FIAT PANDA 603.46.346 NL AUTORADIO
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 1
F0G0503m
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
F0G0505m
AUTORADIO MET CD-SPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 2
AUTORADIO MET CD- EN MP3-SPELER
F0G0504m
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 3
INHOUD INLEIDING ............................................................................ TIPS ......................................................................................... - Verkeersveiligheid ............................................................. - Ontvangstomstandigheden .............................................. - Voorzorgsmaatregelen en onderhoud ......................... - Cassettes ............................................................................. - Compact Disc .................................................................... - Opmerkingen over CD’s .................................................
4 4 4 4 5 5 5 6
AUTORADIO MET CASSETTESPELER BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ...... ALGEMEEN ........................................................................... - Radio .................................................................................... - Cassettespeler .................................................................... - CD-speler ............................................................................ - Audiosysteem ..................................................................... - Diefstalbeveiliging .............................................................. VERKLARING ....................................................................... WERKING ............................................................................. Bedieningsknoppen op het stuurwiel .............................. Functies en instellingen ....................................................... Inbouwvoorbereiding telefoon ......................................... Radio (Tuner) ........................................................................ Menu ....................................................................................... Cassettespeler (Tape) ......................................................... Werking van de CD-wisselaar ......................................... Technische gegevens ...........................................................
7 12 12 12 13 13 13 15 18 18 20 24 25 38 41 45 45
AUTORADIO MET CD-SPELER BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ...... ALGEMEEN ........................................................................... - Radio .................................................................................... - CD-speler ............................................................................ - Audiosysteem ..................................................................... - Diefstalbeveiliging .............................................................. VERKLARING ....................................................................... WERKING ............................................................................. Bedieningsknoppen op het stuurwiel .............................. Functies en instellingen ....................................................... Inbouwvoorbereiding telefoon ......................................... Radio (Tuner) ........................................................................ Menu ....................................................................................... CD-speler .............................................................................. Werking van de CD-wisselaar .......................................... Technische gegevens ...........................................................
AUTORADIO MET CD/ MP3-SPELER
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ...... INLEIDING ............................................................................. MP3-speler ............................................................................. Menu ....................................................................................... Technische gegevens ...........................................................
51 56 56 57 57 57 59 62 62 64 68 69 82 87 92 97
99 104 104 111 116
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 4
INLEIDING
TIPS
De autoradio van de Fiat Panda is uitgerust met een audiocassettespeler (autoradio met cassettespeler), een CD-speler (autoradio met CD-speler) of een CD/MP3-speler (autoradio met CD/MP3-speler). De vormgeving en specificaties van het systeem zijn aangepast aan het interieur en sluiten aan bij het ontwerp van het dashboard. De autoradio is vast ingebouwd en kan aan geen enkele andere auto worden aangepast. De autoradio is op een ergonomische positie gemonteerd voor zowel de bestuurder als de passagier en met de symbolen op het front kunnen snel de eenvoudig te gebruiken bedieningsorganen worden herkend. De 5-CD-wisselaar (indien aanwezig) is in het dashboardkastje geplaatst.
Verkeersveiligheid Voordat u gaat rijden, raden wij u aan om vertrouwd te raken met de verschillende functies van de autoradio (bijv. het opslaan van stations). Ontvangstomstandigheden Tijdens het rijden wisselen de ontvangstomstandigheden voortdurend. De ontvangst kan gestoord worden door de aanwezigheid van bergen, gebouwen of bruggen, vooral als u ver verwijderd bent van de zender waarnaar u luistert. BELANGRIJK Bij verkeersinformatie kan het volume aanzienlijk toenemen in vergelijking tot de normale weergave.
Hieronder zijn tips en aanwijzingen opgenomen. Het verdient aanbeveling deze aandachtig te lezen. In deze aanwijzingen is ook de bediening van de CD-wisselaar (indien van toepassing) via de autoradio opgenomen. Zie voor het gebruik van de CD-wisselaar het betreffende instructieboekje.
ATTENTIE
4
Een te hoog volume tijdens het rijden kan zowel uw leven als het leven van anderen in gevaar brengen. Wij raden u dan ook aan om het volume altijd zo te regelen dat geluiden van buiten (bijv. claxons, sirenes van ambulance, brandweer, politie e.d.) hoorbaar blijven.
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 5
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud Zonder dat er speciale voorzorgsmaatregelen nodig zijn, is een lange levensduur van de speciaal ontworpen autoradio gegarandeerd. Wendt u bij storingen tot de Fiat-dealer. Maak het frontpaneel alleen met een zachte, droge en antistatische doek schoon. Schoonmaak- en glansmiddelen kunnen het front beschadigen. Cassettes Voor een perfecte weergave geven wij u de volgende tips: ❒ gebruik geen cassettes van een slechte kwaliteit of cassettes met vervormingen of loszittende etiketten; ❒ laat de cassette niet in de cassettespeler zitten als deze niet wordt gebruikt; ❒ steek geen andere voorwerpen in de cassetteopening; ❒ stel de cassette niet bloot aan zonnestraling, zeer hoge temperaturen of vocht; ❒ berg de cassettes na gebruik altijd op in de cassettedoosjes;
❒ gebruik voor een perfecte weergave bij voorkeur cassettes van het C-60 type en in ieder geval geen cassettes die langer dan 90 minuten duren; Het dunne bandje in cassettes met een lange speelduur kan bovendien makkelijk breken; ❒ gebruik geen cassettes waarvan het bandje is beschadigd; dit geldt vooral voor cassettes van het C-90 type. Als de cassette in de speler wordt gestoken, kan het bandje in het mechanisme lopen waardoor de cassettespeler blokkeert. Als het bandje niet strak is opgerold of bij soortgelijke problemen, wordt de cassette automatisch uitgeworpen; ❒ smeer het mechanisme van de cassettespeler niet; ❒ raak de koppen van de cassettespeler niet aan met magnetische of harde voorwerpen. CD’s Vuil, krassen of vervormingen kunnen sprongen in de geluidsweergave tot gevolg hebben en hebben een negatieve invloed op de geluidskwaliteit. Voor een perfecte weergave geven wij u de volgende tips: ❒ gebruik alleen CD’s met het merkteken:
❒ vuil op de koppen van de cassettespeler kan na verloop van tijd een vermindering van de hogetonenweergave veroorzaken. Wij raden u daarom aan om de koppen regelmatig met een reinigingscassette schoon te maken;
5
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 6
❒ verwijder eventuele vingerafdrukken en stof van het CD-oppervlak m.b.v. een zachte doek. Houd de CD bij de randen vast en reinig vanuit het midden naar de randen; ❒ Gebruik voor het schoonmaken nooit chemische producten (bijv. antistatische sprays of thinner) omdat hierdoor het oppervlak van de CD kan worden beschadigd. ❒ berg na het beluisteren de CD weer op in het doosje om te voorkomen dat er vlekken of krassen ontstaan die de weergave kunnen verstoren; ❒ stel de CD’s niet bloot aan warmtebronnen, zonnestraling of vocht om te voorkomen dat de CD’s vervormen; ❒ plak geen stickers op het CD-oppervlak en schrijf nooit met een pen of potlood op het weergaveoppervlak van de CD. Neem de CD uit het doosje door in het midden van het doosje te drukken en de CD aan de rand omhoog te trekken. Pak de CD altijd bij de rand vast. Raak nooit het oppervlak aan. Verwijder eventuele vingerafdrukken en stof van het CD-oppervlak m.b.v. een zachte doek. Houd de CD bij de randen vast en reinig de CD vanuit het midden naar de randen.
6
Gebruik geen CD’s met krassen, barsten of vervormingen, enz. Het gebruik van dergelijke CD’s kan storingen of schade veroorzaken. BELANGRIJK Gebruik geen in de handel verkrijgbare beschermfolies voor CD’s of CD’s met stabilisatoren enz. omdat deze kunnen vastlopen in het inwendige mechanisme en de CD kunnen beschadigen. BELANGRIJK Als u CD’s gebruikt die beschermd zijn tegen kopiëren, kan het enkele seconden duren voordat de CD wordt weergegeven. Nieuwe CD’s kunnen oneffenheden hebben rondom de randen. Als u deze CD’s gebruikt, kan het geluid van de radio ongewoon klinken. Verwijder de oneffenheden aan de randen.
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 7
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
F0G0500m
AUTORADIO MET CD/MP3-SPELER
001-050
7
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 8
Toets
Toetsen en frontpaneel
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Letter of symbool
8
RADIO Functie
1
AF-TA
2
PTY
3
¯˙
4 5 6
Cassette-opening SRC-SC
Eject Tape (cassette uitwerpen) Audiobron/Scan-functie selecteren
7
BN-AS
Golfband selecteren
8
N
Automatisch zoeken naar stations
9
˜
Handmatig zoeken naar stations
10
O
Automatisch zoeken naar stations
11 12
MENU-PS
Menu-functie/Scan-functie Handmatig zoeken naar stations
˚
÷
Alternatieve frequentie (AF)/Verkeersinformatie (TA) Programmatype
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
TA ON/OFF
AF ON/OFF
PTY ON/OFF
PTY: weergave geselecteerd programmatype
Draairichting cassette omkeren (reverse) Eject Tape (cassette) Cassettespeler, Radio of CD-wisselaar (indien aangesloten) selecteren FM1, FM2, FMT, MW, LW Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken + Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken + Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken Menu in-/uitschakelen Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
FM/AM-stations kort beluisteren Automatisch opslaan op de FMT-golfband Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken + Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken + Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken Voorkeuzestations kort beluisteren Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
11:32
Pagina 9
CASSETTE Kort indrukken (minder dan 2 sec.) TA ON/OFF
CD-wisselaar Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
AF ON/OFF
PTY ON/OFF
Kort indrukken (minder dan 2 sec.) TA ON/OFF
Lang indrukken (meer dan 2 sec.) AF ON/OFF
PTY ON/OFF
Reverse inschakelen
Reverse inschakelen
Eject Tape (cassette) Cassettespeler, Radio of CD-wisselaar (indien aangesloten) selecteren
Muziekstukken op cassette kort beluisteren
Eject Tape (cassette) Cassettespeler, Radio of CD-wisselaar (indien aangesloten) selecteren
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Muziekstukken op CD kort beluisteren Automatisch opslaan op de FMT-golfband
Automatisch opslaan op de FMT-golfband Volgend muziekstuk selecteren
Volgend muziekstuk selecteren (continu)
Volgende CD selecteren
Volgende CD selecteren (continu)
Snel vooruitspoelen (tot aan einde band)
Snel vooruitspoelen (tot aan einde band)
Volgend muziekstuk selecteren
Snel vooruitspoelen
Vorig muziekstuk selecteren
Vorig muziekstuk selecteren (continu)
Vorige CD selecteren
Vorige CD selecteren (continu)
Menu in-/uitschakelen Snel terugspoelen (tot aan einde band)
Snel terugspoelen (tot aan einde band)
Menu in-/uitschakelen Muziekstuk herhalen/vorig muziekstuk selecteren
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Snel terugspoelen
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
9
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 10
Toets
Toetsen en frontpaneel
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Letter of symbool
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
13
6
Voorkeuzestation 6
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 6
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 6
14
5-MIX
Voorkeuzestation 5/MIX-functie
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 5
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 5
15
4-RPT
Voorkeuzestation 4/ REPEAT-functie
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 4
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 4
16
3-II
Voorkeuzestation 3/Pauze weergave
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 3
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 3
17
2-M
Voorkeuzestation 2/DOLBY
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 2
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 2
18
1
Voorkeuzestation 1
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 1
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 1
19
AUD-LD
Audio-instellingen/Loudness
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
20
VOLUME –
Volumeregeling
Volumeregeling: verlagen
21
ON/z
Autoradio in-/uitschakelen
Bij ingeschakelde radio: Audio Mute in-/uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: radio inschakelen
22
10
RADIO Functie
VOLUME +
Volumeregeling
Volumeregeling: verhogen
Bij ingeschakelde autoradio: uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: inschakelen
11:32
Pagina 11
CASSETTESPELER Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
CD-wisselaar Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
MIX-functie in-/uitschakelen REPEAT-functie in-/uitschakelen Pauze cassetteweergave in-/uitschakelen
Pauze CD-weergave in-/uitschakelen
DOLBY B NR in-/uitschakelen
DOLBY B NR in-/uitschakelen
DOLBY B NR in-/uitschakelen
DOLBY B NR in-/uitschakelen
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
Volumeregeling: verlagen
Volumeregeling: verlagen
Volumeregeling: verhogen
Volumeregeling: verhogen
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
11
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 12
ALGEMEEN
❒ Scan (opgeslagen stations kort beluisteren).
Het apparaat heeft de volgende functies:
❒ Automatische stereo/mono-weergave.
RADIO
CASSETTE
❒ PLL-tuner voor de golfbanden FM/AM/MW/LW.
❒ Autoreverse.
❒ RDS (Radio Data System) met TA (verkeersinformatie) - PTY (Program Type) - EON (Enhanced Other Network) - REG (Regionale programma’s).
❒ Snel vooruit-/terugspoelen.
❒ AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS. AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ Voorbereid op ontvangst van alarmboodschappen. ❒ Automatisch/handmatig afstemmen. ❒ Handmatig opslaan van 30 stations: 18 op de FMgolfband (6 op FM1, 6 op FM2 en 6 op FMT), 6 op de MW-golfband en 6 op de LW-golfband. ❒ AUTOSTORE (automatisch opslaan van 6 stations op de FMT-band).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ DX/LO (instellen van de gevoeligheid voor het zoeken naar stations).
12
❒ Aanpassing op CrO2 cassettes. ❒ MSS (automatisch zoeken naar vorig/volgend muziekstuk). ❒ Repeat (muziekstuk herhalen). ❒ Scan (muziekstukken op cassette kort beluisteren). ❒ DOLBY B (systeem voor ruisonderdrukking) (*). ❒ Servo-bekrachtigd laden en uitwerpen van cassettes. (*) De Dolby-ruisonderdrukking wordt gefabriceerd onder licentie van de Dolby Laboratories Licensing Corporation. Dolby en het “D”-symbool M zijn door de Dolby Laboratories Licensing Corporation gedeponeerde handelsmerken.
11:32
Pagina 13
CD-SPELER (als een CD-wisselaar is geïnstalleerd) ❒ CD direct selecteren. ❒ Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit). ❒ Snel vooruit-/terugspoelen. ❒ Mix (willekeurige weergave van de muziekstukken). ❒ Repeat (muziekstuk herhalen). ❒ Scan (muziekstukken op CD kort beluisteren). AUDIOSYSTEEM ❒ Mute/Pauze. ❒ Loudness. ❒ Gescheiden regeling bassen/hoge tonen. ❒ Balansregeling kanalen rechts/links.
DIEFSTALBEVEILIGING De autoradio is voorzien van een diefstalbeveiliging die gebaseerd is op het invoeren van een geheime code. De geheime code wordt opgeslagen en moet iedere keer worden ingevoerd nadat de voedingsspanning van de autoradio onderbroken is geweest (bijv.: loskoppelen van de accu).
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Tijdens het invoeren van de code staat het opschrift “CODE” op het display. Zolang de juiste code niet is ingevoerd, kan het apparaat niet werken. De diefstalbeveiliging zorgt ervoor dat de autoradio onbruikbaar wordt als deze bij diefstal uit het dashboard wordt weggenomen. BELANGRIJK De geheime code moet ingevoerd worden als de autoradio in een andere auto gebruikt wordt, die verschillend is van de auto waarop de autoradio oorspronkelijk was geïnstalleerd.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Wendt u voor de installatie en aansluiting van de CD-wisselaar tot de Fiat-dealer. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
Op een multimedia-CD staan naast audiotracks ook gegevens geregistreerd. Het afspelen van dit type CD’s kan piepgeluiden op een zodanig volume opleveren, dat niet alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt, maar waardoor ook de eindversterker en de luidsprekers beschadigd kunnen worden.
13
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 14
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Geheime code invoeren Het invoeren van de geheime code voor de werking van de autoradio is noodzakelijk telkens na het onderbreken van de voeding van de autoradio. Als de radio op de voeding van de auto wordt aangesloten, verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “CODE” en verschijnen vervolgens vier streepjes “- - - -”. De geheime code bestaat uit vier cijfers tussen 1 en 6. Elk streepje staat voor een cijfer. AUTORADIO MET CD-SPELER
Druk voor het invoeren van het eerste cijfer op de betreffende voorkeuzetoets (tussen 1 en 6). Voer op dezelfde wijze de overige cijfers van de code in. Als de vier cijfers niet binnen 20 seconden worden ingevoerd, verschijnt op het display opnieuw gedurende 2 seconden het opschrift “CODE” en vervolgens vier streepjes “- - - -”. Dit wordt niet beschouwd als het invoeren van een verkeerde code.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Na het invoeren van het vierde cijfer (binnen 20 seconden) begint de radio te werken.
14
Als een verkeerde code wordt ingevoerd, hoort u een akoestisch signaal en verschijnt op het display gedurende 2 seconden het opschrift “CODE”; vervolgens verschijnen vier streepjes “- - - -” om aan te geven dat de juiste code moet worden ingevoerd. Iedere keer als een verkeerde code wordt ingevoerd, wordt de wachttijd waarna opnieuw een code kan worden ingevoerd, verhoogd (1 min, 2 min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min, 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24 uur), totdat de wachttijd van maximaal 24 uur is bereikt. Tijdens de automatische stationopslag, wordt het opschrift “WAIT” weergegeven. Als dit opschrift is verdwenen, kan een nieuwe invoerprocedure van de code worden gestart. CODE-card Dit document is het eigendomsbewijs van de autoradio. Op dit document staan het model, het serienummer en de geheime code van de autoradio aangegeven. De geheime code moet iedere keer worden ingevoerd nadat de voedingsspanning van de autoradio onderbroken is geweest. BELANGRIJK Bewaar dit document zorgvuldig, zodat u bij diefstal van de autoradio de gegevens aan de bevoegde instantie kunt overleggen.
11:32
Pagina 15
VERKLARING
Blank Skip
AF (Alternatieve frequentie)
Met deze functie wordt bij lege stukken op een cassettebandje snel vooruitgespoeld. Hierdoor wordt de wachttijd tussen muziekstukken of aan het einde van de band bekort.
Met deze functie blijft de radio afgestemd op het gekozen FM-station, waarbij eventueel op een andere zenderfrequentie van hetzelfde station wordt afgestemd als het signaal te zwak wordt. Het RDS-systeem controleert de sterkte en de kwaliteit van het ontvangen signaal en zoekt automatisch naar het station met het sterkste signaal. Autoreverse Met deze functie kunnen beide zijden van een cassette worden beluisterd zonder de cassette in het apparaat om te draaien. AutoSTore Met deze functie kunnen automatisch stations met het sterkste signaal worden opgeslagen. Balance Deze functie regelt de volumeverhouding tussen de linker en rechter luidsprekers. Bass (Lage tonen) Functie voor het regelen van de lage tonen.
CLR (Clear)
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Met deze functie kunnen een of alle muziekstukken van een CD uit het geheugen van de TPM-functie worden gewist. CD-wisselaar (indien aanwezig) Speler voor meerdere CD’s. Distant/Local (Dx/Loc-gevoeligheid) Hiermee kan de ontvangstgevoeligheid op twee niveaus worden aangepast. 1) Distant (maximum gevoeligheid) voor het afstemmen op alle stations, waarvan een signaal kan worden ontvangen. 2) Local (minimum gevoeligheid) voor het afstemmen op stations, waarvan het signaal sterk is, zoals lokale stations. Dolby B Systeem voor ruisonderdrukking voor cassettebandjes dat wordt gefabriceerd onder licentie van de “Dolby Laboratories Licensing Corporation”.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
15
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 16
EON (Enhanced Other Network)
Mute
Functie waarbij automatisch wordt afgestemd op een ander station, op het moment dat door het andere station verkeersinformatie wordt uitgezonden.
Met deze functie kan het volume van de ingeschakelde bron op nul worden gezet. Als er een mobiele telefoon op de autoradio is aangesloten, wordt deze functie bij een inkomend gesprek automatisch geactiveerd.
Fader Deze functie regelt de volumeverhouding tussen de luidsprekers voor en achter. Hicut (beperking van de hoge tonen)
AUTORADIO MET CD-SPELER
Deze functie beperkt de weergave van hoge tonen in relatie tot het ontvangen signaal. Loudness Deze functie versterkt automatisch de lage en hoge tonen bij het luisteren op een laag geluidsvolume. De functie schakelt uit bij een maximaal geluidsvolume. MSS (vorig/volgend muziekstuk selecteren)
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Met deze functie kan naar het vorige/volgende muziekstuk op de cassette geluisterd worden.
16
Voorkeuzestations Aantal radiostations dat met de hand of automatisch kan worden opgeslagen. PTY (Programmatype) Met deze functie kan een keuze worden gemaakt uit een bepaald programmatype, zoals nieuws en actualiteiten, muziek en sport. Het apparaat stemt automatisch af op programma’s van het gekozen type. RDS (Radio Data System) Dit is een informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz draaggolf bij normale FM-uitzendingen. Met deze functie kan verschillende informatie worden ontvangen, zoals de naam van het station waarop is afgestemd, de alternatieve ontvangstfrequenties, de automatische afstemming op verkeersinformatie of op bepaalde programma’s die met de PTY-functie geselecteerd zijn.
11:32
Pagina 17
REG (ontvangst van regionale uitzendingen)
PLL-tuner
Functie voor het afstemmen op lokale (regionale) stations.
Digitale afstemming via een Phase Lock Loop (fasegekoppelde kring) voor een optimale afstemming op radiostations.
Repeat (muziekstuk herhalen) Met deze functie wordt het weergegeven muziekstuk van een CD continu herhaald. Functie RM (Radio Monitor) Via deze functie kan naar de radio worden geluisterd tijdens het snel vooruit-/terugspoelen van de cassette. Scan Met deze functie worden alle opgeslagen radiostations ongeveer 10 seconden weergegeven of het begin van alle muziekstukken op een cassette of CD. Scrolling Functie voor ontvangst van diverse programma’s binnen hetzelfde netwerk (alleen FM-band).
Soft Mute Functie voor het geleidelijk verlagen en vervolgens verhogen van het geluidsniveau bij het in-/uitschakelen van de Mute-functie.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Sound Flavour Functie voor het verbeteren van de klankkleur in relatie tot het weergegeven muziektype (klassiek, jazz, rock, enz.). TA (Verkeersinformatie) Functie voor het weergeven van verkeersinformatie via de aangesloten stations, ook als op een ander station is afgestemd of naar een cassette of CD wordt geluisterd.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Treble (Hoge tonen) Functie voor het regelen van de hoge tonen.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
17
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 18
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
WERKING
(5) Multifunctionele toets: ❒ Radio: oproepen voorkeuzestation (van 1 tot 6)
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL (indien aanwezig) Ook op het stuurwiel zijn de bedieningsknoppen van de belangrijkste functies van de autoradio geplaatst, zodat u de autoradio nog eenvoudiger kunt bedienen: (1) Toets voor Mute-functie.
AUTORADIO MET CD-SPELER
(6) Multifunctionele toets: ❒ Cassettespeler: MSS-functie (vorig muziekstuk zoeken);
(3) Toets verlagen volumeniveau. (4) Toets voor golfbandkeuze (FM1, FM2, FMT, MW, LW) en keuze audiobron (Radio - Cassettespeler CD-wisselaar).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ CD-wisselaar: volgend muziekstuk kiezen. ❒ Radio: oproepen voorkeuzestation (van 6 tot 1);
(2) Toets verhogen volumeniveau.
