Experimenten doorlopende leerlijnen veelgestelde vragen & antwoorden Versie oktober 2015
1
1. ALGEMENE INFORMATIE EXPERIMENTEN DOORLOPENDE LEERLIJNEN
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de experimenten doorlopende leerlijnen vmbo – mbo? Welke routes zijn er en wat zijn de verschillen tussen de routes? Wat zijn de doelstellingen van de experimenten? Wie kan een experiment aanvragen? Welke voordelen biedt deelname aan de experimentele leerroutes? Wat is het verschil met de vakmanschap- en technologieroute in het kader van het programma Toptechniek in bedrijf (Platform Bèta Techniek)?
2. UITBREIDING VAN DE EXPERIMENTEN
Wat verandert er als de uitbreiding van de experimenten is doorgevoerd? Waarom worden de experimenten uitgebreid? Waarom worden de voorschriften voor onderwijstijd en studieduur gewijzigd? Wanneer treedt de uitbreiding van de experimenten in werking? Hoe verhouden de experimenten zich tot de vernieuwing van het vmbo? Hoe verhoudt de uitbreiding van de experimenten zich tot de vernieuwing van het mbo? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de uitgebreide experimenten, de huidige regeling en de vm2-trajecten? Welke routes zijn er na de uitbreiding van de experimenten? Maakt een leerwerktraject ook onderdeel uit van de vakmanschaproute? Welke opleidingen vallen na de uitbreiding van de experimenten onder de regeling?
3. AANVRAAGPROCEDURE EN BEOORDELING VAN AANVRAGEN
In welk geval dient een aanvraag ingediend te worden voor deelname aan een doorlopende leerlijn? Wanneer kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen een aanvraag indienen? Uit welke onderdelen bestaat een aanvraag? Hoe kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen een aanvraag indienen? Is het mogelijk om voorafgaand aan de feitelijke aanvraag feedback te ontvangen op een conceptaanvraag? Op basis van welke criteria worden aanvragen beoordeeld? Wanneer wordt bekend gemaakt welke experimenten mogen starten?
2
4. ORGANISATIE EN INHOUD VAN HET ONDERWIJS
Welke voorschriften gelden voor studieduur en onderwijstijd? Mogen inspanningen die in het vmbo in het kader van burgerschap zijn uitgevoerd meetellen bij de inspanningsverplichting van het mbo? Kunnen uren voor beroepspraktijkvorming (bpv) die gemaakt zijn terwijl de leerling nog niet staat ingeschreven op het mbo al formeel meetellen als bpvuren? Wanneer valt een leerling of student uit het experiment? Is er binnen een experiment een mogelijkheid dat leerlingen vanuit het mbo teruggaan naar het vmbo (terugvaloptie)? Kunnen leerlingen vanuit het reguliere vmbo tussentijds instromen in een experimentele leerroute? Gelden afwijkende bevoegdheidsregels voor docenten? Kan de keuze voor een mbo-kwalificatie nog worden uitgesteld?
5. EXAMENS EN DIPLOMERING Inhoud en verdeling van taken
Blijven de schoolexamentoetsen binnen het vmbo bestaan? Hoe luidt de slaag-zakregeling in de vakmanschaproute? Zijn er binnen het experiment verschillende programma’s van toetsing en afsluiting (PTA) mogelijk? Is het in de vakmanschaproute mogelijk om alleen op te gaan voor het gemeenschappelijk deel van het eindexamen vmbo? Is er een vrijstellingsmogelijkheid binnen het mbo mogelijk op grond van een afgelegde rekentoets vo? Welk diploma ontvangt een leerling? Kan een school een leerling het mbo-diploma onthouden als deze leerling niet slaagt voor de vakken van het gemeenschappelijk deel van het vmbo? Wie is verantwoordelijk voor het afnemen van een vmbo-examen als een leerling is ‘overgestapt’ naar mbo?
3
Planning
Kan een leerling in het vmbo reeds onderdelen van het mbo formeel afronden? Mag een school het vmbo-examen vakken spreiden over meerdere leerjaren? Wijzigen de landelijke examenmomenten? Hoe zit het met de examenspreiding vmbo-mbo en de invulling van de bpv in de zomervakantie? Is er een verplichte volgorde van vmbo- en mbo-examens? Kan een leerling starten met het mbo als de rekentoets vmbo nog niet met succes is afgerond?
6. LEERLINGADMINISTRATIE
Hoe is de inschrijving van leerlingen voor de experimentele routes geregeld? Kan een leerling gelijktijdig ingeschreven staan bij het vmbo en het mbo? In welke gevallen wordt een leerling die uitvalt uit een experiment als voortijdig schoolverlater beschouwd? Wie betaalt de inschrijving als extraneus op het vmbo?
7. TOEZICHT, VERANTWOORDING EN BEGELEIDING
Op welke wijze is de inspectie betrokken bij de experimenten? Op welke wijze vindt de evaluatie en monitoring van de experimenten plaats? Wat is de rol van de begeleidingscommissie?
8. BEKOSTIGING EN FINANCIERING
Een experimentele route bestaat uit een vmbo- en mbo-bekostiging. Op welke moment wordt de mbo-bekostiging van kracht? Hoe zit het met de bekostiging van mbo-onderdelen inclusief bpv gedurende de inschrijving in het vo? Worden administratieve lasten en nalevingskosten vergoed? Ontvangt de leerlingen een ov-jaarkaart als hij deelneemt aan een experiment? Heeft een leerling als deelnemer aan een experiment recht op studiefinanciering?
4
9. INFORMATIE EN CONTACT
Waar kan ik terecht voor nadere informatie over de experimenten doorlopende leerlijnen? Wat zijn de meest relevante formele documenten in het kader van de experimenten doorlopende leerlijnen? Wanneer en waar vinden informatiebijeenkomsten plaats? Wat is het adres voor persoonlijk contact (telefoon en e-mail)?
