N A T U U R E N T E C H N I E K
G E L U I D
--------------------------------------------Obs Jaarfke Torum 15 SCHEEMDA --------------------------------------------Hans Rendering
INLEIDING In dit meesterstuk wordt per groep* een proef en werkblad uitgewerkt die aansluiten bij de leerlijn van TULE. Hier is door mij bewust voor gekozen omdat leerkrachten overwegend doeners zijn die graag gebruik maken van praktisch bruikbaar, direct inzetbaar materiaal. Daar komt bij dat de ervaring, opgedaan tijdens een aantal proeven-circuits, geleerd heeft dat kinderen erg gemotiveerd en daardoor enthousiast met de proeven aan de slag gaan. De proef op zich is echter nog geen les in wetenschap en techniek. Het is dan ook aan de groepsleerkracht om de proef als een onderdeel van een les of lessencyclus te zien en het lesontwerp zelf vorm te geven (voor aanbevelingen zie de algemene handleiding) en daarbij de nieuwsgierigheid, creativiteit en oplossend vermogen van kinderen te benutten. * vanaf groep 4; voor de groepen 1 t/m 3 zijn activiteiten uitgewerkt.
–1–
Inhoud Inleiding Inhoud Geluid Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Integratie in andere vakken Gebruik van internet Bijlage: beschrijving van (een voorbeeld van) de inhoud van de leerlijn (ontleend aan TULE)
–2–
1 2 3 4 6 8 9 12 14 16 18 19 19 20
GELUID ( domein: natuur) Geluid Geluid is een kleine verandering in de luchtdruk, die zich door de lucht voortplant. Een geluidsbron veroorzaakt veranderingen in luchtdruk die zich als een geluidsgolf door lucht voortbewegen. Wanneer zo'n geluidsgolf het trommelvlies bereikt wordt deze aan het trillen gebracht in overeenstemming met de frequentie van de geluidsgolf. Door een geluidsbron veroorzaakte trillingen kunnen zich ook voortplanten onder water. Mensen en dieren die zich onder de wateroppervlakte bevinden kunnen deze trillingen ook als geluid ervaren. Geluidsgolven kunnen zich ook door veel andere stoffen voortplanten. (bron: Wikipedia) En: Geluid is voor horende mensen erg belangrijk. Geluid wordt als volgt gebruikt en ervaren: - voor onderlinge communicatie, spraak en gehoor, - als waarschuwingssignaal, bijvoorbeeld bij een toeter van een auto, een overweg, een brandalarm en dergelijke - voor amusement en ontspanning als muziek - als rustgevend achtergrond geluid, hetgeen kan ontaarden in muzak - als hinderlijk lawaai (bron: http://www.tonelly.nl/geluid/faq_geluid.htm)
–3–
Geluid
natuur
Groep 1
In kindertaal (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=712842) Hard en zacht Sommige geluiden klinken heel hard, zoals het geluid van een brommer, trein of vliegtuig. Dan doet het bijna pijn en sla je je handen voor je oren! Andere geluiden klinken heel zacht, zoals het ritselen van bladeren of je eigen adem. Je moet moeite doen om het te kunnen horen. Hoe komt het dat sommige geluiden hard en andere zacht klinken? Dat heeft te maken met de sterkte van de trillingen van de lucht. Als je de lucht heel hard laat trillen, klinkt het geluid ook heel hard. Denk maar aan grote golven in het water. En als de lucht minder sterk trilt, worden de geluiden zachter. Hoog en laag Een geluid kan heel hoog klinken, of heel laag. Denk maar eens aan een muziekinstrument. Daar kun je hoge en lage tonen op spelen. Of een geluid hoog of laag klinkt ligt aan de snelheid waarmee de lucht trilt. Als de lucht heel snel trilt, worden de tonen hoger. En langzame trillingen zorgen voor lage tonen! Mensen kunnen niet álle geluiden horen. Hele hoge of hele lage geluiden kunnen kunnen onze oren niet opvangen. Er zijn dieren die dat wel kunnen. Dolfijnen bijvoorbeeld! Die kunnen hele hoge geluiden horen. Zo praten ze met elkaar in het water!