18
❒ Cassettespeler: MSS-functie (volgend muziekstuk zoeken);
❒ CD-wisselaar: vorig muziekstuk kiezen.
H
F E
C
F0G0506m
11:32
Pagina 19
Toetsen volumeregeling/inschakeling Mutefunctie De toetsen voor het regelen van het volume (2) en (3) en voor het in-/uitschakelen van de Mute-functie (1) werken op dezelfde wijze als de overeenkomende toetsen op de autoradio. Toets golfbandkeuze en keuze audiobron Door telkens kort toets (4) in te drukken kunt u kiezen uit de beschikbare golfbanden en audiobronnen. De beschikbare golfbanden en audiobronnen zijn: FM1, FM2, FMT, MW, LW, CC (*), CDC (**). (*) Alleen als een cassette is geladen. (**) Alleen als de CD-wisselaar is aangesloten.
Multifunctionele toetsen (5) en (6) Met de multifunctionele toetsen (5) en (6) kunt u voorkeuzestations oproepen, het volgende/vorige muziekstuk zoeken als een cassette wordt beluisterd (MSS-functie) of het volgende/vorige muziekstuk selecteren als een CD wordt beluisterd. Druk op toets (5) voor het selecteren van de stations van 1 tot 6 of voor het beluisteren van het volgende muziekstuk op de cassette of CD. Druk op toets (6) voor het selecteren van de stations van 6 tot 1 of voor het beluisteren van het vorige muziekstuk op de cassette of CD.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
19
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 20
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
FUNCTIES EN INSTELLINGEN Functie IGN TIME (in-/uitschakelwijze) (indien aanwezig) Het apparaat schakelt in als u de toets “ON” (21) ingedrukt houdt. Als de contactsleutel in stand MAR staat, dan is de toets “ON” altijd verlicht om het inschakelen van de autoradio te vergemakkelijken.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Met deze functie kan de uitschakelwijze van de autoradio (2 mogelijkheden) worden ingesteld. De functie kan worden ingeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de gekozen wijze: ❒ “00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio wordt automatisch uitgeschakeld zodra u de contactsleutel in stand STOP draait;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio blijft 20 minuten ingeschakeld nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid.
20
BELANGRIJK Als de autoradio automatisch uitschakelt nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid (voor directe uitschakeling of uitschakeling na 20 minuten), dan schakelt hij automatisch weer in als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Als de autoradio daarentegen wordt uitgeschakeld door toets 21 “ON” in te drukken, en u de contactsleutel in stand MAR draait, dan blijft de autoradio uitgeschakeld.
Functies Radio/Cassette/CD-wisselaar selecteren Druk een aantal malen kort op toets 6 (SRC-SC) om achtereenvolgens de volgende functies te selecteren: ❒ TUNER (Radio); ❒ CASSETTE (Cassette) (alleen als een cassette is geladen); ❒ CHANGER (CD-wisselaar) (alleen als de CDwisselaar is aangesloten). Telkens als van audiobron is gewisseld wordt gedurende circa 2,5 seconden de gekozen functie op het display weergegeven: TUNER, CASSETTE of CHANGER. Hierna start de weergave van de geselecteerde audiobron.
11:32
Pagina 21
De niet te selecteren functies (bijv. “CASSETTE” als geen CASSETTE is ingestoken) worden automatisch overgeslagen. Als geen cassette is geladen en geen CDwisselaar aangesloten en u drukt op toets 6 (SRC-SC), dan verschijnt gedurende 2,5 seconde het opschrift “NO CD” op het display. Hierna wordt automatisch afgestemd op “TUNER” (Radio). Pauze-functie Als u naar een cassette of CD luistert en een andere functie selecteert (bijv. de radio), dan wordt de weergave onderbroken. Als de cassette of CD weer wordt gekozen, dan wordt de weergave hervat op het punt waarop de weergave was onderbroken. Als u naar de radio luistert en u selecteert een andere audiobron en daarna weer de radio, dan wordt afgestemd op het laatst gekozen station.
Volumeregeling Druk op toets “VOL+” (22) om het geluidsniveau te verhogen of op toets “VOL–” (20) om het niveau te verlagen. Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt enige seconden het opschrift “VOL” en het geluidsniveau (van 0 tot 66). Als het volume wordt gewijzigd tijdens de weergave van verkeersinformatie of tijdens een telefoongesprek (als de handsfree-kit is geïnstalleerd), dan wordt deze nieuwe instelling gehandhaafd tot het einde van de verkeersinformatie of het telefoongesprek. Het volume kan ook geregeld worden tijdens het handmatig/automatisch zoeken, het automatisch opslaan (AutoSTore), het kort beluisteren van radiostations of het inschakelen van de CD-wisselaar. BELANGRIJK Als bij uitvoeringen zonder luidsprekers achter het geluidsniveau laag is ook als een hoge waarde is ingesteld, moet gecontroleerd worden of de fader is ingesteld op de waarden “F” (voor). Als de fader daarentegen is ingesteld op de waarden “R” (achter), vermindert het uitgangsvermogen van de autoradio en wordt het volume op nul gezet als de fader is ingesteld op de waarde R+9.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
21
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 22
Mute-functie (volume op nul zetten)
Soft Mute-functie
Druk voor het inschakelen van de Mute-functie kort op toets/z (21). Het volume neemt geleidelijk af (Soft Mute-functie) en op het display verschijnt het opschrift “MUTE”.
Als de Mute-functie wordt in-/uitgeschakeld, neemt het volume geleidelijk af of toe (Soft Mute-functie). De Soft Mute-functie wordt ook ingeschakeld als u een van de zes voorkeuzetoetsen, de toets “BN” (7) of de toets “ON” (21) indrukt.
Druk voor het uitschakelen van de Mute-functie opnieuw kort op toets/z (21). Het volume wordt geleidelijk verhoogd (Soft Mute-functie) tot op het niveau dat oorspronkelijk voor het inschakelen van de Mute-functie was ingesteld.
AUTORADIO MET CD-SPELER
De Mute-functie wordt ook uitgeschakeld door op “VOL+” (22) of “VOL-” (20) te drukken: in dit geval wordt direct het volume gewijzigd. Bij ingeschakelde Mute-functie:
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ zijn alle overige functies bruikbaar;
22
Toonregeling (bassen/hoge tonen) Ga als volgt te werk: ❒ druk kort een aantal malen op toets 19 (AUD), totdat op het display het opschrift “BASS” of “TREBLE” (functie bassen of hoge tonen) verschijnt; ❒ druk op toets 8 (N) of 10 (O) voor het versterken/verzwakken van de bassen of hoge tonen.
❒ wordt bij verkeersinformatie (als de TA-functie is ingeschakeld) of bij ontvangst van een alarmbericht, de Mute-functie uitgeschakeld;
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller.
❒ wordt bij uitvoeringen met “Inbouwvoorbereiding Telefoon”, tijdens een inkomend telefoongesprek de Mute-functie genegeerd. Na beëindiging van het gesprek, wordt de functie weer ingeschakeld;
Op het display verschijnt gedurende 4 seconden de instelling voor de lage of hoge tonen (van -6 tot +6).
❒ hoort u een akoestisch signaal als bij ingeschakelde TA-functie het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt.
Ongeveer 4 seconden na de instelling verschijnt het hoofdscherm weer op het display van de radio.
11:32
Pagina 23
Balansregeling
Faderregeling
Ga als volgt te werk:
Ga als volgt te werk:
❒ druk kort een aantal malen op toets 19 (AUD), totdat op het display het opschrift “BALANCE” (functie balans) verschijnt;
❒ druk kort een aantal malen op toets 19 (AUD), totdat op het display het opschrift “FADER” (functie fader) verschijnt;
❒ druk op toets 8 (N) om het geluid uit de rechter luidsprekers te versterken of op toets 10 (O) om het geluid uit de linker luidsprekers te versterken.
❒ druk op toets 8 (N) om het geluid uit de luidsprekers achter te versterken of op toets 10 (O) om het geluid uit de luidsprekers voor te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt gedurende enige seconden de balansinstelling tussen R+9 en L+9 (R = rechts, L = links). Ongeveer 4 seconden na de instelling verschijnt het hoofdscherm weer op het display van de radio.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt gedurende enige seconden de balansinstelling tussen R+9 en F+9 (R = achter, F = voor). OPMERKING: De audio-instellingen (Bass, Treble, Fader, Balance) worden in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld (na het uitvoeren van de instellingen worden de waarden opgeslagen):
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ na ongeveer 4 seconden nadat de laatste instelling is uitgevoerd; ❒ als opnieuw op toets 19 (AUD) wordt gedrukt; AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
23
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 24
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
❒ als een instelling wordt uitgevoerd of een functie wordt uitgeschakeld waarvoor informatie op het display van de autoradio nodig is; ❒ als een nieuwe functie wordt ingeschakeld (bijv. TAfunctie, Tel Mute) of een cassette wordt ingestoken. BELANGRIJK Bij uitvoeringen zonder luidsprekers achter, moet de fader zijn ingesteld op de waarden “F” (voor), om te voorkomen dat het uitgangsvermogen van de autoradio vermindert en het volume op nul wordt gezet als de fader is ingesteld op de waarde R+9.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Loudness-functie Met de Loudness-functie verbetert de geluidsweergave, omdat de bassen en hoge tonen versterkt worden. De functie schakelt uit bij een maximaal geluidsvolume.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Houd voor het in-/uitschakelen van deze functie toets “AUD” (19) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. De werking van de functie (in- of uitgeschakeld) wordt enige seconden op het display aangegeven door het opschrift “LD ON” of “LD OFF”.
24
INBOUWVOORBEREIDING TELEFOON (indien aanwezig) Als op de auto een handsfree carkit is geïnstalleerd en u gebeld wordt, wordt het audiosysteem verbonden met de telefoon en de weergave van het radiostation of de CD onderbroken. Het volume van de telefoon is vast ingesteld, maar het is mogelijk het volume tijdens het gesprek te regelen met toets 22 (VOL+) voor het
verhogen van het volume of toets 20 (VOL–) voor het verlagen van het volume. Het vast ingestelde volume kan worden ingesteld met de functie “PHONE” van het menu (zie de paragraaf “MENU”) Alleen de volgende toetsen van de autoradio zijn actief tijdens een telefoongesprek: ❒ 20, 21 en 22 (ON , VOL+, VOL-: voor in-/ uitschakelen van de autoradio en regeling van het volume; ❒ 1 (AF-TA): verkeersinformatie. Tijdens het uitschakelen van het volume voor een telefoongesprek verschijnt op het display het opschrift “PHONE”. Tijdens een telefoongesprek zijn alle functies, met uitzondering van de functies AutoSTore en Search (werking selecteren), uitgeschakeld. De weergave van het telefoongesprek wordt onderbroken als er verkeersinformatie of een PTY31bericht wordt uitgezonden; als u het bericht wilt onderbreken, moet u op toets 15 (AF-TA) drukken. Bij ingeschakelde autoradio en uitgezette motor (contactsleutel in stand STOP) wordt bij een inkomend telefoongesprek de autoradio niet uitgeschakeld. Na beëindiging van het gesprek schakelt de autoradio automatisch uit.
11:32
Pagina 25
RADIO (Tuner)
Golfband selecteren
Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de audiobron ingeschakeld die voor het uitschakelen beluisterd werd (radio, cassettespeler of CD-wisselaar).
Druk bij ingeschakelde radio kort een aantal malen op toets 7 (BN-AS) om de gewenste golfband te selecteren.
Om de radio te selecteren tijdens het beluisteren van een cassette of CD, moet u kort een aantal malen op toets 6 (SRC-SC) drukken, totdat de radio wordt weergegeven.
Telkens als u op de toets drukt, wordt de volgende golfband geselecteerd in de volgorde “FM1”, “FM2”, “FMT”, “MW” en “LW”. De geselecteerde golfband wordt op het display weergegeven.
Als de radio is ingeschakeld, verschijnen op het display de naam (alleen RDS-stations) of de frequentie van het geselecteerde station, de geselecteerde golfband (bijv. FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv. P1 = station opgeslagen onder toets 1).
Er wordt afgestemd op het laatst geselecteerde station op de betreffende golfband, ook als het station niet onder een voorkeuzetoets was opgeslagen. Als het geselecteerde station is opgeslagen onder een van de voorkeuzetoetsen, verschijnt op het display enkele seconden het nummer van de voorkeuzetoets; daarna wordt de frequentie van het radiostation weer op het display weergegeven. De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 en FMT; de FMT-golfband is gereserveerd voor de stations die met de AutoSTore-functie automatisch worden opgeslagen.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
De radio is altijd ingesteld op de ontvangst van RDSstations (Radio Data System). AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
25
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 26
Voorkeuzetoetsen
Laatst beluisterde station opslaan
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6 (“18”, “17”, “16”, “15”, “14”, “13”) maken de volgende voorkeuzeinstellingen mogelijk: ❒ 18 stations op de FM-golfband (6 in FM1, 6 in FM2, 6 in FMT); ❒ 6 stations op de MW-golfband; ❒ 6 stations op de LW-golfband; ❒ 6 PTY programmatypes (alleen op FM-band als de PTY-functie is ingeschakeld).
De radio onthoudt automatisch naar welk station op de diverse golfbanden is geluisterd. Op dit station wordt afgestemd als de radio wordt ingeschakeld of wanneer van golfband wordt gewisseld.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Kies voor het oproepen van een voorkeuzestation de gewenste golfband en druk vervolgens kort op de betreffende voorkeuzetoets (tussen 1 en 6). Op het display verschijnt gedurende enige seconden het nummer van het voorkeuzestation en de bijbehorende frequentie, waarna de golfband en de naam van het RDS-station worden weergegeven.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Als van een voorkeuzestation geen PI-code (Program Index) wordt ontvangen, wordt deze code gezocht op een andere frequentie zodra de auto in een ander zendgebied komt. Op het display verschijnt het opschrift “SEARCH”.
26
Als de PI-code niet op de golfband gevonden kan worden, wordt afgestemd op de opgeslagen frequentie. Als langer dan 2 seconden de betreffende voorkeuzetoets wordt ingedrukt, wordt het geselecteerde station opgeslagen (de frequentie en de PI-code worden altijd opgeslagen). Als het station is opgeslagen, klinkt er een akoestisch signaal.
Automatische afstemming Druk kort op toets 8 (N) of 10 (O) om automatisch in de gekozen richting te zoeken naar het eerstvolgende station. Als de toets 8 (N) of 10 (O) langer wordt ingedrukt, dan start het snel zoeken: zodra op het eerstvolgende station is afgestemd, stopt het zoeken gedurende 1 seconde (in de mute-stand) voordat naar het volgende station wordt gezocht. Als de toets wordt losgelaten, wordt er afgestemd op het eerstvolgende te ontvangen station.
11:32
Pagina 27
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden.
Voor het starten van het handmatig afstemmen moeten de functies PTY en AF (alternatieve frequentie), indien ingeschakeld, worden uitgeschakeld.
Als de PTY-functie is ingeschakeld, wordt alleen naar PTY-stations gezocht. Tijdens het zoeken verschijnt op het display afwisselend het programmatype en het opschrift “SEARCH”.
Als de frequentie van het station waarop is afgestemd, overeenkomt met een station dat al is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, verschijnt enige seconden het nummer van de voorkeuzetoets op het display.
Als de frequentie van het station waarop is afgestemd, overeenkomt met een station dat al is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, verschijnt enige seconden het nummer van de voorkeuzetoets op het display. Handmatige afstemming U kunt handmatig de stations op de geselecteerde golfband zoeken. Ga als volgt te werk: ❒ selecteer de golfband met toets 7 (BN-AS): FM1, FM2, FMT, MW of LW; ❒ druk op toets 9 (˜) of 12 (÷) om in de gekozen richting te zoeken. Als toets 9 (˜) of 12 (÷) langer wordt ingedrukt, wordt er snel naar stations gezocht. Als de toets wordt losgelaten, stopt het zoeken.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Scan-functie (stations kort beluisteren) Houd toets 6 (SRC-SC) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort; de stations op de geselecteerde golfband (FM, MW, LW) worden kort weergegeven. Elk gevonden station wordt enkele seconden weergegeven en de naam en de frequentie knipperen op het display. Tijdens het zoeken verschijnt op het display enkele seconden het opschrift “FM SCAN”, “AM SCAN” of “PTY SCAN”. Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, dan wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden. Als de PTY-functie is ingeschakeld, wordt alleen naar PTY-stations gezocht.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
27
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 28
Als de Scan-functie wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld.
❒ als de functie PTY wordt in-/uitgeschakeld;
Als de Scan-functie is ingeschakeld, knipperen de naam van het station en de bijbehorende frequentie op het display.
❒ als op toets 11 (MENU-PS) of 19 (AUD) wordt gedrukt;
Als u bij ingeschakelde Scan-functie een geselecteerd station wilt blijven beluisteren, moet opnieuw op de toets “SRC” (6) worden gedrukt.
❒ als bij ingeschakelde TA-functie een station wordt gevonden dat verkeersinformatie uitzendt;
De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken:
Na het kort weergegeven van de stations op de golfband, wordt het afstemmen uitgeschakeld, ook als geen enkel station wordt geselecteerd.
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ als opnieuw op toets 6 (SRC-SC) wordt gedrukt; ❒ als op toets 8 (N) of 10 (O) of 9 (˜) of 12 (÷) wordt gedrukt (handmatig of automatisch afstemmen starten); ❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ als de AutoSTore-functie (automatisch opslaan) wordt ingeschakeld;
28
❒ als van golfband wordt gewisseld;
❒ als een cassette wordt ingestoken.
11:32
Pagina 29
Voorkeuzestations kort beluisteren Houd toets 11 (MENU-PS) ingedrukt om de voorkeuzestations op de geselecteerde golfband kort te beluisteren: ❒ FM: FM1 1, FM1 2,... FM1 6, FM2 1, FM2 2,... FM2 6, FMT 1, FMT 2,... FMT 6;
De Scan-functie van de voorkeuzestations wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als op de toets “BN” (7) wordt gedrukt; ❒ als opnieuw op toets 11 (MENU-PS) wordt gedrukt;
❒ MW: MW 1, MW 2,... MW 6;
❒ als op toets 8 (N) of 10 (O) of 9 (˜) of 12 (÷) wordt gedrukt (handmatig of automatisch afstemmen starten);
❒ LW: LW 1, LW 2,... LW 6.
❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt;
Alle voorkeuzestations worden enkele seconden weergegeven en, als het signaal sterk genoeg is, knipperen de naam en de frequentie op het display. Tijdens de overgang van het ene naar het andere voorkeuzestation verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “SCAN”
❒ als de AutoSTore-functie (automatisch opslaan) wordt ingeschakeld;
In de eerste 2 seconden waarin het nieuwe voorkeuzestation wordt beluisterd, wordt op het display de geselecteerde golfband getoond en het nummer van de voorkeuzetoets.
❒ als de FM-band of de geselecteerde golfband wordt gewijzigd;
❒ als de PTY-functie wordt in-/uitgeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld (Cassettespeler, CD-wisselaar);
❒ als op toets 19 (AUD) wordt gedrukt;
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, dan wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden.
❒ als bij ingeschakelde TA-functie een station wordt gevonden dat verkeersinformatie uitzendt;
Als de Scan-functie van de voorkeuzestations wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld.
Als geen enkel voorkeuzestation wordt geselecteerd, wordt het daarvoor geselecteerde station weergegeven.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ als een cassette wordt ingestoken. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
29
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 30
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Handmatig opslaan van een station Het station waarnaar u luistert, kan worden opgeslagen op de geselecteerde golfband onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen (“18”, “17”, “16”, “15”, “14”, “13”). Houd één van deze cijfertoetsen ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. Als het station is opgeslagen toont het display het nummer van de toets waaronder het station is opgeslagen.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Functie AutoSTore (automatische stationopslag) Voor het inschakelen van de functie AutoSTore (automatische opslag) moet u toets 7 (BN-AS) indrukken, totdat u een akoestisch signaal hoort. Met deze functie worden automatisch de 6 stations met het sterkste signaal op de FMT-golfband opgeslagen (in volgorde van afnemende sterkte).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
BELANGRIJK Als de Autostore-functie wordt ingeschakeld, worden de eerder opgeslagen stations op de FMT-golfband gewist.
30
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, worden alleen de stations opgeslagen die verkeersinformatie uitzenden. Deze functie kan ook worden ingeschakeld als u naar een cassette of de CDwisselaar (indien aangesloten) luistert.
Tijdens de automatische stationopslag knippert op het display het opschrift “A-STORE”. Om de AutoSTore-functie te onderbreken moet opnieuw op toets 7 (BN-AS) worden gedrukt: er wordt afgestemd op het station waarnaar u luisterde, voordat de functie werd ingeschakeld. Als de AutoSTore-functie is beëindigd, wordt automatisch afgestemd op het eerste voorkeuzestation op de FMT-golfband, dat is opgeslagen onder voorkeuzetoets 1 (18). Onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen (“18”, “17”, “16”, “15”, “14”, “13”) worden nu automatisch de stations opgeslagen die op dat moment op de geselecteerde golfband het sterkste signaal uitzenden.
11:32
Pagina 31
De autoradio werkt tijdens ingeschakelde Autostorefunctie als volgt: ❒ als de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld; ❒ als u op een van de functietoetsen van de radio, bijv. 2 (PTY), 8 (N), 9 (˜), 10 (O), 12 (÷), (13), (14), (15), (16), (17), (18) drukt, dan wordt de automatische stationopslag onderbroken, wordt afgestemd op het station waarnaar u luisterde voordat de Autostore-functie werd ingeschakeld en wordt de functie van de ingedrukte toets uitgevoerd; ❒ als u op toets 1 (AF-TA) drukt tijdens de automatische stationopslag, wordt deze laatste onderbroken, de TA-functie (verkeersinformatie) in-/ uitgeschakeld en wordt een nieuwe, automatische stationopslagprocedure gestart; ❒ als van audiobron (Radio, Cassettespeler, CDwisselaar) wordt gewisseld tijdens de automatische stationopslag, wordt de Autostore-functie niet onderbroken; ❒ als is afgestemd op de MW- of LW-golfband en de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld, dan wordt automatisch de FMT-golfband geselecteerd, waarop de functie wordt uitgevoerd. BELANGRIJK Soms slaagt de functie Autostore er niet in 6 stations met een voldoende sterk signaal te vinden. In dat geval worden de vrije voorkeuzetoetsen ongeveer 2 seconden op het display weergegeven door 4 streepjes en wordt op het laatst beluisterde station afgestemd.
