FMVG Nieuws & informatie Mei 2010
‘Bij IO is veel energie te winnen’
Laptoponderwijs vanuit hightech cockpit • Uniek gebouw met dubbele functie • Na veel tegenslagen toch een uitstekende prestatie
Inhoud Laptoponderwijs vanuit hightech cockpit
Doceren met een ouderwets schoolbord en een krijtje heeft anno 2010 zijn langste tijd wel gehad. Voor digitaal ingestelde en met laptops uitgeruste studenten is dat een gedateerde vorm van kennisoverdracht. Daarom start deze zomer het upgradingproject onderwijszalen bij de faculteiten EWI en 3mE. Nico Prenen, afdelingshoofd Gebouwen & Installaties, en Marko Djuričić, projectmanager Onderhoud & Projecten, vertellen over dit high tech en state-of-the-art project.
Uniek gebouw met dubbele functie
Zo’n 95 jaar lang werd in het gebouw aan de Mijnbouwstraat 120 Mijnbouwkunde gedoceerd en gestudeerd. Inmiddels heeft het gebouw twee nieuwe bestemmingen gekregen. Anne ter Haar, projectleider FMVG, aan het woord over de inhuizing, het beheer en de verhuur van dit gebouw.
Bij IO is veel energie te winnen
Om het direct in geld uit te drukken: als de plannen voor energiebesparing van het IO-pand allemaal worden uitgevoerd, bespaart de faculteit Industrieel Ontwerpen aan de Mekelweg per jaar zo’n 15.000 á 20.000 euro aan kosten voor elektriciteit en warmte. Wouter Lemmers, Coördinator Gebouwbeheer IO en 3mE, spreekt over de energiebesparende maatregelen.
Na veel tegenslagen toch een uitstekende prestatie
Bouwkundig is de nieuwbouw voor TNO Scheidingstechnologie geen ingewikkelde klus. Gedurende het project waren er echter een aantal tegenslagen. De bouwkundig aannemer annex bouwcoördinator ging begin december 2009 failliet, de bouw kwam noodgedwongen stil te liggen en pal daarna begon een langdurige vorstperiode. Uiteindelijk is met het bouwteam een uitstekende prestatie neergezet. Rob Verbeek, projectmanager nieuwbouw TNO Scheidingstechnolgie, verteld met passie en ambitie over dit uitdagende project.
3. 6. 9. 10.
De directie Facilitair Management & Vastgoed (FMVG)
Impressie 3mE da Vinci
Upgrading onderwijszalen deze zomer
zaal (A)
Laptoponderwijs vanuit hightech cockpit Doceren met een ouderwets schoolbord en een krijtje
maakt zich dagelijks sterk voor het leveren van
heeft anno 2010 zijn langste tijd wel gehad. Voor digitaal
hoogwaardige producten en diensten die aansluiten op de
ingestelde en met laptops uitgeruste studenten is dat een
vraag vanuit de universitaire gemeenschap. Hierbij kan
gedateerde vorm van kennisoverdracht. Daarom start
gedacht worden aan het ontwikkelen en realiseren van
deze zomer het project onderwijszalen bij de faculteiten
nieuwbouwprojecten, renovaties, beheer en onderhoud
EWI en 3mE. Ook de komende twee jaar daarna worden
van gebouwen en terreinen, het leveren van energie en
in de zomerperiode grote collegezalen technisch en architecturaal naar deze tijd getild.
facilitaire producten en diensten. 2|
FMVG Special - Mei 2010
3|
FMVG Special - Mei 2010
latend doek langs de zijwanden te spannen met daarop afbeeldingen die passen bij hetgeen er op die faculteit wordt gedoceerd. Ook krijgen de zalen toepasselijke namen.