De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Doen: zelf muziekinstrumenten maken (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Schudkokers maken Benodigdheden: - verschillende soorten kokers - vulling voor de kokers: steentjes, flessendoppen, kralen, knikkers, knopen, koffiebonen, rijstkorrels, macaroni, zand, … - gekleurd stevig papier - plaksel Werkwijze: In de knutselhoek maken de kinderen verschillende schudkokers. De kokers worden aan één zijde dichtgeplakt met gekleurd papier en met gekleurd papier voor de helft omgeplakt. Vervolgens worden de kokers deels gevuld, waarbij het de bedoeling is dat er zoveel mogelijk kokers met verschillende vullingen gemaakt worden. Tot slot wordt na het vullen de open zijde dichtgeplakt met gekleurd papier en wordt de koker verder met gekleurd omgeplakt. De koker is nu af en kan drogen. In de muziek-/instrumentenhoek worden de schudkokers door de kinderen gebruikt om te ontdekken welke kokers hard of zacht, hoog of laag klinken. In de kring (klassikaal of met een groepje) kunnen de kinderen hard/zacht, hoog/laag bijvoorbeeld op de volgende speelse wijze ervaren:
–4–
reageren d.m.v. bewegen: reageren d.m.v. de stem (imiteren):
reactiespel:
bij hard: ‘boos’ met de voeten stampen grommen blaffen de deurbel fluitketel sirene
wakker worden
bij zacht: ‘blij’ met de handen wrijven piepen sloffen mompelen tikken van de wekker stemmen (ver weg) slapen
reageren d.m.v. bewegen:
Bron: Moet Je Doen - Muziek
–5–
bij hoog: appels plukken
bij laag: appels rapen
als een vlinder
als een beer
kruipen als een slak
de slak is in z’n huisje (onder de stoel)
Geluid
natuur
Groep 2
In kindertaal (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=712842) Hard en zacht Sommige geluiden klinken heel hard, zoals het geluid van een brommer, trein of vliegtuig. Dan doet het bijna pijn en sla je je handen voor je oren! Andere geluiden klinken heel zacht, zoals het ritselen van bladeren of je eigen adem. Je moet moeite doen om het te kunnen horen. Hoe komt het dat sommige geluiden hard en andere zacht klinken? Dat heeft te maken met de sterkte van de trillingen van de lucht. Als je de lucht heel hard laat trillen, klinkt het geluid ook heel hard. Denk maar aan grote golven in het water. En als de lucht minder sterk trilt, worden de geluiden zachter. Hoog en laag Een geluid kan heel hoog klinken, of heel laag. Denk maar eens aan een muziekinstrument. Daar kun je hoge en lage tonen op spelen. Of een geluid hoog of laag klinkt ligt aan de snelheid waarmee de lucht trilt. Als de lucht heel snel trilt, worden de tonen hoger. En langzame trillingen zorgen voor lage tonen! Mensen kunnen niet álle geluiden horen. Hele hoge of hele lage geluiden kunnen kunnen onze oren niet opvangen. Er zijn dieren die dat wel kunnen. Dolfijnen bijvoorbeeld! Die kunnen hele hoge geluiden horen. Zo praten ze met elkaar in het water!