Opgeslagen stations beluisteren Ga als volgt te werk: ❒ selecteer de gewenste golfband (FM, MW, LW); ❒ druk kort op één van de zes voorkeuzetoetsen. Op het display verschijnt een nummer dat overeenkomt met het nummer van de toets. Op de FM1-, FM2- en FMT-golfband wordt, als de ontvangst niet goed is en de AF-functie (zoeken naar alternatieve frequentie) is ingeschakeld, automatisch gezocht naar een station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt. AF-functie (zoeken naar alternatieve frequentie) Met het RDS-systeem kan de autoradio op twee verschillende manieren werken: ❒ “AF ON”: zoeken naar alternatieve frequentie ingeschakeld (op het display verschijnt het opschrift “AF”);
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ “AF OFF”: zoeken naar alternatieve frequentie uitgeschakeld. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
31
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 32
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Als het signaal van het RDS-station zwakker wordt, zijn er twee mogelijkheden: ❒ bij “AF ON” en ingeschakeld RDS-systeem wordt, bij stations die deze functie ondersteunen, automatisch afgestemd op de optimale frequentie van de geselecteerde golfband; er wordt dus automatisch afgestemd op het station met het sterkste signaal, dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens het rijden kunt u zo blijven luisteren naar het geselecteerde station, zonder dat u op een andere frequentie hoeft af te stemmen als u in een ander gebied komt. Uiteraard moet het station ontvangen kunnen worden in het betreffende gebied. ❒ Bij “AF OFF” wordt niet automatisch op het station afgestemd met het sterkste signaal en moet handmatig gezocht worden naar het sterkste station met behulp van de afstemtoetsen.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Houd voor het in-/uitschakelen van de AF-functie toets 1 (AF-TA) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. De RDS-naam (indien beschikbaar) blijft op het display weergegeven en, als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt het opschrift “AF”.
32
Als de radio is afgestemd op de AM-golfband en toets 1 (AF-TA) wordt ingedrukt, dan wordt overgeschakeld naar de FM1-golfband en afgestemd op het laatst beluisterde station.
TA-functie (verkeersinformatie) Enkele stations op de FM-golfband (FM1, FM2 en FMT) zenden ook verkeersinformatie uit. In dat geval verschijnt op het display het opschrift “TP”. Druk voor het in-/uitschakelen van de TA-functie (verkeersinformatie) kort op toets 1 (AF-TA). De weergave en bijbehorende opschriften op het display zijn: ❒ TA en TP: als is afgestemd op een station dat verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is ingeschakeld; ❒ TP: als is afgestemd op een station dat verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is uitgeschakeld ❒ TA(*): als is afgestemd op een station dat geen verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is ingeschakeld ❒ TA en TP niet aanwezig op het display: als is afgestemd op een station dat geen verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is uitgeschakeld. (*) Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld maar het geselecteerde station zendt geen verkeersinformatie uit, hoort u iedere 30 seconden een akoestisch signaal.
11:32
Pagina 33
Met de TA-functie (verkeersinformatie) is het mogelijk: 1) RDS-stations te zoeken die verkeersinformatie uitzenden op de FM-golfband; 2) verkeersinformatie te ontvangen ook als de cassettespeler of CD-wisselaar is ingeschakeld; 3) verkeersinformatie te ontvangen op een vooraf ingesteld laag geluidsniveau, ook als het volume van de autoradio op nul staat. Hierna staan de benodigde instellingen voor de drie hierboven beschreven omstandigheden. 1) Voor ontvangst van stations die verkeersinformatie kunnen uitzenden: ❒ selecteer de FM1-, FM2- of FMT-golfband; ❒ druk kort op toets 1 (AF-TA) zodat op het display het opschrift “TA” verschijnt; ❒ druk op de afstemtoets “˜” (9) of “÷” (12). Voor het opslaan van de stations met ingeschakelde TA-functie, moeten de handelingen voor het opslaan worden uitgevoerd (zie paragraaf “Handmatig opslaan van een station”).
2) Als u verkeersinformatie wilt ontvangen tijdens het beluisteren van een cassette of een CD, moet, voordat de cassette wordt ingestoken of de CD-wisselaar wordt ingeschakeld, eerst op een station worden afgestemd dat geschikt is voor het uitzenden van verkeersinformatie (TP) en de TA-functie worden ingeschakeld. Op deze wijze wordt het beluisteren van een cassette onderbroken als er verkeersinformatie wordt uitgezonden, waarbij de weergave van de cassette stopt en na het einde van het bericht automatisch weer start. Als de verkeersinformatie wordt ontvangen, verschijnt op het display kort het opschrift “INFO TRA”, terwijl op het display het laatste opschrift (frequentie enz.) blijft weergegeven. Als de cassettespeler al werkt en u wilt tegelijkertijd verkeersinformatie ontvangen, moet kort op toets 1 (AF-TA) worden gedrukt; er wordt afgestemd op het laatst beluisterde station op de FM-band, de TAfunctie wordt ingeschakeld en er wordt verkeersinformatie uitgezonden. Als het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt, wordt automatisch naar een station gezocht dat wel verkeersinformatie uitzendt. Als u de verkeersinformatie wilt onderbreken, druk dan kort op toets 1 (AF-TA) tijdens het uitzenden van de informatie.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
33
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 34
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
3) Verkeersinformatie ontvangen als niet naar de radio wordt geluisterd: ❒ schakel de TA-functie in door kort op toets 1 (AFTA) te drukken, zodat op het display het opschrift “TA” verschijnt; ❒ stem af op een station dat verkeersinformatie kan uitzenden, zodat op het display het opschrift “TP” verschijnt; breng het volumeniveau naar nul door toets 20 (VOL–) ingedrukt te houden.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Op deze wijze wordt er verkeersinformatie via dit station weergegeven op een vooraf ingesteld minimum volume. BELANGRIJK In enkele landen bestaan radiostations die bij ingeschakelde TP-functie (op het display verschijnt het opschrift “TP “) geen verkeersinformatie uitzenden.
Als is afgestemd op de AM-golfband, dan wordt als toets 1 (AF-TA) wordt ingedrukt, afgestemd op het laatst beluisterde station op de FM1-golfband. Als het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt (opschrift “TP” niet aanwezig op het display), wordt automatisch naar een station gezocht dat wel verkeersinformatie uitzendt. Het geluidsniveau van de verkeersinformatie is afhankelijk van het ingestelde volume: ❒ ingestelde volume lager dan de waarde 20: geluidsniveau van de verkeersinformatie gelijk aan 20 (vaste waarde); ❒ ingestelde volume lager dan de waarde 30: geluidsniveau van de verkeersinformatie gelijk aan het normale volume +1. Als het volume tijdens een verkeersbericht wordt gewijzigd, wordt de waarde niet op het display weergegeven en wordt de nieuwe waarde alleen aangehouden voor het verkeersbericht dat wordt uitgezonden.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Als u het ontvangstgebied verlaat van het station waarnaar u luistert, kan, afhankelijk van de ingeschakelde audiobron, het volgende gebeuren:
34
❒ bij ingeschakelde Radio: iedere 30 seconden klinkt er een akoestisch signaal; ❒ bij ingeschakelde Cassettespeler, CD-wisselaar (indien aangesloten), Telefoon of Mute: er wordt gezocht naar een station dat verkeersinformatie kan uitzenden. Tijdens de verkeersinformatie kunnen de audiofuncties worden ingeschakeld met toets 19 (AUD-LD).
11:32
Pagina 35
BELANGRIJK Als de TA-functie is ingeschakeld en het station waarop is afgestemd geen verkeersinformatie uitzendt of niet meer in staat is verkeersinformatie uit te zenden (op het display verschijnt niet het opschrift “TP”), dan gebeurt na ongeveer 1 minuut het volgende: ❒ als u naar een cassette luistert, dan wordt automatisch naar een ander station gezocht dat verkeersinformatie kan uitzenden; ❒ als u naar de radio luistert, hoort u een akoestisch signaal; dit signaal geeft aan dat het niet mogelijk is verkeersinformatie te ontvangen; om dit signaal te onderbreken moet op een station worden afgestemd dat wel verkeersinformatie uitzendt, of de TA-functie moet worden uitgeschakeld. De TA-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als bij ingeschakelde radio op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt tijdens het uitzenden van verkeersinformatie; ❒ als op toets 6 (SRC-SC) wordt gedrukt tijdens het uitzenden van verkeersinformatie; ❒ als het automatisch/handmatig zoeken naar stations wordt gestart of als via AutoSTore naar stations wordt gezocht; ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld.
Ontvangst van alarmberichten De autoradio is bij ingeschakeld RDS voorbereid op de ontvangst van alarmberichten in geval van uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen die gevaar kunnen opleveren (aardbevingen, overstromingen, enz.). Deze berichten worden uitgezonden op het station waarop is afgestemd.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld. PTY-functie (Program Type) (programmatype selecteren) De functie PTY (Program Type) maakt het mogelijk (indien door het station ondersteund) om naar stations met een bepaald type programma te luisteren. De PTY-programma’s kunnen alarmberichten of andere programma’s (bijv. muziekprogramma’s, nieuws en actualiteiten) zijn. Druk voor het inschakelen van de PTY-functie kort op toets 2 (PTY) totdat op het display het opschrift “PTY” verschijnt en het programmatype van het laatst beluisterde station (bijv. “NEWS”). Na ongeveer 2 seconden wordt de naam van het station of de frequentie weergegeven. BELANGRIJK Voor het inschakelen van de PTY-functie moet zijn afgestemd op de FM-golfband.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
35
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 36
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Als het station geen PTY-programma uitzendt, verschijnt op het display enkele seconden het opschrift “NO-PTY “. De lijst bevat de volgende PTY-programma’s: NEWS Nieuwsuitzendingen AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s INFO Informatieprogramma’s SPORT Sportuitzendingen EDUCATE Educatieve programma’s AUTORADIO MET CD-SPELER
DRAMA Hoorspelen en lezingen CULTURE Cultuurprogramma’s SCIENCE Wetenschappelijke programma’s VARIED Diverse andere programma’s POP M Popmuziek ROCK M Rockmuziek EASY M Easy listening
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
LIGHT M Licht-klassieke muziek
36
CLASSICS Klassieke muziek OTHER M Andere muziekprogramma’s WEATHER Weerberichten
FINANCE Economisch nieuws CHILDREN Kinderprogramma’s SOCIAL Sociale informatie RELIGION Religieuze/filosofische programma’s PHONE IN Inbel-programma’s (anders dan de functie “Phone In” die alleen kan worden ingeschakeld als er een handsfree mobiele telefoon is aangesloten) TRAVEL Toeristische informatie LEISURE Vrije tijd en hobby’s JAZZ Jazzmuziek COUNTRY Countrymuziek NATION M Nationale programma’s OLDIES Golden Oldies FOLK M Folkmuziek DOCUMENT Radiodocumentaires
11:32
Pagina 37
Ga voor het wijzigen van het PTY-programmatype als volgt te werk:
PTY-programmatype van het station controleren
❒ druk op één van de zes voorkeuzetoetsen;
Om het PTY-programmatype van het beluisterde station te herkennen, moet toets 2 (PTY) ingedrukt worden gehouden, totdat u een akoestisch signaal hoort. Na het akoestische signaal verschijnt op het display het programmatype (zie de vorige paragraaf) dat door het station waarop is afgestemd, wordt aangeboden. Als het station geen enkele PTY-code uitzendt, verschijnt op het display het opschrift “NOPTY”. Na enkele seconden wordt op het display opnieuw de RDS-naam of de frequentie van het station weergegeven.
of ❒ druk op toets 9 (˜) of 12 (÷). Als op het display in plaats van het programmatype de frequentie of de naam van het station verschijnt, druk dan op toets 9 (˜) of 12 (÷); het op dat moment geselecteerde programma wordt weergegeven. Om het huidige programmatype onder één van de 6 voorkeuzetoetsen op te slaan, moet u de voorkeuzetoets even ingedrukt houden. Als het programmatype is opgeslagen, hoort u een akoestisch signaal. Zie de paragrafen “Automatische afstemming” en “Scan-functie (stations kort beluisteren)” om naar een station met het gewenste programmatype te zoeken. Als geen enkel station het geselecteerde programmatype uitzendt, hoort u een akoestisch signaal, wordt afgestemd op het laatst geselecteerde station en verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “NO-PTY”. Druk voor het uitschakelen van de PTY-functie opnieuw kort op toets 2 (PTY): op het display verschijnt de indicatie (frequentie enz...) die actief was voor de PTY-functie.
EON-functie (Enhanced Other Network) In enkele landen zijn netwerken geformeerd van meerdere stations die verkeersinformatie uitzenden. Als dit het geval is, wordt het programma van het station waarnaar u luistert tijdelijk onderbroken voor verkeersinformatie (alleen bij ingeschakelde TAfunctie), op het moment dat een van de stations van hetzelfde netwerk verkeersinformatie uitzendt.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
37
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 38
Doorlopen van de programma’s
MENU
Het is mogelijk diverse programma’s te ontvangen binnen hetzelfde netwerk en deze te doorlopen (alleen op de FM-golfband).
Functies van toets 11 (MENU-PS)
Houd voor het inschakelen van deze functie toets 1 (AF-TA) voor het inschakelen van de AF-functie, ingedrukt. Vervolgens kunt u de golfband doorlopen met toets 9 (˜) of 12 (÷). BELANGRIJK Het programma moet ten minste een keer eerder ontvangen zijn.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Uitzendingen in stereo Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt de weergave automatisch veranderd van stereo in mono.
Druk voor het inschakelen van de Menu-functie kort op toets 11 (MENU-PS). Op het display verschijnt het opschrift “MENU”. Na ongeveer 2 seconden verschijnt op het display het opschrift “MEN REG-ON”. De menu-functies kunnen worden doorlopen met toets 8 (N) of 10 (O). De geselecteerde functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de huidige status van de geselecteerde functie. De menufuncties zijn: ❒ REG (regionale programma’s); ❒ CDC DISP (instelling display van CD-wisselaar, indien aanwezig); ❒ SENS DX/LO (ontvangstgevoeligheid);
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ RM (Radio-Monitor);
38
❒ PHONE (volume van de telefoon, indien geïnstalleerd); ❒ HICUT (beperking van de hoge tonen); ❒ IGN TIME (uitschakelwijze). Druk om het Menu te verlaten opnieuw op toets 11 (MENU-PS).
11:32
Pagina 39
Functie REG (ontvangst van regionale uitzendingen) Enkele nationale stations zenden, op bepaalde uren van de dag regionale programma’s uit die per gebied verschillen. Met deze functie wordt alleen op lokale (regionale) stations afgestemd. Als u naar een regionaal programma luistert en u wilt naar dit station blijven luisteren, moet deze functie worden ingeschakeld. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “REG ON”: functie ingeschakeld;
Functie CD-wisselaar (weergave van de gegevens van de CD-wisselaar) (indien geïnstalleerd) Deze functie kan alleen worden gekozen als een CDwisselaar is aangesloten. In dat geval verschijnt op het display het opschrift “CDC DISP”. De functie kan worden gewijzigd met toets 9 (˜) of 12 (÷). Er zijn twee instellingen mogelijk: ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk);
❒ “REG OFF”: functie uitgeschakeld.
❒ “CD NR” (nummer van de CD).
Als de functie is uitgeschakeld en u hebt afgestemd op een regionaal station dat in een bepaald gebied uitzendt, dan zult u als u in een ander gebied komt, het regionale station van dat nieuwe gebied ontvangen.
Functie SENS DX/LO (regeling ontvangstgevoeligheid)
BELANGRIJK Als de functie is uitgeschakeld (“REGOFF”) en de AF-functie is ingeschakeld (alternatieve frequentie), wordt automatisch afgestemd op de optimale frequentie van het geselecteerde station.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Met deze functie kan de ontvangstgevoeligheid bij het automatisch afstemmen automatisch worden gewijzigd. Als de lage ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY LO”, wordt alleen gezocht naar stations met een optimale ontvangst; als de hoge ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY DX”, wordt daarentegen naar alle stations gezocht. Als u zich echter in een gebied bevindt waarin vele stations uitzenden en u alleen die stations wilt selecteren met het sterkste signaal, moet de lage ontvangstgevoeligheid “SENS LO” worden ingesteld.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
39
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 40
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
De ontvangstgevoeligheid kan worden ingesteld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “SENS LO”: lage ontvangstgevoeligheid; ❒ “SENS DX”: hoge ontvangstgevoeligheid.
Functie PHONE (volumeregeling van de telefoon) Met deze functie kan het volume van de telefoon worden geregeld (instellingen van 1 tot 66) of uitgeschakeld (instelling OFF).
Functie RM (Radio Monitor)
Het volume kan worden geregeld of uitgeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷).
Met deze functie kan naar de radio worden geluisterd tijdens het vooruit-/terugspoelen van de cassette.
Op het display verschijnt de huidige status van de functie:
Normaal wordt de radio niet weergegeven tijdens het vooruit-/terugspoelen van een cassette. Schakel de RM-functie in als u tijdens het spoelen naar de radio wilt luisteren.
❒ “PHONE”: functie ingeschakeld;
De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “RM ON”: functie ingeschakeld; ❒ “RM OFF”: functie uitgeschakeld.
❒ “PHONE 23”: functie ingeschakeld en volume ingesteld op 23; ❒ “OFF”: functie uitgeschakeld. Functie HICUT (beperking van de hoge tonen) Deze functie beperkt de weergave van hoge tonen in relatie tot het ontvangen signaal. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 9 ( ˜) of 12 (÷).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Op het display verschijnt de huidige status van de functie:
40
❒ “HICUT ON”: functie ingeschakeld; ❒ “NO HICUT”: functie uitgeschakeld.
11:32
Pagina 41
Functie IGN TIME (uitschakelwijze) (indien aanwezig) Met deze functie kan de uitschakelwijze van de autoradio (2 mogelijkheden) worden ingesteld. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 9 (˜) of 12 (÷). Op het display verschijnt de gekozen wijze: ❒ “00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio wordt automatisch uitgeschakeld zodra u de contactsleutel in stand STOP draait; ❒ “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio blijft maximaal 20 minuten ingeschakeld nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid. BELANGRIJK: Als de autoradio automatisch uitschakelt nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid (voor directe uitschakeling of uitschakeling na 20 minuten), dan schakelt hij automatisch weer in als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Als de autoradio daarentegen wordt uitgeschakeld door toets 21 (ON/OFF) in te drukken, en u de contactsleutel in stand MAR draait, dan blijft de autoradio uitgeschakeld.
CASSETTESPELER (TAPE) Cassettespeler inschakelen Voor het inschakelen van de cassettespeler moet, ook als de autoradio is uitgeschakeld, een cassette in de opening (4) worden gestoken met de bandopening naar rechts gekeerd.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Als er al een cassette in de opening zit, druk dan op toets 6 (SRC-SC) om de cassettespeler te selecteren. De weergave start automatisch. Cassette weergeven Na het inschakelen van de cassettespeler, start de weergave van de cassette automatisch en verschijnt op het display het opschrift “SIDE A” (kant A) of “SIDE B” (kant B), afhankelijk van de zijde van de cassette die wordt weergegeven. Als u de cassette plaatst, start de weergave vanaf kant A. Als al een cassette is geladen, verschijnt op het display het opschrift “CC-IN”. Dit opschrift blijft op het display staan, ook als u een andere functie selecteert (Radio of CD wisselaar). Het opschrift verdwijnt na het uitwerpen van de cassette.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
41
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 42
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Draairichting omkeren Als het einde van de cassette is bereikt, wordt automatisch de andere kant van de cassette weergegeven (functie Autoreverse). Op het display wordt de kant getoond die wordt weergegeven. Als u de draairichting van de cassette voor het einde wilt omkeren, moet u op toets 3 (¯ ˙) drukken (Reverse-functie); de aanduiding op het display verandert.
AUTORADIO MET CD-SPELER
MSS-functie (vorig/volgend muziekstuk zoeken) Druk kort op toets 8 (N) om het volgende muziekstuk op de cassette te beluisteren of op toets 10 (O) om het vorige muziekstuk te beluisteren.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Tijdens het vooruitspoelen verschijnt op het display het opschrift “MSS FF” gevolgd door het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen.
42
Als u toets 8 (N) of 10 (O) ingedrukt houdt, wordt steeds het volgende/vorige muziekstuk geselecteerd. Houd deze toetsen ingedrukt om het gewenste aantal muziekstukken vooruit/achteruit te gaan.
Tijdens het terugspoelen verschijnt op het display het opschrift “MSS FR” gevolgd door het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen. De MSS-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als van audiobron wordt gewisseld; ❒ als de cassette wordt uitgeworpen; ❒ als de draairichting van de cassette wordt omgekeerd; ❒ als een functie wordt in-/uitgeschakeld waarvoor nieuwe informatie op het display nodig is; ❒ als de autoradio wordt uitgeschakeld; ❒ als de functies TA (verkeersinformatie) en Tel-mute worden ingeschakeld en als een alarmbericht wordt ontvangen (PTY31). Na het bericht wordt de weergave weer hervat; ❒ als op toets 9 (˜) of 12 (÷) wordt gedrukt.
11:32
Pagina 43
Snel vooruit-/terugspoelen
Pauze-functie
Druk voor het snel vooruitspoelen op toets 9 (˜) of 12 (÷) afhankelijk van de draairichting van de cassette. Op het display verschijnt een aanduiding van de geselecteerde richting:
Druk om de cassettespeler in de pauze-stand te zetten op toets 16 (3-II). Op het display verschijnt het opschrift “PAUSE”. Druk om de weergave te hervatten opnieuw op toets 16 (3-II).
❒ “FORWARD” (vooruit);
De pauze-functie wordt automatisch uitgeschakeld als van audiobron wordt gewisseld.
❒ “REWIND” (terug). Om het snel vooruit-/terugspoelen te onderbreken, moet nogmaals op toets 9 (˜) of 12 (÷) worden gedrukt. Het snel vooruit-/terugspoelen wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als van audiobron wordt gewisseld; ❒ als de cassette wordt uitgeworpen; ❒ als de draairichting van de cassette wordt omgekeerd; ❒ als een functie wordt in-/uitgeschakeld waarvoor nieuwe informatie op het display nodig is; ❒ als de autoradio wordt uitgeschakeld; ❒ als de functies TA (verkeersinformatie) en Tel-mute worden ingeschakeld en als een alarmbericht wordt ontvangen (PTY31). Na het bericht wordt de weergave weer hervat; ❒ als op toets 8 (N) of 10 (O) wordt gedrukt.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Scan-functie (muziekstukken kort beluisteren) Met deze functie kan het begin van alle muziekstukken op de cassette kort beluisterd worden. Houd toets 6 (SRC-SC) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort, om de eerste 10 seconden van ieder muziekstuk op de cassette weer te geven. Tijdens de weergave van het muziekstuk en het zoeken naar het begin van het volgende muziekstuk, verschijnt op het display het opschrift “SCAN”. Druk opnieuw op toets 6 (SRC-SC) om tijdens het beluisteren van een muziekstuk de functie te onderbreken: het opschrift “SCAN” verdwijnt van het display en de cassette wordt vanaf dat muziekstuk weergegeven.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
43
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 44
Weergavevolgorde van de muziekstukken:
DOLBY B
❒ vanaf het weergegeven muziekstuk tot aan het einde van de muziekstukken op dezelfde zijde van de cassette;
Druk op toets 17 (2-M) voor het in-/uitschakelen van de functie Dolby B (systeem voor ruisonderdrukking dat wordt gefabriceerd onder licentie van de “Dolby Laboratories Licensing Corporation”. Dolby en het symbool “M” zijn door de Dolby Laboratories Licensing Corporation gedeponeerde handelsmerken.
❒ als de draairichting wordt omgekeerd, worden alle muziekstukken van die zijde kort weergegeven; ❒ als de draairichting wordt omgekeerd, worden alle muziekstukken van die zijde kort weergegeven; Als alle muziekstukken aan beide zijden van de cassette kort zijn weergegeven, wordt de functie uitgeschakeld.