Laptoponderwijs Behalve de inrichting en het aanzien wordt veel aandacht besteed aan technische aspecten. Gezien de onstuitbare opmars van het laptoponderwijs moet elke plek een aansluiting voor data en elektriciteit krijgen. Maar Nico en Marko wijzen erop dat het werken met laptops ook heel andere voorwaarden met zich meebrengt. “Want die laptops produceren warmte. Dus moet je nauwkeurig berekenen hoeveel lucht er in elke zaal nodig is om het er aangenaam te houden. Een van de aanpassingen die we daarbij plegen is dat we de lucht van onder naar boven door de zalen gaan sturen in plaats van omgekeerd zoals nu. De verse lucht komt dus meteen langs je heen en neemt de warmte van de laptops mee naar boven om daar te worden afgevoerd. Dat is de efficiëntste manier die het meeste comfort oplevert.”
Impressie EWI Pythagoras zaal (A)
“Eigenlijk behoeven die zalen al langere tijd verbetering”, zegt Nico Prenen, afdelingshoofd Gebouwen & Installaties bij FMVG. “In totaal moeten we er zo’n vijftig aanpakken, maar daar zitten ook kleine zaaltjes bij. Soms volstaat het om daar nieuw meubilair neer te zetten en te zorgen dat je er je laptop kunt inpluggen. De grote zalen zijn natuurlijke andere koek. Die moeten echt helemaal op de schop. Daar doen we er telkens zes van. Deze zomer twee bij EWI en vier bij 3mE.”
Minder zitplaatsen Met name de amfizalen blijken slecht te scoren wat betreft de eisen van deze tijd. Niet alleen is daar het schoolbord nog dominant aanwezig, ze bieden ook weinig comfort en de ruimte tussen de rijen stoelen is voor de studenten – die tegenwoordig een stuk langer zijn dan vroeger – duidelijk te krap. Dit betekent dat ondanks de toename van het aantal studenten op de TU het aantal rijen (en dus ook zitplaatsen) in die zalen moet worden teruggebracht. Voor dit project is het Delftse architectenbureau Hoek & De Wit in de arm genomen. Die heeft ervaring met dergelijke projecten opgedaan bij de universiteit in Leiden. In eerste instantie wordt de richtlijn gehanteerd die door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld, hetgeen betekent dat de afstand tussen de rijen wordt verruimd tot 950 mm. Als er nieuwe zalen worden gebouwd, waarbij van te voren kan worden bepaald hoeveel plaatsen
4|
daarin moeten komen, kan die ruimte verder opgetrokken worden. Om in de bestaande zalen binnen de gestelde normen toch zoveel mogelijk stoelen te behouden, is daar voor de VNGrichtlijn gekozen.
Staat van onderhoud Hoeveel werk aan de zalen moet worden verricht, scheelt volgens projectmanager Onderhoud & Projecten Marko Djuričić per faculteit. “Dat is mede afhankelijk van de staat van onderhoud. Zo zijn er zalen waar we nog enkel glas door dubbel glas moeten vervangen, terwijl in andere zalen weer andere prioriteiten moeten worden gesteld. Over het algemeen is binnen een faculteit de staat van onderhoud van de zalen ongeveer gelijk. Wat we overal vervangen is de verlichting, omdat die overal verouderd is. Nee, geen led-verlichting, dat voldoet nog niet helemaal. Wel dunne T5 TL-balken met roosters, dat is op dit moment het beste.” Wie na de upgrading een van de vernieuwde onderwijszalen binnenkomt zal zijn ogen uitkijken. De zalen krijgen namelijk een functionele uitstraling die voldoet aan de eisen van deze tijd. De stoelen krijgen nieuwe bekleding, de plafonds worden donkerblauw geverfd en de beffels – opgetrokken uit schuim voor een akoestisch dempende waarde – worden in heldere kleuren gestoffeerd. De zalen krijgen allen een herkenbare TU-stijl, maar ook een identiteit die bij de diverse faculteiten past. Dit laatste wordt onder meer gerealiseerd door lichtdoor-
FMVG Special - Mei 2010
studenten de colleges volgen? Ook daaraan is gedacht, weet Marko: “De digitalisering van het onderwijs gaat verder dan wat je in de cockpit ziet. Want we kunnen straks ook zalen koppelen waardoor studenten in een andere zaal het college rechtstreeks kunnen volgen. Via de computer kunnen zij zelfs vragen stellen. Zo vergroot je het aantal mensen dat het onderwijs kan volgen. Sterker nog, studenten kunnen de colleges later ook vanuit huis of zelfs in het park of op een terras volgen,mits ze verbinding hebben. Docenten kunnen bovendien hun presentaties na afloop van het college digitaal beschikbaar stellen. De nieuwe mogelijkheden stapelen zich op.”
