College Gedeputeerde Staten Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht
Roermond: 11 december 2007 Betreft: Bedenkingen Bestemmingsplan Circuit de Peel Van: Toine Wuts Kenmerk: 07.271 / TW / 292.14 Bijlage: 4
Geacht College, Mede namens onderstaande natuur- en milieuorganisaties, recreatievereniging en (recreatieve) bewoners uit de gemeente Venray geven wij, na lezing van het bestemmingsplan en de reactie op onze zienswijze, onze bedenkingen op het Bestemmingsplan Circuit de Peel te Venray. Onze bedenkingen zijn onderverdeeld in drie hoofdgroepen: Algemeen, Voorschriften Bestemmingsplan en Toelichting Bestemmingsplan. Om zo min mogelijk in herhaling te treden zullen wij bij regelmaat verwijzen naar onze zienswijze op het Ontwerp bestemmingsplan en de MER (Bijlage 1 en 2), beide reacties dienen hier dan ook als ingevoegd te worden beschouwd. Algemeen Onzorgvuldige besluitvorming en vooringenomenheid Volgens ons is het bestemmingsplan in grote haast tot stand gekomen. Normaliter wordt de stukken voor de Gemeenteraadsvergaderingen voorafgaand voorbesproken in Commissievergaderingen. Het onderwerp “Circuit de Peel” stond eerst gepland voor de Gemeenteraadsvergadering van 18 september 2007 en anders op 30 oktober 2007. Op 3 september 2007 is in het presidium besloten om een extra Raadsvergadering te beleggen op 16 oktober 2007 met “het Circuit” als enige agendapunt waardoor de commissievergadering kon komen te vervallen. Toen ook de datum van 16 oktober 2007 niet haalbaar bleek, is het agendapunt alsnog verschoven naar 30 oktober 2007 echter zonder “het circuit” te agenderen op de er aan voorafgaande commissievergadering. Dit onderwerp heeft, ondanks dat het de aandacht zou verdienen van een majeur project, nog minder aandacht gehad dan elk ander regulier agendapunt. Gezien het verloop van het proces is ook het agenderen op 30 oktober 2007 te vroeg gebleken. Gedurende de procedure werden er nog steeds stukken toegevoegd en gewijzigd. De ter inzage liggende stukken, aan ons toegestuurd, voor de Raadsvergadering van 30 oktober 2007 dateren van 27 september 2007. In de Raad zijn echter de stukken vastgesteld van 18 oktober 2007.
1
Het rapport Natuuronderzoek MER is van 26 oktober 2007. Uiteraard is het een verantwoordelijkheid van de Raad om besluiten te nemen, ook al heeft men amper kennis kunnen nemen van de inhoud van de stukken. Door twee fracties is hierover melding gemaakt. Voor de andere fracties stond het besluit op voorhand vast. Zoals blijkt uit het raadsbesluit van 19 mei 2006 (bijlage 3). Had men echter de stukken gedegen kunnen bestuderen dan had men onder andere gezien dat bij het Natuuronderzoek MER het provinciale advies betrekking heeft op een activiteit in de gemeente Beesel. Een dermate snelle behandeling leidt tot onzorgvuldigheid en in dit geval is er zeker sprake van vooringenomenheid wat in strijd is met artikel 2.4 Awb. Wij baseren dit onder andere op bovengenoemd raadsbesluit en de overeenkomst tussen de gemeente Venray, de provincie Limburg en de initiatiefnemer dhr. Maessen van juni 2006, (bijlage 4). In deze overeenkomst is de realisering van een circuit vastgelegd nog voordat de daarvoor geëigende procedures zijn opgestart. De partijen hebben hierin zelfs volgens ons juridisch volstrekt onmogelijke voorwaarden vastgelegd, namelijk dat de particuliere initiatiefnemer twee bedrijven zal uitkopen. De eigenaren van deze twee bedrijven zijn geen partij in deze overeenkomst. Het stellen van een voorwaarde wekt bij ons de gedachte dat er door de gemeente en de provincie als tegenprestatie gezorgd wordt voor al het mogelijke dat bijdraagt aan de realisatie. Dat komt volgens ons de zorgvuldigheid in de procedure niet ten goede. Verder hebben wij uit de ter inzage liggende stukken niet kunnen opmaken dat overeengekomen afspraken inmiddels zijn nagekomen. Daarnaast heeft de gemeente Venray de aanvullingen op de MER en de daarbij behorende aangepaste rapporten niet meer ter inzage gelegd voor inspraak. Objectiviteit van de gemeentelijke notities en onderzoeksrapporten De terinzage liggende rapporten zijn gedurende de gehele bestemmingsplan procedure nog al eens van opdrachtgever veranderd. De laatste ter inzage liggende stukken zijn deels onder verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer van het circuit opgesteld, deels door de gemeente maar ook in samenwerking waarbij de gemeente opdrachtgever is en dhr. H. Maessen vanuit de gemeente projectleider is. De gemeente heeft volgens ons in deze onvoldoende haar eigen verantwoordelijkheid genomen voor de waarborg tot een onafhankelijke toetsing. Locatiekeuze of plan MER Er wordt gesuggereerd dat er een gedegen locatiekeuze heeft plaatsgevonden op basis van een plan MER studie. Deze plan MER uitwerking is een herhaling van de locatiekeuze studie van mei 2006. Samen met ons concludeerde de commissie m.e.r. dat deze op verschillende punten nog onvoldoende is uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een aanvulling MER, die zoals bekend is, niet meer ter inzage is gelegd. Volgens ons is de locatiekeuze uit 2006 onvoldoende en de afweging tussen de drie locaties Beemdweg, Metaalweg en Bakelsedijk Zuid onvoldoende om met elkaar te kunnen vergelijken. Tijdens de vergelijkende studie tussen deze drie locaties is uitgegaan van een geluidswerende