5
Veelgestelde vragen over lopende aanvragen 1. ALGEMENE INFORMATIE EXPERIMENTEN DOORLOPENDE LEERLIJNEN Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de experimenten doorlopende leerlijnen vmbo – mbo? Met de experimenten wordt beoogd de aansluiting tussen vmbo en mbo te verbeteren. De looptijd van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen is van 2014 tot en met 2022. Deze experimenten zijn een vervolg op de vm2 experimenten. Vmbo-scholen en mbo-instellingen krijgen meer ruimte om samen te werken en doorlopende leerroutes in te richten. De essentie is dat zij een gezamenlijk onderwijsprogramma tot stand brengen vanaf het derde leerjaar vmbo tot en met een diploma in het middelbaar beroepsonderwijs. Deze leerroute mag naar keuze worden aangeboden op de locatie van de vmbo-school, de mbo-instelling of een combinatie daarvan. De experimenten met de leerroutes richten zich op de inrichting van het onderwijs, het examen en de bekostiging van een doorlopende leerlijn van het vmbo naar het mbo. In het schooljaar 2014-2015 zijn de eerste vakmanschap- en technologieroutes gestart (1e cohort). De tweede aanvraagronde vond plaats in oktober 2014. De experimenten uit deze ronde zijn gestart in het schooljaar 2015-2016 (2e cohort). Inmiddels blijkt dat bij scholen behoefte bestaat om ook routes te kunnen inrichten op mbo niveau-3 en in andere sectoren dan alleen techniek en landbouw. Daarnaast is tijdens de aanvraagperiode gebleken dat een aantal onderdelen van het Besluit om aanpassing vragen. Het betreft met name de gewijzigde wetgeving inzake studieduur en onderwijstijd. De veranderde behoefte van de scholen en de gewijzigde wetgeving maken een wijziging van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen noodzakelijk. De aanvraagprocedure vindt jaarlijks plaats. In de maand oktober kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen zich aanmelden voor experimenten. Voor de aanvraagronde in 2015 (voor experimenten die starten in het schooljaar 2016-2017) geldt een afwijkende aanvraagtermijn. Aan de deelname aan de experimenten is geen extra bekostiging verbonden. Terug naar de veelgestelde vragen
6
Welke routes zijn er en wat zijn de verschillen tussen de routes? We onderscheiden twee leerroutes: vakmanschaproutes en beroepsroutes. Er zijn twee soorten vakmanschaproutes mogelijk. De titel vakmanschaproute is bestemd voor leerlingen die - starten in de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 2; - starten in de kaderberoepsgerichte leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 3. Eerstgenoemde route bestond reeds sinds de aanvang van het experiment in 2014. De andere route is een nieuwe variant. De titel beroepsroute wordt de algemene benaming voor een doorlopende leerroute voor leerlingen die starten in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 4. De titel technologieroute mag blijven worden gebruikt voor reeds toegekende experimenten en daaruit volgende cohorten in de technische en groene sectoren. Terug naar de veelgestelde vragen
7
Wat zijn de doelstellingen van de experimenten? Met de experimenten worden de leerroutes tussen vmbo en mbo geïntegreerd en geïntensiveerd en daarmee mogelijk verkort. Het doel van de experimenten is te onderzoeken of door het inrichten van doorlopende leerlijnen van vmbo 3e leerjaar naar mbo tot en met diploma op niveau 2, 3 of 4 waarbij de mogelijkheid wordt geboden af te wijken van hetgeen in de WVO is geregeld betreffende onderwijstijd en de inrichting van de leerwegen in het vmbo en af te wijken van hetgeen in de WEB is geregeld betreffende studieduur en inrichten van de beroepsopleidingen: -
-
de doorstroming van leerlingen van het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs verbeterd kan worden, meer leerlingen uit de gemengde en theoretische leerweg kiezen voor een leerroute vmbo naar beroepsonderwijs, de programmatische aansluiting van de leerwegen op het beroepsonderwijs verbeterd kan worden, het onderwijsproces doelmatiger georganiseerd kan worden, voor zover mogelijk de opleidingsduur kan worden verkort, het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug kan worden gedrongen, en voor de technologieroute (voor nieuwe aanvragen wordt de term beroepsroute gebruikt): de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt kan worden verbeterd en een bijdrage wordt geleverd aan het tekort aan technisch opgeleide mensen op de arbeidsmarkt in de technieksector.
Terug naar de veelgestelde vragen
Wie kan een experiment aanvragen? De experimenten zijn bestemd voor samenwerkende onderwijsinstellingen. De samenwerkingspartners hoeven niet uit dezelfde regio te komen. Eventueel kunnen ook overige organisaties deelnemen aan het partnerschap. Terug naar de veelgestelde vragen
8
Welke voordelen biedt deelname aan de experimentele leerroutes? Door deel te nemen aan een experiment worden de onderwijspartners in staat gesteld leerlingen soepeler van vmbo naar mbo laten doorstromen, zonder daarbij concessies te doen aan de kwaliteit van het onderwijs. Doordat overbodige herhaling wordt voorkomen en de onderwijsinhoud op elkaar wordt afgestemd zullen leerlingen meer worden gemotiveerd en zal het rendement van het onderwijs toenemen. Een betere programmatische, organisatorische en culturele aansluiting tussen de vmbo- en mbo- kan ook leiden tot een grotere motivatie en tevredenheid van de betrokken docenten. Om de leerroutes te realiseren, ontvangen de deelnemende onderwijsinstellingen ruimte om af te wijken van bestaande regels. De samenwerkingspartners kunnen afspraken maken over de locatie waar de leerlingen onderwijs volgen. Ook kan worden afgeweken van verplichte programmaonderdelen in het vmbo en biedt de planning van vakken en examens meer flexibiliteit. Door deelname aan de experimenten helpen de onderwijsinstellingen om gedurende de experimenteerperiode (tot 2022) een goede ervarings- en kennisbasis op te bouwen. Op basis hiervan kunnen goed gefundeerde beslissingen worden genomen over de transitie van de experimenten naar het reguliere onderwijs. De wijze van toezicht door de inspectie verschilt ook met het reguliere onderwijs omdat er sprake is van een experiment. Zie daarvoor de vraag over het toezicht. Terug naar de veelgestelde vragen Wat is het verschil met de vakmanschap- en technologieroute in het kader van het programma Toptechniek in bedrijf (Platform Bèta Techniek)? De regio’s, scholen en instellingen die betrokken zijn bij het programma toptechniek in bedrijf ontvangen (financiële) ondersteuning voor het verbeteren van de samenwerking en het inrichten van doorlopende leerroutes in de techniek. De leerroutes die vallen onder het programma toptechniek in bedrijf kennen vergelijkbare doelstellingen als de experimenten en worden met dezelfde namen aangeduid als de leerroutes in het kader van het Besluit doorlopende leerlijnen, namelijk vakmanschaproute (niveau 2 en 3) en technologieroute (niveau 4). Sommige regio’s maken inmiddels gebruik van de experimenteerruimte van dit Besluit voor het inrichten van de leerroutes. Het programma Toptechniek in bedrijf loopt af op 31 december 2015. Terug naar de veelgestelde vragen 9
2. UITBREIDING VAN DE EXPERIMENTEN Wat verandert er als de uitbreiding van de experimenten is doorgevoerd? De wijziging van het huidige Besluit (zie ontwerpbesluit) voorziet in de uitbreiding van de vakmanschaproute naar mbo niveau 3 en de uitbreiding van de technologieroute onder de nieuwe naam beroepsroute naar alle vier de sectoren in het vmbo als het gaat om de doorlopende leerroute naar mbo niveau 4. Voortaan kunnen derhalve voor alle sectoren in het vmbo en aanverwante opleidingsdomeinen van het mbo (niveaus 2 tot en met 4) experimenten worden aangevraagd. De tweede belangrijke wijziging betreft de studieduur en de onderwijstijd. Deze wijziging is nodig vanwege de wetswijziging doelmatige leerwegen in het mbo (is in 2014 in werking getreden) en de wetswijziging ter modernisering en vereenvoudiging van de normen voor onderwijstijd in het voortgezet onderwijs (in werking getreden in augustus 2015). Terug naar de veelgestelde vragen
Waarom worden de experimenten uitgebreid? De uitbreiding van het experiment vloeit voort uit de kabinetsbrief “Ruim baan voor vakmanschap” van 2 juni 2014 over een toekomstgericht middelbaar beroepsonderwijs. Daarin is de wens geuit het onderwijs meer aan te bieden in leerroutes die aansluiten bij de talenten van jongeren, waardoor de aantrekkelijkheid van de beroepskolom verbetert. De uitbreiding is nodig om aan meer leerlingen dan nu het geval is de ruimte te bieden om zo’n route te volgen, meer praktijkervaring op te doen met de doorlopende leerlijnen en daardoor beter gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de effecten en het behalen van de doelstellingen in het kader van het Besluit. Met name ambitieuze leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo (vmbo-kb) worden nu onvoldoende aangesproken door de mogelijkheid van een doorlopende leerroute naar mbo-2. Ook is de toegang tot de technologieroute op niveau 4 onnodig beperkt tot leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg van het vmbo. Zonder deze uitbreiding kan er onvoldoende uitspraak worden gedaan over de mogelijke effectiviteit van doorlopende leerroutes voor leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg.
