Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Functiebeschrijving Ploegbaas Techniek en inrichting

Niveau C1-C3 Leidinggevend

1. IDENTIFICATIEGEGEVENS AFDELING

TERRITORIUM

DIENST

INFRASTRUCTUUR

SUBDIENST

CEL GEBOUWEN

FUNCTIE

GENERIEKE FUNCTIETITEL

Ploegbaas

SPECIFIEKE WERKTITEL

Ploegbaas gebouwen

GRAAD

C1-C3

CATEGORIE

Technisch Personeel

STATUUT

Contractueel

2. POSITIONERING EN ORGANOGRAM Hiërarchisch directe chef

Gebouwenambtenaar

(eerste beoordelaar) Hiërarchisch één na hogere chef

Stadsingenieur

(tweede beoordelaar) Andere, operationeel leidinggevende

Afdelingshoofd Territorium

(beoordelaar met adviserende bevoegdheid)

STAD BILZEN – DEKEN PAQUAYPLEIN 1 – 3740 BILZEN (België) Versie: september 2015

website : www.bilzen.be 1

3. DOEL VAN DE FUNCTIE Plannen, coördineren, mee uitvoeren en opvolgen van de technische opdrachten van de dienst Infrastructuur – cel gebouwen teneinde een optimale werking van de cel te bekomen.

4. KERNRESULTAATSGEBIEDEN 1.

Coördineren en bewaken van de opdrachten van de dienst Infrastructuur – cel gebouwen met het oog op een optimale werking van de cel. Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - coördineren van de werken uitgevoerd in eigen beheer - adviseren aankoop van gereedschap en inrichting van de wagens voor de cel gebouwen - toezicht op materiaal en materieel van de cel gebouwen wat betreft het juiste gebruik (veiligheidsvoorschriften) - bijbrengen materieel en materiaal

2.

Instaan voor de oordeelkundige organisatie, coördinatie en planning van de activiteiten van de cel gebouwen, ten einde een optimale werking te behalen. Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - meten van prestaties - staat in voor het bestellen en tijdig leveren van de materialen - opmaak en opvolgen van de planning van de opdrachten met het oog op een efficiënte uitvoering

3.

Rapporten opmaken van verwerkte materialen met het oog op de boekhoudkundige verwerking Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - dagverslagen nazien - werkverslagen gebruikte materialen nazien - aan te kopen materialen magazijn rapporteren

4.

Polyvalent meewerken aan de (dagdagelijkse) taken eigen aan de dienst met het oog op een continue optimale werking van de cel gebouwen. Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - uitvoeren van diverse onderzoeken - toezien op een effectieve en efficiënte dienstverlening - meewerken aan de implementatie van kwaliteitszorg binnen de dienst - opvolging van wetgeving en reglementering, vooral in het kader van veiligheid; op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen – evoluties binnen het vakgebied



5.

Actief meewerken aan het verder verbeteren van de dienstverlening van de cel gebouwen. Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - meewerken aan een goede interne communicatie binnen de cel gebouwen – dienst infrastructuur - voorstellen doen rond het uitwerken van procedures binnen cel gebouwen die het werk moeten vergemakkelijken - deelnemen aan een werkoverleg waar voorstellen die van nut zijn voor de hele dienst kunnen besproken worden - meewerken aan en waken over een optimale communicatie met de leidinggevende

6.

Instaan voor het voeren op regelmatige basis van functioneringsgesprekken met de medewerker waarbij taakplanning, opvolging en jobcoaching centraal staan, teneinde de medewerker te begeleiden en de prestaties van de medewerkers te optimaliseren en teneinde de medewerker voor te bereiden op zijn evaluatie. Dit omhelst ondermeer de volgende concrete taken: - leiden, coachen, motiveren en sensibiliseren van de medewerkers van de cel in het algemeen - begeleiden en ondersteunen van de medewerkers bij hun taken - in dit kader actief meedenken en mee formuleren van voorstellen in verband met vorming met als doel de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker te bevorderen en de kwaliteit van het werkt te verbeteren; het resultaat van de vorming op de werkvloer opvolgen en mee begeleiden