2
voorziening van 10 m hoog. Deze was voor geen van de drie locaties voldoende. Toch is toen tijdens het m.e.r. onderzoek, maar eigenlijk al eerder zoals bovenstaande vermeld, besloten alleen met de locatie Bakelsedijk-Zuid verder te gaan. Hierop is een betere variant (VA6) getoetst en uiteindelijk als noodzakelijk beschouwd om de activiteiten op de locatie Bakelsedijk Zuid mogelijk te maken. Deze mogelijkheid is niet meer onderzocht op de locaties Beemdweg en Metaalweg. De beoordelingen op basis van de natuur zijn volledig selectief te noemen en toegeschreven naar de gemeentelijke voorkeur voor de locatie Bakelsedijk Zuid. “Bestaande” illegale circuit de Peel Door de gemeente wordt er vanuit gegaan dat er sprake is van een bestaand circuit. Dit circuit heeft echter nooit een legale status gekregen. Tot drie keer toe heeft de gemeente het geprobeerd te verankeren in het bestemmingsplan, ook toen het gebied nog niet tot de EHS behoorde. Telkens heeft de provincie voor dat deel haar goedkeuring onthouden. Ten onrechte meldt de gemeente Venray in de ter inzage liggende stukken dat de Raad van State het bestemmingsplan voor het deel circuit de Peel niet heeft goedgekeurd. De gemeente heeft zelf die procedure stopgezet. Tevens heeft de Raad van State alsook de Rechtbank Roermond respectievelijk de Provincie Limburg en de Gemeente Venray gesommeerd handhavend op te treden tegen de overtreding. Er is volgens ons dan ook geen sprake van een bestaande situatie en ook niet van het verplaatsen van een bestaande situatie of activiteit. Het nu voorliggende bestemmingsplan gaat uit van een breed scala aan activiteiten waarvan de activiteiten die in het verleden, zonder milieuvergunning en ruimtelijke toestemming, hebben plaats gevonden op het illegale circuit een klein onderdeel vormen. Er is dus eerder sprake van een nieuwe inrichting, waarbij gezien de aard en omvang van de activiteiten eerder sprake is van een industrieel karakter dan dat het gaat om recreatieve activiteiten. Een centrum dat niet grondgebonden is en derhalve ook niet in een waardevol buitengebied thuishoort. Nut noodzaak discussie In geen enkel van de ter inzage liggende stukken en in beantwoording op eerdere reacties heeft de gemeente Venray aangetoond waarom een circuit met dergelijke lawaaiactiviteiten nodig is in de gemeente Venray. In geen enkele toekomstvisie, noch in een partijprogramma is het belang van een circuit van die omvang in Venray genoemd. Er dienen zelfs zeer veel extra activiteiten binnen het nieuwe bestemmingsplan gerealiseerd te worden om het überhaupt financieel mogelijk te maken. Een gedegen maatschappelijke kosten- en batenanalyse is tot nu toe niet gemaakt. Voorschriften Bestemmingsplan Circuit de Peel De voorschriften zijn erg algemeen van aard en niet toegespitst op de specifieke situatie waarvoor dit bestemmingsplan is gemaakt, zeker met inachtneming van de voorwaarde tot uitplaatsing van de IV bedrijven. In de toelichting wordt meermalen genoemd dat de initiatiefnemer de Intensieve Veehouderij bedrijven uitkoopt. Hij levert hiermee een bijdrage in de realisering van het reconstructieplan van de Provincie Limburg. De voorwaarden die gelden inzake reconstructie worden niet vertaald in het voorliggende bestemmingsplan. Zo blijft agrarische bedrijvigheid en uitbreiding van
3
gebouwen mogelijk, terwijl het reconstructieplan ervan uitgaat dat de stallen gesloopt worden en het primaat komt te liggen bij wonen en natuur. De voorschriften uit het voorliggende bestemmingsplan zijn derhalve onvoldoende en onjuist. In alle stukken wordt gesuggereerd dat de nu voorliggende en beschreven activiteiten, die overigens niet in alle ter inzage liggende stukken dezelfde omvang hebben, dienen te worden gezien als een eindsituatie. Wij hebben hier weinig vertrouwen in. Niet alleen gebaseerd op ervaring uit het verleden, maar ook gezien de omschrijving van artikel 1 die in de versie van 18 oktober al weer is aangepast t.o.v. de versie van 27 september die naar de raadsleden is gestuurd. Dit wordt nog eens ondersteund uit de beantwoording op onze zienswijze dat alleen de meest geluidhinderlijke activiteiten niet worden uitgebreid. Tevens wordt er in artikel 5e ineens verblijfsrecreatie toegestaan. In geen enkel eerder ter inzage gelegd plan is dit opgenomen. Met deze mogelijkheid en mogelijke gevolgen is in geen der onderzoeksrapporten rekening gehouden. Datzelfde geldt voor de mogelijkheden die geboden worden door de verruiming van artikel 1. Ook artikel 12 biedt het College B&W van Venray ruimschoots de mogelijkheid om het circuit en haar activiteiten te laten groeiien. Wij zijn nog steeds van mening dat artikel 2 suggereert dat er geen gebouwen worden toegestaan terwijl er verderop verschillende mogelijke gebouwen worden