Het tijdschrift van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België
info
5
December 2012
EUROP
Prioriteit: de burgers warm maken voor Europa
Opinie
Kerstwensen en nog wat meer!
Opinie
Beste lezers, Dit is het vijfde nummer van ons elektronische magazine, dat we 2011 hebben geïntroduceerd om een Belgische kijk te geven op de massa's informatie die elke week van de verschillende diensten van de Commissie op ons af komen. We hebben aandacht besteed aan de effecten van de crisis, maar ook aan de perspectieven voor herstel en groei die, naar ik hoop, de komende maanden hun vruchten zullen afwerpen. Deze afgelopen maanden lieten zien dat de lidstaten door hun verdeeldheid niet meer in staat zijn op internationaal niveau een geloofwaardig antwoord te geven op het Europese project, wat natuurlijk de honderden miljoenen Europeanen die het project in stand moeten houden versteld doet staan. Dit jaar heeft ook laten zien dat wanneer de wil er is, zoals bij het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur, de lidstaten in staat zijn nuttige en krachtige mechanismen te implementeren. En nu het jaar ten einde loopt, is er één woord dat we vaker in onze kranten zouden willen zien en dat de essentie van het Europese project samenvat: SAMEN! Dit is het woord dat we zouden willen suggereren aan
de miljoenen burgers die kunnen meedebatteren in 2013, het Europese Jaar van de burger. Het is een unieke kans voor de mannen en vrouwen van Europa om het debat over de beginselen en de waarden van dit project dat in 1950 is gestart naar zich toe te trekken: dit project dat hen intrigeert, maar dat hen ook op vrijwel elk gebied in hun leven raakt. En daarom, beste lezers, aarzel niet om in actie te komen als een initiatief van de Unie zich direct tot u richt. We menen dat deze formule van het elektronisch magazine misschien niet dynamisch genoeg is om dit debat te stimuleren, een debat dat wij heel graag willen voeren. We zullen zeker het debat met u weer oppakken, maar dan in een andere vorm, directer en interactiever, en dan vooral op basis van de feedback die u ons kunt geven door de vragenlijst in dit nummer in te vullen. Intussen wensen wij u het allerbeste voor een jaar van hoop, voor u, voor uw naasten en vooral voor Europa. Gelukkig Nieuwjaar aan allen.
Jimmy Jamar en het volledige redactieteam
Inhoud 3 Prioriteit: de burgers warm maken voor Europa
11 De passage naar Europa
5 Het Europees burgerinitiatief:
14 De Gucht: „macht van de Commissie neemt toe”
laat Europa weten wat u wilt!
8 Financieel perspectief:
Europa tot soberheid veroordeeld
2
10 Staat het Verenigd Koninkrijk binnenkort buiten de unie?
16 Meer diploma’s, meer jobs, meer groei 18 Iets nieuws?
Dossier
Prioriteit:
de burgers warm maken voor Europa
Op 1 januari aanstaande zal het „Europees Jaar van de burger” beginnen. En in 2014 zou er, in de aanloop naar de verkiezingen, één echte Europese publieke ruimte kunnen ontstaan. Hoe kunnen we de burgers warm maken voor Europa? Hoe kunnen we hen (weer) enthousiast maken voor dit fantastische avontuur, dit unieke project dat dit jaar de Nobelprijs voor de vrede kreeg? Dat is niet makkelijk. In deze tijd van economische crisis is Europa voor haar burgers vaak synoniem met bezuinigingen. En de regeringen aarzelen niet om de zwarte piet bij de Unie te leggen. Al het goede nieuws is aan hen te danken. Het slechte nieuws is de schuld van Europa! Daar is niets nieuws aan… Maar wat wel nieuw is, is de opkomst in een groot aantal landen van de Europese Unie van de (met name) populistische anti-Europese stromingen. Nu de liefde voor Europa bekoelt en de populisten op simplistische wijze Europa proberen zwart te maken, moest Europa wel in actie komen. En dat heeft het gedaan door 2013 uit te roepen tot het „Europees Jaar van de burger”. Gedurende het hele jaar zal het accent liggen op de praktische voordelen van Europa. „Als de Europese burgers hun rechten niet
Dossier
Hoe kun je aan burgers het belang van de Europese Unie duidelijk maken? En hoe kun je bij hen interesse opwekken voor wat er op Europees niveau gebeurt? In deze tijd van toenemend euroscepticisme is dat niet makkelijk.
kennen, kunnen zij die ook niet goed uitoefenen. 48 % van de Europeanen vindt dat zij niet goed op de hoogte zijn van hun rechten. Met het Europees Jaar van de burger kunnen we hier verandering in brengen. Het is een goede gelegenheid de mensen eraan te herinneren wat de Europese Unie voor ieder van ons kan betekenen”, zo verklaarde onlangs vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor justitie en burgerschap. De geplande activiteiten zullen vaak op lokaal niveau worden georganiseerd, met medewerking van de burgermaatschappij. „Het Jaar van de burger”, zo legt men nu uit in de Commissie, „biedt de burgers de gelegenheid om zich te informeren over de rechten en de mogelijkheden die het burgerschap van de Unie hun biedt (en dan met name over het recht om in alle lidstaten te wonen en te werken), om het debat over de belemmeringen voor de volledige uitoefening van hun rechten aan te gaan en om deel te nemen aan burgerfora over Europees beleid en vragen met betrekking tot Europa.”
