Financieel Slim In 6 Stappen 2011/2012
Leer alles over geld en verzekeringen in slechts 60 pagina’s Bespaar honderden euro’s op je financiële planning Gebruik dit boek bij elk adviesgesprek dat je hebt Lees waarom je teveel betaalt voor producten Ontdek wat je tussenpersoon verdient
2
Financieel Slim In 6 Stappen
© 2011 Jeffrey R. Leichel Alles uit deze uitgave moet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, scan of op welke wijze ook. Wel bronvermelding s.v.p. IDN:201002V9 juni 2011
Kijk voor aanvullende informatie op www.fs6.nl
3
Financieel Slim In 6 Stappen 1.0 Introductie……………………………………………………………. 2.0 Verzekeraars, banken en pensioenfondsen……………………. 3.0 De tussenpersoon…………………………………………………... 4.0 Het beleggingsprofiel………………………………………………. STAP 1: Verzekeringen……………………………………………………. Zorgverzekering - Inboedel en AVP – Rechtsbijstand - Uitvaart – Woonhuis – Auto – Overlijdensrisico – Internet - Contractstermijn
STAP 2: Geld voor de korte termijn…………………………………….. doelen stellen - sparen bij banken en andere instellingen – de spaarloonregeling.
STAP 3: Geld voor de middellange termijn……………………….…… doelen stellen - de spaarrekening - de beleggingsrekening de beleggingsverzekering
STAP 4: Geld voor de lange termijn………………………………….…. doelen stellen - vroegpensioen – ouderdomspensioen – nabestaandenpensioen. Samenvatting geld voor de korte, middellange en lange termijn.
STAP 5: Hypotheken………………………………………………….……. de financiering - de aflossing - de verzekeringen – de fiscaliteiten.
STAP 6: Belastingen…………………………………………………….…. waarom aangifte doen - hoe til ik de fiscus? – typische valkuilen.
5.0 Slotwoord………………………………………………………………..
6.0 Restitutie (alleen beschikbaar in het paperback boek)……………
4
1.0
Introductie
Ingestorte beurzen, woekerpolissen, woekerhypotheken, gebarsten krediet en andere bubbels, bonussen voor bankmedewerkers, staatsschulden en instortende pensioenfondsen. Zomaar een opsomming van enkele financiële drama‟s waar wij al enkele jaren met regelmaat mee worden geconfronteerd. Te midden van dit financiële geweld zijn wij geconfronteerd met sterk dalende huizenprijzen, ingrijpende wijzigingen in de belastingwetgeving zoals beperkingen op de hypotheekrenteaftrek, het wegvallen van fiscaal sparen voor vroegpensioen, beperking van aftrek ziektekosten en langer doorwerken. Daar bovenop wordt verwacht dat ca. 50% van alle assurantiekantoren, die juist iedereen moeten ondersteunen in al die veranderingsprocessen, de komende jaren gaan omvallen door verstikkende wetgeving, een ingestorte markt voor financiële producten en binnenkort een volledig provisieverbod. Het is alsof je in een trein bent gestapt van Amsterdam naar Groningen, je halverwege moet bijbetalen, de trein ineens over Den Haag rijdt, er tijdens het rijden een derde klasse bijkomt, de kaartjescontroleur ter plekke een extra belasting heft op alle kaartjes en je als passagier een station eerder moet uitstappen omdat het laatste traject van de reis is afgeschaft. Voor veel consumenten is de financiële, fiscale en politieke wereld totaal ontspoord. Daarom is er dit boek. In 6 eenvoudige stappen kun jij weer financieel slim worden en je beter wapenen tegen alle financiële drama‟s die ongetwijfeld de komende jaren weer over ons worden uitgestort. Er zijn drie belangrijke redenen om dit boek te lezen en de 6 stappen te kennen. De eerste reden is dat het volkomen logisch is dat de gemiddelde Nederlander helemaal niets meer begrijpt van alle veranderingen in verzekeringen, fiscaliteiten en financiën. Dit boek gaat dat kennisgat voor je dichten. De tweede reden is dat meer en meer assurantiekantoren werken op basis van „uurtje factuurtje‟. Je betaalt binnenkort voor een telefoontje naar je assurantie tussenpersoon! Slim onderhandelen met je tussenpersoon wordt daarom belangrijk en kostenbesparend. En dat lukt alleen als je financieel slim bent.
5
De derde reden is dat er echt vele honderden, nee duizenden euro‟s zijn te besparen als je de juiste financiële keuzes maakt omdat je financieel slimmer bent. Dit boek leert je de geheimen van de financiële wereld. Financieel Slim In 6 Stappen is vooral voor mensen van 20 tot 50 jaar, die met een minimale investering in tijd maximaal voorbereid willen zijn op hun financiële toekomst. Deze mensen worden geconfronteerd met minder Staatspensioen (AOW), een tegenvallend werkgeverspensioen, een afgeschaft vroegpensioen, e moeten doorwerken tot hun 67 en raken vrijwel zeker hun hypotheekrenteaftrek (grotendeels) kwijt. Met Financieel Slim In 6 Stappen leer ik je in zes simpele stappen en in slechts 60 pagina‟s hoe je grip krijgt op je verzekeringen en financiën. Het is het slimste, kortste en toch meest complete financiële boekje over financiële planning in Nederland. En het is nog helemaal gratis ook! In dit boek vind je ook een aantal rake uitspraken over de financiële markt waar je oren van gaan klapperen. Je kunt ze makkelijk vinden, want wij hebben er een bij gezet. Gebruik dit boek als naslagwerk en leg het bij elk verzekerings- of financieel advies dat je krijgt naast je op tafel. Dit boek is een „must‟ voor ieder huishouden. Het boek in pdf vorm is GRATIS. Stuur het door naar iedereen die je kent. Gewoon omdat het nodig is om Nederland Financieel Slim te maken. Elk jaar komt er een gratis geactualiseerde versie uit van dit boek. Ik vraag slechts één tegenprestatie. Zet een review op de website die bij dit boek hoort. www.fs6.nl. Er is ook een paperbackversie te koop. Je kunt daarin notities maken, je financiële doelen bijhouden en het boek bij je verzekeringsmap bewaren. Alleen in het papieren boek heb ik aan het einde het hoofdstuk „Restitutie‟ opgenomen. Als je dit hoofdstuk laat lezen aan je tussenpersoon, ben ik er van overtuigd dat hij de kosten van dit boek aan je zal vergoeden! Het paperback boek kun je via de website bestellen. Ben je klaar voor een reis door het financiële landschap? Ik beloof je dat het een reis wordt waar je met plezier aan zult terugdenken en nog wel eens wil maken.
6
2.0 Verzekeraars, banken en pensioenfondsen We hadden het net over een treinreis van Amsterdam naar Groningen. Ik nodig je graag uit om in mijn eurocity een reis langs zes „stations‟ te maken en straks financieel slim huiswaarts te gaan. Om je reis succesvol te volbrengen is er enige voorbereiding nodig. Je moet weten hoe het spoorboekje werkt. Daarom leg ik je eerst kort uit welke spelers er op de markt zijn en wat hun functie is. Je leert hoe de beloning bij een tussenpersoon werkt en waarom een risicoprofiel zo belangrijk is. Verzekeraars Hoofdtaak van een verzekeraar is het afdekken van financiële risico‟s die je zelfstandig niet of moeilijk kunt opvangen. Je huis brandt af en je moet een nieuwe inrichting kopen. Of iemand komt te overlijden. Er moet een uitvaart betaald worden en de nabestaanden moeten ook financieel „gered‟ worden. De centrale vraag bij verzekeren is; welke financiële risico‟s wil ik bij verlies of schade zelf niet dragen? Verzekeraars en tussenpersonen hebben ook nog een hele andere kijk op je verzekeringen. De POLISDICHTHEID. Er wordt veel geld in dure systemen gestoken om bij te houden hoeveel polissen per klant er zijn. Hoe meer polissen per klant, hoe meer er aan je wordt verdiend. Dat leidt soms tot volstrekt overbodige verzekeringen in je polismap.
Banken Hoofdtaken van banken zijn; Het regelen van een betaalrekening. Het lenen van geld voor bijvoorbeeld een hypotheek. Het vergoeden van rente op je spaargeld. En het verzorgen van verschillende betaalkaarten zoals een PIN pas en een creditcard. Banken leggen zich ook steeds meer toe op het aanbieden van beleggingsrekeningen. Banken promoten meestal hun zelf samengestelde- of zelf geselecteerde beleggingsfondsen. Ze verdienen daar meer geld aan dan mogelijk betere fondsen die al beschikbaar zijn in de markt.
Pensioenfondsen en Pensioenverzekeraars Pensioenregelingen worden door individuele werkgevers of groepen van werkgevers in een bepaalde branche opgezet. Hun hoofdtaak is te zorgen voor twee inkomenssoorten voor mensen die in loondienst werken. e e - Ouderdomspensioen (levenslang pensioen na je 65 – 67 ) - Nabestaandenpensioen (pensioen voor je partner na jouw overlijden)
7
Daarnaast kunnen pensioenfondsen aanvullende verzekeringen collectief via je werkgever aanbieden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het kosteloos voortzetten van je pensioenopbouw als je arbeidsongeschiktheid wordt, wezenpensioen etc. Pensioenfondsen hebben grote moeite om pensioenen te kunnen blijven garanderen. Door hogere kosten en grotere beleggingsrisico’s zijn vele pensioenen in waarde gedaald. Deze trend zal of leiden tot hogere bijdragen van werknemers aan hun pensioenopbouw of een slechter pensioen. Of allebei! De pensioenzekerheid zoals we die kenden bestaat niet meer.
Tot zover lijkt het allemaal logisch verdeeld. Verzekeraars verzekeren, banken regelen geld en pensioenfondsen zorgen voor de oude dag. Veel verwarring bij consumenten is ontstaan omdat alle partijen ook elkaars producten zijn gaan verkopen. Verzekeraars bieden ook beleggingsfondsen aan, banken verkopen verzekeringen en pensioenfondsen bieden zelfs spaarrekeningen aan. Voor de consument is het totaal niet meer duidelijk wie wat doet en hoe je het één met het ander moet vergelijken. De functie van de tussenpersoon lijkt daarmee belangrijker dan ooit.
8
3.0
De tussenpersoon
Hoofdtaak van een tussenpersoon is de consument helpen de juiste keuzes te maken uit alle producten van banken, verzekeraars en pensioenfondsen. De tussenpersoon maakt een financieel plan voor je dat rekening houdt met je financiële doelen op korte en lange termijn en selecteert daarvoor de best passende producten. Daarnaast is het de rol van de tussenpersoon jou te begeleiden door het woud van wetten, voorwaarden en fiscaliteiten rondom de verzekeringen en financiële producten. Persoonlijk contact en vertrouwen staan daarbij centraal. Doe alleen zaken met een tussenpersoon die naar je totale situatie kijkt. De laatste jaren hebben verzekeraars en tussenpersonen een sterke focus gehad op de eigen verdiensten. Dat is zelfs flink doorgeslagen. Hierdoor is het imago van de branche flink beschadigd. Sinds 1 januari 2010 heeft de regering alle vormen van bonussen, cadeaus, gesponsorde studies e.d. voor tussenpersonen totaal afgeschaft.Nu de banken en verzekeraars nog!
Een tussenpersoon is wettelijk verplicht je te vertellen wat er totaal in euro‟s aan een bemiddeld product wordt verdiend. Dat wordt de nominale beloning genoemd. Hiermee is de tussenpersoon de eerste en enige partij die volledig transparant werkt. Dit geldt overigens alleen voor onafhankelijke tussenpersonen. Neem je rechtstreeks bij een bank of verzekeraar een product af, dan krijg je die transparantie niet! Om goed met je tussenpersoon te kunnen onderhandelen is het handig als je van te voren weet wat en hoe die tussenpersoon eigenlijk aan jou verdient. Vraag hier ook nadrukkelijk naar in je gesprekken met een tussenpersoon. Een tussenpersoon werkt meestal op basis van directe provisie. De kosten van het advies worden dan verwerkt in je product en de verzekeraar betaalt de advieskosten aan de tussenpersoon. Het advies kost je niet direct geld uit je zak maar betaal je gespreid, via de maandpremie van je product, terug. Steeds meer tussenpersonen werken op basis van declaratie. Als klant betaal je de tussenpersoon dan per uur. Voor het advies ontvang je een factuur van de tussenpersoon, die je rechtstreeks aan de tussenpersoon betaalt. Uurtarieven bij tussenpersonen verschillen sterk. Ze variëren tussen de € 95,- en € 200,- per uur.
9
Omdat de advieskosten in deze situatie niet meer in het product verwerkt zitten, wordt het product meestal goedkoper. Let goed op het woord „meestal‟! Vervolgens is er ook de doorlopende provisie. Deze provisie bestaat uit een percentage over de premie die je betaalt. Bij schadeverzekeringen (bijv. brand en autoverzekering) is het gebruikelijk om uitsluitend met doorlopende provisie te werken. In andere producten zie je combinaties van directe provisie (voor de advieskosten) en doorlopende provisie (voor onderhoud van het product). Een recente ontwikkeling in beloningsland is het financiële abonnement. Hierbij betaal je een vast bedrag per maand voor een dienstenpakket, meestal gericht op de nazorg van je financiële producten. Maar ook advies en bemiddeling van producten kunnen onder een abonnement vallen. Nazorg wordt een steeds belangrijker onderdeel in de klantrelatie. Hoeveel woekerpolisleed had er voorkomen kunnen worden als elke klant een goed nazorgabonnement had gehad? De wetgever legt bij tussenpersonen een steeds grotere verantwoordelijkheid neer als het gaat om de nazorg. Logisch eigenlijk. Een huis dat je niet regelmatig onderhoudt zal uiteindelijk een ruïne worden. Dat kan dus ook met jouw financiëleen verzekeringsproducten gebeuren. Ik kom het in de praktijk regelmatig tegen! Voor je gesprek met een tussenpersoon moet je ook het volgende weten. -
Op de directe provisie loopt de tussenpersoon 5 tot 10 jaar terugboekrisico. Zeg je binnen die periode een product op, dan moet de tussenpersoon de ontvangen beloning voor advies deels terugbetalen aan de verzekeraar. Steeds meer tussenpersonen brengen deze terugboekkosten bij de klant in rekening.
-
Doe alleen zaken met een tussenpersoon met een AFM licentie om te bemiddelen in financiële producten. Of jouw tussenpersoon een licentie heeft kun je controleren op www.afm.nl/registers (kies financieel dienstverleners).
-
Veel adviseurs in loondienst of bij banken en direct writers hebben zelf helemaal geen wettelijke diploma‟s om te adviseren. Dat doen ze op basis van een diploma van een collega! Neem met jouw financiële producten geen risico en doe alleen zaken met adviseurs die een erkend diploma hebben.