genoemd. In artikel 5.3 wordt gesproken van een “aanduiding Vliegbaken” uit artikel 4 en op de kaart wordt deze aanduiding niet meer weergegeven ten opzichte van eerdere versies. Voor de zorgvuldigheid en helderheid naar de burgers toe is het aan te bevelen om de dubbelbestemming EHS op te nemen voor de gedeelten waar deze van toepassing is. Indien er sprake is van een duurzame eindsituatie is het volstrekt overbodig om artikelen op te nemen die uitbreidingen tot 10% mogelijk maken. Artikel 14 lid 5 biedt de mogelijkheid het huidige illegale circuit te handhaven, zelfs te legaliseren of om te zetten in ander strijdig beleid. Toelichting Bestemmingsplan Circuit de Peel Algemeen In reactie op de toelichting kunnen wij veel zaken aanhalen die wij al in onze reactie op het MER en het Voorontwerp Bestemmingsplan hebben genoemd. Wij beperken ons hier tot de aanvullingen op deze reactie en beschouwen de bijgevoegde reactie op het MER en de Zienswijze op het Voorontwerp Bestemmingsplan als hier ingevoegd en herhaald (bijlage 1 en 2). Het huidige illegale circuit bevindt zich volgens het POL 2006 in de EHS. Voor zover bekend is door de gemeente alsook door de eigenaar van het huidige illegale circuit nooit bezwaar gemaakt tegen de
4
deze status van EHS. De gronden hebben sinds 1944 tevens de gemeentelijke bestemming “Bos”. Ook binnen deze bestemming heeft een circuit nooit tot de mogelijkheden behoord. De provincie dient om het circuit mogelijk te maken, op de nieuwe locatie, een besluit te nemen inzake de herbegrenzing van de POG (Provinciale Ontwikkelingszone Groen). Dit besluit is tot heden nog niet gepubliceerd en beargumenteerd. Het mogelijk maken van een racecircuit of, gezien de omvang en aard van de activiteiten, een industriële activiteit in de POG of het herbegrenzen van de POG om deze ontwikkeling mogelijk te maken schept een ongewenst precedent voor de instandhouding van de POG elders in de provincie. Afweging van de locatiekeuze Er wordt de indruk gewekt dat de locatiekeuze tijdens het m.e.r- proces nader is gemotiveerd. Hier wordt voorbijgegaan aan het Plan-MER. In het Plan-MER dient een locatiestudie te worden gemaakt, waarin alle locaties een gelijke weging gebaseerd op een vergelijkbaar onderzoek krijgen. Bovenstaand is al aangehaald dat dit niet is gebeurd. Betreffende de natuur is er geen rekening gehouden met de autonome ontwikkeling van het beoogde plangebied (Bakelsedijk-Zuid). Dit geld zowel voor het Plan-MER gedeelte als voor het Locatie-MER gedeelte. Het gaat hier om een POG gebied en een extensiveringsgebied in het kader van de Reconstructie. Na de uitplaatsing (autonome ontwikkeling c.f. Reconstructieplan), voor 2012 van de intensieve veehouderijen zou Bakelsedijk-Zuid zich kunnen ontwikkelen tot een gebied van gelijke ornithologische waarde als de aangrenzende luchtmachtbasis, een kerngebied voor vogelsoorten van open akker- en weidegebieden als grutto, graspieper en veldleeuwerik. In het natuuronderzoek wordt ten onrechte gemeld dat het Ministerie van Defensie niet de gelegenheid heeft gegeven tot inventarisatie. In het provinciale PCGP-overleg is dat door het Ministerie van Defensie wel aangeboden. Dit is bij de gemeente bekend. Uit navraag is gebleken dat de natuuronderzoekers de vraag om gegevens of onderzoek ter plekke niet aan het Ministerie hebben gesteld. In de beantwoording van de zienswijze is dit toegegeven. In het terinzage liggende aangepaste natuuronderzoek van 26 oktober 2007 staat nog steeds de onmogelijkheid tot onderzoek op het defensie terrein, alsof het dan toegestaan is om op onvolledig onderzoek een besluit te nemen. Dat het beoogde plangebied de status POG heeft wordt niet eens meegewogen in het vergelijkend onderzoek. Dit gebeurt wel o.a. bij de locatie Metaalweg, waarbij de term POG in ontwikkeling wordt gebruikt voor de aldaar aanwezige gronden met een agrarische functie. In tabel 1.5 wordt een beoordeling gegeven inzake ruimtebeslag natuur tussen de alternatieven. Waar dit op gebaseerd is, is volstrekt onduidelijk. In het gehele MER staat geen enkele oppervlakteberekening van het akoestisch ruimtebeslag van de locaties Beemdweg en Metaalweg. Dat zelfde geldt voor het ruimtebeslag dassenleefgebied alsook voor de geluidsverstoring broedvogels. Al deze waarden worden niet kwantitatief onderbouwd. Sterker nog de locaties
5