5. COMPETENTIEPROFIEL FUNCTIEGROEP: TECHNISCHE MEDEWERKERS C1-C3 & C4-C5 KERNCOMPETENTIES 1/ Klantgericht werken

2/ Kwaliteitsvol werken

AANVULLENDE COMPETENTIES Beleidsgerelateerde competenties Inspelen op vragen en behoeften van collega’s (intern), andere diensten, burgers, externe klanten Klantgericht werken Goed kunnen luisteren • Geduld • Inlevingsvermogen • Vriendelijke en beleefd blijven in alle omstandigheden Probleemoplossend denken – creativiteit • Problemen onmiddellijk kunnen oplossen wanneer ze zich voordoen • Omgaan met moeilijke situaties / klachten Zorgvuldig werken • Wetgeving en regels naleven • Zorg dragen voor materiaal • Werkplaats ordelijk achterlaten • Correct de nodige administratie verrichten Verantwoordelijkheidszin • Taken naar best vermogen uitvoeren – werktempo en resultaatgerichtheid • Veiligheids-, gezondheids- en beleidsregels toepassen • Afspraken (doen) naleven • Discreet omgaan met informatie • Consequent, objectief en respectvol werken • Initiatief nemen om zaken zelf uit te voeren Zelfstandig werken • Spontaan initiatieven nemen ter realisatie van organisatiedoelstellingen Resultaatgerichtheid • Werken in overeenstemming met doelen en deadlines Plannen en organiseren • Zorgen voor een efficiënte werkverdeling 1 • Prioriteiten stellen • Verbanden zien – consequenties inschatten en hierop inspelen (vooruit denken en werken) • Planning continu kunnen bijsturen 1

3/ Omgevingsgericht handelen • Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen in het eigen vakgebied • Inspelen op maatschappelijke tendensen & opportuniteiten

1

Geldig voor de medewerkers van dit niveau die een leidinggevende functie hebben



Interactiegerelateerde competenties Organisatiegerichtheid 4/ Organisatiebetrokkenheid • Correct uitvoeren van de besluitvorming • Zaken in hun ruimere context plaatsen • Objectiviteit • Kijken door de organisatiebril 2 • Flexibiliteit • Bereidheid tot avond- en weekendwerk • Inspringen voor collega’s waar nodig • Naar werkinhoud toe: ook buiten strikte eigen taakafbakening gaan Goed communiceren 5/ Goed communiceren • Boodschappen correct en duidelijk overbrengen • Diplomatisch communiceren • Op een correcte manier feedback geven/ontvangen • Helder, bondig, correct en onderbouwd rapporteren • Actief deelnemen aan overlegmomenten • Tijdig overleggen met collega’s, team, andere diensten Voor leidinggevenden1 • Instrueren, delegeren en opvolgen • Duidelijke instructies kunnen geven op een aanvaardbare manier • Conflicthaarden of misverstanden snel herkennen en uitpraten Samenwerken 6/ Samenwerken • Verdraagzaamheid • Behulpzaamheid en collegialiteit • Respect voor andere meningen • Overleggen met collega’s en andere diensten • Gemaakte afspraken nakomen en/of tijdig • Kunnen omgaan met diversiteit (karakters, leeftijden, culturen…) bijstellen • Loyaal optreden t.o.v. je medewerkers en je leidinggevenden Leidinggeven/coachen1 • Medewerkers helpen en motiveren • Competenties van medewerkers goed kunnen inschatten • Oog hebben voor competentieverhoging van medewerkers • Delegeren, opvolgen en bijsturen • Feedback geven/ontvangen Persoonsgerelateerde competenties Doorzettingsvermogen 7/ Houding • Positieve ingesteldheid • Durven opkomen voor jezelf en voor eigen mening • Enthousiasme • Durven opkomen voor je zaak/ideeën en • Motivatie blijven opvolgen • Empathisch vermogen 8/ Zichzelf ontwikkelen (leergierigheid, leerbereidheid) • Kennis van de eigen sterktes en zwaktes • Stappen ondernemen tot verdere competentie-ontwikkeling Flexibiliteit 9/ Flexibiliteit • Efficiënt kunnen werken onder druk (tijd, • Verschillende zaken tegelijk kunnen opvolgen politiek,…) • Zich aanpassen aan omstandigheden en veranderingen

Kernresultaatgebieden en competentieprofiel kunnen steeds worden aangepast aan nieuwe, tijdelijke of permanente ontwikkelingen. 2

Geldig voor de medewerkers van dit niveau die een leidinggevende functie hebben





Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Recommend Documents