-
Heb je een klacht over de beloning of de service? Elke tussenpersoon heeft verplicht een klachtenregistratiesysteem. Dit dwingt een tussenpersoon om de klacht officieel vast te leggen en af te handelen volgens een vaste procedure. 10
Met deze basiskennis ben je goed voorbereid op een gesprek met een tussenpersoon. Ik heb het net al even gezegd, doe zaken met een onafhankelijk tussenpersoon! Liefst een die bij je in de buurt zit. Als je bij een bank binnenloopt voor een hypotheek- of pensioen advies zullen zij nooit een betere concurrent adviseren. Bovendien weigeren banken en verzekeraars die rechtstreeks zaken met je doen je te vertellen wat ze precies aan een product verdienen en of dat in verhouding staat tot de geleverde prestatie. Een onafhankelijk tussenpersoon is dat wettelijk verplicht! Om je onderhandelingspositie in een adviesgesprek sterker te maken, laat ik hieronder zien wat een tussenpersoon gemiddeld verdient aan de bemiddeling van een financieel product op basis van provisie. Schadeverzekeringen Bij schadeverzekeringen gaat 20% tot 30% van jouw maandpremie als doorlopende provisie naar de tussenpersoon. Een gemiddeld schadepakket (huis, inboedel, auto, wa, rechts-bijstand) kost ca. € 60,00 per maand. Een tussenpersoon verdient dan ca. € 15,- per maand aan je. Hoe meer verzekeringen je hebt, hoe meer de tussenpersoon aan je verdient. Uitvaartverzekeringen De directe provisie voor een uitvaartverzekering is gemiddeld 20 keer de maandpremie. Een gemiddelde uitvaartverzekering levert ca. € 300,- per persoon op. Hoe meer personen zijn verzekerd hoe hoger de beloning. Bij enkele verzekeraars wordt aanvullend ook doorlopende provisie betaald. Overlijdensrisicoverzekering De directe provisie voor een overlijdensrisicoverzekering (dit is iets anders dan een uitvaartverzekering, zie STAP 1) is gemiddeld 20 keer de maandpremie. Zo‟n verzekering levert gemiddeld ca. € 800,- op. Daarnaast is er ook een doorlopende provisie over de maandpremie (meestal 5,00%). Beleggingsverzekering/Spaarverzekering/Levensverzekering Dit zijn producten waarin je vermogen opbouwt voor later. Bijvoorbeeld een studieplan voor de kinderen, een plan voor je pensioen of een plan om je hypotheek mee af te lossen. De directe provisie is gemiddeld 18 keer de maandpremie. Gemiddeld betekent dit een opbrengst van ca. € 1.350,-. Daarnaast is er een doorlopende provisie over de maandpremie van gemiddeld ca. 2,5%.
11
Hypotheek Bij hypotheken moet je onderscheid maken tussen een hypotheekpakket en losse hypotheken. Bij een hypotheekpakket wordt niet alleen een hypotheek verstrekt, maar spaar of beleg je ook voor de aflossing van de hypotheek en zit er een overlijdensrisicoverzekering in die de hypotheekschuld (deels) aflost bij overlijden. Op een hypotheekpakket wordt gemiddeld ca. € 4.000,- aan provisie verdiend. Op een losse hypotheek wordt gemiddeld ca. € 1.500,- aan provisie verdiend. Woonlastenverzekering De laatste jaren is het een trend geworden om bij je hypotheek zogenaamde beschermingsverzekeringen te sluiten tegen werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid. Deze verzekeringen kosten tussen de ca. € 2.000,- en € 6.000,-. De directe provisie daarover is tussen de 15% en 50%, vroeger zelfs 80%! Gemiddeld wordt op een woonlastenverzekering ca. € 750,- verdiend.
Wettelijke Provisietransparantie en Dienstverleningsdocument Sinds 1 januari 2010 geldt een Wettelijke Provisietransparantie voor alle producten die een tussenpersoon verkoopt. Hij moet in euro‟s nauwkeurig en schriftelijk bevestigen wat hij aan je verdient. Ook is de tussenpersoon wettelijk verplicht te onderbouwen dat de ontvangen provisie in verhouding staat tot de geleverde prestatie. Vraag altijd om een schriftelijke vastlegging van deze onderbouwing! In 2010 zijn nog steeds tussenpersonen betrapt op het niet melden van hun beloning in euro’s en ontbrak de onderbouwing van passende beloning. De wettelijke provisietransparantie geldt voor onafhankelijke tussenpersonen. Loop je een bankfiliaal binnen of doe je rechtstreeks zaken met een verzekeraar, dan zijn de regels ineens veel minder transparant. De sterke lobby van banken en verzekeraars bij de politiek hebben ze een oneerlijk concurrentievoordeel opgeleverd. En dat is niet in jouw belang!
Ook het verstrekken van een Dienstverleningsdocument is verplicht. In dit document word je, voordat een tussenpersoon voor je aan het werk gaat, op de hoogte gebracht wat die tussenpersoon ongeveer kost en wat je van hem/haar kunt verwachten. Dit document moet in het beginstadium van het gesprek worden overhandigd en besproken. De beloning van een tussenpersoon kan dus behoorlijk ingewikkeld zijn. Bedenk goed dat het hier wel om jouw geld gaat. En dat het om veel geld kan gaan laat ik je graag in het volgende voorbeeld zien. 12
Johan (34) en Carla (31) Laaglanden hebben zojuist hun eerste huis gekocht. Financieel adviseur Aad Fiseur verzorgt voor hen de volgende producten. Spaarhypotheek € 150.000 Aflossingsvrije hypotheek van € 100.000 Overlijdensrisicoverzekering van € 50.000 Een woonlastenpolis tegen koopsom Pensioenplannen, totaal € 125 per maand 2x uitvaartverzekering van € 10.000 Een compleet schadepakket (provisie eerste 5 jaar) Totale provisie
provisie: provisie: provisie: provisie: provisie: provisie: provisie:
€ € € € € € € €
3.000 1.000 600 500 1.800 800 900 8.600
Een professionele tussenpersoon is met bovenstaande klus ongeveer 50 arbeidsuren bezig. Zou je deze opdracht tegen uurtarief hebben aanvaard, dan was je investering maximaal € 6.250,- geweest. Er is dus wel ruimte om te onderhandelen. In de rekenvoorbeelden zijn wij steeds van gemiddelden uitgegaan. Bij grotere bedragen levert provisie automatisch meer op. Als je € 75,- per maand inlegt of € 150,- dan is dat toch niet veel extra werk voor de tussenpersoon? Toch krijgt de tussenpersoon in zo’n situatie het dubbele aan provisie!
Zeker bij grotere klussen is het aan te raden op basis van een uurtarief afspraken te maken. Bedenk dan wel dat je de advieskosten dan ook zelf moet betalen. Bij een hypotheek worden de advieskosten meegefinancierd in de hypotheek, maar bij pensioen of vermogensopbouw is dit niet mogelijk. Vaak kiezen consumenten daarom toch voor de directe provisie variant. Dat is natuurlijk geen probleem, maar controleer dan wel of de beloning passend is. Nogmaals; de onafhankelijk tussenpersoon is wettelijk verplicht dit inzicht te geven. Bij adviseurs van banken en verzekeraars is het niet mogelijk om op uurtarief te werken. Zij zijn door de wetgever vreemd genoeg ook vrijgesteld van het onderbouwen van een passende beloning. Een hypotheekadviseur van de bank verdient aan een hypotheek van € 400.000 ongeveer ca. € 5.000,-. Een tussenpersoon die op uurtarief werkt komt niet verder dan ca. € 3.500,-. Overigens is het, naast de advieskosten, minstens zo belangrijk om naar de kosten van de bank en verzekeraar zelf te kijken. Die kosten zijn vele malen hoger dan die van de adviseur. Een gemiddelde hypotheek kost je ca. € 3.000,- aan advieskosten. De geldverstrekker verdient aan diezelfde hypotheek ca. € 12.500,- PER JAAR! 13
4.0
Het beleggingsrisicoprofiel
Je hebt nu alle basisinformatie om Financieel Slim In 6 stappen te worden. Je kent de functies van verzekeraars, banken, pensioenfondsen en tussenpersonen. Je weet hoe je moet onderhandelen met je tussenpersoon en wat hij/zij aan je verdient en je hebt al de eerste tips gehad om honderden euro‟s te besparen. Je bent helemaal klaar om op de eurocity te stappen naar je eerste bestemming. Voordat we op de eurocity stappen, moet je nog één ding doen. Je moet een beleggingsrisicoprofiel invullen. Dit profiel wordt gebruikt om te kunnen inschatten hoeveel risico jij wil nemen in de opbouw van je vermogen. Wil je dus met een boemeltreintje of met de TGV naar je einddoel reizen. De motivatie achter dit profiel is dat in het verleden mensen producten hebben aangeschaft waarop later grote bedragen werden verloren op de beurs. De klanten dachten echter dat ze aan het sparen waren in die producten. Door een beleggingsrisicoprofiel in te vullen weet een adviseur nauwkeurig welke producten hij/zij wel of niet mag aanbieden. De basis van jouw financieel plan is weten hoeveel risico je als klant wil lopen. Dat bepaal je aan de hand van het beleggingsrisicoprofiel. Het beleggingsrisicoprofiel geeft je dus inzicht in je bereidheid om risico‟s te nemen bij het opbouwen van vermogen. In de beleggingswereld geldt dat hoe meer risico je neemt hoe hoger het rendement KAN worden. Vul het beleggingsrisicoprofiel op de volgende bladzijde voor één of twee personen in om je/jullie profiel te bepalen. Het hier opgenomen profiel is een eenvoudig profiel. Een tussenpersoon zal, afhankelijk van het gewenste doel, een uitgebreidere vragenlijst hebben om je exacte profiel te bepalen.
14
Geef steeds een waardering van 1 tot 10 (1 = absoluut niet en 10 = absoluut wel) en tel de uitkomsten bij elkaar op. Kijk vervolgens bij de puntenscore wat voor beleggingsrisicoprofiel jij hebt.
Nr 1
Nr 2
Heb je ervaring/kennis met beleggen?----------------------------------------
____
____
Heb je kennis van spaar- of levensverzekeringen?------------------------
____
____
Kun je leven met financiële risico‟s?-------------------------------------------
____
____
Ben je bereid je uitgaven aan te passen bij financiële tegenvallers?--
____
____
Ben je op de hoogte van ontwikkelingen op de financiële markten?---
____
____
Ben je bereid kosten te betalen voor tussentijdse opnames?------------ ____
____
Wat is je bruto gezinsinkomen (1 punt per € 10.000 inkomen)?--------- ____
____
Wacht je rustig af als je beleggingen ineens in elkaar storten? --------- ____
____
Neem je graag maximaal risico voor een maximaal rendement?-------
____
____
Welk gemiddeld rendement wil je behalen? |1=3,0% | 2=3,5% | 3=4,0%|--------
____
____
|4=5,0% | 5=5,5% | 6=6,5% | 7=7,5% | 8=8,5% | 9=10,0% | 10=12,0%|
TOTAAL 0-20 pnt.: zeer defensief
20-40 pnt.: defensief
40-60 pnt.: neutraal
60-80 pnt.: offensief
____ ____ 80-100 pnt.: zeer offensief
Alle voorbereidingen zijn nu getroffen om snel en veilig met de eurocity door de 6 stappen te reizen. De 6 stappen zijn: 1. Verzekeringen 2. Geld voor de korte termijn 3. Geld voor de middellange termijn
4. Geld voor de lange termijn 5. Hypotheken 6. Belastingen
Je gaat lezen wat je wel en niet moet verzekeren. Je leert hoe je honderden euro‟s kunt besparen. Je hoort hoe je slimme beleggingsbeslissingen kunt nemen en je ziet hoe je het met je belastingen moet aanpakken. We gaan nu echt vertrekken.
15
STAP 1: Verzekeringen Je bent aangekomen bij Stap 1, het station verzekeringen. In dit onderdeel behandel ik de belangrijkste verzekeringen. Ik laat je ook zien hoe je duizenden euro‟s kunt besparen en te grote risico‟s vermijdt. 1. Zorgverzekering Deze verzekering zorgt ervoor dat als je dokters- tandarts- ziekenhuis- en andere medische kosten hebt, deze geheel of grotendeels door de verzekering worden vergoed. Het spreekt voor zich dat dit een zeer noodzakelijke verzekering is. Een opname in het ziekenhuis bijvoorbeeld kunnen de meeste mensen absoluut niet betalen. Tussenpersonen bieden deze verzekeringen nauwelijks aan omdat verzekeraars er nauwelijks provisie op betalen en het veel tijd kost om te vergelijken. En dat is jammer, want slechts weinig consumenten zijn bereid om elk jaar uren tijd te investeren in een degelijke analyse. Toch zijn er grote prijsverschillen. De consumentenbond biedt gelukkig elk jaar een goede internetvergelijker aan, waardoor steeds meer mensen ontdekken dat tijdig overstappen enkele honderden euro‟s per jaar aan premie kan schelen. 2. Inboedel & AansprakelijkheidsVerzekering Particulieren (AVP) Met de inboedelverzekering bescherm je jouw bezittingen tegen diefstal, brand en andere invloeden van buitenaf. Er zijn productverschillen tussen verzekeraars onderling en elke verzekeraar kent ook weer verschillende dekkingsvormen voor het eigen product. Dat is best raar want de premieverschillen zijn zo klein dat je er beter aan doet te kiezen voor de meest uitgebreide dekking. Kies een inboedelverzekering met een garantie tegen onderverzekering. Als je deze garantie niet hebt kun je bij een schade bedrogen uitkomen. Als je voor € 50.000,- spullen in huis hebt en je bent maar voor € 25.000 verzekerd, wordt maar 50% van je schade uitgekeerd, ook bij een schade van bijv. € 3.000,-! Om onderverzekering te voorkomen vul je een zogenaamde inboedelwaardemeter in. De waardemeter bepaalt het te verzekeren bedrag en is vijf jaar geldig. Als je een huurhuis hebt en je hebt toestemming gehad om de keuken of badkamer naar eigen inzicht te verbeteren, kun je via de inboedelverzekering ook deze zaken extra meeverzekeren.
16
Belangrijk aandachtspunt is de glasverzekering. Deze verzekering wordt bij huurhuizen vaak collectief geregeld door de verhuurder. Bij een eigen huis moet je hier zelf voor zorgen. Als huurder is het verstandig om precies na te gaan wat er wel en niet onder de dekking van die verzekering valt. Een afwijkend raampje van dubbelglas in de voordeur kan een vervelende kostenpost opleveren. Let er goed op dat je niet automatisch allemaal speciale rubrieken verzekert voor bijvoorbeeld sieraden, antiek, verzamelingen, audio enz. In de uitgebreide verzekeringen worden deze onderdelen vaak al tot een bepaald bedrag meeverzekerd. De speciale rubrieken kosten een stuk meer en je moet de verzekerde objecten gedetailleerd vastleggen. De aansprakelijkheidsverzekering (AVP) is bedoeld om schade die je toebrengt aan anderen te verzekeren. Je stoot bijvoorbeeld op visite een dure vaas van tafel. Je kunt deze verzekering afsluiten als alleenstaande of voor het gezin. Er bestaan ook hier weer verschillende dekkingen, waarbij o.a. het verzekerde bedrag verschilt. Maar ook hier geldt, net als bij de inboedelverzekering, dat de verschillen in premies zeer klein zijn. Zuinigheid is in dit geval een slechte raadgever. 3. Rechtsbijstandverzekering Deze verzekering dekt de kosten van een advocaat die je wilt inschakelen als je in conflict bent met iemand. Dat kan een leverancier zijn, een buurman of je werkgever. In een wereld waar steeds meer schade wordt geclaimd, banen niet meer voor het leven zijn en advocaten tarieven vragen die beginnen bij € 150,00 per uur ex. BTW en kantooropslagen, neemt deze verzekering steeds meer in belang toe. Wat mij betreft hoort deze verzekering bij je basispakket. Let er op dat alle vormen zijn meeverzekerd, zoals echtscheiding, ontslag, beleggingsadvies etc. 4. Uitvaartverzekering Uitvaartkosten zijn de laatste jaren enorm gestegen. Een goed verzorgde begrafenis kost tegenwoordig al gauw € 10.000,- (crematie € 7.000). En met zulke kosten wil je je nabestaanden niet opzadelen. Hou er wel rekening mee dat uitvaartverzekeringen productinhoudelijk sterk kunnen verschillen. Denk hierbij aan zaken als kinderdekking, uitkeringsvorm, medische waarborgen en nazorg
17
Ik heb veel uitvaartverzekeringen vergeleken en ontdekte dat hoe korter de premielooptijd is hoe goedkoper een uitvaartverzekering wordt. En dat scheelt enorm in de kosten! Een voorbeeld is hier op zijn plaats. Als je bij verzekeraar Monuta als 30 jarige man een uitvaartverzekering sluit voor € 10.000,- gelden de volgende premies: premie tot.premie e Betalen tot je 85 jaar (premielooptijd 55 jaar) € 14,67/mnd € 9.682,20 e Betalen tot je 50 jaar (premielooptijd 20 jaar) € 23,47/mnd € 5.632,80 Je krijgt in beide gevallen vanaf de eerste dag een gegarandeerde uitkering bij overlijden van € 10.000,-. Het enige verschil is de premielooptijd. Bij ‘tot.premie’ staat het bedrag dat je over de totale looptijd aan premie betaalt. Als je bereid bent om € 8,80 per maand meer te betalen, bespaar je aan premie uiteindelijk € 4.049,40….. PER VERZEKERDE!!!!