Beemdweg en Metaalweg waren geen onderdeel van het onderzoeksgebied in het natuuronderzoek, noch bij het MER noch in het Bestemmingsplan. Provinciaal- , Rijks- en Gemeentelijk beleid Vestiging in POG-gebied De POG-status biedt mogelijkheden tot vestiging. Hierbij moet gedacht worden aan extensieve vormen van recreatie of aan kleinschalige uitbreidingen van aanwezige bedrijven. Echter het doel van de POG is het behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, deze zijn richtinggevend voor de mogelijke ontwikkeling in de POG. Mochten er toch ontwikkelingen plaatsvinden in de vorm van onder andere extensieve recreatie dan dient dit getoetst te worden aan het doel en er dient sprake te zijn van een kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de ecologische structuur. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden uit het Reconstructieplan voor dit specifieke gebied. Dit kan leiden tot een invulling op maat voor dit gedeelte van de POG. Een deel van de nieuw op te richten inrichting en de daarbij voorgenomen activiteiten zijn een vorm van zeer intensieve, natuuronvriendelijke, recreatie die ertoe bijdraagt dat er een aanzienlijk deel van de POG hier verloren gaat. Daarnaast is deze ontwikkeling strijdig met de voorwaarden uit het Reconstructieplan. Het beoogde gebruik van het circuit geanalyseerd hebbende, is er naar onze mening méér sprake van een inrichting die een industriëel doel dient ten behoeve van de auto-industrie en derhalve thuishoort in een gebied met bestemming “industrieterrein”. De voorziening dient daarnaast een vergelijkbaar doel als een voetbalstadion; een voorziening die tegenwoordig ook steeds vaker op een industrieterrein gehuisvest wordt. Als laatste dient de voorziening óók een recreatief doel ten aanzien van de lokale amateurmotorsport. Wij vermoeden dat het gehele plan steeds bewust gepositioneerd is onder de vlag “recreatie” en bewust de indruk is gewekt dat het nieuwe circuit in alle opzichten vergelijkbaar zou zijn met het bestaande illegale circuit (en geen circuit à la Assen). Natuurcompensatieplan In het gehele Bestemmingsplan staat geen locatie genoemd waarop gelijktijdig ter compensatie een planologische bestemming wordt gelegd, noch voor de POG noch voor de EHS of waar de compensatie zal plaatsvinden met bijbehorend tijdplan. Wat dat betreft is zowel het provinciale alsook het gemeentelijke compensatiebeleid duidelijk. Het opnemen van een zoekgebied in de het rapport Natuuronderzoek MER van 26 oktober 2007 is een onvoldoende invulling van het compensatiebeleid. Bij de berekening van de compensatiehectares zijn volgens ons de afname in verspreidingsdichtheid ten onrechte als een factor in de berekening gebruikt ter bepaling van het compensatieoppervlak.
6
Het huidige illegale circuit verdwijnt uit de EHS. Dit is een autonome ontwikkeling. Er is eerder sprake van het oplossen van een jarenlange belemmering van de ontwikkeling van de EHS ter plaatse, zoals ook gemeld in het natuuronderzoek. De nieuwe zuidelijke ontsluitingsweg, voor calamiteiten, doorsnijdt nog steeds een EHS gebied. In de beantwoording op de zienswijze is toegezegd dat dit zou worden aangepast. In het uiteindelijke plan is dat niet gebeurd. De omschrijving “een lage frequentie van gebruik” is een nietszeggende kwantificering om een inschatting te kunnen maken van mogelijke gevolgen. Het POG gebied ligt hier aan drie zijden ingesloten tussen EHS gebieden, de vierde zijde wordt gevormd door de Luchtmachtbasis (ook POG). De zone, het bestemmingsplangebied, leent zich dan ook uitstekend als verbindingszone of ter completering van de EHS. Een planologische restruimte die wacht op omzetting in EHS. Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg In het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg is het betreffende plangebied aangewezen als extensiveringsgebied. Voor extensiveringsgebieden geldt het beleid dat in de komende jaren de intensieve veehouderij hier wordt afgebouwd. Er dient sprake te zijn van een afwaartse beweging van de effecten op de omliggende natuur. Het plaatsen van een auto- en racecircuit, aangevuld met industriële activiteiten om het voornemen rendabel te maken, in een extensiveringsgebied heeft onze wetgever weliswaar niet expliciet uitgesloten, maar kan niet gezien worden als een bijdrage aan het beoogde beleidsvoornemen inzake reconstructie. In het Reconstructieplan is een extensiveringsgebied een ruimtelijk begrensd gedeelte van het reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur. Uitvoering van het reconstructieplan is provinciaal beleid en staat los van wie er zorgdraagt voor medefinanciering. Nota Ruimte De inzet van de Nota Ruimte is een versterking van de steden en het verkrijgen van een vitaal platteland. Zij stelt zich hiertoe vier algemene doelen. Volgens ons is geen enkel van de genoemde vier doelen toepasbaar op het mogelijk maken van een circuit op de beoogde locatie. In het Bestemmingsplan worden de uitgangspunten uit de Nota genoemd, daarmee suggererend dat men daar aan voldoet? Nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw De nota is beter bekend onder de naam “Natuur voor mensen, mensen voor Natuur” en zet de aanpak van het natuurbeleid voor de komende 10 jaar uiteen. De hoofddoelstelling van het natuurbeleid is: behoud, herstel, ontwikkeling en duurzaam gebruik van natuur en landschap, als essentiële bijdrage aan een leefbare en duurzame samenleving. Door middel van onder andere robuuste verbindingen worden grote eenheden natuur vergroot door ze met elkaar te verbinden. Het is dan ook zaak dat er verder gekeken wordt dan de eigen gemeente- en provinciegrens. Een circuit in het buitengebied ingesloten door de EHS past niet binnen de hier geldende doelen.
