Energie. Uitdaging voor iedereen. Prioriteit voor ons.™
Maatschappelijk Verslag 2005/2006
Joost Van Roost
2
Woord vooraf Om te overleven en vooruit te komen heeft de mensheid energie nodig. Dat geldt voor mensen z oals wij, die gewend zijn aan de overvloedige aanwezigheid van energie in allerlei vormen, maar zeker ook voor honderden miljoenen inwoners van ontwikkelingslanden, die vaak nog aangewezen zijn op houtvuurtjes en kaarsen. In ons deel van de wereld beschouwen we energie als iets vanzelfsprekends. Er komt elektriciteit uit het stopcontact en benzine en diesel uit de pomp, en we hoeven alleen maar de thermostaat hoger te zetten als het koud is in huis. We kunnen ons eigenlijk niet of nauwelijks voorstellen dat dit ook anders zou kunnen zijn. Maar toch. In de komende jaren en decennia moeten werkelijk astronomische bedragen worden geïnvesteerd om de energiebevoorrading op peil te houden. Energiebedrijven zoals ExxonMobil spelen daarbij een centrale, onmisbare rol. Wat voor energieopwekking geldt, is grosso modo ook van toepassing op een andere kernactiviteit van ExxonMobil: de productie van grondstoffen en halffabrikaten voor de chemische industrie. Ook kunststoffen zijn vanzelfsprekend, zó vanzelfsprekend dat weinigen beseffen dat veel vanouds door de mens gebruikte materialen en stoffen, zoals metaal, hout en textiel, pas recentelijk door synthetische producten zijn vervangen. Dit feit kunnen we illustreren met een onderhoudend gedachtspelletje: kijk om u heen en denk alles weg wat van kunststof is. Vooral in de auto is dit spel een echte eye-opener. De productie en het gebruik van energie en chemische producten heeft zoals bekend ook een schaduwzijde: milieu belasting. Het verbranden van fossiele brandstoffen – olieproducten, aardgas en steenkool – veroorzaakt emissies van veelal ongewenste stoffen. Bij de productie van oliederivaten en chemische grondstoffen ontstaat afval. Tenslotte brengt het transport van olie, gas en chemische producten veiligheids- en milieurisico’s met zich mee. ExxonMobil beschouwt het als zijn plicht om hier verantwoord mee om te gaan. Dat betekent dat onze onderneming alles wat het doet duurzaam wenst te doen. Daarbij moeten we bedenken dat duurzaamheid meer is dan milieuzorg. Duurzame ontwikkeling vereist een gebalanceerde aanpak, waarbij met economische, sociale en ecologische belangen rekening wordt gehouden. Milieumaatregelen of investeringen die de economische en sociale aspiraties van samenlevingen belemmeren, beschouwen wij daarom als niet duurzaam. Maatschappelijk verantwoord ondernemen omvat overigens veel meer dan duurzaam produceren. Wij hechten ook grote waarde aan zakelijke ethiek, aan een veilige en gezonde werkomgeving, aan het bevorderen van diversiteit in ons personeelsbestand en aan gevarieerde loopbaanmogelijkheden voor onze medewerkers. Ook steunen we graag – financieel of anderszins – initiatieven die ten goede komen aan de samenleving. In dit Maatschappelijk Verslag treft u hiervan veel voorbeelden aan. Van de economische en sociale bijdrage die wij leveren tot aan het beleid dat we voeren, de maatregelen die we nemen en de investeringen die we doen. En dat alles slechts met één doel: onze samenleving van voldoende energie en grondstoffen te voorzien. Duurzaam, dat wil zeggen blijvend.
Joost Van Roost President-directeur ExxonMobil in Nederland
3
De skyline van het ExxonMobil-terrein in de Botlek met op de voorgrond
4
de aromatenfabriek en daarachter de raffinaderij.
5
Hoofdstuk 1
ExxonMobil in Rotterdam en Nederland In Nederland kennen veel mensen ExxonMobil onder de naam Esso. Toch zijn de gelijknamige tankstations maar één onderdeel van ons concern. ExxonMobil houdt zich bezig met de winning, verkoop en distributie van aardolie en aardgas, de raffinage en marketing van olieproducten en de productie en marketing van uit oliefracties gewonnen grondstoffen voor de chemische industrie.
OLIE
is meer dan een bron van energie
6
In 2005 was de wereldwijde omzet van Exxon Mobil 359 miljard dollar, de winst na belasting bedroeg 36 miljard dollar. Een niet onbelangrijk deel van de inkomsten van de onderneming is afkomstig uit Nederland. En dat is al heel lang zo. De economische betekenis van ExxonMobil voor ons land gaat terug tot 1891, toen Amerikaanse, Nederlandse en Belgische zakenlieden in Rotterdam en Antwerpen een overeenkomst sloten om hier petroleum op de markt te brengen van de door de beroemde John D. Rockefeller opgerichte Standard Oil Company. Rotterdam hield in de loop der jaren zijn spilfunctie voor de onderneming. De verkoop- en distributiemaatschappij van de beginjaren veranderde na de Tweede Wereldoorlog in een geïntegreerde oliemaatschappij met een eigen smeeroliefabriek (1955), een eigen raffinaderij plus brandstofdepot (1959) en eigen chemische fabrieken (vanaf 1964). Buiten het Rotterdamse havengebied beschikt ExxonMobil ook over chemische fabrieken in Kerkrade (films) en Amsterdam (esters). In Zwolle bevindt zich een modern brandstofdepot. Sinds 2005 is dit een joint venture met de firma Van der Sluijs, die het depot ook beheert. Via de Neder landse Aardolie Maatschappij (NAM) en Gasunie heeft ExxonMobil een belang in de nationale aardolie- en aardgaswinning, -verkoop en
-distributie. Het hoofdkantoor van ExxonMobil voor de Benelux is gevestigd in Breda. ExxonMo bil verschaft in Nederland rechtstreeks werk aan 1750 personen. Indirect profiteren tal van bedrij ven en hun medewerkers, in het bijzonder de ongeveer 350 Esso-verkooppunten, aannemers en leveranciers, van de aanwezigheid in Nederland van het grootste olieconcern ter wereld. Het merendeel van ons eigen personeel werkt in de Regio Rotterdam.
Energie voor de toekomst De uitdaging waarvoor de wereld staat, is de energievoorziening ook voor toekomstige generaties veilig te stellen. Naar de stellige overtuiging van ExxonMobil en onafhankelijke experts zullen fossiele brandstoffen daarbij de komende decennia een onmisbare rol blijven spelen. Voor andere energiebronnen is voorals nog geen hoofdrol weggelegd. In Europa en dus ook Nederland is dat niet anders. Olie is meer dan een bron van energie. Het is ook de grond stof van een van de belangrijkste industrieën van ons land: de (petro-)chemie. De ontwikkeling van deze sector heeft in de afgelopen decennia een enorme vlucht genomen. Hij is goed voor een omzet van circa E34 miljard en is binnen de Nederlandse industrie verantwoordelijk voor 10%
van de werkgelegenheid, 15% van de productie, 20% van de export, 25% van de investeringen en 30% van de onderzoeks- en ontwikkelingsuit gaven.* ExxonMobil draagt hier met zijn raffina derij en chemische fabrieken aanzienlijk aan bij.
Maatschappelijk verantwoord Wij vinden dat de manier waarop onze onderne ming opereert minstens even belangrijk is als het resultaat dat zij nastreeft. Met andere woorden: we willen de samenleving niet alleen dienen met onze economische activiteiten en producten, maar ons ook maatschappelijk verantwoord gedragen. Dat betekent dat we de veiligheid en gezondheid van al onze medewerkers, aannemers en klanten voorop stellen bij alles wat we doen. Dat onze fabrieken milieuzorg hoog in hun vaandel hebben staan. Dat we strikte ethische normen hanteren bij het zakendoen, dat we een personeelsbeleid voeren dat iedereen die bij ons wil werken of werkt gelijke kansen biedt. Dat we de wet compromisloos naleven. Dat we samen werken met overheden, andere bedrijven en maatschappelijke organisaties om onze prestaties op met name het gebied van veiligheid, gezond heid en milieu te verbeteren. En ten slotte dat we financieel of anderszins bijdragen aan maat schappelijke en culturele activiteiten en initiatieven.
