Geachte lezer, Zoals u in het hierna volgende rapport kunt lezen, heeft de Kremmerd op de volgende twee punten niet voldaan aan de eisen van de GGD: - Emotionele veiligheid (teveel onrust op de groep) - Overdracht van normen en waarden (inconsequent gedrag pedagogisch medewerkers) U zult begrijpen dat wij niet tevreden zijn met deze beoordeling en dat wij in gesprek met onze medewerkers deze punten weer extra onder de aandacht hebben gebracht. Graag lichten wij de genoemde punten nog even toe. Onrust op de groep Wij willen niet ontkennen dat het inderdaad onrustig was op de groep die dag en dat er ook afgeweken is van de vaste regel om te beginnen met een rustmoment aan tafel. Onze medewerkers zijn hier aan het eind van het schooljaar wat flexibeler mee omgegaan. Doordat het schooljaar ten einde liep, waren een aantal kinderen onrustiger dan anders. Zij hadden er behoefte aan om even ‘uit te razen’ zoals wij dat noemen. Deze ruimte hebben onze medewerkers ze geboden, maar leverde een onrustig beeld op voor de inspectie. Door de kinderen meer ruimte te geven en niet te eisen dat ze rustig aan tafel bleven zitten, konden de kinderen met veel energie snel buiten gaan spelen en ontstond er meer rust voor de kinderen die dit wel nodig hadden. Helaas zag de inspectie dit anders. Inconsequent gedrag Het onvoldoende overdragen van normen en waarden is in het rapport gekoppeld aan het inconsequente gedrag van de pedagogisch medewerkers. Waar de ene pedagogisch medewerker de kinderen corrigeerde, liet de andere dit achterwege. Een van de afspraken die wij binnen Kinderopvang Huizen hebben, is dat wij duidelijke regels stellen en snel en doortastend reageren wanneer hier kinderen zich niet aan de regels houden. Dit is in deze situatie helaas niet gebeurd. Wij hebben dit punt onder de aandacht gebracht van de medewerkers en zij zullen in de toekomst elkaar scherp houden om een soortgelijke situatie in de toekomst te voorkomen. Samen met onze medewerkers zorgen wij dat we bij de volgende inspectie alleen maar positieve beoordelingen krijgen.
Louise Klaver Directeur Stichting Kinderopvang Huizen
Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) 692 62 22 www.ggdgooi.nl
Inspectierapport Kremmerd (BSO) Huizen
Inspectierapport
Kremmerd (BSO) Bovenlangewijnseweg 6 1272BX HUIZEN Registratienummer 965182617
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Gooi & Vechtstreek Huizen 16-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 30-07-2015
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................4 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 12
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 16 juni 2015 heeft er een jaarlijkse onaangekondigde inspectie plaatsgevonden. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang Kremmerd is onderdeel van Stichting Kinderopvang Huizen. De Kremmerd is gehuisvest in een deel van de Flevoschool. Het is een locatie met 100 kindplaatsen verdeeld in 4 basisgroepen op leeftijdscategorie verdeeld. Inspectiehistorie Buitenschoolse opvang Kremmerd is op 3 juni 2014 onaangekondigd bezocht voor een inspectieonderzoek. Aan de meeste items van het reguliere onderzoek werd voldaan. Er werd toen niet voldaan aan een geldige verklaring omtrent het gedrag van een uitzendkracht. Bij een nader onderzoek in november 2014 is de overtreding hersteld. Huidige bevindingen Op 16 juni 2015 is gesproken met locatie verantwoordelijke J. Dalmeijer. Onaangekondigde observatie van de praktijk heeft aansluitend plaatsgevonden. Aan twee items zoals hieronder beschreven is niet voldaan, het betreft hier de emotionele veiligheid en de overdacht van normen en waarden. Aan de overige getoetste items wordt voldaan. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘pedagogisch klimaat’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden De persoonlijke en sociale competenties zijn waargenomen en positief beoordeeld. De emotionele veiligheid en de overdracht van normen en waarden zijn niet positief beoordeeld. Pedagogische praktijk Op basis van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie van de pedagogische praktijk is het item, zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid, positief beoordeeld. Tijdens de observatie zijn de persoonlijke en sociale competenties positief beoordeeld. Dit geldt niet voor de emotionele veiligheid en overdracht van normen en waarden. Hieronder volgt een beschrijving van de observatie tussen 15.30 en 17.15 uur. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten, de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie is het volgende opgemerkt: De beroepskrachten hebben nauwelijks contact met de kinderen. Het contact is vooral gericht op sturen en controleren van gedrag van het kind en op organisatorische zaken. Er zitten 16 kinderen aan de tafel. De kinderen komen met veel energie terug uit school. Eén beroepskracht loopt een rondje langs de tafel en vraagt aan alle kinderen welke activiteit zij willen gaan doen. De andere beroepskracht zit aan een hoofdeind. Met de vier kinderen om haar heen is er contact. De andere kinderen zijn onrustig, lopen van tafel, lopen naar elkaar toe, dagen elkaar uit. De beroepskracht zegt één keer dat de kinderen aan tafel moeten blijven zitten, de kinderen luisteren nauwelijks. Een aantal kinderen dat klaar is met eten en drinken gaat op eigen initiatief vast van tafel. De sfeer is onrustig. De kinderen rennen wat rond, de beroepskrachten spreken de kinderen daar niet op aan. De beroepskrachten willen in eerste instantie dat de kinderen binnen gaan spelen. Uiteindelijk besluiten zij om buiten te gaan spelen met de kinderen. Tijdens het moment van binnenkomst, eten en drinken en het naar buiten gaan, hebben de beroepskrachten er niet voor gekozen om de groep als geheel aan te spreken of een rustmoment gecreëerd. Op de groep was de sfeer onrustig. Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel, de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen activiteiten worden aangeboden. Het volgende is waargenomen: Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. De kinderen zijn betrokken, hebben aandacht en concentratie voor de activiteit. Kinderen zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt. Er is binnen en buiten voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Op de locatie worden dagelijks activiteiten aangeboden. Er zijn activiteiten voor alle leeftijden, maar ook voor de jongste of oudste kinderen. Tijdens de observatie is het mooi weer. Er staat een bak met water en zeep en de kinderen maken van de rietjes en touwtjes een figuur om doorheen te blazen. De beroepskracht helpt de kinderen met het bellen blazen. De activiteit is midden op het schoolplein. Tijdens de activiteit heeft zij ook aandacht voor de andere kinderen op het plein. 5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de groepsleiding en de kinderen geobserveerd. Hieruit blijkt het volgende: Kinderen worden aangesproken op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. De beroepskrachten geven kinderen een verkeerd of inconsequent voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen. Zij overtreden zelf afspraken en regels, of reageren niet passend op emoties van kinderen. Er is een verschil tussen wat beroepskrachten uitdragen over ‘hoe het moet’ en hoe zij zelf handelen. Om 17 uur krijgen de kinderen buiten wat te eten. Er staan twee beroepskrachten bij de tafel om de kinderen rijstwafels uit te delen. De kinderen willen allemaal snel een rijstwafel te pakken krijgen en klimmen op de tafel. Eén van de beroepskrachten zegt 'Willen jullie niet op de tafel zitten, dat hoort niet. Ik wil dat jullie er nu af gaan, dan krijg je een rijstwafel.' De meeste kinderen blijven op de tafel zitten. De andere beroepskracht blijft de rijstwafels uitdelen, ook aan de kinderen die nog op de tafel zitten. De beroepskrachten zijn niet consequent in hun handelen. Wat zij zeggen wordt niet uitgedragen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Observaties (Onaangekondigd op 16 juni 2015) Pedagogisch werkplan (pedagogisch werkplan. locatie Kremmerd. Maart 2015)
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘personeel en groepen’. Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Opvang in groepen Naam groep Snorkels Muppets Bengels Freggels
Leeftijd kinderen 4-5 jaar 5-8 jaar 5-8 jaar 8-13 jaar
Maximaal aantal aanwezige kinderen 20 20 20 30
Tot 8 jaar hoort ieder kind bij een basisgroep van maximaal 20 kinderen. De 8+ groep bestaat uit maximaal 30 kinderen. Wanneer kinderen in een andere basisgroep dan hun eigen basisgroep worden opgevangen, dan heeft de ouder hiervoor schriftelijk toestemming gegeven. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd; Naam groep
Leeftijd kinderen
Snorkels Muppets Bengels Freggels
4-5 jaar 5-8 jaar 5-8 jaar 8-13 jaar
Aantal aanwezige kinderen 7 16 15 16
Aantal beroepskrachten nodig 1 2 2 2
