College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Per:
[email protected]
Hoevelaken, 9 november 2011
Betreft: Reactie NVHP en SEH op consultatie Wft-vakbekwaamheid
Geacht College, De besturen van de Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners, NVHP, inclusief het bestuur St.CEHP (Stichting Certificering Erkend Hypothecair Planners) en de Stichting Erkend Hypotheekadviseur, SEH, maken graag gebruik van de door u geboden gelegenheid om te reageren op de door u op 11 oktober gepubliceerde concept structuur Wft-vakbekwaamheid. Wij beperken onze reactie op dit moment tot zaken die onze achterban raken in hun hoedanigheid van hypotheekadviseur.
Reactie op inhoud voorstellen beroepskwalificatie Omvang consultatie Wij hebben begrip voor het feit dat uw College uitsluitend een reactie vraagt over de voorgestelde module structuur Wft-vakbekwaamheid. De begrenzing van uw taakgebied noopt u daartoe. Toch hadden de NVHP en SEH liever een geïntegreerd, samenhangend voorstel over vakbekwaamheid gezien. De NVHP en SEH kiezen er voor om nu inhoudelijk op uw voorstellen te reageren. Maar ook gelijktijdig kort een aantal aandachtspunten aan te stippen, die naar het oordeel van de NVHP en SEH aandacht behoeven, alvorens tot definitieve invoering van uw voorstellen wordt overgegaan. Een definitief standpunt ten aanzien van de voorstellen nemen de NVHP en SEH dan ook in nadat een totaal voorstel, inclusief implementatie daarvan, beschikbaar is. Verhoging kennisniveau De NVHP en SEH ondersteunen de basisgedachte om over de volle breedte de minimaal wettelijk vereiste deskundigheidseisen te verhogen. Tegelijkertijd willen beide organisaties waarschuwen hierbij niet door te schieten. Voor een adequaat advies aan bijvoorbeeld 80% van de klanten kan een bepaald deskundigheidsniveau
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 1
09-11-2011
voldoende zijn om tot een passend advies te komen. Voor de resterende 20% van de klanten kan voor een passend advies een hoger deskundigheidsniveau vereist zijn. De NVHP en SEH vragen zich af of de wettelijk minimale deskundigheidseisen moeten worden gepositioneerd op een niveau, waarbij alle adviseurs ook de meer complexe vraagstukken passend kunnen adviseren. Indien dit toch de doelstelling is, dan leidt dit voor een groot deel van de klanten dat zij te maken krijgen met adviseurs die voor hun individuele situatie overgekwalificeerd zijn. Een dergelijk eis leidt tot een zware sanering van het aantal adviseurs en tot een explosieve stijging van de advieskosten. Wenselijk is, dat alle adviseurs beschikken over voldoende basisvaardigheden, waarmee 80% van de klanten die zich melden goed geadviseerd kunnen worden en de adviseur het leert te herkennen wanneer een klant zich meldt die behoort tot de 20% klanten waarvoor hogere deskundigheidseisen gelden. Deze klanten moeten dan worden doorverwezen naar in bepaalde probleemgebieden gespecialiseerde hypotheekadviseurs. De profilering van dit type adviseurs is dan weer een zaak van de verschillende brancheorganisaties en of keurmerken. Module structuur ten principale De NVHP en SEH ondersteunen de basisgedachte dat het wenselijk is om binnen de financiële sector te komen tot een stelsel van beroepskwalificaties, ter vervanging van het huidige deskundigheidsstelsel welke gekoppeld is aan specifieke financiële producten. Bij de NVHP en SEH bestaat thans de indruk dat het schema met modules meer een doel op zichzelf is geworden dan het resultaat van een gedegen analyse over wat de verschillende type adviseurs in de praktijk daadwerkelijk aan werkzaamheden verrichten. Hierdoor ontstaan op een aantal plekken wat gekunstelde situaties die geen recht doen aan de praktijk. Wij komen hier in deze notitie op terug. De NVHP en SEH ondersteunen derhalve het basisidee, maar pleiten voor nadere bezinning op de exacte inhoud van de verschillende modules. Koppeling met hoger onderwijs