Europa politieker maken Het Europees Parlement, waar dit initiatief vandaan komt, is van plan Europa nog voor de Europese verkie3
Prioriteit: de burgers warm maken voor Europa
zingen van 2014 een meer politiek karakter te geven, om het interessanter te maken voor de burgers. Er was zelfs, vooral onder de gelederen van de federalisten, sprake van een voorstel dat alle burgers van de Unie, in één groot kiesdistrict, vijfentwintig Europese afgevaardigden zouden kiezen. Elke grote Europese politieke stroming zou een internationale lijst met vijfentwintig namen presenteren, die door de kandidaat van deze stroming naar het ambt van voorzitter van de Europese Commissie zou worden geleid. Maar voor dit project zouden de Europese verdragen moeten worden herzien en daarom moest het worden afgeblazen: in de Unie was men nog niet helemaal klaar voor deze „kwalitatieve sprong voorwaarts”. Eén Europese publieke ruimte, met echte Europese politieke partijen, authentiek Europese verkiezingscampagnes, Europese leiders: het idee is toch niet helemaal afgezworen. Op 22 november heeft het Europese Parlement een resolutie aangenomen (met 316 stemmen voor, 90 stemmen tegen en 20 onthoudingen) die de aanbeveling bevat dat de Europese politieke partijen een kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie voorstellen die hun campagne op Europees niveau zou voeren. Volgens de Europarlementariërs zouden de Europese verkiezingen zo beter zichtbaar worden en zouden burgers gestimuleerd worden om deel te nemen. „Voor de volgende Europese Commissie zouden zoveel mogelijk leden uit de nieuw gekozen afgevaardigden moeten worden gekozen , zodat de kiezers meer hun stem kunnen laten horen”, raadt het Parlement ook aan. „Ten slotte willen de gekozen Europeanen dat de volgende Europese verkiezingen zullen plaatsvinden in mei 2014 (tussen 15 en 18 mei of tussen 22 en 25 mei), liever dan in juni, zodat het Parlement de tijd heeft om de verkiezing van de opvolger van José Manuel Barroso
4
voor te bereiden.” Deze keer is het, krachtens het verdrag van Lissabon, immers het Europees Parlement dat de voorzitter van de Commissie zal kiezen, na een overeenkomst tussen politieke groepen. Dat is pas echt politiek. Na deze stemming verklaarde Guy Verhofstadt, de voorzitter van de fractie ALDE (Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie) het volgende: „Gezien de voortdurend afnemende deelname aan de Europese verkiezingen en het euroscepticisme dat zich uitbreidt, is het essentieel dat de legitimiteit van het Parlement wordt versterkt door een grotere deelname. En het is logisch dat er een verband is tussen de stemmen die de mensen hebben uitgebracht en de persoon die voorzitter zal zijn van het uitvoeringscomité van de Europese Unie.” Wilfried Martens, de voorzitter van de EVP (Europese Volkspartij), momenteel de grootste politieke stroming in Europa, was ook blij over deze uitslag. Volgens hem zal „de benoeming van kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie een positieve dynamiek ontketenen en een ongekende algemene belangstelling voor de Europese verkiezingen van 2014 genereren”. En hij voegde eraan toe: „Als alle grote Europese politieke partijen zich in dit proces storten, is dat beslist een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een Europese publieke ruimte.” Het lijkt erop dat de grote Europese politieke partijen alles zullen proberen om de uitdaging aan te gaan. Dat zal niet altijd makkelijk zijn. De stoel van José Manuel Barroso roept nogal wat hebzucht op. En dat is begrijpelijk. ✎ Raphaël Viansson
Het Europees burgerinitiatief: laat Europa weten wat u wilt!
Invloed uitoefenen op het beleid van de Europese Unie? Ja, dat ligt nu binnen het bereik van gewone burgers. Het Europees burgerinitiatief (EBI), dat in het leven is geroepen om naast de Europese representatieve democratie ook een „participerende democratie” te bevorderen, is in mei 2012 werkelijkheid geworden en heeft al groot succes. Het was niet eenvoudig om het project van de grond te krijgen. Het Verdrag van Lissabon, dat het Europees burgerinitiatief heeft geïntroduceerd, is eind 2009 van kracht geworden, maar sindsdien is er veel gedebatteerd om de procedure tot in de kleinste details vast te leggen. Zoals gewoonlijk waren de lidstaten het onderling niet met elkaar eens en moest er vervolgens een raakvlak tussen de Europarlementariërs worden gevonden. Het principe van het Europees burgerinitiatief is simpel: met het Europees burgerinitiatief kunnen een miljoen burgers uit minimaal een kwart van de lidstaten van de Europese Unie (momenteel zeven landen) aan de Europese Commissie verzoeken Europese „wetten” voor te stellen – op de gebieden waarover de EU op dat moment zeggenschap heeft. Natuurlijk moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan om een Europees burgerinitiatief te kunnen starten. Voorbeeld:
Dossier
Het Europees burgerinitiatief (EBI) is er. Dat betekent dat een miljoen mensen aan de Europese Commissie kunnen verzoeken Europese „wetten” voor te stellen. De procedure ervoor is eenvoudig. Er zijn al zo'n vijftien EBI's geregistreerd, over allerlei onderwerpen, maar nog geen daarvan heeft het vereiste aantal steunbetuigingen gekregen.
om te beginnen moet er een „burgercomité” zijn dat bestaat uit minimaal zeven burgers die in minimaal zeven lidstaten wonen. Dat betekent dat organisaties geen Europees burgerinitiatief kunnen starten. Zij kunnen wel een of meer Europese burgerinitiatieven ondersteunen of bevorderen, mits zij hierbij volledig transparant zijn.
Europese burgerinitiatieven over elk onderwerp? Uiteraard niet. Voordat de Europese Commissie een EBI registreert, dus formeel goedkeurt, controleert de Commissie of het Europees burgerinitiatief wel serieus en niet kwetsend of in strijd met de waarden van de EU is, buiten haar zeggenschap valt en dergelijke. Het was de Beierse EVP-Europarlementariër Martin Kastler die claimt begin februari 2010 het eerste EBI te hebben gestart. Hij beoogde met zijn EBI met het motto „Op zondag zijn papa en mama er voor ons” de zondagsrust te garanderen. Het project is echter op een mislukking uitgelopen doordat er niet voldoende handtekeningen waren, maar vooral ook doordat alleen de handtekeningen en onlinesteunbetuigingen die na de officiële registratie van het EBI waren binnengekomen meetelden.
„Fraternité 2020 – Mobiliteit. Vooruitgang. Europa”, het eerste echte EBI, werd geregistreerd op 9 mei 2012 5
Dossier
EBI: EEN PROCEDURE IN ACHT STAPPEN
1.
Voorbereiding en oprichting van een burgercomité
2.
Registratie van het voorstel voor het EBI op de speciale site van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/welcome (maximale duur voor deze stap: 2 maanden)
3.
Certificering van het onlineverzamelsysteem door een bevoegde nationale autoriteit (maximaal: 1 maand)
4.
Op papier en/of online inzamelen van steunbetuigingen (maximaal: 12 maanden)
5.
Controle van de steunbetuigingen door de bevoegde nationale autoriteiten (maximaal: 3 maanden)
6.
Indiening van het initiatief bij de Commissie
7.