10
De tot nu toe lopende experimenten voor de vakmanschaproute en de technologieroute zijn aangekondigd in de brief, getiteld Focus op Vakmanschap en waren mede een vervolg op de vm2-experimenten. Vanuit sommigen in het onderwijsveld is vanaf het begin gewezen op een behoefte voor de vmbo-scholen en mbo-instelling een doorlopende leerlijn in te richten naar mbo niveau-3 en ook te zorgen voor openstelling van de twee andere opleidingsdomeinen,: zorg en welzijn en economie. Met het wijzigingsbesluit wordt dit alsnog mogelijk gemaakt. Terug naar de veelgestelde vragen
Waarom worden de voorschriften voor onderwijstijd en studieduur gewijzigd? Een wijziging van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 20142022 was noodzakelijk vanwege gewijzigde wetgeving m.b.t. studieduur en onderwijstijd in het mbo en het vmbo. Sinds 1 augustus 2014 is een wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) in werking getreden m.b.t. de doelmatige leerwegen in het mbo. Als gevolg van deze wetswijziging wordt voor de beroepsopleidingen in het mbo een studieduur voorgeschreven (artikel 7.2.4a WEB) en worden meer concrete eisen aan het onderwijsprogramma gesteld met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming (gewijzigd artikel 7.2.7 WEB). Omdat deze wetswijziging nog niet in werking was getreden op het moment van inwerkingtreding van dit Besluit (1-1-2014) was hier nog geen rekening mee gehouden. Zo staat sinds 1 augustus 2014 artikel 7.2.4a WEB over de studieduur in de meeste gevallen in de weg om verkorting van de studieduur binnen het experiment in het mbo mogelijk te maken. Ook de mogelijkheden voor gedeeltelijke integratie of parallel aanbod van het onderwijs vmbo en mbo worden feitelijk beperkt. Met de nieuwe artikelen 6g en 6g1 van de Wet op het voortgezet onderwijs na de inwerkingtreding op 1 augustus 2015 (Stb. 2015, 219) van de Wet van 11 maart 2015 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, ter modernisering en vereenvoudiging van de normen voor onderwijstijd in het voortgezet onderwijs, geldt dit des te meer. Hiermee zijn namelijk ook de voorschriften over de cursusduur en onderwijstijd in het vmbo gewijzigd.
11
Vanwege bovenstaande wetswijzigingen is het noodzakelijk om voor experimenten die in dit Besluit worden geregeld, afwijkingen van deze wettelijke voorschriften mogelijk te maken en te voorzien in specifieke vervangende voorschriften qua studieduur en onderwijstijd. Gezien de uitgangspunten van de wet doelmatige leerwegen in het mbo (Stb. 2013, 288) kan deze afwijking echter niet onbeperkt worden toegestaan. Tot deze uitgangspunten behoren dat alle opleidingen binnen het (bekostigd) beroepsonderwijs intensief en volwaardig worden aangeboden en dat ondoelmatige leerroutes worden teruggedrongen. Het is daarom noodzakelijk ten aanzien van de studieduur zowel minimum als maximumnormen te stellen en qua onderwijstijd een minimumnorm voor experimentele leerroutes. Terug naar de veelgestelde vragen
Wanneer treedt de uitbreiding van de experimenten in werking? Dit hangt af van de datum van publicatie en in werkingtreding van het gewijzigde Besluit. Indien het Besluit uiterlijk op 2 november 2015 wordt gepubliceerd en in werking treedt, dan is de uitbreiding van toepassing op de aanvragen in 2015 (voor experimenten die starten in het schooljaar 2016-2017). De aanvraagperiode wordt in dit geval opgerekt tot vier weken na publicatie van het Besluit, tot uiterlijk 1 december 2015. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe verhouden de experimenten zich tot de vernieuwing van het vmbo? Op 1 april 2015 is het wetsvoorstel ten aanzien van de invoering van profielen ingediend bij de Tweede Kamer. De profielen komen in de plaats van de huidige sectoren en afdelingen. Het beroepsgerichte onderwijs binnen elk profiel in de beroepsgerichte leerwegen en de gemengde leerweg bestaat uit een profielvak en beroepsgerichte keuzevakken. Aangezien de theoretische leerweg wel onderwijs in sectoren kent, maar geen beroepsgerichte vakken, omvat het wetsvoorstel wat betreft deze leerweg uitsluitend wijzigingen gericht op het gebruik van eenduidige terminologie binnen het gehele vmbo.
12
Het is de bedoeling dat het voorstel kracht van wet krijgt vanaf het schooljaar 20162017. In het voorliggende Wijzigingsbesluit experimenten doorlopende leerlijnen wordt daarom nog uitgegaan van sectoren. Vanaf de beoogde startdatum, 1 augustus 2016, kunnen leerlingen instromen in een vakmanschaproute of beroepsroute die uitgaat van de nieuwe profielstructuur of vernieuwde examenprogramma’s. In het bij de Uitvoeringsregeling behorende aanvraagformulier kan daarom wel op profielen worden aangevraagd. Op dit moment worden de nieuwe examenprogramma’s door ongeveer vijftig scholen uitgeprobeerd, voordat ze formeel worden vastgesteld en landelijk ingevoerd. Enkele van deze pilotscholen nemen ook deel aan de vakmanschaproute of de technologieroute. Zij zijn bij hun onderwijsprogrammering reeds uitgegaan van de nieuwe examenprogramma’s. Met de nieuwe vmbo profielen is het via de beroepsgerichte keuzevakken mogelijk om eerder met mbo-stof te starten. Bij aanverwante doorstroom zou dit vrijstellingen kunnen opleveren in het mbo. Dit zal de doorloop van leerlijnen verder bevorderen. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe verhoudt de uitbreiding van de experimenten zich tot de vernieuwing van het mbo? Op 1 augustus 2016 treedt de herziening van de nieuwe kwalificatiestructuur van het mbo in werking. De wet legt de grondslag voor invoering van keuzedelen als verplicht onderdeel van de kwalificatiestructuur middelbaar beroepsonderwijs. Als gevolg hiervan zal elke nieuwe opleiding gebaseerd zijn op een kwalificatie en één of meer keuzedelen. Onderwijsinstellingen zijn vanaf 1 augustus 2016 verplicht bij elke opleiding één of meer keuzedelen aan te bieden. Deelnemers moeten examen afleggen in het door hen gekozen keuzedeel. Verder voorziet het voorstel in een formele grondslag voor het uitvaardigen van een algemene maatregel van bestuur waarin voorschriften voor instellingen worden gegeven betreffende de omvang van de keuzedeelverplichting, een voldoende aanbod van keuzedelen en de examinering en diplomering als gevolg van de invoering van keuzedelen bij nieuwe opleidingen.
13
Deze herziening van de kwalificatiestructuur in het mbo beoogt een verbeterde aansluiting op de arbeidsmarkt en op vervolgonderwijs tot stand te brengen en maakt het mogelijk opleidingen doelmatiger in te richten. Na invoering van dit wetsvoorstel, op 1 augustus 2016, dienen ook de instellingen die deelnemen aan het experiment doorlopende leerlijnen, aan de gewijzigde wet te voldoen. Na de wetswijziging bestaat een kwalificatie straks uit een basisdeel en een profieldeel. Het basisdeel bevat de gemeenschappelijke beroepsgerichte kwalificatieeisen die voor een groep aanverwante beroepen nodig is, evenals de generieke examenonderdelen Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burger en (voor mbo niveau 4 opleidingen) de Engelse taal. De verschillen tussen die beroepen zijn in een kwalificatiedossier uitgewerkt in de onderscheiden profieldelen. Het aantal kwalificaties en –dossiers neemt flink af door het verbreden van kwalificaties en het clusteren van aanverwante kwalificaties. Daarnaast wordt beter beschreven aan welke eisen een mbo'er moet voldoen om een diploma te behalen en worden de kwalificatiedossiers dunner en overzichtelijker. Terug naar de veelgestelde vragen
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de uitgebreide experimenten, de huidige regeling en de vm2-trajecten? In het onderstaande schema worden de vm-2, vakmanschap- en beroeps/technologieroute met elkaar vergeleken ten aanzien van doel/doelgroep, inhoud van de route, bekostiging en start. De cursieve passages hebben betrekking op de nieuwe experimenten, die starten in het schooljaar 2016-2017. Tabel 1a: vergelijking ten aanzien van doel en doelgroep TechnologieVm2 Vakmanschaproute /beroepsroute Voorkomen van voortijdig schoolverlaten voor leerlingen door met een risico op uitval door deze via een geïntegreerde leerroute te binden aan de school.
