FMVG Nieuws & informatie November 2011
FMVG en TNW stellen plan nieuwbouw op
• Aula steeds meer een perfect visitekaartje • Frisse start met nieuwe schoonmaakbedrijven • TIC Delft vraagt om slimme herverdeling van ruimte
Inhoud Aula steeds meer een perfect visitekaartje
Deze zomer zijn de Senaatszaal, de Van Hasseltzaal, drie commissiekamers, de togakamer, de noordgevel en diverse toiletruimten in de aula gerenoveerd. Daardoor heeft de aula nu onder andere veel meer capaciteit voor promoties. En dankzij al dit werk heeft het gebouw ook een nieuwe uitstraling. Erik de Vos (Facility Manager) en Johan Hogervorst (Onderhoud & Projecten) vertellen over dit renovatieproject.
Frisse start met nieuwe schoonmaakbedrijven
De Delftse universiteit is op het gebied van duurzame mobiliteit al het ‘beste jongetje van de klas’ van de regio. Nico van Wijngaarden (HR) en Serena van der Klugt (FMVG) vertellen over de tot nu toe geboekte resultaten.
TIC Delft vraagt om slimme herverdeling van ruimte
Eerder dit jaar presenteerden wethouder Pieter Guldemond en TUbestuurder Paul Rullmann op overtuigende wijze het masterplan 1.0 van TIC Delft (Technologische Innovatie Campus). De TU en de gemeente Delft hebben de handen ineen geslagen voor een plan dat goed is voor beide partijen. Nu is dankzij samenwerking met Delftse ondernemers, onderwijsen kennisinstituten versie 2.0 bijna gereed. En dat betekent werk aan de winkel voor FMVG.
FMVG en TNW stellen plan nieuwbouw op
René Dijkhoff (facility manager), Okko Kuiper (projectmanager gebruikers TNW) en Silvy Leijh (projectmanager FMVG) gaan sinds januari van dit jaar gezamenlijk de uitdaging aan om de toekomstige huisvesting voor TNW voor te bereiden. Het huidige TN-gebouw wordt voor de afdelingen Quantum Nanoscience, Imaging Science & Technology, het bijbehorende onderwijs en de FOD gerenoveerd. De afdelingen Bionanosciene, Biotechnologie, Chemical Engineering en het bijbehorende onderwijs krijgen een nieuw gebouw in Delft Zuid. Dit na een uitgebreide variantenstudie waarin alle mogelijke aspecten aan bod zijn gekomen.
3. 6. 8. 9.
Erik de Vos (links) en Johan Hogervorst (rechts)
Toenemend aantal promoties maakt aanpassingen noodzakelijk
Aula steeds meer een perfect visitekaartje Deze zomer zijn de Senaatszaal, de Van Hasseltzaal, drie commissiekamers, de togakamer, de noordgevel en diverse toiletruimten gerenoveerd. Daardoor heeft de aula nu veel meer capaciteit voor promoties. En dankzij al dit werk heeft het gebouw ook een nieuwe uitstraling.
De directie Facilitair Management & Vastgoed (FMVG) maakt zich dagelijks sterk voor het leveren van hoogwaardige producten en diensten die aansluiten op de vraag vanuit de universitaire gemeenschap. Hierbij kan gedacht worden aan het ontwikkelen en realiseren van nieuwbouwprojecten, renovaties, beheer en onderhoud van gebouwen en terreinen, het leveren van energie en facilitaire producten en diensten. 2|
FMVG Special - November 2011
De aula was al lang aan renovatie toe, weten Erik de Vos (Facility Manager) en Johan Hogervorst (Onderhoud & Projecten). Het interieur voldeed niet meer aan de wensen en eisen van deze tijd en de technische levensduur was verstreken. Daarom werd ruim twee jaar geleden besloten het hele gebouw in drie fasen grondig aan te pakken.