Behandeling, openbare hoorzitting in het Europees Parlement en antwoord van de Commissie (maximaal: 3 maanden)
8.
Als de Commissie besluit vervolg te geven aan uw initiatief, begint de wetgevingsprocedure
en was gestart door een groep burgers uit Oostenrijk, België, Hongarije, Italië, Luxemburg, Roemenië en Spanje. Hun doel: „De uitwisselingsprogramma's van de EU, zoals Erasmus of Europees vrijwilligerswerk (EVS), uitbreiden en verbeteren, om zo bij te dragen aan een verenigd Europa op basis van solidariteit tussen burgers.” Bij deze gelegenheid verklaarde Maros Sefcovic, de vicevoorzitter van de Europese Commissie die het dossier van het Europees burgerinitiatief onder zich had, het volgende: „Ik ben blij dat het Europees burgerinitiatief eindelijk werkelijkheid wordt. Dit betekent een grote vooruitgang voor de participerende democratie in Europa. Het startschot is gegeven en nu moeten we afwachten welk initiatief als eerste een miljoen handtekeningen verzamelt.” De realiteit was dat het EBI „Fraternité 2020 – Mobiliteit. Vooruitgang. Europa” alle kinderziekten kreeg. Het EBI kon ook pas op 31 oktober 2012 beginnen met handtekeningen verzamelen, na de certificering van het onlinesysteem voor het verzamelen van steunbetuigingen door de autoriteiten van Luxemburg – waar de servers van de Europese Commissie staan. Intussen had de Commissie echter besloten alle EBI's 6
op de eigen servers te hosten naar aanleiding van de problemen met hosting waarmee sommige organisatoren werden geconfronteerd. „Toen ik zei dat de organisatoren van de eerste EBI's geen onoverkomelijke obstakels voor het starten van hun initiatieven mochten tegenkomen, meende ik dat oprecht”, merkte Maros Sefcovic op. Normaal gesproken krijgt een EBI een jaar de tijd om handtekeningen (of onlinesteunbetuigingen) te verzamelen. Maar door het „gestuntel” in de aanloopfase heeft de Commissie besloten voor alle EBI's die eind oktober 2012 waren geregistreerd, tot 1 november 2013 verzamelde handtekeningen en steunbetuigingen te accepteren.
In België moeten er 16 500 hand tekeningen worden ingezameld Het tweede EBI, de „Single Communication Tariff Act”, geregistreerd op 10 mei 2012, streeft naar „Eén allin maandelijks vast tarief voor gesprekken binnen de EU”. Het doel van het derde EBI, „Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water is een publiek goed, geen handelswaar!”, dat op de-
zelfde datum was geregistreerd, is volstrekt helder. Het vierde EBI, „Een van ons”, is geregistreerd op 11 mei 2012 en zal zeker tot debatten leiden. De initiatiefnemers verklaren namelijk dat „de waardigheid en de integriteit van het menselijke embryo moeten worden gerespecteerd”. Eind november had de Commissie een stuk of vijftien EBI's geregistreerd, zoals: voor het recht om in elke lidstaat te kunnen stemmen (ook voor parlementsverkiezingen en uiteindelijk ook voor presidentsverkiezingen) voor de burgers van de Unie die in een ander land dan het eigen land verblijven, tegen vivisectie, voor het pluralisme in de media, voor een al-
gemene maximale snelheid van 30 km/h in stedelijke gebieden en dergelijke. De meeste EBI's zijn geregistreerd in het Engels. Wilt u invloed uitoefenen op het beleid van de Europese Unie? Gaat u dan naar de site http://ec.europa. eu/citizens-initiative/public/welcome. Hier kunt u namelijk de software downloaden voor het online verzamelen van steunbetuigingen. Weet dat u minimaal 16 500 handtekeningen of online steunbetuigingen moet verzamelen als België een van de zeven landen is waar u steun wilt mobiliseren voor uw EBI. Dit minimum verschilt per land: in Duitsland ligt dit minimum het hoogst: 74 250.
ALTERNATIEF:
DE COMMISSIE VERZOEKSCHRIFTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT Het Europees burgerinitiatief is niet de enige manier waarop de burgers de Europese instellingen kunnen interpelleren. Burgers hebben namelijk al lang de mogelijkheid om zich tot het Europees Parlement te richten, via de Commissie verzoekschriften.
van diploma's en dergelijke. Maar: „Eenvoudige verzoeken om informatie en algemene opmerkingen over het beleid van de Europese Unie worden niet in behandeling genomen door de Commissie verzoekschriften.”
Dit is een van de 22 permanente commissies van het Europees Parlement. De Commissie telt 35 leden en 29 plaatsvervangers die echt bereid zijn naar de Europeanen luisteren.
Als het verzoek ontvankelijk wordt verklaard, stelt de Commissie verzoekschriften alles in het werk om het gemelde probleem op te lossen, door contact op te nemen met zowel de Europese Commissie als de nationale of lokale autoriteiten van de betreffende lidstaat.
Iedereen kan zich tot hen richten: burgers van de Unie (ook individuele burgers), personen die in een lidstaat wonen, een vereniging of onderneming die in een lidstaat van de Unie is gevestigd en dergelijke. En burgers kunnen over alle (of bijna alle) onderwerpen een verzoek indienen: burgerrechten, milieukwesties, consumentenbescherming, het vrije verkeer van goederen, personen en diensten, vragen met betrekking tot werkgelegenheid en sociaal beleid, erkenning
Onlangs zijn bijvoorbeeld dossiers behandeld met betrekking tot de rechten van gehandicapten, de afvalcrisis in Campanië, grensoverschrijdende familiegeschillen en de ACTA (Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak). ✎ Raphaël Viansson
7
Actualiteit
Financieel perspectief: Europa tot soberheid veroordeeld
Actualiteit
De Voorzitter van de Commissie, José Manuel Barroso, was terecht ongerust. „Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen. Het hele debat gaat over de manier waarop we uitgaven kunnen beperken. We hebben het niet over de kwaliteit ervan”, zo sprak hij voor het Parlement, aan de vooravond van de Europese top.