Idem als vm2, maar ook het vergroten van de aantrekkelijkheid van de beroepskolom voor ambitieuze en talentvolle leerlingen die meer uitgedaagd willen worden.
14
Idem als vm2, maar ook het vergroten van de aantrekkelijkheid van de beroepskolom bedoeld voor ambitieuze en talentvolle leerlingen die meer uitgedaagd willen worden.
Tabel 1b: vergelijking ten aanzien van de inhoud van de route TechnologieVm2 Vakmanschaproute /beroepsroute Experiment met geïntegreerd onderwijsprogramma vmbo leerjaar 3 tot en met een diploma op mbo niveau 2. Het concept: één team van docenten vmbo en mbo, één pedagogisch-didactisch concept en onderwijs op één locatie. Mogelijkheid tot het overslaan van het volledige vmboexamen.
Vervolg op vm2. Experiment met geïntegreerd onderwijsprogramma vmbo leerjaar 3 tot en met diploma op mbo niveau 2. Mogelijkheid tot overslaan beroepsgerichte deel van het vmbo-examen en de sectorvakken. De school bepaalt per vak in welk leerjaar het examen wordt afgenomen. Vanaf schooljaar 2016-2017 is er ook een vakmanschaproute naar mbo niveau 3. Voor deze route dient het gehele vmbo-examen te worden behaald gedurende de route.
De technologieroute is een experiment met een geïntegreerd onderwijsprogramma vmbo leerjaar 3 tot en met een diploma op mbo niveau 4 in de sectoren techniek of landbouw. Het volledige vmbo-examen verplicht met mogelijkheid tot spreiding van de vakken over leerjaren. Vanaf schooljaar 2016-2017 is het experiment ‘beroepsroute’ toegankelijk voor alle sectoren. De naam technologieroute mag gebruikt blijven worden in de sectoren techniek en landbouw.
Tabel 1c: vergelijking ten aanzien van de bekostiging vm2
Vakmanschaproute
Startsubsidie per experiment en aanvullende bekostiging per leerling voor leerlingen die gestart zijn in 2008 en 2009. Diplomabonus a € 8.500 indien versneld behaald.
De aanvragers dienen de route gezamenlijk te financieren op basis van de reguliere bekostiging. Daarbij hebben ze de mogelijkheid om bekostiging aan elkaar over te dragen.
15
Technologie/beroepsroute Idem als bij de vakmanschaproute.
Tabel 1d: vergelijking ten aanzien van de start vm2
Vakmanschaproute
Schooljaar 2008-2009. Het experiment is beëindigd. De laatste leerlingen stromen nu uit.
Schooljaar 2014-2015. Vakmanschaproute op mbo niveau 2. Vanaf schooljaar 2016-2017 ook vakmanschaproute op mbo niveau 3.
Technologie/beroepsroute Schooljaar 2014-2015. Technologieroute diploma mbo 4 in techniek en groene opleidingen. Vanaf schooljaar 2016-2017 hebben de routes de naam beroepsroute. De beroepsroutes zijn toegankelijk voor alle sectoren. Reeds lopende technologieroutes mogen nog worden aangeduid als technologieroute.
Terug naar de veelgestelde vragen
Welke routes zijn er na de uitbreiding van de experimenten? We onderscheiden twee leerroutes: vakmanschaproutes en beroepsroutes. Er zijn twee soorten vakmanschaproutes mogelijk. De titel vakmanschaproute is bestemd voor leerlingen die - starten in de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 2; - starten in de kaderberoepsgerichte leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 3. Eerstgenoemde route bestond reeds sinds de aanvang van het experiment in 2014. De tweede variant van de vakmanschaproute is nieuw. De titel beroepsroute wordt de algemene benaming voor een doorlopende leerroute voor leerlingen die starten in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg en die in een aanverwant opleidingsdomein in het beroepsonderwijs wordt opgeleid tot een diploma op mbo niveau 4. De titel technologieroute mag blijven worden gebruikt voor reeds toegekende experimenten en daaruit volgende cohorten in de technische en groene sectoren.
16
Klik hier voor een schematische weergave van de nieuwe experimentele leerroutes en de vergelijking met de reguliere leerroutes. Terug naar de veelgestelde vragen
Maakt een leerwerktraject ook onderdeel uit van de vakmanschaproute? Formeel wordt een leerwerktraject niet uitgesloten van de vakmanschaproute omdat het bevoegd gezag de vrijheid heeft de basisberoepsgerichte leerweg in te richten als een leer-werktraject, waarin de leerling alleen Nederlands en een beroepsgericht vak volgt en de rekentoets aflegt. Praktisch gezien heeft het geen zin om leerlingen die een leerwerktraject volgen, te laten deelnemen aan een vakmanschapsroute. Een leerling in de vakmanschaproute moet immers ook het centraal examen Engels afleggen, en moet ook voldoen aan de vakken lichamelijke opvoeding en een kunstvak. Binnen de vakmanschaproute worden hierbij geen uitzonderingen gemaakt voor leerlingen in een leerwerktraject. Terug naar de veelgestelde vragen
Welke opleidingen vallen na uitbreiding van de experimenten onder de regeling? Alle opleidingen (vmbo, mbo niveau 2/3/4) die worden aangeboden door een school of instelling voor bekostigd onderwijs komen voor een experimentele leerroute in aanmerking, mits de kwaliteit op orde is naar het oordeel van de inspectie. Terug naar de veelgestelde vragen
17
3. AANVRAAGPROCEDURE EN BEOORDELING VAN AANVRAGEN In welk geval dient een aanvraag ingediend te worden voor deelname aan een doorlopende leerlijn? Als een vmbo-school en mbo-instelling gebruik willen maken van de verruiming die het experimenteerkader biedt, dan moeten zij een aanvraag ter goedkeuring indienen bij OCW. Zij kunnen dan de experimenteerstatus verkrijgen. Als een vmbo-school en een mbo-instelling een doorlopende leerlijn willen aanbieden en dat kunnen realiseren binnen de huidige wet- en regelgeving, is geen experimenteerstatus nodig. Scholen die al een toekenning voor een route hebben hoeven die niet jaarlijks opnieuw voor die specifieke route aan te vragen. Het is mogelijk om per schooljaar een nieuw cohort te starten of de routes uit te breiden. Als het gaat om routes die opleiden voor opleidingen binnen hetzelfde opleidingsdomein, zoals beschreven in de beschikking die u ontvangen heeft bij aanvang van de routes, dan hoeft u daarvoor geen nieuwe aanvraag in te dienen. Daarnaast is het mogelijk om per schooljaar een nieuw experiment te starten en/of een experiment uit te breiden bijvoorbeeld voor andere sectoren of opleidingsniveaus. Hiervoor dient u wel een nieuwe aanvraag te doen. Een mbo-instelling mag geen aanvraag indienen voor een beroepsopleiding die ook al onderdeel uitmaakt van het experiment in het kader van het Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl. Terug naar de veelgestelde vragen
Wanneer kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen een aanvraag indienen? De aanvraagprocedure vindt jaarlijks plaats. De laatste aanvraagronde vindt in 2018 (beroepsroute) danwel 2019 (vakmanschapsroute) plaats. De reguliere aanvraagperiode voor de experimenten doorlopende leerlijnen is 1 oktober tot en met 31 oktober, maar in verband met het aangepaste Besluit gelden voor aanvragen in 2015 (voor experimenten die starten in het schooljaar 2016-2017) een afwijkende termijn.
