Brabant magazine
Europa special
Brabant IN Europa 50 jaar Europa Provincie Noord-Brabant
Geschiedenis in vogelvlucht: 50 jaar Test uw kennis over Europa De miljoenen van Brussel voor Brabant ‘Samen met Europa een vuist maken’
Erik van der Burgt
Europa is dichtbij!
D
it jaar vieren we het 50-jarig bestaan van de
Neem ons landelijk gebied. Dat willen we graag
Europese Unie (EU). Een goede aanleiding
mooi, economisch gezond en bij de tijd houden.
om in deze special van het Brabant
Daar spannen we ons onder andere via de
Magazine stil te staan bij de rol en het belang van
reconstructie voor in. Er worden boerderijen
de EU.
verplaatst en nieuwe ontwikkelingsgebieden voor de
Eerst een stukje geschiedenis. Ingegeven door de
landbouw aangewezen. Ook wordt
rampzalige ervaring van de Tweede Wereldoorlog,
natuurontwikkeling gestimuleerd en wordt de
is de Europese Unie in 1957 opgezet om nog meer
recreatieve sector vernieuwd en versterkt.
oorlogen tussen buurlanden te voorkomen en samen
Deze vernieuwing van het landelijke gebied wordt
werking te bevorderen. Het begon met de oprichting
mede gefinancierd met Europese middelen.
van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Ook ons arbeidsmarktbeleid wordt door Europees
door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duits
geld gesteund. En dan heb ik het nog niet eens over
land en Italië. Deze samenwerking werkte goed.
geld uit Europa voor onze musea en voor de
Daarom werd acht jaar later een tweede stap gezet.
restauratie van onze historische gebouwen en
In 1957 werd in het Verdrag van Rome de oprichting
kerken, de aanleg en het onderhoud van onze
van de Europese Economische Gemeenschap (EEG)
wegen en -last but not least- voor onze ambities en
vastgelegd. Doel van dit samenwerkingsverband
projecten op het gebied van innovatie.
was de economische samenwerking tussen Europese
Europa is een uniek samenwerkingsverband dat ons
landen nog verder te versterken, in de overtuiging
niet alleen vijftig jaar vrede heeft gebracht, maar
dat samenwerkende landen niet gemakkelijk met
dat ook heeft bijgedragen tot onze welvaart en ons
elkaar in oorlog raken.
welzijn. Ik weet zeker dat u na lezing van de
Deze samenwerking heeft Europa goed gedaan. Het
artikelen in deze special zult denken: Europa is
leidde tot duurzame vrede tussen de lidstaten en het
dichterbij dan ik dacht. En dat ís ook zo.
maakte Europa tot een belangrijke speler in de wereldeconomie. De EEG groeide van zes lidstaten
Hanja Maij-Weggen
in 1957 uit tot de Europese Unie van nu met 27
Commissaris van de koningin in Noord-Brabant
lidstaten. Voor veel mensen in ons land is de Europese Unie een vaag begrip. Anderen zien de groeiende Europese samenwerking als een bedreiging voor de eigenheid van Nederland. Weer anderen maken zich er niet zo druk om omdat zij denken dat de Europese Unie hen niet raakt of aangaat. Deze stemming over Europa - ook wel Euroscepsis genoemd - bleek heel duidelijk toen een meerderheid van de Nederlanders in 2005 bij referendum ‘nee’ zei tegen een Europese grondwet. Ik heb dat ‘nee’ altijd erg betreurd. Niet alleen omdat ik als lid van het Europese Parlement intensief betrokken ben geweest bij het opstellen van die grondwet en weet wat er goed aan is. Maar ook omdat het ‘nee’ duidelijk maakt dat veel mensen niet weten hoezeer Europa hun dagelijks leven in positieve zin beïnvloedt. Als we naar Brabant kijken, dan zien we dat er mede door Europese wetgeving en Europees geld veel goeds van de grond komt. 2|
3
Inhoud 4
Geschiedenis in vogelvlucht
14
Test uw kennis over Europa
Deze speciale uitgave van het Brabant Op 25 maart 1957 tekenen Nederland,
Magazine staat helemaal in het teken van
België, Luxemburg, West-Duitsland,
Europa. Maar hoeveel weet u eigenlijk van
Frankrijk en Italië het verdrag van Rome.
Europa? Doe mee aan de quiz.
Die dag gaat de geschiedenisboeken in als officiële oprichtingsdatum van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de voorloper van de huidige Europese Unie (EU). In 2007 bestaat de Europese Unie dus vijftig jaar.
22
Wat doet Europa eigenlijk?
Het beeld dat veel mensen van de Europese Unie hebben is niet altijd even positief. Al jaren zijn het dezelfde negatieve clichés die het imago van de Unie bepalen. Zoals: de leden
10
Interview Maij
van het Europees Parlement doen weinig en verdienen veel. Belangrijke besluiten worden in de achterkamers in Brussel bekokstoofd. En: Nederland verliest steeds meer eigen
Hanja Maij-Weggen noemt het zelf één van
soevereiniteit zonder dat de bevolking daar om
de belangrijkste wapenfeiten uit haar lange
heeft gevraagd. De voorbeelden in deze
politieke carrière: haar lidmaatschap van
special laten zien dat het in de EU niet enkel
de conventie over de toekomst van Europa.
kommer en kwel is en dat er wel degelijk
Bijna twee jaar lang werkte een select
belangrijke stappen voorwaarts worden gezet
gezelschap Europeanen aan een grond wettelijk verdrag voor de Europese Unie.
24
Interview Moons
Ze heeft de meest ‘Europese’ portefeuille van het provinciebestuur: gedeputeerde Annemarie Moons. De gedeputeerde ziet dat er, mede onder invloed van de eenwording van Europa, zich grote veranderingen voltrekken op de arbeidsmarkt. Ontwikkelingen die veel
12
‘Timing, timing en nog eens timing’
Nederlanders enige angst inboezemen. “Angst is een slechte raadgever. Nederland is juist groot geworden dankzij haar open economie.”
Waar moet je zijn om de Brabantse belangen te behartigen? Zestig tot tachtig procent van onze wet- en regelgeving heeft zijn oorsprong in Brussel. Daar valt dus veel ‘te halen’. Europa special
2007
4 Geschiedenis van Europa
Geschiedenis in vogelvlucht
Vijftig jaar Europa
De lidstaten van de EU Momenteel telt de Europese Unie 27 lidstaten België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland (sinds 1957)
Denemarken, Ierland en het Verenigd
Koninkrijk (sinds 1973)
Griekenland (sinds 1981) Spanje en Portugal (sinds 1986)
Oostenrijk, Finland en Zweden (sinds 1995)
Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië,
Slowakije en Tsjechië (sinds 2004)
Roemenië en Bulgarije (sinds 2007).
Kandidaat-lidstaten zijn Kroatië, Turkije en
Macedonië.
¬ ¬
Europa special
2007
5
Op 25 maart 1957 tekenen Nederland, België, Luxemburg, WestDuitsland, Frankrijk en Italië het verdrag van Rome. Die dag gaat de geschiedenisboeken in als officiële oprichtingsdatum van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de voorloper van de huidige Europese Unie (EU). In 2007 bestaat de Europese Unie dus vijftig jaar.
Met het einde van de Tweede Wereldoorlog begint de samenwerking tussen Europese landen. In 1947 richten de West-Europese landen – Europa is dan al verdeeld in oost en west – de Raad van Europa op. De Raad van Europa bestaat tot op de dag van vandaag en is daarmee de oudste politieke organisatie van het continent. De Raad staat voor mensenrechten, parlementaire democratie en de rechtsstaat.
verdrag, dat in 1967 in werking treedt, bepaalt dat de drie gemeenschappelijk organisaties (EGKS, EEG en Euratom) voortaan met een gezamenlijk budget opereren, onder één commissie, één raad van ministers en één hof van justitie. Vanaf dat moment spreekt men van de Europese Gemeenschap (EG).
De Raad van Europa is
Verdrag van Parijs
de oudste politieke
Met de ondertekening van het verdrag van Parijs richten Nederland, België, Luxem burg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië in 1952 de EGKS op: de Europese Gemeen schap voor Kolen en Staal. In datzelfde verdrag wordt ook de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) opgericht. Euratom wil vreedzame toepassingen van kernenergie bevorderen. Doelstelling van de EGKS is een ononderbroken voorziening van kolen en staal, op dat moment belangrijke grondstoffen voor de wederopbouw van Europa.
organisatie van het
EEG De industriële samenwerking binnen de EGKS is succesvol. Daarop besluiten de zes landen tot een economische samenwerking. Met het verdrag van Rome wordt in 1957 de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. De EEG krijgt de taak om onderlinge handelsbelemmeringen op te heffen en een gemeenschappelijke markt in te richten. In de jaren zestig komt ook het gemeen schappelijk landbouwbeleid van de grond. Op 8 april 1965 tekenen de lidstaten in Brussel het zogeheten fusieverdrag. Dit
continent.
Verdrag van Maastricht Op 7 februari 1992 tekenen de lidstaten in Maastricht het gelijknamige verdrag. Daarmee is de Europese Unie (EU) formeel een feit. De lidstaten gaan met dit verdrag verder dan alleen maar economische samenwerking. Er is voortaan sprake van een gemeenschappelijk buitenlands beleid, een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid en de lidstaten werken samen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Ook wordt er een economische en monetaire unie gesmeed (EMU) en verleent het verdrag van Maastricht inwoners van de EU nieuwe rechten zoals actief en passief stemrecht bij lokale verkiezingen in de lid staat van verblijf. In 1995 treden Oosten rijk, Finland en Zweden toe tot de EU. Amsterdam en Nice
Europese akte De EG is zo’n succes dat Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk in 1973 besluiten toe te treden. Vervolgens pakt de EG nieuwe beleidsterreinen op: sociaal beleid, milieu en regionaal beleid. In 1981 treedt Griekenland toe. In 1986 volgen Spanje en Portugal. In 1986 tekenen de twaalf lidstaten de Europese akte. Het doel van de akte is om wetten van lidstaten te harmoniseren en barrières tussen landen op het gebied van handel en personenverkeer op te heffen. De lidstaten willen uiterlijk 1 januari 1993 een vrije, interne Europese markt creëren. Dit lukt ook voor een belangrijk deel. In 1990, na de Duitse hereniging, wordt ook het oostelijke deel van Duitsland lid van de EG.
Op 2 oktober 1997 wordt het verdrag van Amsterdam ondertekend. Voortaan kan de EU een groot deel van de besluiten met een gekwalificeerde meerderheid nemen. Voorheen was unanimiteit de regel. In 2000 volgt het verdrag van Nice. Dat verdrag
Op 1 januari 2002 volgt de introductie van een gemeenschappelijke munt: de euro.
Europa special
2007
6
regelt onder meer de stemverhoudingen in de Raad van ministers, de omvang van de Europese commissie en de verdeling van de zetels in het Europees parlement. Het verdrag maakt de toetreding van een groot aantal nieuwe lidstaten mogelijk. Op 1 januari 2002 volgt de introductie van een gemeenschappelijke munt: in twaalf van de vijftien lidstaten betalen inwoners voortaan met euro’s.
Duits voorzitterschap besloten tot een inter gouvernementele conferentie (IGC). Die conferentie gaat aan de slag met de opstel ling van een nieuw verdrag, dat eind 2007 gereed moet zijn om nog voor de Europese verkiezingen in 2009 door alle landen geratificeerd te kunnen worden. Op 1 januari 2007 sluiten Bulgarije en Roemenië zich aan bij de EU en wordt Slovenië het dertiende land met de euro als officieel betaalmiddel.
Grondwet ‘Nice’ wordt overigens pas op 1 februari 2003 van kracht omdat de bevolking van Ierland in een referendum aanvankelijk tegen het verdrag stemt. Na een tweede referen dum zet de Ierse bevolking het licht alsnog op groen. Op 1 mei 2004 sluiten Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië zich aan bij de Europese Unie. In oktober van datzelfde jaar ondertekenen de 25 EU-landen een verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa. Het is opgesteld om de demo cratische besluitvorming en het beleid in een unie van 25 lidstaten en 450 miljoen inwo ners meer te stroomlijnen en de EU bestuur baar en slagvaardig te houden. Ook de post van Europees minister van Buitenlandse Zaken wordt ingesteld. Om in werking te treden, moet de grondwet voor Europa door alle lidstaten van de Europese Unie worden bekrachtigd. Europese Verkiezingen Echter, in Frankrijk en Nederland wordt de grondwet in 2005 in een referendum verwor pen. Na een lange periode van bezinning, waarin in totaal achttien lidstaten de grond wet ratificeren, wordt in juni 2007 onder
Het bestuur
De Europese commissie vormt het dage lijks bestuur van de EU. De commissie ontwikkelt beleid op alle werkgebieden van de EU. Het Europees parlement is de volksvertegenwoordiging van de EU. Het parlement heeft inspraak bij het tot standkomen van nieuwe wetten en is in de meerderheid van de gevallen samen met de Raad medewetgever. De ministers van de lidstaten vormen de Raad van de Europese Unie. Samen met het parlement neemt de Raad wetten aan. De Raad neemt ook politieke beslissingen. Het hof van Justitie zorgt ervoor dat de Europese wetgeving wordt nageleefd. De Europese rekenkamer tenslotte controleert de financiering van de activiteiten van de Europese Unie.