De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Doen: zelf muziekinstrumenten maken (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Schudkokers maken Benodigdheden: - verschillende soorten kokers - vulling voor de kokers: steentjes, flessendoppen, kralen, knikkers, knopen, koffiebonen, rijstkorrels, macaroni, zand, … - gekleurd stevig papier - plaksel Werkwijze: In de knutselhoek maken de kinderen verschillende schudkokers. De kokers worden aan één zijde dichtgeplakt met gekleurd papier en met gekleurd papier voor de helft omgeplakt. Vervolgens worden de kokers deels gevuld, waarbij het de bedoeling is dat er zoveel mogelijk kokers met verschillende vullingen gemaakt worden. Tot slot wordt na het vullen de open zijde dichtgeplakt met gekleurd papier en wordt de koker verder met gekleurd omgeplakt. De koker is nu af en kan drogen. In de muziek-/instrumentenhoek worden de schudkokers door de kinderen gebruikt om te ontdekken welke kokers hard of zacht, hoog of laag klinken. In de kring (klassikaal of met een groepje) kunnen de kinderen hard/zacht, hoog/laag bijvoorbeeld op de volgende speelse wijze ervaren:
–6–
reageren d.m.v. bewegen:
bij hard: stampen springen
bij zacht: tikken sloffen trippelen
eerst hard dan zacht huilen huilen roepen roepen vragen vragen eend: mus: KWAAK! tsjilp blaffende druppende hond kraan rinkelende tikkende bel wekker snurken miauwende aflopende poes wekker Bron: Moet Je Doen - Muziek
reageren d.m.v. bewegen:
reageren d.m.v. de stem (imiteren):
bij hoog: boodschappen van de bovenste plank pakken als een vlinder als een klimmende eekhoorn
instrumenten klokkenspel sorteren: bellenkrans schellenraam triangel
–7–
bij laag: boodschappen onder uit het schap halen als een beer als een gravende eekhoorn
altxylofoon trom klankstaaf
Geluid
natuur
Groep 3
In kindertaal In kindertaal (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=712842) Hard en zacht Sommige geluiden klinken heel hard, zoals het geluid van een brommer, trein of vliegtuig. Dan doet het bijna pijn en sla je je handen voor je oren! Andere geluiden klinken heel zacht, zoals het ritselen van bladeren of je eigen adem. Je moet moeite doen om het te kunnen horen. Hoe komt het dat sommige geluiden hard en andere zacht klinken? Dat heeft te maken met de sterkte van de trillingen van de lucht. Als je de lucht heel hard laat trillen, klinkt het geluid ook heel hard. Denk maar aan grote golven in het water. En als de lucht minder sterk trilt, worden de geluiden zachter. Hoog en laag Een geluid kan heel hoog klinken, of heel laag. Denk maar eens aan een muziekinstrument. Daar kun je hoge en lage tonen op spelen. Of een geluid hoog of laag klinkt ligt aan de snelheid waarmee de lucht trilt. Als de lucht heel snel trilt, worden de tonen hoger. En langzame trillingen zorgen voor lage tonen! Mensen kunnen niet álle geluiden horen. Hele hoge of hele lage geluiden kunnen kunnen onze oren niet opvangen. Er zijn dieren die dat wel kunnen. Dolfijnen bijvoorbeeld! Die kunnen hele hoge geluiden horen. Zo praten ze met elkaar in het water!
De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Doen: zelf muziekinstrumenten maken (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Benodigdheden: - Allerlei materialen: flesjes, potjes, bakjes, rietjes, ballonnen, elastiekjes, … Werkwijze: Met behulp van de materialen maken de leerlingen zelf verschillende muziekinstrumenten. Bijvoorbeeld: - bakje met daarover elastiekjes gespannen: een snaarinstrument - pot of schaal met daarover een ballon gespannen: een slaginstrument - rietje waaraan een punt is geknipt: een blaasinstrument - flessen gedeeltelijk gevuld met water: een waterorgel In de kring bespelen de kinderen de zelfgemaakte instrumenten en zoeken uit waar op het instrument de hoge en lage tonen zitten en hoe zij harde en zachte geluiden met het instrument kunnen maken. In de kring (klassikaal of met een groepje) kunnen de kinderen hard/zacht, hoog/laag bijvoorbeeld op speelse wijze ervaren: zie suggesties bij groep 1 en 2.
–8–
Geluid
natuur
Groep 4
In kindertaal In kindertaal (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=712842) Hard en zacht Sommige geluiden klinken heel hard, zoals het geluid van een brommer, trein of vliegtuig. Dan doet het bijna pijn en sla je je handen voor je oren! Andere geluiden klinken heel zacht, zoals het ritselen van bladeren of je eigen adem. Je moet moeite doen om het te kunnen horen. Hoe komt het dat sommige geluiden hard en andere zacht klinken? Dat heeft te maken met de sterkte van de trillingen van de lucht. Als je de lucht heel hard laat trillen, klinkt het geluid ook heel hard. Denk maar aan grote golven in het water. En als de lucht minder sterk trilt, worden de geluiden zachter. Hoog en laag Een geluid kan heel hoog klinken, of heel laag. Denk maar eens aan een muziekinstrument. Daar kun je hoge en lage tonen op spelen. Of een geluid hoog of laag klinkt ligt aan de snelheid waarmee de lucht trilt. Als de lucht heel snel trilt, worden de tonen hoger. En langzame trillingen zorgen voor lage tonen! Mensen kunnen niet alle geluiden horen. Heel hoge of heel lage geluiden kunnen kunnen onze oren niet opvangen. Er zijn dieren die dat wel kunnen. Dolfijnen bijvoorbeeld! Die kunnen heel hoge geluiden horen. Zo praten ze met elkaar in het water!