Oefenen met de techniek
Computerruimtes worden buiten de collegezalen gesitueerd. In verband met de warmteontwikkeling is besloten om alle apparatuur die niet direct nodig is tijdens de colleges buiten de zalen te plaatsen. In de zaal zelf wordt alle techniek zoveel mogelijk geïntegreerd en weggewerkt. Het duidelijkst zal dat te zien zijn in de ‘cockpit’ die voor de docenten wordt ingericht. Die plek, waar ook het TU Delft logo wordt afgebeeld, maakt straks in één enkele oogopslag zichtbaar dat de onderwijszalen van de TU Delft hightech en state-of-the-art zijn.
Modern met oud gevoel Nico: “Het oude schoolbord verdwijnt en wordt vervangen door een groot glazen paneel met vier beamers erachter. We hebben bewust gekozen voor achterprojectie omdat de docenten dan hun informatie kunnen presenteren zonder te worden gehinderd door het licht van de beamers als ze de zaal inkijken. Met dat paneel in die cockpit – ontworpen door InteSpring dat uit alumni van de TU Delft bestaat – kunnen ze trouwens veel meer dan alleen powerpoints projecteren. Ze kunnen er zelfs digitaal op schrijven en dat weer naar boven schuiven, terwijl ze aan de onderkant gewoon verder gaan. Alles blijft zichtbaar en het doet toch een beetje denken aan dat vertrouwde schoolbord. Het is moderne techniek met het oude gevoel erbij.” Maar kunnen - nu het aantal stoelen wordt beperkt om ruimte te scheppen - in die fraai ogende, geheel eigentijdse zalen wel voldoende
5|
FMVG Special - Mei 2010
De sloop in de oude onderwijszalen start op 21 juni en 30 augustus moet alles gereed zijn voor gebruik. In werkelijkheid worden de zalen – misschien op wat afwerkingdetails na – al eerder opgeleverd. De docenten moeten immers de gelegenheid krijgen om te oefenen met de nieuwe techniek van de cockpits, die overal exact hetzelfde wordt uitgevoerd. Dit geldt voor alle techniek in de zalen, van de lichtknopjes tot de klimaatbeheersing. Het voordeel hiervan is duidelijk: in welke zaal een docent ook les geeft, alles zit op dezelfde plek en dus hoeft hij of zij nooit ergens naar te zoeken. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder leiding van een projectgroep die bestaat uit mensen van FMVG, Onderwijsen studentenzaken, de studentenraad en onderwijskundige medewerkers van de faculteiten. Hoewel de sloop pas in juni begint, is deze projectgroep al veel langer met de voorbereidingen bezig. Nadat het College van Bestuur het budget beschikbaar had gesteld om het programma van eisen te kunnen waarmaken zijn drie architectenbureaus uitgenodigd om mee te doen aan een pitch. Hoek & De Wit is als winnaar uit de bus gekomen. Ook is een ontwerpgroep samengesteld met adviseurs die zich bezighoudt met technische zaken zoals AV, akoestiek, brandveiligheid, werktuigbouwkundige- en elektrotechnische installaties en ICT. Over een ding zijn Nico Prenen en Marko Djuričić het volmondig eens: “We hebben de lat hoog gelegd, maar we halen als project- en ontwerpgroep het maximale uit het budget.”