ExxonMobil in de Regio Rotterdam ExxonMobil is met een raffinaderij, vier chemische fabrieken en een smeeroliemengfabriek ruim vertegenwoordigd in het Rotterdamse haven gebied. De productieactiviteiten vinden plaats op drie locaties: | raffinaderij, de aromatenfabriek Botlek (RAP) | ftaalzuuranhydride-fabriek (PAN) en weekmakersfabriek (RPP) Europoort | oxo-alcoholenfabriek (ROP) | smeeroliemengfabriek (LOBP) Pernis
Weekmakers zijn overal De weekmakers die de RPP (onderdeel van de RPI) produceert, vinden hun weg over vrijwel de hele wereld. Ze worden per vrachtwagen of schip geleverd aan fabrieken in Europa, Afrika en Azië, waar ze verder worden verwerkt. Uiteindelijk geven weekmakers soepelheid aan bijvoorbeeld kabels, textiel, behang, vloerbedekking, meubilair en schoeisel.
In de Botlek bevinden zich ook een LPG-produc tie-eenheid, die reukloze aërosolen (drijfgas) vervaardigt en een terminal waar klanten en vervoerders producten kunnen afhalen. ExxonMobil heeft daarnaast een belang in TEAM Terminal in Europoort en de MOT op de Maasvlakte. Hier lossen grote tankschepen hun lading aardolie. Van belang is verder nog de RAPL (Rotterdam Antwerp PipeLine), een pijpleiding waarmee raffinaderijen, waaronder de Exxon Mobil-raffinaderij in Antwerpen, van aardolie worden voorzien. De raffinaderij | De ExxonMobil-raffinaderij Rotterdam is sinds de officiële opening in 1960 diverse malen uitgebreid en vernieuwd. De laatste volledige modernisering dateert van de tweede helft van de jaren tachtig, maar ook daarna zijn nieuwe fabrieken en eenheden gebouwd en bestaande installaties vernieuwd. Het fabrieks complex heeft nu een verwerkingscapaciteit van circa tien miljoen ton ruwe olie per jaar. Naast de basiseenheden, een atmosferische en vacuümdestillatie-eenheid en een benzinefabriek, heeft de raffinaderij een grote thermische kraakeen heid, de FLEXICOKER, die zware in lichte olieproducten omzet. Een HydroCracker converteert hoogzwavelige gasolie in onder meer zwavel arme diesel en kerosine en grondstoffen voor de chemische industrie. Verder zijn er ontzwavelings eenheden en een zwavelfabriek. De raffinaderij produceert haar eigen waterstof in een speciaal
* Bron: Vereniging van de Nederlandse Industrie.
7
ExxonMobil in Rotterdam en Nederland
zijn de producten, voornamelijk brandstoffen en grondstoffen voor de chemische industrie, relatief schoon en de emissies naar de lucht van zwavel dioxide, stikstofoxide en stof, behoorlijk lager dan die van andere raffinaderijen. Een andere bijzonderheid is dat het gas dat in het FLEXICOKERproces vrijkomt, gebruikt wordt als brandstof voor de fornuizen. Opvallend is het efficiënte energie verbruik. Door het inzetten van warmtewisselaars en de goede isolatie blijft veel warmte in de fabriek. Met een eigen warmtekrachtcentrale die door de FLEXICOKER gemaakt gas verbrandt om elektriciteit en stoom te produceren, voorziet de raffinaderij voor een belangrijk deel in haar eigen elektriciteitsbehoefte. Deze centrale heeft een veel hoger rendement dan een gewone elektrici teitscentrale. Het laatste pluspunt voor het milieu dat we noemen, is de geavanceerde afvalwater zuivering, een drietrapsreiniging inclusief BIOXtank, waarin miljoenen bacteriën zich tegoed kunnen doen aan de laatste olieresten die in het gezuiverde water zijn achtergebleven.
De controlekamer van de aromatenfabriek.
8
voor dit doel ontworpen installatie. De belangrijkste producten zijn LPG, benzine, nafta, kerosine, dieselolie, huisbrandolie, zwavel, petroleum cokes en grondstoffen voor de chemische industrie, zoals voeding voor de productie van aromaten. Het speciale van de ExxonMobil-raffinaderij is dat zij dankzij de aanwezigheid van de FLEXICOKER geen zware stookolie produceert en zeer veel zwavel uit ruwe aardolie en andere grondstoffen haalt. Daardoor
De aromatenfabriek | De aromatenfabriek (Rotterdam Aromatics Plant - RAP) van Exxon Mobil Chemical is in 1964 opgericht en bevindt zich op hetzelfde terrein als de ExxonMobilraffinaderij in Rotterdam-Botlek. In de ruim 40 jaar van haar bestaan is de RAP uitgegroeid tot een van de grootste aromatenfabrieken ter wereld. De laatste uitbreiding dateert van 1998, toen een productie-eenheid voor paraxyleen (de grondstof voor onder andere PET-flessen) in gebruik werd genomen. De totale capaciteit van de fabriek bedraagt op dit moment 1,6 miljoen ton product per jaar. De grondstof voor de installatie (aromaatrijke voedingsstromen) komt onder andere van de ExxonMobil-raffinaderijen in Rotterdam, Antwerpen en Fawley (Engeland). Door verschillende chemische reacties en bewerkingen (destillatie, kristallisatie, adsorptie, extractie) worden zuivere aromaten (kringvormige koolwaterstofverbindingen) gemaakt zoals
benzeen, tolueen, orthoxyleen en paraxyleen en cyclohexaan. Alle bijproducten die ontstaan in het productie proces, gaan terug naar de raffinaderij. De eindproducten worden tot de levering opgesla gen in een tankpark op het Botlek-terrein. Het vervoer naar de klant gebeurt per pijpleiding of per schip. De productie van aromaten gaat volcontinu door. De weekmakersfabriek | De Plasticizers and Intermediates Plant (RPI) bestaat uit drie fabrie ken: de oxo-alcoholenfabriek (ROP) in Europoort, de ftaalzuuranhydride-fabriek (PAN) en de weekmakersfabriek (RPP) beide in de Botlek. De weekmakersfabriek is sinds 1978 in bedrijf, de oxo-alcoholenfabriek sinds 1982 en de ftaalzuuran hydride-fabriek sinds 1991. De drie fabrieken vormen qua productie een logisch geheel: oxo-alcoholen en ftaalzuuranhydride zijn beide grondstoffen voor de weekmakersfabriek. Deze weekmakersfabriek is qua productiecapaciteit (350.000 ton per jaar) de grootste van Europa. Oxo-alcoholen en ftaalzuuranhydride worden gemaakt in verschillende stappen. De grondstof voor oxo-alcoholen zijn olefinen, afkomstig uit ruwe olie, en wordt geleverd door fabrieken van ExxonMobil Chemical in Engeland en Frankrijk. Orthoxyleen, nodig voor de ftaalzuuranhydrideproductie, wordt geleverd door de aromaten fabriek. De oxo-alcoholenfabriek produceert per jaar zo’n 260.000 ton alcohol en de ftaalzuuranhydridefabriek jaarlijks ongeveer 60.000 ton ftaalzuuran hydride. Deze twee stoffen worden voor een groot deel in het eigen bedrijf gebruikt voor de productie van weekmakers. De bijproducten gaan óf naar de raffinaderij voor de productie van brandstoffen óf worden direct gebruikt als brandstof voor de fabriek. Alcoholen, ftaalzuuran hydride en weekmakers worden tot gebruik opgeslagen in tanks op het fabrieksterrein. De drie fabrieken zijn volcontinu in bedrijf.