De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Doen: zelf muziekinstrumenten maken (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Proefje: hoge en lage tonen (bron: http://www.vtbpro.nl/content/files/SITE376/Workshop%204%20les%205%20geluid.pdf) Dit heb je nodig: - liniaal - tafel Zo doe je het - leg de liniaal op de rand van de tafel en laat de liniaal voor een groot deel over de tafelrand uitsteken. Druk het uiteinde van de liniaal dat op de tafel ligt goed aan. - druk het uiteinde van de liniaal naar beneden en laat het los. Blijf het uiteinde van de liniaal dat op de tafel ligt goed aandrukken. Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar: kijk goed naar de liniaal en luister. Wat ontdek je? Hoe zou dat komen denk je? - herhaal de proef; laat de liniaal nu minder ver uitsteken.
–9–
Wat ontdek je? (bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
Proefje: blaasinstrumenten (bron: http://www.vtbpro.nl/content/files/SITE376/Workshop%204%20les%205%20geluid.pdf) Dit heb je nodig: - een limonaderietje - een schaar Zo doe je het - maak het uiteinde van het rietje plat (met je tanden). - knip het met de schaar schuin af, zodat er een driehoekige punt ontstaat. - blaas op het rietje. Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar en luister. Wat ontdek je? Hoe zou dat komen denk je? - herhaal de proef maar knip nu eerst een stuk van het rietje af. Wat ontdek je? (bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
Proefje: snaarinstrumenten (bron: Het GROTE boek met EXPERIMENTEN Natuurkundige encyclopedie/Paola Cocco – Laren: Bookman International, 2004) Dit heb je nodig: - een stevig rechthoekig bakje - elastiekjes van verschillende breedte - twee potloden Zo doe je het - doe een elastiekje in de lengte om het bakje - doe de potloden onder het elastiekje aan elk uiteinde van het bakje - tokkel op het elastiekje Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar en luister. Wat ontdek je? Hoe zou dat komen denk je? - herhaal de proef; gebruik nu een breder of smaller elastiekje.
– 10 –
Wat ontdek je? (bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
– 11 –
Geluid
natuur
Groep 5
In kindertaal Als iets een geluid maakt, trilt het hevig. Daardoor begint ook de lucht eromheen te trillen. Luchttrillingen (geluidsgolven) verspreiden zich door de lucht. Als ze je (gezonde) oren bereiken, hoor je een geluid. De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Proefje: geluid is een trilling (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Dit heb je nodig: - een pan - een pollepel - een aardewerken kom - een elastiek - een stuk plastic folie - een theelepel kristalsuiker Zo doe je het - span de folie strak over de kom en zet het vast met het elastiek - strooi de suiker over het folie - houd de pan op enige afstand van de kom en sla zo dadelijk met de pollepel tegen de bodem van de pan Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar: houd de pan op enige afstand van de kom en sla met de pollepel tegen de bodem van de pan; kijk naar de suiker, wat zie je? Hoe zou dat komen denk je? - houd de pan op enige afstand van de kom en sla met de pollepel eerst zachtjes en vervolgens steeds harder tegen de bodem van de pan; blijf naar de suiker kijken! Wat ontdek je?