Meer promoties Het auditorium was als eerste aan de beurt om te worden opgeknapt. Vanwege het toenemende aantal promoties was het ook noodzaak
3|
om de Senaatszaal en de Van Hasseltzaal in een nieuw jasje te steken en te voorzien van moderne techniek. Hierdoor hoeft het auditorium niet meer te worden gebruikt voor promoties en kan het weer volledig worden ingezet voor het beoogde doel: grote bijeenkomsten en colleges. Om budgettaire redenen is vorig jaar niets aan de aula gedaan tijdens de vakantieperiode. Dit jaar is daarentegen een heleboel werk verzet. “Uiteindelijk hebben we de hele tweede verdieping plus de toiletten in de kelder gerenoveerd”, zegt Johan. Erik vult aan: “Bovendien is de noordgevel na asbestsanering geschilderd
FMVG Special - November 2011
Glas wordt geplaatst
Togaruimte wordt ingericht
en voorzien van nieuw glas. In de collegezaal zijn de werkzaamheden uitgevoerd waarvoor we steigers nodig hadden; we hebben het plafond, de verlichting en de AV-installatie vervangen. In de toekomst, wanneer precies moet nog worden bepaald, komen ook de vloer en het meubilair aan de beurt. Voor dat deel van het werk aan de collegezaal hebben we minder tijd nodig dan voor wat we nu hebben gedaan in de korte tijd dat er geen onderwijs wordt gegeven.”
Mannenbolwerk Als al dat werk achter de rug is, kan de aula van de TU Delft er weer jaren tegenaan. “We hebben dit gebouw uit 1969 een uitstraling van de 21ste eeuw gegeven zonder het oorspronkelijke karakter aan te tasten”, meent Johan. “Een belangrijk deel van het werk hebben we inmiddels dus al uitgevoerd. Kijk maar naar de toiletgroepen, die zien er nu geweldig uit. Er zijn nu ook meer damestoiletten. Deze universiteit was van oudsher natuurlijk een mannenbolwerk; dus er waren veel herentoiletten, maar voor de dames was weinig gelegenheid gecreëerd. Dat hebben we aangepast aan de verhoudingen van deze tijd.” Bij alle werkzaamheden is steeds meegewogen dat de aula is gebouwd als een monument
4|
met veel beton en, typisch kenmerk van die tijd, schrootjes. Het was voor de maatstaven van eind jaren ’60 functioneel ingericht met veel verlaagde plafonds. “Niet meer van deze tijd. Tegenwoordig regelen we geluiddemping op andere manieren”, vertelt Erik. “Onder meer via de vloerbedekking, gestoffeerde stoelen en het verplaatsen en isoleren van wanden. De wanden hebben we op diverse plaatsen een halve meter naar voren gehaald, wat als bijkomend voordeel heeft dat je er de installaties achter kunt wegwerken.”
Verborgen kosten Johan merkt op: “Meer dan de helft van de projectkosten zit verborgen achter muren, boven plafonds of onder vloeren. Alles is keurig weggewerkt en de akoestiek is erop vooruit gegaan. Daarbij is de materiaalkeuze uiterst belangrijk. De vloerbedekking zorgt wel voor een warmere klank in een ruimte, maar het mag natuurlijk niet te snel slijten. Kwaliteit heeft z’n prijs, maar daarmee haal je wel duurzaamheid in huis. Ondanks het intensieve gebruik ziet de vloerbedekking die we hebben laten leggen er over pakweg vijftien jaar nog uit als nieuw.” Terwijl ten tijde van het interview in de Senaatszaal nog druk aan de laatste details wordt
FMVG Special - November 2011
gewerkt, kijken Erik en Johan tevreden terug op het project. “We hebben hier tijdens de renovatie twee congressen gehad en in de OWEE week kwamen zo’n duizend buitenlandse studenten binnenvallen”, zegt Erik. “Dus het is best bijzonder dat we op tijd klaar zijn. Zeker als je weet dat de voorbereidingstijd kort was.”
dat we straks een aula hebben die op zijn taak berekend is, voldoet aan de eisen van deze tijd, past bij het hightech karakter van de TU Delft en daarvoor het perfecte visitekaartje is.”