Vooroordelen over Europa
Het aantal misverstanden rond de Euro pese Unie is groot. De site www.europa.nl probeert een aantal ervan te ontkrachten. Bijvoorbeeld de stelling: Europa is veel te duur. In werkelijkheid betaalt een Euro peaan gemiddeld ongeveer 220 euro per jaar aan Europa. Omdat Nederland een rijk land is, betaalt elke inwoner bruto 325 euro per jaar. Als men daar vanaf trekt wat Nederland terugkrijgt, bijvoorbeeld in de vorm van subsidies, dan betaalt een Nederlander ongeveer 110 euro. Ter vergelijking: per persoon dragen Nederlanders ruim 7.000 euro aan hun eigen rijksbegroting bij. Ander voorbeeld: Europa geeft te veel geld uit aan de landbouw. Lange tijd was de landbouw de belangrijkste begrotingspost van de EU. Maar die tijd is voorbij: het landbouwbeleid wordt steeds meer afgestemd op de markt, waardoor de omvang van de subsidies geleidelijk afneemt. Bovendien, land bouw is de enige beleidssector van de Europese economie die volledig uit de EU-begroting wordt gefinancierd. De uitgaven van de EU komen in de plaats van de uitgaven van de lidstaten. Op de meeste andere gebieden wordt het beleid hoofdzakelijk gefinancierd door de nationale schatkisten. De realiteit is dat slechts 0,43 procent van het bruto binnenlands product (BBP) van de EU naar de landbouw gaat en dat percen tage tegen 2013 zal afnemen tot 0,33. Bron: www.europa.nl
Europa special
2007
7
De grondleggers van Europa
Konrad Adenauer, Winston Churchill, Alcide de Gasperi, Walter Hallstein, Jean Monnet, Robert Schuman, Paul Henri Spaak en Altiero Spinelli worden beschouwd als de ‘founding fathers’ van de Europese Unie. Konrad Adenauer (1876-1967) was de eerste kanselier van de Bonds republiek Duitsland, die van 1949 tot 1963 aan het hoofd van de nieuwe staat stond. Samen met de Franse president Charles de Gaulle bereikte hij een keer punt in de geschiedenis: in 1963 onder tekenden de voormalige aartsvijanden Duitsland en Frankrijk een verdrag van vriendschap dat één van de mijlpalen werd op weg naar Europese integratie. Winston Churchill (1874-1965) premier van Groot-Brittannië van 1940 tot 1945 en van 1951 tot 1955, was een van de eersten die opriep tot de vorming van de ‘Verenigde Staten van Europa’. Na de ervaring van de Tweede Wereldoorlog was hij ervan overtuigd dat alleen met een verenigd Europa een duurzame vrede gewaarborgd zou kunnen worden. Alcide de Gasperi (1881-1954) Van 1945 tot 1953 bepaalde Alcide de Gasperi als premier en minister van Buitenlandse zaken het binnenlandse en buitenlandse beleid van Italië. Steeds opnieuw gaf hij de aanzet tot plannen voor de integratie van West-Europa,
werkte hij aan de uitvoering van het Marshallplan en bevorderde hij de vorming van nauwe economische banden met andere Europese landen. Walter Hallstein (1901-1982) was van 1958 tot 1969 de eerste voor zitter van de Europese Commissie. Volgens hem was het voor een succes volle politieke eenwording van Europa van het allergrootste belang dat er eerst gemeenschappelijke economische instel lingen zouden worden opgericht. Het tempo van integratie was tijdens de zoge naamde Hallstein-periode legendarisch. Jean Monnet (1888-1979) was als topadviseur van de Franse regering de belangrijkste inspirator van de beroemde ‘Schuman-verklaring’ van 9 mei 1950 die leidde tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Tussen 1952 en 1955 was hij de eerste voorzitter van de EGKS. Bekend citaat: “Wij brengen mensen samen, geen landen“. Robert Schuman (1886-1963) was afkomstig uit de tussen Frankrijk en Duitsland betwiste regio Elzas-Lotharingen. Samen met Jean Monnet stelde hij het beroemde Schuman-plan op. Zijn voorstel was om de productie van kolen en staal, de belangrijkste grondstoffen voor de wapenindustrie, onder gemeenschappe lijk gezag te plaatsen. Het principe hierachter was dat wie geen controle over die productie had, geen oorlog zou kunnen beginnen. Schuman was van 1958 tot 1960 voorzitter van het Europees Parlement.
Paul Henri Spaak (1899-1972) werd na de bevrijding van België minister van Buitenlandse zaken en premier. De meest doeltreffende manier om vrede en stabiliteit te garanderen was volgens Spaak het verenigen van landen door de ondertekening van bindende verdragen. Als voorzitter van de eerste algemene vergadering van de Verenigde Naties (1946) en als secretaris-generaal van de NAVO (1957-1961) kon hij helpen bij het verwezenlijken van deze doelstel lingen. Spaak speelde een belangrijke rol bij het formuleren van de inhoud van het Verdrag van Rome. Altiero Spinelli (1907-1986) Italiaanse politicus, speelde een belang rijke rol bij het voorstel van het Europees Parlement voor een verdrag betreffende een federale Europese Unie, het zoge heten plan-Spinelli. In 1984 werd dit plan met een grote meerderheid van stemmen goedgekeurd en het vormde een belangrijke bron van inspiratie voor het versterken van de Europese verdragen in de jaren tachtig en negentig.
Europa special
2007
8 Verslag 50 jaar Europa
Brabantse scholen binden de strijd aan tijdens Europadag Op woensdag 9 mei, de Europadag, vond in
Europees Commissaris van landbouw?’ De
(twee deelnemers) waren de Rodenborchers
het Provinciehuis de Grote Europa Kennisquiz
scholieren die de vraag goed hadden bleven
zo sportief om hen aan te bieden om mee te
plaats. Vier Brabantse scholen gingen met
in de race, de rest verdween achter de hekken.
gaan naar Brussel.
elkaar de strijd aan volgens het principe van
Uiteindelijk bleef er per school één persoon
Ook bij de andere deelnemers was het
de BrabantBattle. De quiz is georganiseerd
over, die de finaleronde mocht spelen.
enthousiasme groot. Rob Verhelst, docent aan
door Bureau Europa van de Provincie Noord-
Hier ging het erom op creatieve wijze antwoord
het Cambreur College uit Dongen: “Helaas
Brabant in samenwerking met Europe Direct in
te geven op ludieke kennis- en doevragen.
greep onze school nét naast de eerste prijs.
Eindhoven en is gepresenteerd door Danny Rook.
Als winnende school kwam het Rodenborch
Maar natuurlijk zit de winst hem vooral in het
College uit Rosmalen uit de bus. Zij gaan met
meedoen. De Provincie mag wat ons betreft
De eerste ronde was een afvalrace met vragen
de groep een dagje naar Brussel en brengen
nog meer van dit soort leuke en leerzame
over Europa als: ‘Hoeveel Nederlandse
een bezoek aan de Europese Commissie en
activiteiten organiseren; wij zijn er dan graag
Europarlementariërs zijn er op dit moment?’
het Europees Parlement. Omdat de delegatie
weer bij.”
en: ‘Welke Nederlander was van 1958-1973
van het St. Jans Lyceum wel érg klein was
Europese Culinaire Week in het bedrijfs restaurant Van 7 tot en met 11 mei stond het bedrijfs
van de 27 lidstaten van de Unie, er was
hoogstandjes die de koks in petto hadden.
restaurant van het provinciehuis helemaal in
muziek en er werden films vertoond uit de
Afgaande op de positieve reacties is dat zeker
het teken van Europa. Iedere dag stond een
landen die centraal stonden. De bedoeling
gelukt. Wanny Chan, beleidsmedewerker bij
ander Europees land centraal. De ruimte was
van de culinaire week was om aan mede
de Provincie: “Liefde gaat door de maag; in
omgetoverd tot een plek waar de rijke
werkers van de Provincie te laten zien hoe
elk geval is mijn enthousiasme voor Europa
culinaire tradities van de verschillende landen
mooi en gevarieerd Europa is en mensen te
gegroeid door de heerlijke hapjes. Voor
goed tot hun recht kwamen.
verrassen en te verleiden door de inspirerende
herhaling vatbaar!”
Het restaurant was versierd met de vlaggen
Europese omgeving en de culinaire
Europa special
2007
9
Interactieve les over Europa De Provincie Noord-Brabant vindt het
Universiteit van Tilburg (kijk ook op: www.
werkende moeders met jonge kinderen?’ en
belangrijk om jonge Brabanders te laten zien
atlasofeuropeanvalues.com), heeft Fontys
‘Waarom is abortus in Portugal nog steeds
en te laten ervaren wat Europa inhoudt en
Hogescholen een lespakket ontwikkeld dat
een heel omstreden verschijnsel?’ Opvallend
hoeveel impact Europa heeft op het leven van
scholieren op een prikkelende manier laat
was het enthousiasme van zowel de scholieren
alle dag in Brabant. Tot nu toe wordt er in het
kennismaken met normen en waarden in de
die de les kregen als de studenten van Fontys
onderwijsprogramma van veel scholen weinig
Europese Unie. Hier gingen op 14 mei zo’n
die de les gaven. Na afloop waren de
aandacht besteed aan Europa. Daarom
120 scholieren van het Maurick College uit
reacties dan ook erg positief. De les werd
organiseerde bureau Europa in samenwerking
Vught, het Stedelijk College Eindhoven en het
ervaren als een steun in de rug voor scholen
met Fontys Hogescholen en de Universiteit van
Theresialyceum uit Tilburg mee aan de slag.
die al veel aandacht aan Europa besteden in
Tilburg een Interactieve Les over Europa in het
Verdeeld in vijf groepen van ongeveer 25
hun lessen én als goed startpunt voor scholen
provinciehuis.
scholieren - die elk een ander Europees land
waarbij dat minder het geval is.
Op basis van het langlopende onderzoek
vertegenwoordigden – bogen ze zich over
naar normen en waarden in Europa, door de
vragen als: ‘Hoe wordt in Polen gedacht over
‘Zo mooi is Europa’ in het provinciehuis
Fotowedstijd Europa 50 jaar Provincie Noord-Brabant
Doe mee! P07-01461 Fotowedstrijd poster A1 1
13-06-2007 15:41:15
Van 17 tot en met 26 september 2007 was in
De tentoonstelling was het resultaat van een
cultuur & natuur.
het provinciehuis in Den Bosch de
fotowedstrijd waaraan medewerkers van de
Op 17 september is de tentoonstelling
fototentoonstelling: ‘Zo mooi is Europa’ te
Provincie Noord-Brabant meededen. Zij
geopend door commissaris van de koningin
bewonderen. De tentoonstelling werd
werden uitgenodigd om een foto van hun
Hanja Maij-Weggen en algemeen directeur
georganiseerd door bureau Europa in
mooiste plekje in Europa te maken en
Wil Rutten. De tentoonstelling is van 1 tot en
samenwerking met Europe Direct in Eindhoven
beschikbaar te stellen voor de tentoonstelling.
met 19 oktober te zien in het Huis van de
om te laten zien hoe mooi en gevarieerd
Onderwerp van de foto’s is Europa in de
Nederlandse Provincies in Brussel.
Europa is.
brede zin van het woord: mensen, gebouwen,
Europa special
2007
10 Interview
Hanja Maij-Weggen, commissaris van de Koningin in Brabant
Naar een transparanter Europa
Hanja Maij-Weggen noemt het zelf één van de belangrijkste wapenfeiten uit haar lange politieke carrière: haar lidmaatschap van de conventie over de toekomst van Europa. Bijna twee jaar lang werkte een select gezelschap Europeanen aan een grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie. In dit artikel vertelt Maij-Weggen over de doelstellingen van dat nieuwe verdrag. De conventie over de toekomst van Europa ging in 2002 van start en bestond uit vertegenwoordigers van de nationale regeringen, nationale parlementsleden, Europarlementariërs en vertegenwoordigers uit de Europese commissie. Hanja MaijWeggen was toen fractievoorzitter van het CDA in het Europees parlement. De conventie stond onder leiding van Valéry Giscard d’Estaing, voormalig president van Frankrijk. “Onze taak destijds was duidelijk”, vertelt Maij Weggen. “Maak Europa transparanter, democratischer en slagvaardiger. Juist omdat veel burgers het idee hebben dat Europa ondoorzichtig is, het democratisch gehalte van de Unie te wensen overlaat en dat Europa maar moeilijk tot besluiten komt.” In 2004 kon Giscard d’Estaing het eindresultaat overleggen. Een document waar MaijWeggen zich anno 2007 nog steeds prima in kan vinden. “Binnen Europa zijn in de loop der jaren talloze verdragen gesloten. Van het Verdrag van Rome in 1957 tot en met het Verdrag van Nice in 2000. Kortom, een enorme lappendeken aan overeenkomsten. Juristen hebben die verdragen keurig bij elkaar gevoegd tot één document. Dat was meteen ongeveer 75 tot 80 procent van de tekst van het grondwettelijk verdrag.” Een ander belangrijk onderdeel is het Handvest voor de grondrechten van Europese burgers. Maij-Weggen: “Dat handvest bestaat al lang, maar veel leden van de conventie vonden het belangrijk dat het een integraal onderdeel werd van het grondwettelijk verdrag.”