7
NB-wet en de Flora- en Faunawet In de voorliggende stukken is onvoldoende inzichtelijk gemaakt of er enige reële kans is op een ontheffing van de Flora- en Faunawet. Enkel de telefonische mededeling van een ambtenaar dat in 90% van de gevallen een ontheffing verleend kan worden, getuigt niet van een bevestiging van een reële kans op ontheffing. Zeker gezien de vele soorten die in de directe nabijheid van dit gebied leven. De uitzonderlijk grote hoeveelheid paren veldleeuwerikken die hier voorkomen maakt deze locatie tot een uniek voor Nederland te beschermen locatie. Of het provinciaal advies hiervan melding heeft gemaakt kunnen wij niet controleren daar bij de vastgestelde stukken is uitgegaan van een provinciaal advies dat betrekking heeft op een locatie in de gemeente Beesel. Betreffende het Natura 2000 gebied is te summier gekeken naar akoestisch invloedssfeer, waarover wij onderstaand onze vraagtekens stellen in de paragraaf Geluid. Wet Milieubeheer Enig zicht op de mogelijkheid tot het afgeven van een milieuvergunning om de activiteiten mogelijk te maken is er nog niet. Bestemmingsplan Buitengebied Ten onrechte wordt gesuggereerd dat de Raad van State het besluit heeft genomen inzake een goedkeuringsbesluit. De provincie heeft goedkeuring onthouden en de gemeente heeft de procedure om deze goedkeuring te verkrijgen ingetrokken. De Raad van State heeft geen uitspraak in deze behoeven te doen. Door het provinciale besluit was er al sprake van terugvallen op twee zeer oude plannen, omdat de gemeente al meer dan 27 jaar heeft geweigerd het bestemmingsplan adequaat aan te passen. VORm regeling De hier voorgenomen activiteit voldoet in alle opzichten aan de uitgangspunten van de VORm regeling. De datum van het bestemmingsplan ligt na de peildatum van de VORm regeling. Dat in de VORm regeling niet expliciet een auto- en motorsportterrein wordt genoemd mag ook geen belemmering heten. De VORm regeling kent geen limitatieve opsomming van activiteiten. Het gaat daarnaast ook om een uitgebreidere activiteit dan alleen auto- en motorsport. Cultuurhistorie en Landschap De Gemeente Venray stelt dat er voor de landschappelijke inpassing van het circuit twee kernwoorden van toepassing zijn: verbergen of etaleren. Het landschap is te beschrijven als een grootschalig open landschap. In dit landschap zijn grote boscomplexen aanwezig. Het plangebied ligt in een open enclave. Het circuit verbergen is gezien zijn grootschaligheid en hoogte onmogelijk. Een beplanting met bomen zal leiden tot een onnatuurlijke heuvel in het landschap. Waarbij voor delen van de heuvel geldt dat er een hoogte beperking is. Dat lijkt dan op etaleren. Elke vorm van landschappelijke inpassing heeft als eindresulaat dat het circuit geëtaleerd wordt. Inpassing in een open landschapsstructuur vraagt eerder om een landschappelijke inpassing die uitgaat van verbergen. De conclusie van de Gemeente Venray, dat er sprake is van een landschappelijke inpassing, delen wij in het geheel niet en blijkt ook niet uit het door henzelf vastgestelde MER.