Hierdoor kun je dus daadwerkelijk duizenden euro‟s besparen! En wees eens eerlijk. Heb jij die uitvaartverzekering genomen die zo lekker goedkoop was? Ik zou eens naar de premieduur kijken. 5. Woonhuisverzekering Wanneer je een huis hebt gekocht, moet je ook het fysieke huis zelf verzekeren tegen brand, storm etc. Deze verzekering zorgt ervoor dat van buiten komend onheil, dat schade toebrengt aan de woning, is verzekerd. Ook hier geldt weer; bezuinig niet op een uitgeklede polis. Een uitgebreidere dekking kost relatief weinig meer en biedt een veel betere dekking en vaak lager eigen risico. Zoals de inboedelverzekering een inboedelwaardemeter kent, kent de woonhuisverzekering de herbouwwaardemeter. Vaak wordt ook gevraagd of de fundering van het huis moet worden meeverzekerd. Bij totaalverlies blijft de fundering van het huis over het algemeen redelijk intact. Denk er alleen aan dat bij herbouw misschien wel andere eisen worden gesteld aan de fundering. Hoe ouder de woning, hoe groter de kans dat dit het geval is. Onder de inboedelverzekering heb ik er al iets over gezegd; de glasverzekering. Als huiseigenaar moet je dit zelf verzekeren. Dat kan standaard in de woonhuisverzekering worden opgenomen.
18
6. Autoverzekering Als je een auto bezit moet je die ook verzekeren. Dat kun je in drie vormen doen. De WA, De WA Beperkt Casco en de WA Volledig Casco (All Risks). -
-
WA betekent dat alleen schade aan de tegenpartij is gedekt. Bij WA Beperkt Casco wordt naast de WA verzekering ook schade aan je eigen auto gedekt voor zover dit brand, diefstal, ruitbreuk en nog wat andere oorzaken betreft. Schade door een verkeersongeval is niet gedekt. WA Volledig Casco (ook wel All Risks genoemd) vergoedt schade aan anderen en alle schade aan het eigen voertuig.
Let bij het afsluiten van een autoverzekering goed op de volgende punten. -
-
-
-
-
-
Auto‟s worden altijd tegen dagwaarde verzekerd. Het heeft dus niet zo‟n zin om je oude auto nog All Risks te verzekeren. Let hier op, want verzekeraars wijzen je hier veel te weinig op. Een goede tussenpersoon houdt dit voor je bij. Sommige verzekeringen kennen een nieuwwaarde- of aanschafgarantie. De verzekering keert dan gedurende een eerste periode van bijvoorbeeld drie jaar de aanschafwaarde van de auto uit. Voor de inzittenden in je auto kun je een Ongevallen Inzittenden Verzekering afsluiten. Deze verzekering biedt dekking voor invaliditeit of overlijden van passagiers bij een ongeval. Er is ook een passagiersdekking die alle kosten dekt van een inzittende bij een ongeval. De Schade Inzittenden Verzekering. Dit is eigenlijk een veel betere en uitgebreidere dekking dan de ongevallen inzittenden verzekering en kost enkele euro‟s per maand meer. Passagiers zijn tot € 1.000.000,- verzekerd tegen vrijwel alle schade die zij leiden, ook schade van eigendommen. Vaak kun je met het verhogen van het eigen risico bij schade de premie laten verlagen. Het aantal schadevrije jaren dat je hebt gereden bepaalt de korting die je krijgt op een autoverzekering. Dit kan wel oplopen tot 80%. Deze opgebouwde bonus kun je ook weer verzekeren via een no-claimbeschermer, waardoor bij schade niet direct je premie wordt verhoogd. Deze no-claimbeschermer wordt momenteel weer door verzekeraars afgeschaft. De premie inkomsten wegen niet op tegen de kosten. Je kunt tenslotte ook een autorechtsbijstandverzekering sluiten voor advocaatkosten bij een conflict met iemand waarmee je een aanrijding hebt gehad. Let wel goed op of deze dekking niet al in je aparte Rechtsbijstandverzekering zit.
19
7. Overlijdensrisicoverzekering Deze verzekering lijkt op de uitvaartverzekering, maar er is een belangrijk verschil. Een uitvaartverzekering keert gegarandeerd uit bij overlijden, omdat van dat geld de uitvaart moet worden betaald. Een overlijdensrisicoverzekering e keert alleen uit als binnen een bepaalde periode (bijv. tot het 65 levensjaar) iemand komt te overlijden. Deze verzekering wordt vooral gebruikt voor situaties waarbij een partner overlijdt en er te weinig nabestaandenpensioen is. Of om de hypotheek af te lossen. Of zodat er extra geld vrijkomt waardoor de achterblijvende partner in het huurhuis kan blijven wonen, etc. De laatste jaren zijn overlijdensrisicoverzekeringen enorm in prijs gedaald. Tot wel 40% lager. En overlijdensverzekeringen zitten overal in. In een hypotheek, in een pensioenplan, in een kinderspaarplan en in een lening. In veel gevallen kun je de overlijdensrisicoverzekering in deze producten vervangen voor goedkopere en ook weer honderden euro’s aan premie besparen. Ik heb nog regelmatig zaken waarin de totale besparing op premie zelfs in de vele duizenden euro’s loopt.
Hiermee zijn de belangrijkste schadeverzekeringen behandeld. Naast de hier genoemde verzekeringen, zijn er nog tal van andere verzekeringen. Zo is er bijvoorbeeld de fietsverzekering, de brommerverzekering, de ongevallenverzekering, de doorlopende reisverzekering, de luxe goederen verzekering, de ziektekostenverzekering voor dieren, de parachuteverzekering en nog vele, vele andere verzekeringen. Zorg dat je voor de belangrijkste schadeverzekeringen kiest voor de beste dekking. Voor alle andere verzekering geldt: Neem ze alleen als je de premie goed kunt betalen en overtuigd bent van de toegevoegde waarde. Verzeker alleen dat wat je bij verlies of schade financieel gezien niet makkelijk kunt vervangen. Let extra scherp op de voorwaarden voor uitkering. Internetverzekeren Verzekeringen afsluiten via het internet is sterk in opkomst. In Engeland wordt al bijna de helft van alle autoverzekeringen via internet afgesloten. Maar wanneer kies je nu voor een tussenpersoon en wanneer voor internet? Deze vraag kun je zelf het beste beantwoorden. Zelf een verzekering sluiten via internet betekent dat je zelf verantwoordelijk bent voor eventuele fouten of ontbrekende dekkingen, zelf wijzigingen moet doorgeven en zelf controleert of die 20
aanbieder het jaar daarop nog steeds de goedkoopste is. Eventuele schadeafwikkeling moet je zelf regelen en belangrijke wijzigingen in wetgeving, fiscaliteiten of product moet je ook zelf bijhouden. Als je het prettig en leuk vindt om alles zelf te regelen en zelf de verantwoordelijkheid wil nemen voor de te kiezen dekkingen, is internet een prima alternatief voor de tussenpersoon. De tussenpersoon levert toegevoegde waarde omdat hij/zij gespecialiseerd is in het vak en weet waar je de beste dekking voor de beste prijs kunt krijgen. Een tussenpersoon signaleert trends, wijst je op ontbrekende of dubbele dekkingen en helpt je met de schadeafwikkeling. Althans, een goede tussenpersoon wel! En het mooie is dat je daar als klant niets extra‟s voor betaalt. Meestal vindt de tussenpersoon een verzekering voor je die net zo goedkoop is als een internetverzekering. Contractstermijnen Verzekeringen werden vaak voor een vaste periode van 3 of 5 jaar gesloten. Je kreeg dan een extra premiekorting. Als je diverse verzekeringen bij dezelfde verzekeraar onderbrengt, kun je ook nog een pakketkorting krijgen. Zeg je niet tijdig op dan zit je steeds voor periodes van 3 of 5 jaar weer aan je verzekeringen vast. Sinds 2010 is er nieuwe wetgeving voor contractstermijnen van verzekeringen. Na de eerste vaste termijn (waar je uitdrukkelijk toestemming voor moet geven) van bijvoorbeeld 5 jaar, mogen contracten niet meer automatisch worden verlengd met eenzelfde periode. Na die eerste vaste periode van bijvoorbeeld 5 jaar kun je de verzekering automatisch per dag opzeggen met een opzegtermijn van één maand. De trend op dit moment is dat schadeverzekeringen zo makkelijk mogelijk opgezegd moeten kunnen worden. Dat zie je in steeds meer producten terug.
Hiermee is het „station‟ Verzekeringen verkend. De belangrijkste verzekeringen en aandachtspunten heb ik met je doorgenomen. Als je deze aandachtspunten gebruikt in de selectie van je verzekeringen, ben ik er van overtuigd dat je al een fors bedrag kunt besparen. De eerstvolgende bestemming van de eurocity is het station “geld voor de korte termijn”. Hierbij ga je ontdekken hoe je jouw financiële doelen op korte termijn kunt realiseren.
21
STAP 2: Geld voor de korte termijn Welkom bij de volgende stap. Je weet nu hoe je jezelf goed kunt beschermen tegen onverwachte gebeurtenissen die je financieel zelf niet wil dragen. Je hebt de eerste honderden, misschien wel duizenden euro‟s bespaard. En we zijn net onderweg met de eurocity! De volgende stap is het opbouwen van vermogen. Want wie niet vooruit denkt zal altijd achter de feiten aanlopen. Een goede planning en het stellen van concrete doelen zorgen er voor dat je financiële rust krijgt. Vaak besteden mensen veel geld aan loterijkaartjes. Die laten hun financiële leven afhangen van het lot. Wist je dat de kans op het winnen van de hoofdprijs in de Staatsloterij 100x kleiner is dan doodgaan door een auto ongeval? Je kunt maar beter een doordacht financieel plan voor je zelf maken. En ik laat je zien dat dit helemaal niet moeilijk is. Stel eerst doelen In STAP 2 van Financieel Slim In 6 Stappen kijken we naar de korte termijn vermogensplanning. Welke grotere uitgaven verwacht jij in de komende 7 tot 10 jaar? Vul ze hieronder in. De genoemde posten hoef je niet verplicht te kiezen. Vakantiekosten eerste 7 jaar (na aftrek vakantiegeld) Andere auto Eerste bedrag sparen voor aankoop huis/eigen zaak Sparen voor kinderkamer(s) Kosten voor je speciale studie Kosten trouw- of verlovingsfeest Kosten inrichting van je nieuwe woonruimte ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________ TOTAAL
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
Totaal bedrag delen door 105* = Spaarbedrag per maand = €____________ * De factor 105 is gebaseerd op een looptijd van 8 jaar en 2% rente
22
De uitkomst is het bedrag dat je elke maand VAST opzij moet zetten om je korte termijn doelen te realiseren. Hoe eerlijker je dit doet, hoe groter de kans dat jij zal slagen in het bereiken van je korte termijn doelen. Je zult merken dat de bedragen vrij fors kunnen zijn. En dat is nu precies de reden waarom mensen zo snel in schulden wegzakken! Ze hebben zich niet voorbereid! Nu kan het zijn dat je zegt; Wat!, moet ik dat elke maand opzij leggen? Maar zoveel verdien ik niet. Al mijn geld gaat al op. Ik ken echter mensen met een bijstandsuitkering die tweehonderd euro per maand sparen. Voor veel mensen geldt, dat ze zo duur leven, dat ze altijd met financiële problemen zullen worstelen. Hoe eerder jij je levensstandaard vereenvoudigd, hoe sneller je financieel slim wordt! Vermogen opbouwen heeft veel met ritme te maken. Zorg dat je aan het begin van de maand AUTOMATISCH een bedrag laat overboeken naar een aparte renterekening!!! Hoe sneller je in het ritme komt, hoe beter. Nu kan het zijn dat jij liever je geld uitgeeft aan shoppen, bier, stappen, kleding of andere leuke dingen. Dat heb je namelijk ook zo geleerd van mensen die arm zijn en vaak geldproblemen hebben! Financieel slimme mensen spelen het geldspel slim en sparen ALTIJD een deel van hun inkomen, hoe klein ook. Word financieel slim en dwing je zelf er toe om je financiële plan de hoogste prioriteit te geven. Er blijft echt nog wel geld over voor leuke dingen. Sparen bij Banken en andere instellingen Het geld dat je opzij zet kun je natuurlijk in een oude sok stoppen, maar dan wordt je geld door de inflatie alleen maar minder waard. Voor de korte termijn neem je grote risico‟s als je geld via beleggingen wil laten groeien. Kies daarom voor een renterekening. Bij een bank krijg je rente over je spaargeld. De grotere banken blinken niet uit in hoge rentes (afgezien van tijdelijke acties). Kies daarom wijs en werk zoveel mogelijk met een internetrenterekening. Dat levert een hogere rente op en je kunt je saldo snel en makkelijk overboeken naar een andere bank als de rente daar structureel beter is. Naast de traditionele banken zijn er meer instellingen die renterekeningen aanbieden. Je hebt bijvoorbeeld buitenlandse banken zoals Argenta (België) die in Nederland opereren. 23
Argenta biedt al jaren een betere rente aan dan de grootbanken. Maar ook banken uit andere landen willen graag een stukje van de taart van de spaarzame Nederlander. Doe alleen zaken met instellingen die de Nederlandse deposito garantieregeling kennen. Je spaargeld is dan beschermd tegen een faillissement van de bank. Als je denkt dat het allemaal wel meevalt met die risico‟s, Google dan eens op IceSave Bank. Andere voorbeelden van partijen die goede spaarrekeningen aanbieden zijn NIBC, Loyalis (van ABP) en ook sommige verzekeraars. Een goede website om actuele spaarrentes te vinden is www.e-rente.nl. Op die website kun je ook lid worden van de rente-alarm nieuwsbrief, zodat je via e-mail op de hoogte wordt gehouden van belangrijke wijzigingen. Wees extra alert bij grote campagnes van aanbieders van renterekeningen om tegen interessante rentes je spaargeld bij hen onder te brengen. Daar zit altijd dezelfde strategie achter. Zoveel mogelijk nieuwe klanten aantrekken om vervolgens de rente weer te laten zakken. Vermijd het om je spaargeld bij dezelfde bank onder te brengen als waar je hypotheek of krediet loopt. Bij een faillissement van een bank kan je spaargeld worden verrekend met je hypotheek of krediet, waardoor je spaargeld voor bijvoorbeeld je vakantie of auto ineens weg is.