Europa special
2007
Europese president Het derde, en laatste onderdeel van het grondwettelijk verdrag omvat aanvullende bepalingen die de Europese Unie trans paranter, democratischer en slagvaardiger moet maken. Maij: “Dat was maar vijf procent van de tekst. Maar die aanvullende bepalingen hebben wel voor de meeste discussie gezorgd.” Zo wil de conventie meer macht toekennen aan het Europees parlement (via zogeheten co-decisie). Voortaan moeten zowel het Europese parlement als de Europese ministerraad instemmen met voorstellen van de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de EU). “Daarbij krijgt het Europees parlement het laatste woord.” Ook schept het grondwettelijk verdrag meer duidelijkheid in de bevoegdheden tussen ‘Brussel’ enerzijds en de lidstaten anderzijds. “Want over de macht van Brussel bestaan veel misvattingen. Haagse politici zeggen al snel bij ongemakkelijke wet- en regelgeving: ‘Dat moet van Brussel’. Aan dat soort schimmige discussies maakt het grondwettelijk verdrag een einde.” En het grondwettelijk verdrag pleit voor een nieuwe EU-topstructuur. Aan het hoofd van de EU moet een president staan. “Naar Duits model”, onderstreept Maij-Weggen. “Een president zonder al te grote bevoegdheden, maar die op cruciale momenten een bindende factor is.” Op dit punt kreeg conferentievoorzitter Giscard d’Estaing niet zijn zin. Hij pleitte juist voor een invloedrijk Europees president, met veel macht. Naar Frans model. “Daar is de
conferentie gelukkig niet in meegegaan.” Het grondwettelijk verdrag wil ook een Europees minister van Buitenlandse zaken benoemen. Nu nog is de buitenland portefeuille in handen van een‘coördinator’, anno 2007 in de persoon van Javier Solana. Maij-Weggen: “In belangrijke internationale kwesties is het van groot belang dat de EU met één mond praat, zonder de huidige ministers van Buitenlandse zaken van de lidstaten buiten spel te zetten. De benoeming van een Europees minister zou een goede stap in de richting zijn.” Verder zal met het grondwettelijk verdrag de samenwerking tussen lidstaten op justitieel terrein verbeteren. “Denk aan de bestrijding van terrorisme en criminaliteit. Onder de vleugels van de EU kan dat veel beter worden aangepakt.” Tenslotte versterkt het grondwettelijk verdrag de positie van de regio’s in Europa. Veel beleid dat in Brussel gemaakt wordt, moet uiteindelijk worden uitgevoerd door de regio’s. Voor Nederland zijn dat de provincies. Zo is de provincie NoordBrabant uitvoerder van de Europese Vogelen Habitatrichtlijn: wetgeving die belangrijke natuurgebieden en diersoorten in Europa moet beschermen. In de totstandkoming van dergelijk wetten krijgen de regio’s voortaan een ‘adviesrecht’. “Daarmee voorkom je dat regio’s overvallen worden door bepaalde wet- en regelgeving vanuit Europa. En regio’s kunnen in een voortijdig stadium Europese wetgeving bijsturen.”
11
Monstrueus imago Maar tot een bekrachtiging van het grondwettelijk verdrag is het niet gekomen. Tien lidstaten besloten het verdrag in de vorm van een referendum aan de bevolking voor te leggen. De Spanjaarden stemden in februari 2005 in grote meerderheid voor het verdrag, maar Fransen (mei 2005) en Nederlanders (juni 2005) bleken in meerderheid tegen. Daarmee kwam de ratificatieprocedure stil te liggen. Volgens Maij-Weggen heeft de afwijzing door de Nederlandse bevolking verschillende oorzaken. “Gaandeweg is Giscard d’Estaing het grondwettelijk verdrag gaan bestempelen als een grondwet. Die kwalificatie leidde ook binnen de conventie tot gefronste wenkbrauwen. Het verdrag kreeg daarmee een heel monstrueus imago. Geheel ten onrechte.” Verder lag het toenmalige kabinet Balkenende tijdens het referendum heel slecht bij de kiezer. “Dat heeft zeker de uitslag beïnvloed.” En de voorlichting rond Europa en het grondwettelijk verdrag is schromelijk tekortgeschoten. Maij-Weggen maakt op dit punt ook de Nederlandse media een verwijt. “Toen het grondwettelijk verdrag is de maak was, besteedden Nederlandse kranten nauwelijks aandacht aan dit proces. Hetzelfde geldt voor de aanloop naar de uitbreiding van de Europese Unie met tien nieuwe lidstaten. En toen het uiteindelijk zover was, voelde men zich overvallen. Terwijl iedereen die uitbreiding zag aankomen.” Tegenstanders zien in de grondwet een bevestiging van een Europa dat teveel macht naar zich toetrekt en zich nauwelijks laat controleren. “Terwijl de grondwet juist het tegenovergestelde bewerkstelligt. Met het verdrag wordt Europa transparanter, democratischer en slagvaardiger.” Inmiddels ligt er een nieuwe ontwerpverdragstekst op tafel, tot stand gekomen onder voorzitterschap van de Duitse
bondskanselier Angela Merkel. Zo is het Handvest voor de grondrechten van Europese burgers uit de grondwet geschrapt, maar bevat de nieuwe tekst nog wel een verwijzing naar deze grondrechten. Ook Europese symbolen als vlag en volkslied zijn niet langer onderdeel van de grondwet. Volgens Maij zijn dat geen grote veranderingen. “Maar voor een definitief oordeel is het nog te vroeg. De exacte tekst is nog niet bekend.” Of voor ratificatie andermaal een referendum nodig is, is voor Maij-Weggen nog maar de vraag. ”Dat hangt af van de uiteindelijke wijzigingen. Wanneer de nieuwe tekst voldoende tegemoet komt aan de critici, is een nieuwe referendum niet nodig. Maar ik ben überhaupt geen voorstander van een referendum.” Uit de as herrezen Ondertussen heeft Brabant veel profijt van de EU, onderstreept Maij-Weggen nog maar eens. “In de jaren negentig verkeerde Brabant economisch in zwaar weer. Grote bedrijven als DAF en Philips hadden het heel, heel moeilijk. Vervolgens investeerde de EU meer dan 1 miljard euro in deze regio. Mede dankzij die injectie is ZuidOost Brabant uit de as herrezen. Er is nu sprake van Brainport Eindhoven, we komen zelfs arbeidskrachten tekort en Zuid-Oost Brabant behoort tot een van de meest innovatieve regio’s van Europa. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de EU.”
Europa special
2007
12 Lobby
De praktijk van de Brabantse lobby in Brussel:
‘Timing, timing en nog eens timing’ Waar moet je zijn om de Brabantse belangen te behartigen? Zestig tot tachtig procent van onze wet- en regelgeving heeft zijn oorsprong in Brussel. Daar valt dus veel ‘te halen’. Maar hoe vind je er de weg? En: hoe kom je in beeld? Er lopen zo’n vijftienduizend lobbyisten rond uit alle landen van de wereld. Samen behartigen ze een lawine aan belangen. “Ik ben een dansmarieke die voor de muziek uit loopt.” Een schets van de lobbypraktijk.
Voor Rien Puyenbroek en Alexander van den Bosch is het dagelijkse kost. Zij noemen zichzelf “makelaars in mensen en kennis”. Ze lobbyen respectievelijk voor de Provincie Noord-Brabant en het stedennetwerk Bra bantStad. “De Brabantse lobby is in volle gang”, zeggen ze. “Je kunt Brussel op twee manieren benaderen: meedoen of volgen. Brabant doet mee.” Het leerboek ‘Lobbyen in Brussel’ zou vol gens de twee EU-kenners bestaan uit de volgende zes hoofdstukken: huiswerk maken, timing, weten waar je moet zijn, focus, com municeren met achterban en capaciteit vrijmaken. “Maar dat leerboek is er niet. Je moet het gewoon in de vingers hebben: mensenkennis, inleven in anderen, diplo matiek zijn, flexibel inspringen, netwerken.”
Je kunt Brussel op twee manieren benaderen: meedoen of volgen.
Pragmatisch Dé ‘Brussel-autoriteit’ in Nederland is hoog leraar Rinus van Schendelen. Volgens hem is het uitoefenen van invloed in Brussel hele maal niet zo moeilijk. Hij stelt dat de Euro pese Commissie maar een kleine organisatie is. Bij de aanloop naar nieuwe wetten laat zij zich adviseren door zo’n tweeduizend zogeheten expertcomité’s. Volgens Van Schendelen zijn dat achterdeurtjes waardoor je relatief gemakkelijk naar binnen kunt komen. Niet als eenling, maar als groep. Het is raadzaam om je met Europese bond genoten te verenigingen. En ook moet je natuurlijk een zinnig verhaal te vertellen
Europa special
hebben. Van Schendelen: ”Is dat het geval, dan ben je spekkoper. Je mag dan meepraten over hoe de nieuwe wet er uit moet zien.” Dat is het grote verschil met Den Haag: daar worden wetsvoorstellen achter gesloten deuren in elkaar gesleuteld; in Brussel staat de deur open en mag je meepraten. “Brussel is veel opener en transparanter dan de Haagse ministeries. Brussel is pragmati scher dan Den Haag. De partijpolitiek is er minder dominant. Je zoekt per onderwerp dwars door de partijen heen naar mede standers. Wetgeving is in Brussel veel meer het resultaat van onderhandelen.”
2007
Brabant doet mee.
Netwerken “Klopt”, reageert Van den Bosch. “In je eentje shoppen werkt niet in Brussel. Je hebt invloed zodra je krachten bundelt met
andere organisaties. Gemeenschappelijke belangen naar voren brengen. BrabantStad is nu toegetreden tot het belangrijkste Euro pese netwerk voor steden: EUROCITIES; dit geeft een extra motivatie om Europese ambities en strategie te bespreken met bond genoten, af te stemmen en via de geijkte kanalen meer rendement te behalen.” Puyenbroek noemt als voorbeeld het Interreg-project Sufalnet. Dit gaat over de aanpak van oude stortplaatsen? Een initiatief uit Brabant dat uitgroeide tot grensover schrijdende samenwerking met tal van andere regio’s. “Door deze samenwerking krijgt zo’n project meer body; meer impact. In de volgende fase is het nu de bedoeling dat deze Bra bantse studie en de ervaringen met andere EU regio’s volop gebruikt gaan worden bij de nieuwe bodemwetgeving voor heel Euro pa. Dat noem ik invloed uitoefen en mee praten over nieuwe Europese wetgeving.” Puyenbroek en Van den Bosch benadrukken dat overheidsinstellingen en bedrijven goed voorbereid moeten zijn voordat ze in Brussel aankloppen. Je moet weten wat wanneer speelt in Brussel. Puyenbroek: “Kortom je huiswerk maken. Dat betekent ook exact weten waarvoor de eigen organi satie staat. Als je dat weet, kun je op zoek binnen Europa naar partijen die er net zo over denken. Daar kun je aansluiting bij zoeken.” Van den Bosch vult aan: “Niet één persoon, maar de hele organisatie moet weten waar
13
de eigen club voor staat. Een breed gedragen focus op Europa is essentieel. Iedereen moet zich bewust zijn van de Europese dimensie. Pas dan kunnen wij als lobbyisten zinvol schakelen met de inhoudsdeskundigen bij de diverse afdelingen.” Het informeren en voorbereiden op de Brusselse spelregels gebeurt bijvoorbeeld via de maandelijkse nieuwsbrief Brusselse Berichten en via continue EU-trainingen.
Moeten ze nú iets weten, dan hang ik direct aan de lijn. Valt er een punt te scoren, dan moet de verantwoordelijke bestuurder of directeur er staan. Soms à la minute. Valt er bijvoorbeeld op het laatste moment een spreker uit op een belangrijk congres, dan probeer ik een gedeputeerde als alternatief naar voren te schuiven. Dat is een kans die we moeten grijpen.” Aan tafel
Signalen Puyenbroek: “Zie ons als dansmariekes die voor de muziek uitlopen. We doen het voor werk, we houden in de gaten wat er gebeurt, we laten her en der ons gezicht zien, we geven signalen door aan de achterban. Maar we zijn niet degene die de doelpunten maken. Dat doen de bestuurders of inhouds deskundigen zelf. Wij zijn generalisten; scouts met een helikopterview. Het samen spel met de eigen organisatie is essentieel. Samen ontwikkelen we een strategie en tactiek. Wat is haalbaar en wat niet? Zonder de inbreng van inhoudelijk deskun digen zijn we niks. Ons werk is dienend, voorwaarde scheppend. Ik geef de voorzet, anderen koppen in.” Aan de ene kant is voor lobbytrajecten lange adem nodig, maar het kan er ook hectisch aan toe gaan. Puyenbroek: “Als het nodig is, heb ik de gsm-nummers van alle gedeputeerden en directeuren bij de Provincie bij de hand.