8
Groen en Ecologie Daar het hier om activiteiten met een wisselende frequentie naar aard en omvang van het geluid en de daarbij behorende hoge de piekgeluiden gaat (de piekbelasting zorgt namelijk voor overlast en verstoring) dient volgens ons hier een andere methodiek te worden toegepast in de bepaling van de contouren voor overlast en akoestisch ruimtebeslag. De piekbelasting is niet meegenomen in de berekening. De geschiktheid van het plangebied voor natuurlijke ontwikkeling moet volgens ons getoetst worden aan de autonome ingezette ontwikkelingen in het kader van de reconstructie. Dit betreft bestaand beleid. Als referentiesituatie wordt in het Bestemmingsplan gekeken naar de huidige illegale situatie. Deze situatie heeft al 30 jaar gezorgd voor een belemmering van de ontwikkeling. Om dan nu te doen alsof er sprake is van een verbetering gaat elk bevattingsvermogen te boven. Dat er in de nieuwe situatie sprake is van een vermindering van de geluidhinder in de EHS en in de POG, heeft heel veel te maken met de aanname dat het illegale circuit een bestaande situatie is en de onjuiste bepaling van het brongeluidsniveau. Er is op het moment sprake van een nieuwe situatie. Een nieuw bestemmingsplan ligt voor waar landbouwgrond met potentie tot natuurontwikkeling, gebaseerd op beleid, wordt opgeofferd om verschillende activiteiten te ontplooien die allen strijdig zijn met mogelijke natuurontwikkeling ter plaatse, zowel ruimtelijk als op soortendiversiteit. De barrièrewerking van het nieuwe circuit en haar 2,5 m hoge omheining en de barrièrewerking van de vele bestemmingsplantechnische mogelijkheden van omheiningen in het gebied zijn niet meegenomen in het bepalen van de effecten op de natuur. Het melden dat de omheining om de luchtmachtbasis ook voor belemmering zorgt is geen reden om het in dit plan niet mee te nemen. Er is niet in kaart gebracht hoeveel potentieel dassenleefgebied er verloren gaat. Het enkel en alleen noemen dat bij de inventarisatie nu geen sporen zijn aangetroffen is onvoldoende. Het onderzoeksgebied betreffende natuur is beperkt tot een niet geluid en overlast gerelateerd gebied. Aangrenzende gebieden in de provincie Brabant zijn in zijn geheel niet meegenomen. Het natuuronderzoek van 26 oktober gaat nog steeds uit van een verbod op toelating tot het defensieterrein. In de beantwoording van de zienswijze, van 18 oktober 2006, wordt melding gemaakt van ontvangen inventarisatiegegevens van het Ministerie van Defensie aan de hand waarvan geconcludeerd wordt dat het circuit alleen effect heeft op de weidevogels op de plek waar het circuit daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Deze conclusie is niet te vinden in het natuuronderzoek van latere datum, is zelfs eerder in strijd met de bevindingen uit dat rapport.
9
Geluid In onze eerdere reacties (bijlage 1 en 2) hebben wij al uitgebreid op het volgens ons onjuiste bepalen en berekenen van het geluid gereageerd. Kort samengevat is volgens ons het toerental van de motor bij het maximum koppel genomen in plaats van het maximum toerental. De piekbelastingen en cumulatie van geluidsbronnen, ook uit de omgeving, zijn niet meegenomen in de berekeningen, evenals de nieuwe door het bestemmingsplan mogelijk gemaakte activiteiten en de overlast race gebonden activiteiten buiten de geluidswal/scherm. Dat dit lastig is moge duidelijk zijn daar in verschillende vastgestelde rapporten uitgegaan wordt van verschillende activiteiten op onder andere de luchtmachtbasis. Bij de niet race activiteiten wordt soms wel en soms niet een uitwerking gegeven van de aard en omvang van de activiteit. Zonder kennis hiervan is het zeker te stellen dat hier geen rekening is gehouden met de cumulatie van geluid. De bronemissie is gemeten bij lagere toerentallen en snelheid dan waarmee daadwerkelijk wordt gereden. Daarnaast is de formule Toyota als bron niet meegenomen. Het bij elkaar tellen en middelen van brongeluiden is in onze ogen niet mogelijk op de manier zoals hier is toegepast, geluidswaarden in decibellen zijn logaritmische waarden. Over het toepassen van geluiddempers is geen enkele zekerheid te geven. Het is nu nog niet te bepalen of de voorwaarden die in de milieuvergunning worden opgenomen voldoende garantie geven voor het gebruik tijdens de races. Wel blijkt uit het geluidsrapport en uit het MER dat momenteel niet met de dempers gereden wordt waarmee de geluidsbepaling is uitgevoerd. Op basis van ervaringen uit het verleden hebben wij weinig vertrouwen in het benodigde handhavend optreden in deze door de gemeentelijke en provinciale overheid. Verder wordt hier gesuggereerd dat dempers veel overlast kunnen voorkomen. Het percentage van demping is echter gering, namelijk 