzijde van Recreatieve aansluitingen landschapspark. Een groene long aan de westzijde van de beheergebied ’t Weegje. verzorgen tussen de Oostpolder en stad, met mogelijkheden voor natuurontwikkeling en ’t Weegje. recreatie. Plan van de gemeente Gouda om de sluis te herstellen. Op Watersportmogelijkheden vanuit het Volgen van de plannen en deze manier wordt het mogelijk om met kleine Reeuwijkse Hout en ’t Weegje kunnen eventueel ontwikkelen nieuwe (plezier)vaartuigen vanuit Gouda (én Reeuwijk) de worden uitgebreid. vaarroutes naar en ín de Krimpenerwaard in te varen. Krimpenerwaard. Betere gebruiksmogelijkheden water en verhoging ’t Weegje is benoemd als zgn. Eventueel ecologische (verbeter-) ecologische waarden. waterparel. Dit zijn wateren met projecten uitvoeren in het kader van bijzondere actuele of potentiële de KRW. natuurwaarden.
Ontwikkelingen watersysteem Goudse Hout (HHR)
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
46
Bijlage B Gezelligheid
Er even tussen uit
fietsen
balspel
de hond uitlaten
barbecueën
varen
beachvolleybal
evenementen wandelen
horeca schaatsen
vissen
picknicken
kanoën
spelen / speeltoestel
zwemmen paardrijden
strand
zonnen
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
47
Opgaan
Uitdaging
natuurbeleving
golfen
natuurexcursie
trimbaan
struinen
hardlopen
mountainbiken survival
paardrijden / manege vogels spotten
schaatsen
Interesse
archeologie wielrennen
kunst buiten
zeilen
monument
Gebiedsplan Reeuwijkse Plassen 2012-2022
48