/titel of kop????/
Snellere aanpak Het College van Bestuur besloot half april dat de tweede fase van de herinrichting van de aula dit jaar moest worden uitgevoerd. Aangezien de bestekken al klaarlagen, was de aanbesteding een maand later afgerond. Erik: “Het besluitvormingsproces heeft mede om financiële redenen lang geduurd. Zo is tot op het laatst onzeker gebleven wat we met de collegezalen gingen doen. Verder zou in de tweede fase ook het restaurant worden meegenomen, maar uiteindelijk is dat toch uitgesteld naar de derde fase. Ik begrijp de achterliggende redenen, maar dat maakt het voor ons wel lastig.” Johan hoopt dan ook dat er de volgende keer meer lucht in de planning zal zitten: “We gaan op korte termijn met de rector, Karel Luyben, om tafel zitten om de voortgang van de herinrichting van de aula en een snellere aanpak te bespreken. Het uiteindelijke doel is immers
5|
Alle deelprojecten die tijdens de tweede fase van de herinrichting van de aula zijn uitgevoerd, zijn in één keer aanbesteed. Alleen de sloop van de plafonds in de collegezalen, kanalen van de installaties, de wanden van de Senaatszaal, het interieur van de togakamer en de oude toiletgroepen stond er los van. Dat sloopwerk is allemaal uitgevoerd door Oranje. De overige deelprojecten zijn gegund aan zes partijen. G.B. van Hoek heeft het bouwkundige werk voor zijn rekening genomen, het elektrotechnische deel is verzorgd door Alewijnse, De Jong deed de werktuigbouwkundige kant van de werkzaamheden, de audiovisuele voorzieningen zijn bij Avex ondergebracht en Ahrend heeft de benodigde nieuwe meubels geleverd. .
FMVG Special - November 2011
4.200), het aantal nieuwe hightechstarters en octrooiaanvragen per jaar, de output van Clean Tech Delta en Medical Delta en zo meer.
Explosie aan mogelijkheden “We hebben hier in de Randstad meer troeven in handen dan bijvoorbeeld in Eindhoven of Groningen, maar hun kracht zit in een duidelijk verzorgingsgebied”, zegt Alexandra den Heijer, universitair hoofddocent aan de Faculteit Bouwkunde. “Wij hebben hier met Rotterdam, Den Haag en Leiden een explosie aan mogelijkheden – grootstedelijke voorzieningen, historische binnensteden, de internationale aantrekkingskracht van een regeringsstad, de haven en de zee. De diversiteit is goed – we bestrijken alpha, bèta en gamma in wetenschap en praktijk. Duidelijk is dat we de kracht van de regio gezamenlijk moeten verkopen. Op wetenschappelijk niveau, maar ook als economische, ruimtelijke en bestuurskundige eenheid.”
Bert Sprong en Alexandra den Heijer
TIC Delft vraagt om slimme herverdeling van ruimte Eerder dit jaar presenteerden wethouder Pieter Guldemond en TU-bestuurder Paul Rullmann op overtuigende wijze het masterplan 1.0 van TIC Delft (Technologische Innovatie Campus). De TU en de gemeente Delft hebben de handen ineen geslagen voor een plan dat goed is voor beide partijen. Nu is dankzij samenwerking met Delftse ondernemers, onderwijs- en kennisinstituten versie 2.0 bijna gereed. En dat betekent werk aan de winkel voor FMVG.
De gemeente en de universiteit praten al langer over mogelijkheden om elkaar te ondersteunen en te versterken. De gemeente is erbij gebaat om economische activiteit hier te behouden en ook de TU Delft heeft voordeel van de aanwezigheid van kennisintensieve bedrijven. In het masterplan voor TIC Delft wordt
6|
deze stad gepositioneerd als hart van de Europese innovatieregio Rotterdam – Delft - Leiden met de ambitie om op termijn de innovatieve kracht van Delft in de regio te verdubbelen: het aantal arbeidsplaatsen in kennisintensieve bedrijven (van 16.500 naar 33.000), het aantal buitenlandse kenniswerkers (van 2.100 naar
FMVG Special - November 2011
“Willen wij als Delftse gemeente en universiteit het kloppend hart worden van die innovatieve regio, dan moeten we daar ook de voorwaarden en voorzieningen voor scheppen”, vervolgt zij. “In het ruimtelijk toekomstbeeld zien we kleinschalige en creatieve activiteit dicht tegen de stad aan – in TU Noord en langs de Schieoever - en grootschalige of een cluster starters in het Science Port Holland ten zuiden van de TU-wijk. De universiteit blijft geconcentreerd in het midden. Wat de infrastructuur betreft moet de tramlijn zo snel mogelijk worden doorgetrokken, zou een extra afslag op de Kruithuisweg naar de Rotterdamseweg een zegen zijn, moeten we de congestie oplossen en zorgen voor voldoende parkeerplekken. Wat de gebouwen betreft is kernthema nummer één: niet bijbouwen tenzij het niet anders kan. Laten we eerst kijken wat er allemaal mogelijk is met de gebouwen die er staan.”