Foto’s
– 12 –
(bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
– 13 –
Geluid
natuur
Groep 6
In kindertaal We kunnen geluid horen, doordat de geluidsbron (dat is datgene waar het geluid vandaan komt) de lucht aan het trillen brengt en deze trillende lucht ons (gezonde) oor (met daarin het trommelvlies dat vervolgens ook gaat trillen) bereikt. De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Proefje: geluid beweegt (aangepast) (bron: http://www.schooltv.nl/nudn/article.jsp?art=2346662) Dit heb je nodig: - een radio/cd speler - (evt. een cd met muziek) - een velletje dun papier (bijv. overtrekpapier) - een stopcontact Zo doe je het - sluit de radio/cd speler aan op het stopcontact - zet de radio/cd speler aan en laat de muziek horen - houd het vel papier losjes voor de luidspreker Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar: houd het vel papier losjes voor de luidspreker; kijk naar het papier, wat zie je? Hoe zou dat komen denk je? - houd het vel papier losjes voor de luidspreker en draai aan de volumeknop; blijf naar het papier kijken! Wat ontdek je?
Foto’s
– 14 –
(bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
– 15 –
Geluid
natuur
Groep 7
In kindertaal Als iets een geluid maakt, trilt het hevig. Daardoor begint ook de lucht eromheen te trillen. Luchttrillingen (geluidsgolven) verspreiden zich door de lucht. Als ze je (gezonde) oren bereiken, hoor je een geluid. Geluiden kunnen zich niet alleen door de lucht voortbewegen maar ook door andere materialen. Zo kan een strak gespannen draad geluiden goed overbrengen. De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Proefje: sprekende draad (bron: 101 verrassende proeven/Neil Ardley – Antwerpen: Standaard, 1994) Dit heb je nodig: - twee personen - een stuk draad/touw - twee plastic bekertjes - twee paperclips - een potlood met een scherpe punt Zo doe je het - prik in de bodem van beide bekers een klein gaatje - trek de draad door de gaatjes; maak aan ieder eind een paperclip vast, zodat de draad er niet uitglipt - gebruik de bekers als telefoon om met je vriend/vriendin te praten; zorg er voor dat de draad strak staat Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar: houd de draad strak en fluister met elkaar door de ‘bekertelefoon’; lukt het? Hoe zou dat komen denk je? Foto’s
– 16 –
(bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
– 17 –
Geluid
natuur
Groep 8
In kindertaal Een tikkend horloge geeft geluidsgolven af. Geluidsgolven veroorzaken luchttrillingen. Honderdduizenden van dergelijke trillingen bereiken je oren elke seconde als je een geluid hoort. Geluid gaat beter door (sommige) materiaal naar je oren dan door de lucht. De plaats in de leerlijn (bron: TULE): zie bijlage Proefje: als een tomtom (bron: Het GROTE boek met EXPERIMENTEN Natuurkundige encyclopedie/Paola Cocco – Laren: Bookman International, 2004) Dit heb je nodig: - een tikkend polshorloge met wijzers (niet digitaal) - een tafel - een handdoek Zo doe je het - Houd het horloge tegen je oor en luister naar het tikken. Houd het dan steeds verder weg tot je het tikken niet meer kunt horen en meet die afstand. - Leg het horloge op een tafel. Leg je oor op de tafel op dezelfde afstand die je eerst hebt gemeten, toen je het tikken niet meer hoorde. Wat denk je dat er zal gaan gebeuren? - doe het maar Wat is er gebeurd? Hoe zou dat komen denk je?
(bij deze proef behoort een stuurkaart en een werkblad)
– 18 –
Integratie in andere vakken Geluid laat zich makkelijk integreren in andere vakken. Te denken valt aan: - muziek - taal: communiceren middels geluid (ook: morse-code i.c. hard/zacht of lang/kort) - biologie: zintuigen – het gehoor, de stem - handvaardigheid: muziekinstrumenten maken - techniek: muziekinstrument ontwerpen/construeren - verkeer: signaalfunctie van geluid Gebruik van internet In de midden- en bovenbouwgroepen zoeken leerlingen via internet aanvullende informatie op over het onderwerp dat centraal staat. In de bovenbouw verzorgen de leerlingen een presentatie waarin zij laten zien wat zij van het onderwerp weten. Zij maken hierbij nadrukkelijk gebruik van de schat aan informatie die het internet te bieden heeft. Bij de presentatie maken zij bij voorkeur gebruik van de module Power Point.
