College Deskundigheid Financiële Dienstverlening
T 036 – 549 00 90 F 084 – 751 37 94
E
[email protected] I www.interfin.nl
Kamer van Koophandel Nr. 39077861
Datum: 17 november 2011
Betreft: consultatie deskundigheidsbouwwerk Geacht College, Graag bedanken wij u voor de gelegenheid te mogen reageren op uw voorstellen aangaande de herziening van het deskundigheidsbouwwerk voor de financiële dienstverlening. Wij hebben uitvoerig kennis genomen van uw nota en de bijeenkomst van 1 november jl. met belangstelling gevolgd. Interfin BV verzorgt al meer dan 10 jaar opleidingen voor financieel dienstverleners en wij kijken terug op een ruime ervaring aan zowel de vraag- als de aanbodzijde van deskundigheidsbevordering. Het ontbreken van de aansluiting van bestaande diploma’s op ontwikkelingen in de markt is de reden geweest om eind jaren negentig van de vorige eeuw ons bedrijf op te richten. Vanuit een praktisch kader willen wij graag op uw nota reageren. Vanuit deze optiek lichten wij eerst onze bezwaren en aanbevelingen toe om deze vervolgens aan de hand van enkele cases te onderbouwen. 1. De revolutie Vanaf lang geleden tot 2006 was de markt voor financiële diensten vooral gericht op distributie. Financieel dienstverleners waren vooral agenten. De toezichtwetgeving was er vooral op gericht om zaken binnen de bedrijfskolom te regelen. Het civiele recht moest voldoende bescherming bieden aan consumenten. Het deskundigheidsbouwwerk had hierdoor een vooral product-georiënteerd karakter. Vergelijk hier de financieel dienstverlener met een kruidenier die vooral weet wat hij in het schap heeft liggen, wat het kost en hoe hij dit bij de groothandel moet bestellen. Het verplichte diploma (Assurantie B of A) kenmerkt zich dan ook door een geringe diepgang. De verplichting te voldoen aan de vakbekwaamheidseisen gold uitsluitend voor de feitelijk leider, hetgeen de distributiefunctie onderstreept. In 2006 is advies opgenomen in de toezichtwetgeving. Zonder dat de sector zich dat al te veel besefte, was vanaf dat moment de financiële dienstverlening niet meer productgeoriënteerd, maar klant- en klantbelanggerelateerd. Met de aanpassing van de beloningsregels is daarmee ook de broodheer van de financieel dienstverlener van plaats gewisseld. De eindklant betaalt de dienstverlener rechtstreeks en mag verwachten dat de overheid er op toeziet dat het klantbelang is gewaarborgd.
1
2. Aansluiting van de deskundigheidseisen op deze veranderingen Het ter consultatie aangeboden deskundigheidsbouwwerk sluit niet aan op deze veranderende omstandigheden. Net als in het huidige bouwwerk is de relatie tussen de diverse taken en modules niet of nauwelijks aanwezig. Simpel gezegd: is iemand die onlangs de Wft-examens Basis en Hypothecair Krediet met goed gevolg heeft afgelegd in staat een passend advies te geven op het gebied van woningfinanciering en is deze persoon in staat voor deze financiering als bemiddelaar bij de totstandkoming op te treden? Het antwoord is nee! Dit is vreemd, aangezien het certificaat suggereert dat dit wel het geval is. Daarnaast kan de vraag gesteld worden of diezelfde persoon in staat is de adviezen van een ander te beoordelen op inhoud en compliance om daarmee leiding te geven aan een organisatie op het gebied van hypotheekadvies en bemiddeling. Het antwoord is eveneens nee! Dit is opnieuw vreemd, aangezien het certificaat wel suggereert dat dit het geval is. De Wet op het financieel toezicht (Wft) benoemt twee rollen (art. 4.9 lid 2). De werknemer of ander natuurlijk persoon die zich rechtstreeks bezighoudt met het verlenen van financiële diensten en degene die verantwoordelijk is voor deze mensen (feitelijk leidinggevenden). In het door u voorgestelde bouwwerk missen wij een praktische aansluiting en nemen wij een re-shuffle van het huidige bouwwerk dat uitgaat van gedateerde uitgangspunten waar. Wij adviseren u het deskundigheidsbouwwerk in te richten op de taakvervulling binnen deze rollen. De certificering moet voor zowel de klant als de toezichthouder een duidelijk herkenbaar bewijs van vakbekwaamheid zijn. (zie ook Casus 1, Hein Winkel) 3. Bepaling van eind- en toetstermen Het is een gegeven dat de huidige toets- en eindtermen met een zekere willekeur zijn vastgesteld. Een wetenschappelijke basis voor deze vaststelling ontbreekt. De indeling in de branches Brand, Transport en Varia bij het profiel ‘verzekerings- en vermogensopbouwadviseur middenbedrijf’ sluit aan bij de indeling van de vroegere Acertificaten, die op hun beurt weer aansluiten op de indeling van het verzekeringsrecht in het Wetboek van Koophandel. Zoals bekend is deze wetgeving al geruime tijd geleden met een hele andere indeling opgegaan in het Burgerlijk Wetboek. Dat feit op zichzelf dateert deze indeling niet, maar geeft wel aan dat een productgerelateerde benadering inmiddels is achterhaald. Wij adviseren u de toets- en eindtermen systematisch op een wetenschappelijk verantwoorde wijze vast te stellen, bijvoorbeeld door een soort 360° feedback waarbij consumenten, toezichthouder, aanbieders en beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars worden betrokken. De cirkel van Romiszowski (bijlage 1) kan hierbij een belangrijk hulpmiddel zijn om te bepalen of de gewenste gedraging van de financieel dienstverlener met een deskundigheidsinterventie kan worden bereikt. 4. Overgangsmaatregelen In uw nota en tijdens de bijeenkomst is herhaalde malen aangegeven dat de randvoorwaarden voor het nieuwe bouwwerk rigide zijn. De voorwaarden zijn echter niet volledig in het document opgenomen. Het vasthouden aan oorspronkelijke
2
uitgangspunten staat een houdbaar en effectief bouwwerk in de weg. Het kan wenselijk zijn om de opleiding tot ruiter anders in te delen om deze mensen een vliegtuig te laten besturen, maar feitelijk is het onmogelijk. Daarnaast kent deze benadering enkele andere nadelen. De komende jaren zal de sector eerder krimpen dan uitbreiden. Door de bestaande uitgangspunten te laten bestaan, zullen veel mensen zich kwalificeren op basis van bestaande certificaten. Hiermee wordt de eerder aangehaalde revolutie allerminst ondersteund. Wij adviseren u oorspronkelijke diploma’s te laten en taakgerichte applicaties te normeren op basis van de onder 2 genoemde taken. Hiermee wordt voorkomen dat mensen worden gedwongen een oorspronkelijk diploma, waarvan men slechts op een deelgebied actief is, krampachtig te blijven actualiseren. 5. Permanente educatie In het huidige stelsel van permanente educatie is, strikt genomen, de toetsterm voor het diplomaniveau het eindpunt. Dit is jammer, aangezien permanente educatie een uniek instrument is om juist met de toetsterm als beginpunt door te ontwikkelen. Door te kiezen voor een meer taakgerichte benadering in de PE wordt een positieve verticale transfer ondersteund en wordt de deskundigheidsbevordering ook efficiënter. Men leert immers meer bij en van elkaar van wat men ook daadwerkelijk toe kan passen. Wij adviseren u de PE niet te gebruiken voor de overdracht van gewijzigde toetstermen, maar de PE meer thematisch in te steken en te enten op de onder 2 genoemde rollen. (zie ook casus 2, Hans van Wezel) 6. Aanwijzingen voor de hertekening van het deskundigheidsbouwwerk Wij adviseren u bij de hertekening van het deskundigheidsbouwwerk naast de eerder genoemde aanbevelingen uit te gaan van een meer praktische indeling. Volgens ons is daarmee de volgende indeling wenselijk:
3
A) Particulier
1. Sparen en betalen 2. Zekerheid (zorg, schade en uitvaart) 3. Inkomen nu en later (leven, overlijden en AO) 4. Financiering (hypothecair en consumptief) 1. Risicobeoordeling en preventie 2. Zekerheid (aansprakelijkheid, bezit en transport) 3. Employee Benefits (inclusief pensioen) 1. Adviesregels en vastlegging 2. Adviesvaardigheden 3. Integriteit en ethiek 1. Compliance 2. Fraudepreventie en integriteitsborging 1. Aanvragen volmacht (voorbereiding audits) 2. Acceptatie (richtlijnen en gedragscodes) 3. Schadeafwikkeling (richtlijnen en gedragscodes) 4. Financieel beheer
B) Bedrijven*
C) Klantcontact D) Bestuur E) Bestuur volmacht (aanvullend)
Deze indeling is eenvoudig en herkenbaar voor consumenten, bedrijven, aanbieders en de toezichthouders. Wij zijn ons er van bewust dat iedere indeling voor discussie vatbaar is. Met deze indeling willen wij vooral de aanbevelingen onder 2 t/m 5 ondersteunen. *Gekozen is om bedrijven niet te categoriseren. Ook kleine bedrijven kunnen heel veel schade veroorzaken en lijden. Denk hierbij aan een importbedrijf van farmaceutische producten. Import vindt plaats van buiten de EU, de productenaansprakelijkheid ligt bij de onderneming waar bijvoorbeeld slechts 5 mensen werken. Distributie vind plaats met twee eigen bestelauto’s. Per auto wordt dagelijks voor € 30.000,- aan medicijnen gedistribueerd. Voor deze onderneming is er dus sprake van een complex aansprakelijkheidsrisico en een aanzienlijk eigenvervoersrisico. Toelichting Hoofdindeling: De onderdelen genoemd onder A en B zijn de vakinhoudelijke kennisgerelateerde onderdelen. Wellicht komen er in de toekomst producten op de markt waarvoor het wenselijk is een apart certificaat in het leven te roepen. De knip tussen vakinhoudelijke kennis en taken (C en D) maakt het systeem eenvoudig aanpasbaar en houdbaar voor een lange periode. De indeling sluit aan bij de Wft en daarmee samenhangende wetgeving. Onderstaand worden aan de hand van veel voorkomende functies enkele voorbeelden gegeven van een toepassing van het voorgestelde model.
4
1) Jelle de Vries (35) adviseur particuliere schadeverzekeringen 1
2
3
4
A B C D E Binnen de module Zekerheid particulier (A2) vallen geen producten waarop de adviesregels van toepassing zijn (art… BGFO). In de deskundigheidscategorie Klantcontact (C) is dit onderdeel dan ook niet verplicht. 2) Sandra Schonenbeek (27) directeur-eigenaar van een hypotheekadvieskantoor voor particulieren 1
2
3
4
A B C D E 3) Klaas Puul (52) pensioen- en Employee Benefitsadviseur 1
2
3
4
A B C D E
4) Cora de Jong (43) directeur Volmachtkantoor particuliere schadeverzekeringen en uitvaart 1
2
3
4
A B C D E
5
5) Pieter de Beer (37) adviseur Private Banking 1
2
3
4
A B C D E
Wij hopen met onze reactie een zinvolle bijdrage te hebben geleverd aan de hertekening van het deskundigheidsbouwwerk. Uiteraard zijn wij graag bereid deze reactie verder toe te lichten of te verduidelijken.