Om te weten te komen wanneer er nieuwe regels worden gemaakt, hoef je niet gek veel te doen. In oktober, november wordt elk jaar het werkprogramma van de Euro pese Commissie gepubliceerd waarin gedetailleerd alle voornemens staan. Voor programma’s en projecten verschijnen op de EU-sitesknipperende banners.
Brussel heeft na Washington het grootste aantal lobbyisten rondlopen; 15.000.
Via een zogeheten ‘call for interest’ worden belangstellenden opgeroepen projectvoor stellen in te dienen en uitgenodigd mee te doen aan EU subsidieprogramma’s. Voor beïnvloeding van wet- en regelgeving is het de kunst het juiste expertteam te vinden of de verantwoordelijke ambtenaar die het Commissievoorstel moet gaan schrijven. Het is aan de lobbyisten om de weg te vinden. Van den Bosch: “Op het juiste moment aan tafel zitten. Zorgen dat je een afspraak krijgt met de verantwoordelijke commissieambtenaar om het belang daar goed onderbouwd neer te leggen. En voort durend blijven bewaken wat er overblijft van jouw wensen. Weten wat de tegenargumenten zijn van de concurrentie, voorstellen aan passen, nieuwe partijen erbij halen. De kwestie dus continu intern en extern levend houden. En pas stoppen als het helemaal af is, ook al kan dat járen duren.” Puyenbroek: “Brussel heeft na Washington het grootste aantal lobbyisten rondlopen; 15.000. Allemaal hebben ze zo hun eigen belangen. In principe is er voor iedereen tijd en ruimte. Het scheelt natuurlijk wel of je de vakbeweging van deze wereld vertegen woordigt of een klein gehandicaptenclubje. Maar daardoor moet je je niet laten ont moedigen. Een goed verhaal, een goed argument heeft altijd kans. En daar moet je voor gaan.”
Europa special
2007
14 Quiz
Europa Quiz
Test uw kennis over Europa 1. Van welk land is deze vlag? A Slovenië B Malta C Litouwen
4. Wat is het huidige stemgewicht van Nederland in de Raad van de Europese Unie? A 13 stemmen B 15 stemmen C 17 stemmen
7. Hoe heet de hoofdstad van Letland? A Riga B Tallinn C Vilnius
5. Hoeveel leden telde het Europees Parlement op 1 januari 2007? A 626 B 425 C 785
2. Tijdens welke Europese Top bedong het Verenigd Koninkrijk de korting op de EU-bijdrage, de zogenaamde ‘rebate’? A 1979 London B 1984 Fontainebleau C 1992 Edinborough
8. Hoeveel bedraagt de totale begroting voor 2008 van de Europese Unie, zoals recentelijk begroot door de Europese Commissie? A 891 miljard euro B 135 miljard euro C 122 miljard euro 6. Welke Nederlander was van 1958-1973 Europees commissaris van landbouw? A Pierre Lardinois B Henk Vredeling C Sicco Mansholt
3. Hoe heet deze Kathedraal en waar staat deze? A Kathedraal Notre-Dame, Straatsburg B Kathedraal Sint Michiel en Sint Goedele, Brussel C Kathedraal La Almudena, Madrid
9. Welk Europees land heeft geen eigen volkslied? A Ierland B Cyprus C Portugal 10. Hoe heet de wetgevingsprocedure waarin de Raad van ministers en het Euro pees Parlement evenveel macht hebben? A Samenwerkingsprocedure B Raadplegingsprocedure C Co-decisieprocedure
Europa special
2007
15
Deze speciale uitgave van het Brabant Magazine staat helemaal in het teken van Europa. Over de geschiedenis van 50 jaar Europese samenwerking, over de verdragen en uitbreidingen, over de Europese subsidieprogramma’s én over de relaties tussen Brabant en Europa. Maar hoeveel weet u eigenlijk over Europa? Test hier uw kennis van Europa, de Europese Unie en de rol die Brabant in Europa speelt. Antwoorden vindt u op pagina 31. Ieder goed antwoord is 1 punt.
11. Van welk land is deze vlag? A Bulgarije B Roemenië C Albanië
12. Welke ‘Founding Father’ van de Europese Unie ziet u hier afgebeeld? A Alcide de Gaspari B Jean Monnet C Robert Schuman
14. Welke oud-president was voorzitter van de Conventie over de toekomst van Europa? A Valéry Giscard d’Estaing B Jean-Luc Dehaene C Giuliano Amato
15. Welke twee landen zijn op 1 januari 2007 toegetreden tot de EU? A Roemenië en Tsjechië B Slovenië en Bulgarije C Roemenië en Bulgarije 16. Welk land is geen officiële kandidaat-lidstaat van de Europese Unie? A Kroatië B Macedonië C Servië
13. Welke stad ziet u hier afgebeeld? A Boekarest B Boedapest C Sofia
18. Wanneer was de hereniging van Duitsland een feit? A 10 december 1989 B 3 oktober 1990 C 1 januari 1991
19. Sinds de Provinciale Statenverkiezingen van 7 maart 2007 is Annemarie Moons als gedeputeerde verantwoordelijk voor Europa en Internationalisering in Brabant. Wat was haar portefeuille in de voor gaande bestuursperiode? A Mobiliteit en Infrastructuur B Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting C Milieu en Handhaving
17. Welk land heeft als munteenheid de forint? A Roemenië B Hongarije C Slowakije 20. Wie componeerde de muziek van de Europese hymne? A Wolfgang Amadeus Mozart B Edvard Grieg C Ludwig van Beethoven
Europa special
2007
16 Samenwerking regio’s
Samenwerken van regio’s
Brabantse ideeën vinden weerklank in Europa Ooit was de Europese Unie een samenwerking tussen Europese landen. Binnen de EU ontstaan echter steeds meer samenwerkingsprogramma’s tussen regio’s. Brabant neemt aan verschillende programma’s deel. Een kennismaking met Grow, Mateo en R4R.
Brabant speelt op technologisch gebied een vooraanstaande rol binnen Europa. Eind hoven en omgeving is een van de meest innovatieve oorden van de EU. Logisch dat de Provincie juist op dat punt samenwerking zoekt met andere Europese regio’s. Dat leidt soms tot onverwachte netwerken, zoals een innige relatie met de Poolse regio Maloposka. “Het is niet zo dat wij alleen maar kennis brengen naar Polen. Wij leren ook van hen”, vertelt Rob de Groot, Europees programma manager Duurzame innovatie bij de Provincie. De Groot maakt dat duidelijk met een voor beeld. “In de Poolse stad Krakau kun je overal beschikken over draadloos internet. Op dat punt loopt Nederland achter, omdat wij een heel glasvezelnetwerk in de grond gestopt hebben. Dat moet eerst terugverdiend worden.” De Groot wil maar zeggen: Neder land moet technologische ontwikkelingen elders in Europese Unie niet onderschatten.
Engeland loopt daarbij tegen grenzen aan. In ecologisch opzicht, maar bijvoorbeeld ook de beschikbaarheid van hoogopgeleid personeel begint problematisch te worden. zuidoost Engeland zocht samenwerking met andere Europese regio’s met soortgelijk problemen. Zo kwam men onder meer in Brabant terecht. De Groot: “Brabant heeft veel ervaring met een integrale aanpak van problemen. We benaderen die sinds enkele jaren volgens de zogeheten Telos-driehoek. Volgens dat principe moet bij nieuwe ontwik kelingen sprake zijn van een evenwicht tussen het economisch kapitaal, het ecologisch kapitaal en het sociaal en cultureel kapitaal. De Britten waren gewend de problemen tamelijk eendimensionaal aan te pakken. Inmiddels is men heel enthousiast over onze benadering. Zó enthousiast zelfs dat men de
De Europese Commissie
Grow: ontstaan in Engeland
vindt Grow één van
Brabant werkt samen met Maloposka in het kader van het Europese programma ‘Grow’. Daar doen nog drie andere regio’s aan mee: Zuidoost Engeland, de Italiaanse regio EmiliaRomagna en het Spaanse Andalusië. Allemaal delen van Europa die een forse economische groei doormaken. De Groot: “Maar geen van de regio’s wil ten koste van alles groeien. Men mikt juist op ‘slimme’ groei. En dat is ook precies de doelstelling van Grow.” Zuidoost Engeland is initiatiefnemer van het programma. Dit deel van Engeland is een van de economische motoren van het Verenigd Koninkrijk. Maar zuidoost
de beste Europese
Europa special
2007
samenwerkingsprogramma’s van dit moment.
Telos-driehoek tot de kern van het Growprogramma heeft gelanceerd. En Zuidoost Engeland gaat de driehoek ook toepassen in haar regionale subsidieprogramma’s”
Zestien projecten Grow ging in 2005 van start en eindigt aan het einde van dit jaar. Grow beschikt over een budget van € 7,5 miljoen. De vijf regio’s hebben vijftig projecten ingediend. Daar zijn er uiteindelijk zestien van gehonoreerd. Brussel vergoedt aan Andalusië en Maloposka 75 procent van de kosten, bij de overige drie regio’s ligt dat percentage op vijftig. De rest wordt betaald door initiatiefnemers en lokale overheden. Brabant is bij zeven ‘Grow’-projecten actief betrokken. Een van die projecten is Relemcon: reclaming land and empowering communi ties. Relemcon gaat over nieuwe bestemmin gen voor oude vuilstortplaatsen of fabrieks terreinen. Een actueel dossier in Brabant. “In dat project heeft iedere Europese regio een specifieke inbreng. Nederlanders zijn goed in de technische aspecten van sanerin gen. Maar Italianen bijvoorbeeld betrekken op een hele goede manier de lokale bevolking in zo’n proces. Kijk, daar kunnen wij wat van leren.” Grow is bij twee Brabantse saneringen betrokken: de Voskuilenheuvel in Boekel en Moerenbrug in Tilburg. Een ander project is Grow Enterprise. Grow Enterprise begeleidt startende onder nemingen. “In Nederland steunen we star tende ondernemers onder meer met fiscale maatregelen. Engeland daarentegen doet veel meer aan begeleiding van starters. Coaching en begeleiding zijn voorwaarden om toegelaten te worden tot een bedrijfs verzamelgebouw. Die aanpak heeft succes. Via Grow Enterprise kunnen we bekijken of zo’n model ook in Nederland bruikbaar is.” De Europese Commissie vindt Grow één van
17
de beste Europese samenwerkingsprogram ma’s van dit moment. De Groot: “En de regio Stockholm wil meedoen met Grow, mocht het programma een vervolg krijgen.” Stockholm is, als het gaat om innovatie en duurzaamheid, een van de best presterende regio’s van Europa. Mateo: kennis ontsluiten Een ander Europese samenwerkingsprogram ma met een grote Brabantse inbreng is Mateo. Mateo staat voor Matching Technologies and Opportunities. Het is een samenwerking tussen Brabant, Zuidwest Bohemen (Tsjechië), Lombardije (Italië) en Catalonië (Spanje).
In Europees perspectief is Brabant eigenlijk niet meer dan een groot stadspark.
universiteiten geweldig, maar men is niet zo goed in staat die kennis te vertalen in business.” Kennisoverdracht centraal in R4R Regions for Research (R4R) is een program ma van acht Europese regio’s, waaronder Brabant. Het is een programma dat zich richt op kennisoverdracht. Allereerst formu leert iedere regio de meest succesvolle manieren van kennisoverdracht. Voor Brabant zijn er dat vier: Incubator3+ (een ondersteuningprogramma voor startende ondernemingen in de technische sector), kennisvouchers (waarmee bedrijven kennis kunnen inkopen bij hogescholen en univer siteiten), Holst Centre (open innovatie in de technische sector waarbij bedrijven fysiek met elkaar samenwerken) en BioConnection (vergelijkbaar met Holst Centre, maar dan virtueel en in de biomedische sector). Die inventarisatie leidt tot een groslijst van succesvolle systemen van kennisoverdracht. Uiteindelijk moet R4R duidelijk maken of deze systemen Europa-breed toepasbaar zijn. De kosten van het R4R, één miljoen euro, worden volledig door Brussel gedragen. Deelname aan R4R is goed voor de repu tatie van Brabant als innovatie regio. Veel kennis binnenhalen
In dit programma heeft Catalonië de leiding. Mateo moet kennis en technologie, die onder meer op universiteiten en ziekenhuizen beschikbaar is, ontsluiten voor het bedrijfs leven. Met name voor het midden- en kleinbedrijf. Het is een tweejarig program ma met een budget van € 7,8 miljoen. Mateo, dat dit jaar eindigt, telt twaalf pro jecten. Acht daarvan kennen een Brabantse betrokkenheid. Bijvoorbeeld Medscout. Medscout koppelt innovatieve ideeën van medisch specialisten aan bedrijven in de medische sector. Ideeën die nu vaak de ope ratiekamer niet verlaten. Dankzij Medscout kan een Brabants bedrijf wellicht een behandelmethode van een ziekenhuis in Barcelona ontwikkelen tot een product. Andersom is natuurlijk ook denkbaar: ideeën van Brabantse specialisten kunnen leiden tot een nieuwe dienst van een bedrijf in Milaan. Ook in Mateo leren de verschil lende regio’s veel van elkaar, is de ervaring van De Groot. “In Tsjechië is de kennis op
De Groot is overtuigd van het nut van Euro pese samenwerkingsprogramma’s. We halen op deze manier heel veel kennis binnen. Kennis waarmee Brabantse bedrijven en instellingen hun voordeel kunnen doen. Dat vijftig procent van de kosten wordt betaald door Brussel is natuurlijk mooi meegeno men.” En Europese contacten zijn goed voor het relativeringsvermogen, meent De Groot. “Wij praten vaak over het landelijk gebied van Brabant. Maar in Europees perspectief is Brabant eigenlijk niet meer dan een groot stadspark. En zo moet Brabant zich misschien ook nadrukkelijker profileren. Een groene omgeving is voor bedrijven immers aantrekkelijk als vestigingsplaats.”