AUTORADIO MET CD-SPELER
De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 6 (SRC-SC) wordt gedrukt om de weergave van het huidige muziekstuk te hervatten; ❒ als de pauze-functie wordt ingeschakeld; ❒ als op een toets wordt gedrukt voor het zoeken in de 4 richtingen;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ na indrukken van toets 3 (¯ ˙) (Reverse);
44
❒ als op toets 19 (AUD-LD) wordt gedrukt; ❒ als de TA-functie is ingeschakeld en het geselecteerde station verkeersinformatie uitzendt; ❒ als op toets 11 (MENU-PS) wordt gedrukt.
Als de functie is ingeschakeld, verschijnt op het display het symbool “M”. Cassette uitwerpen Druk bij ingeschakelde autoradio op toets 5 (˚) voor het uitwerpen van de cassette. Na het uitwerpen van de cassette, wordt de audiobron ingeschakeld die beluisterd werd voordat de cassette werd weergegeven. De cassette kan niet worden uitgeworpen bij uitgeschakelde autoradio.
11:32
Pagina 45
WERKING VAN DE CD-WISSELAAR (CDC) (indien aanwezig) Als optional is een CD-wisselaar voor 5 CD’s (speler voor meerdere CD’s) leverbaar. Deze wordt in het dashboardkastje ingebouwd. CD-wisselaar selecteren Schakel de autoradio in en druk vervolgens kort op toets 6 (SRC-SC) om de functie “CHANGER” te selecteren. CD plaatsen/verwijderen CD’s in CD-wisselaar plaatsen: plaats voorzichtig de CD’s met de bedrukte zijde naar boven in de houders van de CD-wisselaar, en duw de houders tot aan de weerstand; de CD’s worden automatisch in de speler getrokken. CD’s uit CD-wisselaar verwijderen: druk op de genummerde toets naast de houder van de CD die u wilt verwijderen en houd deze ingedrukt.
Eventuele foutmeldingen Eventuele foutmeldingen worden in de volgende gevallen weergegeven: ❒ geen enkele CD in de CD-wisselaar aanwezig: op het display verschijnt het opschrift “NO CD” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ de geselecteerde CD kan niet gelezen worden (de CD bevindt zich niet in de geselecteerde positie of de CD is verkeerd geplaatst): op het display verschijnt, na het nummer van de geselecteerde CD, ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Hierna wordt de volgende CD gekozen; als er geen andere CD’s aanwezig zijn of deze zijn ook niet leesbaar, dan verschijnt op het display het opschrift “NO CD” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ CD wordt verkeerd gelezen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Hierna wordt de volgende CD gekozen; als er geen andere CD’s aanwezig zijn (na de laatste CD begint het zoeken opnieuw vanaf de eerste CD) of deze zijn ook niet leesbaar, dan verschijnt op het display het opschrift “NO CD” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ als een CD-ROM wordt geplaatst: de volgende beschikbare CD wordt geselecteerd.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
45
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 46
Meldingen op het display
Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit)
Als de CD-wisselaar is ingeschakeld, verschijnen op het display de volgende meldingen:
Druk kort op toets 9 (˜) om het volgende muziekstuk op de CD te beluisteren en op toets 12 (÷) om het vorige muziekstuk te beluisteren. De muziekstukken worden cyclisch geselecteerd: na het laatste muziekstuk wordt het eerste muziekstuk geselecteerd en omgekeerd.
❒ “T05”: het nummer van het muziekstuk op de CD; ❒ “03:42”: de verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld); ❒ “CD 04”: het nummer van de CD in de houder. CD selecteren
AUTORADIO MET CD-SPELER
Druk op toets 8 (N) om de volgende CD te selecteren of op toets 10 (O) om de vorige CD te selecteren. Als in het menu is gekozen voor tijdsduurweergave van de CD, dan wordt gedurende 2 seconden het CD-nummer weergegeven en vervolgens de tijdsduur.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Als in de houder op de gekozen plek geen CD aanwezig is, dan verschijnt kort op het display het opschrift “NO CD”. Vervolgens wordt automatisch de volgende CD weergegeven.
46
Houd de toets ingedrukt om de muziekstukken te doorlopen. Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden wordt weergegeven en kort op de toets 12 (÷) wordt gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf het begin herhaald. Als u in dat geval het vorige muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets twee maal na elkaar worden ingedrukt.
11:32
Pagina 47
Snel vooruit/achteruit spoelen
Pauze-functie
Houd toets 9 (˜) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld vooruit te spoelen of houd toets 12 (÷) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld achteruit te spoelen. Het snel vooruit/achteruit spoelen wordt onderbroken als u de toets loslaat.
Druk om de cassettespeler in de pauze-stand te zetten op toets 16 (3-II). Op het display verschijnt het opschrift “PAUSE”.
Als in het menu is gekozen voor weergave van het nummer of de naam van de CD, dan wordt deze weergave ongeveer 2 seconden vervangen door de weergave van de speelduur van de CD.
Druk om de weergave te hervatten opnieuw op toets 16 (3-II). De pauze-functie wordt automatisch uitgeschakeld als van audiobron wordt gewisseld.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
47
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 48
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Scan-functie (muziekstukken op CD kort beluisteren) Met deze functie wordt het begin weergegeven van alle muziekstukken van de CD’s in de CD-wisselaar. Houd toets 6 (SRC-SC) ingedrukt, totdat een akoestisch signaal klinkt, om de eerste 10 seconden van ieder muziekstuk op de CD weer te geven. Tijdens de weergave van het muziekstuk verschijnen ongeveer 2 seconden de indicatie van de gekozen CD-functie (speelduur, naam of nummer van de CD) en het opschrift “SCAN” afwisselend op het display. Als de functie Scan is ingeschakeld, dan worden de functies Repeat en Mix uitgeschakeld. Weergavevolgorde van de muziekstukken: ❒ vanaf het weergegeven muziekstuk tot het laatste muziekstuk op de CD;
❒ vanaf het eerste tot het laatste muziekstuk als u de volgende CD in de wisselaar selecteert (dit geldt ook voor alle andere CD’s in de wisselaar). ❒ als de laatste CD in de CD-wisselaar kort is weergegeven, wordt opnieuw de eerste geselecteerd. De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 6 (SRC-SC) wordt gedrukt om de weergave van het huidige muziekstuk te hervatten; ❒ als op toets 8 (N) of 10 (O) wordt gedrukt en daarmee de volgende of vorige CD wordt geselecteerd; ❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt (1-6); ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ als op toets 11 (MENU-PS) of 19 (AUD-LD) wordt gedrukt;
48
❒ als de TA-functie is ingeschakeld en het geselecteerde station verkeersinformatie uitzendt. De Scan-functie duurt voort, totdat deze door de gebruiker wordt beëindigd.
11:32
Pagina 49
Repeat-functie (muziekstuk herhalen) Druk op toets 15 (4-RPT) om het weergegeven muziekstuk continu te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REP TR”. Druk opnieuw op toets 15 (4-RPT) om de geselecteerde CD te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REP CD”. Druk opnieuw op toets 15 (4-RPT) om de Repeatfunctie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REP OFF”. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “REP TR” of “REP CD”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Repeat-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Mix uitgeschakeld.
Mix-functie (willekeurige weergave van muziekstukken) U kunt de willekeurige weergave van de muziekstukken op de geselecteerde CD starten door op voorkeuzetoets 14 (5-MIX) te drukken. Er wordt een nieuw muziekstuk weergegeven en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD”.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Druk nogmaals op toets 14 (5-MIX) voor een willekeurige weergave van een CD in de wisselaar: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX MAG” (indien aanwezig). Druk opnieuw op toets 14 (5-MIX) om de functie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX OFF”. Als de Mix-functie is ingeschakeld, worden alle muziekstukken van de geselecteerde CD of van een willekeurige CD in de CD-wisselaar in willekeurige volgorde weergegeven.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Na weergave van een muziekstuk, verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD”, “MIX MAG” of “MIX OFF”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Mix-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Repeat uitgeschakeld.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
001-050
49
001-050
NL
05-07-2005
11:32
Pagina 50
TECHNISCHE GEGEVENS AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Autoradio Maximaal vermogen: 4x40W. Luidsprekers Het systeem bestaat uit: ❒ 2 full-range luidsprekers voor (B) (één per portier) met een diameter van 165 mm en met elk een piekvermogen van 40W;
F0G0507m
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ 2 full-range luidsprekers achter (C) (één per portier) met een diameter van 130 mm en met elk een piekvermogen van 35W. CD-wisselaar (indien aanwezig) De auto kan zijn uitgerust met een CD-wisselaar voor 5 CD’s in het dashboardkastje. Antenne De antenne is op het dak van de auto geplaatst. F0G0508m
Zekering AUTORADIO MET CD-/MP3-SPELER
De autoradio wordt beveiligd door een 10A-zekering (A).
50
F0G0510m
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 51
F0G0502m
AUTORADIO MET CD-SPELER
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
51
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 52
Toets
Toetsen en frontpaneel
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Letter of symbool 1
SOURCE-SCAN
2
Display
3
CD lade
4 5
RADIO Functie
AUTORADIO MET CD-SPELER AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
52
Lang indrukken (meer dan 2 sec.) FM/AM-stations kort beluisteren
Audiobron/Scan-functie selecteren
CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
˚
Eject CD (CD uitwerpen)
Eject CD
÷
Handmatig zoeken naar stations
Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
˜
6
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
N
Automatisch zoeken naar stations
O
7
6
Voorkeuzestation 6
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 6
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 6
8
AUDIO-LOUDNESS
Audio-instellingen/Loudness
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
9
5-MIX
Voorkeuzestation 5/MIX-functie
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 5
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 5
11:39
Pagina 53
CD-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.) CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
CD-wisselaar Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
Muziekstukken op CD kort beluisteren
Eject CD
Kort indrukken (minder dan 2 sec.) CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
Lang indrukken (meer dan 2 sec.) CD’s in CD-wisselaar kort beluisteren
Eject CD
Muziekstuk herhalen/vorig muziekstuk selecteren
Snel terugspoelen
Muziekstuk herhalen/vorig muziekstuk selecteren
Snel terugspoelen
Volgend muziekstuk selecteren
Snel vooruitspoelen
Volgend muziekstuk selecteren
Snel vooruitspoelen
Volgende CD selecteren
Volgende CD selecteren (continu)
Vorige CD selecteren
Vorige CD selecteren (continu)
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B) MIX-functie in-/uitschakelen
Loudness in-/uitschakelen
MIX-functie in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
53
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 54
Toets
Toetsen en frontpaneel
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Letter of symbool
54
10
4-RPT
11 12
MENU- PRESET SCAN BAND-AUTOSTORE
13
3-II
14
AF-TA
15
2-CLR
16
1-TPM
17
PTY
18
ON/OFF VOLUME
RADIO Functie
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
Voorkeuzestation 4/ REPEAT-functie Menu-functie/Scan-functie Golfband selecteren
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 4
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 4
Menu in-/uitschakelen FM1, FM2, FMT, MW, LW
Voorkeuzestation 3/ Pauze weergave Alternatieve frequentie (AF) /Verkeersinformatie (TA) Voorkeuzestation 2/CLR-functie (opgeslagen muziekstukken wissen)
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 3
Voorkeuzestations kort beluisteren Automatisch opslaan op de FMTgolfband FM/AM: opslaan voorkeuzestation 3
TA ON/OFF
AF ON/OFF
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 2
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 2
Voorkeuzestation 1/TPM-functie (weergavevolgorde muziekstukken opslaan) Programmatype
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 1
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 1
PTY ON/OFF
Autoradio in-/uitschakelen/ Volumeregeling
Bij ingeschakelde autoradio: Audio Mute in-/uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: autoradio inschakelen Volumeregeling naar links draaien: verlagen naar rechts draaien: verhogen
PTY: weergave geselecteerd programmatype Bij ingeschakelde autoradio: uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: inschakelen
05-07-2005
11:39
Pagina 55
CD-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
CD-wisselaar Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
REPEAT-functie in-/uitschakelen
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
REPEAT-functie in-/uitschakelen
Menu in-/uitschakelen
Menu in-/uitschakelen Automatisch opslaan op de FMT-golfband
Pauze CD-weergave in-/uitschakelen TA ON/OFF
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
Automatisch opslaan op de FMT-golfband Pauze CD-weergave in-/uitschakelen
AF ON/OFF
TA ON/OFF
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
NL
AF ON/OFF
Opgeslagen muziekstukken van geselecteerde CD wissen
PTY ON/OFF
Gewenst muziekstuk opslaan
PTY ON/OFF
AUTORADIO MET CD-SPELER
TPM-functie in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
55
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 56
ALGEMEEN
❒ Automatisch opslaan (AUTOSTORE-functie) van 6 stations op de gekozen FM-golfband.
Het apparaat heeft de volgende functies: RADIO
❒ DX (Distant: maximum gevoeligheid bij het zoeken van radiostations) en LO (Local: minimum gevoeligheid bij het zoeken van radiostations).
❒ PLL-tuner voor de golfbanden FM/AM/MW/LW.
❒ Scan (opgeslagen stations kort beluisteren).
❒ RDS (Radio Data System) met TA (verkeersinformatie) - PTY (Program Type) - EON (Enhanced Other Network) - REG (Regionale programma’s).
❒ SVC: snelheidsafhankelijke volumeregeling. ❒ Automatische stereo/mono-weergave.
❒ AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ Voorbereid op ontvangst van alarmboodschappen.
56
❒ Automatisch/handmatig afstemmen. ❒ Handmatig opslaan van 36 stations: 18 op de FMgolfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 6 op de MW-golfband, 6 op de LW-golfband en 6 PTY-stations (alleen op de FM-golfband).
Wendt u voor de installatie en aansluiting van de CD-wisselaar tot de Fiat-dealer.
Op een multimedia-CD staan naast audiotracks ook gegevens geregistreerd. Het afspelen van dit type CD’s kan piepgeluiden op een zodanig volume opleveren, dat niet alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt, maar waardoor ook de eindversterker en de luidsprekers beschadigd kunnen worden.
11:39
Pagina 57
CD-SPELER
DIEFSTALBEVEILIGING
❒ CD direct selecteren.
De autoradio is voorzien van een diefstalbeveiliging die gebaseerd is op de informatie-uitwisseling tussen de autoradio en de regeleenheid (Body Computer) in de auto.
❒ Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit). ❒ Snel vooruit-/terugspoelen. ❒ Mix (willekeurige weergave van de muziekstukken). ❒ Repeat (muziekstuk herhalen). ❒ Scan (muziekstukken op CD kort beluisteren). ❒ TPM (weergavevolgorde muziekstukken opslaan). ❒ CLR (opgeslagen muziekstukken wissen). AUDIOSYSTEEM ❒ Mute/Pauze. ❒ Loudness. ❒ 7-bands grafische equalizer.
Dit systeem garandeert maximale veiligheid en zorgt ervoor dat de geheime code niet opnieuw hoeft worden ingevoerd, als de voeding van de autoradio onderbroken is geweest. Als de voeding weer wordt aangesloten, wordt het systeem automatisch gecontroleerd. Tijdens deze controle verschijnt op het display ongeveer 1 seconde het opschrift “CANCHECK”. Als deze controle een positief resultaat heeft, dan begint het apparaat te werken. Als de codes bij de vergelijking echter niet overeenkomen of als de autoradio voor het eerst op de auto wordt aangesloten, dan moet de gebruiker de geheime code invoeren op de wijze die in de volgende paragraaf is beschreven.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ Gescheiden regeling bassen/hoge tonen. ❒ Balansregeling kanalen rechts/links.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
57
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 58
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Geheime code invoeren Het invoeren van de geheime code is noodzakelijk voor de werking van de autoradio als deze voor het eerst op de elektrische installatie van de auto wordt aangesloten. Als de radio op de voeding van de auto wordt aangesloten, verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “CODE” en verschijnen vervolgens vier streepjes “- - - -”.
AUTORADIO MET CD-SPELER
De geheime code bestaat uit vier cijfers tussen 1 en 6. Elk streepje staat voor een cijfer. Druk voor het invoeren van het eerste cijfer op de betreffende voorkeuzetoets (tussen 1 en 6). Voer op dezelfde wijze de overige cijfers van de code in. Als de vier cijfers niet binnen 20 seconden worden ingevoerd, verschijnt op het display opnieuw gedurende 2 seconden het opschrift “CODE” en vervolgens vier streepjes “- - - -”. Dit wordt niet beschouwd als het invoeren van een verkeerde code.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Na het invoeren van het vierde cijfer (binnen 20 seconden) begint de radio te werken.
58
Als een verkeerde code wordt ingevoerd, hoort u een akoestisch signaal en verschijnt op het display gedurende 2 seconden het opschrift “CODE”; vervolgens verschijnen vier streepjes “- - - -” om aan te geven dat de juiste code moet worden ingevoerd. Iedere keer als een verkeerde code wordt ingevoerd, wordt de wachttijd waarna opnieuw een code kan worden ingevoerd, verhoogd (1 min, 2 min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min, 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24 uur), totdat de wachttijd van maximaal 24 uur is bereikt. Tijdens de automatische stationopslag, wordt het opschrift “WAIT” weergegeven. Als dit opschrift is verdwenen, kan een nieuwe invoerprocedure van de code worden gestart. CODE-card Dit document is het eigendomsbewijs van de autoradio. Op dit document staan het model, het serienummer en de geheime code van de autoradio aangegeven. BELANGRIJK Bewaar dit document zorgvuldig, zodat u bij diefstal van de autoradio de gegevens aan de bevoegde instantie kunt overleggen.
11:39
Pagina 59
VERKLARING
CLR (Clear)
AF (Alternatieve frequentie)
Met deze functie kunnen een of alle muziekstukken van een CD uit het geheugen van de TPM-functie worden gewist.
Met deze functie blijft de radio afgestemd op het gekozen FM-station, waarbij eventueel op een andere zenderfrequentie van hetzelfde station wordt afgestemd als het signaal te zwak wordt. Het RDS-systeem controleert de sterkte en de kwaliteit van het ontvangen signaal en zoekt automatisch naar een zender met een sterker signaal. AutoSTore
Distant/Local (Dx/Loc-gevoeligheid) Hiermee kan de ontvangstgevoeligheid op twee niveaus worden aangepast.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
1) Distant (maximum gevoeligheid) voor het afstemmen op alle stations, waarvan een signaal kan worden ontvangen.
Met deze functies kunnen automatisch stations worden opgeslagen.
2) Local (minimum gevoeligheid) voor het afstemmen op stations, waarvan het signaal sterk is, zoals lokale stations.
Balance
EON (Enhanced Other Network)
Deze functie regelt de volumeverhouding tussen de linker en rechter luidsprekers.
Functie waarbij automatisch wordt afgestemd op een ander station, op het moment dat door het andere station verkeersinformatie wordt uitgezonden.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Bass (Lage tonen) Functie voor het regelen van de lage tonen. CD-wisselaar Speler voor meerdere CD’s.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
59
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 60
Fader
Voorkeuzestations
Deze functie regelt de volumeverhouding tussen de luidsprekers voor en achter.
Aantal radiostations dat met de hand of automatisch kan worden opgeslagen.
Hicut (beperking van de hoge tonen)
PTY (Programmatype)
Deze functie beperkt de weergave van hoge tonen in relatie tot het ontvangen signaal.
Met deze functie kan een keuze worden gemaakt uit een bepaald programmatype, zoals nieuws en actualiteiten, muziek, sport.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Loudness Deze functie versterkt automatisch de lage en hoge tonen bij het luisteren op een laag geluidsvolume. De functie schakelt uit bij een maximaal geluidsvolume (niveau 66). Mix Met deze functie wordt willekeurig een CD gekozen uit de CD’s in de wisselaar en worden alle muziekstukken op deze CD in willekeurige volgorde weergegeven.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Mute
60
Met deze functie kan het volume van de ingeschakelde bron op nul worden gezet. Als er een mobiele telefoon op de autoradio is aangesloten, wordt deze functie bij een inkomend gesprek automatisch geactiveerd.
RDS (Radio Data System) Dit is een informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz draaggolf bij normale FM-uitzendingen. Met deze functie kan verschillende informatie worden ontvangen, zoals de naam van het station waarop is afgestemd, de alternatieve ontvangstfrequenties, de automatische afstemming op verkeersinformatie of op bepaalde programma’s die met de PTY-functie geselecteerd zijn. REG (ontvangst van regionale uitzendingen) Functie voor het afstemmen op lokale (regionale) stations.
11:39
Pagina 61
Repeat (muziekstuk herhalen)
Sound Flavour
Met deze functie wordt het weergegeven muziekstuk van een CD continu herhaald.
Functie voor het verbeteren van de klankkleur in relatie tot het weergegeven muziektype (klassiek, jazz, rock, enz.).
Scan Met deze functie worden alle opgeslagen radiostations ongeveer 10 seconden weergegeven of het begin van alle muziekstukken op een CD. Scrolling Functie voor ontvangst van diverse programma’s binnen hetzelfde netwerk (alleen FM-band). PLL-tuner Digitale afstemming via een Phase Lock Loop (fasegekoppelde kring) voor een optimale afstemming op radiostations. Soft Mute Functie voor het geleidelijk verlagen en vervolgens verhogen van het geluidsniveau bij het in-/uitschakelen van de Mute-functie.
SVC Met deze functie wordt automatisch het volume verhoogd/verlaagd als de snelheid toe-/afneemt, waardoor het volumeniveau wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het interieur.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
TA (Verkeersinformatie) Functie voor het weergeven van verkeersinformatie via de aangesloten stations, ook als op een ander station is afgestemd of naar een CD wordt geluisterd. TPM (Track Program Memory)
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Functie voor het opslaan van de weergavevolgorde van de muziekstukken op een CD; de muziekstukken op de CD worden dan in de opgeslagen volgorde afgespeeld. Treble (Hoge tonen) Functie voor het regelen van de hoge tonen.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
61
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 62
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
WERKING
(5) Multifunctionele toets:
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL (indien aanwezig) Ook op het stuurwiel zijn de bedieningsknoppen van de belangrijkste functies van de autoradio geplaatst, zodat u de autoradio nog eenvoudiger kunt bedienen: (2) Toets verhogen volumeniveau.
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ CD-wisselaar: volgend muziekstuk kiezen. (6) Multifunctionele toets:
❒ CD-speler: vorige muziekstuk zoeken.
(3) Toets verlagen volumeniveau.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ CD-speler: volgend muziekstuk zoeken.
❒ Radio: oproepen voorkeuzestation (van 6 tot 1)
(1) Toets voor Mute-functie.
62
❒ Radio: oproepen voorkeuzestation (van 1 tot 6)
(4) Toets voor golfbandkeuze (FM1, FM2, FMT, MW, LW) en keuze audiobron (Radio - CD-speler - CDwisselaar).
❒ CD-wisselaar: vorig muziekstuk kiezen.
H
F E
C
F0G0506m
05-07-2005
11:39
Pagina 63
Toetsen volumeregeling/inschakeling Mutefunctie De toetsen voor het regelen van het volume (2) en (3) en voor het in-/uitschakelen van de Mute-functie (1) werken op dezelfde wijze als de overeenkomende toetsen op de autoradio. Toets golfbandkeuze en keuze audiobron Door telkens kort toets (4) in te drukken kunt u kiezen uit de beschikbare golfbanden en audiobronnen.