8
De twee dagen van debatten, en de mislukking, van de leiders van de Unie, die zonder succes hebben geprobeerd het meerjarige financiële kader, dat wil zeggen het grootste deel van de communautaire begroting voor de periode 2014-2020, vast te stellen, toonden aan dat deze angst gefundeerd was. Elke deelnemer bleef namelijk bij de uitgangspositie, met twee gedeelde maar vaak tegengestelde zorgen: de begroting van de Unie verlagen en ervoor zorgen dat deze bezuinigingen zo weinig mogelijk gevolgen hebben voor de voordelen die het eigen land van de EU heeft. En zo daalde het bedrag dat de Commissie aanvankelijk had voorgesteld van 1 047 miljard EUR voor de hele periode naar 973 miljard EUR in het eerste compromis dat Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, had voorgesteld. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid werd zo geconfronteerd met een verlaging met 25,5 miljard EUR en het cohesiebeleid, dat wil zeggen de hulp aan de armste lidstaten, met een verlaging van 29 miljard EUR. Deze verlagingen leken onmiddellijk onvoldoende in de ogen van de tegenstanders van een ambitieuze begroting en dus een ambitieuze Unie: Nederland en Zweden met het Verenigd Koninkrijk voorop. Frankrijk, Italië en Spanje eisten een paar wijzigingen in het GLB waarvan zij grote ontvangers zijn. De cohesielanden, onder leiding
van Polen, weigerden op te draaien voor de bezuinigingen op de begrotingen die hun partners oplegden. Van Rompuy spaarde kosten noch moeite om het onverenigbare te verenigen, door hier en daar nog wat te snijden en andere posten wat te verhogen, maar ontlokte de Britten daarmee de volgende beschuldiging: „Dit is niet het moment om te knutselen. Het is niet de bedoeling geld van de ene naar de andere post te verplaatsen. We moeten snijden in de uitgaven. Dat gebeurt bij ons en dat moet ook hier gebeuren”, zo bleef premier David Cameron onvermoeibaar herhalen. Ten slotte kozen de „zevenentwintig” ervoor de handdoek in de ring te werpen en gaven zij Van Rompuy en de Commissie de opdracht om een compromis voor te bereiden dat aan een nieuwe speciale Europese top zou worden voorgelegd, als dat begin 2013 klaar zou zijn. De staatshoofden en regeringsleiders waren nu voor één keer vrijwel unaniem in hun weigering om over een mislukking te praten. „We kunnen niet tegen iedereen zeggen dat zij de broekriem moeten aanhalen en het er dan zelf goed van nemen… We zien elkaar weer wanneer er nog maar een stuk of tien knopen om door te hakken zijn, niet vijftig” gaf de eerste minister van België, Elio Di Rupo, toe. De Duitse bondskanselier wilde van haar kant David Cameron, die zij tweemaal tijdens de top had gesproken, niet isoleren.
Angela Merkel leek soms zelfs gevoeliger voor de Britse eisen van een beperking van de uitgaven dan voor de bevestiging van een Frans-Duits front dat beslist steeds zwakker werd. Onder deze omstandigheden is de Europese begroting veroordeeld tot soberheid, in ieder geval tot 2020: hiermee geeft de Unie een zeer slecht signaal af, terwijl zij zelf uit de crisis wil komen. Ja, want hoe kan zij pretenderen zich tegenover haar grote mondiale partners te doen gelden, nieuw beleid te ontwikkelen, lidstaten die in de problemen zitten te helpen, een bijdrage te leveren aan het herstel van de economie als zij tegelijk haar begrotingsmiddelen beperkt? Het concept van „billijke tegenprestatie” zelf dat de voorstanders van bezuinigingen en compensaties oproepen, is in strijd met de filosofie en de realiteit van de Gemeenschap. Het calculeren van de voordelen van het lidmaatschap van de Unie door de, via gemeenschappelijk beleid, ontvangen bedragen af te trekken van de bijdrage van elke lidstaat aan de begroting, is een dwaasheid waartegen de stichters zich lang hebben verzet en die zij lang hebben geweigerd. Dit betekent in feite dat men de aanzienlijke voordelen naast zich neerlegt die ondernemingen ondervinden van het wegvallen van de tariefmuren, van het vrije verkeer van goederen en diensten door de interne markt, de opening van externe markten en het concurrentiebeleid en waardoor burgers zich kunnen vestigen, kunnen werken of zich kunnen laten verzorgen in het land van hun keuze. Elke euro die in de begroting van de Gemeenschap wordt gestoken, wordt afgetrokken van de bedragen die beschikbaar zijn voor de nationale begrotingen, met een aanzienlijk hefboomeffect. Dit was lang het geval en dat blijft ook zo voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor regionaal beleid en tegenwoordig ook voor het cohesiebeleid. De Unie heeft het op zich genomen om de eurozone te verdedigen, om nieuw
beleid dat essentieel voor haar toekomst is te ondersteunen: van de ontwikkeling van haar infrastructuren tot onderzoek, langs slimme groei en onderwijs. Op al deze en veel andere gebieden is de Europese begroting een ideaal instrument om te bezuinigen door voorrang te geven aan de schaalvoordelen en de efficiëntie van het optreden met zijn zevenentwintigen boven eenvoudige nationale initiatieven. „Met elk miljard dat uit het onderzoeksprogramma Horizon 2000 wordt gehaald verliezen 4 000 kleine en middelgrote ondernemingen hun financiering en raken 600 onderzoekers van wie onze toekomstige welvaart afhangt hun baan kwijt” legde José Manuel Barroso voor het Europees Parlement uit. Wanneer de staatshoofden en regeringsleiders dit negeren, begaan zij een historische fout. ✎ Jacques Docquiert
9
Actualiteit
Staat het Verenigd Koninkrijk binnenkort buiten de unie?
Actualiteit
Zal het Verenigd Koninkrijk over een paar jaar nog deel uitmaken van de Unie? Voor een aantal partners en onderhandelaars ligt deze vraag al op tafel en de onverzettelijkheid van David Cameron tijdens de top over de begroting bevestigt dat.