2 tot 7 dB. Op een brongeluid van 120 dB en een piekgeluid van 20 dB meer is dat te verwaarlozen. Met klem willen wij uw College ook wijzen op de verantwoordelijkheid die u heeft in het kader van het garanderen van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de bezoekers aan de wedstrijden. De gemeten bronbelasting van 120 dB(a), die volgens ons bij een juiste meting nog hoger ligt, kan zelfs bij een kort durende blootstelling leiden tot directe gehoorbeschadiging. Dat geldt zeker voor de piekbelasting die bijna 20 dB(a) hoger ligt. De argumentatie van de gemeente Venray dat de bezoekers niet aan het brongeluid worden blootgesteld begrijpen wij niet. Verder is het onduidelijk welke contouren nu bij welke geluidsbelasting horen. Er zitten in de ter inzage liggende stukken kaarten waarbij dezelfde contour verschillende geluidsbelastingen kent. De genoemde maximale grenswaarden van 70dB op geluidgevoelige objecten uit de WgH kennen wij niet. De aanname dat bij goed geïsoleerde woningen de afname tussen binnen en buiten 20dB(a) is, is een algemene omschrijving. Hier zijn de woningen bekend, het gaat om een gering aantal, zodat een daadwerkelijk onderzoek deze aanname gemakkelijk zou kunnen onderbouwen. In relatie tot de vele ”uitgebreide” onderzoeksrapporten, wordt er vaak gebruik gemaakt van aannames om de zaak te onderbouwen. Dit alles laat wederom zien dat de gemeente Venray onzorgvuldig is geweest. Het dorp Merselo, inclusief omwonenden, hadden het vooruitzicht dat autonome ontwikkelingen (sluiten en ruimen van
10
het illegale circui) een toename in rust zou brengen. Veel Merselonaren, maar ook recreanten van buiten, brengen veel tijd juist búiten in de bossen of hun tuin door. Voor hen is het onderdeel “geluid” zeer cruciaal. Het heeft geen pas om dit onderdeel vervolgens slordig en met aannames af te doen. De boodschap is in feite “wanneer je er last van hebt, ga of blijf dan meer binnen”. Externe veiligheid Bij de ter inzage liggende stukken wordt gesuggereerd alsof er een nieuwe bijgewerkte notitie, nieuw nummer en recentere datum, is toegevoegd, (diverse andere rapporten kennen “definitieve” rapporten van eerdere datum onder gelijk rapportnummer). De enige wijziging hier bestaat uit de toevoeging van een inhoudelijk niet ter zake zijnde voetnoot. Wij kunnen hier dan ook volstaan met de verwijzing naar inbreng in de Ontwerp-bestemmingsplan procedure en de reactie op de MER (bijlage 1 en 2) en deze als ingelast beschouwen. De omschrijving kleinschalige opslag van brandstof is een niet kwantificeerbare hoeveelheid die geen inzicht kan geven in een bepaling inzake externe veiligheid.
Luchtkwaliteit Ook hier is sprake van 2 definitieve rapporten in de bestemmingsplan procedure, met hetzelfde rapportnummer van verschillende datum maar ook met verschillende inhoud op sommige punten, waaronder met name de bijdrage in onverbrande restproducten. In eerdere rapporten is geen melding gemaakt van het meenemen van deze groep. Nu wordt deze groep meegenomen door te melden dat zij een onderdeel vormen van de reeds berekende fijnstof emissie. Ten onrechte is uitgegaan van een standaard factor voor het aandeel roet in het fijnstof. Het aandeel roet bestaat voornamelijk uit de onverbrande brandstof fracties die meer dan normaal ontstaan bij het hier voorgenomen gebruik dan tijdens normaal gebruik, zoals al in eerdere reacties genoemd (bijlage 1 en 2). Daarnaast bestaan deze roet deeltjes voornamelijk uit zeer kleine gevaarlijkere stof fracties, olie en brandstof resten die kleiner zijn dan 1mu. Het bevreemd ons dat de emissie van de verkeersaantrekkende bewegingen behoorlijk zijn toegenomen, NO2 met 300% en fijnstof met 50%, zonder dat de input veranderd is. De snelheid van de totstandkoming van de rapporten en de snelheid van de besluitvorming is volgens ons hier debet aan. Tevens zijn wij van mening dat het spreidingsgebied ter berekening van het verkeer onvoldoende groot genomen. In de nu uitgevoerde berekeningen wordt er vanuit gegaan dat bij de eerst volgende kruising op de Peelweg het verkeer van en naar het circuit is opgenomen in de reguliere verkeersstroom, zodat er geen significante toename meer is te verwachten van deze verkeersstromen. Uit de tabellen blijkt dat het aantal overschrijdingen t.g.v. de achtergrondconcentratie hoger ligt dan de gehanteerde autonome situatie. Er vinden 11 extra overschrijdingen plaats van de daggemiddelde concentratie van fijnstof voornamelijk veroorzaakt door de bezoekers, waarbij volgens ons ten onrechte gerekend is met een gemiddelde snelheid die op de helft ligt van de maximumsnelheid ter plekke. Het aantal van 11 komt overeen met het aantal activiteiten waar veel publiek wordt verwacht.