18
Voor vakmanschap- en technologieroutes die starten in het schooljaar 2016-2017 kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen tot en met uiterlijk 30 november 2015 hun aanvraag indienen. De aanvraagperiode start op 1 oktober. Terug naar de veelgestelde vragen
Uit welke onderdelen bestaat een aanvraag? In de aanvraag moeten de vmbo-school en de mbo-instelling samen aangeven hoe en waarom ze zullen gaan samenwerken, hoe ze de route(s) gaan inrichten, hoe ze de daartoe noodzakelijk organisatie hebben ingericht en welke planning ze zullen hanteren. Zij moeten daarmee aantonen dat deze punten voldoende zijn uitgewerkt om de route succesvol van start te kunnen laten gaan. De aanvragende partijen geven aan op welke sector in het vmbo en aansluitend op welk opleidingsdomein in het mbo het experiment betrekking heeft. Ook moet duidelijk worden gemaakt op welke experimentele leerroute de aanvraag betrekking heeft (vakmanschapsroute of beroepsroute). Elke aanvraag heeft betrekking op één experimentele leerroute die eventueel meerdere sectoren en en aanverwante domeinen beslaat. Bij de aanvraag moeten minimaal de volgende documenten worden ingediend: projectplan, samenwerkingsovereenkomst of interne regeling (in geval van een aoc), advies van de medezeggenschapsorganen van de deelnemende scholen. Klik hier voor de formats voor projectplan, samenwerkingsovereenkomst, interne regeling en handtekeningen. Zowel de vmbo-school als de mbo-instelling dienen de aanvraag en samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe kunnen samenwerkende onderwijsinstellingen een aanvraag indienen? Het aanvraagformulier wordt vanaf het moment dat de aanvraagperiode start beschikbaar gesteld op de website https://duo.nl/zakelijk/. Bij nieuwe aanvragen dienen zowel de adviezen van de medezeggenschapsraad van de vmbo-school als van de ondernemingsraad van de mbo-instelling te worden overlegd. Voor die tijd kunt het aanvraagformulier inzien, en de bijbehorende formats openen, zodat u uw aanvraag kunt voorbereiden. Terug naar de veelgestelde vragen
19
Is het mogelijk om voorafgaand aan de feitelijke aanvraag feedback te ontvangen op een conceptaanvraag? Ja, dat is mogelijk. Indien potentiële deelnemers feedback wensen op conceptplannen dan kunnen deze plannen worden voorgelegd aan de afdeling MUO van DUO. Overigens hebben ook de informatiebijeenkomsten onder andere als doel feedback te geven op ideeën en conceptplannen van onderwijsinstellingen. Terug naar de veelgestelde vragen
Op basis van welke criteria worden aanvragen beoordeeld? De aanvragen worden beoordeeld op basis van de voorschriften in het Besluit en de daarbij behorende uitvoeringsregeling. Als hieraan is voldaan, een verantwoorde start mogelijk is en er met name geen onaanvaardbare risico’s voor de betrokken leerlingen zijn, dan mag het experiment van start gaan. Concreet houdt dit in dat voor alle criteria het oordeel voldoende moet zijn. De criteria zijn: (1) samenwerking vmbo-mbo, (2) projectplan, (3) organisatieplan, (4) activiteitenplan. De beoordeling van de aanvragen gebeurt door de beoordelingscommissie die bestaat uit vertegenwoordigers van het Ministerie van OCW en het ministerie van EZ. De afdeling MUO bereidt de besprekingen van de beoordelingscommissie voor. Terug naar de veelgestelde vragen Wanneer wordt bekend gemaakt welke experimenten mogen starten? De aanvragers horen uiterlijk 1 februari of de door hen ingediende doorlopende leerlijn(en) als experiment van start mag gaan in het schooljaar dat volgt. In verband met de uitbreiding van de experimenten geldt voor de aanvraagronde 2015 een afwijkende termijn. Voor deze aanvragen geldt dat de aanvragers uiterlijk op 1 maart 2016 vernemen of de aanvraag is goedgekeurd. DUO zal zich er overigens voor inspannen om zoveel mogelijk aanvragen toch voor 1 maart af te handelen, opdat de aanvragers zo snel mogelijk met de voorbereiding en het werven van leerlingen kunnen beginnen. Heeft een partnerschap al een toekenning voor een route, dan hoeft ze voor de daaropvolgende jaren/cohorten geen nieuwe aanvraag voor de betreffende leerroute meer in te dienen. Terug naar de veelgestelde vragen 20
4. ORGANISATIE EN INHOUD VAN HET ONDERWIJS Welke voorschriften gelden voor studieduur en onderwijstijd? Op de onderdelen studieduur en onderwijstijd kan worden afgeweken van de WEB. De voorschriften hebben wat betreft de onderwijstijd betrekking op de doorlopende leerlijnen als geheel, zonder onderscheid tussen vmbo en mbo. Daardoor wordt op dit punt tevens afgeweken van de WVO. Een leerling hoeft derhalve niet na vier jaar het vmbo-examen te doen. De normen voor de minimale omvang van het onderwijsprogramma zijn gerelateerd aan de studieduur van de leerroute. De studieduur van een experimentele leerroute kan ten hoogste met één studiejaar worden verkort. Alleen indien binnen een vakmanschaproute een eenjarige basisberoepsopleiding of tweejarige vakopleiding is geïntegreerd, is geen verkorting mogelijk. De normen voor studieduur en onderwijstijd zijn hieronder weergegeven. Tabel 2a: minimale studieduur in jaren voor verschillende doorlopende leerlijnen studieduur studieduur met zonder verkorting verkorting tweejarige basisberoepsopleiding 2 (vmbo) + 2 = 4 3 driejarige vakopleiding 2+3=5 4 driejarige middenkaderopleiding 2+3=5 4 vierjarige middenkaderopleiding 2=4=6 5 Tabel 2b: minimale omvang onderwijsprogramma bol-variant uitgewerkt per aantal leerjaren (zie artikel 6a Besluit) totale omvang begeleide Klokuren studieduur onderwijsprogramma onderwijsuren bpv drie studiejaren 3.000 2.400 250 vier studiejaren 4.000 2.950 450 vijf studiejaren 5.000 3.500 900 zes studiejaren 6.000 4.050 1.350
21
Tabel 2c: minimale omvang onderwijsprogramma bbl-variant uitgewerkt per aantal leerjaren (zie artikel 6b Besluit) totale omvang begeleide Klokuren studieduur onderwijsprogramma onderwijsuren bpv drie studiejaren 2.850 2.200 610 vier studiejaren 3.700 2.400 1.220 vijf studiejaren 4.550 2.600 1.830 zes studiejaren 5.400 2.800 2.300 Terug naar de veelgestelde vragen
Mogen inspanningen die in het vmbo in het kader van burgerschap zijn uitgevoerd meetellen bij de inspanningsverplichting van het mbo? Ja, hierover kunnen de vmbo-school en mbo-instelling afspraken maken in het kader van de doorlopende leerlijn. In de aanvraag en het projectplan moeten zij laten zien hoe ze dit vormgeven. Terug naar de veelgestelde vragen
Kunnen uren voor beroepspraktijkvorming (bpv) die gemaakt zijn terwijl de leerling nog niet staat ingeschreven op het mbo al formeel meetellen als bpv-uren? Ja. Voor deelname aan de bpv gedurende de periode dat de leerling nog staat ingeschreven in het vmbo, sluit de mbo-instelling een bpv-overeenkomst af met de betreffende leerling. Terug naar de veelgestelde vragen
Wanneer valt een leerling of student uit het experiment? Als een leerling in het derde leerjaar van de experimentele leerroute – na de reguliere mogelijkheid van herkansing – niet succesvol de vereiste vmbo-examens heeft afgerond, valt hij of zij uit het experiment en moet de leerling begeleid worden naar een geschikt regulier traject. De voorwaarden voor succesvolle afronding zijn beschreven in artikel 7 van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen. Binnen de vakmanschaproute gelden de reguliere herkansingsmogelijkheden. Een leerling mag over het totaal van de afgelegde examens één vak herkansen, ongeacht het moment van afname.
