Polikliniek Obstetrie, Gynaecologie en Voortplantingsgeneeskunde
Transport IVF/ICSI-behandeling Scheper Ziekenhuis
in samenwerking met het
Universitair Medisch Centrum Groningen - UMCG -
1
2
Belangrijke adressen, telefoonnummers en bereikbaarheid Het IVF-secretariaat is onderdeel van de polikliniek Obstetrie, Gynaecologie en Voortplantingsgeneeskunde van het Scheper Ziekenhuis. Telefonisch bereikbaar − op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur:
06 - 54 69 86 74
(altijd vragen naar het IVF team) − alleen in noodgevallen gebruikt u het spoednummer
0591 - 69 13 43
− buiten kantooruren en in het weekend belt u
0591 - 69 19 11
en vraagt u naar de dienstdoende gynaecoloog. Fertiliteits-/IVF-laboratorium UMCG L2VA (via Poortweg 12, 2e etage)
050 - 36 13 138
Patiënteninformatie UMCG
050 - 36 13 300
U kunt hier onder andere terecht met vragen over de gang van zaken in het UMCG, vragen over andere gezondheidsinstellingen, verwijsprocedures en patiëntenverenigingen. Ook kunt u hier terecht voor opmerkingen en klachten. Patiënteninformatie Scheper Ziekenhuis Bij klachten kunt u zich wenden aan de ombudsfunctionaris: 0591 - 69 12 25 www.voortplantingsgeneeskunde.umcg.nl Het (web)adres voor informatie over het Universitair Medisch Centrum Groningen met betrekking tot voortplantingsgeneeskunde (VPG) www.gynaecologie-emmen.nl Het webadres voor de organisatie voor onze polikliniek biedt toegang tot de patiënteninformatie zoals die door de NVOG (Ned. Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) is opgesteld.
3
Inhoudsopgave
Blz.
Voorwoord
7
Inleiding
8
De eerste kennismaking IVF-team Afdeling Klinische Psychologie en Medisch Maatschappelijk Werk Vragen? Altijd stellen !
In vitro fertilisatie: wat is dat precies ?
10
1. Hyperstimulatie van de eierstokken 2. Follikelpunctie 3. Laboratoriumwerkzaamheden 4. Terugplaatsing en daarna afwachten
In vitro fertilisatie: wie komt ervoor in aanmerking ?
12
Beschadigde eileiders Andere indicaties Leeftijd
Bijzondere vormen van IVF ICSI MESA/PESA en TESE Transport IVF/ICSI IVF met donorzaad Eiceldonatie Draagmoederschap IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus
4
13
Inhoudsopgave Uw kansen
Blz. 17
Ongeveer twintig procent kans op zwangerschap per gestarte behandeling Wat kan er misgaan ? Drie of zes + twee pogingen
Onderwijs en onderzoek
19
Gebruik van (anonieme) medische gegevens en lichaamsmateriaal
De voorbereiding
21
De intake Het vooronderzoek Het startgesprek
Wachtlijst
24
De IVF-behandeling zelf
24
De hyperstimulatie Follikelpunctie Laboratoriumfase IVF of ICSI De terugplaatsing en daarna afwachten… Wat kan er gebeuren met de eventueel overgebleven embryo's ? Onderzoek met geslachtscellen en embryo's De terugplaatsing van ontdooide embryo's U bent zwanger Prenatale screening en diagnostiek U blijkt niet zwanger te zijn Bijverschijnselen en complicaties Kosten Vergoedingen Ziektekosten aftrekbaar voor de belasting Leren spuiten 5
Inhoudsopgave
Blz.
Overzicht Medicatie - Hormonen
42
Begrippenlijst
44
Literatuurlijst
48
Meer weten?
49
Instructie voor subcutane injecties
51
Materiaal Voorbereiding injectie Decapeptyl Voorbereiding injectiepennen voor Puregon® en Gonal-F Voorbereiding Menopur®, Pregnyl®, Cetrotide® en Lucrin-depot De injectie
Vragen
53
Aantekeningen
54
6
Voorwoord U komt in aanmerking voor een IVF/ICSI-behandeling. Die stap heeft u samen met uw partner gezet. En hoewel onderzoek en behandeling van de vrouw een centrale plaats innemen, blijft de IVF-behandeling iets wat u samen aangaat. U volgt de behandeling met z'n tweeën. Leest u daarom beiden deze brochure. Wij raden u aan dit ter voorbereiding van het intakegesprek te doen. Deze brochure zal natuurlijk niet al uw vragen beantwoorden. Misschien roept het juist wel vragen op. Hoe dan ook, al uw vragen bespreken we in het intakegesprek. Zet uw vragen vooraf gerust op papier. We beginnen deze brochure met een korte uitleg over in vitro fertilisatie (afgekort tot IVF), en wie ervoor in aanmerking komen. Daarna geven we een uitgebreide beschrijving van de IVF-behandeling en de kans op succes. Ook de kosten komen aan de orde. Achterin deze brochure vindt u een medicijnen- en begrippenlijst, waarin u op alfabetische volgorde de belangrijkste medische termen en begrippen verklaard ziet. We geven in deze brochure weinig praktische instructies; die krijgt u -mondeling en schriftelijk- gedurende de behandeling, op het moment dat u ze nodig heeft. U zult merken dat de IVF-behandeling complex is en veel van u vraagt, zowel lichamelijk als geestelijk. Het is daarom heel belangrijk te weten dat u altijd met uw vragen of problemen bij het IVF-team terecht kunt. Aarzelt u niet uw vragen te stellen. Wij wensen u succes met de behandeling. Het IVF-team 7
Inleiding De eerste kennismaking Deze brochure is uw eerste kennismaking met de transport IVF-behandeling in het Scheper Ziekenhuis. Wij hopen dat hiermee genoeg informatie wordt gegeven om u voor te bereiden op het intakegesprek. Dit gesprek is bedoeld om over en weer een duidelijk beeld te krijgen: wij van uw situatie, en u van de IVF-behandeling. Het is daarom van groot belang dat u vragen stelt tijdens het gesprek. Om u daarbij op weg te helpen, heeft u deze brochure gekregen. Later, wanneer u met de behandeling bent begonnen, kunt u deze brochure bovendien gebruiken om informatie na te lezen. IVF-team Al vanaf het intakegesprek krijgt u te maken met het IVF-team. Tot het team behoren: • Gynaecologen, een fertiliteitsarts en IVF-assistentes of verpleegkundigen; zij zijn verantwoordelijk voor alle medische aspecten. De gynaecologen dragen de eindverantwoordelijkheid voor de IVF-behandeling • Klinisch embryologen en analisten van het laboratorium Voortplantingsgeneeskunde (VPG)in het UMCG. Zij zijn verantwoordelijk voor de laboratoriumwerkzaamheden. De klinisch embryologen dragen de eindverantwoordelijkheid voor de laboratoriumfase van de IVF-behandeling • Medewerkers van het secretariaat Afdeling Klinische Psychologie en Medisch Maatschappelijk Werk Tijdens en na een IVF-behandeling is het mogelijk om psychologische begeleiding te krijgen. Bij aanmelding voor de behandeling heeft u vaak al een lange weg van hoop en teleurstelling achter de rug. Begeleidende gesprekken kunnen een hulpmiddel zijn om de komende periode het hoofd te bieden. Ook tijdens de behandelingen kan het helpen om met een professionele hulpverlener 8
te praten. De verwerking van wat u meemaakt(e) en de keuzes waar u voor staat wegen soms zwaar. Ondersteuning en informatie zijn meestal een goede manier om vervolgens op eigen kracht weer verder te kunnen gaan. U kunt een gesprek aanvragen via uw behandelende arts. Vragen? Altijd stellen ! We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: met vragen kunt u altijd bij de leden van het team terecht. Als u behoefte heeft aan een persoonlijk gesprek, kunt u daarvoor een afspraak maken.
9
In Vitro Fertilisatie: wat is dat precies ? De letterlijke vertaling van 'in vitro fertilisatie' luidt: bevruchting in glas. De vaak gehoorde term 'reageerbuisbaby' is dus niet juist: alleen de bevruchting van de eicel vindt buiten het lichaam plaats. Het embryo dat na de bevruchting is ontstaan wordt teruggeplaatst in de baarmoeder, waar het zich op een natuurlijke manier verder ontwikkelt, net als na een gewone bevruchting. De kans op een succesvolle zwangerschap na een gestarte IVF-behandeling is in Nederland ongeveer 20% (zie ook het hoofdstuk 'Uw kansen'). De IVF-behandeling is te verdelen in vier fasen, die u ongeveer in vier weken doorloopt: 1. Hyperstimulatie van de eierstokken Normaal gesproken rijpt er per menstruatiecyclus maar één eicel in één van de eierstokken uit. Tijdens een IVF-behandeling wordt met hormonen de rijping van meer eicellen tegelijkertijd gestimuleerd. Dit gebeurt om meer dan één eicel te kunnen bevruchten. Als hieruit meerdere embryo's ontstaan, geven deze na terugplaatsing in de baarmoeder een hogere kans op een zwangerschap. De stimulatiefase duurt meestal acht à veertien dagen. Bij IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus, ook 'eigen cyclus' genoemd (zie het betreffende hoofdstuk) wordt gebruik gemaakt van het ene eiblaasje dat maandelijks groeit. Er worden slechts enkele dagen hormonen gebruikt in de groeifase van het eiblaasje. Tevens wordt de fase na terugplaatsing van een embryo ook hormonaal ondersteund. 2. Follikelpunctie Eicellen rijpen in follikels. Follikels zijn eiblaasjes in de eierstokken die elk één eicel bevatten. Tijdens de follikelpunctie, die via de vagina wordt uitgevoerd, worden alle rijpe eiblaasjes in de eierstokken met een naald aangeprikt en leeggezogen. Op deze manier worden de eicellen verkregen. De punctie vindt twee dagen na afronding van de stimulatiefase plaats.