Uniek gebouw met dubbele functie Zo’n 95 jaar lang werd in het gebouw aan de Mijnbouwstraat 120 Mijnbouwkunde (later Technische Aardwetenschappen genoemd) gedoceerd en gestudeerd. In juni 2006 kwam aan die lange traditie een einde. De opleiding verhuisde naar de faculteit CiTG op
inhuizing van de medewerkers van het Science Centre. Terwijl de manager daarvan zich samen met conceptbureau Tinker en het team van FMVG bezighoudt met de inrichting van het museum, zorgen de medewerkers voor de tentoonstelling. Als alles volgens plan verloopt, gaat het Science Centre 1 juni op proef en vanaf de start van het academisch jaar volledig open.
tieve bedrijven die hun bestaansrecht al hebben bewezen. Gelukkig groeit de naamsbekendheid van Mijnbouwstraat 120 als bedrijfsverzamelgebouw snel, dat trekt huurders aan. Maar met een bezetting op dit moment van 85 procent, vooral afkomstig uit de hoek van Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen, mogen we natuurlijk niet klagen.”
de Stevinweg. Het leeggekomen pand is in de tussentijd onder leiding van FMVG gerestaureerd en gerenoveerd. Inmiddels heeft het een nieuwe bestemming, of eigenlijk twee bestemmingen. De werkzaamheden aan het vroegere pand van de faculteit Mijnbouwkunde startte in 2008. Voor de restauratie werd het Delftse architectenbureau Molenaar & Van Winden om advies gevraagd. Die keken naar mogelijkheden om het gebouw zoveel mogelijk in de originele staat te herstellen door tussenwanden eruit te halen en de oorspronkelijke ruimtes op te knappen.
Bedrijven en museum “Aanvankelijk zou het pand een bedrijfsverzamelgebouw worden voor ondernemingen”,
6|
vertelt Anne ter Haar, projectleider FMVG bij de TU Delft. Er bestonden ook plannen om er het Techniek Museum te vestigen, maar die waren nog niet duidelijk. Dus werden alle ruimtes in het gebouw op dezelfde manier aangepakt. De komst van het museum, dat nu Science Centre heet, werd pas vorig voorjaar concreet. Toen zijn daar natuurlijk aanpassingen voor gepleegd. In het rechter deel van het gebouw wordt nu het museum gehuisvest, in het linker deel zitten inmiddels diverse bedrijven.” Het team van FMVG, dat ook de faculteit Bouwkunde ondersteunt, heeft gezorgd voor de
FMVG Special - Mei 2010
Vlotte verhuur
Andere exploitatie
De eerste huurder diende zich maart 2009 aan en is in Delft, maar ook ver daarbuiten, geen onbekende: Senz, dat wereldwijd stormbestendige paraplu’s verkoopt. Dit bedrijf heeft een aantal ruimtes gehuurd met een oppervlak van rond de 250 vierkante meter. Maar er zitten ook eenmanszaken in die nog geen veertig vierkante meter benutten. Van de in totaal 2.000 vierkante meter is er nu nog 300 voor verhuur beschikbaar. “Eigenlijk liep dat allemaal heel vlot”, zegt Anne. “Wij hebben vanuit FMVG Bouwkunde het beheer van het gebouw overgenomen en ook het werven van huurders behoort mede tot onze taak. Het zou mooi zijn als we op korte termijn ook voor de laatste ruimtes geschikte huurders vinden die binnen het concept van dit gebouw passen. Daarbij mikken we met name op crea-
7|
De exploitatie van een dergelijk gebouw is voor dit team van FMVG wel even wennen. Bedrijven kijken als huurder anders naar allerlei zaken dan faculteiten en diensten van de TU. Anne: “Ze kijken bijvoorbeeld heel kritisch naar wat ze krijgen voor de servicekosten die ze betalen en hebben andere wensen als het om voorzieningen gaat. Er moet veel flexibeler met vergaderruimtes worden omgegaan, ze willen 24/7 toegang tot het gebouw hebben en als gebouwbeheerder kun je niet zomaar binnenlopen. Als we er moeten zijn, moeten we daar een afspraak voor maken. Dat is allemaal even wennen, maar het is een leuke, uitdagende en vooral afwisselende klus.”
FMVG Special - Mei 2010
Lekker genieten…
Coördinator Wouter Lemmers van Gebouwbeheer:
‘Bij IO is veel energie te winnen’ laties en methoden energie te besparen. “De grootste besparingen zijn te behalen op het inregelen van de cv-installaties en het isoleren van pompen en leidingen in technische ruimtes. Dat ziet natuurlijk geen mens. Wél zichtbaar is bijvoorbeeld het daglichtafhankelijk schakelen van de hoofdverlichting in de hal. Daar hangen armaturen met drie lampen. Die lampen kun je straks afzonderlijk van elkaar in- of uitschakelen. Heel aantrekkelijk en veel goedkoper dan wanneer we in elke armatuur een dimmogelijkheid zouden inbouwen.”