Aantal beroepskrachten aanwezig 1 2 2 2
Opmerkingen
Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties (Onaangekondigd op 16 juni 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Accommodatie en inrichting Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ‘accommodatie en inrichting’. Binnen dit domein is de binnenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters dat beschikbaar is per kind en de inrichting van de ruimten. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Binnenruimte Naam groep
Aantal kinderen 20
Aantal m² nodig 70
Aantal m² beschikbaar in groepsruimte 45,1
Snorkels Muppets Bengels Freggels
20 20 30
70 70 105
51,7 54,8 97,3
Aantal m² beschikbaar van gemeenschappelijke ruimte 21,3 en 22,4 extra groepsruimte 21,3 21,3 21,3
Totaal aantal m² beschikbaar 88,8 73 76,1 118,6
Er zijn vier groepen, die allemaal een eigen groepsruimte hebben. Naast hun eigen groepsruimte, hebben de kinderen de beschikking over een hal en keuken. Gebruikte bronnen: Observaties (Onaangekondigd op 16 juni 2015) Plattegrond (Binnenruimte)
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Kremmerd : http://www.kinderopvanghuizen.nl : 100
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Huizen Postbus 3060 1270EB HUIZEN www.kinderopvanghuizen.nl 41193172
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Gooi & Vechtstreek Postbus 251 1400AG BUSSUM 035-6926377 Nine de Jongh
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Huizen : Postbus 5 : 1270AA HUIZEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
16-06-2015 15-07-2015 28-07-2015 30-07-2015 30-07-2015 30-07-2015
: 06-08-2015
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. GGD Gooi & Vechtstreek Postbus 251 1400 AG BUSSUM Gemeente Huizen Postbus 5 1270 AA HUIZEN Betreft: Zienswijze concept inspectierapport juni 2015 Geachte mevrouw de Jongh, Op 16 juni jl. heeft er een jaarlijkse, onaangekondigde inspectie plaatsgevonden. Tijdens deze inspectie zijn niet alle onderdelen beoordeeld, dit omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). Hierbij is tijdens het inspectiebezoek met name primair onderzoek gedaan op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk en de aandachtspunten uit de vorige inspecties. Op 3 juni 2014 is er eerder een onaangekondigd bezoek geweest waarbij aan de twee de punten, die in dit onderzoek van 2015 als niet positief zijn beoordeeld, wel werd voldaan. Op 16 juni 2015 is er een gesprek geweest met vervangend locatiehoofd J. Dalmeijer ivm het uitvallen wegens gezondheidsredenen van het vaste locatiehoofd, Laura van Helden. Uit het concept rapport werd vastgesteld dat er op twee punten niet is voldaan en dat nemen wij uitermate serieus. Tevens vinden wij dit erg vervelend. Helemaal gezien dit een punt is waarin wij eerder juist voldoen aan de wettelijke regelgeving die de GGD aan ons stelt. Op de dag dat de onaangekondigde inspectie plaatsvond was het onrustig, de kinderen waren aan het eind van het schooljaar meer uitgelaten en ook zijn de scholen bezig met de afronding van het schooljaar. Deze onrust heeft zich doorgetrokken bij ons op de groep en wellicht ook door naar de thuissituatie. Natuurlijk is dit niet de enige reden, maar dit speelt mee in het gedrag van de kinderen die middag. Een onderdeel van de inspectie tijdens het bezoek was het: Pedagogisch klimaat. Hieronder vallen de volgende competenties: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarde Tijdens de observaties en bevindingen zijn er twee items als niet positief beoordeelt. De persoonlijke en sociale competenties zijn waargenomen en positief beoordeeld, echter zijn emotionele veiligheid en de overdracht van normen en waarden niet positief beoordeeld. Onder het punt emotionele veiligheid werd er geconstateerd dat er bij het aankomen na schooltijd te weinig contact was met de kinderen. Het contact was met name gericht op het controleren van gedrag en op organisatorische zaken. Onze pedagogisch medewerkers zijn zich er wezenlijk van bewust dat dit op die dag niet naar voren is gekomen en hebben, naar eigen zeggen, gehandeld als reactie op de onrust die er op het moment van aanwezigheid van de inspecteur heerste. Aan elk kind werd gevraagd wat het kind wilde doen voor activiteit en de sfeer was onrustig. Het ontbrak die dag ook aan een gezamenlijke bespreking, iets wat de pedagogisch medewerkers normaal gesproken elke dag doen. Dit is die dag echter wel op de overige groepen gedaan.