Europa special
2007
18 Europese structuurfondsen
Structuurfondsen steunen ontwikkelingen
De miljoenen van Brussel voor Brabant De Europese Unie (EU) is er vooral voor de boeren. Het is een cliché, dat aan waarde inboet. De werkelijkheid is dat de EU steeds meer de rol krijgt van aanjager van economische activiteiten. Een ontwikkeling waar de Provincie Noord-Brabant de komende jaren de vruchten van plukt.
Meer dan € 900 miljard zal de Europese Unie van 2007 tot en met 2013 uitgeven. Het grootste deel van dat geld (38 procent) gaat naar structuurfondsen, bedoeld om welvaartsverschillen tussen regio’s en lid staten te verkleinen. Belangrijke structuur fondsen zijn het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF). Nederland zal van 2007 tot en met 2013 zo’n € 1,7 miljard ontvangen uit de structuurfondsen. EFRO en ESF moeten er mede voor gaan zorgen dat de doelstellingen uit de zoge heten Lissabon Agenda gerealiseerd worden (zie ook kader ‘Lissabon Agenda’). Landbouwuitgave Landbouw is nog steeds een belangrijke uitgavenpost van de Europese Unie. Ongeveer 35 procent van de begroting gaat naar de agrarische sector. Op jaarbasis komt dat neer op € 42 miljard. Hiervan vloeit ieder jaar € 900 miljoen euro naar Neder landse boeren en tuinders. Landbouw is het enige volledige geïntegreerde beleidsterrein van de EU (zie kader ‘Europa en landbouw’). Dat verklaart voor een belangrijk deel het grote aandeel van land bouw in de begroting. Overigens zijn de landbouwuitgaven tot en
Europa special
2007
met 2013 bevroren op € 42 miljard. Tenslotte vloeit tien procent van de EUbegroting naar plattelandsontwikkeling en milieubescherming. De rest van het geld gaat naar een groot aantal andere beleids terreinen zoals onderwijs, veiligheid, onder zoek en ontwikkeling, voedselhulp en humanitaire hulp. EFRO en Brabant EFRO (regionale ontwikkeling) wil de eco nomische verschillen tussen Europese regio’s verkleinen, werkgelegenheid en concurrentie kracht bevorderen én Europese territoriale samenwerking versterken. Voor de aanwen ding van het EFRO-budget is Nederland opgedeeld in vier landsdelen: noord, oost, zuid en west. De provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland hebben samen met negen zuide lijke steden (Breda, Eindhoven, Heerlen, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Maastricht, Sittard-Geleen, Tilburg en Venlo) een zogeheten Operationeel Programma (OP) opgesteld. Ivka Orbon, beleidsmedewerker Europese Programma’s van de Provincie Noord-Brabant, was nauw betrokken bij dat proces. “In totaal is er voor projecten in Brabant, Limburg en Zeeland € 186 miljoen aan Europees geld beschikbaar. En omdat
EFRO-projecten het principe van cofinan ciering hanteren, kan het totaalbedrag oplopen tot € 462 miljoen.” Cofinanciering Cofinanciers zijn in dit geval het rijk, de Provincie, gemeenten en bedrijfsleven. Overigens staan er geen schotten tussen de drie provincies als het gaat om de concrete besteding van het EFRO-geld. Zuid-Neder land wil het EFRO-budget voor de helft besteden aan projecten op het gebied van ‘innovatie, kenniseconomie en ondernemer schap’, specifiek voor onder meer hightech, food en nutrition, energie, medische techno logie, logistiek en toerisme. De provincies willen in deze sectoren vooral de samen werking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid stimuleren. De twee andere prio riteiten zijn ‘attractieve regio’s’ (25 procent van het budget) en ‘attractieve steden’ (21 procent). Pieken in de Delta De focus op innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap sluit goed aan bij de ambities uit de nota ‘Pieken in de Delta’ van het rijk. Ook dat programma mikt nadrukkelijk op een versterking van de
19
Lissabon Agenda
In 2000 sluiten de regeringsleiders van de EU tijdens de top in de Portugese hoofdstad Lissabon een overeenkomst: tegen 2010 moet de EU de meest com petitieve en dynamische kenniseconomie van de wereld zijn. Daarnaast moet de EU in 2010 een gemiddelde activiteits graad kennen van zeventig procent (lees: zeven op de tien mensen moet een baan hebben of zoeken) en een economische groei van drie procent. Die groei moet bovendien op een duurzame wijze tot
stand komen. Ook willen de regeringsleiders dat de EU meer insteekt op onderzoek en ontwikke ling. In het akkoord staat onder meer dat ieder EU-land vanaf 2010 minimaal drie procent van het bruto nationaal product investeert in onderzoek en ontwikkeling. Daarvan moet tweederde afkomstig zijn van bedrijven en éénderde van de over heid. Begin 2004 komt de Europese Commis sie met de boodschap dat de EU niet op schema ligt. Onder voorzitterschap van de Nederlandse oud-premier Wim Kok
verschijnt op 3 november 2004 een rap port hoe het proces extra gestimuleerd kan worden. Raad, Commissie en Parle ment nemen het rapport ter harte en sinds februari 2005 wordt gewerkt met een nieuwe EU-strategie die tot meer economische groei en werkgelegenheid moet leiden: het actieprogramma ‘Groei en werk’. Speerpunten zijn: – van Europa een aantrekkelijke plaats maken om te investeren en te werken; – stimuleren kennis en innovatie voor meer groei; – zorgen voor meer en betere banen; – creëren van partnerschap tussen de lidstaten en de EU; – de lidstaten moeten de EU voorzien van voldoende financiële middelen om de doelstellingen te verwezenlijken. In de praktijk komt de inhoud erop neer dat de lidstaten elke gelegenheid moeten aangrijpen om lagere overheden, sociale partners en het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de uitvoering van het economische beleid en werkgelegenheidsbeleid.
Kwaliteitsimpuls voor bedrijventerrein Hazeldonk-Meer
In het kader van het project ‘Kwaliteits ontwikkeling logistiek centrum HazeldonkMeer’ wordt dit bedrijventerrein ten zuiden van Breda grensoverschrijdend aangepakt en als één geheel gepromoot. Voor het project is in totaal ruim € 5 miljoen beschikbaar. Daarvan is € 1,5 miljoen afkomstig van de EU. Het gaat hier om een samenwerking tussen Neder land en België in het kader van de Eure gio Benelux Middengebied. Het project moet onder meer de interne bewegwijzering van het terrein verbete ren. Ook zijn er plannen voor de aanleg van een glasvezelnetwerk waardoor een snelle toegang tot internet mogelijk wordt. In het project werken de gemeente Breda en Hoogstraten (België) nauw samen. Het project moet eind 2007 zijn afgerond.
Europa special
2007
20
Nederlandse kenniseconomie. Bij investeren in ‘attractieve regio’s’ gaat het onder meer om herstructurering van bedrijventerreinen, nieuwe bestemmingen voor bijzonder onroerend goed (bijvoor beeld leegstaande agrarische bedrijfsge bouwen), investeringen in toerisme, cultuur en milieu. Kortom, alles wat bijdraagt aan een beter vestigingsklimaat voor bedrijven in Zuid-Nederland. Met investeringen in ‘attractieve steden’ moet de woon- en werk omgeving van stedelingen verbeteren. Voor Brabant gaat het dan om Breda, Eindhoven, Helmond, Tilburg en ’s-Hertogenbosch. Grensoverschrijdend Ook van belang voor de Provincie NoordBrabant is de steun die de Europese Unie verleent aan grensoverschrijdende samen werking. Brabant is momenteel in vier internationale samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd: Euregio Rijn-Waal (met het noordoosten van de provincie), Euregio Maas-Rijn (met het zuidoosten), Euregio Benelux Middengebied (met geheel Brabant) en een maritiem programma waarvan het werkgebied zich uitstrekt van Noord-Frank rijk, Vlaanderen, Engeland tot Nederland (inclusief West-Brabant). Nederland mag de komende zeven jaar via internationale samenwerkingsverbanden € 164 miljoen aan EFRO-budget aanwenden. Het geld wordt ingezet om samenwerking tussen bedrijven en overheden aan weers zijden van de grens te bevorderen. Dat kan op allerlei gebied: infrastructuur en mobi liteit, economie en innovatie, natuur en
Europa special
2007
milieu, werk en opleiding en maatschappij en cultuur. Europees geld voor Embedded House ESF Het andere belangrijk structuurfonds is het Europees Sociaal Fonds (ESF). Dit fonds moet het vinden van werk of het overstappen naar een andere baan vergemakkelijken. Het ESF richt zich vooral op werklozen en gehandicapten. Het budget voor Nederland bedraagt van 2007 tot en met 2013 € 740 miljoen. Omgerekend ongeveer € 106 miljoen per jaar. In de toekenning van subsidies speelt de Provincie geen rol. In de vorige programmaperiode heeft Brabant echter wel een stevige rol gespeeld, als aanjager van projecten. POP Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) tenslotte biedt steun aan projecten op het gebied van verbrede landbouw, leefbaarheid, natuur en landschap. Nederland ontvangt de komende jaren € 486 miljoen uit het POP. Dat geld zal voor een belangrijk deel door het ministerie van Land bouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verdeeld worden. Een ander deel komt be schikbaar via de Provincies: in totaal € 38 miljoen. In Brabant zal dat geld vooral worden ingezet voor de reeds lopende reconstructie (revitalisering van het buitengebied).
In de Kennispoort in Eindhoven zetelt ‘Embedded House’: een kenniscentrum op het gebied van zogeheten ‘embedded softwaretechnologie’. Het gaat om hardware en software ingebouwd in gebruiksartikelen die deze apparaten een vorm van intelligent gedrag te bezorgen. De auto-industrie maakt al veel gebruik van dergelijke systemen; in auto’s zijn microprocessors aanwezig die verschillende functies kunnen activeren aan de hand van externe omstandig heden. Denk aan lichten die aanspringen bij invallende duisternis of ruiterwissers die in beweging komen bij regenval. Insiders voorspellen een grote innovatie golf in de ICT dankzij embedded soft waretechnologie. Echter, de mogelijk heden zijn relatief onbekend bij het midden- en kleinbedrijf. Daarom is Embedded House opgericht, het moet een brug slaan tussen de kennis over deze technologie en bedrijven voor wie toepassingen in de toekomst van wezenlijk belang zijn. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) verstrekte voor de opstartfase € 316.750 aan Embedded House. Dat komt overeen met eenderde van de totale projectkosten tot en met het einde van 2007.