11
Elke mogelijke verandering in aantal bezoekers of aantal bezoekers per auto naar een activiteit kan dan al leiden tot een overschrijding van het Besluit luchtkwaliteit. Verder vragen wij ons af of gezien deze specifieke situatie het wel correct is om zonder enige nadere onderbouwing uit te gaan van de gemiddelde zeezoutcorrectie in aantal dagen. Uit de ter inzage liggende stukken blijkt dat de emissies per voertuig kilometer vele malen hoger liggen dan de Europese euronormen voor het wegverkeer. De opmerking dat in de toekomst de motoren schoner worden is hier dan ook van geen enkele waarde. Waterparagraaf Uit de voorliggende stukken is niet te achterhalen welk een capaciteit de septictanks verkrijgen en of bij een mogelijke overstort geen vervuild water in de afwateringssloot rondom het vliegveld terecht komt. Hoe de parkeerplaats op de septictank wordt aangesloten is niet duidelijk en welke beperkingen dit oplevert met het gecombineerd agrarisch grondgebruik is niet weergegeven. Strijdigheid met andere recreatie Het rekening houden met overige vormen van recreatie heeft zich beperkt tot het opstellen van een 40 dB(a) contour. Deze ligt op een afstand van een kilometer afstand van het circuit. Het gaat hier om ongeveer 3 vierkante kilometer (300 ha) waar sprake is van invloed van het circuit op de overige recreatie. De gemeente heeft deze oppervlakte niet berekend om daarmee de invloed te bepalen, maar spreekt, volgens ons derhalve ten onrechte, van een gedegen belangenafweging. Handhavingsbeleid In de uitvoering van het handhavingsbeleid van de gemeente Venray hebben wij niet veel vertrouwen. Het illegale circuit heeft de gemeente in 30 jaar tijd laten uitgroeien tot een bundeling van extreem overlast bezorgende activiteiten en zij ging pas tot handhaving over nadat twee afzonderlijke rechters in afzonderlijke procedures hiertoe besloten hadden. Een minuut voor twaalf kwam men tot de conclusie dat verder verzet, tegen hun eigen handhavingsbeleid, niet zinvol was en vergeleek het met het vechten van DonQuichot. Dit leidt bij ons tot de conclusie dat het gemeentelijk handhavingsbeleid er niet is om de overtreding aan te pakken, maar om diegene die overlast ondervinden zo lang mogelijk aan het lijntje te houden. Overleg met insprekers Wij zijn uitgenodigd voor een informele bijeenkomst, op 3 oktober 2007, om onze zienswijze nader toe te lichten. Tijdens de zitting werd het ons al zeer snel duidelijk dat men alleen geïnteresseerd was in de punten waarop wij dachten een juridisch sterke troef in handen te hebben. Afsluitend De kern van de zaak is dat wanneer dit plan doorgaat, het circuit en de activiteiten op de verkeerde plaats komen te liggen en in strijd zijn met provinciaal en landelijk beleid. Indien de gemeente Venray en de Provincie Limburg hun eigen locatieonderzoek serieus nemen kunnen zij alleen maar concluderen dat er in Venray en in de onderzochte regio geen plaats is voor een circuit met of zonder
12
aanvullende activiteiten. Dat zou meer getuigen van daadkracht en correctheid in uitvoeren van eigen beleid, dan dat men met stapels rapporten een verkeerd uitgangspunt probeert recht te breien. Wij verzoeken u dan ook uw goedkeuring te onthouden inzake het bestemmingsplan circuit de Peel. Hoogachtend, Stichting Milieufederatie Limburg, mede namens, Staatsbosbeheer Regio Zuid, Vereniging Natuurmonumenten, Werkgroep Behoud de Peel, Naturistenvereniging Vrij-uit Venray, De Stichting Natuur en Rust Venray en Deurne, Milieudefensie afdeling Venray e.o., Dhr. G.H.M. Hendrix Daland 8 5815 CJ Merselo Mw. J. Hinssen Lavendelheide 18 5804 XD Venray Dhr. C. van Cuijcki Meerlosebaan 34 5861 CP Wanssum Dhr. H. van Cuijckii De Hommelberg 3 6026 SR Maarheze Dhr. W.J.G. Jacobs Veldstraat 27 5815 CW Merselo Mw. P.H.J. Jacobs - Hoex Veldstraat 27 5815 CW Merselo Dhr. L.G.J. Peeters Grootdorp 58 5815 AG Merselo Mw. J.M.F. Peeters - van der Horst Grootdorp 58 5815 AG Merselo Dhr. J. Rongen Op de Ries 14 5815 EB Merselo Dhr. P.C.M.G. Sommers Op de Kamp 4 5815 CE Merselo Dhr. H. Tielen Kiekweg 14 5801 JB Venray Dhr. M.A.J. Tonen Weth. Pubenstraat 16 5815 AK Merselo Mw. A.C.J. Tonen-Kusters Weth. Pubenstraat 16 5815 AK Merselo Dhr.J.van der Velden Testrik 1 5815 CK Merselo Mw. A.van der Velden-Blom Testrik 1 5815 CK Merselo Dhr. W.A.C. Van de Vlasakker Deskesven 3 5815 EA Merselo Dhr. H. Vroomen Matterhornlaan 41 5801 KH Venray Dhr. W.J.M. Weijers Grootdorp 91 5815 AN Merselo Dhr. A van Zeeland Opdekamp 1 5815 CE Merselo Dhr. P.W.J. Zwitserlood Veldstraat 39 5815 CW Merselo Mw. C.P.E. Zwitserlood-Vervoort Veldstraat 39 5815 CW Merselo Dhr. J.H. Emonts Coppelenberg 23 5815 AJ Merselo Mw. E.C.M. Emonts – van Rhee Coppelenberg 23 5815 AJ Merselo Dhr. W.M. Nijhuis Pastoor Vercoulenstr. 1 5815 AL Merselo
ir. J.H. Heijnen directeur Stichting Milieufederatie Limburg i ii
Voorheen omwonende en nu eigenaar en recreatief gebruiker van een omliggend perceel Frequent gebruiker van adres Veldstraat 39 A, 5815 CW Merselo
13