Eerst inventariseren En daar komt Vastgoedontwikkeling om de hoek kijken. Want voor je met zulke plannen aan de slag kunt, moet eerst worden geïnventariseerd hoe het precies met de kwaliteit van de gebouwen en de bezettingsgraad is gesteld. Bert Sprong van Vastgoedontwikkeling stelt dat er op dit moment sprake is van zo’n 5 procent leegstand in de TU-gebouwen en zo’n 7,5 procent in 2012. “En dan heb ik het alleen over de ruimtes waar geen huur voor wordt betaald. Het kan best zijn dat faculteiten wel betalen voor sommige ruimtes die ze eigenlijk niet gebruiken. Dus de leegstand kan nog groter zijn.” Die inventarisatie is essentieel, omdat allerlei
7|
ontwikkelingen in elkaar grijpen: de ontwikkeling van TIC Delft, maar ook de terughoudendheid van bedrijven om in deze onzekere tijden van crisis te verhuizen, laat staan nieuwbouw te plegen. En tegenover het groeiend aantal studenten staat onder meer de invoering van Het Nieuwe Werken, wat ruimte oplevert. “We moeten toe naar een ruimtenormering voor wat we nodig hebben en hoe we dat toepassen”, stelt Bert.
Verplaatsen ligt gevoelig “Maar dat betekent automatisch dat we mensen en afdelingen flexibeler moeten huisvesten, met een eigen thuisbasis en meer gedeelde voorzieningen zoals vergaderruimten en onderwijszalen. Waar het eigen territorium ophoudt en de gedeelde ruimte begint, ligt vaak heel gevoelig. Faculteiten willen hun identiteit behouden en schromen daarom om eigen territorium op te geven. Maar deze afweging moet wel worden gezien in het licht van de bezuinigingen op hoger onderwijs en het feit dat de huisvestingskosten van slecht gebruikte ruimten ten koste gaan van investeringen in onderwijs en onderzoek. Daarom kunnen we de faculteiten zelf laten kiezen welke activiteiten ze per se binnenshuis willen houden en welke ook binnen of buiten de universiteit zouden kunnen worden gedeeld.” Vaststellen hoe goed of slecht de bezetting van gebouwen is en bepalen hoe je alle ruimtes wilt gebruiken, kan geld opleveren als de meters weer kunnen worden verhuurd, bijvoorbeeld aan start-ups of aan de TU gerelateerde bedrijven. “En dat geld kun je dan weer aan het primaire proces van de universiteit besteden”, merkt Alexandra op. “Precies”, beaamt Bert. “Dan snijdt het mes aan twee kanten: de ruimtes worden efficiënter benut en ze leveren meer huur op. Bij FMVG zijn we absoluut niet blij met leegstand, want dat kost geld. Een beetje ruimte om te kunnen schuiven en bewegen is goed, maar daar moet ook weer niet te veel rek in zitten. Bovendien levert een betere benutting van alle ruimtes meer interactie op en dat willen we graag.”
Interactie stimuleert innovatie Alexandra: “Omdat de praktijk leert dat interactie innovatie stimuleert. En dat is de kern van het hele masterplan voor TIC Delft. Vanuit die motivatie moeten we de faculteiten verleiden om flexibeler over hun territorium na te denken. Met als extra pluspunten dat het zowel esthetisch als sociaal verbeteringen oplevert.”
FMVG Special - November 2011
Frisse start met nieuwe schoonmaakbedrijven De aanbesteding voor nieuwe schoonmaakcontracten is afgerond. Financieel was het voor Facilitair Management de grootste aanbesteding tot nu toe. Vanaf januari 2012 maken, na een zoektocht van ongeveer een jaar, vier nieuwe schoonmaakbedrijven een frisse start met hun werkzaamheden.