21
Europa en landbouw
Het gemeenschappelijke Europese land bouwbeleid dateert uit de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereld oorlog. Een van de grondleggers van het gemeenschappelijke landbouwbeleid was de Nederlander Sicco Mansholt. Het belangrijkste doel was een garantie op voldoende voedselproductie voor de Europese bevolking. Daarnaast moest het gemeenschappelijk landbouwbeleid zorgen voor een redelijke levens standaard voor de Europese boeren, een stabiele markt voor landbouwproducten en redelijke prijzen voor de consumenten. Om de voedselproductie veilig te stellen, kregen de Europese boeren een gegaran deerde prijs voor hun producten. Deze prijs was hoger dan de prijs op de wereldmarkt. Via invoerheffingen werd de Europese markt voor landbouw producten beschermd tegen goedkopere producten uit landen buiten Europa. Het beleid was zó succesvol dat grote over schotten ontstonden in de vorm van boter- en graanbergen en melkplassen. Daarop hebben de Europese lidstaten het beleid gewijzigd door de productie aan banden te leggen. Het bekendste voorbeeld hiervan is de melkquotering (‘superheffing’) die in 1984 werd ingesteld. Begin jaren negentig nam de inter nationale kritiek op de bescherming van
de Europese markten verder toe. De Europese landbouwcommissaris Ray MacSharry gaf daarop de aanzet voor een ingrijpende hervorming die bestond uit een verlaging van de garantieprijzen voor landbouwproducten en een compen satie daarvan voor de boeren in de vorm van directe inkomenssteun. Het belang rijkste doel was om de EU-landbouw prijzen geleidelijk richting de prijzen op de wereldmarkt te brengen. Tijdens de Europese Raad van Berlijn in 1999 werd opnieuw besloten tot een hervorming. Aanleiding was onder meer een gedragsverandering onder de Europese consumenten: de welvarende Europese burger maakte zich geen zorgen meer over de beschikbaarheid van voedsel maar ging hogere eisen stellen aan de kwaliteit en de productie. In Berlijn werd besloten tot de Agenda 2000, met daarin nieuwe doelstellingen: – vergroten van marktgerichtheid en concurrentievermogen van Europese landbouw; – verbeteren van veiligheid en kwaliteit van de producten; – stabilisatie van de inkomens van de Europese boeren; – integratie van natuur en milieu in het landbouwbeleid; – ontwikkeling van de plattelands gebieden. Deze grondige hervorming was ook noodzakelijk vanwege de aanstaande uitbreiding van Unie met tien landen. Door die uitbreiding zou het aantal boe
ren in de EU zich immers verdubbelen. In de toekomst zullen de Europese subsi dies helemaal losgekoppeld worden van de productie. Aan de subsidies worden wel voorwaarden gesteld op het gebied van het milieu, de voedselveiligheid en dierenwelzijn.
Innovaties prikkelen bij het middenen kleinbedrijf
Stratos moet het innovatief vermogen en de kennisintensiteit van het midden- en kleinbedrijf in de Ceres-regio (gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Landerd, Mill en St. Hubert, Schijndel, St. Anthonis, Uden en Veghel) vergroten. Stratos staat voor Strategieontwikkeling door onder nemerssamenwerking. ROC De Leijgraaf in Veghel is trekker van het project. Onder leiding van een coach wisselen maximaal acht onder nemers tijdens een aantal bijeenkomsten met elkaar van gedachten over strategie, operationele zaken en marktontwikke lingen. De deelnemers zijn geen concur renten van elkaar maar opereren juist in uiteenlopende disciplines. Stratos kost in totaal ruim een kwart miljoen euro, waarvan € 75.000 afkomstig is van het Brusselse Ceres-programma. De rest wordt betaald door de Provincie, de gemeenten, ROC De Leijgraaf en deelnemers.
Europa special
2007
22 Burger
Wat doet Europa eigenlijk? Het beeld dat veel mensen van de Europese Unie hebben is niet altijd even positief. Al jaren zijn het dezelfde negatieve clichés die het imago van de Unie bepalen. Zoals: de leden van het Europees Parlement doen weinig en verdienen veel. Belangrijke besluiten worden in de achterkamers in Brussel bekokstoofd. En: Nederland verliest steeds meer eigen soevereiniteit zonder dat de bevolking daar om heeft gevraagd. De voorbeelden hieronder laten zien dat het in de EU niet enkel kommer en kwel is en dat er wel degelijk belangrijke stappen voorwaarts worden gezet. Het gaat om een aantal van Europa’s grootste successen die het leven van miljoenen burgers aangenamer en gemakkelijker hebben gemaakt.
Goedkopere vluchten voor iedereen Nog niet zo lang geleden was het reizen per vliegtuig een bijzondere, kostbare gebeurtenis. Maar sinds de Europese Unie luchtvaart maatschappijen in staat gesteld heeft met elkaar te concurreren, is het aantal vluchten en routes enorm toegenomen en zijn de prijzen flink gedaald. Vliegen in Europa is nu makkelijker dan ooit. De internationale luchtvaart heeft zich ontwikkeld op basis van beperkende afspraken tussen overheden en nationale luchtvaartmaatschappijen. In de jaren tachtig besloot de Europese Unie een einde aan deze afspraken te maken en de markt voor vrije concurrentie open te stellen. Hierdoor is de Europese Unie vanaf 1993 (samen met verscheidene naburige landen) een grote, gemeenschappelijke markt voor de luchtvaart geworden. Het gevolg is het ontstaan van tientallen nieuwe luchtvaartmaatschappijen, de intro ductie van ‘no-nonsense’ vluchten of ‘prijs vechters’ zoals Ryanair, EasyJet en Wizzair en honderden nieuwe diensten die grote aantallen vliegvelden in heel Europa met elkaar verbinden. De prijzen van alle lucht vaartmaatschappijen zijn gedaald, boeken is makkelijker geworden - vooral via het internet - en passagiers zijn nu in staat om vaker, goedkoper en naar meer bestemmin gen te reizen. Meer informatie: http://ec.europa.eu/transport/air_portal/ internal_market/index_en.htm
Europa special
2007
Goedkoper bellen en gebeld worden binnen Europa
ERASMUS: uitwisselingsprogramma voor talloze studenten in Europa
Al jarenlang zijn de kosten van mobiel bellen en gebeld worden in het buitenland veel hoger dan de kosten voor nationale gesprekken. De zogenaamde ‘Roaming’ het internationale gebruik van gsmtoestellen, bijvoorbeeld met je Nederlandse gsm bellen op vakantie in Frankrijk – kostte Europese burgers veel geld. Gemiddeld betalen roamende gsm-gebruikers vijf keer de prijs die hun eigen gsm-maatschappij moet vergoeden aan de buitenlandse gsmprovider wiens net gebruikt wordt. De concurrentie op deze deelmarkt voor het gsm-verkeer werkt dus niet. Wat de gsmaanbieders ook mogen beweren. Daarom heeft de Europese Commissie actie ondernomen. En met succes. Op 30 juni 2007 is een nieuwe Europese wet aangenomen die een maximumtarief stelt aan mobiel bellen binnen Europa. Vanaf juli 2007 kost het niet meer dan € 0,49 om internationaal te bellen en € 0,24 om gebeld te worden in het buitenland. En de tarieven zullen nog verder dalen. Verwachting is dat de tarieven zullen zakken naar respectievelijk € 0,43 en € 0,22 in augustus 2009. Meer informatie: http:// ec.europa.eu/information_society/ activities/roaming/why/index_en.htm
Het is moeilijk een mooier Europees succes te vinden dan ERASMUS. Het programma begon in 1987 en is dit jaar dus precies 20 jaar oud. In de afgelopen 20 jaar hebben meer dan € 1,5 miljoen studenten een ERASMUS-beurs ontvangen om een deel van hun studie in het buitenland te volgen. In 2005 was dat bijna 1 procent van alle Europese studenten en het aantal neemt jaarlijks toe. ERASMUS studiepunten worden tegenwoordig volledig erkend door de instelling waar de student studeert. De studenten moeten een geschikt leerprogramma voorleggen voordat zij vertrekken. Dit programma moet goedgekeurd worden door alle deelnemers, inclusief de instelling waar de student zijn studie volgt en de instelling waar hij zijn studie vervolgt. De ERASMUS-opleiding was voor veel mensen een keerpunt in hun leven. Hun ogen werden geopend voor nieuwe ervaringen, hun horizons werden breder en zij werden bewuster en beter opgeleide Europeanen. En hebben dus meer kansen bij het vinden van een baan. Meer informatie: http://ec.europa.eu/ education/programmes/socrates/erasmus/ what_en.html
23
Een noodgeval? Bel 112! Stel je voor, je bent op vakantie in een ander EU-land en je bent getuige van een ongeluk. Je bent de enige persoon in de buurt en je moet een ambulance of de politie bellen. Wat kun je doen? 112 bellen natuurlijk! Er is één noodnummer voor heel Europa: 112. Als je assistentie van de hulpdiensten nodig hebt, kun je in alle EU-lidstaten (en een aantal andere landen, zoals IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) gratis 112 bellen. Waar je ook bent, je hoeft maar één noodnummer te onthouden - 112. In sommige landen is 112 nu het enige noodnummer in gebruik. In andere landen bestaat het naast nationale noodnummers. In beide gevallen wordt je, als je 112 belt, doorverbonden met de hulpdienst die je nodig hebt. Meer informatie: http://ec. europa.eu/information_society/policy/ ecomm/implementation_ enforcement/112/index_en.htm Veilig zwemwater De kwaliteit van het water waarin we zwemmen en spelen wanneer we de stranden en binnenlandse wateren van Europa bezoeken, is voor ons allemaal van belang. Water kan tenslotte een heleboel schadelijke bacteriën en vervuiling bevatten die ons ziek kunnen maken en het milieu kunnen schaden.
Toezicht houden op de kwaliteit van zwemwater is niets nieuws in de Europese Unie. In 1976 heeft de Europese Unie de eerste wet aangenomen die direct gericht is op de verbetering van de kwaliteit van zwemwater. Hierop zijn nog twee andere gevolgd, in 2002 en 2006. Deze ‘richtlijnen’ zorgen ervoor dat de modernste technieken gebruikt worden om de kwaliteit van het zwemwater in de gaten te houden. Door eenvoudigweg een website te bezoeken, kun je een compleet overzicht vinden met de waterkwaliteit in elk land in de Unie. Je kunt ook naar de online atlas gaan en uitzoeken of een specifiek strand voldoet aan de strenge kwaliteitseisen, zoals onderzoek naar besmetting met de E. coli en intestinale enterokokken, de voornaamste gezondheidsrisico’s voor zwemmers. Zie ook de zwemwater atlas op: http://ec.europa.eu/water/cgi-bin/bw.pl Hulp uit Europa wereldwijd De Europese Unie is een van de grootste donoren van humanitaire en ontwikkelings hulp ter wereld. De Europese Commissie draagt er zorg voor dat fondsen effectief gebruikt worden en dat er hulp geboden wordt waar die het hardst nodig is. Neem bijvoorbeeld Afghanistan. Daar wordt al humanitaire hulp geboden sinds 1992 en na de val van de Taliban in 2001 is gestart met het aanbieden van ontwikkelingshulp.