„Brussel blijft leven in een parallel universum”, legde de Britse premier uit terwijl hij de Commissie ervan beschuldigde dat deze „niet één euro aan bezuinigingen heeft aangeboden”. „We hebben krachtige bondgenoten gekregen”, voegde hij eraan toe, waarbij hij Duitsland, Zweden, Nederland, Finland en Denemarken noemde. Hij nam het bovendien op „tegen de salarissen van de eurocraten”, en uitte de wens dat zij een 10% lagere vergoeding zouden krijgen, dat hun pensioenleeftijd zou worden verhoogd en dat hun pensioen zou worden verlaagd. En uiteindelijk stelde maar één van de 27 leiders, Mario Monti, de „demagogie van deze incoherente aanvallen” aan de kaak. Deze bekoeling tussen Londen en de Unie is zeer snel na de Britse toetreding op 1 januari 1973 begonnen. In 1984 opende de top van Fontainebleau de deur voor een reeks ontheffingen en afwijkende bepalingen door aan Margaret Thatcher een eerste korting op de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting te geven. Deze compensatie begon al zeer snel een permanent karakter krijgen, waarna Londen profiteerde van een hele reeks „optout”-mogelijkheden om niet deel te nemen aan de euro, het sociale Europa, het Verdrag van Lissabon, de financiële regulering en dergelijke.
10
Ondanks deze overwinningen geeft de Conservatieve Partij die aan de overkant van het Kanaal aan de macht is blijk van een groeiende eurofobie. De partij eist van Cameron dat deze voor 2015 een referendum over het lidmaatschap van de Unie organiseert. Uit de resultaten van een enquête die The Observer onlangs heeft gepubliceerd blijkt dat 56% van de Britten voor uittreding uit de Unie zou stemmen. Dat betekent dat de onderhandelingsmarge voor de hoofdbewoner van Downing Street met betrekking tot het financiële kader vrijwel nul is als hij eist dat het Verenigd Koninkrijk zijn compensatie en aanvullende kortingen op alle uitgaven van de Unie behoudt, onder het dreigement van een veto. „Het zal heel moeilijk zijn om hem te overtuigen en ik ben daar erg pessimistisch over, want telkens wanneer hij naar Brussel gaat, zet hij zijn politieke toekomst op het spel”, zo bekende een diplomaat na afloop van de top. Uiteindelijk moeten zijn partners dus kiezen tussen nieuwe concessies of een crisis die zou kunnen leiden tot het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. ✎ Jacques Docquiert
De passage naar Europa
Binnenkort is de Engelse editie beschikbaar. Het essay van van Middelaar (1973), die momenteel de teksten van voorzitter Herman Van Rompuy op muziek zet, is een indrukwekkende en bijzonder inspirerende analyse van 60 jaar Europese geschiedenis. Het relativeert de traditionele Europese vertogen, wijst op het belang van de Europese tussensfeer en houdt zich ver van het „normatief denken met universele pretenties”. En daar bovenop, het is in prachtige taal neergeschreven. Een voldoende reden voor een gesprek met de auteur. LUUK VAN MIDDELAAR: „Stellen dat dit boek een afrekening met de binnensfeer van de Europese Unie zou zijn, is overdreven. Afrekening is een te sterk woord. Ik wil de binnensfeer wel openbreken en politiseren. Misschien wil ik ze ook het monopolie op alles wat Europees is ontzeggen. Ik waardeer wat de Europese instellingen in de binnensfeer doen, maar ik wil wel laten zien dat na 60 jaar geschiedenis de regeringsleiders en nationale parlementen eveneens hun plaats hebben. Zo heb ik een bres willen slaan in de soms wat benauwde wereld van de binnensfeer. De grote politiek was er aanvankelijk grotendeels uit verbannen. Dat moest ook, want de Europese Unie was een repliek op de traditionele diplomatie die ons in de jaren 1914-1945 niet had behoed voor de zelfvernie-
Boeken
„De passage naar Europa” van Luuk van Middelaar werd zopas in Brussel met de „Prix du Livre Européen” bekroond. De andere genomineerden waren Jürgen Habermas en Eugenio Scalfari. „De passage naar Europa” verscheen in 2009 in het Nederlands en is nu ook in het Frans vertaald.
tiging van het continent. Ik laat zien hoe die traditionele diplomatie haar plaats terug opeist en waarom ze nodig is. Dit boek zet zich wel af tegen het binaire denken tussen goed of kwaad, idealen of belangen, communautair of intergouvernementeel. Het moeilijkste was om afstand te doen van het Brussels jargon en vertoog, de Brusselse taal over Europa. Daarom heeft de geschiedenis een belangrijke plaats in dit boek. Ik ben als filosoof op zoek naar de waarheid van de politiek, en die kun je alleen op de staart trappen als je de factor tijd erbij neemt en de opeenvolgende gebeurtenissen zo precies mogelijk beschrijft. Met het compromis van Luxemburg uit 1965 heb ik alleszins de andere kant van het officiële verhaal in de verf willen zetten. De crisis van de „lege stoel” was de eerste constitutionele crisis van de nog jonge Europese Gemeenschap. Het hele bouwwerk had toen in elkaar kunnen klappen. „Sinds Hitler is dit het ergste wat Europa overkomt”. Het zijn woorden van een toenmalige eurocommissaris en behoorlijk pathetisch, maar het zegt wel iets over de ontreddering in die dagen. Hoewel Frankrijk zeven maanden van de vergadertafel wegbleef, gingen de Vijf gewoon door. Toen werd voor het eerst duidelijk hoe sterk de band tussen de leden al was. De tafel, het symbool van de gezamenlijkheid, bleef staan, ook al was één stoel
11
Boeken
onbezet. De Europese Unie wordt bijeengehouden door de verdragen, maar evengoed door het naakte politieke feit van het lidmaatschap. In Luxemburg kregen alle lidstaten een levensverzekering tegen de meerderheidsbesluitvorming. Als de vitale belangen op het spel stonden, zou er een oplossing gezocht worden. Dat is een geruststelling en zo kon het permanent aaneenknopen van al die belangen gewoon doorgaan. Zo moest het veto, dat er nog altijd hangt, nauwelijks nog worden ingeroepen. Het fascinerende is dat dit Europa, ondanks de soms juridisch kromme vormen, functioneert. Het samen doorgaan is belangrijker dan het naleven van de strikte regels. Had men de zuivere communautaire logica gevolgd, was Europa misschien irrelevant geworden en had het zich van de politieke realiteit afgesneden. Overigens heeft het weinig gescheeld of het compromis van Luxemburg had het niet gehaald. Het was een botsing tussen twee tegengestelde ideologieën. Enerzijds het gaullisme in Parijs – we kunnen ons niet laten overstemmen – en het strakke communautaire denken van de Brusselse kringen.
