Electroshock behandeling
Uw behandelend psychiater heeft voor u een behandeling met electroshock therapie of electroconvulsie therapie (afgekort ECT-behandeling) afgesproken. Deze folder geeft u informatie over de ECT-behandeling en licht toe wanneer u hiervoor in aanmerking komt. Wat is electroconvulsie therapie (ECT)? ECT is een behandelmethode die zeer werkzaam is gebleken bij depressies en bij enkele andere psychiatrische ziektebeelden. ECT wordt al vele jaren toegepast. Door de komst van nieuwe medicijnen en behandelmethoden is het gebruik van ECT in de afgelopen jaren afgenomen. Omdat ook aan de behandeling met medicijnen soms veel bezwaren kleven en omdat een kleine groep patiënten slecht reageert op medicijnen, is gebleken dat ECT een veilig en werkzaam onderdeel van de behandeling kan zijn. In verschillende landen werd door een aantal commissies onderzoek ingesteld over hoe en bij welke patiënten ECT het best kan worden toegepast. In Nederland zijn in 1985 door de Geneeskundige Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid “Richtlijnen voor de electroconvulsie therapie” vastgesteld. Wanneer wordt ECT toegepast? ECT wordt vrijwel alleen toegepast bij patiënten die lijden aan een ernstige vorm van depressie. Ook patiënten, bij wie eerdere behandelingen met medicamenten niet voldoende geholpen hebben en/of onvoldoende duurzaam zijn geweest of te veel bijwerkingen opleveren, komen in aanmerking. Voordat tot de behandeling wordt overgegaan moet de patiënt (die in staat is zijn wil te bepalen) zijn expliciete toestemming geven. In de loop van een ECT- behandeling kan deze op elk moment zijn beslissing heroverwegen of de gegeven toestemming weer intrekken. De arts die de behandeling uitvoert draagt zorg voor goede en duidelijke informatie voorafgaande aan de behandeling en tijdens de behandeling. Als de patiënt omwille van een ernstige depressieve toestand niet in staat is om toestemming te verlenen, kan de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt (bijvoorbeeld een familielid) in zijn plaats toestemming geven, totdat de patiënt weer in staat is om zijn eigen belangen te behartigen. Hoeveel behandelingen zijn nodig? Het aantal behandelingen hangt af van de toestand van de patiënt en van hoe snel de patiënt op de behandeling reageert.
Gemiddeld worden er 6 tot 12 behandelingen gegeven in een frequentie van 2 maal per week. Meestal treedt na enkele behandelingen al een verbetering op. Soms begint de verbetering pas na 6 tot 8 behandelingen. Met de behandeling wordt doorgegaan totdat een maximale verbetering is bereikt. Na afloop van de behandeling is het belangrijk opnieuw met medicijnen te starten, zodat een terugval van depressie kan worden voorkomen. Na afloop van de ECT- behandeling blijft u nog enige weken opgenomen om te kunnen beoordelen of er sprake is van een goed herstel. Ofschoon een ECT- behandeling een goede behandelmethode is, is er niet altijd sprake van succes. U moet dus rekening houden met het feit dat de behandeling soms weinig tot onvoldoende resultaat heeft. In dat geval zoekt de psychiater samen met u naar andere mogelijkheden. Wat zijn de bijwerkingen en risico’s verbonden aan een ECTbehandeling? Het lichamelijk onderzoek, voorafgaande aan de ECT- behandeling is erop gericht zoveel mogelijk risico’s te voorkomen. ECT moet bijvoorbeeld niet worden toegepast bij personen die kort daarvoor een hartinfarct hebben doorgemaakt. De meest voorkomende bijwerkingen net na de behandeling zijn een lichte hoofdpijn, soms wat spierpijn en geheugenen concentratieproblemen.Meestal verdwijnen deze klachten snel. Slechts enkele patiënten klagen langere tijd over een verminderd geheugen. Anderzijds dient te worden vermeld dat geheugenstoornis vaak een klacht is die samenhangt met depressie en dus kan verbeteren in de loop van de behandeling. De praktische gang van zaken bij een ECT-behandeling Voorafgaande aan de behandeling, verricht de psychiater een uitvoerig psychiatrisch en lichamelijk onderzoek. De ECT- behandeling vindt plaats in een operatiekamer. Bij de behandeling zijn naast de behandelend psychiater aanwezig de anesthesioloog, een anesthesieverpleegkundige en een psychiatrisch verpleegkundige. Op de dag van de behandeling moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf 6 uur voorafgaande aan de ECT niet mag eten en 4½ uur voorafgaande aan de behandeling niet mag drinken of roken. Eén uur voordat u naar de operatiekamers gaat, u onder de douche, doet u een OKhemd aan en helpt u mee uw bed te verschonen. Tevens is het verstandig om nog even naar het toilet te gaan. Vervolgens gaat u met de psychiater of de psychiatrisch verpleegkundige naar het operatiekamercomplex.
Neem de voor u op maat gemaakte gebitsbeschermer mee of verwijder uw kunstgebit. Sieraden laat u veilig opgeborgen op de afdeling achter. Bij het operatiekamercomplex aangekomen wordt u door een anesthesieverpleegkundige naar de voorbereidingsruimte gebracht, waar een verpleegkundige een infuus zal inbrengen. Na deze voorbereiding brengt de anesthesieverpleegkundige u naar de operatiekamer, waar de behandeling plaatsvindt. U krijgt een geleikussen onder uw hoofd en de verpleegkundige zorgt dat uw vitale functies via de bewakingsapparatuur kunnen worden gecontroleerd. Vervolgens krijgt u via een mondkapje zuurstof toegediend en krijgt u een bloeddrukband om het bovenbeen. Ook wordt de gebitsbeschermer ingebracht. Nadat alles gecontroleerd is brengt de anesthesioloog u, via de infuusnaald, onder narcose en wordt een spierverslappend middel toegediend. Hierdoor voelt u niets van de behandeling en herinnert u zich deze ook niet. Nadat de narcose is ingewerkt, worden twee metalen plaatjes tegen uw hoofd geplaatst, waardoor een kortdurende elektrische stroomstoot wordt toegediend. Hierdoor treedt, gedurende 30 tot 60 seconden, een epileptische aanval op. Enkele minuten later wordt u weer wakker uit de narcose en wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Nadat u weer goed wakker bent brengt de psychiatrisch verpleegkundige u weer naar de afdeling, waar u langzaam aan weer herstelt van de behandeling. Na de behandeling kunt u zich wat verward voelen en een lichte hoofdpijn ervaren. Na twee uur kunt u weer eten en/of drinken. Als de hoofdpijn blijft aanhouden kunt u hiervoor een paracetamol vragen aan de verpleegkundige. Tot slot Voor vragen of verder informatie kunt u terecht bij uw behandelend psychiater of bij de verpleegkundigen van de verpleegafdeling (telefoon 013-4655480).