De Spaarloonregeling Het beste rendement bereik je met de spaarloonregeling. Jammer genoeg mag je daar slechts € 51- per maand mee sparen en moet je werkgever deze regeling aanbieden. Van je brutoloon gaat een bedrag van € 51,- per maand naar een geblokkeerde spaarrekening. Nadat het geld daar 4 jaar heeft vastgestaan, ontvang je het geld netto op je eigen spaarrekening. Van bruto naar netto komt neer op een voordeel van ongeveer 40%. Oftewel een rente van ca. 10% per jaar. Zeker met de huidige lage rentestanden is dat een prettig rendement. We vertrekken weer naar het volgende station. Geld voor de middellange termijn.
24
STAP 3: Geld voor de middellange termijn Okay, je weet nu hoe je je verzekeringen moet regelen en je kunt een financieel plan maken voor de eerste ca. 10 jaar. De eurocity dendert direct door naar het volgende station, geld voor de middellange termijn (15 jaar en langer). Je bent nu klaar voor het grotere werk. Ook hier begin je natuurlijk weer met doelen stellen. Bij deze doelen gaat het vaak om grotere bedragen. Vul voor jezelf maar eens het onderstaand lijstje in. De voorbeelden zijn ter inspiratie en hoef je niet persé te kiezen. Studiekosten kinderen (€ 15.000 per kind) Aanbetaling koopwoning (15% van de koopprijs) Studie voor een carrière switch (€ 10.000) Startkosten eigen bedrijf Sabbatical of wereldreis Cosmetische ingrepen Inventaris woning upgraden Kapitaal voor meerdere investeringen Extra aflossing op de hypotheek ___________________________________ ___________________________________ TOTAAL
€___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________ €___________
Totaal bedrag delen door 295* = Spaarbedrag per maand = € ___________ * De factor 295 is gebaseerd op een looptijd van 20 jaar en 2% rente
Deel de totaaluitkomst met 295 en je weet wat je ongeveer per maand apart moet zetten om je middellange termijn doelen te behalen. Je zult zien dat er ook hier grote bedragen uitrollen. Juist omdat vrijwel niemand met een plan werkt, wordt dit geld uiteindelijk grotendeels geleend of de doelen worden nooit bereikt. Banken spinnen goed garen door onze onwil om met een plan te werken. Niet jij maar zij worden schathemeltje rijk van rente op leningen die ze aan jou verkopen. Op de volgende bladzijde hoop ik je ogen hiervoor te openen.
25
Banken kunnen vrijwel zonder kosten geld creëren en dat aan jou uitlenen tegen een rente van 10% of meer. Laten we eens zeggen dat banken het geld inkopen tegen 2% rente (spaarrente op een spaarrekening). Als ze jou 10% rente berekenen, maken ze 8% winst (over woekerwinsten gesproken). Als jij € 10.000,leent en je betaalt dit na 10 jaar terug, dan heeft de bank € 8.000,- aan rente verdiend. En dat allemaal omdat jij geen plan wil maken! Weet je ook direct waar ze die bankenbonussen allemaal van kunnen betalen. Omdat middellange termijnplanning om grotere bedragen en langere termijnen gaat, speel je nu een ander geldspel dan bij de korte termijnplanning. Je speelt nu het spel van rendement behalen. Stel je voor dat je over 20 jaar € 100.000,- wil hebben. Zonder rente moet je dan elke maand € 417,- opzij leggen om dit te bereiken. Krijg je echter een rente van 2% dan heb je nog maar € 339,- per maand nodig. Bij 5% is dit nog maar € 242,00 per maand. Je kunt het ook zo zien. Als je in 20 jaar en bij een rendement van 2% € 100.000,- bij elkaar wil sparen, ben je € 339,- per maand kwijt. Als je het via lenen doet ben je gedurende 20 jaar € 899,- per maand kwijt. De bank verdient aan die lening € 134.400,-.
Rendement kun je op verschillende manieren behalen. Hier de meest gangbare. Rendementsvorm Sparen bij een bank (renterekening) Staatsobligatiefonds Mixfonds aandelen Aandelenfonds grote en bekende bedrijven Aandelenfonds bedrijven groeiende landen
Gem. rente 3% 5% 7% 8% 10%
Variatie nvt nvt - 30% + - 40% + - 60% +
BP* ZD D N O ZO
* ZD = zeer defensief D = Defensief N = Neutraal O = Offensief ZO = Zeer Offensief Zoek je beleggingsprofiel (BP) op bij het resultaat van je eigen profiel op bladzijde 18
Zoals je kunt zien zijn er grote verschillen in rendement. Als je gedurende 15 jaar € 100,- per maand tegen 3% rendement kunt wegzetten, heb je na 15 jaar een kapitaal van € 22.750,-. Weet je echter 10% rendement per jaar te realiseren dan is diezelfde € 100,- ineens aangegroeid tot € 41.800,-. De tabel „variatie‟ geeft aan dat het risico ook veel groter is. Daarover later meer. 26
Toelichting Rendementsvormen: Staatsobligatie is een lening aan een staat, waarbij je gedurende een vaste termijn, bijvoorbeeld 10 jaar, een vaste rente krijgt. Leningen aan de staat zijn minder risicovol dan aan een bedrijf, want een bedrijf kan failliet gaan. Bij een obligatiefonds krijg je het rendement van een mandje van verschillende obligaties. Mixfonds is een combinatie van fondsen in aandelen, grondstoffen, obligaties en onroerend goed. De samenstelling van die fondsen verschilt per aanbieder. Het rendement verschilt per soort fonds. Aandelenfonds zijn aandelen in diverse bedrijven. Het rendement bestaat uit een winstuitkering op het aandeel (dividend) plus een eventuele koersstijging. Soms richten aandelenfondsen zich op bepaalde branches, soms op bepaalde landen. Er zijn ook allerlei mengvormen. Groeiende landen zijn landen die economisch sterk groeien en dus ook hoge winsten kunnen behalen. Denk hierbij aan landen als China, India en Zuid Afrika.
De rendementspercentages in de tabel geven een gemiddeld beeld van de rendementen die je kunt behalen. Een belangrijke aanvulling is de variatietabel. Deze geeft aan in hoeverre je vermogen naar boven of naar beneden kan uitslaan in een bepaald fonds. Met andere woorden; bij het hoogste rendement kan je vermogen in een periode van bijvoorbeeld een jaar groeien of krimpen met 60%. In 2005 was er in Nederland een gemiddeld beleggingsresultaat in aandelen (AEX) van + 26% maar in 2008 was dit -/- 53%! De schommelingen zijn het gevolg van ontwikkelingen in de economie. Bij een slechte economie ga je in de min en bij een goede economie ga je in de plus. Het probleem is echter dat dit heel moeilijk te voorspellen is. Dankzij die schommelingen is de beleggingsspecialist ontstaan. Bij een renterekening is dit risico niet aanwezig. De rente schommelt natuurlijk wel mee met de economie maar je vermogen wordt niet minder waard. Bij obligaties ontvang je ook een gegarandeerde rente maar bij bepaalde obligatiefondsen kan wel een negatief rendement ontstaan als bedrijven massaal failliet gaan. Er is daar dus wel een zeker risico, afhankelijk van het obligatiefonds dat je kiest. Staatsobligaties van economisch sterke landen in euro‟s zijn dan het veiligst.
27
Er bestaat al enkele jaren het zogenaamde GorillaFonds. Dierenverzorgers laten een gorilla onder de naam Jacko elke maand uit 75 bananen er tien opeten. Alle 75 bananen staan voor een bepaald aandelenfonds op de AEX beurs. Van de bananen die Jacko opeet worden fondsen aangekocht. Jacko heeft inmiddels voor het 10e jaar op rij een beter rendement behaald dan de meeste beursspecialisten die jaarlijks hele vette bonussen opstrijken. Dan sta je als beleggingsspecialist toch mooi voor aap!
Met je eigen beleggingsprofiel (bladzijde 19) kun je nu vaststellen welk rendement jij kunt behalen op basis van het risico dat jij wil lopen. Natuurlijk mag je afwijken van je profiel, als je je maar bewust bent van de risico‟s en mogelijke gevolgen. Hoe meer risico je neemt hoe sterker de volgende beleggingswijsheid opgaat. Verkoop bij hoge koersen en koop bij lage koersen. Dit vereist een hele specifieke discipline. Je bent namenlijk ook emotioneel betrokken bij beleggingsbeslissingen omdat het om je eigen verdiende geld gaat. Meestal gaat het daardoor fout. Nu je weet hoe de rendementsverschillen liggen, moet je een keuze maken uit de verschillende producten in de markt. Het gaat in grote lijnen om de volgende mogelijkheden: 1. Renterekeningen (reeds behandeld in STAP 2) 2. Beleggingsrekeningen 3. Beleggingsverzekeringen Beleggingsrekeningen Je kunt bij diverse instellingen (banken, verzekeraars, vermogensbeheerders, tussenpersonen etc.) allerlei beleggingsrekeningen openen. Je maakt daar een keuze uit bedrijven of fondsen waarin je wil beleggen. Meestal wordt geadviseerd niet in één bepaald bedrijf te investeren maar in fondsen. In fondsen spreid je namelijk je beleggingen over een groot aantal bedrijven, waardoor je je risico spreidt. Dit kunnen bijvoorbeeld rentefondsen, obligatiefondsen, mixfondsen en aandelenfondsen zijn. Veel partijen werken ook met zogenaamde modelportefeuilles. Afhankelijk van je risicoprofiel is al automatisch een samenstelling van fondsen gemaakt die past bij het risico dat je wilt lopen. Bijvoorbeeld 20% obligaties, 30% mix en 50% aandelen.
28
Bij je eigen bank of verzekeraar kun je ook een beleggingsrekening openen. Let er alleen op dat deze partijen een vrij beperkt assortiment kunnen hebben. Banken promoten ook heel sterk hun eigen fondsen omdat ze daar meer op verdienen. Bij bijvoorbeeld www.alex.nl kun je een beleggingsrekening openen waar veel lagere kosten in zitten dan bij een bank en heb je veel meer fondskeuzes. Bij Brand New Day kun je beleggingsrekeningen openen die ook gebruikt kunnen worden voor opbouw van vermogen voor pensioen en hypotheek. Hier gelden speciale fiscale regels voor. Als je het pad van beleggen inslaat, moet je in ieder geval de website www.morningstar.nl in je favorieten opslaan. Deze website geeft je van alle geregistreerde fondsen gedetailleerde informatie over rendement, risico, samenstelling fondsen en historische cijfers. Zo krijg je ook een beeld of een fonds belegt in bijvoorbeeld speciale regio‟s in de wereld of juist in speciale branches, zoals olie, financiële instellingen etc. Tot zover de beleggingsrekening. Je weet nu dus hoe je vermogen kunt opbouwen via een renterekening en een beleggingsrekening. Binnen de beleggingsrekening kies je welk risico je wil lopen. Zoals hiervoor geschetst is er nog een derde mogelijkheid. De beleggingsverzekering. Die leg ik hieronder uit. Beleggingsverzekeringen De basis van een beleggingsverzekering is een beleggingsrekening. Grote verzekeraars hebben hiervoor (net als banken) eigen fondsen samengesteld in diverse risicoklasses. Het verschil tussen een beleggingsrekening en een beleggingsverzekering is dat er verzekeringen en speciale regelingen (clausules) aan de beleggingsrekening worden toegevoegd. De meest voorkomende zijn: 1. Garantieregeling 2. Overlijdensrisicoverzekering 3. Spaarloonregeling 4. Lijfrenteclausule (wordt behandeld in STAP 4, pensioen) 5. Kapitaal Eigen Woning (wordt behandeld in STAP 5, hypotheek)
29
1. Garantieregeling De combinatie beleggingsrekening met een garantieregeling is interessant voor mensen met een zeer defensief, defensief of neutraal beleggingsprofiel. De garantieopbrengst ligt meestal op het niveau van je ingelegde geld. Enkele producten bieden zelfs een garantie die vergelijkbaar is met een renterekening bij een bank. Zo is je belegging beschermd tegen onverwacht sterke dalingen op de beurs. Het maximale rendement van een garantieproduct kan echter fors hoger liggen dan de rente op een renterekening omdat je wel belegt. Een ander soort garantieproduct is de traditionele levensverzekering. Ze worden ook wel spaarverzekeringen genoemd. Op basis van je premieinleg, alle kosten en een vaste rente-opslag wordt van te voren bepaald welk bedrag op einddatum wordt uitgekeerd. Daar bovenop kun je jaarlijks nog wat extra rente van die verzekeraar ontvangen op basis van een rentewinst. In deze verzekering is bijna altijd een overlijdensrisicoverzekering ingebouwd. Let er wel op dat de meeste garantieregelingen pas op einddatum gelden. Stop je tussentijds met zo‟n beleggingsverzekering met garantie, dan geldt de actuele waarde van dat moment. En die kan wel degelijk lager liggen dan je ingelegde geld tot dat moment. 2. Overlijdensrisicoverzekering Dit is een populaire toevoeging aan een beleggingsrekening, vaak ook in combinatie met een garantieregeling. Het komt er op neer dat wanneer je komt te overlijden voordat de polistermijn is verstreken, je een bepaalde overlijdensuitkering krijgt. Een voorbeeld; Theo heeft een beleggingsverzekering met garantieregeling en overlijdensrisicoverzekering afgesloten met een totale looptijd van 20 jaar. De garantieopbrengst is € 24.000,-. De verwachte opbrengst (op basis van het beleggingsfonds) is € 48.000,- Echter komt Theo te overlijden voordat de 20 jaar is verstreken, dan keert de polis bijvoorbeeld € 80.000,- uit. Deze combinatie is vooral handig als je wil dat er extra geld is voor de nabestaanden als je onverwacht komt te overlijden.
30
Dit extra bedrag kan dan vrij besteed worden aan bijvoorbeeld zaken die met een dubbel inkomen goed waren te betalen, maar met een enkel inkomen niet meer. Denk hierbij aan kinderkosten, opvangkosten, kosten van de woning, vakanties etc. Woekerpolis! Veel beleggingsverzekeringen blijken woekerpolissen te zijn. Dat komt door een aantal zaken. Allereerst blijkt de vaak ingebouwde overlijdensrisicoverzekering en/of garantieregeling erg duur te zijn. Omdat de premie van de overlijdensrisicoverzekering uit de inleg werd betaald, bleef er vaak maar weinig over om mee te kunnen beleggen. Een andere belangrijke oorzaak zijn de zeer hoge kosten van verzekeraars in deze producten. Onderzoek heeft aangetoond dat tot wel 80% van het rendement dat werd gemaakt verdween in de zakken van de verzekeraars. Nu de rookwolken rondom de woekerpolis zijn opgetrokken is duidelijk dat de traditionele beleggingsverzekering niet meer levensvatbaar is. De beleggingsrekening neemt de markt van beleggingsverzekeringen over. Aanvullende verzekeringen worden los gesloten. De focus van aanbieders heeft zich duidelijk verlegd naar lage kosten in het product. Brand New Day is een van de pioniers geweest op dit terrein. Het overzetten van een woekerpolis naar een beleggingsrekening van Brand New Day levert aan het eind van de rit regelmatig vele tienduizenden euro’s meer op!