10
3. Laboratoriumfase Enkele uren na de follikelpunctie worden zaadcellen van de man bij de eicellen gevoegd. Dit gebeurt in het laboratorium VPG in het UMCG. Bij ICSI wordt in iedere eicel één zaadcel naar binnen gebracht. Na twee à drie dagen is onder de microscoop te zien welke eicellen daadwerkelijk bevrucht zijn en in aanmerking komen voor terugplaatsing: embryotransfer (ET). 4. Terugplaatsing en daarna afwachten Als er bevruchtingen zijn opgetreden worden één of twee embryo's in de baarmoeder geplaatst. Dit gebeurt twee dagen na de punctie. In Nederland zijn afspraken gemaakt over hoeveel embryo’s geplaatst mogen worden. Bij vrouwen jonger dan 38 jaar wordt in hun eerste en tweede behandeling nooit meer dan één embryo geplaatst. In de andere gevallen (bij vrouwen van 38 jaar en ouder en bij vrouwen in de derde behandeling) mogen één of twee embryo’s teruggeplaatst gaan worden. Eventueel kunnen resterende embryo's worden ingevroren. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten deze embryo's aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Na de terugplaatsing begint voor de meeste paren de moeilijkste periode van de behandeling. Behalve de medicijnen die u nog moet gebruiken kunt u niets meer doen. Er zit niets anders op dan af te wachten of het embryo zich innestelt en voor een zwangerschap zorgt. Als twee weken na de terugplaatsing uw menstruatie nog niet begonnen is, is het tijd voor een zwangerschapstest. Wij onderzoeken hiervoor uw urine of bloed op zwangerschapshormoon. Natuurlijk mag u ook zelf een zwangerschapstest doen. Als u zwanger bent geworden willen we de zwangerschap tot ongeveer acht weken echoscopisch volgen.
11
In vitro fertilisatie: wie komt ervoor in aanmerking Beschadigde eileiders IVF is in eerste instantie ontwikkeld voor vrouwen bij wie de eileiders afgesloten of ernstig beschadigd zijn. Hierdoor is een rijpe eicel onbereikbaar voor zaadcellen en kan er vrijwel nooit bevruchting optreden. Bij deze vrouwen wordt de natuur een handje geholpen door de eicel via een omweg, de ”reageerbuis“, van de eierstok naar de baarmoeder te brengen. Andere indicaties Inmiddels is duidelijk dat ook andere vrouwen baat hebben bij IVF, zoals vrouwen met endometriose, hormonale stoornissen, of paren met een onbegrepen kinderloosheid die al langer dan drie jaar duurt. Voor paren waarvan de man een verminderde zaadkwaliteit heeft biedt de IVF-behandeling ook kans op succes. Is het zaad te slecht voor “gewone” IVF dan kan ICSI plaatsvinden. Bij het ontbreken van zaadcellen in het sperma is soms MESA/PESA of TESE met ICSI mogelijk. Bij het ontbreken van eigen eicellen kan IVF worden gedaan in combinatie met eiceldonatie (voor uitleg van deze begrippen zie ook het hoofdstuk Bijzondere vormen van IVF'). Leeftijd De leeftijd van de vrouw is een belangrijke factor in de IVF-behandeling. Bij vrouwen van veertig jaar en ouder is de kans op succes lager dan bij jongere vrouwen. De eerste aanmelding voor een IVF-behandeling moet voor de 40e verjaardag van de vrouw gedaan worden. De leeftijdsgrens die aangehouden wordt voor mannen is 55 jaar.
12
Bijzondere vormen van IVF ICSI Als de kwaliteit van het zaad zodanig slecht is dat verwacht wordt dat er bij de gewone IVF geen bevruchtingen tot stand komen, of als bij IVF al is gebleken dat de eicellen niet bevrucht raken, kan tot ICSI worden besloten. ICSI staat voor Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie. Dit is een techniek waarbij in het laboratorium in iedere rijpe eicel één zaadcel naar binnen wordt gebracht. Om voor ICSI in aanmerking te komen moeten de uitslagen van de testen op hepatitis-B, hepatitis-C en HIV bij man en vrouw negatief zijn. Verder moeten mannen met heel weinig zaadcellen een chromosomenonderzoek laten verrichten om een eventuele erfelijke oorzaak van de slechte zaadkwaliteit op te sporen. Mocht er een afwijking worden gevonden, dan is een gesprek op de polikliniek erfelijkheidsvoorlichting in het UMCG aangewezen om de consequenties voor het kind te bespreken. MESA/PESA en TESE Soms worden er geen zaadcellen in het sperma aangetroffen (azoöspermie). Dit betekent niet altijd dat er geen zaadcellen worden geproduceerd. Er kan namelijk ergens een afsluiting in de zaadleiders of in de epididymis (de bijbal) zitten waardoor de zaadcellen niet naar buiten kunnen. Soms is de productie van zaadcellen zo minimaal dat er ook sprake is van azoöspermie. Als er een afsluiting wordt verwacht kan MESA worden uitgevoerd om aan zaadcellen te komen (Microchirurgische Epididymale Sperma Aspiratie). Hierbij wordt via een operatieve ingreep vocht uit de bijbal gezogen. Een andere techniek om vocht uit de bijbal te zuigen is PESA (Percutane Epididymale Sperma Aspiratie). Hierbij worden zaadcellen uit de bijbal verkregen door middel van een punctie door de huid. Wanneer in het vocht dat met MESA/PESA wordt verkregen geen zaadcellen worden aangetroffen dan kan besloten worden tot TESE (Testiculaire Sperma Extractie). Hierbij wordt een stukje weefsel (biopt) uit de testikel 13
gehaald. Onder de microscoop wordt vervolgens de zaadproductie beoordeeld en worden jonge zaadcellen uit dat weefselstukje geïsoleerd. Met MESA/PESA of TESE wordt meestal maar een klein aantal zaadcellen verkregen. Daarom kan er alleen met een ICSI-behandeling een kans op een bevruchting en zwangerschap worden verkregen en niet met “gewone” IVF. Zaadcellen die via MESA/PESA of TESE worden verkregen, kunnen worden ingevroren voor later gebruik. Het voordeel hiervan is dat de ingreep bij de man dus los van de ICSI-behandeling van de vrouw kan worden uitgevoerd. Bovendien is het dan zeker dat er zaadcellen zijn voor de bevruchting. MESA/PESA wordt alleen in het kader van een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd in een aantal centra, waaronder het UMCG. Ook TESE is in Nederland alleen toegestaan als wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt gedaan in het academisch ziekenhuis in Nijmegen en Amsterdam (AMC). Transport IVF/ICSI Het UMCG heeft een transportsamenwerking met het Scheper Ziekenhuis en of regio Noord-Oost. Dit houdt in dat patiënten uit Drenthe in het Scheper Ziekenhuis de behandeling tot en met de follikelpunctie kunnen ondergaan. De man brengt de eicellen meteen na de punctie naar het UMCG. In het UMCG produceert de man zaad, waarna het laboratoriumwerk kan starten. Enkele dagen later vindt de terugplaatsing plaats in het UMCG. Voor de verdere zorg gaat de vrouw terug naar het Scheper Ziekenhuis. IVF met donorzaad Als uw situatie daarvoor aanleiding geeft is het mogelijk bij IVF gebruik te maken van donorzaad. Het UMCG heeft een beperkte semenbank. Als u zaad gebruikt uit een bank is het zaad “anoniem”. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een donor die u kent. Sinds 2002 is een wet van kracht waardoor donorbanken alleen nog maar
14
zaad mogen leveren van een anonieme, maar opspoorbare donoren. Zowel de donoren als de vrouwen die via hun zaad een kind hebben gekregen, moeten volgens die wet geregistreerd worden bij de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting. Kinderen die vermoeden een donorzaad-kind te zijn kunnen vanaf hun twaalfde jaar bij die stichting informeren of dat zo is. Zij kunnen vanaf zestienjarige leeftijd eventuele stappen ondernemen om in contact te komen met hun biologische (genetische) vader. Uitgebreide informatie treft u aan op de websites: www.donorgegevens.nl en www.nbvki.nl. Het donorzaad betaalt u zelf. U krijgt hiervoor een rekening van het UMCG. De verdere behandeling met het donorzaad (bijvoorbeeld IVF) wordt wel, afhankelijk van uw polis, vergoed door de verzekeraars. Vóór de behandeling met donorzaad krijgt u mondelinge en schriftelijke voorlichting en wordt u gevraagd een verklaring te ondertekenen. Eiceldonatie Als een vrouw geen eierstokken (meer) heeft of als haar eierstokken niet te stimuleren zijn, kan zij voor eiceldonatie in aanmerking komen. Gezien de medische behandeling die nodig is om aan eicellen te komen (hyperstimulatie follikelpunctie) zijn er vrijwel geen vrouwen die zich als eiceldonor aanmelden. Patiënten die voor IVF met eiceldonatie in aanmerking komen moeten dus hun eigen donor meebrengen. Donor en ontvanger (de wensmoeder) moeten tijdens een behandeling zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Dit is nodig om de baarmoeder van de wensmoeder waarin de embryo's worden geplaatst op het juiste moment in optimale conditie te krijgen. Voorafgaand aan de behandeling wordt uitvoerig mondeling en schriftelijk voorlichting gegeven en moeten uiteindelijk verklaringen worden ondertekend door de donor en het ontvangend paar. In Nederland is handel in eicellen verboden. Voor alle veiligheid moet de donor binnen drie maanden voor iedere behandeling getest zijn op hepatitis-B, hepatitis-C en HIV.
15
Draagmoederschap Als het medisch gezien onmogelijk of niet verantwoord is om een zwangerschap te dragen, kan een verzoek tot draagmoederschap worden gedaan. Bij draagmoeder-IVF ondergaat de wensmoeder een IVF-behandeling maar worden de embryo's in de baarmoeder van de draagmoeder geplaatst. Na de geboorte wordt het kind afgestaan door de draagmoeder en geadopteerd door de wensouders. Deze behandeling vergt veel voorbereiding. Ook de Raad voor de Kinderbescherming wordt hierbij betrokken. Op basis van de resultaten van een landelijk onderzoek naar draagmoeder-IVF zijn er indicaties, adviezen en regels opgesteld waaraan de IVF-centra zich moeten houden. Voor alle veiligheid moeten de wensouders binnen drie maanden voor iedere behandeling getest zijn op hepatitis-B, hepatitis-C en HIV. IVF in de modificeerde natuurlijke cyclus In het UMCG wordt aan alle vrouwen onder de 35 jaar met een maandelijkse cyclus voorgesteld een IVF-behandeling uit te voeren in een spontane cyclus die met hormonen wordt ondersteund. Dit wordt maximaal zesmaal uitgevoerd. Hierbij worden minder hormonen toegediend en gedurende een kortere periode dan bij de hyperstimulatie bij een “standaard” IVF-behandeling. Een IVF-behandeling in één gemodificeerde natuurlijke cyclus levert minder kans op een zwangerschap dan een behandeling met hyperstimulatie van de eierstokken. Maar als IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus zesmaal wordt uitgevoerd dan is de kans op zwangerschap vergelijkbaar met de kans van één cyclus met hyperstimulatie. De behandeling in de gemodificeerde natuurlijke cyclus kan als gevolg van zijn eenvoud vaker achter elkaar worden uitgevoerd. Het grootste voordeel is dat er vrijwel geen meerlingzwangerschappen ontstaan omdat er maar één embryo tot stand komt en wordt teruggeplaatst.