Waar voorheen vijf jaar lang werd gewerkt met twee schoonmaakbedrijven voor de hele campus, heeft de directie in deze aanbesteding gekozen voor vier clusters en een verkorte contractduur. De huur van sanitaire voorzieningen, inclusief verbruiksartikelen, is uit de schoonmaakcontracten gehaald en apart aanbesteed.
Controle De nieuwe aanpak, waarbij elk bedrijf zich maar voor één cluster kon inschrijven, brengt meer controle en sluit naadloos aan bij de organisatie van FMVG vertelt contractmanager Tessa Teunissen. “Doordat onze organisatie ook in deze vier clusters is verdeeld, kunnen wij de schoonmaakbedrijven nu directer aansturen.” Zij vervolgt: “De verkorte contractduur moet de schoonmaakbedrijven scherp houden. Zij hebben nu een contract voor twee jaar, wat bij tevredenheid met nog vijf maal een jaar kan worden verlengd. Op deze manier houden we de partijen scherp.”
Anders aanbesteed Tessa Teunissen, contractmanager
8|
FMVG Special - November 2011
Omdat FMVG het belangrijk acht om invloed te hebben, is ook voor een andere vorm van aanbesteding gekozen dan vroeger. Teunissen
9|
legt uit: “Kwaliteit is nu het toverwoord, alleen een prijsopgaaf zou ons te weinig informatie over de ideeën van schoonmaakbedrijven bieden. Daarom hebben we de inschrijvers cases voorgelegd en hen daarop laten reageren. Door voor deze vorm te kiezen, konden zij hun expertise en kwaliteit laten zien. Inlevingsvermogen, aandacht voor details, oog voor duurzaamheid en vernieuwing waren de speerpunten voor onze beoordeling.”
Milieuverantwoord Naast de vier schoonmaakcontracten is ook de huur van sanitaire voorzieningen en middelen aanbesteed. “Dit moet meer kwaliteit toevoegen aan de beleving van de sanitaire ruimtes”, stelt de contractmanager. “In december worden alle voorzieningen van de muur gehaald. Daar komen dan nieuwe voorzieningen voor in de plaats. En met de verwijderde voorzieningen gaan we zo milieuvriendelijk mogelijk om. Waar kan, wordt gerecycled.” “Oog voor het milieu vinden wij belangrijk. Daarom is het ook opgenomen in de eisen van de aanbesteding”, vervolgt zij. “De schoonmaakbedrijven CSU, GOM, Asito en Hectas – en voor de sanitaire voorzieningen CSW – hebben dat begrepen. We gaan er dus met elkaar voor zorgen dat de campus er de komende jaren op een verantwoorde manier fris uitziet.”
FMVG Special - November 2011
René Dijkhoff (facilitair manager), Okko Kuiper (projectmanager gebruikers TNW) en Silvy Leijh (projectmanager FMVG) gaan sinds januari van dit jaar gezamenlijk de uitdaging aan om de toekomstige huisvesting voor TNW voor te bereiden. Na een uitgebreide variantenstudie wordt nu onderzocht of het mogelijk is om het huidige TN-gebouw te renoveren voor de afdelingen Quantum Nanoscience, Imaging Science & Technology, het bijbehorende onderwijs en de FOD. Ook wordt gekeken naar de haalbaarheid van een nieuw gebouw in Delft Zuid voor de afdelingen Bionanosciene, Biotechnologie, Chemical Engineering en het bijbehorende onderwijs.
Eén doel
Van links naar rechts Ton Geusebroek, Yvette Brijs en Maarten van der Toorn
FMVG en TNW stellen plan nieuwbouw op Een deel van de faculteit Technische Natuurwetenschappen kijkt uit naar een nieuwe huisvesting in Delft Zuid. De planvorming omvat circa 30.000 m2 BVO nieuwbouw, gesplitst over laboratoria, onderwijsruimten, kantoren en ondersteunende ruimten. Dit moet de faculteit de kwalitatieve injectie geven die nodig is om aan de internationale top te blijven.