Wouter Lemmers, Coördinator Gebouwbeheer IO en 3mE
Op één van de eerste zomerse dagen lokte het vorig jaar vervangen grasdak van de bibliotheek weer voorzichtig. Studenten en medewerkers vleiden zich op het gras neer om lunchend, pratend, lerend, werkend of gewoon lekker lui te genieten van het zonnetje dat zijn kracht al deed voelen. De bibliotheekmedewerkers hoefden niet te vrezen dat dit achteraf weer voor
Om het direct in geld uit te drukken: als de plannen voor energiebesparing van het IO-pand allemaal worden uitgevoerd, bespaart de faculteit Industrieel Ontwerpen aan de Mekelweg per jaar zo’n 15.000 á 20.000 euro aan kosten voor elektriciteit en warmte. Maar de gebruikers van het 25.000 m² grote gebouw zullen weinig van de werkzaamheden merken. “Veel van wat wij doen is onzichtbaar”, zegt ing. Wouter Lemmers, Coördinator Gebouwbeheer IO en 3mE van de TU Delft.
overlast zou zorgen, want de samenwerkingscombinatie ‘Leven op daken’ van Mastum Dakbedekking en Van der Tol Hoveniers heeft er met een compleet nieuwe dakbekleding voor gezorgd dat de lekkages voorgoed tot het verleden behoren. “Tien centimeter EPS plus één laag EPDM dakbedekking was de enige bescherming die het dak sinds het begin had”, vertelt Fred Lassche van FMVG Onderhoud & Projecten. “Nu ligt op het betondak een laag dakbedekking verkleefd met daarop een 10 cm dikke laag foamglas,
De voormalige centrale werkplaats van de TU is in 2001 grootscheeps verbouwd om als behuizing voor IO te kunnen dienen. “Er is destijds wel naar het energieverbruik gekeken”, zegt Wouter, “maar het was toen nog geen hot item. Dat is het pas de jaren daarna geworden. Het bleek dat er ook bij IO nog veel energie te winnen valt.”
daarop weer een laag dakbedekking en een toplaag EPDM folie. Dit alles met warme bitumen verkleefd, waardoor het een homogeen geheel is waar geen water doorheen komt. En daarop ligt het tien centimeter dikke graspakket waar je lekker kunt genieten. Het was een forse ingreep. Maar het moest nu in één keer goed en dat is gelukt.”
8|
FMVG Special - Mei 2010
Besparingsonderzoek Om dat te berekenen is hulp ingeroepen van Sun Solutions. Dit bedrijf onderzoekt (inmiddels TU-breed) mogelijkheden om op instal-
9|
Het is Wouter opgevallen dat ook mensen van buiten met verrassend veel besparingsideeën komen. “Ik hoop vooral dat ze dat blijven doen, want van kennis delen is niemand ooit slechter geworden. Ook al lijken het ontzettende open deuren, we horen de tips heel graag – want ook wij hebben soms last van vakblindheid.” Hij tekent hierbij wel aan dat sommige schijnbaar voor de hand liggende oplossingen toch anders kunnen uitpakken. “Een voorbeeld daarvan is het ’s nachts uitschakelen van koffieautomaten. Dat bespaart inderdaad energie. Maar doordat je dan ook de koeling uitschakelt, ben je per saldo slechter uit omdat de koffie bederft.”