12
Ondanks de steeds intensere belangenverstrengeling blijft Europa kwetsbaar. De Unie moet de bevolking wel meekrijgen en dat klaar je niet alleen met voluntarisme. Sommige pogingen op een „Europees wij” te activeren zijn mislukt, andere daarentegen gelukt. De Europese vlag met de twaalf gele sterren was een meesterzet. Zo werd het politieke feit zichtbaar. Belangrijk, maar onvoldoende natuurlijk. De vlag is ook maar een leeg symbool, een specifieke inhoud heeft ze niet. Ook met de hymne is het zo. Voor zover er al woorden bij zijn – „Menschen werden Brüder” – gaat het om een universele boodschap. Niet specifiek voor Europa. De zoektocht naar een publiek heeft alles met het verlangen van de politiek te maken om mensen „Wij, Europeanen” te horen zeggen. Ook al ironiseer ik bij momenten de queeste naar het publiek, toch vind ik dat er veel dingen veranderden. We praten we nu veel gemakkelijker over Europeanen, Amerikanen en Aziaten. Dat is nu onze mentale wereldkaart, het is er een van continenten. Dertig jaar geleden daarentegen ging het over het Westen, het Oosten en de Derde Wereld. Europa was verdeeld en geen politieke categorie. Er is nu een
groter besef van het Europeaan zijn. Fascinerend is ook de wijze hoe de Europeanen in de eurocrisis ervaren hoe ze deel uitmaken van één economische en politieke ruimte. Feitelijk ongekend sinds 1945. Iedereen weet nu dat Griekse schuld of Ierse bubbels een directe impact kan hebben op je eigen job of spaargeld, dat een parlementaire stemming in Slowakijke of Duitsland of Spanje effect kan hebben op de hele Europese politiek. Het is mijn overtuiging dat het identiteitsbesef dat we een Europees volk zijn, nog aanzienlijk kan toenemen. Of dat bedreigend voor de nationale identiteiten wordt, blijft een open vraag.” Luuk van Middelaar, De passage naar Europa. Geschiedenis van een begin, Historische Uitgeverij 2009; vertaald en herzien als Le passage à l’Europe. Histoire d’un commencement, éd. Gallimard, „Bibliothèque des Idées”, 2012. Te verschijnen als The Passage to Europe. How a Continent became a Union, Yale University Press, mei 2013.
PRIJS
VAN HET EUROPEES BOEK In 2007 werd de „Prijs van het Europees boek” voor het eerst uitgereikt. Het patronagecomité wordt door Pascal Lamy voorgezeten, terwijl de jury uit Europese journalisten bestaat en op haar beurt door een Europese artistieke autoriteit wordt gepresideerd. Dit jaar was het de Frans-Griekse filmregisseur Costa-Gavras. Met de prijs wil het patronagecomité jaarlijks een essay en een roman bekronen, die een „originele bijdrage tot de Europese geschiedenis, identiteit en waarden leveren”. Vroegere laureaten waren ondermeer Guy Verhofstadt, Tony Judt en Roberto Saviano. Op 5 december werden in het Europees Parlement de Nederlander Luuk van Middelaar voor zijn essay „De passage naar Europa” en de Duitser Rolf Bauerdick voor zijn roman „Le jour où la Vierge a marché sur la lune” bekroond. De auteurs krijgen elk een prijs van 10 000 euro.
13
Interview
De Gucht: „macht van de Commissie neemt toe”
Interview
Voor hij Europees Commissaris werd, was Karel De Gucht minister van Buitenlandse Zaken, partijvoorzitter en Europees parlementslid. Steevast was hij bij Belgische en Europese begrotingsdisputen betrokken.
14
In 2006 bij de vorige slag rond de Europese meerjarenbegroting, zat hij in de Europese Raad. Dat de Europese Raad van november over het nieuwe budget flopte, heeft De Gucht niet echt verbaasd. Als ervaringsdeskundige weet hij onderhand dat zulke onderhandelingen nooit een schoonheidsprijs verdienen. In Europa niet, maar evenmin in België of de Verenigde Staten. De mislukte top tast De Gucht zijn cool niet aan en nog minder zijn geloof in de Europese instellingen. Een gesprek. KAREL DE GUCHT: „Ach, elke begrotingsdiscussie lijkt bij momenten op een koehandel. Zes jaar terug was het al zo en vandaag is het niet anders. Blijkbaar gaat het om een stevige traditie. Ook in de VS trouwens. Als je de oorlog ziet die democraten en republikeinen dit jaar uitvochten, gaat het er in Europa nog beschaafd aan toe. Om heel uiteenlopende redenen willen diverse netto-betalers in de begroting snijden. Als de bodem van de nationale schatkist in zicht komt, is dat niet eens zo verwonderlijk. Zo is het Verenigd Koninkrijk er in geslaagd om zich niet te laten isoleren. Of dat op het einde van de rit nog zo zal zijn, is maar de vraag. Wat me wel verontrust, is de sfeer in Groot-Brittannië. Zo anti-Europees heb ik ze de laatste jaren niet geweten.”