Sinds 2001 heeft Afghanistan meer dan € 260 miljoen aan humanitaire hulp ontvangen. En het land had het hard nodig - miljoenen mensen waren dakloos geraakt door de burgeroorlog die 23 jaar lang woedde. Mensen keren terug uit aangrenzende landen zoals Iran en Pakistan en de Commissie helpt hen door humanitaire basishulp te verschaffen in de vorm van voedsel, water, onderdak en bescherming. In 2002 beloofde de EU in een periode van vijf jaar een miljard euro beschikbaar te stellen voor de wederopbouw van Afghanistan. De resultaten van deze hulp zijn onder andere: nieuwe ziekenhuizen, wegverbeteringen, de succesvolle verkiezingen in 2004 en 2005, en verbetering op het gebied van toezicht, douane en grensbeheer. En de steun van Europa zal worden voortgezet, vooral op het gebied van de volksgezondheid, bestuurlijke hervormingen en de ontwikkeling van het platteland. Meer informatie: http://ec.europa.eu/echo Teksten gebaseerd op: website Europese Commissie http://europa.eu/success50/ xml/list_nl.xml
Europa special
2007
24 Interview
Annemarie Moons, gedeputeerde van Provincie Noord-Brabant
‘Kennis is ons belangrijkste exportartikel’ Ze heeft de meest ‘Europese’ portefeuille van het provinciebestuur: gedeputeerde Annemarie Moons. De gedeputeerde ziet dat er, mede onder invloed van de eenwording van Europa, zich grote veranderingen voltrekken op de arbeidsmarkt. Ontwikkelingen die veel Nederlanders enige angst inboezemen. “Angst is een slechte raadgever. Nederland is juist groot geworden dankzij haar open economie.” “West-Europa kent al zestig jaar geen oorlog meer. Voor jongeren is zo’n lange periode van vrede een vanzelfsprekendheid. Ouderen weten wel beter. De afwezigheid van oorlog kan wel goeddeels op het conto van de Europese Unie geschreven worden. Ik wil dergelijke verdiensten van de EU graag weer voor het voetlicht brengen.” Annemarie Moons (geboren in 1965 in Nijmegen) mag dan zelf tot de jongere generatie gerekend worden, historisch besef kan haar niet ontzegd worden. Moons is sinds april 2007 gedeputeerde ‘Economie en Duurzaamheid’ namens de PvdA. Daarvoor was ze twee jaar gedeputeerde op de beleidsterreinen milieu, natuur en water. In haar nieuwe functie heeft Moons veel te maken met Europa. EFRO en Euregio Hoog op haar agenda staat de nieuwe programmaperiode van de Structuurfondsen, die de Europese Unie inzet om economische, sociale en territoriale verschillen tussen regio’s te verkleinen. In het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stelt Brussel van 2007 tot en met 2013 186 miljoen euro beschikbaar aan Zeeland, Brabant en Limburg. En omdat ook andere partijen aan projecten meebetalen, kunnen de totale investeringen oplopen tot bijna een half miljard euro. Moons: “Dat betekent een geweldige impuls voor onze economie. Het is een taak
Europa special
2007
van de Provincie om dat proces in goede banen te leiden.” Om in aanmerking te komen voor Brusselse steun, moeten vaak allerlei ingewikkelde procedures doorlopen worden. “Kleinere gemeenten hebben de expertise vaak niet. De Provincie heeft die kennis wel in huis en kan in het binnenhalen van subsidies een grote rol spelen.” Ook draait Brabant volop mee in zogeheten grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. Europa wil op die manier internationale contacten tussen bedrijven en overheden bevorderen. Het gaat om drie zogeheten Euregio’s (RijnWaal , Maas-Rijn en Benelux Middengebied) en een maritiem programma met een werkgebied van WestBrabant tot Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Engeland. Deze vier programma’s hebben tot 2013 164 miljoen euro Brussels geld tot hun beschikking. Het zijn voorbeelden die duidelijk maken dat de band tussen Brabant en de EU hecht is. “Brussel heeft grote invloed op Brabant”, stelt Moons. Het is daarmee van groot belang dat Brabant weet welke wetgeving in Brussel in de maak is. En dat verklaart de aanwezigheid van Brabantse lobbyisten in Brussel. Moons: “Op het moment dat de eerste wetsvoorstellen op papier komen, moet je er als Brabant bij zijn.” Want soms is maatwerk gevraagd. “Neem de Europese kaderrichtlijn Water. Die streeft onder meer naar schoon grond- en oppervlaktewater. Maar de Brabantse bodem is van nature
rijk aan cadmium. Daarin voorziet de kaderrichtlijn niet. Het is van groot belang dat we dergelijke specifieke omstandigheden onder de aandacht brengen in Brussel.” Woonomgeving en onderwijs Brabant staat te boek als een van de meest innovatieve regio’s van Europa. “We doen het op dat gebied goed, mede dankzij de aanwezigheid van bedrijven als Philips en ASML. En het kan natuurlijk altijd beter”, meent Moons. Ze wil in Brabant een klimaat scheppen waar innovaties nog beter gedijen. “Door bijvoorbeeld Brabant nog aantrekkelijker te maken als woonomgeving voor hoog opgeleid personeel. En door veel aandacht te besteden aan de kwaliteit van het onderwijs.” Want Brabant moet niet alleen concurreren met de Randstad maar ook met bijvoorbeeld Stockholm, Helsinki en München. Ook zal de Provincie haar Brusselse netwerk inzetten om innovaties binnen het Brabantse midden- en kleinbedrijf, internationaal te vermarkten. Moons: “Het lukt het MKB niet altijd om vernieuwingen over de grens aan de man te brengen. Terwijl de potenties soms enorm zijn.” Ze ziet ‘kennis’ als het belangrijkste exportartikel van Nederland. De intensieve contacten met andere innovatieve regio’s levert Brabant zelf ook bruikbare ideeën op. “In samenwerking met de regio Stockholm is het systeem van de
25
zogenaamde ‘kennisvouchers’ ontwikkeld waarmee bedrijven kennis kunnen inkopen bij een kennisinstelling (bijvoorbeeld een universiteit) of een ander hoogtechnologisch bedrijf. Een dergelijk concept wordt nu als pilot verder uitgezet en de eerste resultaten zien er veelbelovend uit.” Overigens gaat het bij innovatie niet altijd om technische hoogstandjes. Ook op sociaal gebied kunnen zich innovatieve ontwikkelingen voltrekken. Goed voorbeeld daarvan zijn de zogeheten ‘social firms’ waarbij het grootste deel van de werknemers bestaat uit mensen die normaal gesproken niet gemakkelijk een baan vinden. “We hebben hier in Brabant een callcenter met 300 gehandicapten in dienst (Teleteam BV te Roosendaal – red.). Dit is mede tot stand gekomen met provinciale subsidie van 225.000 euro. Dat is natuurlijk fantastisch. Dergelijke voorbeelden wil ik ook graag verder uitdragen in Europa.” Slechte raadgever De invloed van de uitbreiding van de EU is sowieso zichtbaar op de Nederlandse arbeidsmarkt. Steeds meer Polen, Roemenen en Bulgaren werken hier in de land- en tuinbouw en de bouw. De angst bestaat dat dit uiteindelijk ten koste zal gaan van Nederlandse werknemers. “Angst is een slechte raadgever. Nederland is juist groot geworden dankzij haar open economie”, vindt Moons. “We moeten onder ogen zien dat er sprake is van een ‘misfit’ tussen vraag en aanbod op de Nederlandse arbeidsmarkt. Er zijn in de land- en tuinbouw heel veel vacatures, maar er zijn simpelweg onvoldoende Nederlanders bereid om asperges te steken of aardbeien te plukken.” De Provincie richtte al in 1998 het platform Pact Brabant op om, samen met werkgevers en werknemers, structurele knelpunten op de arbeidsmarkt op te lossen. In de nabije
toekomst zullen ook op andere terreinen tekorten ontstaan, bijvoorbeeld in de zorg. “Daarom steunt de Provincie initiatieven die het werk in de zorg aantrekkelijker maken. Bijvoorbeeld door veel aandacht te besteden aan de opleidingen in de zorg.” Concurreren met China en India Moons kan zich voorstellen dat mensen kritisch zijn ten opzichte van de EU. “Nederlanders zijn bang dat ze ondergesneeuwd raken in de Unie. Zeker na de toetreding van een groot aantal nieuwe, relatief arme landen. Maar lidstaten zullen elkaar iets moeten gunnen, hoe moeilijk dat soms ook is. Europa zal uiteindelijk wel concurrerend moeten worden met China en India. En dat kunnen we beter gezamenlijk, dan ieder land voor zich.” Angst vloeit ook vaak voort uit een gebrek aan kennis, analyseert Moons. “Ik wil zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met Europa. Ook hier in het provinciehuis. Door provinciemedewerkers mee te laten draaien in Europese projecten, veranderen inzichten. Dat zie je in de praktijk gewoon gebeuren.”
Europa special
2007
26
John Jorritsma, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM)
‘Samen met Europa een vuist maken’ Wil Brabant kunnen blijven wedijveren met de snelgroeiende economieën in Azië en Zuid-Amerika, dan is samenwerking met andere Europese regio’s onvermijdelijk. Dat is de stellige overtuiging van John Jorritsma, directeur van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. “Op wereldschaal is de inbreng van Brabant te verwaarlozen, zo eerlijk moet je zijn. Het wordt een ander verhaal wanneer Brabant de krachten bundelt met regio’s als Stockholm en Nordrhein-Westfalen. En dat gebeurt gelukkig ook, in toenemende mate.”
De Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) is een belangrijke aanjager van de Brabantse economie. De BOM doet dat op twee manieren. Ze bevordert samenwerking tussen ondernemingen. En ze ondersteunt bedrijven die nieuwe technologieën en pro ducten in de markt willen zetten. Dat laatste doet de BOM met eigen participaties (deel nemingen) of ze gaat op zoek naar kapitaal. Jorritsma ziet op allerlei terreinen de Euro pese samenwerking groeien. “In 2007 ont ving Brabant tijdens een tweedaagse confe rentie zeventien andere Europese regio’s die toonaangevend zijn op het gebied van inno vatie. De wil tot samenwerking bleek groot, in het besef dat Europa een vuist moet maken richting China, India, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten.” Maar ook dichter bij huis ziet Jorritsma de invloed van de EU groeien. “Europa zal van 2007 tot 2013 voor € 185 miljoen investeren in de Zuid-Nederlandse economie. Dat wil zeggen: Brabant, Zeeland en Limburg samen. En in diezelfde periode vloeit nog eens bijna € 100 miljoen naar het economisch samenwerkingsverband tussen Brabant en Vlaanderen.” Veel van deze projecten vinden plaats op basis van cofinanciering. Andere overheids Europa special
2007
partijen en bedrijfsleven betalen dus mee. “Per saldo betekent dit dat de komende jaren een half miljard euro in de Zuid-Nederlandse economie wordt geïnvesteerd, dankzij Brussel.”
zonder Europese Unie is er sprake van een voortschrijdende internationale integratie.”
Voordelen onderbelicht
Jorritsma plaatst de Europese integratie in perspectief. “De Verenigde Staten bestaan al ruim 210 jaar en zijn in hun eenwordings proces natuurlijk veel verder dan de Euro pese Unie. Tegen die historie zijn we in Europa nog maar pas bezig.” Bang voor verlies van nationale identiteit is Jorritsma niet. “Ik voel me Nederlander, maar óók Europeaan. In de VS is dat overigens niet anders: je hebt Texanen en New Yorkers maar men voelt zich allemaal Amerikaan.” De huidige Europese samenwerking op het gebied van economie, kennisuitwisseling, ruimtelijke ordening, milieu en veiligheid is een groot goed, meent Jorritsma. “Azië, de VS en Zuid-Amerika zien Europa in toe nemende mate als één economisch blok.” Samenwerking voorkomt dat lidstaten en Europese regio’s elkaar vliegen af vangen. “Bijvoorbeeld in de strijd om vestiging van grote buitenlandse bedrijven. Europa moet samen optrekken, in plaats van ieder voor zich.”
Jorritsma beseft dat de Nederlandse burger tamelijk kritisch staat tegenover Europa. “Natuurlijk, Nederlanders hebben in een referendum ‘nee’ gezegd tegen een Europese grondwet. Maar het Kabinet van destijds was niet echt populair. Dat heeft zeker een rol gespeeld in de uitslag.” Tegelijkertijd blijven de voordelen van Europa voor burgers en consumenten onderbelicht, vindt Jorritsma. “Op dat gebied is onvoldoende gecommuniceerd. Door overheid én bedrijfs leven. Burgers vellen een oordeel over Europa zonder precies te weten wat er allemaal gaande is in Brussel.” Mondiale ontwikkelingen stoppen niet bij de provinciegrens, ook niet bij een ‘nee’ tegen Europa. Jorritsma illustreert dat met enkele cijfers. “Buitenlandse bedrijven zijn goed voor ruim 150.000 arbeidsplaatsen in Brabant. Omgerekend werkt één op de tien Brabanders bij een buitenlandse onderneming. Met andere woorden: ook
Europese integratie
27
Antoon Vermeer, voorzitter ZLTO
‘Boeren en tuinders verbonden met Europa’ Boeren en tuinders kunnen niet zonder Europa. Sinds de oprichting van de EEG, nu ruim vijftig jaar geleden, heeft de agrarische sector enorm geprofiteerd van de Europese samenwerking.
Dankzij die samenwerking boden zich nieuwe afzetmarkten aan. Boeren en tuinders grepen hun kansen. Nieuwe afzetmarkten boden zich aan, boeren en tuinders grepen hun kansen. Daaraan hebben we in Noord-Brabant zo’n 16.000 florerende bedrijven te danken in takken als veehouderij, akkerbouw, glastuinbouw en boomteelt. Gesteund door een effectief EU-landbouwbeleid leveren zij topprestaties”, zegt voorzitter Antoon Vermeer van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, ZLTO. “De Nederlandse agrarische sector is goed voor een bruto productie van veertig miljard euro per jaar, achttien procent daarvan komt uit Brabant. Een op de tien Nederlanders verdient z’n brood in deze sector of in de verwerkende en toeleverende industrie. Internationaal staan we aan de top als het gaat om kennis en innovatie.” “Daarom zijn we als boeren en tuinders voorvechters van een verenigd Europa met open grenzen en politieke en economische stabiliteit. De agrarische sector is trouwens de enige bedrijfstak die over de volle breedte te maken heeft met Europees
beleid. Dus niet alleen als het gaat om economie en export, ook op veterinair (dieren) en fytosanitair (chemische middelen) terrein én op het gebied van milieu, natuur en water is sprake van Europees beleid. De rol van de nationale lidstaten is hier beperkt.” “Boeren en tuinders kunnen niet zonder Europa, maar Europa kan ook niet zonder boeren en tuinders. Al ruim vijftig jaar beschikken de Europese burgers over een compleet en goedkoop voedselpakket. In tijden waarin er van sommige producten flinke overschotten waren, vonden velen dat heel vanzelfsprekend. De actuele situatie toont aan dat een Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat voedselzekerheid biedt, zo gek nog niet is. De wereldvoorraden aan graan dalen naar een absoluut minimum en op de zuivelmarkt is de vraag groter dan het aanbod. Toch blijven de schappen in de supermarkten goed gevuld en de consument kan nog steeds goedkoop boodschappen doen.”