16
Uw kansen Ongeveer 20% kans op zwangerschap per gestarte behandeling In ziekenhuizen met ruime ervaring met de hyperstimulatie IVF-behandeling is de kans op een zwangerschap ongeveer 25% per gestarte behandeling. De kans op een doorgaande zwangerschap (een levend geboren kind) is ongeveer 20% per gestarte behandeling. Bij ICSI liggen die kansen twee tot vier procent hoger. Dit succespercentage lijkt misschien laag, maar bedenkt u wel dat de kans op een zwangerschap bij paren waarvan beide partners wel normaal vruchtbaar zijn, ook niet hoger is dan ongeveer 20% per eisprong (=per maand). De leeftijd van de vrouw is hierin een belangrijke factor, want veroudering geeft een lagere kans. De kans op succes is waarschijnlijk ook niet in iedere behandeling gelijk, omdat niet telkens hetzelfde aantal embryo's kan worden teruggeplaatst en de kwaliteit ervan ook enigszins kan verschillen. Wat kan er misgaan ? Zoals we hiervoor al in het kort hebben uitgelegd, betekent “in vitro fertilisatie” bevruchting buiten het lichaam. En die omweg brengt een aantal momenten met zich mee waarop er iets mis kan gaan. Zo kan de stimulatie bijvoorbeeld mislukken doordat er te weinig of juist te veel eicellen rijpen. Dan wordt de stimulatie gestaakt en kan die later worden hervat met een hogere of juist lagere dosering medicijnen. Een enkele keer wordt bij een te geringe reactie van de eierstokken de behandeling afgerond met een intra-uteriene inseminatie om toch nog een kans te creëren. Van alle gestarte behandelingen bereikt vijf à tien procent niet het stadium van de follikelpunctie. Soms worden er bij de follikelpunctie geen eicellen verkregen of is de opbrengst in verhouding tot het aantal follikels erg laag. Maar ook een geslaagde follikelpunctie is geen garantie voor succes. Een deel van de eicellen is afwijkend, en ongeveer een derde van de vergaarde eicellen wordt om onduidelijke redenen niet bevrucht.
17
Een deel van de eicellen dat wèl bevrucht is, deelt zich niet of deelt zich abnormaal, en ontwikkelt zich dus niet tot een terugplaatsbaar embryo. En tenslotte: het grootste deel van de teruggeplaatste embryo's nestelt zich niet in of gaat vlak daarna verloren, zodat geen zwangerschap ontstaat. Juist in de laatste fase van de IVF-behandeling, na de terugplaatsing, kan er dus nog veel misgaan. Ter bemoediging het volgende: naarmate u verder komt in de behandeling, laat u steeds meer “risicomomenten” achter u, en neemt de kans op een zwangerschap toe. Zo heeft u op het moment dat er één “topembryo” of twee goede embryo's teruggeplaatst worden een kans van ongeveer 25% op een doorgaande zwangerschap. Drie of zes + twee pogingen Het lijkt ideaal te zijn iedereen een onbeperkt aantal IVF-behandelingen toe te zeggen. De behandeling is echter te complex en te intensief om dit in praktijk te kunnen brengen. Bovendien blijken de meeste paren met goede kansen binnen drie hyperstimulatie IVF-behandelingen zwanger te zijn. Daarom wordt meestal na drie keer gestopt. Drie pogingen lijkt dus een goed aantal, maar meer behandelingen zijn, afhankelijk van het verloop van de eerdere behandelingen niet uitgesloten. Na een mislukte behandeling adviseren wij twee à drie maanden te wachten voor u de volgende behandeling begint. Wanneer uit de behandeling blijkt dat uw kans duidelijk kleiner is dan verwacht, ontraden we u mogelijk een volgende behandeling. Als de behandelingen technisch optimaal zijn verlopen kan het zinvol zijn om met IVF door te gaan, maar u moet na drie puncties wel zelf gaan betalen, want de meeste verzekeraars vergoeden niet meer dan drie behandelingen. Hierbij wordt de follikelpunctie als teleenheid genomen. Om het aantal tweelingzwangerschappen terug te dringen wordt in het UMCG
18
in samenspraak met de verzekeraars bij vrouwen jonger dan 35 jaar met een goede maandelijkse cyclus de eerste hyperstimulatie IVF-behandeling vervangen door zes behandelingen in de gemodificeerde natuurlijke cyclus. De behandeling kan maandelijks worden uitgevoerd. Er wordt gebruik gemaakt van het ene eiblaasje dat iedere maand groeit en voor een zwangerschap kan zorgen. Door een kortdurende hormonale ondersteuning wordt geprobeerd zeker te zijn dat het ene eitje van die maand ook echt kan worden verkregen. Na de zes behandelingen in de gemodificeerde natuurlijke cyclus kunnen nog twee hyperstimulatie IVF-pogingen volgen.
Onderwijs en onderzoek U wordt behandeld in het Scheper Ziekenhuis in samenwerking met het UMCG, een universitair medisch centrum. Een medisch centrum heeft naast de taak patiëntenzorg ook nog de verplichting onderwijs en wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Tijdens het spreekuur, bij de punctie en terugplaatsing is soms een coassistent aanwezig. Dit is een medisch student die wordt opgeleid tot arts. In het kader van hun opleiding zijn zij verplicht diverse activiteiten bij te wonen. Dit geldt ook voor leerlingen in verschillende medische beroepen. Als u bezwaar heeft tegen hun aanwezigheid kunt u dit aangeven. Het kan zijn dat u gevraagd wordt om aan een medisch wetenschappelijk onderzoek mee te doen. Voordat u besluit aan een onderzoek deel te nemen, krijgt u altijd eerst mondelinge en schriftelijke informatie. Verder wordt u gevraagd een verklaring te ondertekenen waarin u aangeeft dat u goed begrijpt waar het onderzoek over gaat en welke mogelijke risico's er zijn. Wij stellen uw medewerking zeer op prijs, maar benadrukken dat u niet verplicht bent om mee te doen. Uw besluit om niet deel te nemen heeft vanzelfsprekend geen enkele invloed op uw behandeling. Het kan zijn dat de IVF-behandeling in het kader van zo'n onderzoek afwijkt van de standaardprocedure.
19
Gebruik van (anonieme) medische gegevens en/of lichaamsmateriaal Voor de verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg is het belangrijk dat er medisch-wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan. Bij veel wetenschappelijk onderzoek wordt gebruik gemaakt van al verzamelde medische gegevens of van al afgenomen lichaamsmateriaal van patiënten. Met uw medische gegevens worden alle gegevens bedoeld die in het kader van uw onderzoek en/of behandeling zijn verzameld. Met lichaamsmateriaal wordt alles bedoeld dat op de een of andere manier deel heeft uitgemaakt van het menselijke lichaam, maar dat nu niet meer doet. Tjidens een IVF-behandeling wordt lichaamsmateriaal verkregen, zoals bloed en de inhoud van de follikels (de follikelvloeistof) en de zich daarin bevindende andere cellen dan de eicel). In sommige gevallen kan dit lichaamsmateriaal, nadat het niet meer nodig is voor de IVF-behandeling, gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Met het wetenschappelijke onderzoek dat wordt uitgevoerd door het IVFteam in het UMCG proberen we meer inzicht te krijgen in het ontstaan van onvruchtbaarheid, en proberen we behandelingsmogelijkheden te verbeteren. Voor het uitvoeren van dit soort anoniem onderzoek, waarbij u naam niet bekend is bij de onderzoekers, hoeven de onderzoekers u niet altijd apart om toestemming te vragen. Uiteraard moet het onderzoek wel aan strikte regels en wettelijke bepalingen voldoen. Hoewel u voor dit soort onderzoek dus doorgaans toestemming gevraagd zal worden, kunt u wel bezwaar maken tegen het gebruik van uw medische gegevens en/of lichaamsmaterialen voor wetenschappelijk onderzoek. U kunt uw bezwaar kenbaar maken aan uw behandelend gynaecoloog of IVF-artsen, bij voorkeur voorafgaand aan uw behandeling. Er zal dan een aantekening in uw dossier gemaakt worden, zodat bekend is dat uw medische gegevens en/of lichaamsmaterialen niet gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek.
20
De voorbereiding Inschrijving UMCG Het Scheper Ziekenhuis is een transportkliniek van het UMCG. Dit betekent dat een deel van de behandeling in het UMCG zal plaatsvinden en daarom moeten u en uw partner naar het UMCG om beiden ingeschreven te worden. U laat daartoe een ponsplaatje maken bij de inschrijfbalie van het UMCG. Neem de gegevens van uw ziektekostenverzekering èn een legitimatiebewijs mee. Wij adviseren het inschrijven te combineren met het benodigde zaadonderzoek dat u door het laboratorium van de afdeling Voortplantingsgeneeskunde (VPG) moet laten doen. Dan hoeft u zo min mogelijk naar Groningen te reizen. De intake Ter voorbereiding op het IVF-intakegesprek bekijkt de IVF-arts of gynaecoloog uw “medische geschiedenis” uit de aanwezige informatie. Op basis van deze gegevens wordt soms al voorafgaand aan de intake aanvullende informatie opgevraagd. Het kan ook zijn dat er al een zaadonderzoek in het UMCG wordt afgesproken voorafgaand aan het intakegesprek. De arts met wie u het gesprek voert stelt u vragen van algemeen medische en gynaecologische aard. Soms wordt eerst nog aanvullend onderzoek gedaan of een operatie voorgesteld. Wanneer u en/of uw partner roken wordt u dringend geadviseerd hiermee te stoppen, omdat dit de vruchtbaarheid schaadt. Bij overgewicht wordt geadviseerd eerst af te vallen, om hiermee de kans op zwangerschap te vergroten. Uw kans op een zwangerschap wordt tot 40 % verhoogd door een gezonde "life-style" !