Aromaten? Alledaags! De producten van de aromatenfabriek vormen de grondstof voor ‘alledaagse’ kunststoffen. Een paar voorbeelden. Benzeen, nodig bij de productie van cyclohexaan, wordt gebruikt voor het maken van polystyreen (piepschuim), kunststoffen voor (elektrische) apparaten, auto-onderdelen, sportschoenen en tennisrackets. Cyclohexaan wordt verwerkt in nylon, synthetische vezels en harsen. Paraxyleen is een grondstof voor PET, waar frisdrankflessen van worden gemaakt. Orthoxyleen wordt gebruikt bij de productie van week makers, waarmee bijvoorbeeld hard plastic buigzaam kan worden gemaakt.
De smeeroliemengfabriek | De smeeroliemeng fabriek of Lube Oil Blending Plant (LOBP) in Pernis is gebouwd in 1955 en in de loop der jaren steeds verder uitgebreid. Er worden smeer middelen geproduceerd voor de smering van machines in de industrie en scheepvaart en voor motoren in vracht- en personenauto’s en in vliegtuigen. Vanuit deze productievestiging worden de smeermiddelen in diverse verpakkin gen getransporteerd naar klanten in de Benelux, Europa en Afrika. Met basisoliën, een raffinaderijproduct, en speciale additieven worden honderden verschillende smeermiddelen gemengd; elk smeermiddel volgens eigen specificatie en bereidingsmethode. Alle smeermiddelen worden in het eigen laboratorium gekeurd. Na goed keuring van het kwaliteitslaboratorium worden de smeermiddelen in vaten, bussen en flessen verpakt voor verzending naar de klanten. Sommige smeermiddelen worden ook in bulk per tankauto of per schip verzonden. De verpakte producten worden tijdelijk opgeslagen in afwachting van transport naar de afnemers. Met een jaarlijkse productie van ongeveer 170.000 ton is de Lube Oil Blending Plant in Pernis de op één na grootste smeeroliemengfabriek van ExxonMobil in Europa en de zesde ter wereld. n
9
De smeeroliemengfabriek van ExxonMobil in Pernis produceert ca. 170.0
10
00 ton smeermiddelen voor de Benelux, Europa en Afrika.
11
Hoofdstuk 2
Milieu, veiligheid en gezondheid ExxonMobil hecht grote waarde aan wat het zelf de integriteit van zijn operationele activiteiten noemt. Dit begrip omvat eigenlijk alles wat in een fabriekscomplex gebeurt. Integer werken betekent voor ExxonMobil geen enkele concessie doen aan de veiligheid en gezondheid van medewerkers, structureel rekening houden met de belangen van omwonenden en zorgzaam omgaan met het milieu.
NIEUWE installaties voor ontzwaveling
12
Milieubeleid
Energie
Voor ExxonMobil is milieubeleid in de eerste plaats milieuzorg. De raffinaderij, de chemische fabrieken en het smeeroliemengbedrijf hebben op dit gebied een bijzondere verantwoordelijk heid; het raffineren van olieproducten, het produceren van chemische stoffen en het mengen van basisoliën heeft nu eenmaal direct of indirect invloed op het milieu. Bij de verbranding van olie en gas ontstaan zwaveldioxide, stikstofoxiden en kooldioxide. Lichte olieproducten zoals benzine verdampen als ze worden blootgesteld aan de lucht. Olieresten en zware metalen kunnen het oppervlaktewater en de bodem verontreinigen. In het productieproces en bij het onderhoud aan de installaties ontstaat afval. Milieuzorg is daarom een vanzelfsprekendheid voor onze onderneming. Onze fabrieken springen zo zuinig mogelijk om met energie en beperken de uitstoot van mogelijk schadelijke stoffen tot een minimum. Al bij het ontwerp van fabrieks installaties wordt met milieueisen rekening gehouden. De raffinaderij en chemische fabrieken beschikken over geavanceerde afvalwater reinigingssystemen. Afvalstromen worden volgens de regels behandeld en verwerkt.
Bij het verbranden van fossiele brandstoffen ontstaat het broeikasgas kooldioxide (CO2). Hoewel er nog veel wetenschappelijke onzeker heden rond klimaatveranderingsprocessen bestaan, is er meer dan voldoende reden tot zorg. Doordat de wereld de komende decennia afhankelijk zal blijven van fossiele brandstoffen, zal de uitstoot van CO2 namelijk blijven toenemen. Wereldwijd zijn afspraken gemaakt in het kader van de Verenigde Naties om de emissies van broeikasgassen terug te dringen, eerst in Rio de Janeiro (1992) en vervolgens in een aantal aanvullende conferenties, waarvan de bekendste in 1997 plaatsvond in het Japanse Kyoto. Het Kyoto-Protocol verplicht een aantal geïndustriali seerde landen tot forse emissiebeperkingen vóór 2010. De wereldwijde doelstelling is -5% ten opzichte van het referentiejaar 1990. De kans dat dit ook daadwerkelijk zal lukken, is klein. Binnen de doelstellingen van Kyoto moet Nederland 6% procent reduceren ten opzichte van de situatie in 1990. Dat is veel, in de eerste plaats doordat Nederland een energie-efficiënte industrie heeft, maar daarnaast doordat de industrie sinds 1990 veel geïnvesteerd heeft in energie-intensieve activiteiten. Net als veel andere geïndustrialiseerde landen is Nederland
daardoor niet in staat op eigen houtje aan zijn reductieverplichtingen te voldoen. Dit gemis moet worden gecompenseerd door bijvoorbeeld de aankoop van papieren emissierechten in landen die broeikasgassen ‘over’ hebben. De kosten daarvan zullen per land in de honderden miljoenen euro’s per jaar lopen. ExxonMobil is nooit voorstander van ‘Kyoto’ geweest. Het verdrag is in de eerste plaats niet effectief en daarnaast onevenwichtig aangezien de noodzakelijke balans tussen economie en ecologie volledig zoek is. Desondanks werken we loyaal mee aan de uitvoering van de maatregelen die de Nederlandse overheid heeft getroffen om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Vrijwillige overeenkomsten | Om toch zoveel mogelijk tastbaar resultaat te boeken heeft de Nederlandse regering gekozen voor het sluiten van een vrijwillige benchmarkingovereenkomst (BMO) met de energie-intensieve industrie. Die heeft in dit kader beloofd uiterlijk in 2012 tot de beste tien procent in energie-efficiëntie, de wereldtop, te zullen behoren. De ‘benchmark’ (Engels voor maatstaf, ijkpunt) is de norm waarop de bedrijven voor wat betreft hun energieefficiëntie worden vergeleken. De betrokken Nederlandse productievestigingen van Exxon Mobil – de raffinaderij, de aromatenfabriek (RAP) en oxo-alcoholenfabriek (ROP) – hebben elk dit convenant ondertekend. De overheid heeft formeel bevestigd dat ze alle drie aan de norm voldoen. Geen verrassing, want raffinaderij en chemische fabrieken van ExxonMobil in het Rotterdamse behoren sinds jaar en dag tot de meest energie-efficiënte industriële bedrijven ter wereld. Concrete maatregelen | ExxonMobil’s fabrieken gebruiken onderling vergelijkbare methoden om zo zuinig mogelijk met energie om te springen. Ze zijn zo ontworpen dat ze slim gebruik maken van de vele warmte (= energie) stromen. Warmte
OIMS De basis van ExxonMobil’s milieuzorg en veiligheidsbeleid is het Operations Integrity Management System (OIMS). Dit systeem voorziet in een gestructureerde aanpak van alle aspecten van veiligheid/ gezondheid, milieuzorg en bedrijfszekerheid. OIMS zorgt dat ExxonMobil bij alle activiteiten voldoet aan nauwkeurig gedefinieerde milieudoelstellingen. De instantie die wereldwijd de ISO-kwaliteitszorgcertificaten verleent, Lloyd’s, beschouwt OIMS als ten minste gelijkwaardig aan het milieucertificaat ISO 14001.
wisselaars voeren warmte die anders in de lucht zou verdwijnen terug in het productieproces, zodat minder hard gestookt hoeft te worden om productstromen op temperatuur te brengen. De raffinaderij beschikt over een warmtekracht centrale die op zelf geproduceerd laagzwavelig gas wordt gestookt. Dankzij deze centrale voorziet de raffinaderij voor een belangrijk deel in haar eigen elektriciteitsbehoefte en die van de overige ExxonMobil-bedrijven in de Botlek. Basis van verdere verbeteringen is ExxonMobil’s wereld wijde energiezorgsysteem, oftewel Global Energy Management System (GEMS). Dit systeem berust op de toepassing van wereldwijd geüniformeerde
Safety, Health & Environment (veiligheid, gezondheid en milieu), vormen de basis van ExxonMobil’s operationele activiteiten.