Techniek en psychologie Een idee dat wél wordt uitgevoerd is een bewegingsmelder in toiletgroepen. Wouter: “De energiebesparing hiervan is niet zo groot omdat de terugverdientijd erg lang is. Maar we doen het toch om de mensen in het gebouw bewust te maken van een zichtbare energiebesparing. Naast technische hulpmiddelen passen we dus ook psychologische toe”, grijnst Wouter. Hij werkt bij dit alles veel samen met Marko Djuričić van de afdeling Onderhoud & Projecten FMVG. “Ons werk overlapt elkaar voor een deel. Onderhoud & Projecten is verantwoordelijk voor de installaties. De klant, de faculteit IO, heeft direct profijt van de besparingen die daarop mogelijk zijn. Het is dus erg belangrijk dat Onderhoud & Projecten op de hoogte is van onze maatregelen om besparingen te bereiken.”
FMVG Special - Mei 2010
Projectmanager Rob Verbeek over nieuwbouw TNO Scheidingstechnologie
Na veel tegenslagen toch een uitstekende prestatie Bouwkundig is de nieuwbouw voor TNO Scheidingstechnologie zeker geen ingewikkelde klus. Ook de gebouwgebonden werktuigbouwkundige en elektrotechnische aspecten vallen reuze mee. De specialistische laboratoria worden bovendien onder leiding van FMVG ingericht door de toekomstige huurder zelf. Kortom: business as usual. Het gebouw was ingepakt met krimpfolie om de deels aangebrachte installaties tegen de strenge vorst te bescher-
Althans op het eerste gezicht.
men en het werk te laten voortzetten.
Het gebouw aan de Leeghwaterstraat dat op 1 juli van dit jaar wordt opgeleverd zal namelijk nog láng in de herinnering blijven van projectmanager Rob Verbeek. Er waren een aantal tegenslagen, aldus Rob: “De bouwkundig aannemer annex bouwcoördinator ging begin december 2009 failliet, de bouw kwam noodgedwongen stil te liggen en pal daarna begon een langdurige vorstperiode”. “Inmiddels probeerde de curator van de failliete aannemer de bouw voort te zetten, maar dat lukte niet. Begin januari besloten we de bouw-
10 |
kundige coördinatie via bouwplaatsmanagement zelf op te pakken. Dát was het sleutelmoment. Daar heb ik bij een van mijn vorige werkgevers ervaring mee opgedaan. Zo is de oplevering met slechts drie maanden vertraagd. Als het door de vele tegenslagen uit de hand was gelopen, had het wel een jaar langer kunnen duren.”
Samenwerking TNO-TU Voorheen werkte Rob bij een adviesbureau voor bouwprojectmanagement; een wereld waarin hij al bijna twintig jaar actief is. Toen hij twee
FMVG Special - Mei 2010
jaar geleden bij FMVG in dienst kwam kreeg hij onder meer deze nieuwbouw als project. Hierin gaan TNO Scheidingstechnologie en TU Proces & Energy samenwerken. Dat is ook de reden waarom de TNO-nieuwbouw pal naast P&E ligt en de gebouwen door een luchtbrug van zeven meter met elkaar zijn verbonden. “Aanvankelijk verliep alles heel vlotjes”, zegt Rob. “Heel specifieke eisen – behalve welstandseisen voor het exterieur – waren er niet. Ja, het gebouw moest voor de helft uit laboratoria en voor de andere helft uit kantoren bestaan. Nou, dan contracteren we daar een aantal specialisten voor en gaan we er een mooi project van maken. Dit project is één van de vijf die ik op dit moment onder mijn hoede heb. Heel leuk. Je werkt mee aan de ontwikkeling van een grote diversiteit aan gebouwen in het gebied van de TU Delft. Elk project is uniek, dus daar leer je weer van. Daarmee kun je naderhand beter en sneller inspelen op vergelijkbare omstandigheden. Maar dat we in dit project zó veel gingen meemaken, had ik echt niet verwacht.”