3.Spaarloonregeling In STAP 2 heb ik uitgelegd wat een spaarloonregeling is. Het spaarloon mag ook direct worden doorgestort naar een beleggingsverzekering indien deze verzekering een looptijd heeft van minimaal 10 jaar. Hierdoor is het mogelijk om de op je brutoloon ingehouden € 51,- elke maand als netto inleg in je beleggingsverzekering te storten. Deze constructie is niet mogelijk bij een normale beleggingsrekening. Voor alle beleggings- en levensverzekeringen geldt: LEES DE OFFERTE. Hierin staan alle kosten vermeld en een tussenpersoon is verplicht je deze offerte te overhandigen en met je te bespreken. In je aanvraag teken je ook voor het feit dat je de offerte hebt gelezen, doorgenomen en begrepen.
De kosten in een product bepalen in belangrijke mate of je op termijn wel het gewenste rendement maakt. Ik heb in mijn adviespraktijk vele voorbeelden voorbij zien komen waar een fonds in een beleggingsverzekering 6% rendement had gerealiseerd, maar de klant van dat rendement zelf maar 2% kreeg door alle kosten die waren ingebouwd. In 2008 heeft de wetgever daarvoor een norm gesteld. De zogenaamde Wabeke-norm. In beleggingsverzekeringen mogen de kosten van de verzekeraar niet meer dan 2,5% van het rendement opeten. Dit percentage is exclusief eventuele garantieregeling en kosten van de overlijdensrisicoverzekering. 31
Samenvatting En hiermee is Station 3 ook behandeld, een groot en belangrijk station van de reis die je maakt. Je maakt dus eerst aan de hand van je beleggingsrisicoprofiel een keuze welk rendement en welke fondsen het beste bij je passen. Je stelt je doelen en kiest vervolgens hoe je het vermogen gaat opbouwen. Via een renterekening, een beleggingsrekening, een levensverzekering of een beleggingsverzekering. Het verschil tussen een beleggingsrekening en een beleggingsverzekering is dat je bij een beleggingsverzekering extra‟s kunt krijgen zoals een garantieregeling, een overlijdensrisicoverzekering of een koppeling met een spaarloonregeling. Voor die extra‟s moet je ook extra betalen. Deze kosten zorgen voor een lager rendement. De in deze STAP behandelde vermogensopbouw is heel belangrijk. De vermogensopbouw voor de middellange termijn (net behandeld), je pensioen (STAP 4) en je hypotheek (STAP 5) werken namelijk op exact dezelfde wijze. Vermogen bouw je dus op via een renterekening, een beleggingsrekening of een beleggings- of levensverzekering. Ben je klaar voor het volgende station? De eurocity brengt je nu naar het station „geld voor de lange termijn‟. Dat gaat met name over eerder stoppen met werken en je pensioen.
32
Stap 4: Geld voor de lange termijn Je bent hard op weg een financieel expert te worden. Je hebt je verzekeringen geregeld, je korte- en middellange termijn planning gemaakt. Je weet hoe je rendement kunt maken met je geld, hoe je garanties kunt inbouwen en dat je altijd de kosten goed in de gaten moet houden. Nu blijft nog de lange termijn planning over. De lange termijn planning richt zich op vermogensopbouw voor de volgende zaken. 4-1. Vroegpensioen 4-2. Ouderdomspensioen 4-3. Nabestaandenpensioen 4-4. Een eigen huis (wordt behandeld in STAP 5, Hypotheken) 4-1 Vroegpensioen (eerder stoppen met werken) In 2006 zijn alle fiscaal vriendelijke regelingen om gunstig te sparen voor vroegpensioen volledig afgeschaft. De regering wil graag dat we allemaal langer doorwerken. De vraag is natuurlijk of jij dat ook wil. Als je eerder wil stoppen met werken, dan zul je het in ieder geval zelf moeten regelen. De berekening wat je aan vermogen nodig hebt is simpel. Neem je netto maandloon en vermenigvuldig dit met 12 (bij 4-wekelijks loon met 13). Dit bedrag heb je per jaar nodig. Wil je 3 jaar eerder stoppen? Vermenigvuldig dan het bedrag met 3. Deel deze uitkomst door 850 als je voor je 30e begint. Deel deze uitkomst door 575 als je tussen je 30e en je 40e begint. Deel deze uitkomst door 225 als je tussen je 40e en je 50e begint.
Netto maandloon €_______________ x 12 of 13
= €__________________
x aantal jaren ______ = € ______________ : _____ = € __________ / maand
Een voorbeeld ter verduidelijking. Johan Laaglanden verdient € 2.100,- netto per maand en wil graag drie jaar eerder stoppen met werken. € 2.100,- x 12 = € 25.200,- per jaar. Dit vermenigvuldigen met 3 jaar = € 75.600,- Johan is 34, dus delen door 575 = € 75.600 : 575 = € 131,- per maand. Dit is het bedrag dat Johan maandelijks moet reserveren bij een rendement van ca. 4%. Hoe hoger het rendement is dat hij kan behalen, hoe lager het bedrag per maand kan worden.
33
Het opbouwen van dit vermogen voor vroegpensioen gebeurt op dezelfde wijze zoals ik heb uitgelegd in STAP 3 (middellange termijn). Het vermogen bouw je dus op via: - een renterekening - een beleggingsrekening - een beleggingsverzekering (evt. met garantie etc.) Welke keuze je maakt hangt af van de tijd die je hebt om het vermogen op te bouwen, het risico dat je wil lopen en het rendement dat je wil/moet maken. Hoe later je begint, hoe hoger de inleg zal worden. Iemand die 30 jaar is en € 75.000 wil hebben voor vroegpensioen moet daarvoor ca. € 97,- per maand opzij zetten. Als e dezelfde persoon pas begint op zijn 50 , dan is een bedrag van € 405,- nodig! e
Het komt steeds vaker voor dat mensen tussen hun 60 en hun pensioen niet helemaal willen stoppen, maar wel graag wat minder willen werken. Maak voor jezelf een berekening hoeveel jaar dat bij elkaar is. Hieronder een voorbeeld. e
e
Stel dat je vanaf je 62 tot je 67 2 dagen per week minder wil werken. Gebruik dan de volgende berekening. 52 x het aantal dagen dat je minder wilt werken x het aantal jaar dat je minder wil werken. De uitkomst deel je door 360. Het resultaat hiervan is het aantal jaren dat je dan moet financieren. In dit voorbeeld; 52 (weken) x 2 (dagen) x 5 (jaar) = 520 : 360 = 1,44 jaar
4-2. Ouderdomspensioen De regering heeft besloten dat de pensioenleeftijd in stappen omhoog gaat naar 67 jaar. Voor iedereen die op 1-1-2010 jonger was dan 50, betekent het doorwerken tot 67 jaar. Ouderdomspensioen is het inkomen dat je krijgt nadat je stopt met werken. Dit loon (pensioenloon) wordt levenslang gegarandeerd. Met andere woorden, dit is het loon dat je krijgt totdat je gebruik maakt van je uitvaartverzekering. Bij de berekeningen van ouderdomspensioen wordt altijd gerekend met BRUTO loon.
34
Er zijn drie mogelijkheden om pensioen op te bouwen. e 4-2.1 AOW (Algemene OuderdomsWet) van de Staat (officieel 1 pijler) e 4-2.2 Pensioen van je werkgever (verder Werkgeverspensioen) (officieel 2 pijler) e 4-2.3 Pensioen dat je zelf hebt opgebouwd (verder Lijfrentepolis) (officieel 3 pijler) 4-2.1 AOW Als je met pensioen gaat krijg je van de Staat een Staatspensioen, het AOW genoemd. Dat is in ieder geval wat zekerder dan een Staatslot, maar rijk word je er niet van. Het AOW bedraagt op dit moment € 9.500,- bruto per jaar. Het AOW is gelijk aan ca. 30% van een gemiddeld jaarloon (€ 32.500,- bruto per jaar). e
AOW bouw je op vanaf je 15 jaar. Ben je later in Nederland komen wonen, dan wordt je AOW met 2% gekort voor elk jaar dat je later hier bent komen wonen. e
Heb je verder dus geen pensioen opgebouwd en je woont sinds je 15 in Nederland, dan moet je rondkomen van € 9.500,- bruto per jaar. En dat is bepaald geen vetpot. 4-2.2 Werkgeverspensioen De meeste werkgevers (85%) hebben voor hun personeel een pensioenregeling. In sommige branches is het zelfs verplicht. Hoe langer je ergens werkt, hoe meer pensioen je opbouwt. Dat kan natuurlijk ook bij verschillende werkgevers zijn. De regelingen wijken per werkgever nogal van elkaar af, maar als je 40 jaren hebt gewerkt voor bedrijven met een pensioenregeling dan heb je ongeveer 45% van je bruto jaarloon aan werkgeverspensioen opgebouwd. Dus als je € 35.000,verdiende voor je pensioen, krijg je na je pensioen van je pensioenfonds(en) jaarlijks € 15.750,- tot je komt te overlijden. Heb je korter gewerkt voor werkgevers met een pensioenregeling, dan is het percentage lager. Ongeveer 1,13% per jaar. 4-2.3 Lijfrentepolis Het AOW is bij een gemiddeld jaarloon dus ongeveer 30% van je jaarloon. Het Werkgeverspensioen is na 40 jaar werken ongeveer 45% van je jaarloon. Je totale pensioen is dan 30 + 45 = 75% van je laatstverdiende jaarloon. Let op, ik heb het nog steeds over bruto loon. Heb je dan een pensioengat? Dat hangt met name van je verleden af!!
35
Wat is een pensioengat eigenlijk? Je hebt een pensioengat als je netto pensioenloon lager is dan je netto loon voordat je met pensioen ging. Stel je netto loon was voor pensioen € 2.000,- per maand. Dan ga je met pensioen. Als dan je AOW plus je werkgeverspensioen bij elkaar € 1.500,- netto is, dan heb je een pensioengat van € 500,- per maand. Zoals je ziet wordt hier dus ineens naar netto loon gekeken. Dat is best een beetje verwarrend. Voor de verdere berekeningen ga ik weer even terug naar bruto loon om het wat beter uit te leggen. e
e
Na je pensioen (65 - 67 ) betaal je minder belasting over je inkomen. Dat is in de e wet zo geregeld. Door de lagere belasting hou je van je bruto loon na je 65 netto meer over. Als je totale bruto pensioenloon uitkomt op ca. 75% van je bruto werkloon voor pensioen, dan hou je toch netto hetzelfde loon. Een voorbeeld: Bruto loon uit werk € 30.000,- is netto loon € 19.500,-. Bruto loon uit pensioen (Pensioenfonds + AOW) € 22.500,- is netto loon € 19.500,Alleen bij een aantoonbaar pensioengat (dit kan je tussenpersoon voor je berekenen) mag je fiscaal vriendelijk bijsparen om je pensioen te verbeteren. En dat doe je met een lijfrentepolis. Een lijfrentepolis is niets anders dan een renterekening of een beleggingsrekening of beleggingsverzekering (zie STAP 2 en 3) met een lijfrenteclausule er aan gekoppeld, waardoor het opgebouwde vermogen alleen voor het ouderdomspensioen mag worden gebruikt. Door de lijfrenteclausule valt dit opgebouwde vermogen onder een speciaal fiscaal regime. Je mag de premie die je inlegt aftrekken via de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. De uitkering van dit geld is echt gereserveerd voor je pensioen. Als je het geld eerder opneemt betaal je direct 52% belasting over de uitkering. Je kunt tegenwoordig een lijfrente spaarrekening, een lijfrentebeleggingsrekening of een lijfrentebeleggingsverzekering openen. Er zijn wezenlijke verschillen tussen deze drie vormen. De belangrijkste verschillen zitten in de uitkeringsduur, kosten en wat er met het opgebouwde kapitaal gebeurt bij overlijden.
36
In 2011 is de website www.mijnpensioenoverzicht.nl gelanceerd. Deze website is door de gezamenlijke pensioenfondsen ontwikkeld. Met behulp van je DigiD-code kun je op deze site exact zien hoeveel pensioen je op dit moment hebt opgebouwd en wat je per pensioendatum aan pensioen kunt verwachten. Een superhandige website, die je veel inzicht kan geven. Je kunt aan je lijfrentepolis ook je spaarloonregeling (STAP 2) koppelen. Er ontstaat dan een grappige situatie. Van je brutoloon gaat er maandelijks € 51,- naar je spaarloonregeling. Vanuit de spaarloonregeling wordt deze € 51,- direct doorgestort naar je lijfrentepolis (dat is wettelijk toegestaan). Stortingen in je lijfrentepolis zijn fiscaal aftrekbaar. Dus die € 51,- die van je brutoloon via je spaarloon als netto premie in je lijfrentepolis gaat, mag je volledig aftrekken van de belasting. In de assurantiemarkt wordt dit „het dubbele fiscale voordeel‟ genoemd. De huidige werkgeverspensioenen zijn in 2006 zo verbeterd, dat er voor veel mensen weinig ruimte meer is om iets met een lijfrentepolis te kunnen doen. Onderstaande tabel laat zien wat je maximaal kunt sparen in een lijfrentepolis als je werkgever een moderne pensioenregeling heeft. Tot € 15.000,- bruto loon per jaar €15.000,- tot €25.000,- bruto loon per jaar €25.000,- tot €35.000,- bruto loon per jaar €35.000,- tot €45.000,- bruto loon per jaar €45.000,- tot €55.000,- bruto loon per jaar
geen ruimte max. €20,00 per maand max. €50,00 per maand max. €50,00 per maand max. €70,00 per maand
Betaal je op dit moment meer voor je lijfrentepolis? Dan adviseren wij je een bezoek te plannen met een onafhankelijk tussenpersoon. In 2006 zijn de meeste werkgeverspensioenregelingen voor ouderdomspensioen verbeterd. Toch zijn er nog vele duizenden lijfrentepolissen waar mensen nog steeds hetzelfde bedrag voor betalen. Dit is een enorm verstopt probleem, want deze mensen mogen deze polissen vaak fiscaal helemaal niet meer hebben. Dat kan leiden tot duizenden euro’s inkomensverlies door dubbele belastingen.
37
De belangrijkste oorzaken voor een pensioengat zijn; veel verschillende werkgevers, werkeloosheid, een eigen bedrijf, grote carrièrestappen en echtscheiding. Gek genoeg is dit lang niet altijd af te dekken met een lijfrentepolis met fiscaal voordeel. Dat komt omdat de fiscus bij het berekenen van een pensioengat alleen naar de toekomst kijkt. Dus wat verdien je nu en wat is nu je pensioenopbouw. Je moet daarom een onderscheid maken tussen een toekomstig pensioengat en een historisch pensioengat. Een toekomstig pensioengat kun je met een lijfrentepolis afdekken Historische pensioengaten ontstaan door de hierboven genoemde oorzaken. Verschillende werkgevers, echtscheiding, eigen bedrijf, werkeloosheid etc. Geldt dit ook voor jou? Dan is een gang naar een onafhankelijk tussenpersoon een goede investering. Met vermogensproducten (zie STAP 2 en 3) zonder fiscaal voordeel (dus zonder lijfrenteclausule) kan dit gat worden afgedekt. Bij een modaal inkomen moet je met een extra maandbedrag van gemiddeld € 75,- de zaken meestal goed kunnen afdekken. Dit hangt natuurlijk wel sterk van je specifieke verleden af. De fiscus biedt overigens nog wel een mogelijkheid om met fiscaal voordeel een deel van een historisch pensioengat te dichten via de zogenaamde reserveringsruimte. Dit is vrij specialistisch. In overleg met een onafhankelijk tussenpersoon met een specialisatie in pensioen, kun je bekijken of dit voor jou van toepassing is. 4-3 Nabestaandenpensioen Nabestaandenpensioen is het inkomen dat de achterblijvende partner ontvangt bij overlijden van zijn/haar partner. Het maakt dan niet uit of de overleden partner jonger of ouder was dan 65. Het nabestaandenpensioen bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de ANW van de Staat. Het zogenaamde weduwenpensioen. Hier heb je alleen recht op als je kinderen onder de 18 hebt en je niet (of beperkt) werkt. Het weduwenpensioen van de Staat (ANW) ligt op het niveau van een bijstandsuitkering en is dus zeer gering. Het tweede deel is het nabestaandenpensioen via het werkgeverspensioen van de overleden partner. Als de overleden partner een pensioenregeling had via zijn werkgever, dan zit in die pensioenregeling ook meestal een regeling ingebouwd voor nabestaandenpensioen.