13
Milieu, veiligheid en gezondheid
Responsible Care De chemische fabrieken van ExxonMobil doen mee aan het Responsible Care-programma van de chemische industrie, zowel wereldwijd als aan de Nederlandse versie hiervan, dat onder beheer staat van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, de VNCI. Dit programma verplicht de deelnemers verantwoord chemische producten te vervaardigen, dat wil zeggen met inachtneming van strenge normen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieuzorg.
werkmethoden (best practices) zowel bij het ontwerpen en bouwen van installaties als in de productie en bij het onderhoud. Veel aandacht wordt besteed aan het voortdurend verbeteren van het GEMS-systeem. Een voorbeeld: op de raffinaderij lopen kilo meters lange stoomleidingen. Bij het transport van stoom ontstaat condenswater dat via 10.000 automatische klepjes de leidingen verlaat. Deze steam traps voeren echter niet alleen condens af maar ook stoom en dus energie. In 2005 werd een groot onderhoudsprogramma uitgevoerd voor alle steam traps. Dat leverde 10 Megawatt energiebesparing op. Ter vergelijking: met die hoeveelheid energie kunnen we 200.000 gloeilam pen laten branden. Monitoring protocol | Uiteindelijk gaat het de overheid om de hoeveelheid CO2 die in de atmosfeer verdwijnt. Aan elk van de betrokken bedrijven is daarom een emissiequotum toe gewezen. Daarnaast moeten zij hun meet- en controlesystemen door een speciaal voor dit doel in het leven geroepen overheidsinstelling – de Nederlandse Emissie-Autoriteit – laten goed keuren. Een objectieve meting is immers noodza kelijk om na te kunnen gaan of de betrokken bedrijven zich houden aan het hun toegewezen emissiequotum. Bovendien vormen de meetresul taten de basis voor de CO2-emissiehandel.
14
De ExxonMobil-raffinaderij was in 2004 het eerste Nederlandse bedrijf dat over een gevalideerd ‘Monitoring Protocol’ beschikte. Destijds werd de onderneming hiervoor door de Nederlandse staatssecretaris van Milieu, Pieter van Geel, persoonlijk onderscheiden. Het Monitoring Protocol beschrijft hoe kool dioxide- en stikstofoxidenemissies van industriële installaties betrouwbaar kunnen worden gemeten.
Luchtkwaliteit Schadelijke emissies | De productieprocessen van de raffinaderij en de chemische fabrieken gaan gepaard met de uitstoot van een aantal schadelijke stoffen. De belangrijkste hiervan zijn zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en koolwaterstoffen. Zwaveldioxide en stikstofoxiden dragen bij tot verzuring van atmosfeer en bodem, koolwater stoffen en stikstofoxiden tot smogvorming. De SO2- en NOX-emissies van ExxonMobil’s
fabriekscomplexen bevinden zich al sinds de jaren tachtig ver onder de wettelijke normen, doordat zij voor hun stookbehoeften alleen gas gebruiken. De ExxonMobil-raffinaderij, die het grootste deel van het door haar benodigde stookgas zelf produceert, onderscheidt zich wat dit betreft van veel andere raffinaderijen, die ook hoogzwavelige brandstoffen als stookolie of residu verbranden. Vluchtige koolwaterstoffen (of vluchtige organi sche stoffen, VOS) zoals benzinedamp, komen vrij bij de productie, de opslag en de belading van lichte producten. De uitstoot van deze stoffen is laag door toepassing van speciale afdichtingen of inwendige drijvende dekken van opslagtanks, door dampterugwinning bij de belading van lichters en trucks en dankzij speciale meet- en onderhoudsprogramma’s voor het opsporen en verhelpen van lekkages. Bij de bouw van nieuwe installaties wordt gekozen voor apparatuur met weinig tot geen emissies.
Het milieuzorgsysteem Bescherming van het leefmilieu is een wezenlijk onderdeel van de bedrijfscultuur van ExxonMobil. De onderneming doet een beroep op de persoonlijke verantwoordelijkheid van alle medewerkers. Daartoe zijn milieuvoorschriften en -procedures opgesteld, die alle medewerkers moeten toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Er is verder regelmatig training on the job, waarbij gezamenlijk gekeken wordt hoe de milieuprestaties nog verder verbeterd kunnen worden. Doet zich ondanks alle voorschriften, instructies en preventie toch een milieuincident voor, dan moet dat direct gemeld worden bij de bedrijfsleiding. Ook het rapporteren van bijna-ongelukken of near misses is belangrijk. De organisatie kan er lessen uit trekken, op het persoonlijke vlak maar ook door preventieve maatregelen te nemen zoals het aanpassen van voorschriften, procedures of installaties.
Investeren in ontzwaveling | De komende jaren moet de raffinagesector in Europa zich aanpassen aan een reeks nieuwe EU-milieuregels. Zo worden de ontzwavelingseisen steeds strenger. Dit heeft ook consequenties voor diesel en huisbrandolie, qua samenstelling twee sterk verwante producten. Sinds 1 januari 2005 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat diesel met niet meer dan 10 ppm (deeltjes per miljoen) zwavel in voldoende mate en met een redelijke geografische spreiding verkrijgbaar is. Vanaf 2009 geldt een verbod voor diesel met een zwavelgehalte van meer dan 10 ppm. Voor huisbrandolie is vanaf 1 januari 2008 een limiet van kracht van 1000 ppm (nu is het nog 2000 ppm). De achtergrond van deze maatregelen – nu en vroeger – is de doelstelling van de Europese Unie om de luchtkwaliteit in de lidstaten te verbeteren. De toekomstige strenge dieselnorm heeft weliswaar wegens de wet van de afnemende meeropbrengst een te verwaarlozen effect op de zwaveldioxide-emissies uit de motoruitlaat, maar helpt indirect wel bij het oplossen van een ander milieuprobleem: roetemissies. Op dieselauto’s
15
Milieu, veiligheid en gezondheid
1
De belangrijkste (milieu-)feiten in 2005
• De SO2-uitstoot van de raffinaderij en de aromatenfabriek bleef ruim binnen de vergunningsnormen, hoewel de emissies als gevolg van de ongeplande onderhoudsstop enigszins hoger lagen dan in 2004.
zou in alle landen van de Europese Unie een roetfilter moeten worden gemonteerd om de uitstoot van roetdeeltjes dusdanig te beperken dat aan de komende Europese emissienormen voor fijn stof kan worden voldaan. Als diesel te veel zwavel bevat, loopt de effectiviteit van dit filter terug, terwijl het brandstofverbruik (en de bijbehorende CO2-uitstoot) toeneemt. Als nu niets zou gebeuren, zou de ExxonMobilraffinaderij vanaf 2009 zelf niet voldoende 10 ppm diesel kunnen produceren om aan de marktvraag te kunnen voldoen. Om die reden heeft Exxon Mobil besloten in Rotterdam in nieuwe ont zwavelingsinstallaties te investeren. In maart 2005 begon de bouw. In de zomer van 2006 komt de nieuwe fabriek in bedrijf. Dit upgradingproject is de eerste grote investe ring in Rotterdam sinds in 1993 de HydroCracker, een conversie-eenheid, werd gebouwd. Hiermee laat ExxonMobil zien dat het wil blijven investeren in de productie van schone brandstoffen. Er zijn in totaal circa 350.000 manuren mee gemoeid, dus het belang voor de lokale gemeenschap mag niet onderschat worden. Het project betekent werk en inkomen voor de plaatselijke bedrijven die erbij worden betrokken en de mensen die er werken.
• De waterzuiveringsinstallatie van de raffinaderij opereerde stabiel.