In een visie op de toekomstige inrichting van de vakbekwaamheid pleiten wij er voor om nadrukkelijk ook aandacht te geven aan de verbinding met het hoger onderwijs. Het is in het belang van de consument, de sector en jongeren, dat opleidingen van het hoger onderwijs goed aansluiten bij de eisen die de sector stelt. Volgorde van de modules De NVHP en SEH vragen zich af of alle modules in willekeurige volgorde behaald zouden mogen worden, danwel dat pas examen mag worden gedaan in bepaalde modules indien aangetoond kan worden de kennis van andere modules inmiddels te hebben verworven. Bijvoorbeeld dat een kandidaat pas examen in de module Inkomen mag doen nadat hij heeft aangetoond over de kennis te beschikken die hoort bij de module Inkomen. In zijn algemeenheid bepleiten de NVHP en SEH dat kandidaten zich pas mogen laten toetsen voor de hoofdmodule, indien de kandidaat met positief gevolg de andere modules uit de kolom heeft behaald. Voor de beroepskwalificatie hypotheekadviseur betekent dit dan een kandidaat zich pas kan laten toetsen
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 2
09-11-2011
voor de module Hypothecair Krediet nadat de modules Vermogensopbouw, Inkomen en Basis zijn behaald. Bij de toetsing van de hoofdmodule dient ook getoetst te worden of de kandidaat de kennis uit de andere eerder behaalde modules adequaat kan toepassen binnen de hoofdmodule. Meesterproef Binnen de sector is de gedachte opgekomen dat kandidaten voordat zij zich de kwalificatie Hypotheekadviseur mogen aannemen, een meesterproef mogen afleggen. De NVHP en SEH zijn hiervan geen voorstander en wel om de navolgende reden: Binnen de nieuwe voorgestane systematiek mag een natuurlijk persoon pas adviseren indien alle modules die behoren bij de kolom Hypotheekadviseur zijn behaald. Pas wanneer een adviseur een bepaald aantal klanten daadwerkelijk zelfstandig heeft geadviseerd kan sprake zijn van een meesterproef. Beide organisaties bepleiten dan ook om de wettelijke vakbekwaamheidseisen te blijven zien als minimumnormen, waaraan een financieel dienstverlener moet voldoen. En de bovenwettelijke vakbekwaamheidseisen over te laten aan keurmerken en brancheorganisaties. Een meesterproef is dan ook meer een instrument om de toelating tot brancheorganisaties/keurmerken te reguleren. Vaardigheden De NVHP en SEH ondersteunen van harte het streven om in opleidingen en examens meer aandacht te vragen voor de vaardigheden van kandidaten om professioneel, waaronder uiteraard begrepen integer, te handelen. Examinering De NVHP en SEH ondersteunen hebben begrip voor de argumenten om te komen tot centrale aansturing en bewaking van examinering van het PE traject. Wel voorzien beide organisaties dat, gelet op het volume van het aantal toetsen, bij volledige centralisatie een aanzienlijke organisatie ingericht moet worden, met de nodige kostenconsequenties. De NVHP en SEH pleiten er daarom voor om te onderzoeken onder welke voorwaarden de huidige praktijk bij de module-examinering kan worden voortgezet, waarin op centraal niveau de eind- en toets termen en de randvoorwaarden voor examinering worden vastgesteld en bewaakt, maar deze decentraal worden uitgevoerd. Dit laatste uiteraard onder strikte bewaking van de kwaliteit van de decentrale toetsing. Klantbehoeften centraal De NVHP en SEH ondersteunen de gedachte om eisen op het gebied van deskundigheid te formuleren vanuit de behoefte van degene voor wie de financieel dienstverlener actief is, namelijk de consument. Beroepskwalificaties De NVHP en SEH ondersteunen de gekozen indeling van de zeven beroepskwalificaties. Belangrijke vraag daarbij is wel of, buiten de nieuwe modules basis, inkomen en leven nieuwe stijl (beroepskwalificaties Hypotheekadviseur), ook aanvullende eisen gesteld gaan worden aan het diploma Wft Hypothecair krediet. Hierover bevat de consultatienota geen informatie, zodat wij hierop nu nog niet kunnen reageren.