Multifunctionele toetsen (5) en (6) Met de multifunctionele toetsen (5) en (6) kunt u voorkeuzestations oproepen en het volgende/vorige muziekstuk zoeken als een CD wordt beluisterd. Druk op toets (5) voor het kiezen van de stations van 1 tot 6 of voor het beluisteren van het volgende muziekstuk op CD.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
NL
Druk op toets (6) voor het kiezen van de stations van 6 tot 1 of voor het beluisteren van het vorige muziekstuk op CD.
(*) Alleen als een CD is geladen. (**) Alleen als de CD-wisselaar is aangesloten.
AUTORADIO MET CD-SPELER
De beschikbare golfbanden en audiobronnen zijn: FM1, FM2, FMT, MW, LW, CD (*), CDC (**).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
63
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 64
FUNCTIES EN INSTELLINGEN
Functies Radio/CD-speler/CD-wisselaar kiezen
Autoradio inschakelen
Druk een aantal malen kort op toets 1 (SOURCE-SCAN) om achtereenvolgens de volgende functies te selecteren:
Druk kort op toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Als de radio is ingeschakeld terwijl de contactsleutel in stand STOP staat, dan schakelt de radio automatisch na circa 20 minuten uit. Na het automatisch uitschakelen, kan de autoradio weer 20 minuten worden ingeschakeld door op toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME) te drukken. Als het apparaat weer wordt ingeschakeld blijven alle instellingen gehandhaafd, met uitzondering van het volume. Als een geluidsniveau boven 20 was ingesteld, dan wordt de waarde 20 ingesteld. Autoradio uitschakelen
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Houd toets/draaiknop 18 (ON/OF VOLUME) ingedrukt.
64
❒ TUNER (Radio); ❒ CD (Compact Disc) (alleen als een CD geladen is); ❒ CHANGER (CD-wisselaar) (alleen als de CD-wisselaar is aangesloten). Telkens als van audiobron is gewisseld wordt gedurende circa 2,5 seconden de gekozen functie op het display weergegeven: TUNER, CD of CHANGER. Hierna start de weergave van de geselecteerde audiobron.
11:39
Pagina 65
De niet te selecteren functies (bijv. “CD” als geen CD is geladen) worden automatisch overgeslagen. Als geen enkele CD is geladen of geen CD-wisselaar is aangesloten, en op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt, verschijnt op het display ongeveer 2,5 seconden het opschrift “ NO SOURCE AVAILABLE”. Hierna wordt automatisch afgestemd op “TUNER” (Radio). Pauze-functie Als u naar een CD luistert en u selecteert een andere audiobron (bijv. de radio), dan wordt de weergave onderbroken. Als de CD-speler weer wordt gekozen, dan wordt de weergave hervat op het punt waarop de weergave eerder was onderbroken. Als u naar de radio luistert en u selecteert een andere audiobron en daarna weer de radio, dan wordt afgestemd op het laatst gekozen station.
Volumeregeling Het volume kan ingesteld worden op een waarde tussen het minimum niveau (“VOLUME 0”) en het maximum niveau (“VOLUME 66”). Stel het volume in m.b.v. toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Als u de knop rechtsom/linksom draait, wordt het volume respectievelijk verhoogd/verlaagd. Het volumeniveau (bijv. “VOLUME 23”) wordt ongeveer 4 seconden op het display weergeven. Als het volume wordt gewijzigd tijdens de weergave van verkeersinformatie of tijdens een telefoongesprek (als de handsfree-kit is geïnstalleerd), dan wordt deze nieuwe instelling gehandhaafd tot het einde van de verkeersinformatie of het telefoongesprek. Het volume kan ook geregeld worden tijdens het handmatig/automatisch zoeken, het automatisch opslaan (AutoSTore), het kort beluisteren van radiostations of het inschakelen van de CD-wisselaar.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Functie SVC (snelheidsafhankelijke volumeregeling) Met de functie wordt automatisch het volume verhoogd als de snelheid toeneemt, waardoor het volumeniveau wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het interieur.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
65
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 66
Druk voor het inschakelen van de SVC-functie kort op toets 11 (MENU-PRESET-SCAN), kies vervolgens met toets 6 (N) of (O) de SVC-functie in het menu en schakel met toets 5 (÷) of (˜) de functie in of uit; respectievelijk “SVC SETTING ON” of “SVC SETTING OFF”. Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld ongeacht de audiobron van het apparaat (Radio/CD-speler/CD-wisselaar).
Mute-functie (volume op nul zetten) Druk voor het inschakelen van de Mute-functie kort op toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Het volume neemt geleidelijk af (Soft Mute-functie) en op het display verschijnt het opschrift “MUTE”. Druk voor het uitschakelen van de Mute-functie opnieuw kort op toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Het volume wordt geleidelijk verhoogd (Soft Mute-functie) tot op het niveau dat oorspronkelijk voor het inschakelen van de Mute-functie was ingesteld.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Bij ingeschakelde Mute-functie: ❒ zijn alle overige functies bruikbaar; ❒ wordt als toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME) wordt gedraaid, het geluidsniveau direct gewijzigd; ❒ wordt bij verkeersinformatie (als de TA-functie is ingeschakeld) of bij ontvangst van een alarmbericht, de Mute-functie uitgeschakeld;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ tijdens een inkomend telefoongesprek wordt de Mute-functie genegeerd. na beëindiging van het gesprek, wordt de functie weer ingeschakeld;
66
❒ hoort u een akoestisch signaal als bij ingeschakelde TA-functie het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt.
11:39
Pagina 67
Soft Mute-functie
Balansregeling
Als de Mute-functie wordt in-/uitgeschakeld, neemt het volume geleidelijk af of toe (Soft Mute-functie). De Soft Mute-functie wordt ook ingeschakeld als u één van de zes voorkeuzetoetsen, de toets 12 (BANDAUTOSTORE) of de toets 18 (ON/OFF VOLUME) indrukt.
Ga als volgt te werk:
Toonregeling (bassen/hoge tonen) Ga als volgt te werk: ❒ druk kort een aantal malen op toets 8 (AUDIOLOUDNESS), totdat op het display het opschrift “BASS” of “TREBLE” (functie bassen of hoge tonen) verschijnt; ❒ druk op toets 6 (N) of (O) voor het versterken/verzwakken van de bassen en hoge tonen. Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt gedurende 4 seconden de instelling voor de lage of hoge tonen (van -6 tot +6). Ongeveer 4 seconden na de instelling verschijnt het hoofdscherm weer op het display van de radio.
❒ druk kort een aantal malen op toets 8 (AUDIOLOUDNESS), totdat op het display het opschrift “BALANCE” (functie balans) verschijnt; ❒ druk op toets 6 (N) om het geluid uit de rechter luidsprekers te versterken of op toets 6 (O) om het geluid uit de linker luidsprekers te versterken. Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt gedurende enige seconden de balansinstelling tussen RIGHT+9 en LEFT+9 (RIGHT = rechts, LEFT = links). Faderregeling Ga als volgt te werk:
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ druk kort een aantal malen op toets 8 (AUDIOLOUDNESS), totdat op het display het opschrift “FADER” (functie fader) verschijnt; ❒ druk op toets 6 (N) om het geluid uit de luidsprekers achter te versterken of op toets 6 (O) om het geluid uit de luidsprekers voor te versterken.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
67
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 68
Als u de toets kort indrukt, wijzigt de instelling in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Op het display verschijnt gedurende enige seconden de balansinstelling tussen REAR+9 en FRONT+9 (REAR = achter, FRONT = voor).
Loudness-functie
Selecteer de waarde “CENTER” als u de audio-uitgangen voor en achter op dezelfde waarde wilt instellen.
Houd voor het in-/uitschakelen van deze functie toets 8 (AUDIO-LOUDNESS) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. De werking van de functie (in- of uitgeschakeld) wordt enige seconden op het display aangegeven door het opschrift “LOUDNESS ON” of “LOUDNESS OFF”.
AUTORADIO MET CD-SPELER
OPMERKING De audio-instellingen (Bass, Treble, Fader, Balance) worden in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld (na het uitvoeren van de instellingen worden de waarden opgeslagen): ❒ na ongeveer 4 seconden nadat de laatste instelling is uitgevoerd; ❒ als opnieuw op toets 8 (AUDIO LOUDNESS) wordt gedrukt; ❒ als een instelling wordt uitgevoerd of een functie wordt uitgeschakeld waarvoor informatie op het display van de autoradio nodig is;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ als een nieuwe functie wordt ingeschakeld (bijv. TAfunctie, Tel Mute) of een CD wordt ingestoken.
68
BELANGRIJK Bij uitvoeringen zonder luidsprekers achter, moet de fader zijn ingesteld op de waarden “F” (voor), om te voorkomen dat het uitgangsvermogen van de autoradio vermindert en het volume op nul wordt gezet als de fader is ingesteld op de waarde R+9.
Met de Loudness-functie verbetert de geluidsweergave, omdat de bassen en hoge tonen versterkt worden. De functie schakelt uit bij een maximaal geluidsvolume.
INBOUWVOORBEREIDING TELEFOON (indien aanwezig) Als op de auto een handsfree carkit is geïnstalleerd en u gebeld wordt, wordt het audiosysteem verbonden met de telefoon en de weergave van het radiostation of de CD onderbroken. Het volume van de telefoon is vast ingesteld, maar kan tijdens het gesprek worden geregeld met toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Het vast ingestelde volume kan worden ingesteld met de functie “PHONE” van het menu (zie de paragraaf “MENU”).
11:39
Pagina 69
Alleen de volgende toetsen van de autoradio zijn actief tijdens een telefoongesprek: ❒ 18 (ON/OFF VOLUME): voor in-/uitschakelen van de autoradio en regeling van het volume; ❒ 14 (AF-TA): verkeersinformatie. Tijdens het uitschakelen van het volume voor een telefoongesprek verschijnt op het display het opschrift “PHONE”. Tijdens een telefoongesprek zijn alle functies, met uitzondering van de functies AutoSTore en Search (werking selecteren), uitgeschakeld. De weergave van het telefoongesprek wordt onderbroken als er verkeersinformatie of een PTY31bericht wordt uitgezonden; als u het bericht wilt onderbreken, moet u op toets 14 (AF-TA) drukken. Bij ingeschakelde autoradio en uitgezette motor (contactsleutel in stand STOP) wordt bij een inkomend telefoongesprek de autoradio niet uitgeschakeld. Na beëindiging van het gesprek schakelt de autoradio automatisch uit.
RADIO (Tuner) Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de audiobron ingeschakeld die voor het uitschakelen beluisterd werd (Radio, CD-speler of CD-wisselaar). Druk om de radio te selecteren tijdens het luisteren naar een CD kort een aantal malen op toets 1 (SOURCE-SCAN), totdat de radio wordt weergegeven.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Als de radio is ingeschakeld, verschijnen op het display de naam (alleen RDS-stations) of de frequentie van het geselecteerde station, de geselecteerde golfband (bijv. FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv. P1 = station opgeslagen onder toets 1). AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
69
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 70
Golfband selecteren
Voorkeuzetoetsen
Druk bij ingeschakelde radio kort een aantal malen op toets 12 (BAND-AUTOSTORE) om de gewenste golfband te selecteren.
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6 (“16”, “15”, “13”, “10”, “7”, “9”) maken de volgende voorkeuzeinstellingen mogelijk:
Telkens als u op de toets drukt, wordt de volgende golfband geselecteerd in de volgorde “FM1”, “FM2”, “FMT”, “MW” en “LW”. De geselecteerde golfband wordt op het display weergegeven.
❒ 18 stations op de FM-golfband (6 in FM1, 6 in FM2, 6 in FMT);
AUTORADIO MET CD-SPELER
Er wordt afgestemd op het laatst geselecteerde station op de betreffende golfband, ook als het station niet onder een voorkeuzetoets was opgeslagen. Als het geselecteerde station is opgeslagen onder een van de voorkeuzetoetsen, verschijnt op het display enkele seconden het nummer van de voorkeuzetoets; daarna wordt de frequentie van het radiostation weer op het display weergegeven. De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 en FMT; de FMT-golfband is gereserveerd voor de stations die met de AutoSTore-functie automatisch worden opgeslagen.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
De radio is altijd ingesteld op de ontvangst van RDSstations (Radio Data System).
70
❒ 6 stations op de MW-golfband; ❒ 6 stations op de LW-golfband; ❒ 6 PTY programmatypes (alleen op FM-band als de PTY-functie is ingeschakeld). Kies voor het oproepen van een voorkeuzestation de gewenste golfband en druk vervolgens kort op de betreffende voorkeuzetoets (tussen 1 en 6). Op het display verschijnt gedurende enige seconden het nummer van het voorkeuzestation en de bijbehorende frequentie, waarna de golfband en de naam van het RDSstation worden weergegeven. Als van een voorkeuzestation geen PI-code (Program Index) wordt ontvangen, wordt deze code gezocht op een andere frequentie zodra de auto in een ander zendgebied komt. Op het display verschijnt het opschrift “SEARCH”.
11:39
Pagina 71
Als de PI-code niet op de golfband gevonden kan worden, wordt afgestemd op de opgeslagen frequentie. Als langer dan 2 seconden de betreffende voorkeuzetoets wordt ingedrukt, wordt het geselecteerde station opgeslagen (de frequentie en de PI-code worden altijd opgeslagen). Als het station is opgeslagen, klinkt er een akoestisch signaal. Laatst beluisterde station opslaan De radio onthoudt automatisch naar welk station op de diverse golfbanden is geluisterd. Op dit station wordt afgestemd als de radio wordt ingeschakeld of wanneer van golfband wordt gewisseld. Automatische afstemming Druk kort op toets 6 (N) of (O) om automatisch in de gekozen richting te zoeken naar het eerstvolgende station. Als de toets 6 (N) of (O) langer wordt ingedrukt, dan start het snel zoeken: zodra op het eerstvolgende station is afgestemd, stopt het zoeken gedurende 1 seconde (in de mute-stand) voordat naar het volgende station wordt gezocht. Als de toets wordt losgelaten, wordt er afgestemd op het eerstvolgende te ontvangen station.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden. Als de PTY-functie is ingeschakeld, wordt alleen naar PTY-stations gezocht. Tijdens het zoeken verschijnt op het display afwisselend het programmatype en het opschrift “SEEK”.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Als de frequentie van het station waarop is afgestemd, overeenkomt met een station dat al is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, verschijnt enige seconden het nummer van de voorkeuzetoets op het display. Handmatige afstemming U kunt handmatig de stations op de geselecteerde golfband zoeken. Ga als volgt te werk: ❒ selecteer de golfband met toets 12 (BAND-AUTOSTORE): FM1, FM2, FMT, MW of LW; ❒ druk kort op toets 5 (÷) of (˜) om in de gewenste richting te zoeken. Als toets 5 (÷) of (˜) langer wordt ingedrukt, wordt er snel naar stations gezocht. Als de toets wordt losgelaten, stopt het zoeken.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
71
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 72
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Voor het starten van het handmatig afstemmen moeten de functies PTY en AF (alternatieve frequentie), indien ingeschakeld, worden uitgeschakeld. Als de frequentie van het station waarop is afgestemd, overeenkomt met een station dat al is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, verschijnt enige seconden het nummer van de voorkeuzetoets op het display.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Scan-functie (stations kort beluisteren) Houd toets 1 (SOURCE-SCAN) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort; de stations op de geselecteerde golfband (FM, MW, LW) worden kort weergegeven. Elk gevonden station wordt enkele seconden weergegeven en de naam en de frequentie knipperen op het display. Tijdens het zoeken verschijnt op het display enkele seconden het opschrift “FM SCAN”, “AM SCAN” of “PTY SCAN”.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, dan wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden. Als de PTY-functie is ingeschakeld, wordt alleen naar PTY-stations gezocht.
72
Als de Scan-functie wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld. Als de Scan-functie is ingeschakeld, verschijnt op het display het opschrift “TUNER-FM-SCAN”.
De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt; ❒ als op toets 6 (N) of (O) wordt gedrukt (handmatig of automatisch afstemmen starten); ❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt; ❒ als de AutoSTore-functie (automatisch opslaan) wordt ingeschakeld; ❒ als de PTY-functie wordt in-/uitgeschakeld; ❒ als van golfband wordt gewisseld; ❒ als toets 11 (MENU-PRESET SCAN) of 8 (AUDIOLOUDNESS) wordt ingedrukt; ❒ als bij ingeschakelde TA-functie een station wordt gevonden dat verkeersinformatie uitzendt; ❒ als een CD wordt geladen. Na het kort weergegeven van de stations op de golfband, wordt het afstemmen uitgeschakeld, ook als geen enkel station wordt geselecteerd.
11:39
Pagina 73
Voorkeuzestations kort beluisteren Houd toets 11 (MENU-PRESET SCAN) ingedrukt om de voorkeuzestations op de geselecteerde golfband kort te beluisteren:
De Scan-functie van de voorkeuzestations wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN) wordt gedrukt;
❒ FM: FM1 1, FM1 2,... FM1 6, FM2 1, FM2 2,... FM2 6, FMT 1, FMT 2, ...FMT 6;
❒ als op toets 6 (N) of (O) wordt gedrukt (handmatig of automatisch afstemmen starten);
❒ MW: MW 1, MW 2, ..., MW 6;
❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt;
❒ LW: LW 1, LW 2, ...LW 6.
❒ als de AutoSTore-functie (automatisch opslaan) wordt ingeschakeld;
Alle voorkeuzestations worden enkele seconden weergegeven en, als het signaal sterk genoeg is, knipperen de naam en de frequentie op het display. Tijdens de overgang van het ene naar het andere voorkeuzestation verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “TUNER-PRESET-SCAN” In de eerste 2 seconden waarin het nieuwe voorkeuzestation wordt beluisterd, wordt op het display de geselecteerde golfband getoond en het nummer van de voorkeuzetoets. Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, dan wordt alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden. Als de Scan-functie van de voorkeuzestations wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
❒ als de PTY-functie wordt in-/uitgeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld (CD-speler, CDwisselaar); ❒ als de FM-band of de geselecteerde golfband wordt gewijzigd; ❒ als op toets 8 (AUDIO-LOUDNESS) wordt gedrukt;
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ als bij ingeschakelde TA-functie een station wordt gevonden dat verkeersinformatie uitzendt; ❒ als een CD wordt geladen. Als geen enkel voorkeuzestation wordt geselecteerd, wordt het daarvoor geselecteerde station weergegeven.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
73
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 74
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Handmatig opslaan van een station Het station waarnaar u luistert kan worden opgeslagen op de geselecteerde golfband onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen (“16”, “15”, “13”, “7”, “10”, “9”). Houd één van deze cijfertoetsen ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. Als het station is opgeslagen toont het display het nummer van de toets waaronder het station is opgeslagen.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Functie AutoSTore (automatische stationopslag) Voor het inschakelen van de functie AutoSTore (automatische opslag) moet u toets 12 (BAND-AUTOSTORE) indrukken, totdat u een akoestisch signaal hoort. Met deze functie worden automatisch de 6 stations met het sterkste signaal op de FMT-golfband opgeslagen (in volgorde van afnemende sterkte).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
BELANGRIJK Als de Autostore-functie wordt ingeschakeld, worden de eerder opgeslagen stations op de FMT-golfband gewist.
74
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, worden alleen de stations opgeslagen die verkeersinformatie uitzenden. Deze functie kan ook worden ingeschakeld als u naar de CD-speler of de CD-wisselaar (indien aangesloten) luistert of tijdens het gebruik van de Telefoon.
Tijdens de automatische stationopslag knippert op het display het opschrift “FM AST”. Om de AutoSTore-functie te onderbreken moet opnieuw op toets 12 (BAND-AUTOSTORE) worden gedrukt: er wordt afgestemd op het station waarnaar u luisterde, voordat de functie werd ingeschakeld. Als de AutoSTore-functie is beëindigd, wordt automatisch afgestemd op het eerste voorkeuzestation op de FMT-golfband, dat is opgeslagen onder voorkeuzetoets 1 (16). Onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen (“16”, “15”, “13”, “7”, “10”, “9”) worden nu automatisch de stations opgeslagen die op dat moment op de geselecteerde golfband het sterkste signaal uitzenden.
11:39
Pagina 75
De autoradio werkt tijdens ingeschakelde Autostorefunctie als volgt: ❒ als de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld, worden alle andere functies uitgeschakeld; ❒ als u op een van de functietoetsen van de radio, bijv. 17 (PTY), 6 (N), 5 (÷), 6 (O), 5 (˜), (7), (9), (10), (13), (15), (16) drukt, dan wordt de automatische stationopslag onderbroken, wordt afgestemd op het station waarnaar u luisterde voordat de Autostore-functie werd ingeschakeld en wordt de functie van de ingedrukte toets uitgevoerd; ❒ als u op toets 14 (AF-TA) drukt tijdens de automatische stationopslag, wordt deze laatste onderbroken, de TA-functie (verkeersinformatie) in-/uitgeschakeld en wordt een nieuwe, automatische stationopslagprocedure gestart; ❒ als van audiobron (Radio, CD-speler, CD-wisselaar) wordt gewisseld tijdens de automatische stationopslag, wordt de Autostore-functie niet onderbroken; Als is afgestemd op de MW- of LW-golfband en de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld, dan wordt automatisch de FMT-golfband geselecteerd, waarbinnen de functie wordt uitgevoerd. BELANGRIJK Soms slaagt de functie AutoSTore er niet in 6 stations met een voldoende sterk signaal te vinden. In dat geval blijven onder de vrije voorkeuzetoetsen de reeds opgeslagen stations gehandhaafd.
Opgeslagen stations beluisteren Ga als volgt te werk: ❒ selecteer de gewenste golfband (FM, MW, LW); ❒ druk kort op één van de zes voorkeuzetoetsen. Op het display verschijnt een nummer dat overeenkomt met het nummer van de toets.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Op de FM1-, FM2- en FMT-golfband wordt, als de ontvangst niet goed is en de AF-functie (zoeken naar alternatieve frequentie) is ingeschakeld, automatisch gezocht naar een station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt. AF-functie (zoeken naar alternatieve frequentie) Met het RDS-systeem kan de autoradio op twee verschillende manieren werken:
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ “AF ON”: zoeken naar alternatieve frequentie ingeschakeld (op het display verschijnt het opschrift “AF”); ❒ “AF OFF”: zoeken naar alternatieve frequentie uitgeschakeld. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
75
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 76
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Als het signaal van het RDS-station zwakker wordt, zijn er twee mogelijkheden:
76
❒ bij “AF ON” en ingeschakeld RDS-systeem wordt, bij stations die deze functie ondersteunen, automatisch afgestemd op de optimale frequentie van de geselecteerde golfband; er wordt dus automatisch afgestemd op het station met het sterkste signaal, dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens het rijden kunt u zo blijven luisteren naar het geselecteerde station, zonder dat u op een andere frequentie hoeft af te stemmen als u in een ander gebied komt. Uiteraard moet het station ontvangen kunnen worden in het betreffende gebied; ❒ bij “AF OFF” wordt niet automatisch op het station afgestemd met het sterkste signaal en moet handmatig gezocht worden naar het sterkste station met behulp van de afstemtoetsen. Houd voor het in-/uitschakelen van de AF-functie toets 14 (AF-TA) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort. De RDS-naam (indien beschikbaar) blijft op het display weergegeven en, als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt het opschrift “AF”. Als de radio is afgestemd op de AM-golfband en toets 14 (AF-TA) wordt ingedrukt, dan wordt overgeschakeld naar de FM1-golfband en afgestemd op het laatst beluisterde station.