Water
• Eind september werd op de raffinaderij een kleine lekkage in een leiding van de Gasifier, een van de drie hoofdonderdelen van de FLEXICOKER, geconstateerd. Deze lekkage kon helaas niet gerepareerd worden zonder de FLEXICOKER uit bedrijf te nemen, waardoor de raffinaderij geconfronteerd werd met een onvoorziene verkorte onderhoudsstop. Ook de met de FLEXICOKER verbonden eenheden moesten buiten bedrijf worden gesteld, terwijl enkele andere fabrieken hun productiecapaciteit zagen dalen. Tijdens deze onderhoudsstop ontsnapte twee maal een hoeveelheid zwavelhoudend gas. Deze incidenten leidden tot een reeks van stankklachten vanuit omliggende gemeenten. • Alle productievestigingen ontvingen een emissievergunning voor de handel in CO2- en NOx-rechten. CO2- en NOx-emissies worden gemeten volgens een door de overheid goedgekeurd en bekroond CO2- en NOx-Monitoring Protocol. • De energie-efficiëntie van de raffinaderij verbeterde licht in vergelijking met 2004.
• Aan het einde van het jaar begon de alcoholenfabriek met de sloop van de gasfabriek die al lang buiten bedrijf was. Door de verwijdering van de gasfabriek is definitief een einde gekomen aan de productie van synthesegas voor eigen gebruik. Sinds dit gas wordt ingekocht, zijn de milieuprestaties verbeterd. De energie-efficiëntie ligt hoger, terwijl de emissies van NOx en vluchtige koolwaterstoffen zijn gedaald. 1
Volledige overzichten van de milieuresultaten en -maatregelen in 2005 zijn opgenomen in de voor de overheid bestemde milieujaarverslagen van de raffinaderij, de aromatenfabriek en de weekmakersfabriek. Deze openbare verslagen zijn op te vragen bij de betrokken ExxonMobil-vestigingen. Zie voor de adressen de achterzijde van dit verslag.
16
Het afvalwater van de raffinaderij, de aromaten fabriek en weekmakersfabriek wordt al sinds de jaren tachtig grondig behandeld in een zuive ringsinstallatie, die uit verschillende onderdelen bestaat: een olie-afscheider; een egalisatiebassin, een flocculatie/flotatie-eenheid, een biologische zuivering en een nabezinkingsvijver. De oxoalcoholenfabriek in Europoort beschikt sinds 1995 over een speciale installatie die sporen van het zware metaal kobalt uit het proceswater verwij dert. Het zo gezuiverde water krijgt met het overige afvalwater een slotbehandeling in een biologische waterzuivering. Zowel de raffinaderij als de drie chemische fabrieken proberen de waterverontreiniging
Afval Uit een oogpunt van milieuzorg en kostenbeheer sing maakt ExxonMobil gebruik van een op maat gemaakt afvalzorgsysteem, dat erop is gericht de hoeveelheid afval te beperken, verschillende categorieën afval te scheiden en hergebruik waar mogelijk te bevorderen. In periodes waarin de afvalproductie hoger dan normaal is, zoals tijdens onderhoudsstops en nieuwbouwprojecten, worden speciale afvalplannen gemaakt.
Raffinaderij: SO2-emissies 1992-2005 De totale SO2-uitstoot over 2005 bedroeg 3506 ton. De raffinaderij heeft een vergunning voor 4400 ton SO2-uitstoot en een storingsvolume van 1.000 ton SO2- uitstoot. De SO2- uitstoot over 2005 is hoger dan voorgaande jaren als gevolg van de onverwachte onderhoudsstop van de FLEXICOKER.
5000
3000
2000
1000
Veiligheid en gezondheid
0
92
19
93
94
95
19
19
97
96
19
19
98
99
19
19
00
19
01
20
02
20
03
04
20
20
20
20
05
RAP: benzeenemissies 1989-2005 Het beleid van de RAP is erop gericht om de emissies van vluchtige koolwaterstoffen, in het bijzonder van benzeen, steeds verder terug te dringen. De doelstelling voor de periode 1989 tot 1995 om de totale emissie met 50% terug te dringen en voor de periode 1995 tot 2001 met nog eens 30% werd ruimschoots gehaald. Doordat de berekeningsmethode is gewijzigd, lijken de emissies in 2005 hoger te liggen dan in 2004; in werkelijkheid daalde de totale benzeenuitstoot.
80
Proces Tankage
70 60
ton/jaar
ExxonMobil hanteert voor zichzelf hoge normen op het gebied van veiligheid en gezondheid. De veiligheidsnorm laat zich in twee woorden samenvatten: géén ongeval. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar door de jarenlang volgehouden inspanningen zijn we heel dicht bij dit doel gekomen. In de industrie is ExxonMobil een van de toppresteerders. Verzuim ongevallen – incidenten als gevolg waarvan de betrokkene meer dan 24 uur moet verzuimen – komen zelden meer voor, zowel bij de eigen medewerkers als bij de medewerkers van aan nemers. Dat is een enorme vooruitgang in vergelijking met de niet zo goede oude tijd, waarin bedrijfsongevallen als kwalijk maar ook onvermijdelijk werden gezien. Om het veiligheidsniveau bij ExxonMobil vast te stellen wordt het aantal ongevallen – inclusief lichte verwondingen – per 200.000 manuren gemeten. Dit getal, de TRIR (Total Recordable Injury Rate), ligt inmiddels al jaren tussen nul en één. Sommige bedrijfsonderdelen zijn er zelfs in verschillende jaren in geslaagd een ongevallen frequentie van nul te verwezenlijken, waarmee ze hebben bewezen dat het voorkómen van alle ongevallen geen vrome wens hoeft te zijn, maar
SO2 emissies
4000
ton/jaar
zoveel mogelijk aan de bron te beperken, onder andere door afvalwaterstromen opnieuw te gebruiken als proceswater. Daardoor worden de zuiveringsinstallaties niet onnodig belast.
50 40 30 20 10 0
89
19
95
19
96
19
97
19
98
19
99
19
00
20
01
20
02
20
03
20
04
20
05
20
05 20 ud o
17
Milieu, veiligheid en gezondheid
RPI: Energie-Efficiency-Index 1989-2005 De Energy-Efficiency-Index (EEI) van de RPI is vooral de afgelopen jaren flink verbeterd. Dat is te danken aan het uit bedrijf nemen van enkele fornuizen en het het overgaan op het gebruik van niet meer dan één ketel.
150
1000 800
EEI (%)
100
600 400
50
200 0
89
92
19
96
19
97
19
98
19
99
19
00
19
01
20
02
20
03
20
04
20
05
20
0
20
Prod. in Kton
EEI
Botlek Site (raffinaderij, RAP, RPP): Lozingskwaliteit afvalwater 1992-2005 De verbeteringen in de voorgaande jaren hebben zichtbaar bijgedragen tot een stabielere operatie van ExxonMobil’s waterzuiveringsinstallatie in de Botlek. Dit is zowel te merken aan het aantal overschrijdingen als aan de geloosde hoeveelheid olie en het aantal inwonersequivalenten. In het jaar 2005 bedroeg de gemiddelde olieconcentratie in het afvalwater 0,6 ppm (= deeltjes per miljoen), terwijl de vergunningsnorm 5 ppm is. Het geloosde aantal inwonerequivalenten bedroeg 3,113.