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 3
09-11-2011
Invoering module inkomen De NVHP en SEH onderschrijven de groeiende noodzaak van deskundigheid op het gebied van inkomensverzekeringen en kunnen zich vinden in het voorstel om deze deskundigheid in een aparte module onder te brengen. Ten aanzien van de beroepskwalificatie Hypotheekadviseur vinden de NVHP en SEH dat het streven moet zijn om de wettelijke vakbekwaamheidseisen te blijven zien als minimum normen, die noodzakelijk zijn om te komen tot een passend advies. Ten aanzien van het onderwerp Inkomen dienen naar het oordeel van beide organisaties de eisen voor een hypotheekadviseur dan ook beperkt te blijven tot het adequaat kunnen adviseren van een betalingsbeschermer. Het is niet noodzakelijk om te eisen dat hypotheekadviseurs een volledig zelfstandige AOV voor bijvoorbeeld een zelfstandig ondernemer kunnen adviseren. Een hypotheekadviseur die een klant heeft waarvan hij signaleert dat deze niet gebaat is bij een betalingsbeschermer, maar wel bij een volwaardige AOV en de bevoegdheid mist om deze zelf te adviseren, moet de klant dan doorverwijzen naar een collega die hiervoor wel bevoegd is. De NVHP en SEH verzetten zich met kracht tegen de gedachte dat een hypotheekadviseur ook over kennis en vaardigheid zou moeten beschikken om te adviseren over het werkgeversrisico bij inkomensverzekeringen. Deze eis is disproportioneel.
Nadere aandachtspunten bij voorstellen Zoals aangegeven kunnen en willen de NVHP en SEH pas een eindoordeel geven indien ook inzicht bestaat over de wijze van implementatie van deze voorstellen. In dit kader vragen de NVHP en SEH bij de verdere uitwerking van de thans voorliggende voorstellen aandacht voor onder meer de volgende onderwerpen: Gevolgen vergunningenbeleid De combinatie van deskundigheidseisen per adviseur met een gedifferentieerde beroepskwalificatiestructuur, doet de vraag rijzen hoe het vergunningenbeleid er komt uit te zien en hoe op effectieve wijze hierop toezicht en controle gehouden kan worden. Gevolgen controleplicht aanbieder De combinatie van deskundigheidseisen per adviseur en een gedifferentieerde beroepskwalificatiestructuur doet eveneens de vraag rijzen of in een dergelijk model van aanbieders zal worden verwacht dat de natuurlijke persoon die het advies heeft uitgebracht hiervoor gekwalificeerd is. Producten labelen Het is niet in alle situaties duidelijk onder welke beroepskwalificatie een bepaald financieel product valt. Een WIA/WGA kan op theoretische gronden vallen onder de beroepskwalificatie inkomen, pensioen en zakelijk schade. Indien tot beroepskwalificatie wordt overgegaan, lijkt het wenselijk dat op aanbieders de verplichting komt te liggen om per product aan te geven welke beroepskwalificatie noodzakelijk is om dit betreffende product te adviseren.