38
De regeling komt er op neer dat de achterblijvende partner, naast een eventueel ANW, ongeveer 40% van het laatstverdiende loon van de overleden partner aan nabestaandenpensioen krijgt. En dit levenslang. Stel dat in een relatie de man overlijdt en dat die man een bruto inkomen had van € 40.000,-. Het nabestaandenpensioen dat direct na het overlijden van de man ingaat bedraagt dan ca. 40% daarvan, ofwel € 16.000,- bruto per jaar. De achterblijvende partner ontvangt dus direct na het overlijden van de partner € 16.000,- bruto per jaar plus een eventueel ANW als nabestaandenpensioen. De ANW is een uitkering die in principe stopt als de kinderen 18 jaar zijn. Als de achterblijvende partner zelf ook werkt, kan de ANW worden gekort tot zelfs € 0,-. Sommige werkgevers hebben een extra ANW hiaatverzekering afgesloten voor hun werknemers. De ANW wordt, ongeachte de situatie, met die verzekering weer aangevuld tot de maximum uitkering. Het is financieel slim om een tussenpersoon te laten berekenen wat de exacte financiële consequenties zijn na het overlijden van een partner. Met een aparte overlijdensrisicoverzekering (STAP 1) kun je dit inkomensverlies goed afdekken. Ik merk dat veel mensen het idee hebben dat als ze een koophuis hebben bij overlijden alles in de hypotheek goed geregeld is. Dat geldt dan misschien wel voor de resthypotheek en bijbehorende lagere woonlasten, maar dan ben je er nog niet. Denk maar eens aan de kosten voor een uitvaart, kinderkosten die blijven doorlopen, levensstandaard, extra kosten voor opvang, de leaseauto die er niet meer is, vakantiegeld, etc. Lees de volgende oortjes maar eens. Indien je een relatie begint met iemand die getrouwd is geweest, dan is het opgebouwde nabestaandenpensioen uit die huwelijkse periode een recht dat toekomt aan de ex van je nieuwe liefde. Zorg daarom dat jouw huwelijksaanzoek altijd gepaard gaat met een extra overlijdensrisicoverzekering op jouw naam! Dat kan je zomaar duizenden euro’s PER JAAR aan inkomen schelen. Mensen die een huurhuis hebben boven de subsidiegrens kunnen na het overlijden van hun partner financieel bedrogen uitkomen. Er is geen huursubsidie en het nabestaandenpensioen kan tegenvallen. Vaak wordt de huur een te hoge last. Met een bescheiden overlijdensrisicoverzekering kunnen in ieder geval de huurlasten voor een aantal jaren worden opgevangen.
39
Samenvatting vermogensopbouw korte-, middellange- en lange termijn Je kunt nu goed inschatten wat je per maand apart moet zetten voor de korte termijn, de middellange- en de lange termijn. Je bent financieel heel slim geworden. Wat je nu moet doen is vaststellen welk bedrag per maand je kunt missen om te sparen. Wees streng voor jezelf. Een biertje minder, een paar schoenen minder. Het kan echt. Een vuistregel is: Welk spaarbedrag schiet je het eerst te binnen en verdubbel dat bedrag.
A. Nodig voor korte termijn per maand (pag. 26) B. Nodig voor middellange termijn per maand (pag. 30) C. Nodig voor lange termijn (pag. 38 en 42)
€_____________ €_____________ €_____________
D. Beschikbaar spaarbedrag per maand
€_____________
Is het bedrag onder D te weinig ten opzichte van je doelen? Ga dan als volgt te werk.Verdeel het beschikbare maandbedrag (D) in verhouding over de bedragen die je nodig hebt voor A, B en C. Dus als de korte termijn het hoogste bedrag vraagt, dan gaat ook het grootste deel van je spaargeld per maand naar dat doel. Je kunt ook je doelen aanpassen aan wat je kunt sparen, of je spaarbedrag aanpassen aan je doelen. Wat je vooral moet doen is je huidige producten eens vergelijken met de planning die je nu hebt gemaakt. Vaak zie je dat je alles in hebt gezet op de lange termijn en niets op de korte. Alsjeblieft!, dat was het vierde station. Je eurocity is nu vol op stoom. Wat vermogensopbouw betreft moeten wij nog één station passeren. Die van Hypotheken. Met de kennis die je inmiddels hebt opgebouwd ben je nu in staat om de ingewikkelde materie van hypotheken goed te doorgronden. Inmiddels weet je veel meer van financiële planning dan iemand die dit boek nog nooit heeft gelezen. Je bent een volwaardig gesprekspartner voor een financieel adviseur. Je gaat in ieder geval al veel geld besparen!
40
STAP 5: Hypotheken Je financiële kennis is enorm gegroeid. Je weet welke verzekeringen je moet hebben, je hebt een planning gemaakt voor vermogensopbouw voor de korte termijn, middellange termijn en lange termijn. Onderwerpen als studiekosten voor de kinderen, vroegpensioen, spaarloonregeling, ouderdomspensioen, beleggingsfondsen, fiscale valkuilen en onderhandelingen met tussenpersonen, jij draait je hand er niet mee voor om. De laatste stap in vermogensopbouw is vermogensopbouw bij een hypotheek. Van alle financiële producten is de hypotheek de meest ingewikkelde. Hoe dat komt? Je combineert een geldlening, vermogensopbouw en verzekeringen in één product en er gelden nogal wat fiscale regels. Met de kennis die je nu in huis hebt kun je de hypotheek echter eenvoudig doorgronden. Misschien is het je al opgevallen dat in dit boek geen hoofdstuk is opgenomen over kredieten en leningen. Dat komt omdat ik er niet zo achter sta. Er is maar één partij die rijk wordt van lenen of rood staan en dat is degene die het geld aan je uitleent. Het oortje op bladzijde 31 laat je zien hoe ontzettend veel geld dit jou kost. Er is echter wel een onderscheid te maken tussen goede leningen en slechte leningen. Goede leningen kopen iets voor je waar je of waarde in kunt opbouwen (zoals een eigen huis), of zelfs geld mee kunt verdienen (zoals een eigen bedrijf). Met slechte leningen koop je dingen die snel minder geld waard worden (bijvoorbeeld een auto of flatscreen). Je betaalt dan rente over je schuld en wat je hebt gekocht wordt steeds minder waard. Geen wonder dat je dan arm wordt! Een lening om een huis te kopen waar je dan ook zelf nog in gaat wonen is natuurlijk een vorm van een goede lening. Je hypotheek bestaat uit vier delen. 5-1. Het Geld dat je moet lenen om het huis te kunnen kopen. 5-2. De Vermogensopbouw om in de toekomst de lening te kunnen aflossen. 5-3. De Verzekeringen om financieel ingrijpende gebeurtenissen af te dekken. 5-4 De Fiscaliteit die allerlei financiële voordelen biedt bij een hypotheek
41
5-1 Het Geld Er zijn diverse partijen die bereid zijn je geld te lenen voor de aankoop van een huis, meestal banken en verzekeraars. Ga je voor het eerst geld lenen voor een huis en ben je jonger dan 40? Dan zul je over het algemeen een geldcontract sluiten met een looptijd van 30 jaar. Het betekent dat de geldverstrekker graag wil dat je na 30 jaar de lening weer aflost. Ben je ouder dan 40 jaar? Dan wordt meestal de looptijd van de lening afgestemd op je pensioensituatie. Gedurende de looptijd van de lening betaal je rente over de lening. De hoogte van de rente bepaal je in overleg met je adviseur. Dat kan een variabele rente zijn (de rente die je betaalt varieert per maand op basis van de actuele maandrente). Maar het kan ook een rente zijn die 10 jaar vast staat. Je betaalt dan gedurende 10 jaar dezelfde vaste rente. Welke rentetermijn je kiest hangt af van wat je wil betalen en wat je kunt betalen. Daarom moet je eerst berekenen hoeveel geld je mag lenen. De zogenaamde GHF-norm (Gedragscode Hypothecaire Financieringen) is hierin bepalend. De GHF-norm wordt door alle geldverstrekkers sinds 1 januari 2007 gehanteerd. Het is een set voorwaarden op basis waarvan wordt berekend hoeveel geld verantwoord aan je geleend kan worden. In grote lijnen komt het er op neer dat je bij een modaal inkomen (€ 32.500,- bruto per jaar) ongeveer 4 keer je bruto jaarloon kunt lenen. Verdien je minder dan wordt de factor kleiner en verdien je meer dan wordt de factor groter, tot maximaal ca. 5 keer je bruto jaarloon. Bij de aankoop van een woning moet je rekening houden met allerlei kosten bij de aankoop van die woning. Denk hierbij aan belastingen, taxatie, notaris, hypotheekadviseur, bankgarantie etc. De koopprijs moet je gemiddeld met 12% verhogen om ook alle kosten te kunnen meefinancieren in de hypotheek. De GHF norm is behoorlijk streng, waardoor je vanwege deze norm misschien niet de gewenste hypotheek kan krijgen. Zo kan het voorkomen dat je een huurhuis hebt van € 1.100,- per maand maar op basis van de GHF-norm slechts een huis kunt kopen met een maximale netto maandlast van bijvoorbeeld € 850,-
42
Het is onder voorwaarden mogelijk af te wijken van de GHF-norm. Er is dan sprake van een zogenaamde „explain‟ hypotheek. De hypotheekadviseur schrijft dan een gedetailleerd rapport waarin wordt onderbouwd waarom een hogere hypotheek toch verantwoord is en verstrekt zou moeten worden. De AFM (Autoriteit Financiële Markten) stelt strenge voorwaarden aan een explain hypotheek. Ook al is de bank dan misschien akkoord met een explain hypotheek, de AFM kan bij een controle achteraf alsnog een boete opleggen aan de tussenpersoon als bepaalde zorgregels niet in acht zijn genomen. Dat richt zich vooral op een sluitende onderbouwing van de betaalbaarheid van de woning op langere termijn. Het blijkt in de praktijk lastig om een explain hypotheek „waterdicht‟ te krijgen. Voor de gemiddelde Nederlander is een explain hypotheek eigenlijk niet haalbaar. In overleg met je onafhankelijk hypotheekadviseur bereken je wat jouw maximale leenbedrag is en kies je een rentevaste periode. Nu kun je berekenen wat de lening kost. De rente die je betaalt over de geldlening voor je huis is fiscaal aftrekbaar van de belasting. Dat betekent dat de belastingdienst voor een deel meebetaalt aan je hypotheeklening. Ongeveer éénderde deel van je rentekosten krijg je van de belastingdienst terug. Stel dat je een lening hebt van € 250.000,- en je betaalt een rente van 5%. Je rentelast per jaar is dan 250.000 x 5% = € 12.500. Per maand is dit € 1.042,Ongeveer een derde (€ 347,-) krijg je terug van de belasting. De rente op de lening kost je dan nog maar € 1.042,- minus € 347,- = € 695,-. Vanaf 1 augustus 2011 worden de normen om een hypotheek te verstrekken nog strenger. De politiek maakt zich zorgen over alle hoge leningen. Vanaf 1 augustus mag je niet meer lenen dan 110% van de waarde van de woning. Naast de aankoop van de woning kun je dus nog 10% bijlenen voor kosten. Bij de koop van een huis betaal je standaard 6% koopbelasting (overdrachtsbelasting). Dan hou je nog 4% over om alle andere kosten te betalen. In de praktijk betekent dit dat je zelf al wat eigen geld moet inbrengen om deze kosten allemaal te kunnen betalen. De tijd dat je de aankoop van een woning en alle daarbij komende kosten kon meefinancieren in de hypotheek is daarmee definitief voorbij!
43
Neem tenslotte alle voorwaarden van de geldlening goed door. Geldverstrekkers kennen verschillen in de rentes die je moet betalen en hoe lang je die rentes kunt vastleggen. Er zijn verlengingsregelingen, verhuisregelingen, aflosregelingen, afkoopregelingen,etc. Maak hierbij gebruik van de kennis van je hypotheekadviseur. Let bij een hypotheekgesprek goed op wat je tekent. Zodra je een overeenkomst tot opdracht tekent, zit je vast aan de kosten van de adviseur. Als je halverwege het traject tot de conclusie komt dat je toch met een andere adviseur verder wilt, ben je verplicht de reeds gemaakte uren aan de eerste adviseur te betalen. Selecteer dus eerst zorgvuldig je hypotheekadviseur. Bij voorkeur is dit iemand die onafhankelijk werkt en geldleningen bij diverse banken kan onderbrengen.
5-2 De Vermogensopbouw Je hebt de geldlening voor je nieuwe huis geregeld. Na 30 jaar wil de geldverstrekker graag dat je (een deel van) de lening aflost. Sommige mensen kiezen ervoor om dan de hele lening af te lossen (het huis is dan schuldenvrij). De meeste mensen kiezen er echter voor om slechts een deel af te lossen. De belangrijkste reden daarvoor is….. lagere maandlasten. Immers als je alles moet aflossen moet je ook meer vermogen hebben opgebouwd en dus ook meer per maand opzij leggen. Over het algemeen bouwen mensen tussen de 50% en 75% van het geleende bedrag op aan vermogen. Voor het deel dat dan overblijft sluiten ze na 30 jaar weer een nieuwe hypotheek of verkopen de woning. De strengere wettelijke normen per 1 augustus 2011 waar ik het net over had, verplichten je om tenminste 50% van de aankoopprijs van de woning af te lossen op einddatum. Het opbouwen van dit vermogen gaat op dezelfde wijze als de vermogensopbouw onder STAP 3. Dus via een renterekening, via een beleggingsrekening of via een beleggingsverzekering. De renterekening verdient in dit geval specifieke aandacht. Vermogen opbouwen voor de aflossing van een hypotheek via een renterekening gebeurt via een zogenaamde spaarhypotheek. Dit is een aparte constructie waarbij de spaarrente die je ontvangt op een geblokkeerde renterekening gelijk is aan de rente die je betaalt over je hypotheek. Het is een betrouwbare en veilige manier om vermogen op te bouwen en wordt zowel door banken als verzekeraars aangeboden. Betaal je dus 5% rente op de geldlening, dan krijg je ook 5% rente op je speciale hypotheekspaarrekening. En dat is een stuk hoger dan een gewone spaarrekening.