16
Olie ton/jaar E (BOD-136) x 1000 Olie PPM
14 12 10 8 6 4 2 0
92
19
18
93
19
94
19
95
19
96
19
97
19
98
19
99
19
00
20
01
20
02
20
03
20
04
20
05
20
een realistische doelstelling is. In de fabrieken zijn alle ‘harde’ beleidsvoorwaar den vervuld om veilig te kunnen werken. Bij het ontwerp van installaties en fabrieken wordt per definitie rekening gehouden met veiligheids aspecten. Voor risico’s geldt dat ze óf moeten worden weggenomen óf beheerst. Een voorbeeld van het laatste is het voorschrift dat steigers die niet zijn (goed)gekeurd door het verantwoorde lijke personeel, onder geen beding gebruikt mogen worden. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht, evenals het strikt navolgen van de werkprocedures. Kortom: niemand kan aan de slag zonder dat uitgebreide voorzorgsmaatregelen zijn genomen. En toch is dit niet voldoende. Een ongeluk zit zoals bekend in een klein hoekje. Gelukkig loopt het meestal goed af, maar dat is geen enkele garantie dat het de volgende keer wel goed gaat. Statistieken wijzen uit dat aan ieder echt ongeluk driehonderd ‘near-misses’ ofwel bijna-ongelukken voorafgaan. Het is dus cruciaal onze eigen medewerkers en die van de aannemers zo goed
RPI: milieuzorg en near-misses Het bijna-ongeval (near-miss) rapportagesysteem is een belangrijk hulpmiddel voor RPI. Van medewerkers wordt gevraagd dat zij bijna-ongelukken op het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu rapporteren met de bedoeling echte, ernstige ongevallen te voorkomen.
90
Aantal NM’s per jaar
80 70 60 50 40 30 20 10 0
89
19
mogelijk bewust te maken van de mogelijke gevolgen van hun eigen handelen. Om dit bewustzijn te verhogen zijn enkele jaren geleden voor zowel de raffinaderij als de chemische fabrieken veiligheidsprogramma’s opgezet die juist op de menselijke kant van het werk zijn gericht. Een voorbeeld van deze ‘zachte’ kant van het veiligheidsbeleid is het verplicht uitvoeren van een ‘Laatste-Minuut-Risico-Analyse’ vlak voordat aan een taak wordt begonnen. Dit houdt in dat medewerkers én aannemerspersoneel stil dienen te staan bij de eventuele risico’s en bij wat er nodig is om het werk niet alleen goed maar ook veilig te kunnen verrichten en pas daarna de beslissing mogen nemen om aan de uitvoering te beginnen. Bovendien worden collega’s aange moedigd om elkaar te stimuleren veilig te werken. Met het rapporteren en onderzoeken van nearmisses en het leren van onderlinge observaties kan het veiligheidsresultaat verder worden verbeterd. Een specifiek voorbeeld van veilig heidsbewust werken is de ‘dagstart’ op de oxoalcoholen- en weekmakersfabrieken, waarbij vóór
90
19
91
19
92
19
93
19
94
19
95
19
96
19
97
19
98
19
99
19
00
20
01
20
20
02
20
03
20
04
20
05
het begin van de werkdag een veiligheidsonder werp wordt besproken.
Externe veiligheid Onze fabrieken zitten vol energie en brandbare stoffen. Daar is bij het ontwerp van de installaties natuurlijk rekening mee gehouden. Daarnaast verzekeren deskundige bediening en vakkundig en tijdig onderhoud de veiligheid van de fabrie ken. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zijn samen met de regionale overheid plannen uitgewerkt om eventuele calamiteiten snel en effectief te kunnen bestrijden. Op gezette tijden oefent het personeel samen met overheidsdien sten zoals de politie en de brandweer, waarbij de werkelijkheid zo goed mogelijk wordt nagebootst. Uit de veiligheidsrapporten die de raffinaderij, de alcoholenfabriek en de aromatenfabriek verplicht opstellen, blijkt dat de risico’s voor de omgeving voldoende worden beheerst. n
19
De oxo-alcoholenfabriek (ROP) in Europoort is een van de drie onder
20
delen van de Rotterdam Plasticizers and Intermediates Plant (RPI).
21
Hoofdstuk 3
Mens en Bedrijf ExxonMobil’s activiteiten in de regio Rotterdam zijn vooral technisch van aard. De raffinaderij en de chemische fabrieken zijn complexe productiefaciliteiten waarin zich op het eerste gezicht geheimzinnige natuurkundige en scheikundige processen afspelen. Om deze fabrieken veilig en efficiënt te laten werken heeft ExxonMobil in het bijzonder goed geschoold, technisch personeel nodig. ExxonMobil heeft deze mensen veel te bieden, zowel op het gebied van arbeidsvoorwaarden als loopbaanontwikkeling.
JOB
rotation, opleiding en training
22
Wereldwijd werkten op 31 december 2005 83.700 mensen bij ExxonMobil. Twee procent hiervan, 1674 medewerkers, was in dienst bij de Nederlandse tak van ons concern. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien weinig, zeker afgezet tegen het grote economische belang van de bedrijfsactiviteiten in en voor ons land, maar kenners weten dat schijn in dit geval bedriegt. De olie- en petrochemische industrie is een zeer kapitaalintensieve bedrijfstak. De investeringen die nodig zijn om aardolie en aardgas te winnen, zijn bijzonder hoog. Hetzelfde geldt voor het bouwen en onderhouden van de fabrieken die olie of olieproducten verwerken tot brandstof fen, smeermiddelen en halffabricaten voor de chemische industrie. De inkomsten moeten bijgevolg aanzienlijk zijn om een voor investeer ders aanvaardbaar rendement te halen. De omzet per werknemer lijkt daardoor extreem hoog en de werkgelegenheid laag. De waarheid is dat bij ExxonMobil precies zoveel mensen werken als er nodig zijn om te kunnen concurre
ren en de continuïteit op lange termijn te verzekeren, niet meer en niet minder.
Hoog opleidingsniveau Dat is de kwantitatieve kant van het personeels verhaal. Het belangrijkste kwalitatieve kenmerk van onze industrietak in het algemeen en onze onderneming in het bijzonder, is dat het opleidingsniveau van het personeel gemiddeld bijzonder hoog is. Van onze medewerkers hebben veruit de meesten minimaal een diploma op het hoogste MBO-niveau; relatief veel medewerkers hebben een HBO- of universitaire opleiding gevolgd. De oorzaak daarvan moeten we zoeken in de complexe structuur van de fabrieksinstallaties en de aard van het werk. Technologie is het sleutel woord. In tegenstelling tot wat buitenstaanders vaak denken, is de olie-industrie weliswaar oud maar niet ‘ouderwets’. De uitgaven voor onder zoek en ontwikkeling liggen op een hoog niveau. Zonder de nieuwste technologie zou ExxonMobil zich letterlijk en figuurlijk snel uit de markt prijzen.
Onze fabrieken hebben dus hoog opgeleid, vooral technisch geschoold personeel nodig. En dat niet alleen: we zoeken de besten onder hen. Van degenen die bij ExxonMobil aan de slag gaan, wordt veel verwacht. Daar staat trouwens ook veel tegenover. De primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend. De werk omgeving is inspirerend en uitdagend. Wie bovengemiddeld presteert, wordt ook boven gemiddeld beloond. En we houden ons aan strikte ethische normen, waarbij respect voor het individu en voor elkaar en het principe van nondiscriminatie voorop staan. Medewerkers die zich het slachtoffer voelen van intimidatie, in welke vorm dan ook, kunnen een beroep doen op speciaal voor dit doel benoem de vertrouwenspersonen. De verantwoordelijkheid voor het aannemen van nieuw personeel is gekoppeld aan het gevraagde opleidingsniveau. Academici solliciteren, ongeacht hun land van herkomst, bij de centrale werving- en selectieorganisatie van ons concern. In een later stadium voeren lokale afdelingen de sollicitatiegesprekken. Voor operationele en administratieve functies ligt dat anders. Belang stellenden solliciteren bij de plaatselijke perso neelafdeling (bij ExxonMobil de Afdeling Human Resources – HR – geheten), die het hele proces begeleidt. Zo ook in de Regio Rotterdam, waar één HR-afdeling voor alle fabrieksvestigingen personeel werft en selecteert.
De arbeidsmarkt In deze tijd is het geen eenvoudige opgave om goed technisch geschoold personeel te vinden. De oorzaak hiervan ligt in het slechte imago van de industrie. Dit imagoprobleem heeft veel zo niet alles te maken met gebrek aan kennis bij het grote publiek: onbekend maakt onbemind. Als gevolg daarvan associëren helaas te weinig men sen de moderne olie- en chemische industrie met haar belangrijkste kenmerken: boeiende en gevarieerde loopbaanmogelijkheden, innovatie,
Werving 2003-2005 naar leeftijd en geslacht De integrale sociaal-medische aanpak waarvoor de onderneming heeft gekozen, werpt vruchten af; het ziekteverzuimcijfer bevindt zich al jaren op een laag niveau.