TA-functie (verkeersinformatie) Enkele stations op de FM-golfband (FM1, FM2 en FMT) zenden ook verkeersinformatie uit. In dat geval verschijnt op het display het opschrift “TP”. Druk voor het in-/uitschakelen van de TA-functie (verkeersinformatie) kort op toets 14 (AF-TA). De weergave en bijbehorende opschriften op het display zijn: ❒ TA en TP: als is afgestemd op een station dat verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is ingeschakeld; ❒ TP: als is afgestemd op een station dat verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is uitgeschakeld ❒ TA (*): als is afgestemd op een station dat geen verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is ingeschakeld ❒ TA en TP niet aanwezig op het display: als is afgestemd op een station dat geen verkeersinformatie uitzendt en de TA-functie is uitgeschakeld. (*) Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld maar het geselecteerde station zendt geen verkeersinformatie uit, hoort u iedere 30 seconden een akoestisch signaal.
11:39
Pagina 77
Met de TA-functie (verkeersinformatie) is het mogelijk: 1) RDS-stations te zoeken die verkeersinformatie uitzenden op de FM-golfband; 2) verkeersinformatie te ontvangen ook als de CDspeler of CD-wisselaar is ingeschakeld; 3) verkeersinformatie te ontvangen op een vooraf ingesteld laag geluidsniveau, ook als het volume van de autoradio op nul staat. Hierna staan de benodigde instellingen voor de drie hierboven beschreven omstandigheden. 1) Voor ontvangst van stations die verkeersinformatie kunnen uitzenden: ❒ selecteer de FM1-, FM2- of FMT-golfband; ❒ druk kort op toets 14 (AF-TA) zodat op het display het opschrift “TA” verschijnt; Voor het opslaan van de stations met ingeschakelde TA-functie, moeten de handelingen voor het opslaan worden uitgevoerd (zie paragraaf “Handmatig opslaan van een station”).
2) Als u verkeersinformatie wilt ontvangen tijdens het beluisteren van een CD, moet, voordat de CD in de speler wordt gestoken of de CD-wisselaar wordt ingeschakeld, eerst op een station worden afgestemd dat geschikt is voor het uitzenden van verkeersinformatie (TP) en de TA-functie worden ingeschakeld. Op deze wijze wordt het beluisteren van een CD onderbroken als er verkeersinformatie wordt uitgezonden. Tegelijkertijd wordt de geluidsweergave van de CD gestopt en na het einde van het bericht automatisch weer gestart. Als de verkeersinformatie wordt ontvangen, verschijnt op het display kort het opschrift “TRAFFIC INFORMATION”, terwijl op het display het laatste opschrift (frequentie enz.) blijft weergegeven. Als de CD-speler al werkt en u wilt tegelijkertijd verkeersinformatie ontvangen, moet kort op toets 14 (AF-TA) worden gedrukt; er wordt afgestemd op het laatst beluisterde station op de FM-band, de TA-functie wordt ingeschakeld en er wordt verkeersinformatie uitgezonden. Als het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt, wordt automatisch naar een station gezocht dat wel verkeersinformatie uitzendt. Als u de verkeersinformatie wilt onderbreken, druk dan kort op toets 14 (AF-TA) tijdens het uitzenden van de informatie.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
77
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 78
3) Verkeersinformatie ontvangen als niet naar de radio wordt geluisterd:
Het geluidsniveau van de verkeersinformatie is afhankelijk van het ingestelde volume:
❒ schakel de TA-functie in door kort op toets 14 (AF-TA) te drukken, zodat op het display het opschrift “TA” verschijnt;
❒ ingestelde volume lager dan de waarde 20: geluidsniveau van de verkeersinformatie gelijk aan 20 (vaste waarde);
❒ stem af op een station dat verkeersinformatie kan uitzenden, zodat op het display het opschrift “TP” verschijnt; breng het volumeniveau naar nul door toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME) te draaien.
❒ ingestelde volume lager dan de waarde 20: geluidsniveau van de verkeersinformatie gelijk aan het normale volume +1.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
Op deze wijze wordt er verkeersinformatie via dit station weergegeven op een vooraf ingesteld minimum volume.
78
BELANGRIJK In enkele landen bestaan radiostations die bij ingeschakelde TP-functie (op het display verschijnt het opschrift “TP”) geen verkeersinformatie uitzenden. Als de radio is afgestemd op de AM-golfband en toets 14 (AF-TA) wordt ingedrukt, dan wordt overgeschakeld naar de FM1-golfband en afgestemd op het laatst beluisterde station. Als het geselecteerde station geen verkeersinformatie uitzendt, wordt automatisch naar een station gezocht dat wel verkeersinformatie uitzendt.
Als het volume tijdens een verkeersbericht wordt gewijzigd, wordt de waarde niet op het display weergegeven en wordt de nieuwe waarde alleen aangehouden voor het verkeersbericht dat wordt uitgezonden. Als u het ontvangstgebied verlaat van het station waarnaar u luistert, kan, afhankelijk van de ingeschakelde audiobron, het volgende gebeuren: ❒ bij ingeschakelde Radio: iedere 30 seconden klinkt er een akoestisch signaal; ❒ bij ingeschakelde CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten), Telefoon of Mute: er wordt gezocht naar een station dat verkeersinformatie kan uitzenden. Tijdens de verkeersinformatie kunnen de audiofuncties en het menu van de radio worden ingeschakeld door respectievelijk op toets 11 (MENU-PRESET SCAN) of 8 (AUDIO-LOUDNESS) te drukken.
11:39
Pagina 79
BELANGRIJK Als de TA-functie is ingeschakeld en het station waarop is afgestemd, zendt geen verkeersinformatie uit of is niet meer in staat verkeersinformatie uit te zenden, dan gebeurt na ongeveer 1 minuut het volgende: ❒ als u naar een CD luistert, dan wordt automatisch naar een ander station gezocht dat verkeersinformatie kan uitzenden; ❒ als u naar de radio luistert, hoort u een akoestisch signaal; dit signaal geeft aan dat het niet mogelijk is verkeersinformatie te ontvangen; om dit signaal te onderbreken moet op een station worden afgestemd dat wel verkeersinformatie uitzendt, of de TA-functie moet worden uitgeschakeld. De TA-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als bij ingeschakelde radio op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt tijdens het uitzenden van verkeersinformatie; ❒ als op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt tijdens het uitzenden van verkeersinformatie; ❒ als het automatisch/handmatig zoeken naar stations wordt gestart of als via AutoSTore naar stations wordt gezocht; ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld.
Ontvangst van alarmberichten De autoradio is bij ingeschakeld RDS voorbereid op de ontvangst van alarmberichten in geval van uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen die gevaar kunnen opleveren (aardbevingen, overstromingen, enz.). Deze berichten worden uitgezonden op het station waarop is afgestemd.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld. PTY-functie (Program Type) (programmatype selecteren) De functie PTY (Program Type) maakt het mogelijk (indien door het station ondersteund) om naar stations met een bepaald type programma te luisteren. De PTY-programma’s kunnen alarmberichten of andere programma’s (bijv. muziekprogramma’s, nieuws en actualiteiten) zijn. Druk voor het inschakelen van de PTY-functie kort op toets 17 (PTY) totdat op het display het opschrift “PTY” verschijnt en het programmatype van het laatst beluisterde station (bijv. “NEWS”).
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Na ongeveer 2 seconden wordt de naam van het station of de frequentie weergegeven. BELANGRIJK De PTY-functie is uitsluitend beschikbaar voor de FM-band. Als het station niet met PTY-functie uitzendt, verschijnt op het display enkele seconden het opschrift “NO PTY PROVIDED”.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
79
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 80
De lijst bevat de volgende PTY-programma’s:
CHILDREN PROGRAMMES Kinderprogramma’s
NEWS Nieuwsuitzendingen
SOCIAL AFFAIR Sociale informatie
CURRENT AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s
RELIGION Religieuze/filosofische programma’s
INFORMATION Informatieprogramma’s EDUCATION Educatieve programma’s
PHONE IN Inbel-programma’s (anders dan de functie “Phone In” die alleen kan worden ingeschakeld als er een handsfree mobiele telefoon is aangesloten)
DRAMA Hoorspelen en lezingen
TRAVEL & TOURING Toeristische informatie
CULTURES Culturele programma’s
LEISURE & HOBBY Vrije tijd en hobby’s
SCIENCE Wetenschappelijke programma’s
JAZZ MUSIC Jazzmuziek
VARIED SPEECH Diverse andere programma’s
COUNTRY MUSIC Countrymuziek
POP MUSIC Popmuziek
NATIONAL MUSIC Nationale programma’s
ROCK MUSIC Rockmuziek
OLDIES MUSIC Golden Oldies
EASY LISTENING MUSIC Easy listening
FOLK MUSIC Folkmuziek
LIGHT CLASSIC MUSIC Licht-klassieke muziek
DOCUMENTARY Radiodocumentaires
SPORT Sportuitzendingen
SERIOUS CLASSICS Klassieke muziek OTHER MUSIC Andere muziekprogramma’s AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
WEATHER & METR Weerberichten
80
FINANCE Economisch nieuws
11:39
Pagina 81
Ga voor het wijzigen van het PTY-programmatype als volgt te werk:
PTY-programmatype van het station controleren
❒ druk op één van de zes voorkeuzetoetsen;
Om het PTY-programmatype van het beluisterde station te herkennen, moet toets 17 (PTY) ingedrukt worden gehouden, totdat u een akoestisch signaal hoort. Na het akoestische signaal verschijnt op het display het programmatype (zie de vorige paragraaf) dat door het station waarop is afgestemd, wordt aangeboden. Als het station geen enkele PTY-code uitzendt, verschijnt op het display het opschrift “NOPTY PROVIDE”. Na enkele seconden wordt op het display opnieuw de RDS-naam of de frequentie van het station weergegeven.
of ❒ druk op toets 5 (÷) of (˜). Als op het display in plaats van het programmatype de frequentie of de naam van het station verschijnt, druk dan op toets 5 (÷) of (˜); het op dat moment geselecteerde programma wordt weergegeven. Om het huidige programmatype onder één van de 6 voorkeuzetoetsen op te slaan, moet u de voorkeuzetoets even ingedrukt houden. Als het programmatype is opgeslagen, hoort u een akoestisch signaal. Zie de paragrafen “Automatische afstemming” en “Scan-functie (stations kort beluisteren)” om naar een station met het gewenste programmatype te zoeken. Als geen enkel station het geselecteerde programmatype uitzendt, hoort u een akoestisch signaal, wordt afgestemd op het laatst geselecteerde station en verschijnt op het display 2 seconden het opschrift “CHOSEN PTY NOT FOUND”. Druk voor het uitschakelen van de PTY-functie opnieuw kort op toets 17 (PTY): op het display verschijnt de indicatie (frequentie enz...) die actief was voor de PTY-functie.
EON-functie (Enhanced Other Network) In enkele landen zijn netwerken geformeerd van meerdere stations die verkeersinformatie uitzenden. Als dit het geval is, wordt het programma van het station waarnaar u luistert tijdelijk onderbroken voor verkeersinformatie (alleen bij ingeschakelde TAfunctie), op het moment dat een van de stations van hetzelfde netwerk verkeersinformatie uitzendt.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
81
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 82
Doorlopen van de programma’s
MENU
Het is mogelijk diverse programma’s te ontvangen binnen hetzelfde netwerk en deze te doorlopen (alleen op de FM-golfband).
Functies van toets 11 (MENU-PRESET SCAN)
Houd voor het inschakelen van deze functie toets 14 (AF-TA) voor het inschakelen van de AF-functie, ingedrukt. Vervolgens kunt u de golfband doorlopen met toets 5 (÷) of (˜). Alle stations die al een keer ontvangen zijn, worden opgeslagen met hun PI-code. Als deze functie is ingeschakeld, kunnen stations worden geselecteerd (vooruit/achteruit) door op toets 5 (÷) of (˜) te drukken. BELANGRIJK Het programma moet ten minste een keer eerder ontvangen zijn. Uitzendingen in stereo Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt de weergave automatisch veranderd van stereo in mono.
Druk voor het inschakelen van de Menu-functie kort op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt het opschrift “MENU”. De menu-functies kunnen worden doorlopen met toets 6 (N) of (O). De geselecteerde functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de geselecteerde functie. De menufuncties zijn: ❒ USER EQ SETTING (instellingen van de equalizer, alleen als de equalizer is ingeschakeld); ❒ PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ (uit-/ inschakelen en selecteren van de instellingen van de equalizer); ❒ REGIONAL MODE (regionale programma’s);
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
❒ CD DISPLAY (instelling display van CD-speler);
82
❒ CDC DISPLAY (instelling display van CD-wisselaar, indien aanwezig); ❒ SENSITIVITY (ontvangstgevoeligheid);
11:39
Pagina 83
❒ SVC SETTING (snelheidsafhankelijke volumeregeling); ❒ CD NAMING FUNCTION (namen toekennen aan CD’s, alleen als een CD wordt weergegeven); ❒ PHONE SETTING (volume van de telefoon, indien geïnstalleerd); ❒ HICUT FUNCTION (beperking van de hoge tonen); ❒ IGNITION TIMER (uitschakelwijze); Druk om het Menu te verlaten opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Functie PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ (in-/uitschakelen van de equalizer) De geïntegreerde equalizer kan worden in- of uitgeschakeld. Als de functie equalizer niet is ingeschakeld, kunnen van de audio-instellingen alleen de bassen (“BASS”) en de hoge tonen (“TREBLE”) geregeld worden, terwijl als de functie is ingeschakeld ook het volume van frequentiebanden gewijzigd kan worden. Selecteer voor het uitschakelen van de equalizer de instelling “PRESET” met toets 6 (N) of (O). Selecteer voor het inschakelen van de equalizer met toets 6 (N) of (O) een van de instellingen: ❒ “USER” (afstellen van de 7 banden van de equalizer door de gebruiker); ❒ “CLASSIC” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van klassieke muziek);
❒ “ROCK” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van rock- en popmuziek); ❒ “JAZZ” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van jazzmuziek). Selecteer in het Menu met toets 6 (N) of (O) de laatste instelling en wijzig deze met toets 5 (÷) of (˜).
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Als één van de instellingen van de equalizer ingeschakeld is, verschijnt op het display het opschrift “EQ”. Functie USER EQ SETTINGS (instellingen van de equalizer, alleen als de instelling USER is geselecteerd) Selecteer voor een persoonlijke instelling van de equalizer met toets 6 (N) of (O) de functie “USER EQ SETTINGS”.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Gebruik voor het wijzigen van de instellingen van de equalizer toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt een diagram met 7 kolommen. Iedere kolom geeft een frequentiebereik aan voor het linker of rechter kanaal. Selecteer het gewenste staafje met toets 5 (÷) of (˜); het geselecteerde staafje begint te knipperen en kan worden geregeld met toets 6 (N) of (O). Druk voor het opslaan van de nieuwe instellingen opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt opnieuw het opschrift “USER EQ SETTINGS”.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
83
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 84
Functie REGIONAL MODE (ontvangst van regionale uitzendingen)
Functie CD DISPLAY (weergave van de gegevens van de Compact Disc)
Enkele nationale stations zenden, op bepaalde uren van de dag regionale programma’s uit die per gebied verschillen. Met deze functie wordt alleen op lokale (regionale) stations afgestemd. Als u naar een regionaal programma luistert en u wilt naar dit station blijven luisteren, moet deze functie worden ingeschakeld.
Met deze functie kunt u kiezen welke informatie op het display wordt weergegeven als u naar een CD luistert.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “REGIONAL MODE: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “REGIONAL MODE: OFF”: functie uitgeschakeld. Als de functie is uitgeschakeld en u hebt afgestemd op een regionaal station dat in een bepaald gebied uitzendt, dan zult u als u in een ander gebied komt, het regionale station van dat nieuwe gebied ontvangen. BELANGRIJK Als de functie is uitgeschakeld (“REGIONAL MODE-OFF”) en de AF-functie is ingeschakeld (alternatieve frequentie), wordt automatisch afgestemd op de optimale frequentie van het geselecteerde station.
Nadat u de functie “CD” hebt geselecteerd in het Menu met de toetsen 6 (N) of (O), verschijnt er op het display het opschrift “CD DISPLAY”. De instelling kan worden gewijzigd met toets 5 (÷) of (˜). Er zijn twee instellingen mogelijk: ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk); ❒ “NAME” (naam die aan de CD is toegekend). Functie CDC DISPLAY (weergave van de gegevens van de CD-wisselaar) (indien geïnstalleerd) Deze functie kan alleen worden gekozen als een CDwisselaar is aangesloten. In dat geval verschijnt op het display het opschrift “CDC DISPLAY”. De functie kan worden gewijzigd met toets 5 (÷) of (˜). Er zijn drie instellingen mogelijk: ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk); ❒ “CD NR” (nummer van de CD); ❒ “NAME” (naam die aan de CD is toegekend).
84
11:39
Pagina 85
Functie SENSITIVITY (regeling ontvangstgevoeligheid)
Functie SVC SETTING (snelheidsafhankelijke volumeregeling)
Met deze functie kan de ontvangstgevoeligheid bij het automatisch afstemmen automatisch worden gewijzigd. Als de lage ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY LOCAL”, wordt alleen gezocht naar stations met een optimale ontvangst; als de hoge ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY DISTANCE”, wordt daarentegen naar alle stations gezocht. Als u zich echter in een gebied bevindt waarin vele stations uitzenden en u alleen die stations wilt selecteren met het sterkste signaal, moet de lage ontvangstgevoeligheid “SENSITIVITY LOCAL” worden ingesteld.
Met de functie wordt automatisch het volume verhoogd als de snelheid toeneemt, waardoor het volumeniveau wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het interieur.
De gevoeligheid kan worden ingesteld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “SENSITIVITY: LOCAL”: lage ontvangstgevoeligheid; ❒ “SENSITIVITY: DISTANCE”: hoge ontvangstgevoeligheid.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie:
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
❒ “SVC SETTING: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “SVC SETTING: OFF”: functie uitgeschakeld. Functie CD NAMING (namen aan CD’s toekennen) Met de functie CD NAMING kunnen maximaal 30 CD’s van een naam worden voorzien van maximaal 8 tekens. Deze functie kan alleen worden ingeschakeld als de CD-speler of CD-wisselaar is ingeschakeld. De functie kan worden ingeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt het opschrift “CD NAMING FUNCTION”. Als de CD al een naam heeft, verschijnt deze naam op het display; in het tegenovergestelde geval verschijnen er 8 streepjes. Als er geen geheugen meer beschikbaar is voor een nieuwe naam, wordt de eerste naam in het geheugen getoond.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
85
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
86
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 86
Om een naam te wijzigen of een naam toe te kennen aan een nieuwe CD, moet op toets 5 (÷) of (˜) worden gedrukt. Druk opnieuw op de toetsen om de positie van het karakter te selecteren dat u wilt wijzigen. Druk op toets 6 (N) of (O) om het karakter te selecteren of te wijzigen. Druk voor het opslaan van de nieuwe naam opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt het opschrift “CD NAMING”. Om de naam van de ingevoerde CD te wissen moet de functie worden ingeschakeld en gedurende circa 5 seconden toets 15 (2-CLR) ingedrukt worden gehouden. U hoort een akoestisch signaal en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “ONE NAME DELETED”. U kunt nu de procedure starten voor het toekennen van een nieuwe naam. Om alle namen te wissen moet de functie worden ingeschakeld en gedurende langer dan 8 seconden toets 15 (2-CLR) ingedrukt worden gehouden. U hoort twee akoestische signalen en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “ALL NAMES DELETED”. U kunt nu de procedure starten voor het toekennen van nieuwe namen.
Functie PHONE SETTING (volumeregeling van de telefoon) Met deze functie kan het volume van de telefoon worden geregeld (instellingen van 1 tot 66) of uitgeschakeld (instelling OFF). De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Stel het volume in m.b.v. toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “PHONE FUNCTION”: functie ingeschakeld; ❒ “PHONE VOLUME: 23”: functie ingeschakeld en volume ingesteld op 23; ❒ “OFF”: functie uitgeschakeld. Functie HICUT (beperking van de hoge tonen) Deze functie beperkt de weergave van hoge tonen in relatie tot het ontvangen signaal. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “HICUT FUNCTION: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “HICUT FUNCTION: OFF”: functie uitgeschakeld.
11:39
Pagina 87
Functie IGN TIME (in-/uitschakelwijze) (indien aanwezig) Het apparaat schakelt in als u de toets 18 (ON/OFF VOLUME) ingedrukt houdt. Als de contactsleutel in stand MAR staat, dan is de toets “ON” altijd verlicht om het inschakelen van de autoradio te vergemakkelijken. Met deze functie kan de uitschakelwijze van de autoradio (2 mogelijkheden) worden ingesteld. De functie kan worden ingeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de gekozen wijze: ❒ “00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio wordt automatisch uitgeschakeld zodra u de contactsleutel in stand STOP draait; ❒ “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk van de start-/ contactsleutel; de autoradio blijft 20 minuten ingeschakeld nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid. BELANGRIJK Als de autoradio automatisch uitschakelt nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid (voor directe uitschakeling of uitschakeling na 20 minuten), dan schakelt hij automatisch weer in als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Als de autoradio daarentegen wordt uitgeschakeld door toets 18 (ON/OFF VOLUME) in te drukken, en u de contactsleutel in stand MAR draait, dan blijft de autoradio uitgeschakeld.
CD-SPELER CD-speler selecteren Ga voor het inschakelen van de geïntegreerde CDspeler als volgt te werk: ❒ Plaats een CD in de speler (als de radio uit is, wordt de CD-speler automatisch ingeschakeld): de weergave start vanaf het eerste muziekstuk;
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
of ❒ Schakel als er reeds een CD in de speler zit, de autoradio in en druk vervolgens kort een aantal malen op toets 1 (SOURCE-SCAN) om de werking “CD” te selecteren: de weergave start vanaf het laatst beluisterde muziekstuk. Als de CD is geladen, verschijnt op het display het opschrift “CD” en wordt automatisch de werking “CD” gekozen.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Voor een optimale weergave raden wij aan originele CD’s te gebruiken. Als u een CD R/RW gebruikt, dan moet deze van goede kwaliteit zijn en tijdens het opnemen op de laagst mogelijke snelheid zijn beschreven. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
87
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 88
Laden/uitwerpen van de CD
Meldingen op het display
Steek de CD voorzichtig in de opening, zodat de CD automatisch en op de juiste wijze in de speler wordt geladen.
Als de CD-speler is ingeschakeld, verschijnen op het display de volgende meldingen:
Druk bij ingeschakeld apparaat op toets 4 (˚) voor het automatisch uitwerpen van de CD. Na het uitwerpen (alleen als de radio is ingeschakeld) hoort u de audiobron die voor het beluisteren van de CD werd weergegeven.
“03:42”: de verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld);
AUTORADIO MET CD-SPELER
Als de CD niet uit de speler wordt verwijderd, dan wordt de CD na ongeveer 20 seconden automatisch weer geladen en wordt afgestemd op de Tuner (Radio). De CD kan niet worden uitgeworpen bij uitgeschakelde autoradio. Als u de uitgeworpen CD weer in de speler plaatst zonder dat hij volledig uit de opening is verwijderd, dan wordt afgestemd op de Tuner (Radio).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Eventuele foutmeldingen
88
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als een CD-ROM is geladen, een CD verkeerd is geplaatst of er een leesfout is), verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Vervolgens wordt de CD uitgeworpen en hoort u de audiobron die ingeschakeld was voordat de CD-speler werd geselecteerd.