44
5-3 De Verzekeringen Je hebt nu het geld geleend en je spaart/belegt elke maand een bedrag om aan het einde van de 30 jaar de hypotheek deels of geheel af te lossen. Maar er kunnen onverwachte gebeurtenissen in je leven plaatsvinden met financieel ingrijpende gevolgen. Op het moment dat je bijvoorbeeld komt te overlijden, of je wordt werkeloos of arbeidsongeschikt, ontstaat er ineens een totaal andere financiële situatie. De eerste vraag die dan opkomt is; kunnen we het huis nog wel betalen? Voor die verschillende gebeurtenissen zijn verschillende verzekeringsoplossingen bedacht. De overlijdensrisicoverzekering (zie STAP 1) is de meest bekende. Als een van de partners komt te overlijden, is het de bedoeling dat deze verzekering automatisch een deel van de hypotheek aflost, zodat de woonlasten voor de achterblijver acceptabel blijven. Overigens zit hier nog een belangrijk adviesgebied aan vast. Dat van de erfbelasting. Erf- en schenkingsbelasting worden in dit boek verder niet behandeld. Ik adviseer je bij het kopen van een huis altijd een bezoekje aan de notaris te brengen. Deze kan je informeren over de erfrechterlijke consequenties bij overlijden, wat je het beste kunt doen om erfbelasting tot een minimum te beperken en hoe je e.e.a. afstemt op je huidige en toekomstige gezinssituatie. Dan zijn er de zogenaamde woonlastenpolissen. Deze polissen zorgen ervoor dat je inkomen bij werkeloosheid of arbeidsongeschiktheid tijdelijk wordt aangevuld, zodat je de hypotheek tijdelijk kunt blijven betalen. Dit product kan rekenen op een warme belangstelling van de media. Dat komt omdat tot ca. 2006 hele hoge provisies werden betaald op deze verzekeringen. Ook zijn er veel uitzonderingen waarbij niet wordt uitgekeerd. Kijk dus goed naar de voorwaarden bij deze verzekering. Laat ook in een nauwkeurige berekening vastleggen wat je nieuwe inkomenssituatie is in de diverse situaties, rekening houdend met eventuele uitkeringen uit verzekeringen via bijvoorbeeld je werkgever. Als je geen woonlastenpolis afsluit moet je een document tekenen waarin je aangeeft gemotiveerd af te zien van deze verzekering. Ben je overtuigd dat zo‟n polis waarde toevoegt, dan kun je deze natuurlijk wel sluiten. Het blijkt dat de provisies in woonlastenpolissen soms zo extreem hoog waren dat je je af moet vragen voor wie deze verzekeringen eigenlijk waren bestemd. Voor bescherming van de klant of bescherming van de beurs van de aanbieders. Openheid in verdiensten helpt je bij deze discussie. 45
Tenslotte is het noodzakelijk om het huis goed te verzekeren tegen brand en andere van buiten komende onheilen. De herbouw van een woning, na een alles verwoestende brand, is niet iets wat je even zelf kunt financieren. In STAP 1 hebben we je al verteld over deze woonhuisverzekering en de herbouwwaardemeter om je te beschermen tegen onderverzekering. Een bank of verzekeraar die jou geld leent voor het kopen van een huis, zal je ook altijd verplichten een woonhuisverzekering te regelen. Bij het in ontvangst nemen van de sleutel van de woning moet jouw woonhuisverzekering ingaan. 5-4 Fiscaliteiten Tot dit punt is het onderwerp hypotheken heel overzichtelijk. Je leent geld, je bepaalt welke rente je wil betalen, je kiest hoe je vermogen wil opbouwen en selecteert de verzekeringen. Helaas komt er nog een vrij ingewikkeld deel bij; de fiscaliteit. Woningeigendom is in Nederland jarenlang gestimuleerd. Dat heeft geleid tot een lappendeken van allerlei fiscale voordelen bij het kopen van een huis. Deze voordelen zijn echter de laatste tien jaar op allerlei manieren weer beperkt, waardoor er een lappendeken op een lappendeken is komen te liggen. Lees maar eens mee waar je allemaal rekening mee moet houden. 5-4.1 Fiscaliteiten bij de hypotheekrente Sluit je een hypotheek, dan is de rente die je over de geldlening betaalt maximaal 30 jaar fiscaal aftrekbaar. Als je na die 30 jaar bijvoorbeeld 50% op de lening aflost, blijft de andere helft van die lening gewoon staan. De rente die je over de restantlening betaalt is vanaf dat moment niet meer fiscaal aftrekbaar. Verhuis je naar een duurder huis en sluit je een hogere hypotheek? Alleen de rente over het nieuwe aanvullende hypotheekdeel is dan weer voor 30 jaar fiscaal aftrekbaar. Neem je (een deel van) een persoonlijke lening mee in je nieuwe hypotheek? De rente die je betaalt op dat hypotheekdeel is niet fiscaal aftrekbaar. Heb je een huis gehad met een voorgaande partner? Als je bijvoorbeeld al 10 jaar een hypotheek had in een vorige relatie, mag je over een deel van je nieuwe hypotheek nog maar 20 jaar renteaftrek hebben. Komt je partner ook uit een relatie met een hypotheek?. Dan moet je eveneens met zijn/haar renteaftrekbeperking rekening houden. 46
Verkoop je je woning met winst? De winst moet je investeren in je nieuwe woning om de volle renteaftrek over de hypotheek te kunnen behouden. Kom je uit een gebroken relatie waarbij een huis met winst is verkocht? Dan moet je jouw winstaandeel van het verkochte huis ook weer verplicht investeren in de nieuwe woning om volledig gebruik te kunnen maken van de renteaftrek. De renteaftrek wordt beperkt doordat de belastingdienst ook een basiskorting (eigenwoningforfait) toepast op de renteaftrek. Deze basiskorting is gebaseerd op de waarde van de woning. Los je vervroegd een deel van je geldlening af? Dan kan dit in een toekomstig huis de renteaftrek verder beperken. 5-4.2 Fiscaliteiten bij vermogensopbouw In de basis kun je kiezen voor vermogensopbouw met of zonder fiscaal voordeel. Fiscaal voordeel betekent in dit geval dat je geen belasting hoeft te betalen over het gespaarde vermogen. Ja, je leest het goed; belasting betalen over je spaargeld. Lees het oortje maar eens. Als je in Nederland zuinig bent en goed spaart/belegt, dan word je gestraft. Wanneer je vermogen namelijk boven een bepaald bedrag uitkomt (ca. € 22.000,- per volwassene), moet je over het meerdere SPAARBELASTING (officieel; rendementsheffing) betalen. Je betaalt elk jaar 1,2% belasting over elke euro die je bezit boven jouw spaargrens. Hieronder vallen; saldi op je betaalrekeningen, spaargeld, je beleggingen en ook opgebouwd vermogen waarmee je de hypotheek (deels) wil aflossen.
Vermogensopbouw zonder fiscaal voordeel is redelijk recht toe recht aan. Je bouwt vermogen op in een plan en dit vermogen tel je mee met je totale spaargeld. Je kunt vermogen om de hypotheek af te lossen opbouwen via een geblokkeerde renterekening (de spaarhypotheek die wij behandelden op blz. 49) een beleggingsrekening of een beleggingsverzekering (zie STAP 3). De spaarhypotheek zonder fiscaal voordeel wordt aangeboden door verzekeraars en wordt in één pakket geleverd met een lening en een overlijdensrisicoverzekering. Vermogensopbouw met fiscaal voordeel kent verschillende vormen. Er is een vorm die je via de bank kunt regelen, de zogenaamde Spaarrekening Eigen Woning (verder SEW). En er is een vorm die je via een verzekeraar kunt regelen, de zogenaamde Kapitaal Eigen Woning (verder KEW). Verzekeraars bieden overigens ook SEW rekeningen aan. 47
Kern van deze producten is dat je over het opgebouwde vermogen geen spaarbelasting hoeft te betalen. De producten kennen strenge fiscale regels en je moet er ook verplicht je hypotheek mee aflossen. Er zijn belangrijke verschillen in de opzet en de behandeling van de SEW en de KEW. Denk hierbij aan situaties als echtscheiding, overlijden, verhuizing, afkoop, omzetting en emigratie. Welke vorm van vermogensopbouw moet je nu dan kiezen? Met of zonder fiscaal voordeel? Een product met fiscaal voordeel kan op termijn een mooie besparing opleveren. Aan de andere kant zorgt het ook voor behoorlijk wat complexiteit. De uiteindelijke keus hangt van je eigen financiële doelen af, het pensioen dat je verwacht op te bouwen, de verdere plannen die je hebt met je latere leven, je vermogenspositie, de gevolgen bij overlijden (erfbelasting), of dit je eerste of je laatste huis is en nog een aantal andere zaken. Ik adviseer je deze complexe materie te bespreken met een onafhankelijk hypotheekadviseur. Die vind je bij hypotheekwinkels, assurantiekantoren en financieel advieskantoren. Adviseurs bij banken zijn natuurlijk ook goed op de hoogte, maar daar krijg je geen advies over mogelijk goedkopere geldverstrekkers. 5-4.3 Specifieke zaken Je kunt een hypotheek ook sluiten onder Nationale Hypotheek Garantie (NHG). NHG is een instituut dat borg staat voor de hypotheek die jij afsluit met een geldverstrekker. Zeg maar een soort suikeroom die de hypotheek van je overneemt als je het niet meer kunt betalen. Kom je per ongeluk in financiële problemen en ben je niet meer in staat om je hypotheek te betalen, dan staat NHG borg voor betaling van de lening. Dat vindt de geldverstrekker zo leuk dat je een korting krijgt op de rente die je moet betalen over je geldlening. Die NHG korting kan oplopen tot wel 0,6%. Een hypotheekrente van 5,00% wordt dan ineens 4,40%. Bovendien mag je ook meer kosten meefinancieren in de hypotheek. Voor een NHG op je hypotheek betaal je een éénmalige vergoeding en moet je aan strikte voorwaarden voldoen wat betreft inkomen e.d. Op de site van NHG kun je verdere details vinden over deze hypotheekvorm www.nhg.nl. Bij aankoop van een bestaande woning mag de aankoopprijs niet meer bedragen dan € 312.500,- (2011) om nog voor NHG in aanmerking te komen. Duurdere huizen vallen buiten deze regeling. 48
De starterslening biedt mensen die voor het eerst een huis kopen de mogelijkheid om via een aparte lening wat meer te kunnen lenen dan normaal. Deze regeling wordt door een aantal gemeentes in Nederland aangeboden. De regels per gemeente verschillen, maar de kern van deze lening is dat je een renteloze lening krijgt bovenop de maximale hypotheek die je kunt krijgen. Stel dat je een huis wil kopen van €180.000,- inclusief kosten, maar je krijgt op basis van je inkomen slechts €160.000,- gefinancierd. Het verschil kun je dan gratis bijlenen bij die gemeentes die deze regeling aanbieden, waardoor je toch dat huis kunt kopen. De lening is de eerste drie jaar gratis. Na die periode ga je een vaste rente betalen. Als je inkomen verder groeit moet je op een gegeven moment ook verplicht gaan aflossen op dit leningdeel. Groeit je inkomen helemaal niet of krimpt deze, dan blijft de lening renteloos en aflossingsvrij. Door de crisis trekken helaas steeds meer gemeentes deze subsidieregeling in. Tenslotte over hypotheken De basis van een hypotheek is niet ingewikkeld. Geld lenen, vermogen opbouwen en verzekeringen regelen. Het zijn met name de fiscaliteiten rondom renteaftrek en de vermogensopbouw die het product hypotheek ingewikkeld maken. Daarnaast is je hypotheekadviseur door recente wetgeving verplicht in zijn advies ook breder te kijken dan alleen je hypotheek. Er wordt een link gelegd naar je pensioenopbouw, naar je vermogen, naar risico‟s bij overlijden/werkeloosheid/arbeidsongeschiktheid en naar fiscale en erfrechtelijke consequenties. Maar denk bijvoorbeeld ook eens aan een oude woning die nog verkocht moet worden, waar misschien tijdelijk huurders in komen of waarvan de overwaarde (verschil tussen verkoopprijs en hypotheek) moet worden gebruikt voor de aankoop van de nieuwe woning. Er zijn heel veel dingen waar je rekening mee moet houden. Ik raad je aan hier goed tijd voor uit te trekken en alles in goed overleg met een hypotheekadviseur te doen. De basis van een hypotheekconstructie heb je nu onder de knie. Hierdoor hou je meer tijd over om al die andere zaken goed door te spreken. Er zijn overigens ook nog enkele andere hypotheekvormen, maar die worden op dit moment minder gebruikt. Het kan echter best zijn dat één van die vormen voor jou de perfecte oplossing biedt of door toekomstige wetswijzigingen ineens wel weer populair worden. Je hypotheekadviseur zal je ook op die mogelijkheden wijzen. 49
STAP 6: Belastingen En daarmee komen we alweer bij de laatste stap in Financieel Slim in 6 Stappen. Je reis met de eurocity door het financiële landschap nadert bijna zijn eindpunt. Verzekeren, vermogen, pensioen en hypotheek. Het zijn allemaal onderwerpen geworden waar jij nu verstand van hebt. De laatste stap is een warme relatie opbouwen met de belastingdienst. Waarom moet je aangifte doen? In oude tijden was de belastingman een man in harnas met schild en zwaard. Het waren de soldaten die geld voor de koning collecteerden bij de burgerij, zodat de koning zijn paleizen kon bouwen en zijn oorlogen kon voeren. Tegenwoordig doen wij dat natuurlijk veel humaner. Het zwaard is een blauwe envelop geworden en de soldaat een computer. We betalen alleen wat meer dan vroeger. Schokkend veel meer. Onze Staat had in juni 2011 een schuld van 377 miljard euro (dat is met negen nullen). In 2008 was de totale staatsschuld nog € 211 miljard euro. Dat is een stijging van 79% in drie jaar…………… Daar moet natuurlijk een enorme rente op worden betaald. En dan komt de Staat ook in hun jaarlijkse begroting geld tekort. Die schuld groeit de komende tijd snel naar een duizelingwekkende 400 miljard euro. De rente op de staatschuld is inmiddels een van de grootste uitgavenposten van onze regering! De Staat wil daarom graag dat jij belasting betaalt. En daarin is zij uiterst creatief. Als je loon hebt, betaal je daar loonbelasting over. Van wat je overhoudt ga je dingen kopen. Daar zit een winstbelasting op voor de winkel die het verkoopt en die producten worden verhoogd met BTW, accijnzen en importheffingen. Je betaalt ook belasting over je huisvuil, het bezit van je huis, je hond, je tv, je radio, het gebruik van water, omdat je het milieu vervuilt, de grond waar je op woont, de auto waarin je rijdt en ga zo maar door. En als je al iets overhoudt, dan betaal je belasting over je spaargeld. Ja zelfs als je dood bent betalen de nabestaanden nog een keer belasting over hetgeen je hebt nagelaten. Iemand met een gemiddeld inkomen betaalt in zijn/haar leven ongeveer één miljoen euro aan belastingen! Het is maar dat je het weet.
50
Omdat de fiscus wil weten of je wel voldoende belasting hebt betaald, moet je jaarlijks een opgave doen van je inkomen en bezit. Dat gebeurt met een aangifte Inkomsten Belasting (IB). De belastingdienst stelt je in die aangifte gemiddeld 50 vragen. De vragen worden verdeeld in drie blokken. De belastingdienst noemt dit BOXEN. BOX 1 (inkomsten en aftrekposten) Dit is de meest uitgebreide box. Hier kun je je hypotheekrente aftrekken, je loonbelasting opgeven, je lijfrentepolis aftrekken, je eventuele ziektekosten aftrekken, alimentaties opgeven, inkomsten uit overige werkzaamheden opgeven, etc. BOX 2 (inkomsten uit onderneming) Dit is een box speciaal voor mensen die aandeelhouder zijn in een bedrijf. Nadat het bedrijf winstbelasting heeft betaald over de winst en het restant uitkeert aan haar aandeelhouders, moeten die aandeelhouders over die uitkering …….. belasting betalen. BOX 3 (vermogen en schulden) Dit is de box waarin je vaststelt of je genoeg spaargeld en beleggingen hebt om de twijfelachtige eer te krijgen spaarbelasting te gaan betalen. Zo gepiept toch die 50 vragen. Nou…. er komt nog wat bij. De Toeslagen. Sinds enkele jaren kennen wij een toeslagenwet waar je de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget kunt aanvragen. Allemaal buiten de 3 boxen van de Aangifte Inkomstenbelasting om. De hoogte van de toeslagen worden echter wel gebaseerd op de uitkomsten uit je Aangifte Inkomstenbelasting. Met toeslagen gaat het erg vaak mis. Een toeslag wordt berekend op basis van een verwachte inkomenssituatie. Vervolgens verandert er in het lopende jaar iets in het inkomen, waardoor de toeslagen niet meer juist zijn. Maar dat zien mensen vaak pas na ruim een jaar als ze een naheffing krijgen en toeslagen (deels) moeten terugbetalen.
