Interne Geneeskunde
ERCP Inleiding Er is met u een afspraak gemaakt voor een onderzoek van de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier. In medische termen heet dit onderzoek een endoscopische retrograde cholangio- en pancreatografie, wat meestal wordt afgekort tot ERCP. Bij een ERCP wordt een flexibele slang, de endoscoop, via de mond, de slokdarm en de maag opgevoerd tot in het tweede deel van de twaalfvingerige darm.
Daar komen de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier in de darm uit. Met behulp van de endoscoop kan deze opening en de omgeving daarvan worden bekeken. Vervolgens wordt een dun slangetje (katheter) door de endoscoop via deze opening in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier gebracht. Door de katheter kan vervolgens een contrastvloeistof worden ingespoten waardoor een röntgenfoto van de galwegen en/of afvoergang van de alvleesklier kan worden gemaakt.
Het onderzoek wordt gedaan om eventuele afwijkingen aan de galwegen en/of de alvleesklier op te sporen, die uw klachten of ziekte kunnen veroorzaken. Wanneer bij het onderzoek afwijkingen gevonden worden kunnen deze tijdens het onderzoek eventueel direct behandeld worden. Een voorbeeld hiervan is het insnijden van de opening en het verwijderen van stenen of het plaatsen van een buisje door een vernauwing of afsluiting.
1/5
Voorbereiding • Leest u deze folder rustig door. Aan het eind van de folder vindt u een aantal vragen met betrekking tot uw conditie die voor het onderzoek van belang kunnen zijn. Wilt u de vragen thuis reeds beantwoorden en zo nodig contact met ons opnemen? • Als u medicijnen gebruikt die de bloedstolling beïnvloeden, zoals Sintrommitis® (acenocoumarol), Marcoumar® (fenprocoumon), Ascal, aspirine, carbasalaatcalcium, clopidogrel, plavix, grepid, vatoud, iscover, persantin, dipyridamol kan het zijn dat de dosering moet worden aangepast voor het onderzoek. Als de dosering Sintrommitis® (acenocoumarol), Marcoumar® (fenprocoumon) moet worden aangepast geven wij dit door aan de behandelende arts of de trombosedienst. Soms moet de trombosedienst een dag voor het onderzoek uw bloed controleren. Bij bepaalde onderliggende aandoeningen is opname met vervangen van Sintrommitis® (acenocoumarol), Marcoumar® (fenprocoumon) door heparinen noodzakelijk. Dit wordt met u besproken. • Uw slokdarm en maag moeten leeg zijn om het onderzoek goed en veilig uit te kunnen voeren. Dit betekent dat u vanaf 24.00 uur niets mag eten, drinken of roken. U mag uw ochtendmedicijnen dan niet innemen, tenzij anders met u is afgesproken. Wanneer het onderzoek ’s middags plaatsvindt, dan mag u ’s morgens alleen een licht ontbijt (een kop thee met een beschuit) gebruiken. Dit moet wel minimaal zes uur voor de afgesproken tijd van het onderzoek genuttigd zijn. Uw medicijnen kunt u ’s morgens gewoon innemen, tenzij anders met u is afgesproken • U mag na het onderzoek naar huis (of terug naar het ziekenhuis) als u weer goed wakker bent, tenzij in uw afspraakbrief een opname staat vermeld. In verband met de verdoving mag u tot de volgende ochtend niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen. U kunt iemand meenemen om u te begeleiden.
2/5
Het onderzoek Op de afgesproken tijd dient u zich te melden op de endoscopieafdeling, poli 77, Ariënsplein. • Er wordt een infuusnaald ingebracht waardoor een verdoving met een kalmeringsmiddel en een pijnstiller worden toegediend. Tevens wordt een knijper op uw vinger of het oor geplaatst om tijdens het onderzoek uw hartslag en ademhaling te kunnen controleren; • U wordt gevraagd om losse gebitsdelen uit te doen; • Tijdens het onderzoek ligt u op de buik of linkerzij. De verpleegkundige plaatst een ring tussen uw kaken om het instrument te beschermen. De endoscoop is een soepele en bestuurbare slang van ongeveer 1 cm dikte. De arts brengt de endoscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken. Daarbij helpt hij de slang door de keel in de slokdarm te brengen. Vandaar kan hij de slang zelf verder naar binnen schuiven. Bij het inbrengen en het verdere onderzoek houdt u voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen; • Tijdens het onderzoek blaast de arts via de endoscoop lucht in om de twaalfvingerige darm te laten ontplooien en zo beter te kunnen bekijken. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren; • De endoscoop wordt tot in de twaalfvingerige darm opgevoerd en goed voor de uitgang van de galwegen en de alvleesklier gebracht; • Daarna wordt via de endoscoop een katheter opgevoerd. De arts probeert deze katheter in de galwegen dan wel de afvoergang van de alvleesklier op te voeren. Als dit is gelukt wordt door de katheter een contrastmiddel ingespoten. De galwegen of de afvoergang van de alvleesklier worden op die manier onder doorlichting zichtbaar. Hiervan worden röntgenfoto’s gemaakt; • Het kan zijn dat er afwijkingen zijn waardoor de afvloed van gal en/of pancreassap wordt belemmerd. In dat geval kan de kringspier, die de uitgang van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier afsluit, worden doorgesneden. Dit wordt papillotomie genoemd. Hierdoor ontstaat een grotere uitgang. Eventuele galstenen kunnen dan naar buiten gebracht worden of er kan een buisje in de galwegen worden geplaatst. Als dit is gedaan moet u 1 nacht in het ziekenhuis blijven; • Zo nodig wordt tijdens het onderzoek een stukje weefsel (biopt) weggenomen voor onderzoek. Dit wegnemen is niet pijnlijk. Duur van het onderzoek De voorbereiding duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Het onderzoek duurt gemiddeld 45 minuten. Als het veel moeite kost om de katheter in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier op te voeren, kan dit uitlopen tot 60 minuten. Mogelijke complicaties Een ERCP is over het algemeen een veilig onderzoek, maar er kunnen complicaties optreden. Deze komen gelukkig niet vaak voor, maar wij willen u hierover toch informeren. In het ergste geval overlijdt de patiënt. Dit komt bij 3 op de 1000 onderzoeken voor. De belangrijkste complicaties van de ERCP zijn: • Een bloeding die bijvoorbeeld kan ontstaan bij het openmaken van de papil of het verwijderen van stenen uit de galwegen (1 %). • Infectie van de galwegen door inbrengen contrast. • Ontsteking van de alvleesklier. • Perforatie (een gat ontstaan in de darm). • In zeldzame gevallen kan er door het slaapmiddel problemen ontstaan met ademhaling of hartfunctie. Dit komt bij 3 op 1000 patiënten voor. Deze problemen zijn meestal goed met medicijnen of extra zuurstof te behandelen.
3/5
Nazorg Na het onderzoek wordt u met de ambulance vervoerd naar het Streekziekenhuis Koningin Beatrix. Na het onderzoek controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, polsslag en temperatuur. De eerste 2 uur na het onderzoek mag u nog niet eten of drinken, u krijgt van de verpleegkundige op de uitslaapkamer wat te drinken als dit weer mag. Wanneer bij het onderzoek een ingreep is verricht, meestal het insnijden van de uitgang van de galwegen en/of afvoergang van de alvleesklier, wordt in deze periode regelmatig de pols en de bloeddruk gecontroleerd op de afdeling waar u wordt opgenomen en mag u 4 uur niet eten en drinken. Als zich in deze periode geen bijzonderheden voordoen mag u wat drinken. Begin met een slokje water. Als dit goed gaat kunt u gewoon drinken en wanneer er geen klachten zijn, ook weer eten. De dag na het onderzoek wordt er een buisje bloed bij u afgenomen. Wanneer zich bij het onderzoek (mogelijk) complicaties hebben voorgedaan, wordt door de arts die het onderzoek heeft verricht afgesproken wat er verder gaat gebeuren. Telefoonnummers U heeft recht op goede en volledige informatie. Pas als u voldoende inzicht heeft, kunt u weloverwogen toestemming geven voor een bepaalde behandeling of onderzoek. Als er iets niet geheel duidelijk is, kunt u altijd contact opnemen met de volgende telefoonnummers: Tijdens kantooruren de endoscopieafdeling van het MST: 053 487 33 18 of de polikliniek Interne Geneeskunde. Wilt u niet vergeten: • Bij ieder bezoek en/of onderzoek uw ponsplaatje mee te nemen? • Een nieuw ponsplaatje te laten maken indien u het eigenlijke ponsplaatje vergeten bent mee te nemen, of als er zich wijzigingen hebben voorgedaan ten aanzien van het oude ponsplaatje? • Bij verhindering contact op te nemen met de secretaresse van de scopieafdeling? Naar huis De meeste patiënten verblijven na het onderzoek één nacht in het ziekenhuis. Soms kan een patiënt op de dag van het onderzoek naar huis. Uitslag van het onderzoek De behandelend arts bespreekt met u de uitslag van de ERCP en het bloedonderzoek. Hij/zij bepaalt of een vervolgafspraak nodig is. Vragen Indien u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan de specialist of verpleegkundige. De specialist kunt u bereiken via de betreffende polikliniek. De poliklinieken zijn elke werkdag van 8.30 tot 16.30 uur bereikbaar. Het telefoonnummer van polikliniek Interne Geneeskunde is: 0543 54 53 00. Het telefoonnummer van de verpleegafdeling Interne Geneeskunde (D2) is: 0543 54 44 63
4/5
Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail
[email protected] Website www.skbwinterswijk.nl Voor de inhoud van deze brochure is gebruik gemaakt van informatie van het Medisch Spectrum Twente (MST).
_______________________________ foldernummer: int 529 versie april 2013
5/5