100 Mannen
90
< 19 jr. < 20-24 jr. < 25-29 jr. < 30-34 jr.
Vrouwen
80 70
< 35 jr.
60 50 40 30 20 10 0 03
20
04
20
05
20
03
20
04
20
05
20
23
Mens en Bedrijf
EHAP Iedere medewerk(st)er van ExxonMobil en zijn of haar gezinsleden kan in geval van emotionele of psychologische problemen – privé of op het werk – gratis een beroep doen op een speciaal door de onderneming bekostigd programma. Dit Employee Health Advisory Program (EHAP) wordt uitgevoerd door onafhankelijke consulenten. Deelname is vrijwillig. Elke medewerker kan gebruik maken van het EHAP zonder zich zorgen te hoeven maken over loopbaan of carrièremogelijkheden. Om de privacy te waarborgen zijn de volgende afspraken gemaakt. • Cliëntgegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld • Alle gegevens vallen onder het psychologisch/medisch beroeps geheim • Medewerkers kunnen rechtstreeks contact opnemen met EHAP zonder dat iemand van de onderneming daarover hoeft te worden geïnformeerd. Namen worden niet doorgegeven. • De consulenten zijn onafhankelijk en geen medewerkers van ExxonMobil. Het EHAP stelt zich ten doel advies te geven en steun te verlenen. Doelstelling is de cliënt te helpen en bij te staan bij het vinden van een structurele oplossing.
Stages van studenten 2003-2005
Marketing Logistiek (raffinaderij) Chemie Overige functies
12
Personeelsontwikkeling
10 8 6 4 2 0 03
20
24
04
20
hi-tech, technologisch onderzoek, milieuzorg en aandacht voor veiligheid en gezondheid. Scholieren en studenten kiezen mede daardoor steeds vaker voor andere dan technische beroe pen en laten de exacte vakken links liggen. En dat in een samenleving die steeds technischer wordt. ExxonMobil probeert hier samen met andere industriële bedrijven iets aan te doen, bijvoorbeeld in het kader van de regionale opleidingscentra. De excursies die het Educatief Informatie-Centrum van de Rotterdamse Haven organiseert, doen ook geregeld de raffinaderij en chemische fabrieken van ExxonMobil aan. Scholieren en studenten zijn welkom om een stage te volgen.
05
20
ExxonMobil heeft zijn personeel zoals gezegd het nodige te bieden. Om te beginnen besteden we veel aandacht aan opleiding en training. Nieuwe processoperators volgen direct een aanvullende opleiding, de carrièrelijn genoemd. De vorderingen die zij daarbij maken zijn gekoppeld aan een aantal vaste promotiestap pen. Na verloop van tijd bereiken zij het allround
Hoe solliciteren? Wie bij ExxonMobil wil werken, kan alle benodigde informatie op onze internetsite vinden. Adres: www.exxonmobil.nl. Voor verschillende opleidings niveaus gelden aangepaste sollicitatieprocedures. Net afgestudeerde academici en specialisten met meer dan drie jaar werkervaring kunnen gebruik maken van een internationaal online sollicitatieformulier dat ze in de taal van hun keuze kunnen invullen. Niet-academici die op een van de productievestigingen in de Regio Rotterdam willen werken, sturen hun sollicitatiebrief en CV naar: Esso Nederland HR / Site CV Postbus 5125 3197 ZG Botlek Rotterdam Meer informatie: bel 010-4874301.
operator niveau. Ook jonge onderhoudsspecia listen volgen verschillende trainingen, waardoor zij gevormd worden tot allround technici die zelf complexe onderhoudsklussen tot een goed einde weten te brengen, maar ook aannemers personeel kunnen aansturen. Een selecte groep process en maintenance technicians groeit door naar leidinggevende functies. Voor ingenieurs en andere academici is internationaal een speciaal ontwikkelingsprogramma samengesteld. Meer informatie hierover is te vinden op onze website, www.exxonmobil.nl, onder het hoofdje ‘Een baan en een loopbaan’. Een ander kenmerk van ExxonMobil’s personeelsontwikkelingsbeleid is dat veel medewerkers rouleren tussen afdelingen (job rotation) om hen met zoveel mogelijk disciplines kennis te laten maken en hun veelzij digheid te stimuleren. Was het vroeger nog heel normaal dat iemand een loopbaan lang op dezelfde fabriek bleef, nu wordt actief gestreefd naar personeelsuitwisseling tussen de verschil lende productievestigingen in de regio. Ten slotte steekt de onderneming samen met de medische dienst ook veel tijd in het begeleiden van mensen met wie het tijdelijk wat minder
gaat. Voor medewerkers met psychologische klachten is een speciaal programma opgezet waaraan zij in vertrouwelijkheid met externe deskundige hulp kunnen deelnemen (zie kader).n
Verdeling mannelijk en vrouwelijk personeel per 31 december 2005
186 mannen
1488
vrouwen
25
De kleinste ExxonMobil-raffinaderij ter wereld bevindt zich sinds 1966 in
26
Madurodam en is de afgelopen jaren fors gemoderniseerd.
27
Hoofdstuk 4
Sponsoring en donaties Een succesvolle onderneming toont haar maatschappelijke betrokkenheid door sociaal-culturele doelen te steunen die het zonder particuliere hulp niet zouden redden. ExxonMobil heeft in de afgelopen periode direct of indirect financiële ondersteuning verleend aan verschillende projecten in Nederland. In de meeste gevallen deden we dat door geld te doneren zonder daar enige concrete tegenprestatie voor terug te verlangen; soms kozen we voor het sponsoren van activiteiten in ruil voor publiciteit.
Cultuur | SpijkenisseFestival
GELD
voor goede en nuttige doelen
ExxonMobil heeft vanouds een nauwe band met Spijkenisse; veel medewerkers van de raffinaderij en de aromatenfabriek wonen er. Toen de raffinaderij werd gebouwd, was de grond zelfs nog eigendom van Spijkenisse. Pas in 1960 werd dit deel van de haven Rotterdams grondgebied. Deze verbondenheid met Spijkenisse komt onder meer tot uitdrukking in het sponsoren van het SpijkenisseFestival in augustus. Al sinds 1992 is ExxonMobil hoofdsponsor van dit vijfdaagse evenement, dat gratis toegankelijk is voor het publiek. Er zijn allerlei muziekoptredens (jazz-, klassiek, pop), er is straattheater en er zijn kinderen familievoorstellingen.
Cultuur | Ixilum In 2005 presenteerde het SpijkenisseFestival een bijzondere attractie: Ixilum, een bouwwerk gemaakt van PVC dat overeind wordt gehouden door luchtdruk. ExxonMobil sponsorde het Luminarium zoals dit stukje bijzondere architec tuur officieel heet. De duizenden bezoekers die het gevaarte betraden, zagen een adem
28
benemend schouwspel van kleuren, vormen en licht.
Onderwijs | National Design Competition Bedenk een methode om zwavelcomponenten te verwijderen uit de gasstroom in de FLEXICOKER. Zo luidde de opdracht van de National Design Competition, een ontwerpwedstrijd voor studen ten van de technische universiteiten in Delft, Twente, Eindhoven en Groningen. De wedstrijd gaf de studenten de mogelijkheid een oplossing te vinden voor een bestaand probleem uit de dagelijkse praktijk van een raffinaderij. De FLEXICOKER is de centrale productie-eenheid op ExxonMobil’s raffinaderij in Rotterdam en conver teert zware oliestromen in lichtere producten met een hogere toegevoegde waarde (zie ook Hoofdstuk 1). Acht studentenduo’s Scheikundige Technologie hadden zich ingeschreven voor de ontwerpwed strijd, die door studievereniging het Technolo gisch Gezelschap uit Delft georganiseerd werd in samenwerking met ExxonMobil.