10 |
FMVG Special - November 2011
boven tafel te krijgen. “Laboratoria moeten aan specifieke randvoorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld op het gebied van trillingsgevoeligheid, temperatuurfluctuaties en luchtvochtigheid. Als zulke zaken niet in orde zijn, kan er niet naar behoren wetenschappelijk onderzoek worden gedaan,” stelt René. “De voorwaarden zijn inmiddels helder en nu is het zoeken naar de beste indeling. Maar dat is lastig, omdat sommige ruimtes voor de samenwerking binnen het onderzoek het beste naast elkaar kunnen staan, terwijl bepaalde onderzoeksopstellingen technisch gezien weer een negatieve invloed kunnen hebben op gestelde randvoorwaarden van de ander.”
Toekomst
“Om tot die ene keuze te komen, moeten er uiteenlopende zaken worden onderzocht en afwegingen worden gemaakt”, vertelt Silvy. “Ieder van ons draagt binnen het eigen vakgebied zijn of haar steentje bij én kijkt uiteraard ook kritisch over de schouders van de twee anderen. Omdat we als team op gelijkwaardig niveau samenwerken, is harmonie tussen ons belangrijk. We vertegenwoordigen alle drie een ander belang in dit project en dat is juist goed om in kwalitatief opzicht tot een economisch optimaal resultaat te komen. Vanuit verschillende gezichtspunten zijn we zijn steeds op zoek naar de beste oplossing. We hebben gelukkig dezelfde gedrevenheid om het einddoel te bereiken en ondanks onze verschillende karakters werken we heel prettig en constructief samen.” “Vertrouwen, transparantie en de discussie durven aangaan is tijdens dit hele proces cruciaal”, vult Okko aan. “Naar elkaar, maar ook naar andere betrokken partijen zoals de gebruikers. Daarom is de inbreng van gebruikers ook gewaarborgd door een stevige projectstructuur. Er vindt regelmatig overleg en uitwisseling van informatie plaats. Er zijn natuurlijk veel vragen en wensen van hun kant, je krijgt immers niet vaak de kans om aan een state of art gebouw mee te werken. We kunnen wellicht niet alle wensen inlossen, want financieel zijn er duidelijke grenzen. Ook dat moet voor iedereen helder zijn. Bij feestelijke opening van een nieuwe huisvesting zal dan voor iedereen helder zijn wat er allemaal in zit en wat niet.”
Silvy: “Hier betrekken we, nog voordat een architect aan de slag gaat, de desbetreffende afdelingen bij. Middels het door ons ontwikkelde relatieRisk, waarin de gebruikers naar elkaar moeten aangeven waarom zij op welke plek willen zitten, proberen we tot de ideale indelingsvoorwaarden te komen. Als dat is gebeurd en de stuurgroep gaat akkoord met het programma van eisen, kan het ontwerpteam op 2 januari 2012 aan de slag. Op basis van een voorlopig ontwerp zullen de plannen dan aan het College van Bestuur kunnen worden voorgelegd voor definitieve besluitvorming. De definitieve ontwerpfasen (DO/Bestek), de inpassing in het bestemmingsplan en de aanbesteding van de uitvoerende partijen zullen ons daarna tot circa het eerste kwartaal van 2013 in beslag nemen. De nog onbekende aannemer kan dan nog voor de zomervakantie van 2013 de eerste paal heien.” Als alles verder volgens plan verloopt, kan het project inclusief verhuizing eind 2015 zijn afgerond. Okko: “Ondanks de snelle ontwikkelingen in de techniek, kan er dan een gebouw staan waarin studenten en wetenschappers de faciliteiten hebben om zich met de top van de wereld te meten. En om het contact met de toekomst niet te verliezen, houden we plannen ook al rekening met de ruimtelijke mogelijkheden op en rond de bouwkavel. Laat de toekomst maar beginnen!””
Uitdagingen Door gesprekken aan te gaan met de betrokkenen weten de drie projectverantwoordelijken naast de wensen ook de knelpunten
11 |
FMVG Special - November 2011
Colofon TU Delft Facilitair Management & Vastgoed Kluyverweg 6, 2629 HT Delft Postbus 5 2600 AA Delft T : +31 (0)15 – 27 87319 F : +31 (0)15 – 27 86198 E :
[email protected] W: www.fmvg.tudelft.nl Redactie: Hans Dalmeijer, De Tekstgroep Eindredactie: Serena van der Klugt, FMVG Fotografie: Hans de Lijser Vormgeving: MultiMedia Services, FMVG Druk: Deltahage november 2011