Drie contracten
de twee andere nevenaannemers hun werk laten voortzetten. De curator kondigde half december aan het werk zelf te willen laten afbouwen en stuurde twee aannemers naar FMVG. “Het was allemaal heel precair en elke dag dat er niet gebouwd werd kostte ons veel geld. Die twee aannemers wisten dat ook en vroegen een prijs die ons budget behoorlijk oversteeg.” “Inmiddels was het stevig gaan vriezen en hadden wij het gebouw ingepakt met krimpfolie om de deels aangebrachte installaties tegen de weerselementen te beschermen en om het werk op werktuigbouwkundig en elektrotechnisch gebied te laten voortzetten. Ook hadden we een 24-7 bewaking opgezet, want we waren bang dat er van alles zou worden gestolen of in de brand gezet. We hadden hiervan al een aantal meldingen ontvangen. En ik moet je zeggen, de bouwvakkerbusjes reden, vooral ’s nachts, af en aan. De politie is meermalen gebeld of ze wilden ingrijpen bij mensen die de bouwplaats wilden betreden, want onze eigen bewaking mocht alleen observeren.”
Kort geding
Voor de bouw waren drie contracten gesloten met partijen voor bouwkundige (inclusief de coördinatie van nevenaannemers), werktuigbouwkundige en elektrotechnische zaken. Ieder van hen huurde zelf zijn onderaannemers in. De bouw startte in de herfst van 2008 en liep een jaar lang op rolletjes. Rob: “Eind november 2009 vertelde de directeur van de bouwkundige hoofdaannemer echter dat zijn bedrijf liquiditeitsproblemen had. Hun vermogen zat in appartementen die nog niet verkocht waren. Intussen moest hij wel de onderaannemers betalen, maar dat kon hij niet. Het verhaal ging rondzingen en op 4 december werd hij failliet verklaard. De nacht daarvóór had een van zijn onderaannemers al isolatieplaten losgemaakt om zodoende iets van zijn investering terug te halen. In dezelfde nacht was er om de bouwplaats een extra hek geplaatst door aan andere onderaannemer, die er een bord liet ophangen dat hij zijn retentierecht uitoefende op de geplaatste, maar niet betaalde, staalconstructie. Zo hield hij zijn eigen bezit onder zich. Wettelijk niets op aan te merken. Gevolg was wel dat niemand meer op de bouwplaats mocht komen.”
Nachtelijk verkeer FMVG besloot dat retentierecht te respecteren (Rob: ‘Maar niet te accepteren’) en kon daardoor
11 |
De twee aannemers werden vriendelijk bedankt en FMVG meldde de curator het werk zelf te willen afmaken. Dat mocht en er volgden besprekingen met vijftien bouwkundige onderaannemers – dezelfde die onder het faillissement van de hoofdaannemer hadden geleden. Rob: “Wij boden hen aan om de rest van het project af te maken tegen de eerder berekende omzet voor dat deel. Niet voor het geheel, want wij hadden het eerste deel al aan de failliete hoofdaannemer betaald. Veertien van hen gingen akkoord. Iedereen blij dus, alleen moesten we nog wél van dat retentierecht af. Anders mochten de bouwkundige zaken niet worden aangepakt. In kort geding kregen wij eind februari gelijk, dus ging ook dat bouwonderdeel op 1 maart opnieuw van start.”
Geen schadeclaim Een opmerkelijk detail hierbij is dat TNO, als toekomstig huurder, geen schadeclaim heeft neergelegd bij FMVG. “Dat had wel gekund”, weet Rob. “TNO zag daar van af omdat wij volgens hen alles zo professioneel hadden opgepakt. We zijn ook altijd, van het begin af aan, met TNO blijven communiceren. Ook toen de boodschap zoals begin december 2009 erg slecht was. Uiteindelijk hebben we als FMVG en TU Delft met het hele bouwteam een uitstekende prestatie neergezet. Interne en externe partijen zagen de ernst van de zaak in. Het eiste heel veel energie maar we hebben met veel passie en ambitie dit varkentje met elkaar kunnen wassen.”
FMVG Special - Mei 2010
Colofon TU Delft Facilitair Management & Vastgoed Kluyverweg 6, 2629 HT Delft Postbus 5 2600 AA Delft T : +31 (0)15 – 27 87319 F : +31 (0)15 – 27 86198 E :
[email protected] W: www.fmvg.tudelft.nl Redactie: Hans Dalmeijer, De Tekstgroep Eindredactie: Serena van der Klugt, FMVG Fotografie: Hans de Lijser, Frank Wijman Vormgeving: MultiMedia Services, FMVG Druk: Deltahage mei 2010