Met vriendelijke groet, Interfin Educatie & Training Raymond Mars CT
Bijlage(n): Bijlage Cases en Bijlage 1
6
Bijlage Cases Casus 1 Hein Winkel Hein Winkel is 52 jaar en heeft tot voor 14 maanden geleden in loondienst gewerkt als medewerker Personeelszaken bij een middelgroot staalconstructiebedrijf. Als gevolg van een ingrijpende reorganisatie is Hein ontslagen. Hein wil een advieskantoor starten op het gebied van kredieten en hypotheken. Hein schrijft zich in voor de cursus Basis, Leven, Hypothecair Krediet en Consumptieve financieringen. Binnen enkele maanden haalt Hein zijn diploma’s en vraagt zijn vergunning aan. De buurvrouw van Hein wil haar woning ingrijpend verbouwen en richt zich tot Hein voor een passend financieel advies. Hein is opgeleid volgens de meest recente inzichten en de dikke cursusmappen wekken veel vertrouwen. Hein heeft veel moeite met het in kaart brengen van de financiële wensen van de buurvrouw. De geldverstrekker heeft het dossier al meerdere malen teruggestuurd met aanvullende vragen en Hein heeft geen idee of hij op de juiste wijze alles in zijn dossier vastlegt. Hein herkent zijn opleidingsinspanning nauwelijks in zijn dagelijkse praktijk. Casus 2 Hans van Wezel Hans van Wezel is 43 jaar en werkt als transportschadespecialist voor een grote tussenpersoon. Al op de HEAO was Hans zijn interesse gewekt voor het verzekeringsvak. Op school studeerde hij dan ook af in de richting Bank en Verzekeringen. Voor het vak Verzekeringsleer deed hij ook extern examen bij de SEA in de deelgebieden Algemeen, Brand, Varia, Leven en Transport en verkreeg hiermee het A-diploma. Via aanvullende studies heeft Hans ook het certificaat Branche Transport behaald. Om te voorkomen dat het A-diploma zijn waarde zou verliezen (…) heeft Hans het certificaat Beleggen A behaald. Periodiek volgt Hans de PE-punten voor de onderdelen Basis, Leven, Schadeverzekeringen en Volmacht Algemeen. Hoewel Hans zich prima vermaakt heeft bij de cursus, mist de opleiding voor 98% raakvlak met zijn taakinvulling.
7
Bijlage 1, Cirkel van Romiszowski
Mankeert er wat aan de taakvervulling?
t he ak) ? is e e ta erd o H k (d ise n r we orga ge
en den tho n die e n m e De iddel worde t m ikt nie u r n b ge euge d
G taak oede u wor itvoerin dt b estr g aft
oor Zorg v lphu juiste ereedlen, g midde en locatie p a h c s
Vergroo t de straf voor slec ht presteren
Cu
rsu s
He tm an o sys f bes agem tee turi e m d ngs nt eug He t ni de rstu et c v de era ture lijk ntw er he oo de r- Herstr uctu n het ma reer n mentsy agesteem
De ‘pro b wor leemta d a uitg t vaak k’ evo erd
Plan de terugkoppeling van resultaten
Tra in on ing the job
rd
we el rd ak r w oe a t g e ev e D roe uitg v d e go
Eli m d inee str e be r aff fa c e n d to r e en
Doe voor , doe na, doe zelf
Is d ev noo oor de voo dzake taak lijk ro aan pleidin wez g ig?
k’ taa em ble lden o r ‘p e De ordt z erd w evo uitg
en lg vo ge ijze g? de w lin n ze ul zij de erv at n kv W va taa n e va ht ec i t Sl aku ing nd ta er loo vo t be een ijn g rd Er z elijke wo er duid n e lg ine ing gevo im n t El belo lech n e s ot d de or tere gro vo res Ver oning p bel goed r voo teren s pre
beloningsdeskundigen
Plan de en training q. fre voer de p o training
ak ta ar d? de na er Is oit evo no uitg ns we
Verr ij de ta k ak
Ve r de bree ta a d k
informatieanalisten
f ha rsc d Ve goe k n ee dboe n ha
rstrucg He van tureer Ver e d - het werk de de me r ef te rke we Ge reis k ve or g taa vo idin de oorle v oor op e v lijke t Is d zake ng nie d i noo opleid ezig? w aan
Ve r ta go sch ak ed a hu e f lp en
opleidingsfunctionarissen
or vo krg wer en o Z te en de s r jui thod lgo o e m rkv we
functie- en taakanalisten
8
Personeelsfunctionarissen
organisatiedeskundigen