21
Het vooronderzoek Er wordt een vooronderzoek uitgevoerd indien dit nog niet in een voortraject is gedaan. Het vooronderzoek kan bestaat uit de volgende onderdelen: • Bij overgewicht worden uw lengte en gewicht bepaald. Op basis van deze metingen wordt een berekening gemaakt (BMI), die aangeeft of u in behandeling kunt worden genomen, of dat u eerst moet afvallen. U krijgt hiervoor dan adviezen en begeleiding. • Echoscopie; dit is vaginaal, niet pijnlijk, onschadelijk onderzoek met geluidsgolven met als doel te kijken of de baarmoeder en eierstokken er normaal uitzien en de eierstokken bereikbaar zijn voor een follikelpunctie. • Laboratoriumonderzoek bij de vrouw op cyclusdag 2, 3 of 4; hiermee kan een globale inschatting over de eierstokfunctie worden gemaakt. • Afhankelijk van een bestaande of eerdere ziekte zal eventueel uitgebreider medisch onderzoek plaatsvinden. • Zaadonderzoek in het UMCG en tevens administratiekoppeling Scheper Ziekenhuis-UMCG. U krijgt van ons de benodigde formulieren hiervoor. Het IVF-laboratorium beoordeelt of het zaad geschikt is voor IVF- of ICSI-behandeling. • Wanneer de man verwacht moeite te hebben met het produceren van zaad in het ziekenhuis, is het verstandig dit te laten weten. We kunnen dan overwegen om voor alle zekerheid zaad voorafgaand aan de behandeling in te vriezen. U wordt verzocht een “bewaargeving-verklaring” te tekenen. Aan deze procedure zijn kosten verbonden. • Als op basis van (eerdere) zaadonderzoeken ICSI nodig blijkt, wordt bij mannen die een laag aantal zaadcellen hebben bloed voor chromosomenonderzoek afgenomen. Hierbij wordt gekeken naar erfelijke eigenschappen die verantwoordelijk kunnen zijn voor de slechte zaadkwaliteit. • Binnen drie maanden voor de eerste IVF- of ICSI-behandeling wordt bij de man en vrouw bloed afgenomen voor onderzoek naar afweerstoffen tegen hepatitis-B, hepatitis-C en HIV. Alleen als deze uitslagen negatief zijn mag ICSI plaatsvinden, mogen embryo's na een IVF- of ICSI22
behandeling en zaad ingevroren worden. Deze uitslagen zijn een jaar geldig. Bij een afwijkende uitslag ontvangt u bericht. Als de uitslagen van alle onderzoeken bekend zijn bekijkt het IVF-team of u voor IVF of ICSI in aanmerking komt. Soms leert het onderzoek dat IVF/ICSI-behandeling niet zinvol is. Bijvoorbeeld omdat de eierstokken tekenen van de overgang vertonen of het zaad bijzondere afwijkingen heeft. Mocht dit bij u zo zijn, dan zullen we de resultaten van het onderzoek uitvoerig met u doornemen, waarbij we ook aandacht besteden aan mogelijke alternatieve behandelingen. Vaak is het al bij de intake mogelijk een principe afspraak te maken over de maand waarin kan worden gestart met de behandeling. Als het vooronderzoek langer duurt wordt dit uiteraard pas later duidelijk. Het startgesprek Ongeveer zes weken voordat de behandeling begint, vindt het startgesprek plaats. U krijgt hiervoor een afspraak. Het kan zijn dat dit gesprek met een kleine groep "mede-starters" plaatsvindt. Diverse details van de behandeling worden dan nog eens met u doorgenomen. U krijgt recepten voor de medicijnen die u moet gaan gebruiken, het behandelingsschema met de datum waarop u moet beginnen of juist moet stoppen met bepaalde medicijnen en de eerste afspraak voor een echoscopie. U maakt ook afspraken met de assistente om te leren spuiten (wanneer u dit niet in een eerder traject al heeft geleerd). We raden u aan om als u nog geen foliumzuur gebruikt, hiermee te starten voor het begin van de IVF-behandeling. Foliumzuur is een vitamine, dat in Nederland geadviseerd wordt aan alle vrouwen die proberen om zwanger te worden omdat de kans op een kind met een open ruggetje afneemt wanneer de moeder tijdens het begin van de zwangerschap foliumzuur gebruikt. Verkrijgbaar bij drogist of apotheek.
23
Wachtlijst De wachttijd voor alle behandelingen is ongeveer drie tot vijf maanden, gerekend vanaf het intakegesprek. Bent u eenmaal begonnen, dan kunt u in principe doorgaan zonder verdere onderbrekingen.
De IVF-behandeling zelf Eerder in deze brochure hebben we u in het kort al verteld dat de IVFbehandeling in vier fasen verloopt: • De hyperstimulatie • Follikelpunctie en zaadproductie • Laboratoriumfase: IVF of ICSI • Terugplaatsing en daarna afwachten… Nu gaan we hier uitvoeriger op in. De hyperstimulatie In verband met de planning van de behandelingen, maar ook om een goede uitgangssituatie te bereiken voor de eierstokken wordt de pil of een tablettenkuur (bv Primolut-N, Provera of Duphaston) als voorbehandeling voorgeschreven. De hormonen die voor de hyperstimulatie worden gebruikt kunnen alleen per injectie worden toegediend. Wij adviseren u om zelf te leren spuiten, omdat u minstens tien tot twintig dagen injecties moet krijgen en er soms tweemaal per dag moet worden gespoten en u eenmaal laat in de avonduren een injectie moet krijgen. De injecties zijn eenvoudig klaar te maken en toe te dienen. De IVF-assistentes leren u graag zelf spuiten. Achter in deze brochure kunt u de instructies nalezen. De arts noteert bij iedere controle op het behandelkaartje wanneer, hoeveel en welke medicijnen u moet spuiten. De hyperstimulatie heeft tot doel om meerdere eicellen te verkrijgen en
24
daaruit meerdere embryo's te laten ontstaan. Door de embryo's die er het beste uitzien daarna terug te plaatsen is de kans op een zwangerschap het grootst. Er zijn verschillende hyperstimulatie-behandelingen mogelijk om eierstokken aan te zetten tot het tegelijkertijd laten uitgroeien van meerdere follikels. Wij hanteren een zogeheten “lang schema”. Het FSH is het belangrijkste hormoon voor de hyperstimulatie. Afhankelijk van de dosis gaan meerdere follikels tegelijkertijd groeien. Er zijn enkele preparaten die FSH bevatten: Fostimon, Puregon, Gonal-F en Menopur. Tijdens de hyperstimulatiefase kan het hormoon LH dat uw lichaam zelf aanmaakt in de hypofyse storend werken. Om die storingen te voorkomen wordt ook een ander medicijn (een GnRH-agonist) voorgeschreven. Meestal wordt Decapeptyl gebruikt dat dagelijks moet worden geïnjecteerd. Soms wordt ook wel gebruik gemaakt van een langdurig werkzaam preparaat (Lucrin-depot) dat vier weken werkt. In een “lang schema” wordt met de GnRH-agonist al tijdens de voorbehandeling met de pil of tabletten-kuur begonnen. Na ongeveer twee weken wordt gestart met FSH-injecties. Globaal duurt de periode waarin tegelijkertijd FSH en de GnRH-agonist moet worden gespoten acht tot veertien dagen, kan echter in speciale situaties langer zijn. Kort voor de start van de FSHinjecties wordt een vaginale echo gemaakt om te zien of de eierstokken en baarmoeder er normaal uitzien. U kunt dan met de injecties starten volgens het schema dat u heeft ontvangen. We controleren de behandeling door middel van echoscopie en soms met bloedonderzoek. De volgende controle is meestal op de zesde dag van de stimulatie, en afhankelijk van de bevindingen worden daarna de volgende controles afgesproken. De controles vinden in principe 's ochtends plaats. Bij iedere controle schrijft de arts op met welke medicijnen en met welke dosering u moet doorgaan. Houdt u deze dosering zelf goed in de gaten, zodat er geen fouten kunnen worden gemaakt.
25
Wanneer de man binnen twee maanden voor de start van de behandeling een periode met koorts boven de 38 ˚ heeft doorgemaakt, meldt dit dan voordat u aan de behandeling begint, zodat zo nodig nog een extra zaadmonster kan worden onderzocht. Mocht u tijdens de stimulatiefase klachten krijgen, bijvoorbeeld bloedverlies, afscheiding of buikpijn, meldt dit dan altijd! Het kan gebeuren dat u onvoldoende of juist te sterk reageert op de medicijnen. In dat geval wordt de behandeling gestopt. Dit is ongeveer in vijf à tien procent van de gestarte stimulaties het geval. Afhankelijk van de oorzaak worden maatregelen genomen die ervoor moeten zorgen dat de volgende behandeling succesvoller verloopt. Een enkele keer moeten we concluderen dat doorgaan niet zinvol is. Uiteraard wordt dit uitvoerig met u besproken. Als bij controle blijkt dat meerdere follikels zijn uitgegroeid tot ongeveer achttien à twintig millimeter doorsnede wordt een Pregnyl-injectie (5000 eenheden) afgesproken. Deze wordt meestal in de avonduren gegeven. Hierdoor wordt de eisprong op gang gebracht, maar voordat die echt optreedt wordt de punctie uitgevoerd. Dit is 36 uur (soms 34 uur) na de Pregnylinjectie. Over het tijdstip van de Pregnyl-injectie en de punctie wordt u meestal telefonisch op de hoogte gebracht. Follikelpunctie De punctie vindt meestal in de ochtenduren plaats. U wordt samen met uw partner ongeveer 10 minuten voordat de punctie gepland is op de poli gynaecologie, straat 1, verwacht. Het is belangrijk dat u voor de punctie nog een keer probeert te plassen, omdat een volle blaas de punctieprocedure kan belemmeren. De punctieprocedure begint met het inbrengen van een infuusnaaldje in de arm. De pijnstilling (Fentanyl) wordt hierdoor toegediend. Mocht de punctie te pijnlijk worden dan krijgt u later door het naaldje extra pijnstilling toege-
26
diend. Uw hart- en longfunctie worden tijdens de punctie gecontroleerd met behulp van een pulsoxymeter. Dit apparaatje, een soort “wasknijper” op uw vinger, meet uw zuurstofgehalte en hartslag, zodat op een veilige manier pijnstilling kan worden gegeven. Soms wordt voorafgaand aan de punctie antibiotica gegeven. Dit gebeurt door op het naaldje een infuus met medicijnen aan te sluiten. U gaat daarna in de gynaecologische stoel liggen. De vagina wordt vervolgens met een steriele vloeistof schoongemaakt. Als dit klaar is, krijgt u steriele doeken over uw benen en onderlichaam. De arts pakt daarna de echokop steriel in. Dan wordt de echokop in de vagina gebracht. De eierstokken worden nog eens echoscopisch bekeken en eventueel vinden nog metingen plaats van bijvoorbeeld de baarmoeder. De punctie zelf verloopt als volgt: met behulp van de echokop worden de follikels op de monitor goed in beeld gebracht. Aan de echokop is een naaldgeleider bevestigd. Door deze geleider wordt een naald naar binnen geschoven (zie tekening 1).