„Natuurlijk valt het op dat premier David Cameron in het begrotingsdebat door de Duitse kanselier werd gesteund. Echt problematisch vind ik dat niet. Het is mijn vaste overtuiging dat Angela Merkel een akkoord uiteindelijk niet zal tegenhouden. Ik vind trouwens dat Merkel de laatste tijd onrecht wordt aangedaan. Het parkoers dat ze bij de redding van de euro moest afleggen en de binnenlandse hindernissen die ze moest nemen, begin er maar aan. De Duitse publieke opinie lag dwars, het Grondwettelijk Hof is onbuigzaam principieel en Duitse centrale bankdoctrine wordt zwaar op de proef gesteld. Nee, ik vind dat Merkel zich zeer Europees opstelt. Of Duitsland veel aan de euro verdiende, weet ik niet. Ik weet echter wel dat Duitsland onder Gerhard Schröder drastische en pijnlijke hervormingen doorvoerde, terwijl andere landen onbezorgd van de lagere rentevoeten genoten. Meer dan 10 tot 15 jaar hebben diverse lidstaten teveel geld uitgegeven en dat is uiteindelijk onhoudbaar.” „Ik vind het ook niet leuk dat de „juste retour” momenteel zoveel succes kent. Ik betwijfel echter of het zeven jaar terug zoveel beter was. Zo nieuw lijkt het me niet. Echt verontrustend vind ik dat er op de middelen, nodig voor de economische en industriële groei bespaard zal worden. Voor mij mogen landbouwers
een goed leven hebben en ik kan er mee leven dat ze zich als drukkingsgroep laten horen, maar we mogen onze toekomst niet hypothekeren. Het zou onverantwoord zijn om op onderzoek en ontwikkeling te sparen. Het risico van dit gevecht is dat we ons op de grootte van de enveloppe blindstaren en de kwaliteit uit het oog verliezen. We mogen de hefbomen die de toekomst van onze industrie moeten waarborgen, niet wegsnoeien. Dat is een moeilijk gevecht, ook al omdat de Europese Commissie hier alleen staat. Als de strijd voor de nationale belangen losbarst, komt het Europees belang meestal in de verdrukking.” „Daarmee wil ik zeker niet gezegd hebben dat de Britten met hun kritiek op de meerjarenbegroting het gelijk aan hun kant hebben. Het enige dat de Britten, ongeacht of de conservatieven of de socialisten aan de macht zijn, in Europa interesseert is de interne markt. Veel meer is het niet. Van Europese sociale wetgeving willen ze niet weten en van het buitenlands beleid nog minder. Dat is een respectabele benadering maar ik betwijfel of het Verenigd Koninkrijk er optermijn beter van wordt. Ik onderschrijf de diagnose
van de Poolse minister van Buitenlandse Zaken Radek Sikorski op de „Global Horizons” conferentie. GrootBrittannië heeft alle belang bij een sterk en goed werkend Europa. Een Brits exit zou slecht voor het Verenigd Koninkrijk zijn, maar zou ook een zware slag voor Europa betekenen. Het zou me niet verwonderen dat die overweging de opstelling van Merkel in het begrotingsdebat mee bepaalt.” „Weet je waar ik hard moet mee lachen? Met bedenkingen en analyses die de irrelevantie of machteloosheid van de Europese Commissie aankondigen. Volgens mij is het tegendeel waar. Je kunt het licht van de zon toch niet ontkennen. Het fameuze „sixpack” betekent toch dat de Commissie meer macht krijgt. We kunnen regeringen nu echt op de vingers tikken als ze hun Europese afspraken niet nakomen. In de toekomst zal die macht alleen maar toenemen. In de mate dat het Europees Parlement meer zeggenschap krijgt en de tegenstellingen tussen de Raad van ministers en dat Parlement overbrugd moeten worden, groeit de machtspositie van de Commissie. Deze evolutie lijkt me onomkeerbaar.”
LIBERALISME IN TIJDEN VAN CHOLERA Karel De Gucht praat, schrijft en polemiseert graag. Een paar dagen terug verscheen zijn nieuwste boek: „Vrijheid. Liberalisme in tijden van cholera.” De Gucht is een man met een mening en dat blijkt ook uit dit werk. Hij gaat de controverse niet uit de weg, zeker niet als het over nationalisme gaat. In navolging van de voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy onderstreept hij dat een nationalistische partij nooit een pro-Europese partij kan zijn. Hij formuleert het wel spitser, grondiger en duidelijker. „De Europese eenmaking is fundamenteel gebaseerd op het overstijgen van de natiestaat en het relativeren van nationale identiteit als politieke factor.” Daarmee zit De Gucht op ramkoers met het nationalistisch gedachtegoed in het algemeen en met het Vlaams nationalisme in het bijzonder. Daarover mag vooral geen misverstand bestaan. Bijgevolg zet De Gucht de puntjes nog eens op de i’s. „De onontkoombaarheid van de Vlaamse natiestaat staat haaks op het politiek pluralisme dat een Europese democratie nodig heeft.” Zoveel is duidelijk, De Gucht heeft een grondige hekel aan het Vlaamse „ressentimento”.
15
Jeugd
Meer diploma’s, meer jobs, meer groei
Jeugd
Meer en beter onderwijs. Zo luidt nog steeds het meest duurzame recept om Europa uit de crisis te tillen. De Europese Commissie is er meer dan ooit van overtuigd dat beter onderwijs dè sleutel is om de groei te stimuleren en jongeren weer een toekomst te bezorgen.
Eind november lanceerde de bevoegde commissaris Androulla Vassiliou een nieuwe strategie voor onderwijs. „Hoewel we meer in onderwijs en opleiding moeten investeren, aldus de commissaris, gaat het om veel meer dan geld. De onderwijsstelsels moeten moderniseren en flexibeler worden om op de werkelijke behoeften van de samenleving een antwoord te geven.” Immers, veel talent gaat nog steeds verloren en de vaardigheden die de scholen aanleren, sporen niet altijd met de noden van de arbeidsmarkt. Het aantal banen voor laaggeschoolden blijft verder inkrimpen, slechts 18 procent van de totale tewerkstelling in 2020. Europa heeft bijgevolg een probleem, want momenteel zijn 25 procent of 73 miljoen Europeanen laaggeschoold. Essentieel is bijgevolg dat er minder vroegtijdige schoolverlaters op de arbeidsmarkt komen. Het Europees gemiddelde van 13,5 procent moet tegen 2020 naar 10 procent worden gebracht en voor diverse lidstaten wordt dat heel, heel moeilijk. Met respectievelijk 26,5 en 23,2 procent scoren Spanje en Portugal hier dramatisch slecht. Ook voor België brandt het knipperlicht. Met 12,3 procent zit België weliswaar onder het Europees gemiddelde, maar het Waals gewest en zeker de Brusselse regio zitten met 14,7 en 18,9 procent dicht bij de alarmdrempel. Ook het traject van de migranten in het Vlaamse onder-
16
wijs is een reden tot grote zorg. De kans dat ze voortijdig de school verlaten, is voor hen dubbel zo groot als voor de autochtonen. „In deze categorie, aldus een document van de Commissie, zijn ze oververtegenwoordigd.” Ronduit slecht presteert België in het levenslang leren. Slechts 7,1 procent van de 20 tot 64-jarigen neemt er aan deel. Het ligt beneden het Europees gemiddelde van 8,9 procent en kalfde de laatste jaren voortdurend af. Of België in 2020 de benchmark van 15 procent haalt, is dus twijfelachtig. Slechts vijf lidstaten haalden in 2011 de 15 procentnorm: Denemarken, Zweden, Finland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. België zit dan weer goed met de deelname aan het hoger onderwijs. 42,6 procent van de leeftijdscategorie tussen 30 en 34 jaar, tegen 34,6 procent voor de hele Unie. Met die score zitten we in het Europees koppeleton, maar echt top is België niet meer. In 2006 waren we dat wel, nu staan Ierland, Luxemburg en Zweden helemaal bovenaan. Vragen zijn er ook over de studiespecialisatie. Het aandeel van de diploma’s wetenschappen, technologie, wiskunde, administratie en bedrijfsbeleid moet stijgen. De volgende jaren zullen steeds meer banen naar hoger opgeleiden gaan. De Commissie raamt datze in 2020 zowat één derde van de jobs voor hun rekening zullen nemen.