“Die relatief zorgeloze situatie is te danken aan de boeren en tuinders, ook die in Brabant. Alle reden dus om als Europese Unie geld te blijven besteden aan de ondersteuning en versterking van de landen tuinbouw. Dat het Nederland zoveel zou kosten, is een mythe. Het gaat over € 1,5 miljard, goed drie procent van onze bruto productiewaarde. Drie procent om te vernieuwen en te blijven zorgen voor een veelzijdig en gezond voedselpakket. Voor hetzelfde geld zien boeren en tuinders bovendien kans om een mooi landschap in stand te houden en de kwaliteit daarvan verder te verhogen. En een vitale land- en tuinbouw is cruciaal voor de leefbaarheid van het platteland. De landbouw is een sociaal-culturele factor van betekenis, zeker in Oost- en Zuid-Europa.” “Als ZLTO zetten we ons in voor een krachtige, duurzame land- en tuinbouw met sterke, marktgerichte ondernemers die midden in de maatschappij staan. Laat dat ook de inzet van het Europees beleid zijn en blijven.”
Europa special
2007
28
Anne-Marie Rakhorst, directeur Search
‘Europa neemt voortouw duurzame ontwikkeling’
Anne-Marie Rakhorst is een rasoptimist. Ze is overtuigd van een duurzame ontwikkeling van de wereldeconomie. Dat wil zeggen: een economie die het milieu niet langer zal schaden. “En Europa zal in dat proces het voortouw nemen.”
In 1994 startte Anne-Marie Rakhorst in Heeswijk, onder de rook van Veghel, een eigen bedrijf: Search laboratorium. Aanvankelijk gespecialiseerd in asbestonder zoek; inmiddels is Search uitgegroeid tot een internationaal opererend ingenieursbureau, laboratorium en opleidingsinstituut met vestigingen in Heeswijk, Amsterdam en Groningen. Bij Search werken ruim 160 mensen. Het succes van Search leverde Rak horst in 2000 de titel ‘Zakenvrouw van het jaar’ op. Ze was op dat moment 33 jaar oud. Search doet dus niet alleen zaken in Neder land, het bedrijf is ook actief in Europa (onder meer Belgíë, Duitsland en Engeland), Afrika en Azië (Dubai). Voor een bedrijf als Search levert de Europese Unie veel voor delen op. “Binnen ons vakgebied liggen veel voorschriften vast binnen Europese regels. Natuurlijk, lidstaten kunnen op onderdelen eigen regels hanteren. Maar op hoofdlijnen is de wetgeving hetzelfde. Dat vergemakke lijkt het zaken doen aanzienlijk.” En dankzij de Europese Unie is bijvoorbeeld een erkenning van Search door de Nederlandse Raad van Accreditatie ook van toepassing
Europa special
2007
in België, Duitsland en Engeland. “Dat bespaart dus ontzettend veel tijd.” Omdat Search internationaal georiënteerd is, kan Search Nederlandse ontwikkelingen in het buitenland toepassen. En omgekeerd, buitenlandse kennis naar Nederland halen. “Duitsland bijvoorbeeld loopt voorop in de opwekking van duurzame energie.” Duurzaamheid is een thema dat de aandacht heeft van Search en Rakhorst. Op 24 september verscheen een boek van haar hand: ‘Duurzaam ontwikkelen… een Wereldkans’ (www.duurzaamheid.nl ). Rakhorst is er van overtuigd dat de wereld economie zich uiteindelijk op een duurzame leest zal schoeien. “We hebben geen andere keuze. De voorraad fossiele brandstoffen is eindig. De klimaatverandering evident.” Rakhorst zoekt de oplossing niet zozeer in een vermindering van de consumptie als wel in de techniek en innovatie. “De ont wikkelingen gaan razendsnel. Ik ben er van overtuigd dat we over tien jaar in auto’s rijden die het milieu niet langer schaden.” En Rakhorst pleit voor ‘slim’ gebruik van
grondstoffen. “Er zijn nu al bureaustoelen op de markt die aan het einde van hun levenscyclus weer volledig recycleerbaar zijn. Stoelen met een prachtig design, overigens. Eenzelfde ontwikkeling zie je bij auto’s.” Ook Search zet op haar vakgebied belang rijke stappen: onlangs werd in Amsterdam een nieuw, ‘klimaatneutraal’ gebouw opge leverd, onder meer dankzij de inzet van zonne-energie, windenergie en aardwarmte. Op weg naar een duurzame economie hebben bedrijfsleven, overheid én consu menten ieder een eigen verantwoordelijk heid, meent Rakhorst. “De overheid heeft een voorbeeldfunctie. Zo wil de overheid vanaf 2010 louter duurzame producten inkopen. Op zich een uitstekende zaak. Alleen denk ik dan: waarom wachten tot 2010? En kom nu eens met heldere criteria.” Rakhorst ziet in de omschakeling naar een duurzame economie op mondiaal niveau een voortrekkersrol weggelegd voor Europa. “En dat biedt heel veel kansen. Op inno vatie, en daarmee op economische groei.”
29
Peter van Vugt, directeur Stimulus
‘Europa meer onder de aandacht van de burger’ Onder coördinatie van Stimulus investeert Europa de komende zeven jaar € 185 miljoen in de economie in Brabant, Zeeland en Limburg. Peter van Vugt (oud-gedeputeerde van de Provincie Noord-Brabant) geeft leiding aan deze organisatie. “Stimulus zal de komende jaren haar Europese projecten nadrukkelijker voor het voetlicht brengen.”
Stimulus staat klaar om een nieuwe golf van Europese investeringen in de economie van Brabant, Zeeland en Limburg in goede banen te leiden. Van 2007 tot met 2013 ligt er voor de drie zuidelijke provincies € 185 miljoen Brussels geld klaar. Voor projecten op het gebied van innovatie, kennis en ondernemerschap. Voor het mooier maken van de regio. Voor het sterker maken van steden. Het gaat, in jargon, om zogeheten EFROgeld: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Stimulus gaat de subsidie aanvragen beoordelen. Vervolgens zullen de projecten niet alleen door Brussel betaald worden. Ook de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven leveren een bijdrage. ‘Cofinanciering’ heet dat. En daarmee loopt de begroting voor de komende zeven jaar op tot maximaal € 462 miljoen. “Een enorm bedrag”, beaamt oud-gedeputeerde Peter van Vugt.
Ontwikkelingen sturen Met subsidies kan de overheid ontwikke lingen sturen, is de ervaring van Van Vugt. “Als gedeputeerde heb ik onder meer verkeer in mijn portefeuille gehad. We besteedden altijd veel aandacht aan de verkeersveilig heid. Bijvoorbeeld ook door gerichte maat regelen van gemeenten op dit terrein te subsidiëren. Die aanpak heeft succes gehad.” Europa past nu hetzelfde instrument toe om regionale ontwikkelingen in Brabant, Zeeland en Limburg te stimuleren. Daarbij houdt Europa nadrukkelijk de vinger aan de pols. “De controle is streng. Europa wil transparant opereren en haar uitgaven goed kunnen verantwoorden. Daar heb ik alle begrip voor.” Ondertussen lijkt het enthousiasme voor Europa onder Nederlandse burgers tanende. “We verliezen de grote weldaden van Europa gemakkelijk uit het oog”, vindt Van Vugt. “Dankzij de Europese Unie zijn er geen grote spanningen meer binnen Europa. Want die waren er aanvankelijk wel degelijk. Tussen Duitsland en Frankrijk. Tussen West- Europa en Oost-Europa. Die spanningen
zijn verdwenen. En aan nieuwe lidstaten worden hoge eisen gesteld op het gebied van democratie, milieu, veiligheid, politie en justitie. Je ziet dat kandidaat-lidstaten op die punten grote stappen voorwaarts zetten. En daar profiteert Europa als geheel weer van. Maar ik realiseer me dat dergelijke boodschappen lastig te verkopen zijn aan het grote publiek.” Communicatie Stimulus gaat wel meer aandacht besteden aan communicatie. “Dat is trouwens ook een eis van de Europese Unie.” Met poten tiële subsidieontvangers (lees: gemeenten, bedrijven en instellingen). Maar ook met burgers. “Je zult ons niet zien op braderieën. Maar we gaan wel nadrukkelijker onze succesvolle projecten voor het voetlicht brengen. Via internet, nieuwsbrieven en persberichten. Europa is op veel terreinen onzichtbaar voor burgers. Daar wil Brussel verandering in brengen.”
Europa special
2007
30 Info
Europese Commissie
Europa Decentraal
Vertegenwoordiging in Nederland
Kenniscentrum Europees recht en beleid voor
Korte Vijverberg 5
decentrale overheden
2513 AB Den Haag
Het is de taak van Europa decentraal om
Postbus 30465
gemeenten, provincies en waterschappen
2500 GL Den Haag
actief en passief informatie te verschaffen over
Tel. (070) 313 53 00
voor hen relevante Europese regelingen,
Fax (070) 364 66 19
wetgeving en subsidies.
E- mail:
[email protected]
Bezuidenhoutseweg 10-12
Internet : www.eu.nl
2594 AV Den Haag Tel. (070) 338 10 90
Voorlichtingsbureau Europees Parlement in Nederland
fax (070) 338 10 99
Vertegenwoordiging in Nederland
Internet: www.europadecentraal.nl
E-mail:
[email protected]
Korte Vijverberg 6 2513 AB Den Haag
Provincie Noord-Brabant
Tel. (070) 362 49 41
Brabantlaan 1
Fax (070) 364 70 01
Postbus 90151
E- mail:
[email protected]
5200 MC ’s-Hertogenbosch
Internet: www.europeesparlement.nl
Tel: (073) 681 28 12 Fax: (073) 614 11 15
Comité van de Regio’s
E-mail:
[email protected]
Het Comité van de Regio’s is een raadgevend
Internet: www.brabant.nl
orgaan van de Europese Unie. Het Comité bestaat uit vertegenwoordigers van regionale
Europe Direct
en lokale overheden. De Europese Commissie
Het EUROPE DIRECT informatienetwerk vormt
en de Raad van ministers zijn verplicht het
de lokale verbinding tussen burgers en de
Comité te raadplegen als het gaat om
Europese Unie (EU)
onderwerpen als onderwijs, cultuur, volksgezondheid, milieu, gelijke kansen etc.
In Nederland bevinden zich 16 Europe Direct
Belliardstraat 101
informatiecentra. Deze informatiecentra zijn er
B-1040 Brussel
voor iedereen met vragen over Europa. U
Tel. +32 22 82 22 11
vindt er veel informatie van en over de
Fax +32 22 82 23 25
Europese wet- en regelgeving. Daarnaast zijn
Internet: www.cor.eu.int
er onderzoeksrapporten over onderwerpen waar de Europese Unie zich mee bezighoudt.
Het Huis van de Nederlandse Provincies
Het Europe Direct informatiecentrum in
Het Huis van de Nederlandse Provincies is
Noord- Brabant is te bezoeken op de 2e
de gezamenlijke vertegenwoordiging bij de
verdieping in de Openbare Bibliotheek
Europese instellingen van de twaalf
Eindhoven (de Witte Dame)
Nederlandse provincies, het Interprovinciaal
Emmasingel 22
Overleg en de gemeenten Amsterdam,
Postbus 488
Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4).
5600 AL Eindhoven
Aduatukerstraat 71-75
Tel. (040) 260 42 60
B-1040 Brussel
E-mail:
[email protected]
Tel. +32 27 37 99 57
Internet : www.europedirect.nl
Fax +32 27 37 99 61 E-mail:
[email protected] Internet: www.nl-prov.eu
Europa special
2007
31
Adressen Interessante Europese internetsites: – De portaalsite van de Europese Unie: www.europa.eu – De officiële site van de Europese Commissie
www.ec.europa.eu/index_nl.htm
– De officiële site van het Europees
Parlement:
www.europarl.eu
– Europa decentraal: www.europadecentraal.nl – Europese subsidiewijzer www.subsidiekans.nl/europadecentraal/ – Informatiepunt voor Europese subsidies en Europese kennisnetwerken voor gemeenten www.servicebureau-europa.nl/ – De toegang tot het recht van de Europese Unie: www.eur-lex.europa.eu/nl/index.htm – Europees documentatie centrum, data banken, onderzoeksresultaten etc.
www.edcnl.nl
– Toegang tot documenten van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad
www.europa.eu.int/comm/secretariat_
general/regdoc/registre.cfm?cl=nl&testjs=1
1 2 3 4
C B B A
5 6 7 8
C C A C
9 B 10 C 11 B 12 A
13 B 14 A 15 C 16 C
Antwoorden Europa Quiz pagina 14: Europa special
2007
17 A 18 B 19 C 20 C
Deze Brabant Magazine Special is uitgegeven in het jaar dat de Europese Unie vijftig jaar bestaat en wordt onder meer verstuurd naar scholen en bibliotheken in Brabant. Colofon
Productie: - Bureau Communicatie: Elise Zijlstra - Bureau Europa: Harro Homan en Mathieu Oor Tekst: Johan Boonen, Arthur Hopstaken, Provincie Noord-Brabant Ontwerp: LaVerbe Fotografie: ANP, Audiovisuele Dienst Europese Commissie, Connected Magazine, Erik van der Burgt, Marco Magielse, Olaf Smit, Peter van de Oetelaar, Thile de Visser, ZLTO Drukwerk: OTB bv Uitgave van:
Provincie Noord-Brabant Bureau Communicatie en bureau Europa Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch +31 (0) 73 681 28 51 www.brabant.nl
[email protected]