27
Met deze naald wordt door de vaginawand heen in de eierstokken geprikt en worden de follikels één voor één leeggezogen. De eerste prik wordt vaak ervaren als een “stomp in de onderbuik”. Op de monitor kunt u het verloop van de punctie volgen. Op het echobeeld kunt u de naald zien bewegen op de stippellijn. Tijdens de punctie wordt de vloeistof uit de follikels in reageerbuisjes opgevangen en warm gehouden. Vaak komt er een beetje bloed mee, maar dit is in het algemeen geen probleem. Als de punctie klaar is worden de buisjes in de transportbox geplaatst. Een enkele keer wordt de vagina direct na de punctie met een (eendebek) speculum geïnspecteerd omdat er een bloedinkje blijkt te zijn opgetreden. Soms wordt tijdelijk een tampon ingebracht om dit te stelpen. Na de punctie gaat uw partner met de transportbox naar het UMCG. Er moet een goede aansluiting voor de stekker van de transportbox aanwezig zijn in de auto (sigarettenaansteker). Het is voor de behandeling noodzakelijk dat uw partner van u beiden het ponsplaatje van het UMCG bij zich heeft. U blijft op de polikliniek van het Scheper Ziekenhuis en kunt tot rust komen. Vaak bent u nog wat onder invloed van de medicijnen. U blijft daarom minimaal 1 uur op onze afdeling, het is handig eventueel wat te eten mee te nemen. Omdat als pijnstilling Fentanyl, een morfine-variant, wordt gegeven mag u die dag zelf geen auto besturen. Door de reistijd van uw partner is de wachttijd hier ongeveer 3½ uur. U mag in principe 1 uur na de punctie naar huis, wij adviseren u hiervoor (met name in het weekend) vervoer te regelen. In het UMCG wordt er direct gekeken of er eicellen in de follikelvloeistof zitten. Als dat het geval is, wordt aan uw partner gevraagd zaad te produceren. Een onthoudingsperiode voor de productie van zaad van 2, hoogstens 3 dagen wordt aanbevolen. Bij een langere onthoudingsperiode vermindert de kwaliteit van het zaad. Mocht u na de punctie of binnen de eerste weken daarna buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, koorts of andere klachten krijgen, neem dan altijd direct contact met ons op.
28
Laboratoriumfase IVF of ICSI Bij voldoende zaadkwaliteit zal een IVF-procedure worden uitgevoerd in het laboratorium. Bij een verminderde zaadkwaliteit zal ICSI worden uitgevoerd. Een enkele keer komt het voor dat de zaadkwaliteit op de dag van de punctie erg verschilt met de kwaliteit van de zaadanalyse die gedaan is voor de behandeling. In die situatie zal met u besproken worden of de bevruchtingsmethode niet alsnog aangepast zal worden. Meestal zal dan een ICSIprocedure worden voorgesteld in plaats van een IVF-procedure, om bij onverwacht slechte zaadkwaliteit op de dag van de punctie de kans op bevruchting van eicellen te vergroten. Het zaad wordt bewerkt, waardoor er een concentraat van goed bewegende zaadcellen ontstaat. Iedere eicel die bij de punctie werd verkregen wordt in een druppeltje kweekvloeistof gebracht en in een stoof geplaatst om nog verder uit te rijpen. Enkele uren later wordt de inseminatie uitgevoerd: bij iedere eicel in zo'n kweekdruppeltje wordt een bepaalde hoeveelheid zaadcellen gebracht. Dan is het afwachten of de zaadcellen ook werkelijk de eicellen bevruchten, de 'in vitro fertilisatie'. Bij de ICSI-behandeling worden geen zaadcellen bij de eicellen gedaan, maar wordt onder de microscoop met een zeer dun pipetje in iedere eicel een zaadcel naar binnen gebracht. Daarvoor worden de eicellen geheel ontdaan van de omringende cellen, 'kaal gemaakt'. Alleen eicellen die voldoende zijn uitgerijpt, en dat is nu pas goed te zien, ondergaan zo'n injectie. Als een zaadcel naar binnen is gebracht betekent dit nog niet dat de eicel ook bevrucht is. Daarvoor moeten er verschillende processen in de eicel op gang komen waarop geen invloed kan worden uitgeoefend. De volgende ochtend wordt iedere eicel bekeken of deze bevrucht is (zie tekening 2A en B).
29
zona pellucida = beschermlaagje rond de eicel waar de zaadcel zich doorheen moet boren voordat hij met de eicel kan versmelten Cumulus = klompje weefsel dar de eicel omgeeft als hij uit de eierstok komt Pronuncleï = twee ronde vlekjes die na de bevruchting in de eicel te zien zijn
30
Twee dagen na de punctie wordt u gebeld over de uitslag. U krijgt te horen of de bevruchte eicellen zich hebben ontwikkeld tot embryo's (zie tekening 2: C, D, E, F, G), of terugplaatsing kan plaatsvinden en wanneer dat gebeurt. Terugplaatsing van embryo's wordt door een IVF-arts van het UMCG gedaan. U krijgt hiervoor een afspraak. Het kan zijn dat er geen bevruchting heeft plaats gevonden of dat de ontstane embryo's er zodanig slecht uitzien dat terugplaatsen niet zinvol is. U wordt in dat geval door het IVF-team van het Scheper Ziekenhuis gebeld. Indien u dit wenst krijgt u een afspraak met uw behandelend arts om te overleggen of een volgende poging nog zinvol is. Als de mislukte poging het resultaat was van IVF kan meestal beter op ICSI worden overgestapt. De terugplaatsing en daarna afwachten… Hoewel het terugplaatsen van de embryo's (embryotransfer) medisch gezien een eenvoudige behandeling is, is het voor u het spannendste moment van de IVF-behandeling. Kom daarom als het enigszins mogelijk is samen. Er worden één embryo in de baarmoederholte geplaatst. Het terugplaatsen is meestal pijnloos; het verloop ervan kunt u vergelijken met het maken van een uitstrijkje. Voor de terugplaatsing dient u een halfvolle blaas te hebben ! Via een (eendebek) speculum dat in de vagina wordt geplaatst, wordt de baarmoederhals in beeld gebracht. Daarna wordt een dun slangetje (katheter) waarin het embryo zit via de baarmoederhals in de baarmoederholte geschoven. In een minuscuul druppeltje kweekvloeistof worden het embryo in de baarmoederholte geplaatst.Daarna wordt de katheter verwijderd en nog even onder de microscoop bekeken om te controleren of het embryo ook werkelijk uit het slangetje is verdwenen. Een enkele keer moet de procedure worden herhaald omdat een embryo weer mee naar buiten is gekomen. Er zijn met u duidelijke afspraken gemaakt over de medicijnen die u nog moet gebruiken en wanneer. Dit is meestal Utrogestan: 3 x daags twee
31
capsules zo hoog mogelijk in de vagina plaatsen. Hiermee begint u op de avond van de punctie en gaat hiermee door tot de dag waarop een zwangerschapstest wordt gedaan. Bij uitzondering kan Pregnyl 1500 E gebruikt worden (drie injecties: één op dag vijf, acht en elf na de punctie). U krijgt de datum en de tijd te horen (veertien à vijftien dagen na de terugplaatsing) waarop u kunt langskomen voor een zwangerschapstest in urine of bloed. Na de terugplaatsing kunt u naar huis of naar uw werk en mag u vrijwel alles doen wat u normaal gesproken ook doet. Om onnodige irritatie van de baarmoeder te voorkomen en in verband met de gevoeligheid van de vergrote eierstokken is het raadzaam om een aantal dagen na de terugplaatsing geen geslachtsgemeenschap te hebben. Mocht u na de terugplaatsing of binnen de eerste weken daarna buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, koorts of andere klachten krijgen, neem dan altijd direct contact met ons op. Neemt u ook contact op als u twijfelt over het medicijngebruik. Na de embryotransfer bestaat er een kans van ongeveer 25% dat u zwanger bent, u kunt daar zelf niets meer aan veranderen. Voor de meeste paren is deze periode de moeilijkste van de hele IVF-behandeling. U bent meerdere weken bezig geweest met echo's, injecties en ziekenhuisbezoek en nu kunt u niets anders doen dan afwachten. Om deze tijd zo goed mogelijk door te komen, geven we u de volgende adviezen (deze zijn gebaseerd op de ervaringen van vrouwen in dezelfde situatie): • Verander uw patroon van bezigheden niet. Blijf bijvoorbeeld gewoon werken en uw dagelijkse of wekelijkse afspraken nakomen. Te veel tijd voor nadenken leidt tot gepieker. • Zorg wèl voor wat tijd voor u zelf, zodat u alle opgedane indrukken niet in slapeloze nachten hoeft te verwerken. • Misschien is het verstandig niet te veel mensen op de hoogte te brengen van uw IVF-behandeling.
32
Het moeilijkste van alles: voel u niet te snel zwanger! Pas veertien à vijftien dagen na de terugplaatsing is er iets te zeggen over een mogelijke zwangerschap. Een zwangerschapstest door middel van urine of bloed waarvoor u een afspraak heeft gekregen. Ook bij bloedverlies wèl laten testen! U belt voor uitslag en verdere afspraken met de IVF-assistente op het telefonisch spreekuur. In het algemeen wordt vanaf dat moment de Utrogestan-medicatie gestopt. Wat kan er gebeuren met de eventueel overgebleven embryo's ? Uiteraard worden de best-ogende embryo's teruggeplaatst. De gaaf tot goed uitziende embryo's die overblijven kunnen worden ingevroren en bewaard. Na ongeveer tien à twintig procent van alle terugplaatsingen kan tot invriezen van de overgebleven embryo's worden overgegaan. De ingevroren embryo's kunnen in een latere cyclus worden teruggeplaatst en geven een extra kans op een zwangerschap, die wel wat kleiner is dan na een “verse” terugplaatsing. Maar voor deze extra kans hoeft u weinig extra's te doen. Als u op een bepaald moment besluit om niet meer over de ingevroren embryo's te willen beschikken, kunt u ons vragen om de embryo's te vernietigen. U wordt anders vijf jaar na het invriezen door ons benaderd met de vraag wat u met uw ingevroren embryo's wilt. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om de embryo's af te staan aan een ander paar met vruchtbaarheidsproblemen, of de embryo's af te staan voor wetenschappelijk onderzoek. U krijgt uitgebreide schriftelijke informatie over het invriezen. Ook vragen wij u om een verklaring te ondertekenen waarin u aangeeft te begrijpen wat invriezen, bewaren en later gebruiken, vernietigen of afstaan voor een ander paar of voor onderzoek betekenen. De embryo's die niet geschikt zijn voor invriezen kunnen worden vernietigd, omdat zij te weinig kans hebben om de invries- en ontdooiprocedure te overleven. Maar u kunt deze embryo's ook afstaan voor wetenschappelijk onderzoek.