De basisvaardigheden van de Belgische 15-jarigen inzake lezen en wiskunde zijn bevredigend. Beter dan het Europees gemiddelde. Minder goed zijn de wetenschappelijke vaardigheden van de Belgische jongeren. Nauwelijks beter dan het Europees gemiddelde. Ook de Belgische ICT-score moet beter. Voor 28 procent van de 16- tot 74-jarigen heeft het computergebruik nauwelijks nog geheimen. Dat is een degelijk resultaat, want dicht bij het Europees gemiddelde. Wel zitten we nog ver verwijderd van de Europese top. In Finland en Luxemburg is het 43 procent, in Zweden en Oostenrijk 42 procent. Het aantal computeranalfabeten bedraagt in die vier landen maximaal 22 procent. In België is het 27 procent. Opmerkelijk is dat de vraag naar ICT-vaklui de volgende jaren in de hele EU met 3 procent zal blijven stijgen, maar dat de dalende trend van ICT-gediplomeerden zich in de hele EU verder blijft doorzetten. Volgens een recente schatting dreigt, ondanks de recessie en de groeiende werkloosheid, tegen 2015 zelfs een tekort van 700 000 ICT-ers in de EU.
Het harde besparingsbeleid is natuurlijk een handicap voor een dynamische onderwijsstrategie. Het gevaar bestaat dat er fors in het onderwijsbudget wordt gesnoeid, zodat er een zware hypotheek op de hele vernieuwing wordt gelegd. Tot 2010 bleef de schade beperkt. In de hele EU-27 bleven de onderwijsuitgaven stabiel: 5,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). België haalde dat jaar 6,3 procent. Een substantiële daling was er wel in Bulgarije, Roemenië en Griekenland. Twee landen in grote budgettaire nood en die reeds bedenkelijk weinig voor onderwijs reserveerden, want minder dan 4 procent van het bbp. Dat is minder dan de helft van koploper Denemarken, in 2010 goed voor 8,1 procent van het bbp. Naarmate de crisis aansleept, wordt de druk op de onderwijsbegroting groter. „Steeds meer lidstaten, zo signaleert de Europese Commissie, snoeiden in de lonen van leraars en ambtenaren.” Griekenland, Spanje en Portugal waren daarbij, maar ook Slovenië, Ierland en Italië. België tenslotte is één van de drie Europese landen die het ergst met een tekort aan gekwalificeerde leerkrachten wordt geconfronteerd. In de Franse gemeenschap zou 40 procent van de pas afgestudeerden binnen de vijf jaar het onderwijs adieu zeggen.
17
Iets nieuws? Laureaten Karel Van Miert Prijs – Prix Etienne Davignon bekend De Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België organiseerde dit jaar voor de vierde keer de Karel Van Miert Prijs – Prix Etienne Davignon voor professionele journalisten en studenten. Dit jaar werd aan de professionele kandidaten gevraagd om een stuk in te dienen rond „Groei en jobs: de Europese Unie en economische groei”. De studenten mochten een werk indienen rond het thema „Wat betekent de EU voor de jonge generatie? Wat kan/ moet de EU doen voor jongeren?”. Na deliberatie door de jury, zijn de volgende laureaten geselecteerd: - Prix Étienne Davignon – Professioneel: Frédéric Rohart, l’Echo - Karel Van Miert Prijs – Studenten: Fien Isebaert en Francis Doornaert, Howest - Karel Van Miert Prijs - Professioneel: Kris Van Haver, De Tijd Hierbij willen wij graag alle kandidaten bedanken en proficiat wensen aan de winnaars.
De vertegenwoordiging verhuist Het nieuwe jaar staat voor de deur en dat brengt ook veranderingen mee voor de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België. Vanaf begin volgend jaar zullen wij namelijk niet langer het pand in de Archimedesstraat 73 betrekken, maar plaatsnemen in het Charlemagne-gebouw. U kunt echter zoals steeds terecht in het „Europe Info” gebouw in het hart van de Europese wijk (aan de Schuman-rotonde). Dit centrum herbergt tal van informatie over de Europese Unie en bezit vele gratis publicaties in de meeste Europese talen. „Europe Info”: Archimedesstraat 1 - 1000 Brussel Openingsuren: van maandag tot vrijdag van 9 tot 17 uur.
Oproep: geef mee vorm aan onze nieuwe communicatiekanalen Zoals u kon lezen in het voorwoord door het Hoofd van de Vertengwoordiging, Jimmy Jamar, is dit de laatste editie van ons eMagazine. Niet omdat wij u niet meer willen voorzien van informatie, maar net omdat wij onze informatie beter, sneller en relevanter willen maken voor u. Daarom nodigen wij u graag uit om uw mening met ons te delen rond hoe wij onze communicatiekanalen kunnen verbeteren in 2013.
Naar de enquête
De korte enquête stelt u in staat uw mening met ons te delen en zo mee vorm te geven aan ons nieuwe communicatieplatform. Indien u automatisch op de hoogte wenst te worden gesteld wanneer ons nieuwe communicatieplatform gelanceerd wordt, gelieve dan een mailtje te sturen met uw contactgegevens naar
[email protected]
EUROP Het tijdschrift van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België
18
info
De ondergetekende bijdragen verbinden enkel de auteurs en zijn niet noodzakelijk de weergave van de standpunten van de Commissie. Overname van bijdragen is toegelaten – behalve voor commerciële doeleinden – mits bronvermelding plus bezorging van een bewijsexemplaar aan de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België. © Europese Unie, 2012 – Fotos: Shutterstock EUROPinfo wordt uitgegeven door de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België, Archimedesstraat 73 B - 1000 Brussel Tel: 02 295 38 44 Fax: 02 295 01 66 Internet: www.eu4be.eu E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Jimmy Jamar, Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België, Archimedesstraat 73 B - 1000 Brussel