De prijs voor de beste oplossing ging naar twee studenten van de Technische Universiteit Delft. Een stagiair van een van de technische universitei ten werkt het idee verder uit.
Gezondheid | Palliatieve zorg Half februari opende Hospice de Waterlelie in Spijkenisse haar deuren. Dit aangepaste huis is met financiële hulp van ExxonMobil gebouwd voor mensen uit omgeving van Voorne-Putten en Rozenburg die in de laatste fase van hun leven zijn. In het hospice kunnen zij de zorg en aandacht krijgen die ze nodig hebben. De Waterlelie biedt plaats aan vijf bewoners, die elk de beschikking hebben over een eigen kamer en badkamer. Er zijn verschillende gemeenschappelijk ruimten, zoals een woonkamer, een keuken en een tuin. Ook zijn er twee logeerkamers voor familie en vrienden van de bewoners. De zorg in hospice de Waterlelie komt overeen met de zorg die de bewoners anders thuis zouden ontvangen. De medische zorg wordt gegeven door een huisarts. Deze werkt nauw samen met andere zorgverleners zoals specialisten, thuiszorg
medewerkers, geestelijk verzorgers, maatschap pelijk werkenden, fysiotherapeuten en psycholo gen. De onmisbare schakel in het hospice zijn de vrijwilligers, die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken en voor steun aan de bewoners en familie.
Links: Ixilum, sprookjeskasteel van licht en lucht. Rechts: Hospice de Waterlelie, zorg in de laatste levensfase.
Milieu | Schoon fossiel Het Global Climate and Energy Project (GCEP), een door ExxonMobil met 100 miljoen dollar gesponsord initiatief van de Universiteit van Stanford in Californië, maakte in 2005 bekend dat het onderzoeksvoorstellen van de TU Delft en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft geaccepteerd. In drie jaar tijd ontvangen beide instellingen samen twee miljoen euro voor innovatief onderzoek naar technologie op energiegebied die voor een reductie van broei kasgasemissies kunnen gaan zorgen. De onderzoeksprojecten die zijn geselecteerd door het GCEP hebben te maken met energieop slag, energieconversie en energiegebruik. Voorbeelden hiervan zijn het brandstofcelonder zoek, energieopwekking door biologische
29
Sponsoring en donaties
Foto: RF 18-16 Foto: RF 20-1
Links: prof.dr. Joop Schoonman (TU Delft) staat aan het hoofd van een van de wetenschappelijke onderzoeks programma’s die deel uitmaken van het Global Climate en Energy Project van de Universiteit van Stanford. Midden: spiegelbeeld van de Grote Kerk in Breda, een van de vele geëxposeerde foto’s tijdens Breda Photo 2005 (Foto Wessel Keizer).
30
processen en het afscheiden en opslaan van CO2. ECN ontvangt een bijdrage om een nieuw type membraanreactor te ontwikkelen voor de afscheiding van CO2 bij de productie van water stof uit fossiele brandstoffen. Als deze ontwikke ling slaagt, kan het (waterstof) veel efficiënter dan tot nu toe worden ingezet bij de productie van elektriciteit. De TU Delft zal nieuwe reactoren ontwikkelen om waterstof te scheiden dat ontstaat bij de produc tie van waterstof uit fossiele brandstoffen. Het GCEP is een uniek lange-termijn-project dat geleid wordt door de Universiteit van Stanford. Het brengt wetenschappelijke onderzoekers samen met wereldwijd opererende concerns om onderzoek te verrichten naar commercieel toepasbare technologie die de groei van een duurzame mondiale energievoorziening zal bevorderen. Doel is het sterk verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. De sponsors van GCEP zijn naast hoofdsponsor ExxonMobil General Electric, Toyota, en Schlum berger. Deze bedrijven hebben ervaring en kennis op gebieden die voor het project van cruciaal
belang zijn. Daarnaast beschikken zij over de financiële middelen, de internationale spankracht en het commerciële inzicht om onderzoekers in staat te stellen veelbelovende technologieën in de markt te zetten. In tien jaar tijd zullen de sponsors gezamenlijk in totaal 225 miljoen dollar investeren. ExxonMobil neemt hiervan 100 miljoen dollar voor zijn rekening.
Kunst | Breda Photo In oktober 2005 sponsorde ExxonMobil de tweejaarlijkse fotomanifestatie Breda Photo. Het thema – ‘onwerkelijke schoonheid’ – verwees naar de dubbele bodem van de fotografie. Op verschillende plaatsen in de stad Breda werden werken van belangrijke fotografen geëxposeerd die hoe verschillend zij onderling ook waren, stuk voor stuk aantoonden dat goede foto’s alleen in schijn realistisch zijn. Een van de recensenten noemde deze editie van Breda Photo een ´odyssee door de gemanipuleerde werkelijkheid´.
Foto: RF 20-7
Diversiteit | Elfstedentoer Vrouw & Techniek In de ‘Elfstedentoer Vrouw & Techniek’ tonen elf ondernemingen hoe zij omgaan met carrièrekan sen voor vrouwen in de technische sector. Naast ExxonMobil nemen onder meer Unilever, Shell, IBM en General Electric Plastics deel. De komen de twee jaar voert de toer langs elf Nederlandse steden. In een interactieve discussie met het publiek vertellen de vrouwelijke ‘rolmodellen’ over hun ervaringen, visies en missies. Doel is te komen tot gelijke kansen en een aanbod van uitdagend werk en carrièremogelijkheden in de techniek. ‘In de Nederlandse maatschappij merk je dat het not done is om een carrière én kinderen te willen’, vertelt Amanda Sheombar, productkwaliteitsdes kundige van de ExxonMobil-raffinaderij en zelf moeder. ‘Vrouwen die deze keuze wel maken, hebben daarom vaak last van een schuldgevoel. Daarmee lopen we hier echt achter op andere landen, waar het heel gewoon is om die twee zaken te combineren. Het is belangrijk dat de samenleving in zijn geheel meer open komt te
staan voor deze problematiek.’ Ze hoopt dat door een betere toegankelijkheid meer vrouwen kiezen voor een loopbaan in de techniek. ‘Door meer diversiteit in het personeelsbestand versterk je de creativiteit en het innovatieve vermogen van een organisatie.’
Amanda Sheombar, deelneemster aan de Elfstedentoer Vrouw & Techniek.
Natuur | Wandelbrug voor Breda Bij de vestiging in 1987 van het Benelux-hoofd kantoor van ExxonMobil in Breda werd in het ernaast gelegen natuurgebied het zogenoemde Zaartbos aangelegd. In 2005 werd dit bos door de Gemeente Breda, Waterschap De Brabantse Delta, Staatsbosbeheer en de Landinrichtings commissie Weerijs opnieuw ingericht. Er werd onder andere een smalle, bochtige beek aange legd, met twee wandelbruggen. Ter onderstre ping van zijn betrokkenheid en verbintenis met de natuur in de omgeving van het kantoor, schonk ExxonMobil een van de twee bruggen aan de gemeente Breda. President-directeur Joost Van Roost droeg de brug op 9 november officieel over aan Peter van der Velden, burgemeester van Breda. n
31
ExxonMobil Benelux Public Affairs Postbus 1 4803 AA Breda Tel. 076-5291355 ExxonMobil Chemical Aromatenfabriek Postbus 5125 3197 ZG Botlek Rotterdam Tel. 010-4875911 ExxonMobil-raffinaderij Postbus 5120 3197 ZG Botlek Rotterdam Tel. 010-4875911 ExxonMobil Chemical Plasticizers and Intermediates Plant Postbus 1293 3180 AG Rozenburg Tel. 0181-255600 ExxonMobil Smeeroliemengfabriek Postbus 16031 3190 AD Hoogvliet Tel. 010-2631545 ™
Het Maatschappelijk Verslag 2005/2006 is een uitgave van ExxonMobil Samenstelling en redactie Anton Buys Productie Benelux Public Affairs/Communications Ontwerp GPB, Leiderdorp Druk PlantijnCasparie, Den Haag © 2006 Esso Nederland BV / ExxonMobil Chemical Holland BV www.exxonmobil.nl