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN
Onder het punt persoonlijke competentie werd er waargenomen dat onze kinderen mee kunnen doen aan onze dagelijkse gestructureerde activiteiten en vrij spel, waarbij er op elk ontwikkelingsgebied en voor alle leeftijden een passende activiteit werd aangeboden, hierbij was er zogezegd door de inspecteur voldoende overzicht van de pedagogisch medewerkers. Echter werd er op het punt overbrengen van normen en waarden een opmerking geplaatst namelijk dat er een situatie heeft voorgedaan waarin de pedagogisch medewerkers op het moment van buitenspelen een inconsequent voorbeeld hebben gegeven. Tijdens deze situatie werden er rijstewafels uitgedeeld, hierbij zaten een aantal kinderen op de tafel buiten op het schoolplein. Terwijl een collega de kinderen verzocht van de tafel af te gaan, ging de andere collega door met uitdelen van de rijstewafels. Hierin hebben medewerkers zoals zij zelf ook toegaven onvoldoende gehandeld. Binnen onze locatie vinden wij onze communicatie en het gezamenlijk uitdragen van normen en waarden erg belangrijk en hierdoor hebben wij zoals in het rapport staat omschreven onvoldoende gehandeld. Wel vinden wij de beoordeling, zoals in het rapport omschreven: (“De beroepskrachten geven kinderen een verkeerd of inconsequent voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen. Zij overtreden zelf afspraken en regels, of reageren niet passend op emoties van kinderen. Er is een verschil tussen wat beroepskrachten uitdragen over ‘hoe het moet’ en hoe zij zelf handelen.”) erg zwaar verwoord op basis van dit voorval, Wij hebben na deze constatering actie ondernomen op de beoordeelde punten: Er een bijeenkomst georganiseerd waarbij (ivm met de zomervakantie) bijna alle pedagogisch medewerkers aanwezig waren. Hierin hebben wij met zijn allen de onderdelen besproken en hieruit zijn de punten herkend en zijn onderstaande acties genomen. Het vaste locatiehoofd heeft contact gehad met het inmiddels nieuw gestarte vervangend locatiehoofd en het rapport is uitvoerig besproken. Tevens is er contact geweest met de directeur en zullen wij stichtingsbreed ook blijven werken aan ons pedagogische kwaliteit nu en in de toekomst. In November start een training, waarbij stichtingsbreed medewerkers worden getraind in het het verbeteren van de interactie met kinderen en ouders, waarin zelfreflectie een belangrijk onderdeel is. Voor deze training zullen enkele pedagogisch medewerkers van Kremmerd verplicht worden gesteld. Als laatste zullen wij op een structurele manier aandacht blijven besteden aan onze pedagogisch kwaliteit zodat punten in een volgend onderzoek als voldoende zullen worden beoordeeld. Dit zullen wij doen door dit item standaard op de agenda de plaatsen tijdens de team overleggen en komt dit ook terug in onze notulen. Wij willen u danken voor het bezoek dat is gemaakt en voor het opgemaakte rapport. Vriendelijke groet,
Debby Schenkel Vervangend locatiehoofd Kremmerd.
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 16-06-2015 Kremmerd te HUIZEN