33
Onderzoek met geslachtscellen en embryo's In het begin van deze brochure is uitgelegd dat voor wetenschappelijk onderzoek met medische gegevens en lichaamsmateriaal (zoals bloed) u geen uitdrukkelijke toestemming wordt gevraagd, maar dat u er wèl bezwaar tegen kunt maken. Bij onderzoeken met ander materiaal schrijft de wet voor dat het noodzakelijk is dat patiënten wèl vooraf hun uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming geven om aan het onderzoek mee te doen. Voor onderzoek met zaadcellen, onbevrucht gebleven eicellen, abnormaal bevruchte eicellen en embryo's is deze schriftelijke toestemming nodig. Zaadcellen die zijn overgebleven na de bevruchting van de eicellen in het laboratorium kunt u afstaan voor wetenschappelijk onderzoek. We hopen dat zoveel mogelijk van de eicellen die we bij de punctie verkregen hebben, worden bevrucht in het laboratorium. Eicellen die onbevrucht blijven kunnen niet ingevroren worden omdat ze niet bestand zijn tegen invriezen. Eicellen kunnen ook abnormaal bevrucht worden, bijvoorbeeld doordat er meer dan één zaadcel de eicel binnendringt. Dit kan gebeuren bij een natuurlijke bevruchting in het lichaam, maar ook bij de bevruchting in het laboratorium. Deze abnormaal bevruchte eicellen kunnen zich niet verder ontwikkelen tot normale kinderen en worden dan ook nooit teruggeplaatst. Normaal bevruchte eicellen (embryo's) kunnen wel bewaard worden door ze in te vriezen. Echter, alleen embryo's van goede kwaliteit overleven het invriezen en ontdooien. Om deze reden komen niet alle embryo's voor invriezen in aanmerking. Onbevrucht gebleven eicellen, abnormaal bevruchte eicellen en embryo's die niet geschikt zijn om in te vriezen kunt u afstaan voor wetenschappelijk onderzoek. Door onderzoek met geslachtscellen (zaad- en eicellen) en embryo's wordt geprobeerd inzicht te krijgen in het ontstaan van onvruchtbaarheid en om betere behandelingsmogelijkheden te ontwikkelen. Het wetenschappelijke onderzoek dat in het UMCG wordt uitgevoerd met geslachtscellen en em-
34
bryo's heeft vooral betrekking op het verbeteren van de IVF-methode. De geslachtscellen en embryo's worden anoniem ter beschikking gesteld aan de onderzoekers, zodat niet meer te achterhalen is van wie de eicellen of embryo's afkomstig waren. Bij elk onderzoek houden de onderzoekers zich aan de wettelijke voorschriften. Zo wordt alléén onderzoek uitgevoerd met zogenaamde restembryo's, dus embryo's die niet zijn uitgekozen om teruggeplaatst te worden in de baarmoeder en die ook niet geschikt zijn om in te vriezen. Deze restembryo's worden voor het onderzoek maximaal zeven dagen in het laboratorium bewaard. Voordat u met uw IVF-behandeling begint krijgt u een toestemmingsverklaring, waarop u beiden door het zetten van uw handtekening uw toestemming kunt geven voor (anoniem) onderzoek met de overgebleven zaadcellen, onbevruchte eicellen en embryo's. Als u niet wenst deel te nemen aan onderzoek heeft dit geen enkele consequentie voor uw IVF-behandeling. Ook kunt u altijd uw eerder gegeven toestemming weer intrekken. De terugplaatsing van ontdooide embryo's Er wordt één ontdooide embryo geplaatst. De kans dat ontdooide embryo's voor een zwangerschap zorgen is lager dan na het terugplaatsen van “verse” embryo's. Wanneer embryo's van u zijn ingevroren, dan worden die eerst teruggeplaatst voordat een nieuwe IVF- of ICSI-poging wordt ondernomen. De ingevroren embryo's worden teruggeplaatst in een met hormonen overgenomen cyclus (substitutiecyclus) waarin u Progynova tabletten (oestrogenen) gebruikt en capsules Utrogestan. Kort na het ontdooien worden de embryo's teruggeplaatst. Een deel van de embryo's blijkt na ontdooien niet meer vitaal, met gevolg dat er dan geen embryotransfer kan plaatsvinden.
35
U bent zwanger Als u zwanger wordt na een IVF-behandeling bent u niet anders dan andere zwangere vrouwen die dat langs de “normale” weg geworden zijn. Naast de blijdschap die bij zwanger zijn hoort, is er -zeker in de eerste maandenook het risico van een miskraam. We willen met deze waarschuwing uw vreugde niet bederven, maar houdt u rekening met het feit dat u “er nog niet helemaal bent” : vijftien procent van alle (dus ook de spontaan ontstane) zwangerschappen eindigt in een miskraam. Als u zwanger blijkt te zijn krijgt u een afspraak voor een echo zo rond zes à zeven weken zwangerschap (ongeveer vier-vijf weken na de terugplaatsing). Als op de echo te zien is dat het een goede zwangerschap is dan moet u gaan besluiten waar u uw zwangerschap verder wilt laten controleren en waar u in principe wilt gaan bevallen. U kunt dit ook met uw huisarts of met de verwijzende gynaecoloog bespreken.Soms moet op basis van het echo-onderzoek geconcludeerd worden dat de zwangerschap zich waarschijnlijk niet goed zal ontwikkelen en in een miskraam zal uitlopen. Soms treedt ondanks het aanvankelijk goede verloop later toch nog een miskraam op. Een enkele keer blijkt er een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te bestaan. Bij IVF/ICSI-zwangerschappen komt bloedverlies in de eerste weken wat vaker voor, maar gelukkig meestal zonder consequenties. Prenatale screening en diagnostiek Alle zwangere vrouwen in Nederland mogen in aanmerking komen voor prenatale screening naar een kind met Down syndroom door middel van de zogenaamde combitest (bloedtest en nekplooimeting), en een echoonderzoek rond twintig weken (structurele echo: SEO) laten doen voor het opsporen van open ruggetjes en hartafwijkingen. Afhankelijk van uw verzekering zijn er voor vrouwen onder de 36 jaar kosten aan verbonden. Vrouwen ouder dan 36 jaar mogen ook zonder voorafgaande prenatale screening (bloedtest, nekplooimeting of echo-onderzoek) direct voor een vlokkentest of vruchtwaterpunctie kiezen. Het is belangrijk dat u van te vo-
36
ren nadenkt of u dit soort onderzoek wilt. Uw zwangerschapsbegeleider kan u goede voorlichting geven en u de informatiefolders doen toekomen. U kunt zelf ook informatie vinden op de websites erfocentrum.nl; zwangerwijzer.nl; RIVM.nl en KiesBeter.nl. Bij kinderen geboren na ICSI-zwangerschappen leek de kans op een chromosomale afwijking aanvankelijk iets hoger en was dit de reden dat deze vrouwen ook direct voor een vlokkentest of vruchtwaterpunctie konden kiezen. Dit risico blijkt echter niet verhoogd te zijn, maar deze ingrepen worden nog steeds vergoed. Zinvoller lijkt een uitgebreide echo rond twintig weken in een centrum voor prenatale diagnostiek. Mogelijk hebben kinderen die ontstaan zijn met behulp van ICSI iets vaker een hartaandoening, wat met echo-onderzoek meestal op te sporen is. U blijkt niet zwanger te zijn Indien u niet zwanger bent geworden, is de menstruatie meestal kort voor of na het testen begonnen. De menstruatie die na een IVF-behandeling optreedt verloopt meestal iets heviger dan normaal. Verloopt de menstruatie duidelijk anders dan gebruikelijk, neem dan nogmaals contact met ons op. Er kan dan namelijk toch nog sprake zijn van een (buitenbaarmoederlijke) zwangerschap. De teleurstelling over de opgetreden menstruatie is natuurlijk groot en moeilijker te verwerken naarmate u al meerdere behandelingen heeft ondergaan. Mocht u behoefte hebben over de behandeling en/of emotionele consequenties daarvan te praten, geef dit dan aan zodat u een afspraak krijgt bij uw behandelend gynaecoloog of IVF-arts. Dit geldt uiteraard ook voor het verwerken van deze zoveelste teleurstelling. Er is psychologische begeleiding mogelijk. In een gesprek met de arts wordt het verloop van de behandeling nog eens onder de loep genomen. In overleg met u wordt besloten of er nog een behandeling zal plaatsvinden en zo ja, of deze op dezelfde wijze zal plaatsvinden als de vorige. Tussen de behandelingen wordt minimaal twee maanden “rust” ingelast. U bepaalt zelf of u nog een tweede, derde,
37
of een eventuele volgende behandeling wenst. De beslissing om nog een poging te doen of definitief te stoppen wordt moeilijker naarmate u meer behandelingen heeft gehad. Het verlangen naar kinderen is vaak sterker dan ooit en bij de overweging een vierde behandeling te starten, gaan ook nog eens de financiën een rol spelen. Als u verder wilt met behandelen wordt een afspraak gepland. Mocht u besluiten met de behandeling te stoppen, dan zouden wij graag willen dat u dat aan ons vertelt. U kunt ook aangeven of u nog een afrondend gesprek wenst, of controle op een later tijdstip of verdere begeleiding. Bijverschijnselen en complicaties Hieronder worden mogelijke bijverschijnselen en complicaties van de IVFbehandeling beschreven. Bedenkt u wel dat het hier gaat om verschijnselen die kùnnen optreden tijdens de behandeling. De meeste patiënten krijgen er niet mee te maken. • Bloedafnames en injecties kunnen blauwe plekken (bloeduitstortingen) veroorzaken. Deze verdwijnen vanzelf na enkele dagen. • De injectieplaatsen worden soms wat rood en opgezwollen. • Als u uitslag krijgt over uw hele lichaam, met opgezwollen oogleden en koorts, dan is er sprake van een allergische reactie. Neemt u in dat geval direct contact op met ons (zie telefoonnummers hieronder). • Door de stimulatie van de eierstokken met hormonen kan er soms al vanaf enkele dagen na de punctie een hyperstimulatie-syndroom (OHSS) optreden. De eierstokken zijn dan te sterk vergroot en er is vocht in de buik. Hierdoor kunt u last krijgen van buikpijn, een opgezette buik, dorst, minder en donkere urine, kortademigheid en gewichtstoename. Wanneer u deze klachten krijgt, zeker bij een gewichtstoename van meer dan twee kilo in enkele dagen, moet u altijd met ons contact opnemen, via telefoonnummer 0591 - 69 134 3 (=spoedlijn). 's Avonds en in het weekend zijn we bereikbaar via telefoonnummer 0591 - 69 19 11 en vraagt u naar de dienstdoende gynaecoloog of IVF38