“T05”: het nummer van het muziekstuk op de CD;
“XXXXXXX”: de naam die aan de CD is toegekend. Als de functie CD Naam is geactiveerd en er geen CDnaam is opgeslagen, dan verschijnt op het display de speelduur van het muziekstuk. Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit) Druk kort op toets 5 (÷) om het vorige muziekstuk op de CD te beluisteren en op toets 5 (˜) om het volgende muziekstuk te beluisteren. De muziekstukken worden cyclisch geselecteerd: na het laatste muziekstuk wordt het eerste muziekstuk geselecteerd en omgekeerd. Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden wordt weergegeven en op de toets 5 (÷) wordt gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf het begin herhaald. Als u in dat geval het vorige muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets twee maal na elkaar worden ingedrukt.
11:39
Pagina 89
Versnelde weergave muziekstuk (vooruit/achteruit)
Scan-functie (muziekstukken op CD kort beluisteren)
Houd toets 5 (˜) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld vooruit weer te geven of houd toets 5 (÷) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld achteruit weer te geven. Het versneld vooruit/achteruit weergeven wordt onderbroken als u de toets loslaat.
Met deze functie kan het begin van alle muziekstukken op de CD kort beluisterd worden.
Als in het menu de functie is geselecteerd voor weergave van de CD-naam (CD Name), dan wordt deze functie vervangen door de functie die de speelduur aangeeft. Ongeveer 2 seconden nadat de toets is ingedrukt, verschijnt opnieuw de naam van de CD. Pauze-functie Druk om de CD-speler in de pauze-stand te zetten op toets 13 (3-II). Op het display verschijnt het opschrift “PAUSE”. Druk om de weergave te hervatten opnieuw op toets 13 (3-II). Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld.
Houd toets 1 (SOURCE-SCAN) ingedrukt, totdat een akoestisch signaal klinkt, om de eerste 10 seconden van ieder muziekstuk op de CD weer te geven. Tijdens de weergave van het muziekstuk verschijnen ongeveer 2 seconden de indicatie van de gekozen CD-functie (speelduur, naam of nummer van de CD) en het opschrift “SCAN” afwisselend op het display. Als de functie Scan is ingeschakeld, dan worden de functies Repeat en Mix uitgeschakeld. Weergavevolgorde van de muziekstukken: ❒ vanaf het eerste muziekstuk tot het laatste muziekstuk op de CD (als het laatste muziekstuk eenmaal is weergegeven, wordt het eerste weer kort weergegeven en zo verder).
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ vanaf het eerste muziekstuk op de CD tot het muziekstuk dat werd weergegeven toen de Scanfunctie werd ingeschakeld. De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt om de weergave van het huidige muziekstuk te hervatten;
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
89
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 90
❒ als op toets 6 (N) of (O) wordt gedrukt; AUTORADIO MET CASSETTESPELER
❒ als een van voorkeuzetoetsen wordt ingedrukt (1-6); ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld; ❒ als toets 1 (SOURCE-SCAN), 11 (MENU-PRESET SCAN) of 18 (AUDIO-LOUDNESS) wordt ingedrukt; ❒ als de TA-functie is ingeschakeld en het geselecteerde station verkeersinformatie uitzendt.
AUTORADIO MET CD-SPELER
De Scan-functie duurt voort, totdat deze door de gebruiker wordt beëindigd. Repeat-functie (muziekstuk herhalen) Druk op toets 10 (4-RPT) om het weergegeven muziekstuk continu te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TRACK”.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Druk opnieuw op toets 10 (4-RPT) om de Repeatfunctie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT OFF”.
90
Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TRACK”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Repeat-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Mix uitgeschakeld.
Mix-functie (willekeurige weergave van muziekstukken) U kunt de willekeurige weergave van de muziekstukken op de geselecteerde CD starten door op voorkeuzetoets 9 (5-MIX) te drukken. Er wordt een nieuw muziekstuk weergegeven en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD”. Druk opnieuw op toets 9 (5-MIX) om de functie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX OFF”. Als de Mix-functie is ingeschakeld, worden alle muziekstukken van de geselecteerde CD of van een willekeurige CD in de CD-wisselaar in willekeurige volgorde weergegeven. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Mix-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Repeat uitgeschakeld.
11:39
Pagina 91
TPM-functie (weergavevolgorde muziekstukken opslaan)
CLR-functie (opgeslagen muziekstukken wissen)
Met de TPM-functie (Track Program Memory) kan de weergavevolgorde van de muziekstukken op een CD worden opgeslagen; de muziekstukken op de CD worden dan in de opgeslagen volgorde afgespeeld.
Met de functie CLR (Clear) is het mogelijk:
Druk voor het inschakelen van deze functie kort op toets 16 (1-TPM), tijdens het beluisteren van een CD. Als de functie ingeschakeld is, verschijnt op het display het opschrift “TPM ON”. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “TPM ON”. Als geen enkele weergavevolgorde van muziekstukken is geprogrammeerd, kan de TPM-functie niet worden ingeschakeld. Als op toets 16 (1-TPM) wordt gedrukt, verschijnt op het display het opschrift “NO TPM AVAILABLE”. Selecteer voor het opslaan van de muziekstukken het gewenste muziekstuk en houd toets 16 (1-TPM) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort; op het display verschijnt het opschrift “TRACK IS STORED”. Herhaal deze procedure voor alle andere muziekstukken die u wilt opslaan. BELANGRIJK Er kunnen maximaal 40 muziekstukken per CD worden opgeslagen.
❒ een of alle muziekstukken van een CD uit het geheugen van de TPM-functie te wissen. ❒ alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-wisselaar uit het geheugen van de TMP-functie te wissen. Als u een enkel muziekstuk uit het geheugen wilt wissen, moet u het muziekstuk met de toets 5 (÷) of (˜) selecteren als de TPM-functie is ingeschakeld. Druk vervolgens ongeveer 3 seconden op toets 15 (2CLR). De TPM-functie wordt uitgeschakeld, er klinkt een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “ONE TRACK DELETED”. Als u alle muziekstukken van de CD uit het geheugen wilt wissen, moet u de gewenste CD laden en TPMfunctie inschakelen. Druk vervolgens ongeveer 6 seconden op toets 16 (2-CLR); de TPM-functie wordt uitgeschakeld, er klinkt twee maal, na ongeveer 2 en 4 seconden, een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “ALL TRACKS DELETED”. Als u alle muziekstukken van alle CD’s in de wisselaar uit het geheugen wilt wissen, moet u langer dan 8 seconden op toets 15 (2-CLR) drukken; er klinkt drie maal, na ongeveer 2, 4 en 8 seconden, een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “COMPLETE TPM CLEARED”.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
91
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 92
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
WERKING VAN DE CD-WISSELAAR (CDC) (indien aanwezig) Als optional is een CD-wisselaar voor 5 CD’s (speler voor meerdere CD’s) leverbaar. Deze wordt in het dashboardkastje ingebouwd. CD-wisselaar selecteren Schakel de autoradio in en druk vervolgens kort op toets 1 (SOURCE-SCAN) om de functie “CHANGER” te selecteren.
AUTORADIO MET CD-SPELER
CD plaatsen/verwijderen CD’s in CD-wisselaar plaatsen: plaats voorzichtig de CD’s met de bedrukte zijde naar boven in de houders van de CD-wisselaar, en duw de houders tot aan de weerstand; de CD’s worden automatisch in de speler getrokken.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
CD’s uit CD-wisselaar verwijderen: druk op de genummerde toets naast de houder van de CD die u wilt verwijderen en houd deze ingedrukt.
92
Eventuele foutmeldingen Eventuele foutmeldingen worden in de volgende gevallen weergegeven: ❒ geen enkele CD in de CD-wisselaar aanwezig: op het display verschijnt het opschrift “CD ERROR” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ de geselecteerde CD kan niet gelezen worden (de CD bevindt zich niet in de geselecteerde positie of de CD is verkeerd geplaatst): op het display verschijnt, na het nummer van de geselecteerde CD, ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Hierna wordt de volgende CD gekozen; als er geen andere CD’s aanwezig zijn of deze zijn ook niet leesbaar, dan verschijnt op het display het opschrift “NO CD” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ CD wordt verkeerd gelezen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Hierna wordt de volgende CD gekozen; als er geen andere CD’s aanwezig zijn (na de laatste CD begint het zoeken opnieuw vanaf de eerste CD) of deze zijn ook niet leesbaar, dan verschijnt op het display het opschrift “NO CD” totdat een andere audiobron wordt gekozen; ❒ als een CD-ROM wordt geplaatst: de volgende beschikbare CD wordt geselecteerd.
11:39
Pagina 93
Meldingen op het display
Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit)
Als de CD-wisselaar is ingeschakeld, verschijnen op het display de volgende meldingen:
Druk kort op toets 5 (÷) om het vorige muziekstuk op de CD te beluisteren en op toets 5 (˜) om het volgende muziekstuk te beluisteren. De muziekstukken worden cyclisch geselecteerd: na het laatste muziekstuk wordt het eerste muziekstuk geselecteerd en omgekeerd.
❒ “T05”: het nummer van het muziekstuk op de CD; ❒ “03:42”: de verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld); ❒ “CD 04”: het nummer van de CD in de houder. ❒ “XXXXXXX”: de naam die aan de CD is toegekend. CD selecteren Druk op toets 6 (N) om de volgende CD te selecteren of op toets 6 (O) om de vorige CD te selecteren. Als in het menu is gekozen voor tijdsduurweergave van de CD, dan wordt gedurende 2 seconden het CD-nummer weergegeven en vervolgens de tijdsduur. Als in de houder op de gekozen plek geen CD aanwezig is, dan verschijnt kort op het display het opschrift “NO CD”. Vervolgens wordt automatisch de volgende CD weergegeven.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Houd de toets ingedrukt om de muziekstukken te doorlopen. Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden wordt weergegeven en kort op de toets 5 (÷) wordt gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf het begin herhaald. Als u in dat geval het vorige muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets twee maal na elkaar worden ingedrukt. Snel vooruit-/terugspoelen
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Houd toets 5 (÷) ingedrukt om het geselecteerde muziekstuk snel terug te spoelen en houd toets 5 (˜) ingedrukt om het muziekstuk snel vooruit te spoelen. Het snel vooruit/achteruit spoelen wordt onderbroken als u de toets loslaat. Als in het menu is gekozen voor weergave van het nummer of de naam van de CD, dan wordt deze weergave ongeveer 2 seconden vervangen door de weergave van de speelduur van de CD.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
93
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 94
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Pauze-functie Druk om de cassettespeler in de pauze-stand te zetten op toets 13 (3-II). Op het display verschijnt het opschrift “PAUSE”. Druk om de weergave te hervatten opnieuw op toets 13 (3-II). De pauze-functie wordt automatisch uitgeschakeld als van audiobron wordt gewisseld.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
Scan-functie (muziekstukken op CD kort beluisteren)
94
Met deze functie wordt het begin weergegeven van alle muziekstukken van de CD’s in de CD-wisselaar. Houd toets 1 (SOURCE-SCAN) ingedrukt, totdat een akoestisch signaal klinkt, om de eerste 10 seconden van ieder muziekstuk op de CD weer te geven. Tijdens de weergave van het muziekstuk verschijnen ongeveer 2 seconden de indicatie van de gekozen CD-functie (speelduur, naam of nummer van de CD) en het opschrift “SCAN” afwisselend op het display. Als de functie Scan is ingeschakeld, dan worden de functies Repeat en Mix uitgeschakeld. Weergavevolgorde van de muziekstukken: ❒ vanaf het weergegeven muziekstuk tot het laatste muziekstuk op de CD;
❒ vanaf het eerste tot het laatste muziekstuk als u de volgende CD in de wisselaar selecteert (dit geldt ook voor alle andere CD’s in de wisselaar). ❒ als de laatste CD in de CD-wisselaar kort is weergegeven, wordt opnieuw de eerste geselecteerd. De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken: ❒ als opnieuw op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt om de weergave van het huidige muziekstuk te hervatten; ❒ als op toets 6 (N) of (O) wordt gedrukt (als ze bij ingeschakelde CD-wisselaar gelijktijdig worden ingedrukt, wordt een andere CD gekozen); ❒ als op een van de voorkeuzetoetsen wordt gedrukt (1-6); ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld; ❒ als toets 11 (MENU-PRESET SCAN) of 8 (AUDIOLOUDNESS) wordt ingedrukt; ❒ als de TA-functie is ingeschakeld en het geselecteerde station verkeersinformatie uitzendt. De Scan-functie duurt voort, totdat deze door de gebruiker wordt beëindigd.
11:39
Pagina 95
Repeat-functie (muziekstuk herhalen) Druk op toets 10 (4-RPT) om het weergegeven muziekstuk continu te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TRACK”. Druk opnieuw op toets 10 (4-RPT) om de geselecteerde CD te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT CD”. Druk opnieuw op toets 10 (4-RPT) om de Repeatfunctie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT OFF”. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TRACK” of “REPEAT CD”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Repeat-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Mix uitgeschakeld.
Mix-functie (willekeurige weergave van muziekstukken) U kunt de willekeurige weergave van de muziekstukken op de geselecteerde CD starten door op voorkeuzetoets 9 (5-MIX) te drukken. Er wordt een nieuw muziekstuk weergegeven en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD”.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
Druk nogmaals op toets 9 (5-MIX) voor een willekeurige weergave van een CD in de wisselaar: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX MAGAZINE”. Druk opnieuw op toets 9 (5-MIX) om de functie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX OFF”. Als de Mix-functie is ingeschakeld, worden alle muziekstukken van de geselecteerde CD of van een willekeurige CD in de CD-wisselaar in willekeurige volgorde weergegeven.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Na weergave van een muziekstuk, verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX CD” of “MIX MAGAZINE”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Mix-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Repeat uitgeschakeld.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
95
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 96
TPM-functie (weergavevolgorde muziekstukken opslaan)
CLR-functie (muziekstukken uit geheugen wissen)
Met de TPM-functie (Track Program Memory) kan de weergavevolgorde van de muziekstukken op een CD worden opgeslagen; de muziekstukken op de CD worden dan in de opgeslagen volgorde afgespeeld.
Met de functie CLR (Clear) is het mogelijk:
Druk voor het inschakelen van deze functie kort op toets 16 (1-TPM), tijdens het beluisteren van een CD. Als de functie ingeschakeld is, verschijnt op het display het opschrift “TPM ON”. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “TPM ON”. Als geen enkele weergavevolgorde van muziekstukken is geprogrammeerd, kan de TPM-functie niet worden ingeschakeld. Als op toets 16 (1-TPM) wordt gedrukt, verschijnt op het display het opschrift “NO TPM AVAILABLE”.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Selecteer voor het opslaan van de muziekstukken het gewenste muziekstuk en houd toets 16 (1-TPM) ingedrukt, totdat u een akoestisch signaal hoort; op het display verschijnt het opschrift “TRACK IS STORED”. Herhaal deze procedure voor alle andere muziekstukken die u wilt opslaan.
96
BELANGRIJK Er kunnen maximaal 40 muziekstukken per CD worden opgeslagen.
❒ een of alle muziekstukken van een CD uit het geheugen van de TPM-functie te wissen; ❒ alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-wisselaar uit het geheugen van de TMP-functie te wissen. Als u een enkel muziekstuk uit het geheugen wilt wissen, moet u het muziekstuk met de toets 5 (÷) of (˜) selecteren als de TPM-functie is ingeschakeld. Druk vervolgens ongeveer 3 seconden op toets 15 (2CLR). De TPM-functie wordt uitgeschakeld, er klinkt een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “ONE TRACK DELETED”. Als u alle muziekstukken van de CD uit het geheugen wilt wissen, moet u de gewenste CD laden en de TPMfunctie inschakelen. Druk vervolgens ongeveer 6 seconden op toets 16 (2-CLR); de TPM-functie wordt uitgeschakeld, er klinkt twee maal, na ongeveer 2 en 4 seconden, een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “ALL TRACKS DELETED”. Als u alle muziekstukken van alle CD’s in de wisselaar uit het geheugen wilt wissen, moet u langer dan 8 seconden op toets 15 (2-CLR) drukken; er klinkt drie maal, na ongeveer 2, 4 en 8 seconden, een akoestisch signaal en op het display verschijnt het opschrift “COMPLETE TPM CLEARED”.
11:39
Pagina 97
TECHNISCHE GEGEVENS Autoradio Maximaal vermogen: 4x40W. B
Luidsprekers Het standaard audiosysteem bestaat uit: F0G0509m
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
05-07-2005
❒ 2 full-range luidsprekers voor (B) met een diameter van 165 mm en met elk een piekvermogen van 40W; ❒ 2 full-range luidsprekers achter met een diameter van 130 mm en met elk een piekvermogen van 35W. Het hifi-audiosysteem (optional) bestaat uit: ❒ twee tweeters (A) en twee woofers (B) voor met elk een piekvermogen van 40W; ❒ twee full-range luidsprekers achter met elk een piekvermogen van 40W;
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ een subwoofer van 100W onder de rechter stoel.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
051-098
97
051-098
NL
05-07-2005
11:39
Pagina 98
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
CD-wisselaar (indien aanwezig) De auto kan zijn uitgerust met een CD-wisselaar voor 5 CD’s in het dashboardkastje. Antenne De antenne is op het dak van de auto geplaatst.
F0G0508m
Zekering AUTORADIO MET CD-SPELER
De autoradio wordt beveiligd door een 10A-zekering (A).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
F0G0507m
98
13:30
Pagina 99
AUTORADIO MET CD/ MP3-SPELER BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL F0G0501m
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
99
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 100
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Toets
1
Toetsen en frontpaneel
RADIO
Letter of symbool
Functie
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
SOURCE-SCAN
Audiobron/Scan-functie selecteren
CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
FM/AM-stations kort beluisteren
2
Display
3
CD-lade
4
˚
Eject CD (CD uitwerpen)
Eject CD
5
÷
Handmatig zoeken naar stations
Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Snel handmatig zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken + PTY: zoeken + AF: zoeken +
Automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
Snel automatisch zoeken naar stations TP: zoeken PTY: zoeken AF: zoeken -
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
˜
100
6
N
Automatisch zoeken naar stations
O
7
6-MP3 |
Voorkeuzestation 6 Functie MP3-info
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 6
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 6
8
AUDIOSYSTEEM LOUDNESS
Audio-instellingen/Loudness
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B)
Loudness in-/uitschakelen
9
5-MIX
Voorkeuzestation 5/MIX-functie
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 5
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 5
07-08-2006
13:30
Pagina 101
CD/MP3-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.) Lang indrukken (meer dan 2 sec.) CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
Muziekstukken op CD kort beluisteren
CD-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.) CD-speler, CD-wisselaar (indien aangesloten) of Radio selecteren
Lang indrukken (meer dan 2 sec.) CD’s in CD-wisselaar kort beluisteren
Eject CD Muziekstuk herhalen/vorig muziekstuk selecteren
Snel terugspoelen
Eject CD Muziekstuk herhalen/vorig muziekstuk selecteren
Snel terugspoelen
Volgend muziekstuk selecteren
Snel vooruitspoelen
Volgend muziekstuk selecteren
Snel vooruitspoelen
Volgende CD selecteren
Volgende CD selecteren (continu)
Vorige CD selecteren
Vorige CD selecteren (continu)
Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B) MIX-functie in-/uitschakelen
Loudness in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
NL
Volgend muziekstuk selecteren
Vorige map selecteren (continu)
Vorige map selecteren
Weergave gegevens geselecteerde map Bass (B) Treble (T) Fader (F) Balance (B) MIX-functie in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CD-SPELER
Volgend muziekstuk selecteren (continu)
Loudness in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
101
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 102
Toets
Toetsen en frontpaneel
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Letter of symbool
102
10
4-RPT
11 12
MENU-PRESET SCAN BAND-AUTOSTORE
13
3-II
14
AF-TA
15
2-CLR
16
1-TPM
17
PTY
18
ON/OFF VOLUME
RADIO Functie
Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
Voorkeuzestation 4/ REPEAT-functie Menu-functie/Scan-functie Golfband selecteren
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 4
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 4
Menu in-/uitschakelen FM1, FM2, FMT, MW, LW
Voorkeuzestation 3/ Pauze weergave Alternatieve frequentie (AF) / Verkeersinformatie (TA) Voorkeuzestation 2/CLR-functie (opgeslagen muziekstukken wissen)
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 3
Voorkeuzestations kort beluisteren Automatisch opslaan op de FMTgolfband FM/AM: opslaan voorkeuzestation 3
TA ON/OFF
AF ON/OFF
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 2
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 2
Voorkeuzestation 1/TPM-functie (weergavevolgorde muziekstukken opslaan) Programmatype
FM/AM: oproepen voorkeuzestation 1
FM/AM: opslaan voorkeuzestation 1
PTY ON/OFF
Autoradio in-/uitschakelen/Volumeregeling
Bij ingeschakelde autoradio: Audio Mute in-/uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: autoradio inschakelen/ Volumeregeling: naar links draaien: verlagen naar rechts draaien: verhogen
PTY: weergave geselecteerd programmatype Bij ingeschakelde autoradio: uitschakelen Bij uitgeschakelde radio: inschakelen
07-08-2006
13:30
Pagina 103
CD/MP3-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.)
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
REPEAT-functie in-/uitschakelen
CD-speler Kort indrukken (minder dan 2 sec.) REPEAT-functie in-/uitschakelen
Menu in-/uitschakelen
Menu in-/uitschakelen Automatisch opslaan op de FMT-golfband
Pauze CD-weergave in-/uitschakelen TA ON/OFF
Lang indrukken (meer dan 2 sec.)
Automatisch opslaan op de FMT-golfband Pauze CD-weergave in-/uitschakelen
AF ON/OFF
TA ON/OFF
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
NL
AF ON/OFF
Opgeslagen muziekstukken van geselecteerde CD wissen
PTY ON/OFF
Gewenst muziekstuk opslaan
PTY ON/OFF
AUTORADIO MET CD-SPELER
TPM-functie in-/uitschakelen
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
103
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 104
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
INLEIDING In dit hoofdstuk wordt alleen de werking van de MP3speler beschreven: voor de werking van de Radio, CDspeler en CD-wisselaar wordt verwezen naar het hoofdstuk “Autoradio met CD-speler”. OPMERKING MPEG Layer-3 audio decoding technology licensed from Fraunhofer IIS and Thomson multimedia.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
MP3-SPELER
104
Naast het weergeven van normale audio-CD’s kan de radio ook CD-ROM’s weergeven waarop MP3bestanden zijn geregistreerd. De autoradio werkt zoals in het voorgaande hoofdstuk is beschreven (“Autoradio met CD-speler”) wanneer een audio CD wordt geladen.
Voor een optimale weergave raden wij het gebruik aan van geluidsdragers van goede kwaliteit die tijdens het opnemen op de laagst mogelijke snelheid zijn beschreven. Structuur van een MP3-CD: ❒ een hoofdmap met/zonder MP3-muziekstukken; ❒ onder deze hoofdmap bevinden zich andere mappen met/zonder “submappen” en/of MP3muziekstukken; ❒ een “submap” kan andere “submappen” en/of MP3muziekstukken bevatten; Iedere map van een MP3-CD wordt ingedeeld zoals is afgebeeld in het schema (zie het voorbeeld op de volgende pagina).