– 19 –
Bijlage: beschrijving van (een voorbeeld van) de inhoud van de leerlijn (ontleend aan TULE) Kerndoel 42: de leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen Aanbevolen aanpak: onderzoeken, omdat dit kinderen de gelegenheid biedt begripsvorming op te bouwen aan de hand van ervaringen met concrete materialen.
Groep 1 en 2 De nadruk ligt op het ervaren van de verschijnselen, zoals de kinderen die tegenkomen in hun dagelijks leven.
Inhoud - het onderscheiden van verschillende geluiden: hard/zacht, hoog/laag
Wat doen de kinderen? - de kinderen benoemen de geluiden van een verzameling zelfgemaakte geluidkokers met verschillende vullingen
Wat doet de leerkracht? - de leerkracht zorgt voor materiaal waarmee de kinderen geluidkokers kunnen maken - de leerkracht benoemt samen met de kinderen de geluiden die de geluidkokers maken
Groep 3 en 4 De nadruk ligt op het ervaren van de verschijnselen, zoals de kinderen die tegenkomen in hun dagelijks leven.
Inhoud - als groep 1 en 2 - het ordenen van geluiden: van hoog naar laag, van hard naar zacht - het onderscheiden van klanken van verschillende instrumenten: tokkelen, blazen, aanslaan
Wat doen de kinderen? - de kinderen zoeken uit waar de hoge en de lage tonen zitten op een muziekinstrument en bespreken en ordenen dat met elkaar - de kinderen bespelen en luisteren naar verschillende muziekinstrumenten en bespreken de verschillende klanken - de kinderen maken geluid met zelfgemaakte muziekinstrumenten en praten met elkaar over verschillen in geluid (hard/zacht, hoog/laag)
Wat doet de leerkracht? - de leerkracht maakt een ontdekhoek met verschillende muziekinstrumenten - de leerkracht laat de kinderen in de kleine kring de muziekinstrumenten bespelen en praat met hen over hoge en lage tonen en hard en zacht geluid - de leerkracht laat de kinderen uitzoeken waar de hoge en waar de lage tonen op de muziekinstrumenten zitten - de leerkracht zorgt voor materiaal waarmee de kinderen naar eigen idee muziekinstrumenten bouwen
Groep 5 en 6 De kinderen leren de verschijnselen te hanteren in hun dagelijkse bezigheden.
Inhoud – 20 –
- als groep 3 en 4 - geluid is afkomstig van bronnen - bouw en materiaal van de bron bepalen de aard van het geluid
Wat doen de kinderen? - de kinderen bouwen eenvoudige slaginstrumenten - de kinderen ervaren dat geluid afkomstig is van een trillende bron en dat de trilling de toonhoogte en de luidheid bepaalt - de kinderen gaan op zoek naar de geluidsbron van verschillende muziekinstrumenten en het stemgeluid - de kinderen ervaren dat geluid zich door de lucht verplaatst
Wat doet de leerkracht? - de leerkracht laat de kinderen de klank van verschillende zelfgebouwde slaginstrumenten onderzoeken - de leerkracht wijst de kinderen op het trillen van een bron en gaat daarna samen met de kinderen op zoek naar de aard van de bron bij verschillende geluidsinstrumenten of het eigen stemgeluid - de leerkracht komt met de kinderen tot de conclusie dat geluid zich vanuit het muziekinstrument door de lucht verplaatst naar hun oor
Groep 7 en 8 De kinderen leren de verschijnselen te hanteren in hun dagelijkse bezigheden.
Inhoud - als groep 5 en 6 - geluid plant zich voort, door materialen heen
Wat doen de kinderen? - de kinderen maken een ‘telefoon’ door twee plastic bekers of blikjes met touw aan elkaar te verbinden - de kinderen ervaren door hiermee te ‘telefoneren’ dat geluid zich ook door materialen kan voortplanten
Wat doet de leerkracht? - de leerkracht zorgt voor materialen om een ‘telefoon’ te maken van kosteloos materiaal - de leerkracht zoekt al pratend met de kinderen naar verklaringen hoe het kan dat ze zich op afstand via twee bekers en een touwtje verstaanbaar kunnen maken - de leerkracht komt met de kinderen tot de conclusie dat geluid zich ook door materiaal kan voortplanten
Kerndoel 45: de leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren Geluid: producten – communicatie
– 21 –