arts. Veel drinken kan de situatie vaak al verbeteren. Soms is opname in het ziekenhuis nodig. Als uw behandeld arts tijdens de hyperstimulatiefase bij u een verhoogd risico voor dit syndroom heeft geconstateerd (bijv. als er veel eicellen werden verkregen en veel hormonen worden geproduceerd), is het goed dat u zich dagelijks weegt vanaf het moment dat u de Pregnylinjectie heeft gekregen en op tijd contact opneemt. Soms wordt bij dreigende OHSS géén embryotransfer uitgevoerd omdat het zwangerschapshormoon het ontstaan van OHSS zal versterken. Natuurlijk kunnen mooie, gave embryo's wel worden ingevroren en in een volgende cyclus "veiliger" worden teruggeplaatst. • De follikelpunctie kan bloeduitstortingen in de eierstokken veroorzaken, waardoor u gedurende enkele dagen misschien wat buikpijn houdt. Slechts zelden ontstaat er door de punctie een bloeding of ontsteking, waarvoor opname in het ziekenhuis en/of een operatie nodig is. • Door de punctie en mogelijk soms ook door de embryotransfer, kan er een ontsteking van de eierstokken en eileiders optreden. Mocht u zich binnen de eerste vier weken na de punctie of terugplaatsing niet lekker voelen, onbegrepen koorts of buikpijn krijgen, neem dan contact op. • Bij IVF/ICSI is de kans op een meerlingzwangerschap groter dan bij spontaan ontstane zwangerschappen. • Uit recent onderzoek is gebleken dat IVF/ICSI-kinderen een iets grotere kans hebben op aangeboren afwijkingen, met name van het hart en de slokdarm. Bij kinderen van ouders met vruchtbaarheidsproblemen die toch op natuurlijke wijze zwanger zijn geraakt, komen deze afwijkingen ook vaker voor. Daarom lijkt de licht verhoogde kans op aangeboren afwijkingen bij IVF-kinderen samen te hangen met eigenschappen van hun ouders en niet met de IVF-methode zelf. • De hormoonpreparaten die tijdens de IVF-behandeling worden gebruikt, hebben in het verleden niet geleid tot ziektes of afwijkingen bij moeder of kind. 39
Kosten Een behandeling wordt in vier fasen verdeeld: 1=hyperstimulatie, 2=follikelpunctie, 3=laboratoriumfase, 4=embryotransfer en begeleiding na de terugplaatsing. Voor een volledige behandeling worden dus vier fasen in rekening gebracht. Vergoedingen Wij adviseren u uw verzekeringspolis goed na te lezen en bij uw verzekeringsmaatschappij te informeren of de IVF/ICSI-behandelingen die u wilt ondergaan worden vergoed. De overheid heeft per 1 januari 2007 besloten dat de eerste drie hyperstimulatie IVF/ICSI-behandelingen volledig worden vergoed door de zorgverzekeraars. Vanaf 1 januari 2013 worden IVF behandelingen alleen vergoed als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan: bij vrouwen jonger dan 38 jaar mag in hun eerste of tweede behandeling maximaal één embryo worden geplaatst. Bij vrouwen van 38 jaar of ouder en bij alle vrouwen in hun derde behandeling mogen één of twee embryo’s worden geplaatst. Dit geldt ook voor behandelingen met plaatsen van ontdooide embryo’s en ook voor behandelingen waarin IVF wordt uitgevoerd met chirurgisch verkregen zaad of in combinatie met pre-implantatie genetische diagnostiek. Dit geldt ook voor de medicijnen die bij de behandelingen moeten worden gebruikt. Soms moeten er machtigingen worden aangevraagd voor IVF/ICSI. Vergoeding vindt dan alleen plaats als de verzekeringsmaatschappij vooraf toestemming voor de behandeling heeft gegeven. Wij zijn bereid een brief met een verzoek tot vergoeding van drie pogingen en de indicatie voor IVF naar de medisch adviseur van uw verzekering te sturen. Ook de kosten van het invriezen, bewaren en later ontdooien en terugplaatsen van overgebleven embryo's worden vanaf 1 januari 2007 door de zorgverzekeraars vergoed. Aan het invriezen en bewaren van zaad zijn kosten verbonden. De kosten worden niet door alle zorgverzekeraars vergoed.
40
U kunt het beste bij uw zorgverzekeraar informeren of dit wordt vergoed. Door de invoering van DBC's (diagnose behandeling combinaties) kunnen de prijzen van de vier fasen van een IVF/ICSI-behandeling in de loop van de tijd variëren. Bij eiceldonatie wordt een verzoek tot vergoeding van de behandelingen door de verzekering van de ontvanger ingediend bij de medisch adviseur. De rekeningen gaan naar (de verzekering van) de wensmoeder. Ziektekosten aftrekbaar voor de belasting In principe zijn de kosten van de IVF-behandeling die u niet vergoed krijgt van uw ziektekostenverzekeraar, als “bijzondere lasten ter zake van ziekte” aftrekbaar bij de berekening van de inkomstenbelasting. U kunt hierover het beste contact opnemen met de belastingdienst. Leren spuiten De medicijnen die u tijdens de IVF-behandeling krijgt zijn hormoonpreparaten. Al naar gelang de fase van de behandeling en afhankelijk van het behandelingsschema krijgt u meer of minder toegediend. Op het behandelkaartje wordt bij ieder bezoek genoteerd hoeveel u dagelijks moet gebruiken. Vrijwel alle medicijnen krijgt u in de vorm van injecties toegediend. Ons advies is om zelf te leren spuiten. Dit maakt u minder afhankelijk van anderen. De assistenten van het IVF-team geven u graag de benodigde instructies. Bovendien vindt u een schriftelijke instructie achter in deze brochure. U mag ook naar uw huisarts, een wijkverpleegkundige of de polikliniek van een ander, voor u dichterbij gelegen ziekenhuis gaan voor de injecties. Maar zelf doen is veel eenvoudiger dan u denkt.
41
Overzicht Medicatie - Hormonen Cetrotide® cetrorelix Decapeptyl Foliumzuur follitropine Fostimon FSH
cetrorelix een GnRH-antagonist tryptoreline een vitamine recombinant-FSH urinair FSH follikel stimulerend hormoon, wordt door de hypofyse geproduceerd, stimuleert de groei van follikels ganirelix een GnRH-antagonist GnRH-agonist een medicijn dat de afgifte van FSH en LH door de hypofyse eerst verhoogt (de flare-up) en daar na blokkeert (de downregulatie) GnRH-antagonist een medicijn dat de afgifte van FSH en LH door de hypofyse direct blokkeert Gonal-F® follitropine-alfa; een recombinant FSH hCG humaan choriogonadotrofine; het zwangschapshormoon dat geproduceerd wordt door de moederkoek, het hormoon dat bij een zwangerschapstest wordt aangetoond of gemeten; als medicijn (uit urine van zwangere vrouwen verkregen) gebruikt om de eisprong op te wekken of de hormoonproductie in de tweede helft van de cyclus te stimuleren hMG humaan menopausaal gonadotrofine; verkregen uit urine van vrouwen die voorbij de overgang zijn; bevat gelijke hoeveelheden LH en FSH leuprolide een GnRH-agonist Lucrin® leuprolide Lucrin-depot 3,75® leuprolide; een depot-preparaat van Lucrin dat vier weken werkt Menopur® hoog gezuiverd hMG nafareline een GnRH-agonist norethisteron een progestageen Orgalutran® ganirelix Pregnyl®1500/5000 (Gonasi of Brevactid) 500/5000 eenheden hCG Primolut-N® norethsteron Profasi® hCG 42
Ovitrelle progestageen progestativum progesteron
Utrogestan Provera Puregon® recombinant-FSH Synarel® tryptoreline
recombinant-LH een medicijn dat de werking heeft van progesteron; progestativum progestageen een hormoon dat in de tweede helft van de cyclus door de eierstok wordt geproduceerd wordt en de zwangerschap in stand houdt. microkristallijn progesteron; capsule voor vaginaal gebruik medroxyprogesteron, een progestageen tollitropine-beta; recombinant-FSH FSH dat via recombinanttechnieken wordt geproduceerd nafareline; via neusspray toe te dienen een GnRH-agonist
43
Begrippenlijst azoöspermie
geen zaadcellen in het sperma
bewerken
een laboratoriumtechniek waarbij uit een zaadmonster een zuiver concentraat vande best bewegende zaadcellen wordt verkregen dat gebruikt kan worden voor IUI, IVF of ICSI
bewerkingstest
de test in het laboratorium waarbij via de bewerking van het zaadmonster wordt bekeken welke therapie mogelijk is (IUI, IVF of ICSI)
cyclus
xe dag van de cyclus, gerekend vanaf de eerste dag van de menstruatie
cyste
met vocht gevulde holte, bijvoorbeeld in een
doorgaande zwanger-
zwangerschap die verder dan tien weken na de
schap
embryotransfer is gevorderd
echoscopie
onderzoek met geluidsgolven; bij de IVFbehandeling gebeurt dit vaginaal
eiblaasje
een met vocht gevulde holte in de eierstok met
eicel
geslachtscel van de vrouw; oocyt
eierstok
ovarium; orgaantje van 3x2x1 cm grootte waarin de voorraad eicellen ligt opgeslagen. Een vrouw heeft twee eierstokken die links en rechts naast de baarmoeder in de buikholte zijn gelegen. Een eierstok bevat duizenden eicellen
eisprong
ovulatie; het openspringen van een eiblaasje waarbij de eicel vrij in de buikholte komt om bevrucht te worden
ejaculatie
44
zaadlozing
embryotransfer
de plaatsing van embryo's in de baarmoederholte; ET
endometriose
baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder
ET
embryotransfer; terugplaatsing
fertilisatie
bevruchting; versmelting van de eicel en zaadcel
follikel
zie 'eiblaasje'
follikelpunctie
het aanprikken van de follikels om de eicellen te verkrijgen
FSH
follikelstimulerend hormoon, komt uit de hypofyse
hCG
humaan choriogonadotrofine, het zwangerschapshormoon, wordt door de moederkoek geproduceerd
hypofyse
hypofyse
ICSI
intracytoplasmatische sperma injectie; laboratoriumtechniek waarbij een zaadcel in een eicel wordt binnengebracht
injectie
een inspuiting
intakegesprek
eerste gesprek op het IVF-spreekuur
intramusculaire injectie
injectietechniek waarbij in de spieren wordt gespoten (vergelijkbaar subcutaan); im-injectie
intra-uteriene inseminatie
het rechtstreeks in de baarmoeder inbrengen van zaadcellen; IUI
intraveneuze injectie
injectie in een bloedvat direct in het bloed; i.v.-injectie 45
in vitro fertilisatie
reageerbuisbevruchting
IUI
intra-uteriene inseminatie
IVF
in vitro fertilisatie
LH
luteïniserend hormoon, komt uit de hypofyse
menstruatiecyclus
cyclus
MESA
microchirurgische epididymale sperma aspiratie, techniek om bij azoöspermie zaadcellen uit de bijbal te verkrijgen
MNC
gemodificeerde natuurlijke cyclus, 'eigen cyclus'
onttrekkingsbloeding
bloeding die bij pilgebruik of gebruik van bijvoorbeeld Primolut optreedt in plaats van de gewone menstruatie
oocyt
eicel
ovarium
eierstok
ovulatie
eisprong
PESA
percutane epididymale sperma aspiratie, techniek om bij azoöspermie zaadcellen uit de bijbal te verkrijgen
punctie
een prik; in deze brochure wordt met punctie altijd de follikelpunctie bedoeld
reageerbuisbevruchting
het in het laboratorium samenbrengen van eicel en zaadcellen; IVF
subcutane injectie
injectietechniek waarbij direct onder de huid wordt gespoten (vergelijk intra-musculair); scinjectie
terugplaatsing
het plaatsen van embryo's in de baarmoederholte; embryotransfer; ET
46
TESE
testiculaire sperma extractie, techniek om bij azoöspermie zaadcellen uit de testikel te verkrijgen
transport-IVF/ICSI
procedure van samenwerking van een ziekenhuis met een IVF-centrum waarbij in het kleinere ziekenhuis de hyperstimulatie en de punctie plaatsvinden, na de punctie de man de eicellen naar het IVF-centrum brengt en daar zaad produceert, waarna in het laboratorium IVF of ICSI wordt uitgevoerd en twee à drie dagen later de embryotransfer in het IVF-centrum plaatsvindt. De verdere zorg is weer in handen van het IVF-
47
Literatuurlijst Zwanger worden… ook voor ons ? Medische en psychologische adviezen over vruchtbaarheid Dit boek richt zich met name op de groep mensen met vruchtbaarheidsproblemen en geeft een goed en begrijpelijk overzicht van medische (on)mogelijkheden en de gevolgen van behandelingen. Auteurs Stephan Gordts, Jan Norré, Rudi Campo Uitgegeven door Terra Lannoo, 2003 ISBN 9789020944624 Zwanger via een omweg Dit boek is voor vrouwen en mannen met kinderwens en behandelt vruchtbaarheidsonderzoeken, behandelingen zoals IVF en ICSI, eiceldonatie en draagmoederschap, risico's op korte en lange termijn en bevat meer dan dertig interviews. Auteurs Didi Braat en Gemma Kleijne Uitgegeven door Passage, 2003 ISBN 9789065231062 Ongewenst kinderloos, brieven over een leven zonder kinderen Bundeling verhalen over de emotionele kanten van ongewenste kinderloosheid. Auteur René van Walbeek Uitgegeven door Van Brug, 1995 ISBN 9789065230911 Als zwanger worden niet vanzelf gaat Dit boek neemt u mee op de tocht die Marina Nicholas zelf heeft moeten ondernemen om zwanger te worden. Naast vele emotionele hobbels die ze heeft moeten nemen deelt ze de kennis die ze gedurende haar zoektocht heeft opgedaan. 48
Auteur Marina Nicholas Uitgegeven door Kosmos Uitgevers BV, 2007 ISBN 9789021506234 Vruchtbaarheidsproblemen Dit boek is bestemd voor echtparen met vruchtbaarheidsproblemen. José Sagasser, 2005 Uitgegeven door Unieboek BV, 2005 ISBN 9789026965845 Meer titels over ongewenste kinderloosheid kunt u vinden op de website: www.uitgeverijvanbrug.nl
Meer weten? Patiëntenvereniging Freya De vereniging Freya behartigt de belangen van ongewild kinderloze paren. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers die allen persoonlijk betrokken zijn bij de problematiek van onvruchtbaarheid. Als u lid wordt, ontvangt u vier keer per jaar het Freya-magazine. Hierin vindt u naast medische informatie over IVF ook veel ingezonden brieven met ervaringen van anderen. Het geeft bovendien informatie over andere mogelijkheden dan IVF, zoals adoptie, kunstmatige inseminatie, enz. Het adres van Freya is: Postbus 476 6600 AL Wijchen Telefoon (024) 6451088 Internet: www.freya. E-mail:
[email protected]
49
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie NVOG De NVOG is de beroepsvereniging van de Nederlandse gynaecologen. De NVOG vindt het belangrijk dat patiënten goede voorlichting krijgen. De belangrijkste voorlichting vindt plaats in de spreekkamer. Maar daarnaast is het plezierig als u thuis een en ander nog eens kunt nalezen. Op de NVOG-site staan allerlei folders en brochures. Deze zijn bedoeld als aanvulling op het gesprek met de gynaecoloog. U vindt de brochures op www.nvog.nl, onder het kopje “voorlichting”. Fertimagazine.nl De website “FertiMagazine, over hulp bij zwanger worden” wil iedereen met vruchtbaarheidsproblemen zo goed mogelijk informeren over de oorzaken, de verwachtingen en de behandelingen. Daarnaast biedt de website u op de Ferti-Actueel-pagina het laatste nieuws op vruchtbaarheidsgebied. Maandelijks is er een thematische update waarbij een bepaald aspect over verminderde vruchtbaarheid aan de orde komt. De website wordt inhoudelijk aangestuurd door een redactieraad waarin gynaecologen, vruchtbaarheidartsen en –verpleegkundigen uit verschillende Nederlandse klinieken zijn vertegenwoordigd. Ook bestaat de mogelijkheid op deze site via het “FertiCafé” anoniem ervaringen uit te wisselen met lotgenoten. Zwangerwijzer.nl Hier vindt u vele tips voor een gezonde levenswijze, waardoor u uw kans op zwangerschap vergroot, zowel mèt als zonder behandeling. Bovendien verhoogt u de kans op een zo gezond mogelijk kind door een goede “life-style” !
50
Instructie voor subcutane injecties Een subcutane injectie is een injectie in het vetweefsel direct onder de huid. De beste plaats voor de injectie is een huidplooi van de buik, het bovenbeen of de bovenarm. Alle medicamenten die bij IVF worden gebruikt kunnen subcutaan worden toegediend. Een assistente heeft u uitgelegd en voorgedaan hoe u een subcutane injectie moet geven. Hieronder ziet u een overzicht van de benodigde materialen en van de handelingen die u moet verrichten. Omdat de medicijnen in verschillende vormen worden aangeleverd, is de voorbereiding voor de injectie telkens anders en worden die dan ook afzonderlijk beschreven. Materiaal • een kant-en-klaar spuitje (Decapeptyl), een injectiepen (Puregon, Gonal-F) of zelf klaargemaakt spuitje (Gonal-F, Menopur, Fostimon, Pregnyl, Cetrotide, Lucrin-depot) • alcohol (70 %) • enkele watjes • een 1 ml-spuitje • naald van 20 mm lang • naaldenemmertje U heeft van ons een recept gekregen waarmee u de benodigde materialen kunt halen bij de apotheek. Meestal geeft de apotheek een naaldenemmertje mee. Het is goed er in ieder geval even naar te vragen. Algemene regel: was uw handen eerst grondig met zeep. Voorbereiding injectie Decapeptyl De spuitjes Decapeptyl zijn kant-en-klaar: u doet het dopje eraf en kunt inspuiten (zie hieronder bij “De injectie”).
51
Voorbereiding injectiepennen voor Puregon® en Gonal-F In de Puregon® pen kunnen ampullen van 300, 600 of 900 E rec-FSH worden geplaatst. De Gonal-F pennen zijn voorgevuld met 300, 450 of 900 E rec-FSH.; deze pen gooit u weg als hij leeg is. De instructies zijn vrij specifiek. Een verpleegkundige geeft u uitleg. Ook ontvangt u de instructies op schrift Voorbereiding Menopur®, Fostimon®, Pregnyl®, Cetrotide® en Lucrin-depot® Deze medicijnen maakt u door poeder op te lossen in een vloeistof. De bereidingswijze verschilt enigszins per medicijn. Een verpleegkundige geeft u uitleg. Ook ontvangt u de bereidingswijze op schrift. De injectie • Maak de plaats van de injectie schoon met een watje met alcohol. • Neem de spuit en prik snel, loodrecht in de huid. Zorg ervoor dat de hele naald in de huid zit. • Trek even aan de zuiger: als er bloed verschijnt trekt u de spuit iets terug en probeert u opnieuw om even te zuigen. Als er geen bloed (meer) verschijnt is het goed. • Druk de spuit in vijf à tien seconden helemaal leeg. Trek daarna de naald loodrecht en snel weer uit de huid. • Druk de plaats van de injectie even met een watje dicht, plak er zo nodig een pleister op. • Deponeer de ampullen en de injectiespuit mèt naald in het naaldenemmertje. Dit emmertje kunt u uiteindelijk bij uw apotheek of op de polikliniek bij een verpleegkundige inleveren.
52
Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met het IVF-team Voor het maken van een afspraak voor een gesprek of een controleafspraak bij een gynaecoloog, secretariaat, het telefoonnummer is: 0591 - 69 13 40 Wij hopen op een succesvolle behandeling en een prettige samenwerking
53
Aantekeningen
54
55
H 56
MA 1573 09-13-v1
Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11