22
Voor de rekentoets geldt het overgangsrecht zoals opgenomen in het wijzigingsbesluit naar aanleiding van de adviescommissie Bosker en Steur, zie ook de website van het steunpunt taal en rekenen. Terug naar de veelgestelde vragen
Is er binnen een experiment een mogelijkheid dat leerlingen vanuit het mbo teruggaan naar het vmbo? Indien een leerling de experimentele route niet succesvol afrondt, wordt deze in staat gesteld een vmbo-diploma, het diploma van een entreeopleiding of het diploma van een beroepsopleiding te behalen, passend bij het oordeel van het bevoegd gezag betreffende het onderwijsniveau van deze leerling. Deze regeling staat bekend onder de naam terugvaloptie, zie artikel 11 van het wijzigingsbesluit. Terug naar de veelgestelde vragen
Kunnen leerlingen vanuit het reguliere vmbo tussentijds instromen in een experimentele leerroute? Leerlingen moeten vanaf de start staan ingeschreven in de experimentele leerroute. Op deze regel zijn echter wel uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld als een leerling is verhuisd. Terug naar de veelgestelde vragen
Gelden afwijkende bevoegdheidsregels voor docenten? Nee. Binnen de experimenten gelden geen afwijkende bevoegdheidsregels. Wél bieden de experimenten meer mogelijkheden voor het inzetten van mbo-docenten in het vmbo-deel van de routes. Op basis van de samenwerkingsovereenkomst is het mogelijk om mbo-docenten gericht lessen te laten verzorgen in het vmbo. Terug naar de veelgestelde vragen
23
Kan de keuze voor een mbo-kwalificatie nog worden uitgesteld? In tegenstelling tot vm2 is het niet nodig dat leerlingen aan de start exact weten met welke kwalificatie ze willen uitstromen. Het is mogelijk om het onderwijsprogramma in piramidevorm in te richten: leerjaar 3 in het vmbo is dan bijvoorbeeld gericht op techniek en technologie over de volle breedte, opdat leerlingen met zoveel mogelijk verschillende aspecten kennis maken en voor het volgende schooljaar meer gericht een vervolg kunnen kiezen. De leerling hoeft pas op een mbo-kwalificatie te worden ingeschreven voor hij of zijn examen doet op het mbo. Voor het aanvragen van een experiment dient te worden aangegeven op welk mbodomein het experiment is gericht en voor welke kwalificatie(s) het experiment wordt ingericht waarop leerlingen kunnen uitstromen. Dit is wat anders dan waar de leerlingen die participeren uiteindelijk op ingeschreven dienen te worden. Terug naar de veelgestelde vragen
24
5. EXAMENS EN DIPLOMERING Inhoud en verdeling van taken Blijven de schoolexamentoetsen binnen het vmbo bestaan? Ja, de reguliere regels voor het schoolexamen zijn binnen de experimenten van toepassing. Het is aan de school zelf om de regels voor het schoolexamen op te stellen. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe luidt de slaag-zakregeling in de vakmanschaproute? Deelnemers aan de vakmanschaproute kunnen twee diploma’s halen, te weten het vmbo-bb of vmbo-kb en het diploma van de basisberoepsopleiding (mbo-2). De reguliere uitslagbepaling (artikel 49 van het Eindexamenbesluit vo) is van toepassing op leerlingen die voor alle vakken het eindexamen vmbo hebben afgelegd. Het is echter ook mogelijk om een vmbo-bb of vmbo-kb diploma te halen door in minder vakken examen af te leggen; de vakken uit het sectordeel en het beroepsgerichte vak kunnen namelijk vervallen. Ook dan geldt de reguliere uitslagbepaling. Als een deelnemer is gezakt voor het vmbo-examen moet hij of zij om een mbo-2 diploma te kunnen halen wel voor Nederlands, Engels en de rekentoets minimaal één vijf en twee zessen hebben behaald. Daarnaast moet hij lichamelijke opvoeding en culturele kunstzinnige vorming met de beoordeling goed of voldoende hebben afgesloten. Leerlingen kunnen examen doen in de vmbovakken gedurende de eerste drie jaar van de vakmanschaproute, maar ze moeten het hebben afgesloten voordat de basisberoepsopleiding is afgerond. Terug naar de veelgestelde vragen
Zijn er binnen het experiment verschillende programma’s van toetsing en afsluiting (PTA) mogelijk? Ja, dit is mogelijk. Voor schooljaar 2014-2015 zijn diverse aanvragen toegekend waarbij meerdere vmbo-scholen samen met een mbo-instelling één of meerdere routes hebben aangevraagd. Deze scholen zullen op vergelijkbare wijze hun route vormgeven, maar dienen elk afzonderlijk te beschikken over een school-specifiek PTA. Terug naar de veelgestelde vragen
25
Is het in de vakmanschaproute mogelijk om alleen op te gaan voor het gemeenschappelijk deel van het eindexamen vmbo? Ja, in het geval van een vakmanschaproute naar mbo niveau-2. Alleen voor de route die vanuit de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg leidt tot een mbo-diploma op niveau 2 bestaat de mogelijkheid om alleen op te gaan voor het gemeenschappelijk deel (Nederlands, Engels, rekentoets, kunstvak, maatschappijleer en lichamelijke opvoeding) van het eindexamen vmbo. In de vakmanschaproute die vanuit de kaderberoepsgerichte leerweg leidt tot een mbo-diploma op niveau-3, en de technologie-/beroepsroute is bovenstaande niet mogelijk. In dat geval zal dus het volledig vmbo examen moeten worden afgelegd. Wel bestaat de mogelijkheid het examen te spreiden over verschillende leerjaren. Terug naar de veelgestelde vragen
Is er een vrijstellingsmogelijkheid binnen het mbo mogelijk op grond van een afgelegde rekentoets vo? Vooralsnog moeten leerlingen die onderwijs volgen in een experimentele route zowel een vmbo-rekentoets afleggen als een mbo-rekenexamen. Deze leerlingen vallen niet onder de vrijstellingsmogelijkheid voor het rekenexamen in het mbo. Dit wordt geregeld in artikel 3b van het examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB. Dit Besluit regelt alleen vrijstelling voor een eerder afgelegde rekentoets aan het vo indien de vo-kandidaat eerder de rekentoets voor havo of vwo heeft afgelegd, daarvoor tenminste een 6 heeft behaald en er na het schooljaar waarin hij deze rekentoets heeft afgelegd nog geen twee studiejaren zijn verstreken. Mocht een leerling op het vmbo echter de rekentoets op het niveau van havo/vwo (thans 3F) met positief gevolg hebben gemaakt, dan kan hij dus wel vrijstelling krijgen in het mbo op grond van de overeenkomstige eerder afgelegde rekentoets aan het vo. Terug naar de veelgestelde vragen
26
Welk diploma ontvangt een leerling? De leerling die de vakmanschaproute heeft afgerond, ontvangt een regulier mbo diploma, waarop naam en resultaten van het mbo-examen staan vermeld. Ook worden op de cijferlijst de cijfers vermeld voor de drie vmbo-vakken Nederlands, Engels en de rekentoets, als gekozen is om niet het volledige vmbo-diploma te behalen. Als binnen het experiment is gekozen om een vmbo examen af te leggen in alle vakken op vmbo basis of kader niveau, ontvangt de leerling uiteraard ook een regulier vmbo basis of vmbo kader diploma. De leerling die de beroeps-/technologieroute heeft afgerond, ontvangt een regulier vmbo-gl of vmbo-tl diploma en een regulier mbo diploma. Terug naar de veelgestelde vragen
Kan een school een leerling het mbo-diploma onthouden als deze leerling niet slaagt voor de vakken uit het gemeenschappelijk deel van het vmbo? Ja, een leerling moet voldoen aan de eisen die in artikel 7 van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014-2022 worden gesteld om uiteindelijk het mbo-diploma te ontvangen. Dat betekent dat in ieder geval ckv en lo voldoende moeten zijn afgerond en dat er voor Nederlands, Engels en rekenen één vijf en twee zessen zijn behaald. Terug naar de veelgestelde vragen