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 4
09-11-2011
Capaciteit vaardigheidstraining en toetsing Het aantal adviseurs bij financieel dienstverleners aanbieders is aanzienlijk. Trainingen en toetsingen van vaardigheden zijn zeer arbeidsintensief en kunnen slechts in kleine groepen tegelijkertijd plaats vinden. Wij vragen ons af of er voldoende capaciteit beschikbaar is om grote aantallen personen in relatief korte tijd deze vaardigheden bij te brengen en vervolgens te toetsen. Overgangstermijn Nu al vragen wij met nadruk aandacht voor een adequate overgangstermijn. Alle adviseurs zullen aanvullende opleidingen moeten volgen en toetsen afleggen. Adviseurs die nu onder het bedrijfsvoeringsmodel werken zullen een zware inspanning, zowel in tijd als geld, moeten leveren om alle modules te behalen. Inventarisatie kosten Het is duidelijk dat de marges binnen de financiële sector ernstig onder druk staan. De NVHP en SEH verwachten dat deze situatie nog geruime tijd zal voortduren. Alvorens tot invoering in te gaan lijkt het verstandig om ex ante een goede calculatie van de kosten te maken. Impactanalyse De NVHP en SEH bepleiten om tijdig een grondige ex ante impactanalyse te maken van de gevolgen die invoering van deze voorstellen met zich meebrengt. Niet alleen ten aanzien van de kosten maar ook voor de gevolgen voor de samenstelling van het aantal adviseurs. Permanente educatie Voor de NVHP en SEH is nog niet geheel duidelijk hoe de permanente educatie zal worden ingericht. Het lijkt voor de hand te liggen dat per module een apart PE traject gaat plaatsvinden. Of dit in de praktijk ook effectief uitgevoerd kan worden bij adviseurs die meerdere beroepskwalificaties beschikken, is voor de NVHP en SEH nog niet geheel duidelijk. Wij bepleiten voor de vijf grotere beroepskwalificaties één PEprogramma voor de drie gemeenschappelijke modules en een apart PE-programma daar bovenop voor de verschillende beroepskwalificaties. De bestaande keurmerken zouden de bevoegdheid moeten krijgen om die beroeps-PE zelf te verzorgen, al of niet onder toezicht van het CDFD. Keurmerken Binnen de sector zijn meerdere privaatrechtelijke keurmerken actief. De NVHP en SEH maken daar deel van uit. De thans voorgestelde beroepskwalificatiestructuur kan voor een deel het minimum deskundigheidsniveau op een zodanig niveau brengen dat voor meerdere keurmerken het feitelijk onderscheidend vermogen komt te vervallen. De NVHP en SEH zijn van oordeel dat keurmerken in het verleden een belangrijke rol hebben gespeeld bij de bevordering van de deskundigheid. De NVHP en SEH zouden het betreuren indien deze, in de afgelopen jaren opgebouwde infrastructuur, verloren zou gaan. De NVHP en SEH bepleiten daarom dat nader onderzocht wordt op welke wijze keurmerken een nieuw bovenwettelijk deskundigheidsniveau kunnen ontwikkelen die enerzijds in het belang is van de klant en anderzijds de sector stimuleert om meer deskundigheid en vaardigheid te verwerven dan wettelijk minimaal vereist is. Wij realiseren ons dat dit geen taak is die behoort bij de CDFD, maar wij vinden het juist reeds nu in deze consultatienota aan te geven dat op dit gebeid door de NVHP en SEH nadere initiatieven worden genomen.
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 5
09-11-2011
Tot slot Gelet op het feit dat de reactie van de NVHP en SEH verder gaat dan de vraagstelling van het CDFD, zullen de NVHP en SEH een afschrift van deze reactie ook ter kennisgeving aanbieden aan het Ministerie van Financiën, alsmede aan haar leden en vakpers. De NVHP en SEH zeggen het CDFD dank voor de geboden gelegenheid om op de voorstellen voor een nieuwe modulen structuur Wft-vakbekwaamheid te reageren. Het spreekt vanzelf dat, mocht bovenstaande aanleiding geven tot nadere vragen, wij graag bereid zijn onze reactie verder toe te lichten.
Hoogachtend,
drs. P.J.M. Wormskamp Voorzitter NVHP
i.o.
mr. B.C. de Nie Directeur SEH (i.o. getekend door H. Burgstede)
Reactie op consultatie CDFD Deskundigheid
Pagina 6
09-11-2011