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 105
Bijvoorbeeld:
3 “Submap” 1.1 Muziekstuk 1 Muziekstuk n
4 “Submap” 1.n Muziekstuk 1 Muziekstuk n
5 Map 2
6 “Submap” 2.1 Muziekstuk 1 Muziekstuk n
7 “Submap” 2.n Muziekstuk 1 Muziekstuk n
8 Map 3 Muziekstuk 1 Muziekstuk n
9 “Submap” 3.1
11 “Submap” 3.n Muziekstuk 1 Muziekstuk n
10 “Submap” 3.1.1
12 Map n Muziekstuk 1 Muziekstuk n
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
2 Map 1 Muziekstuk 1 Muziekstuk n
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
1 Hoofdmap Muziekstuk 1 Muziekstuk n
Legenda:
n
= Volgnummer van mappen/muziekstukken = Structuur van de mappen
105
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
099-120
106
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 106
❒ aan de hoofdmap wordt altijd het nummer 1 toegekend; ❒ de eerste map krijgt het nummer 2 en de “submappen” van deze map krijgen de nummers 3 en 4; ❒ de eerste map krijgt het nummer 5 en de “submappen” van deze map krijgen de nummers 6 en 7; ❒ deze procedure wordt voor alle andere mappen herhaald. Om toegang te krijgen tot de mappen met muziekstukken moet op toets 6 (N) (volgende map selecteren) of (O) (vorige map selecteren) worden gedrukt. Voorbeeld: als map 1 (nr. 2) is geopend, zijn de volgende mappen beschikbaar: ❒ als u op toets 6 (O) drukt, wordt de hoofdmap geopend (nr. 1); ❒ als u op toets 6 (N) drukt, wordt de “submap” 4 (nr. 3) geopend. De mappen die geen MP3-muziekstukken bevatten (bijvoorbeeld map 2 (nr. 5) en de “submap” 3.1 (nr. 9) kunnen niet worden geselecteerd.
Bijvoorbeeld: als map 3 (nr. 8) is geopend, zijn de volgende mappen beschikbaar: ❒ als u op toets 6 (O) drukt, wordt de “submap” 2.X (nr. 7) geopend; ❒ als u op toets 6 (N) drukt, wordt de “submap” 3.1.1 (nr. 10) geopend. Kenmerken en werking bij de weergave van MP3bestanden: ❒ de CD-ROM’s moeten zijn opgenomen in ISO 9660 formaat; ❒ de muziekbestanden moeten de extensie “.mp3” hebben: bestanden met een andere extensie worden niet weergegeven; ❒ de weergavefrequenties zijn: 44.1 kHz, stereo (van 96 tot 320 kbit/s) - 22.05 kHz, mono of stereo (van 32 tot 80 kbit/s); ❒ de weergave van muziekstukken met variabele bitrate is mogelijk. BELANGRIJK De namen van de MP3-muziekstukken mogen de volgende tekens niet bevatten: spaties, ‘ (apostroffen), ( en ) (haakjes openen en sluiten). Zorg tijdens het samenstellen van een MP3-CD dat de bestandsnamen deze tekens niet bevatten; als dit wel het geval is, dan kan het systeem de betreffende muziekstukken niet weergegeven.
13:30
Pagina 107
Weergave naam map op het display
Volgende/vorige map selecteren
De naam van de op het display weergegeven MP3-map komt overeen met de naam waarmee de CD-map is opgeslagen, gevolgd door een asterisk.
Druk op toets 6 (N) om de volgende map te selecteren of op toets 6 (O) om de vorige map te selecteren. De naam van de nieuwe map wordt op het display weergegeven.
Voorbeeld van een naam van een volledige MP3-map: “BEST OF *”. Weergave naam muziekstuk op het display
De mappen worden cyclisch geselecteerd: na de laatste map wordt de eerste map geselecteerd en omgekeerd.
Er zijn twee mogelijkheden om een naam aan een MP3-muziekstuk toe te kennen:
BELANGRIJK U kunt alleen de mappen selecteren die ten minste één muziekstuk bevatten.
❒ als het geselecteerd muziekstuk het formaat ID3TAG heeft, wordt de naam van het MP3-muziekstuk als volgt samengesteld:
Als binnen 2 seconden geen enkele andere map of muziekstuk wordt geselecteerd, wordt het eerste muziekstuk van de nieuwe map weergegeven.
- het eerste deel van de naam van het muziekstuk komt overeen met de titel die is opgeslagen in ID3TAG, gevolgd door een asterisk;
Als het laatste muziekstuk op de geselecteerde map is weergegeven, wordt de volgende map weergegeven die ten minste een muziekstuk bevat.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
- het tweede deel van de naam van het muziekstuk is de naam van de uitvoerder die is opgeslagen in ID3-TAG, gevolgd door een asterisk. ❒ Als het geselecteerde muziekstuk het formaat ID3TAG niet heeft, komt de naam van het muziekstuk (zonder extensie “MP3”) overeen met de naam van het bestand waarmee het muziekstuk op de CD is opgeslagen, gevolgd door een asterisk (bijv. “TITLE1*”).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
107
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 108
Meldingen op het display
Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit)
Als de MP3-CD is geladen, verschijnen op het display het opschrift “MP3” en de volgende meldingen:
Druk kort op toets 5 (÷) om het vorige muziekstuk te selecteren of op toets 5 (˜) om het volgende muziekstuk te selecteren De muziekstukken worden cyclisch geselecteerd: na het laatste muziekstuk wordt het eerste muziekstuk geselecteerd en omgekeerd.
❒ “T05”: het nummer van het muziekstuk op de MP3CD; ❒ “BEST OF”: de naam die aan de map is toegekend (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld); ❒ “XXXXX”: de titel van het muziekstuk (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld);
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ “03:42”: de verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld);
108
❒ “BEST 01”: de naam die aan het MP3-bestand is toegekend (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld). Als de functie CD Naam is geactiveerd en er geen CDnaam is opgeslagen, dan verschijnt op het display de speelduur van het muziekstuk.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere map of muziekstuk wordt geselecteerd, wordt het volgende muziekstuk weergegeven. Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden wordt weergegeven en kort op de toets 5 (÷) wordt gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf het begin herhaald. Als u in dat geval het vorige muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets twee maal na elkaar worden ingedrukt. Snel vooruit-/terugspoelen Houd toets 5 (˜) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld vooruit weer te geven of houd toets 5 (÷) ingedrukt om het gekozen muziekstuk versneld achteruit weer te geven. Het snel vooruit/achteruit spoelen wordt onderbroken als u de toets loslaat. Als in het menu is gekozen voor weergave van de naam van de map, de titel van het muziekstuk en de naam van de uitvoerder of de bestandsnaam is geselecteerd, dan wordt deze weergave gedurende 2 seconden vervangen door de weergave van de speelduur van het muziekstuk.
13:30
Pagina 109
Scan-functie (muziekstukken op MP3-CD kort beluisteren)
De Scan-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken:
Met deze functie kan het begin van alle muziekstukken op de CD kort beluisterd worden.
❒ als opnieuw op toets 1 (SOURCE-SCAN) wordt gedrukt om de weergave van het huidige muziekstuk te hervatten;
Houd toets 1 (SOURCE-SCAN) ingedrukt, totdat een akoestisch signaal klinkt, om de eerste 10 seconden van ieder muziekstuk op de CD weer te geven. Tijdens de weergave van het muziekstuk verschijnen ongeveer 2 seconden de indicatie van de gekozen CD-functie (speelduur, naam of nummer van de CD) en het opschrift “SCAN” afwisselend op het display. Als de functie Scan is ingeschakeld, dan worden de functies Repeat en Mix uitgeschakeld. Weergavevolgorde van de muziekstukken: ❒ vanaf het weergegeven muziekstuk tot het laatste muziekstuk in de map; ❒ vanaf het eerste muziekstuk tot het laatste als u een andere map selecteert (en zo verder voor alle mappen in de CD totdat de functie wordt onderbroken).
❒ als toets 6 (N) of (O) wordt ingedrukt (bij een MP3-CD wordt de vorige/volgende map geselecteerd);
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
❒ als een van voorkeuzetoetsen wordt ingedrukt (16); ❒ als de Mute-functie wordt ingeschakeld; ❒ als van audiobron wordt gewisseld; ❒ als toets 1 (SOURCE-SCAN), 10 (MENU-PRESET SCAN) of 18 (AUDIO-LOUDNESS) wordt ingedrukt; ❒ als de TA-functie is ingeschakeld en het geselecteerde station verkeersinformatie uitzendt.
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
De Scan-functie duurt voort, totdat deze door de gebruiker wordt beëindigd. AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
109
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 110
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Repeat-functie (muziekstuk herhalen) Druk op toets 10 (4-RPT) om het weergegeven muziekstuk continu te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TR”. Druk nogmaals op toets 10 (4-RPT) om de MP3muziekstukken in een map continu te herhalen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT DIR”.
AUTORADIO MET CD-SPELER
Druk opnieuw op toets 10 (4-RPT) om de Repeatfunctie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT OFF”. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “REPEAT TRACK” of “REPEAT DIRECTORY”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
BELANGRIJK Als de Repeat-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Mix uitgeschakeld.
110
Mix-functie (willekeurige weergave van muziekstukken) U kunt de willekeurige weergave van de MP3muziekstukken in een map starten door op toets 9 (5MIX) te drukken. Er wordt een nieuw muziekstuk weergegeven en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX DIRECTORY”. Druk nogmaals op toets 9 (5-MIX) voor een willekeurige weergave van de MP3-muziekstukken van alle mappen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX ALL DIRECTORIES”. Druk opnieuw op toets 9 (5-MIX) om de functie uit te schakelen: op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX OFF”. Als de Mix-functie is ingeschakeld, worden alle muziekstukken van de geselecteerde CD of van een willekeurige CD in de CD-wisselaar in willekeurige volgorde weergegeven. Na weergave van een muziekstuk verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “MIX DIRECTORY” of “MIX ALL DIRECTORIES”. Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de functie uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de Mix-functie wordt ingeschakeld, dan worden de functies Scan en Repeat uitgeschakeld.
13:30
Pagina 111
Functie MP3-info (informatie mapgegevens) Druk kort op toets 7 (6-MP3 |) voor weergave van de naam van de huidige map: op het display verschijnt tweemaal gedurende ongeveer 5 seconden de naam van de geselecteerde map. Hierna wordt opnieuw de daarvoor geselecteerde werking van de CD getoond. Als u nogmaals op toets 7 (6-MP3 |) drukt tijdens de weergave van de naam van de map, wordt de titel van de weergeven MP3-CD 2 keer gedurende ongeveer 5 seconden op het display weergegeven. Hierna wordt opnieuw de daarvoor geselecteerde werking van de CD getoond.
MENU Functies van toets 11 (MENU-PRESET SCAN) Druk voor het inschakelen van de Menu-functie kort op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt het opschrift “MENU”. De menu-functies kunnen worden doorlopen met toets 6 (N) of (O). De geselecteerde functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜).
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
Op het display verschijnt de huidige status van de geselecteerde functie. De menufuncties zijn: ❒ USER EQ SETTINGS (instellingen van de equalizer, alleen als de instelling USER is geselecteerd); ❒ PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ (uit-/ inschakelen en selecteren van de instellingen van de equalizer);
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ REGIONAL MODE (regionale programma’s); ❒ CD DISPLAY (instelling display van CD-speler); ❒ MP3 DISPLAY (instelling display van CD/MP3speler); ❒ CDC DISPLAY (instelling display van CD -wisselaar, indien geïnstalleerd);
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
111
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 112
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
❒ SENSITIVITY (ontvangstgevoeligheid); ❒ SVC SETTING (snelheidsafhankelijke volumeregeling); ❒ CD NAMING FUNCTION (namen toekennen aan CD’s, alleen als de CD-speler of CD-wisselaar is geselecteerd); ❒ PHONE SETTING (volume van de telefoon, indien geïnstalleerd); ❒ HICUT FUNCTION (beperking van de hoge tonen);
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ IGNITION TIMER (uitschakelwijze);
112
Druk om het Menu te verlaten opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Functie PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ (in-/uitschakelen van de equalizer) De geïntegreerde equalizer kan worden in- of uitgeschakeld. Als de functie equalizer niet is ingeschakeld, kunnen van de audio-instellingen alleen de bassen (“BASS”) en de hoge tonen (“TREBLE”) geregeld worden, terwijl als de functie is ingeschakeld ook het volume van frequentiebanden gewijzigd kan worden. Selecteer voor het uitschakelen van de equalizer de instelling “PRESET” met toets 6 (N) of (O).
Selecteer voor het inschakelen van de equalizer met toets 6 (N) of (O) één van de instellingen: ❒ “USER” (afstellen van de 7 banden van de equalizer door de gebruiker); ❒ “CLASSIC” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van klassieke muziek); ❒ “ROCK” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van rock- en popmuziek); ❒ “JAZZ” (vooraf vastgestelde instelling van de equalizer voor optimale weergave van jazzmuziek). Selecteer in het Menu met toets 6 (N) of (O) de laatste instelling en wijzig deze met toets 5 (÷) of (˜). Als één van de instellingen van de equalizer ingeschakeld is, verschijnt op het display het opschrift “EQ”. Functie USER EQ SETTINGS (instellingen van de equalizer, alleen als de instelling USER is geselecteerd) Selecteer voor een persoonlijke instelling van de equalizer met toets 6 (N) of (O) de functie “USER EQ SETTINGS”. Gebruik voor het wijzigen van de instellingen van de equalizer toets 5 (÷) of (˜).
13:30
Pagina 113
Op het display verschijnt een diagram met 7 staafjes. Ieder staafje geeft een frequentiebereik aan voor het linker of rechter kanaal. Selecteer het gewenste staafje met toets 5 (÷) of (˜); het geselecteerde staafje begint te knipperen en kan worden geregeld met toets 6 (N) of (O). Druk voor het opslaan van de nieuwe instellingen opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt opnieuw het opschrift “USER EQ SETTINGS”. Functie REGIONAL MODE (ontvangst van regionale uitzendingen) Enkele nationale stations zenden, op bepaalde uren van de dag regionale programma’s uit die per gebied verschillen. Met deze functie wordt alleen op lokale (regionale) stations afgestemd. Als u naar een regionaal programma luistert en u wilt naar dit station blijven luisteren, moet deze functie worden ingeschakeld. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “REGIONAL MODE: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “REGIONAL MODE: OFF”: functie ingeschakeld.
Als de functie is uitgeschakeld en u hebt afgestemd op een regionaal station dat in een bepaald gebied uitzendt, dan zult u als u in een ander gebied komt, het regionale station van dat nieuwe gebied ontvangen. BELANGRIJK Als de functie is uitgeschakeld (“REGIONAL MODE-OFF”) en de AF-functie is ingeschakeld (alternatieve frequentie), wordt automatisch afgestemd op de optimale frequentie van het geselecteerde station.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
Functie CD DISPLAY (weergave van de gegevens van de Compact Disc) Met deze functie kunt u kiezen welke informatie op het display wordt weergegeven als u naar een CD luistert. Nadat u de functie “CD” hebt geselecteerd in het Menu met de toetsen 6 (N) of (O), verschijnt er op het display het opschrift “CD DISPLAY”. De instelling kan worden gewijzigd met toets 5 (÷) of (˜).
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
Er zijn twee instellingen mogelijk: ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk); ❒ “NAME” (naam die aan de CD is toegekend).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
113
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 114
Functie MP3 DISPLAY (weergave van de gegevens van de MP3-CD)
Functie SENSITIVITY (regeling ontvangstgevoeligheid)
Met deze functie kunt u kiezen welke informatie op het display wordt weergegeven als u naar een MP3-CD luistert.
Met deze functie kan de ontvangstgevoeligheid bij het automatisch afstemmen automatisch worden gewijzigd. Als de lage ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY LOCAL”, wordt alleen gezocht naar stations met een optimale ontvangst; als de hoge ontvangstgevoeligheid is ingesteld “SENSITIVITY DISTANCE”, wordt daarentegen naar alle stations gezocht. Als u zich echter in een gebied bevindt waarin vele stations uitzenden en u alleen die stations wilt selecteren met het sterkste signaal, moet de lage ontvangstgevoeligheid “SENSITIVITY LOCAL” worden ingesteld.
Deze functie kan alleen worden ingeschakeld als er een MP3-CD is geladen: in dat geval verschijnt op het display het opschrift “MP3 DISPLAY”. De functie kan worden gewijzigd met toets 5 (÷) of (˜). Er zijn vier instellingen mogelijk:
AUTORADIO MET CD-SPELER
❒ “DIR” (naam die aan de map is toegekend); ❒ “TRACK” (naam van het muziekstuk); ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk); ❒ “NAME” (naam die aan de CD is toegekend). Functie CDC DISPLAY (weergave van de gegevens van de CD-wisselaar) (indien geïnstalleerd)
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Deze functie kan alleen worden gekozen als een CDwisselaar is aangesloten. In dat geval verschijnt op het display het opschrift “CDC DISPLAY”. De functie kan worden gewijzigd met toets 5 (÷) of (˜). Er zijn drie instellingen mogelijk: ❒ “TIME” (verstreken speelduur vanaf het begin van het muziekstuk); ❒ “CD NR” (nummer van de CD);
114
❒ “NAME” (naam die aan de CD is toegekend).
De gevoeligheid kan worden ingesteld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “SENSITIVITY: LOCAL”: lage ontvangstgevoeligheid; ❒ “SENSITIVITY: DISTANCE”: hoge ontvangstgevoeligheid.
13:30
Pagina 115
Functie SVC SETTING (snelheidsafhankelijke volumeregeling) Met de functie wordt automatisch het volume verhoogd als de snelheid toeneemt, waardoor het volumeniveau wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het interieur. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “SVC SETTING: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “SVC SETTING: OFF”: functie uitgeschakeld. Functie CD NAMING (namen aan CD’s toekennen) Met de functie CD NAME kunnen maximaal 30 CD’s van een naam worden voorzien van maximaal 8 tekens. Deze functie kan alleen worden ingeschakeld als de CD-speler of CD-wisselaar is ingeschakeld. De functie kan worden ingeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Op het display verschijnt het opschrift “CD NAMING FUNCTION”. Als de CD al een naam heeft, verschijnt deze naam op het display; in het tegenovergestelde geval verschijnen er 8 streepjes. Als er geen geheugen meer beschikbaar is voor een nieuwe naam, wordt de eerste naam in het geheugen getoond.
Om een naam te wijzigen of een naam toe te kennen aan een nieuwe CD, moet op toets 5 (÷) of (˜) worden gedrukt. Druk opnieuw op de toetsen om de positie van het karakter te selecteren dat u wilt wijzigen. Druk op toets 6 (N) of (O) om het karakter te selecteren of te wijzigen. Druk voor het opslaan van de nieuwe naam opnieuw op toets 11 (MENU-PRESET SCAN). Op het display verschijnt het opschrift “CD NAME”. Om de naam van de ingevoerde CD te wissen moet de functie worden ingeschakeld en gedurende circa 5 seconden toets 15 (2-CLR) ingedrukt worden gehouden. U hoort een akoestisch signaal en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “ONE NAME DELETED”. U kunt nu de procedure starten voor het toekennen van een nieuwe naam. Om alle namen te wissen moet de functie worden ingeschakeld en gedurende langer dan 8 seconden toets 15 (2-CLR) ingedrukt worden gehouden. U hoort twee akoestische signalen en op het display verschijnt ongeveer 2 seconden het opschrift “ALL NAME DELETED”. U kunt nu de procedure starten voor het toekennen van nieuwe namen.
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
115
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 116
Functie PHONE (volumeregeling van de telefoon)
Functie IGNITION TIMER (uitschakelwijze)
Met deze functie kan het volume van de telefoon worden geregeld (instellingen van 1 tot 66) of uitgeschakeld (instelling OFF).
Met deze functie kan de uitschakelwijze van de autoradio (2 mogelijkheden) worden ingesteld. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜).
De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜). Stel het volume in m.b.v. toets/draaiknop 18 (ON/OFF VOLUME).
AUTORADIO MET CD-SPELER
Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “PHONE FUNCTION”: functie ingeschakeld; ❒ “PHONE VOLUME: 23”: functie ingeschakeld en volume ingesteld op 23; ❒ “OFF”: functie uitgeschakeld. Functie HICUT (beperking van de hoge tonen)
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
Deze functie beperkt de weergave van hoge tonen in relatie tot het ontvangen signaal. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets 5 (÷) of (˜).
116
Op het display verschijnt de huidige status van de functie: ❒ “HICUT FUNCTION: ON”: functie ingeschakeld; ❒ “HICUT FUNCTION: OFF”: functie uitgeschakeld.
Op het display verschijnt de gekozen wijze: ❒ “00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van de start-/ contactsleutel. De autoradio wordt automatisch uitgeschakeld zodra u de contactsleutel in stand STOP draait; ❒ “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk van de start-/ contactsleutel. De autoradio blijft nog maximaal 20 minuten ingeschakeld nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid. BELANGRIJK Als de autoradio automatisch uitschakelt nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid (voor directe uitschakeling of uitschakeling na 20 minuten), dan schakelt hij automatisch weer in als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Als de autoradio daarentegen wordt uitgeschakeld door draaiknop/toets 18 (ON/OFF VOLUME) in te drukken, en u de contactsleutel in stand MAR draait, dan blijft de autoradio uitgeschakeld.
13:30
Pagina 117
TECHNISCHE GEGEVENS Autoradio Maximaal vermogen: 4x40W. B
Luidsprekers Het standaard audiosysteem bestaat uit: F0G0509m
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
07-08-2006
❒ 2 full-range luidsprekers voor (B) met een diameter van 165 mm en met elk een piekvermogen van 40W; ❒ 2 full-range luidsprekers achter met een diameter van 130 mm en met elk een piekvermogen van 35W. Het hifi-audiosysteem (optional) bestaat uit: ❒ twee tweeters (A) en twee woofers (B) voor met elk een piekvermogen van 40W; ❒ twee full-range luidsprekers achter met elk een piekvermogen van 40W;
AUTORADIO MET CD-SPELER
NL
❒ een subwoofer van 100W onder de rechter stoel.
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
099-120
117
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 118
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
CD-wisselaar (indien aanwezig) De auto kan zijn uitgerust met een CD-wisselaar voor 5 CD’s in het dashboardkastje. Antenne De antenne is op het dak van de auto geplaatst.
F0G0508m
Zekering AUTORADIO MET CD-SPELER
De autoradio wordt beveiligd door een 10A-zekering (A).
AUTORADIO MET CD- /MP3-SPELER
F0G0507m
118
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 119
NOTITIES
099-120
NL
07-08-2006
13:30
Pagina 120
Fiat Auto Nederland B.V. B.U. After Sales Importeur voor Nederland: Fiat Auto Nederland b.v. - Singaporestraat 92-100 -1175RA Lijnden Druknummer 603.46.346NL - VII/2003 - 1e editie - Gedrukt door Hoogcarspel Grafische Communicatie, Middenbeemster Eindredactie Satiz - Turijn
NEDERLANDS
De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in dit boekje beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Voor de laatste informatie hieromtrent kunt u zich tot de Fiat-dealer wenden. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.