Wie is verantwoordelijk voor het afnemen van een vmbo-examen als een leerling is ‘overgestapt’ naar mbo? Indien de leerling (na twee jaar van de route) is ingeschreven bij het mbo en wel nog een deel van het vmbo-examen moet doen, dan moet de leerling als extraneus worden ingeschreven op de vo-school om zo de resterende examenonderdelen van het vmbo af te ronden, onder verantwoordelijkheid van de vmbo-school. Een mboinstelling mag geen vmbo-examens afnemen. Met andere woorden: de vo-school is en blijft verantwoordelijk voor het vmbo-examen. Terug naar de veelgestelde vragen
27
Planning Kan een leerling in het vmbo reeds onderdelen van het mbo formeel afronden? Ja, een leerling kan examenonderdelen uit het mbo in de eerste jaren van de experimentele route (derde/vierde leerjaar vmbo) afsluiten. Zolang een leerling nog is ingeschreven in het vo moet de mbo-instelling de leerling als extraneus inschrijven. De mbo-examinering valt onder de verantwoordelijkheid van de mboinstelling. Terug naar de veelgestelde vragen
Mag een school het vmbo-examen vakken spreiden over meerdere leerjaren? Ja, een school mag het vmbo-examen voor alle vakken spreiden over meerdere leerjaren. Binnen de vakmanschaproute wordt ruimte gecreëerd om in een later leerjaar maar uiterlijk in leerjaar 3 van de experimentele route het vmbo-examen te doen. Ook kan al in het eerste leerjaar van de vakmanschaproute (leerjaar 3 van het vmbo) examen in één of meer vakken worden gedaan. Terug naar de veelgestelde vragen
Wijzigen de landelijke examenmomenten? Nee, er blijft sprake van de reguliere vaste tijdvakken voor de centrale examens. De centrale examens met vast tijdstip vinden in mei plaats met een eventuele herkansing in juni. Echter, de digitaal flexibele eindexamens vmbo-bb en vmbo-kb kunnen worden afgenomen gedurende de maanden april en mei tot medio juni. De vo-school bepaalt zelf het moment van afname. Terug naar de veelgestelde vragen
28
Hoe zit het met de examenspreiding vmbo-mbo en de invulling van de bpv in de zomervakantie? Scholen mogen het examen vmbo spreiden over leerjaar 1 tot en met 3 van een vakmanschaproute en leerjaar 1 tot en met 4 van een beroeps-/technologieroute. Echter, het centraal examen vmbo (ce en cspe) moet zijn afgesloten aan het eind van het tweede tijdvak (medio juni). De periode na het centraal examen kan het programma doorlopen op basis van vmbo- of mbo-inhouden, waaronder ook de bpv. De spreiding van het mbo-examen wordt door de instelling bepaald. Terug naar de veelgestelde vragen
Is er een verplichte volgorde van vmbo- en mbo-examens? Het (gedeeltelijke of gehele) vmbo-examen dient voor het mbo-examen afgesloten te zijn. Voor de vakmanschaproute dient het vmbo-examen uiterlijk in het derde leerjaar van de vakmanschaproute te zijn afgerond en in de beroeps-/ technologieroute in het vierde leerjaar van die route. Terug naar de veelgestelde vragen
Kan een leerling starten met het mbo als de rekentoets vmbo nog niet met succes is afgerond? Ja, hij mag met onderdelen van het mbo-programma starten. De leerling legt de examens op een later moment af en werkt ondertussen door aan onderdelen van de geïntegreerde leerweg. Terug naar de veelgestelde vragen
29
6. LEERLINGADMINISTRATIE Hoe is de inschrijving van leerlingen voor de experimentele routes geregeld? De leerling is de eerste twee jaren van het experiment ingeschreven in het voortgezet onderwijs. Vervolgens wordt de leerling in het mbo ingeschreven. De overschrijving naar mbo binnen een experimentele route is louter administratief (met het oog op de bekostiging) en staat los van de programmering van de onderdelen vmbo en mbo binnen de doorlopende leerlijn. De enige uitzondering hierop is de situatie waarin het hele eindexamen vmbo in het eerste leerjaar (derde jaar vmbo) wordt gedaan; in dat geval vindt wel meteen overschrijving naar mbo plaats. De onderstaande codes horen daarbij. Tabel 3: inschrijving codes voor het mbo voor leerlingen die in het eerste jaar van de experimentele leerroute het vmbo-examen succesvol afronden code omschrijving 4411 LWOO BBG Vakmanschapsroute Techniek 4412 LWOO KBG Vakmanschapsroute Techniek 4431 LWOO BBG Vakmanschapsroute Zorg en Welzijn 4432 LWOO KBG Vakmanschapsroute Zorg en Welzijn 4451 LWOO BBG Vakmanschapsroute Economie 4452 LWOO KBG Vakmanschapsroute Economie 4471 LWOO BBG Vakmanschapsroute Landbouw 4472 LWOO KBG Vakmanschapsroute Landbouw 4491 LWOO BBG Vakmanschapsroute Intersectoraal 4492 LWOO KBG Vakmanschapsroute Intersectoraal 4511 VMBO BBG Vakmanschapsroute Techniek 4512 VMBO KBG Vakmanschapsroute Techniek 4531 VMBO BBG Vakmanschapsroute Zorg en Welzijn 4532 VMBO KBG Vakmanschapsroute Zorg en Welzijn 4551 VMBO BBG Vakmanschapsroute Economie 4552 VMBO KBG Vakmanschapsroute Economie 4571 VMBO BBG Vakmanschapsroute Landbouw 4571 VMBO KBG Vakmanschapsroute Landbouw 4591 VMBO BBG Vakmanschapsroute Intersectoraal 4592 VMBO KBG Vakmanschapsroute Intersectoraal 4611 LWOO GLG Technologieroute Techniek 4612 LWOO TLG Technologieroute Techniek 4671 LWOO GLG Technologieroute Landbouw 4672 LWOO TLG Technologieroute Landbouw 4691 LWOO GLG Technologieroute Intersectoraal 4692 LWOO TLG Technologieroute Intersectoraal
30
4711 4712 4771 4772 4791 4792
VMBO GLG Technologieroute Techniek VMBO TLG Technologieroute Techniek VMBO GLG Technologieroute Landbouw VMBO TLG Technologieroute Landbouw VMBO GLG Technologieroute Intersectoraal VMBO TLG Technologieroute Intersectoraal
Gelijktijdige inschrijving is mogelijk als de leerling daadwerkelijk het onderwijs op deze locaties volgt, hetgeen in de praktijk meestal onmogelijk is. Daarbij geldt ook dat de leerling niet mag tellen voor dezelfde opleiding of een opleiding met overlappende vakken cq onderwijsmodules voor bekostiging bij het roc. Terug naar de veelgestelde vragen
Kan een leerling gelijktijdig ingeschreven staan bij het vmbo en het mbo? Een leerling kan niet regulier staan ingeschreven bij zowel een vo-school als mboinstelling. Wel is het mogelijk dat de vo-leerling ook als extraneus staat ingeschreven bij de mbo-instelling, in geval hij al examen aflegt in mbo-onderdelen. Ook andersom is mogelijk wanneer de leerling gestart is op het mbo en nog een vmbo-onderdeel dient af te sluiten. Terug naar de veelgestelde vragen
In welke gevallen wordt een leerling die uitvalt uit een experiment als voortijdig schoolverlater beschouwd? Hiervoor gelden de reguliere criteria. Indien een leerling die uitvalt uit een experimentele leerroute wordt begeleid naar een regulier traject telt deze leerling dus niet mee als vsv’er. Terug naar de veelgestelde vragen
Wie betaalt de inschrijving als extraneus op het vmbo? De samenwerkende onderwijsinstellingen betalen dit gezamenlijk. De leerling betaalt dit niet zelf. Zie ook artikel 2 lid 6 van het eindexamenbesluit vo. Terug naar de veelgestelde vragen
31