51
De enige manier om te voorkomen dat je een naheffing krijgt is om het inkomen dat je moet opgeven voor een toeslag flink naar boven af te ronden. Je kunt tenslotte beter wat terugkrijgen dan dat je ineens tot honderden euro‟s moet terugbetalen. Alhoewel de belastingdienst stelt dat het invullen van een aangifte vrij makkelijk is, blijken toch veel mensen hierin vast te lopen. Het verdient aanbeveling om de aangifte in ieder geval één keer in de zoveel tijd voor een second opinion voor te leggen aan een specialist. Als hij iets constateert wat niet goed is kan er tot 5 jaar terug worden gecorrigeerd. Hoe til ik de fiscus? Ik begrijp dat de meerderheid van de lezers direct deze bladzijde als eerste opzoekt, maar een kleine teleurstelling heb ik wel in petto. Wat ik eigenlijk bedoel met deze uitspraak is dat de burgers in Nederland vele miljoenen euro‟s laten liggen door aftrekposten onvoldoende te benutten. Je kunt de fiscus „tillen‟ door veel scherper te zijn op de mogelijkheden die je hebt en altijd te controleren (of te laten controleren) of je geen recht hebt op een teruggaaf. Wat mij altijd erg heeft verbaasd is dat de fiscus zich uitput in automatiserings- en analysesoftware om te checken of je wel voldoende belasting hebt betaald, maar veel minder pro-actief aangeeft dat je een aftrekpost hebt gemist. Een echte valkuil is dat de belasting vaak briefjes stuurt waarin staat. „Uw aangifte was afgelopen jaar € 0,-, dus u hoeft volgend jaar geen aangifte te doen. Ik heb regelmatig meegemaakt dat het jaar daarop bleek dat er zomaar een paar honderd euro terug te vorderen was. Mijn advies is daarom; vul elk jaar de digitale aangifte in. Er wordt keurig voor je uitgerekend of je iets terugkrijgt of niet. Is dat niet het geval, dan sluit je weer af zonder de aangifte te verzenden. Makkelijker kan ik het niet maken en het levert je gegarandeerd zo nu en dan een paar honderd extra euro‟s op. Om een digitale aangifte te kunnen verzenden of een toeslag te kunnen aanvragen, heb je een DiGiD code nodig. Deze kun je aanvragen op www.digid.nl
52
Typische valkuilen Ik geef je nog een lijst van punten waar het in de aangifte vaak mis gaat. Wellicht helpt het je nog wat extra euro‟s terug te halen en zo je laatste besparingen te realiseren. Je hebt al duizenden euro‟s bespaard, maar er is altijd wel ruimte voor een paar extra euro‟s, toch? BOX 1 - Als je i.p.v. loon een uitkering hebt genoten moet je dit inkomensdeel in een apart stukje opnemen in de aangifte. - Heb je reiskosten openbaar vervoer die je voor minimaal 70% zelf hebt betaald? Dan bestaat er kans op aftrek van deze kosten. - Ben je verhuisd van koopwoning naar koopwoning. Lees dan goed hoe je het onderdeel “woning verkocht, gekocht, verbouwd” moet invullen bij „eigen woning‟. Dit onderdeel bepaalt de aftrekbaarheid van je hypotheekrente. - Geef bij „eigen huis‟ de juiste WOZ waarde op. Vaak wordt een te hoge WOZ waarde opgegeven. De renteaftrek wordt dan minder. Het gaat om de WOZ waarde in het jaar voorafgaand aan het aangiftejaar. - Ook als je een privé lening hebt waarmee je een verbouwing hebt gefinancierd, dan is de rente op die lening ook fiscaal aftrekbaar! - Ontvang je alimentatie? Alleen alimentatie voor jezelf moet je fiscaal aangeven. Alimentatie voor de kinderen hoef je niet op te geven. - Ben je freelancer of heb je inkomsten uit overige werkzaamheden? Dan moet je deze ook apart opgeven. Bepaalde kosten mag je echter eerst van deze inkomsten aftrekken. Bestudeer deze lijst goed, dan betaal je weer een stuk minder belasting. - Heb je een lijfrentepolis? (zie ook STAP 4). Bereken goed of het nog wel aftrekbaar is. Is dit niet het geval? Vaak kun je nog onder de optie „reserveringsruimte‟ het nodige kwijt, waardoor het toch nog één of meerdere jaren aftrekbaar is. - Heb je kinderen uit een vorig huwelijk waarvoor je geen kinderbijslag ontvangt, maar waar je wel alimentatie voor betaalt of waar je aantoonbaar tenminste € 135,00 per maand aan uitgeeft? Je hebt dan recht op extra aftrek onder „uitgaven levensonderhoud kinderen‟ onder het kopje „aftrekposten‟.
53
-
Studiekosten en officiële giften zijn boven een bepaald drempelbedrag fiscaal aftrekbaar. Heb je dividendbelasting betaald over je aandelen (beleggingsrekening, beleggingsverzekering etc.), dan is deze dividendbelasting fiscaal aftrekbaar. Ben je een alleenstaande ouder? Er zijn een aantal extra aftrekposten voor deze groep. Zoek op „alleenstaande ouderkorting‟ in het aangifte help programma. Ben je een werkende student? Vaak kun je een aantrekkelijk bedrag terugkrijgen van de belasting. Laat dit elk jaar gewoon even controleren.
BOX 3 - Heb je veel vermogen? Denk er dan aan dat je schulden (niet zijnde de hypotheek van de hoofdwoning) hiermee mag verrekenen voordat wordt bepaald hoeveel spaarbelasting je moet betalen. - Heb je diverse kleinere kredieten? Voeg deze samen. Het kan ook een extra belastingvoordeel opleveren. - Als je in, door de belastingdienst genoemde, maatschappelijke, groene, of durfkapitaal beleggingen stapt, geldt hiervoor tot een bepaald bedrag vrijstelling van spaarbelasting voor. - Beleggings- en spaarverzekeringen van voor 1-9-1999 zijn vrijgesteld van spaarbelasting. Die moet je apart opgeven. De frustratie onder Nederlanders over het betalen van spaarbelasting is groot. Niet voor niets worden vele miljarden euro‟s in het buitenland geparkeerd. Een trend van de laatste jaren echter is dat de fiscus met steeds meer landen afspraken weet te maken over het opheffen van het bankgeheim. Hierdoor kun je lelijk door de mand vallen en geconfronteerd worden met een fikse boete over je spaargeld en andere vermogensbestanddelen in het buitenland. Het fysieke bezit van kunst, goud en zilver, zonder dit op te geven aan de fiscus, neemt ook steeds meer toe als vlucht voor spaarbelasting. Met de stijgende rendementen op bijvoorbeeld edelmetalen, die al jaren boven die van renterekeningen en beleggingsfondsen liggen, wordt het bezit ervan zelfs nog interessanter. Misschien komen over enkele jaren dan ook de soldaten weer aan huis om je kluis te inspecteren. ________________________________________________________________€€ 54
5.0 Slotwoord Dit was het! Alles behandeld in exact 55 pagina‟s, noig minder dan beloofd! Je reis met de eurocity heeft het eindstation bereikt. Je bent nu in staat om je financiële zaken goed op de rails te zetten. En het heeft je alleen wat tijd gekost! Ik hoop dat je het een mooie en leerzame reis vond. Maak het ritje gerust nog eens. Je ontdekt altijd weer nieuwe dingen. Ik hoop ook dat je met behulp van dit boek honderden en misschien wel duizenden euro‟s gaat besparen. Maar bovenal hoop ik dat je meer doelen in je leven zult bereiken met minder financiële zorgen. Ik heb op de volgende pagina‟s nog wat extra planningskaarten opgenomen. Deze kun je gebruiken als je financiële planning moet worden aangepast. In het paperback boek zijn dan nog blanco pagina‟s opgenomen voor aantekeningen die je wil maken tijdens gesprekken met adviseurs en berekeningen die je wil bewaren en is er een hoofdstuk 6 opgenomen voor een speciale restitutie. Vergeet niet nog even een review te plaatsen op de website www.fs6.nl. Andere mensen kunnen dan ook lezen hoe interessant dit boekje is. Nu je officieel Financieel Slim bent, wens ik je een prachtige financiële toekomst toe. Keep your costs low and let your money grow!
Jeffrey Leichel Financieel adviseur Erkend hypotheek adviseur BusinessCoach Productontwikkelaar Auteur financiële boeken Uitgever betaalde nieuwsbrief beleggingsmetaal
55
56
Aangepast plan Korte Termijn per datum
_____________
Vakantiekosten eerste 7 jaar (na aftrek vakantiegeld)… Andere auto………………………………………………… Eerste bedrag sparen voor aankoop huis………………. Sparen voor kinderkamer(s)……………………………… Kosten voor je speciale studie…………………………… Kosten trouw of verlovingsfeest…………………………. Kosten inrichting van je nieuwe woonruimte…………… Startkapitaal om ergens in te investeren……………….. ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 110*
€ ____________
* De factor 110 is gebaseerd op een looptijd van 8 jaar en 4% rente
Aangepast plan Middellange Termijn per datum
_____________
Studiekosten kinderen (€ 15.000 per kind)……………... Aanbetaling koopwoning (15% van de koopprijs)……… Studie voor een carrière switch (€ 10.000)…………….. Startkosten eigen bedrijf…………………………………. Sabbatical of wereldreis…………………………………. Cosmetische ingrepen…………………………………… Inventaris woning upgraden…………………………….. Kapitaal voor meerdere investeringen…………………. ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 360*
€ ____________
* De factor 360 is gebaseerd op een looptijd van 20 jaar en 4% rente
57
Aangepast plan Lange Termijn per datum
_____________
Berekening vroegpensioen. Neem je netto maandloon en vermenigvuldig dit met 13 (bij 4-wekelijks loon met 14). Dat heb je per jaar nodig. Wil je 3 jaar eerder stoppen? Vermenigvuldig dan het jaarbedrag met drie. e
Deel deze uitkomst door 850 als je voor je 30 begint. e e Deel deze uitkomst door 575 als je tussen je 30 en je 40 begint. e e Deel deze uitkomst door 225 als je tussen je 40 en je 50 begint. Netto maandloon
€_____________ x 13 of 14 = €_____________
x aantal jaren ______ = € ____________ : _____
= € _____________/mnd.
Reserveren voor ouderdomspensioen
€_____________/mnd.
Totaal overzicht nieuw plan per datum:
______________
A. Nodig voor korte termijn per maand B. Nodig voor middellange termijn per maand C. Nodig voor lange termijn
€_____________ €_____________ €_____________
D. Beschikbaar per maand
€_____________
58
Aangepast plan Korte Termijn per datum
_____________
Vakantiekosten eerste 7 jaar (na aftrek vakantiegeld)… Andere auto………………………………………………… Eerste bedrag sparen voor aankoop huis………………. Sparen voor kinderkamer(s)……………………………… Kosten voor je speciale studie…………………………… Kosten trouw of verlovingsfeest…………………………. Kosten inrichting van je nieuwe woonruimte…………… Startkapitaal om ergens in te investeren……………….. ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 110*
€ ____________
* De factor 110 is gebaseerd op een looptijd van 8 jaar en 4% rente
Aangepast plan Middellange Termijn per datum
_____________
Studiekosten kinderen (€ 15.000 per kind)……………... Aanbetaling koopwoning (15% van de koopprijs)……… Studie voor een carrière switch (€ 10.000)…………….. Startkosten eigen bedrijf…………………………………. Sabbatical of wereldreis…………………………………. Cosmetische ingrepen…………………………………… Inventaris woning upgraden…………………………….. Kapitaal voor meerdere investeringen…………………. ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 360*
€ ____________
* De factor 360 is gebaseerd op een looptijd van 20 jaar en 4% rente
59
Aangepast plan Lange Termijn per datum
_____________
Berekening vroegpensioen. Neem je netto maandloon en vermenigvuldig dit met 13 (bij 4-wekelijks loon met 14). Dat heb je per jaar nodig. Wil je 3 jaar eerder stoppen? Vermenigvuldig dan het jaarbedrag met drie. e
Deel deze uitkomst door 850 als je voor je 30 begint. e e Deel deze uitkomst door 575 als je tussen je 30 en je 40 begint. e e Deel deze uitkomst door 225 als je tussen je 40 en je 50 begint. Netto maandloon
€_____________ x 13 of 14 = €_____________
x aantal jaren ______ = € ____________ : _____
= € _____________/mnd.
Reserveren voor ouderdomspensioen
€_____________/mnd.
Totaal overzicht nieuw plan per datum:
______________
A. Nodig voor korte termijn per maand B. Nodig voor middellange termijn per maand C. Nodig voor lange termijn
€_____________ €_____________ €_____________
D. Beschikbaar per maand
€_____________
60
Aangepast plan Korte Termijn per datum
_____________
Vakantiekosten eerste 7 jaar (na aftrek vakantiegeld)… Andere auto………………………………………………… Eerste bedrag sparen voor aankoop huis………………. Sparen voor kinderkamer(s)……………………………… Kosten voor je speciale studie…………………………… Kosten trouw of verlovingsfeest…………………………. Kosten inrichting van je nieuwe woonruimte…………… Startkapitaal om ergens in te investeren……………….. ___________________________________ ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 110*
€ ____________
* De factor 110 is gebaseerd op een looptijd van 8 jaar en 4% rente
Aangepast plan Middellange Termijn per datum
_____________
Studiekosten kinderen (€ 15.000 per kind)……………... Aanbetaling koopwoning (15% van de koopprijs)……… Studie voor een carrière switch (€ 10.000)…………….. Startkosten eigen bedrijf…………………………………. Sabbatical of wereldreis…………………………………. Cosmetische ingrepen…………………………………… Inventaris woning upgraden…………………………….. Kapitaal voor meerdere investeringen…………………. ___________________________________ ___________________________________
€____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________ €____________
TOTAAL
€____________
Totaal bedrag delen door 360* =
€ ____________
* De factor 360 is gebaseerd op een looptijd van 20 jaar en 4% rente
61
Aangepast plan Lange Termijn per datum
_____________
Berekening vroegpensioen. Neem je netto maandloon en vermenigvuldig dit met 13 (bij 4-wekelijks loon met 14). Dat heb je per jaar nodig. Wil je 3 jaar eerder stoppen? Vermenigvuldig dan het jaarbedrag met drie. e
Deel deze uitkomst door 850 als je voor je 30 begint. e e Deel deze uitkomst door 575 als je tussen je 30 en je 40 begint. e e Deel deze uitkomst door 225 als je tussen je 40 en je 50 begint. Netto maandloon
€_____________ x 13 of 14 = €_____________
x aantal jaren ______ = € ____________ : _____
= € _____________/mnd.
Reserveren voor ouderdomspensioen
€_____________/mnd.
Totaal overzicht nieuw plan per datum:
______________
A. Nodig voor korte termijn per maand B. Nodig voor middellange termijn per maand C. Nodig voor lange termijn
€_____________ €_____________ €_____________
D. Beschikbaar per maand
€_____________
62