7. TOEZICHT, VERANTWOORDING EN BEGELEIDING Op welke wijze is de inspectie betrokken bij de experimenten? De Onderwijsinspectie is nauw betrokken bij de uitvoering van de experimenten. De Inspectie voert in 2015 een themaonderzoek uit gericht op kwaliteitsborging, aanbod/programma, ondersteuning en begeleiding, didactisch handelen van leraren en docenten, examinering en opbrengsten (in casu de uitval van leerlingen). Door middel van een steekproef is aan de onderwijsinstellingen gevraagd een zelfevaluatie van het lopende experiment op te leveren aan het einde van het eerste schoolrespectievelijk studiejaar. Van de bevindingen wordt vervolgens een verslag opgemaakt waar de school of instelling op kan reageren. Dit verslag wordt niet gepubliceerd, maar samen met alle andere verslagen verwerkt tot een overkoepelend themarapport. Als de inspectie tijdens dit onderzoek een ernstig signaal constateert over de kwaliteit van onderwijs, dan kan de inspectie een regulier kwaliteitsonderzoek uitvoeren. Dat wordt separaat uitgevoerd en leidt tot publicatie van het rapport en mogelijke aangepaste arrangementen. In januari 2016 wordt met de betrokken instellingen een ronde tafel conferentie gehouden om over de bevindingen van de inspectie te spreken. Aan de hand van de ervaringen van dit themaonderzoek bepaalt de inspectie of zij in 2016 nogmaals een dergelijk themaonderzoek uitvoert bij de in schooljaar 2015-2016 gestarte experimenten. Het structureel toezicht op de experimenten zal separaat van het toezicht op het reguliere onderwijs plaatsvinden. Dat geldt ook voor de bevindingen, oordelen en eventuele arrangementen. Uit het toezicht op de experimenten kunnen wel signalen voortkomen met betrekking tot het reguliere onderwijs en vice versa. In dat geval wordt bij het experiment of het reguliere onderwijs zo nodig een separaat onderzoek uitgevoerd dat tot een nieuw en eigen rapport leidt. De afstemming van de toekomstige waarderingskaders vo en mbo helpen bij de uitvoering van het toezicht op doorlopende leerlijnen. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe worden de samenwerkingspartners betrokken bij de evaluatie en monitoring? De evaluatie van het experiment wordt uitgevoerd in het voorlaatste jaar van het experiment, dat is in 2021. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie wordt besloten of al dan niet een wetsvoorstel wordt ingediend om de doorlopende leerlijnen structureel in te voeren. Indien tot een wetsvoorstel wordt besloten kunnen de lopende experimenten zonder onderbreking worden voortgezet tot over het wetsvoorstel is beslist.
32
SEO Economisch Onderzoek voert samen met het Kohnstamm Instituut en het expertisecentrum beroepsonderwijs een monitorprogramma uit om de experimenten te volgen gedurende de hele looptijd van het experiment, van 2014 tot en met 2022. Deelname aan de monitor is voor alle deelnemers aan de experimenten verplicht. De monitor bestaat uit drie delen: evaluatie van de opbrengsten, procesevaluatie en een verklarende evaluatie. De eerste opbrengsten van de monitor worden in het voorjaar van 2016 verwacht. Terug naar de veelgestelde vragen
Wat is de rol van de begeleidingscommissie? Het Ministerie van OCW heeft een begeleidingscommissie ingesteld die de ontwikkelingen rond de vakmanschap- en technologieroutes gedurende de hele looptijd zal volgen. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de AOC-, MBO-, VO-raad, stichting platforms vmbo (SPV), onderzoekers van de monitor, Onderwijsinspectie, DUO, EZ en OCW. Terug naar de veelgestelde vragen
33
8. BEKOSTIGING EN FINANCIERING Een experimentele route bestaat uit vmbo- en mbo-bekostiging. Op welk moment wordt de mbo-bekostiging van kracht? Voor de eerste twee jaren van het experiment staat de leerling ingeschreven bij het vo en geldt de reguliere vmbo-bekostiging, tenzij de leerling het gehele vmbo-examen afsluit in het eerste leerjaar van de route (leerjaar 3-vmbo). Dan vindt direct inschrijving bij het mbo plaats, en start de mbo-bekostiging. De laatste twee respectievelijk drie jaren van het experiment wordt de leerling ingeschreven bij het mbo en geldt de mbo-bekostiging. Terug naar de veelgestelde vragen
Hoe zit het met de bekostiging van mbo-onderdelen inclusief bpv gedurende de inschrijving in het vo? De eerste twee jaren van het experiment schrijft de school de leerling bij het vmbo in en ontvangt daarvoor de vo-bekostiging. Als de leerling gedurende deze periode met mbo-vakken wil beginnen, dan kan dat. Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is een gezamenlijke afspraak over het –indien van toepassing- overdragen van (een deel van) de bekostiging. Voor deelname aan de bpv gedurende de periode dat de leerling nog staat ingeschreven in het vo, sluit de mbo-instelling een bpv- overeenkomst af met de betreffende leerling. Terug naar de veelgestelde vragen
Worden administratieve lasten en nalevingskosten vergoed? Voor de administratieve lasten en nalevingskosten geldt dat die alleen ontstaan bij vrijwillige deelname aan een experiment. Zoals vermeld op bladzijde 23 van de nota van toelichting bij het Besluit zoals bekendgemaakt in het Staatsblad 2013, 370 bedragen die kosten ten hoogste € 20.000,- per experiment. Voor de uitbreiding van het experiment door deze wijziging geldt dezelfde berekening. Terug naar de veelgestelde vragen
34
Ontvangt de leerlingen een ov-jaarkaart als hij deelneemt aan een experiment? Het reisrecht blijft behouden en wordt zelfs uitgebreid tot mbo-studenten beneden de 18. Instellingen zijn zich aan het profileren en studenten worden geacht een bewuste studiekeuze te maken. Dit vraagt van studenten dat ze mobiel zijn, omdat ze bijvoorbeeld ook colleges buiten hun eigen instellingen volgen. Een ov-kaart hoort daarbij, ook voor de 160.000 mbo-studenten beneden de 18. Zij krijgen uiterlijk per 1 januari 2017 studentenreisrecht. Bovendien wordt met het behoud van het reisrecht tegemoet gekomen aan een belangrijke wens van de studenten. Wel gaat de overheid er via een beter-benutten-strategie voor zorgen dat het reisgedrag van de studenten beter gespreid wordt. Hiervoor wordt een extra investering van 200 miljoen euro in het onderwijs gerealiseerd. Terug naar de veelgestelde vragen
Heeft een leerling als deelnemer aan een experiment recht op studiefinanciering? Ja, als hij 18 jaar of ouder is en in het mbo-deel van de experimentele route is ingeschreven. Terug naar de veelgestelde vragen
35
9. INFORMATIE EN CONTACT Waar kan ik terecht voor nadere informatie over de experimenten doorlopende leerlijnen? DUO biedt namens OCW digitale nieuwsbrieven aan. Deze nieuwsbrief verschijnt vijf keer per jaar. U kunt zich aanmelden om deze nieuwsbrief automatisch te ontvangen. Op het Pleio (plein overheid) is een community over de experimentele leerroutes ingericht waar betrokkenen kunnen communiceren over de experimentele leerroutes. Op de website van DUO vindt u actuele informatie over de experimenten doorlopende leerlijnen. Terug naar de veelgestelde vragen
Wat zijn de meest relevante formele documenten in het kader van de experimenten doorlopende leerlijnen? Hieronder zijn de voor de experimenten meest relevante documenten vermeld. -
Besluit experimenten doorlopende leerlijnen Uitvoeringsregeling experimenten doorlopende leerlijnen Toelichting wijziging Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo
Terug naar de veelgestelde vragen Wanneer en waar vinden informatiebijeenkomsten plaats? Er worden verschillende bijeenkomsten georganiseerd, onder andere door OCW, DUO en de Onderwijsinspectie. Houdt voor actuele informatie de website van DUO in de gaten. Terug naar de veelgestelde vragen Wat is het adres voor persoonlijk contact (telefoon en e-mail)? Klik hier voor de contactgegevens van DUO. Terug naar de veelgestelde vragen
36